Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief

Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief

liberaalarchief.be
from liberaalarchief.be More from this publisher
14.07.2013 Views

Na enige tijd was het werk niet meer te overzien, zodat de leden van de 'commission municipale' niet anders konden dan "requireeren verscheydene goede en geleerde borgers om met ons provisoirlijk waer te nemen den publieken last". Na zijn eerste verkiezing in 1794 was Jacques van Loo geregeld lid van de 'commission municipale' tot 1802 (samen met onder meer Jacques Clément Lammens*). Gedurende enige tijd was van Loo zelfs 'Officier municipal' (schepen) voor de gewezen kasselrij van de Oudburg. In 1799 kreeg de straat waar hij woonde (Predikherenlei) een nieuwe benaming: 'Quai de Cicéron'. In 1808 was Jacques van Loo een van de oprichters van Les Vrais Amis, waarin hij het ambt van Hofmeester vervulde. In het kapittel dat aan Les Vrais Amis was gehecht, was hij Groot-Zegelbewaarder. Hij werd bovendien lid van de in 1803 te Brugge opgerichte loge La Réunion des Amis du Nord. De twee zonen van Jacques van Loo en Anne Marie Blommaert werden in 1808 eveneens lid van Les Vrais Amis: - Jean Laurent van Loo, handelaar in 'vreemde bieren', geboren in 1786, gehuwd met Maria Willems; - François Corneille van Loo (1787-1849), brouwer te Geraardsbergen; van 1825 af verzaakte hij aan het bierbrouwen en werd brandewijnstoker en fabrikant van ameldonk. Uit zijn huwelijk met Jeanne Coppens volgden: Théodore van Loo (1813-1873) die het bedrijf nog enige tijd voortzette, waarna hij koopman in zaden en granen werd; Jean Marie van Loo (1820-1907) die vlasfabrikant werd; Clémence van Loo die de vleeshouwer Jean Baptiste Minne huwde; Octave van Loo die handelsvertegenwoordiger werd. de MAELCAMP de VLIENDERBEEKE, baron Jean Baptiste (1730-1797) a/ La Parfaite Union, Luxemburg (1777) b/ - c/ 'Elu' d/ luitenant-kolonel van het regiment de Ligne, daarna generaal-majoor in het Oostenrijks leger. e/ Gent, Luxemburg f/ - g/ 40, 42, 43, 50.15, 99, 228a, 277, 281, 331, 344, 439, 460, 543, 913, 972 De ledenlijsten gepubliceerd door Paul Duchaine en Bertrand van der Schelden vermelden in de loge La Parfaite Union te Luxemburg een baron 'Jacques' de Maelcamp. De enige baron de Maelcamp die tijdens de bedoelde periode luitenantkolonel was in het regiment de Ligne, is de Gentenaar Jean Baptiste Séraphin Maelcamp, baron de Vlienderbeeke (1730-1797). Jean Baptiste was het negende kind van de negotiant Jacob Fortunatus Maelcamp (1683-1741) en zijn tweede echtgenote Sabine Jeanne du Bois (1692-1765). de MAELCAMP de VLIENDERBEEKE - 347

De familie Maelcamp was afkomstig uit Spanje (Malcampo) en was in de Zuidelijke Nederlanden (Gent, Tournai) gevestigd sedert de 16de eeuw. Eerst door de handel met Spanje en de Spaanse koloniën, daarna door de wereldhandel (tot in het Verre Oosten), bouwden de Maelcamps een aanzienlijk vermogen op, wat met de tijd tot de opneming in de adel leidde. Tijdens de eerste helft van de 18de eeuw waren drie zonen van Jean Baptist Maelcamp (geboren in 1635) en Agnes Françoise Donckers actief in de internationale handel: - Jean Baptiste jr. die handel dreef vanuit Spanje waar hij woonde; - Charles Antoine (1677-1764) die gehuwd was met Anna Barbara Valcke; zij waren de grootouders van de latere markies Charles Robert Maelcamp de Schoonberghe*, die lid werd van La Bienfaisante; - Jacob Fortunatus (1683-1741), die tweemaal huwde: eerst in Spanje, met Maria Catherina del Campo, daarna te Gent met Sabine Jeanne du Bois (1692-1765). Charles Antoine en Jacobus Fortunatus dreven handel vanuit Vlaanderen. Hun zus Agnès Françoise Maelcamp (1670-1735) was gehuwd met hun vennoot Jean Baptiste Guillaume Soenens (1676-1746), die schepen van Gent werd en directeur van de 'Oostendse Compagnie' (zie onder het lemma Goethals, Adriaen Jacques). Ook de gebroeders Maelcamp waren deelgenoten van de 'Oostendse Compagnie'. Vanaf 1714 richtten zij talrijke handelsexpedities in naar China, Bengalen, de kust van Malabar, Mozambique, enz. Zij konden een beroep doen op de diensten van een uitmuntend juridisch adviseur, de latere burggraaf Charles Philippe Pattyn (vaak ook 'de Patin'), heer van Langemark (1687-1773). Deze publiceerde in 1726 te Mechelen een werk (Mare Liberum - De vry zee bevaeringe uyt de wet der Natuur der volckeren en der borgers) dat de internationale zeehandel een sterke juridische basis verschafte. Charles Philippe Pattyn werd in 1721 lid van de Grote Raad te Mechelen, in 1729 lid van de Geheime Raad, in 1733 regent van de 'Opperste Raad der Nederlanden' te Wenen en in 1741 president van de Raad van Vlaanderen. Toen hij te Gent woonde, ontving burggraaf Pattyn er in 1763 het bezoek van de vermaarde Zwitserse rechtsgeleerde Emmerich de Vattel (1714- 1767), de auteur van een klassiek gebleven Droit des Gens (volkenrecht) in 1758. De vader van Jean Baptiste Maelcamp de Vlienderbeeke, Jacob Fortunatus Maelcamp, was heer van Tomme, Terhaeghen, Caleestert en een aantal andere heerlijkheden. Hij was onder meer aandeelhouder in de Levantijnse Cie., de Aziatische Cie. van Kopenhagen, de Cie. van Gotenburg, de Zuid-Zee Cie. Jean Baptistes zus Françoise-Jeanne was de moeder van Charles Robert de Moerman d'Harlebeke*, lid van La Bienfaisante. Broer Matthieu Jacques Maelcamp de Balsberghe huwde de burggravin Jeanne Charlotte de Nieulant, zus van burggraaf Charles Désiré de Nieulant de Pottelsberghe*. Broer Charles Louis, heer van Tomme en Ter Haeghen (1719-1784), was hoogbaljuw van de Burggravije van Gent. Hij huwde op vrij hoge leeftijd de aanzienlijk jongere Sabine Antoinette van 348 - de MAELCAMP de VLIENDERBEEKE

Na enige tijd was het werk niet meer te overzien, zodat <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

'commission municipale' niet an<strong>de</strong>rs kon<strong>de</strong>n dan "requireeren verschey<strong>de</strong>ne goe<strong>de</strong><br />

en geleer<strong>de</strong> borgers om met ons provisoirlijk waer te nemen <strong>de</strong>n publieken last".<br />

Na zijn eerste verkiezing in 1794 was Jacques <strong>van</strong> Loo geregeld lid <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

'commission municipale' <strong>tot</strong> 1802 (samen met on<strong>de</strong>r meer Jacques Clément<br />

Lammens*). Geduren<strong>de</strong> enige tijd was <strong>van</strong> Loo zelfs 'Officier municipal' (schepen)<br />

voor <strong>de</strong> gewezen kasselrij <strong>van</strong> <strong>de</strong> Oudburg.<br />

In 1799 kreeg <strong>de</strong> straat waar hij woon<strong>de</strong> (Predikherenlei) een nieuwe benaming:<br />

'Quai <strong>de</strong> Cicéron'.<br />

In 1808 was Jacques <strong>van</strong> Loo een <strong>van</strong> <strong>de</strong> oprichters <strong>van</strong> Les Vrais Amis, waarin<br />

hij het ambt <strong>van</strong> Hofmeester vervul<strong>de</strong>. In het kapittel dat aan Les Vrais Amis was<br />

gehecht, was hij Groot-Zegelbewaar<strong>de</strong>r. Hij werd bovendien lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> in 1803 te<br />

Brugge opgerichte loge La Réunion <strong>de</strong>s Amis du Nord.<br />

De twee zonen <strong>van</strong> Jacques <strong>van</strong> Loo en Anne Marie Blommaert wer<strong>de</strong>n in 1808<br />

eveneens lid <strong>van</strong> Les Vrais Amis:<br />

- Jean Laurent <strong>van</strong> Loo, han<strong>de</strong>laar in 'vreem<strong>de</strong> bieren', geboren in <strong>1786</strong>, gehuwd<br />

met Maria Willems;<br />

- François Corneille <strong>van</strong> Loo (1787-1849), brouwer te Geraardsbergen; <strong>van</strong> 1825<br />

af verzaakte hij aan het bierbrouwen en werd bran<strong>de</strong>wijnstoker en fabrikant <strong>van</strong><br />

ameldonk. Uit zijn huwelijk met Jeanne Coppens volg<strong>de</strong>n: Théodore <strong>van</strong> Loo<br />

(1813-1873) die het bedrijf nog enige tijd voortzette, waarna hij koopman in<br />

za<strong>de</strong>n en granen werd; Jean Marie <strong>van</strong> Loo (1820-1907) die vlasfabrikant werd;<br />

Clémence <strong>van</strong> Loo die <strong>de</strong> vleeshouwer Jean Baptiste Minne huw<strong>de</strong>; Octave <strong>van</strong><br />

Loo die han<strong>de</strong>lsvertegenwoordiger werd.<br />

<strong>de</strong> MAELCAMP <strong>de</strong> VLIENDERBEEKE, baron Jean Baptiste (1730-1797)<br />

a/ La Parfaite Union, Luxemburg (1777)<br />

b/ -<br />

c/ 'Elu'<br />

d/ luitenant-kolonel <strong>van</strong> het regiment <strong>de</strong> Ligne, daarna generaal-majoor in het<br />

Oostenrijks leger.<br />

e/ Gent, Luxemburg<br />

f/ -<br />

g/ 40, 42, 43, 50.15, 99, 228a, 277, 281, 331, 344, 439, 460, 543, 913, 972<br />

De le<strong>de</strong>nlijsten gepubliceerd door Paul Duchaine en Bertrand <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Schel<strong>de</strong>n<br />

vermel<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> loge La Parfaite Union te Luxemburg een baron 'Jacques' <strong>de</strong><br />

Maelcamp. De enige baron <strong>de</strong> Maelcamp die tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> bedoel<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> luitenantkolonel<br />

was in het regiment <strong>de</strong> Ligne, is <strong>de</strong> Gentenaar Jean Baptiste Séraphin<br />

Maelcamp, baron <strong>de</strong> Vlien<strong>de</strong>rbeeke (1730-1797). Jean Baptiste was het negen<strong>de</strong><br />

kind <strong>van</strong> <strong>de</strong> negotiant Jacob Fortunatus Maelcamp (1683-1741) en zijn twee<strong>de</strong><br />

echtgenote Sabine Jeanne du Bois (1692-1765).<br />

<strong>de</strong> MAELCAMP <strong>de</strong> VLIENDERBEEKE - 347

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!