Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief

Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief

liberaalarchief.be
from liberaalarchief.be More from this publisher
14.07.2013 Views

(ii) Marie Jeanne Mechelynck (geboren in 1731) was kloosterlinge in de cisterciënzerabdij Ter Haeghen, aan de Molenaarsstraat, waar men haar kende als "zuster Anne Marie". (iii) Pieter Joseph Mechelynck (geboren in 1728) werd griffier van de Berg van Barmhartigheid te Gent. (iv) Flavia Mechelynck (geboren in 1744) huwde de negotiant Mattheus de Hert. Hun dochter Anne Bernardine de Hert huwde de negotiant en bankier Jacques Lievin Tricot (1761-1826). Deze behoorde in 1787 (zoals Jacques Mechelynck) tot het vrijwilligerkorps van de hoofdgilden. In 1790 trad hij toe tot de Société de Gand, hét trefpunt van de voorstanders van politieke vernieuwing. Dochter Louise Tricot (geboren in 1794) huwde de suikerraffinadeur Louis Jean Casier (1788-1851), een zoon van Jean Antoine Casier en Isabelle Thérèse Vollaert (1763-1833). Louis Jean Casier was van 1830 tot 1837 orangistisch lid van de gemeenteraad (in 1836-1837 ook schepen), terwijl de zoon en de kleinzoon van zijn broer Jean Louis Casier (gehuwd met Sophie van der Straeten) in de 19de eeuw bij de speerpunten van het ultramontaans katholicisme behoorden. Na het overlijden van vader Jean Antoine Casier huwde zijn weduwe Isabelle Vollaert (die overigens een nicht was van de echtgenote van Jacques Martin Mechelynck) met de hierna te bespreken jongere broer Jean Charles Mechelynck. De andere dochter uit het huwelijk de Hert-Mechelynck, Rosalie Bernardine de Hert (1782-1853), huwde de katoenfabrikant Joseph François de Bast (1781-1847), die tot 1823 burgemeester was van Mariakerke. In 1811 werd zijn bedrijf failliet verklaard. Hij was een zoon van de bloemhandelaar Joseph de Bast (1749-1805) die tijdens de Brabantse Omwenteling de cruciale rol vervulde van griffier van de Staten van Vlaanderen en daarna tot de tweede Franse inval schepen van de Keure was. Hij werd in 1798 de eerste voorzitter van de pas opgerichte Rechtbank van koophandel te Gent. Door zijn echtgenote Isabelle Fraeys was hij een zwager van rechter François Antoine Varenbergh (zie onder het lemma Varenbergh). Joseph de Bast had twee broers die kunnen worden vermeld: - Kanunnik Martinus Jan de Bast (1754-1825) werd eerst pastoor van de Sint- Jacobskerk (1787), daarna van de Sint-Niklaaskerk (1788-1817) en speelde een vooraanstaande rol tijdens de Brabantse Omwenteling als herderlijk bezieler van de Patriotten. Hij was tevens de auteur van diverse boeken over Gentse archeologie en geschiedenis, alsmede over oude penningen. Zijn verzameling van munten en penningen werd aangekocht door koning Willem I, die een aanzienlijk deel ervan aan de universiteit van Gent schonk. Over thema's van Gentse geschiedenis was kanunnik de Bast de gebruikelijke tegenstander van de reeds herhaaldelijk genoemde memorialist Charles Louis Diericx (zie onder het lemma de Coninck). - De koopman in wijn Pieter Frans de Bast huwde in 1782 Catherine de Goesin, een dochter van de vermaarde drukker Pieter Frans de Goesin II (1722-1787). Hij zetelde in de Collatie als afgevaardigde voor de Onze-Lieve-Vrouwparochie (1789-1790, 1793). Uit dit huwelijk volgde Eduard Marie de Bast (1787-1827) MECHELYNCK - 361

die een bewogen leven kende. Hij werd eerst officier in de legers van Napoleon. Na zijn gevangenneming door de Oostenrijkers in 1813 keerde hij naar Gent terug in 1814. Hij werd onmiddellijk lid van La Félicité Bienfaisante en nam kort daarop dienst in een Hollands regiment, waarmee hij deelnam aan de slag van Waterloo (thans tégen Napoleon). Onder het Hollands Bewind bleef hij als militair in dienst in de kolonies van de Kroon, eerst in Suriname, daarna in Java. Wanneer hij in 1840 kolonel was, overleed hij te Samarang (Java) aan een 'landkoorts'. In 1818 was hij ook lid geworden van La Réunion des Amis du Nord te Brugge; hij was toen in die stad kapitein in het 7de bataljon de Ligne. Een zoon uit het huwelijk de Bast-de Hert, Camillus Joseph de Bast (1807-1872), huwde zijn nicht Hortense Pauline de Hert en was liberaal provincieraadslid, volksvertegenwoordiger (1857-1861, 1864-1866) en senator (1868-1870). Hun zoon Camille Isidore de Bast (1845-1927) was katoenfabrikant en bankier. Hij was liberaal gemeenteraadslid van 1875 tot 1896 en senator van 1907 tot 1925. Vader en zoon de Bast waren bij de initiatiefnemers van de in 1855 opgerichte liberale menslievende kring 'Zonder Naam, Niet Zonder Hart' die nog steeds bestaat, en waren allebei lid van Le Septentrion. Een afbeelding van het belangrijke katoenbedrijf de Bast aan de Coupure treft men aan in Ghendtsche Tydinghen, 1978, blz. 32. (v) Anne Bernardine Mechelynck (1739-1778) huwde Engelbert Lievin van Siclers (1725-1796), wiens moeder Marie Anne Odevaere een dochter was van Lievin François Odevaere, de grootvader van Anselme Odevaere*, lid van La Discrète Impériale te Aalst. Engelbert van Siclers studeerde rechten en was rentenier, kunstschilder (een dilettant, aldus Marie Fredericq-Lilar) en deken van de nering der visverkopers. Van 1780 tot 1791 zetelde hij in de Collatie als afgevaardigde voor de Sint-Jacobsparochie. Hij was een trouw contribuant van de Gentse Academie voor teken-, schilder- en bouwkunst, waar hij in 1782 en opnieuw in 1790 de beschermheer was van een leerling die voor de tekenlessen was ingeschreven. Als 'zondagsschilder' had Engelbert van Siclers vooral belangstelling voor Gentse stadsgezichten die waarde hebben als tijdsdocument eerder dan als kunstwerk. Van hem zijn een aantal schilderijen in het Bijlokemuseum bewaard: de "negen meimarkt" te Sint-Amandsberg (toen nog een wijk van Oostakker), geschilderd omstreeks 1771; een bijzonder levendige en kleurrijke afbeelding van de Kouter in 1763, waarvan men een kleurenfoto aantreft in J. Dambruyne e.a., Een stad in opbouw, II, blz. 25; een 'koningschieting' van de Sint-Antoniusgilde; een schouwing van de troepen bij Gent door koning Lodewijk XV. Engelbert van Siclers was volgens Gustave van Hoorebeke een afstammeling van de van Siclers (ook van Sicleers, van Sycleer) die te Gent een voorname rol speelden tijdens de 14de, 15de en 16de eeuw, onder meer: - Servaas van Sicleers die reeds in 1348 deken was van de nering der schilders zoals later ook Arnout van Sicleers (1412) en Zeger van Sicleers (1479) ; 1 1 Men moet voorbehoud maken betreffende Servaas, Arnout en Zeger van Siclers. Gustave van Hoorebeke stoelde zijn verwijzing waarschijnlijk op het neringboek van 362 - MECHELYNCK

(ii) Marie Jeanne Mechelynck (geboren in 1731) was kloosterlinge in <strong>de</strong><br />

cisterciënzerabdij Ter Haeghen, aan <strong>de</strong> Molenaarsstraat, waar men haar ken<strong>de</strong> als<br />

"zuster Anne Marie".<br />

(iii) Pieter Joseph Mechelynck (geboren in 1728) werd griffier <strong>van</strong> <strong>de</strong> Berg <strong>van</strong><br />

Barmhartigheid te Gent.<br />

(iv) Flavia Mechelynck (geboren in 1744) huw<strong>de</strong> <strong>de</strong> negotiant Mattheus <strong>de</strong> Hert.<br />

Hun dochter Anne Bernardine <strong>de</strong> Hert huw<strong>de</strong> <strong>de</strong> negotiant en bankier Jacques<br />

Lievin Tricot (1761-1826). Deze behoor<strong>de</strong> in 1787 (zoals Jacques Mechelynck) <strong>tot</strong><br />

het vrijwilligerkorps <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoofdgil<strong>de</strong>n. In 1790 trad hij toe <strong>tot</strong> <strong>de</strong> Société <strong>de</strong> Gand,<br />

hét trefpunt <strong>van</strong> <strong>de</strong> voorstan<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> politieke vernieuwing. Dochter Louise Tricot<br />

(geboren in 1794) huw<strong>de</strong> <strong>de</strong> suikerraffina<strong>de</strong>ur Louis Jean Casier (1788-1851), een<br />

zoon <strong>van</strong> Jean Antoine Casier en Isabelle Thérèse Vollaert (1763-1833). Louis Jean<br />

Casier was <strong>van</strong> 1830 <strong>tot</strong> 1837 orangistisch lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad (in 1836-1837<br />

ook schepen), terwijl <strong>de</strong> zoon en <strong>de</strong> kleinzoon <strong>van</strong> zijn broer Jean Louis Casier<br />

(gehuwd met Sophie <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Straeten) in <strong>de</strong> 19<strong>de</strong> eeuw bij <strong>de</strong> speerpunten <strong>van</strong> het<br />

ultramontaans katholicisme behoor<strong>de</strong>n. Na het overlij<strong>de</strong>n <strong>van</strong> va<strong>de</strong>r Jean Antoine<br />

Casier huw<strong>de</strong> zijn weduwe Isabelle Vollaert (die overigens een nicht was <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

echtgenote <strong>van</strong> Jacques Martin Mechelynck) met <strong>de</strong> hierna te bespreken jongere<br />

broer Jean Charles Mechelynck.<br />

De an<strong>de</strong>re dochter uit het huwelijk <strong>de</strong> Hert-Mechelynck, Rosalie Bernardine <strong>de</strong><br />

Hert (1782-1853), huw<strong>de</strong> <strong>de</strong> katoenfabrikant Joseph François <strong>de</strong> Bast (1781-1847),<br />

die <strong>tot</strong> 1823 burgemeester was <strong>van</strong> Mariakerke. In 1811 werd zijn bedrijf failliet<br />

verklaard. Hij was een zoon <strong>van</strong> <strong>de</strong> bloemhan<strong>de</strong>laar Joseph <strong>de</strong> Bast (1749-1805) die<br />

tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Brabantse Omwenteling <strong>de</strong> cruciale rol vervul<strong>de</strong> <strong>van</strong> griffier <strong>van</strong> <strong>de</strong> Staten<br />

<strong>van</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren en daarna <strong>tot</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> Franse inval schepen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Keure was. Hij<br />

werd in 1798 <strong>de</strong> eerste voorzitter <strong>van</strong> <strong>de</strong> pas opgerichte Rechtbank <strong>van</strong> koophan<strong>de</strong>l<br />

te Gent. Door zijn echtgenote Isabelle Fraeys was hij een zwager <strong>van</strong> rechter<br />

François Antoine Varenbergh (zie on<strong>de</strong>r het lemma Varenbergh). Joseph <strong>de</strong> Bast<br />

had twee broers die kunnen wor<strong>de</strong>n vermeld:<br />

- Kanunnik Martinus Jan <strong>de</strong> Bast (1754-1825) werd eerst pastoor <strong>van</strong> <strong>de</strong> Sint-<br />

Jacobskerk (1787), daarna <strong>van</strong> <strong>de</strong> Sint-Niklaaskerk (1788-1817) en speel<strong>de</strong> een<br />

vooraanstaan<strong>de</strong> rol tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Brabantse Omwenteling als her<strong>de</strong>rlijk bezieler <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Patriotten. Hij was tevens <strong>de</strong> auteur <strong>van</strong> diverse boeken over <strong>Gentse</strong> archeologie<br />

en geschie<strong>de</strong>nis, alsme<strong>de</strong> over ou<strong>de</strong> penningen. Zijn verzameling <strong>van</strong><br />

munten en penningen werd aangekocht door koning Willem I, die een aanzienlijk<br />

<strong>de</strong>el er<strong>van</strong> aan <strong>de</strong> universiteit <strong>van</strong> Gent schonk. Over thema's <strong>van</strong> <strong>Gentse</strong><br />

geschie<strong>de</strong>nis was kanunnik <strong>de</strong> Bast <strong>de</strong> gebruikelijke tegenstan<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> reeds<br />

herhaal<strong>de</strong>lijk genoem<strong>de</strong> memorialist Charles Louis Diericx (zie on<strong>de</strong>r het lemma<br />

<strong>de</strong> Coninck).<br />

- De koopman in wijn Pieter Frans <strong>de</strong> Bast huw<strong>de</strong> in 1782 Catherine <strong>de</strong> Goesin,<br />

een dochter <strong>van</strong> <strong>de</strong> vermaar<strong>de</strong> drukker Pieter Frans <strong>de</strong> Goesin II (1722-1787). Hij<br />

zetel<strong>de</strong> in <strong>de</strong> Collatie als afgevaardig<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> Onze-Lieve-Vrouwparochie<br />

(1789-1790, 1793). Uit dit huwelijk volg<strong>de</strong> Eduard Marie <strong>de</strong> Bast (1787-1827)<br />

MECHELYNCK - 361

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!