Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief
Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief
de Lens was officier in het Nederlands leger: in 1817 was hij luitenant-kolonel, bevelhebber van het 30ste bataljon. L'ESTIENNE, Pierre André Joseph (1744 - ?) a/ Constante Union (1770), Les Frères Réunis (Tournai), L'Unanimité (Tournai) b/ - c/ 'Rose-Croix' d/ negotiant, koopman 'in 'houille-kolen' e/ Gent, 'op Sint-Pieters' f/ Sint-Michielsgilde (1770) g/ 58, 313, 417, 1006 De bewaarde ledenlijsten van La Constante Union vermelden ene 'L'Etienne, négociant'. De ledenlijst van de loge Les Frères Réunis te Tournai vermeldt dat Pierre J. l'Estienne, lid van deze loge, zich in 1770 aansloot bij La Constante Union te Gent. Hoogstwaarschijnlijk gaat het om dezelfde persoon. Na de insluimering van La Constante Union omstreeks 1773, werd L'Estienne geen lid van een andere Gentse loge. L'Estienne was in 1767 Voorzittend Meester van Les Inséparables Amis te Tournai (zie het lemma John Cunningham) en in 1769 een van de oprichters van Les Frères Réunis. Uit Doornikse bronnen blijkt dat hij van 1770 tot 1774 uit deze stad afwezig was. Na enige jaren ging l'Estienne terug in Tournai wonen, waar hij opnieuw herhaaldelijk Voorzittend Meester werd van Les Frères Réunis. Vanaf 1781 arbeidde deze loge volgens het 'Rite Ecossais Philosophique', waarvoor zij een patent had bekomen van de Parijse loge Le Contrat Social. Men weet niet waarom Pierre l'Estienne enige jaren te Gent kwam wonen. In deze stad was hij waarschijnlijk negotiant in 'houille-kolen'. Ook te Tournai was l'Estienne niet alleen advocaat (hij had rechten gestudeerd te Leuven), maar ook negotiant. Misschien was hij verwant met Antoine d'Estienne die in 1779 lid werd van de Sint-Sebastiaansgilde. Alleszins werd Pierre André Joseph l'Estienne in 1770 (hetzelfde jaar als dat van zijn affiliatie tot La Constante Union) lid van de Sint-Michielsgilde. Het ledenboek preciseert dat hij afkomstig is 'de Tournay'. de LIGNE, Prins Charles Joseph (1735-1814) a/ Bienfaisante (ca. 1769), La Vraie et Parfaite Harmonie (Mons), L'Heureuse Rencontre (Brussel), Saint-Jean de Montmorency-Luxembourg (Versailles), Saint-Jean de Chartres (Versailles) b/ - c/ 'Maître Ecossais' d/ edelman, legerofficier, auteur L'ESTIENNE / de LIGNE - 329
e/ kasteel van Beloeil, 'Waepen van Engeland' te Gent f/ Sint-Antoniusgilde (1770), Sint-Sebastiaansgilde (vóór 1779) g/ 60, 85, 88, 182, 229, 234, 281, 299, 300, 303, 310, 331a, 367, 415, 430, 431, 432, 433, 434, 486, 496, 513, 533, 643, 669, 967, 968, 1006 De heren, daarna barons en graven, de Ligne uit Henegouwen werden in 1602 verheven tot prinsen van het Heilige Roomse Rijk, en zijn nog steeds (onder de dertiende prins Antoine de Ligne) de oudste prinselijke familie van het land, met zetel te Beloeil. De vermaarde prins Charles Joseph de Ligne (1735-1814), die zijn talrijke vrienden 'Charlot' of 'prince Charlot' noemden, werd leerling-vrijmetselaar in La Bienfaisante omstreeks 1769. Deze loge was in die tijd vooral uit legerofficieren samengesteld. Tussen 1769 en 1771 verbleef prins de Ligne geregeld te Gent als "Colonel Proprietaris van een regiment Voetvolk op zyn naem" (het regiment de Ligne), en commandant van een brigade van het Oostenrijks leger te Gent en te Brugge. In een van de menigvuldige geschriften van de prins leest men: "En 1769, Gand, plaisirs, confréries, président d'un procès et de la Commission économique". Deze 'Commission économique militaire' werd te Gent opgericht om bepaalde wantoestanden in het beheer van de militaire uitrusting en leveranties op te helderen. Zij stond onder het gezag van luitenant-generaal baron Johann von Bechardt (1718-1788). Tijdens zijn verblijf te Gent schreef de prins in 1770 een boek over militaire strategie met de titel Mémoire raisonné sur plusieurs ordres de bataille. Prins de Ligne was verwant met de vooraanstaande familie de Melun, 'burggraven van Gent en heren van Heusden'. In 1584 huwde Marie de Melun, 'dame de Heusden, vicomtesse de Gand' met Lamoral de Ligne, toen nog 'comte de Ligne'. Deze Lamoral de Ligne werd in 1602 de eerste prins de Ligne. De verwantschap van de families de Melun en de Ligne liet sporen na aan een oude woning aan de Lievestraat: bij de rondboogpoort rechts van de trapgevel (met datum 1601) bevinden zich de wapenschilden 'de Melun' en 'de Ligne'. Te Gent beschikte prins Charles Joseph de Ligne over enkele kamers in het hotel 'Waepen van Engeland' aan de Kouter. Dit hotel, dat door de Gentenaars 'het Boerenhol' werd genoemd, was tevens vanaf omstreeks 1770 het lokaal van La Bienfaisante. Prins de Ligne kon feesten inrichten, die beroemd gebleven zijn. In december 1769 liet hij bijv. in het Gentse stadhuis een prachtig eetmaal opdienen voor adellijke vrienden die Gent met de prinses de Ligne hadden vervoegd, in drie karossen die elk met vier paarden waren bespannen. Na de feestdis trokken de genodigden naar een opvoering in de toneelzaal van de Sint-Sebastiaansgilde aan de Kouter. De vertoning was ingericht door het 'théâtre noble', waarbij alleen edellieden en officieren van het garnizoen optraden. Na de voorstelling werd een souper opgediend bij generaal graaf Joseph Murray de Melgum (stiefvader van 330 - de LIGNE
- Page 1 and 2: om een tegengewicht te vormen voor
- Page 3 and 4: Tijdens de Brabantse Omwenteling na
- Page 5 and 6: g/ 45a, 85, 110, 113, 114, 213, 246
- Page 7 and 8: studenten, toneelrecensies, reisver
- Page 9 and 10: Na de gerechtelijke hervorming van
- Page 11 and 12: Stuarts hadden in 1688 de Engelse k
- Page 13 and 14: f/ lid van Sint-Antoniusgilde (1759
- Page 15: (ii) Graaf Philippe Balthazar de Le
- Page 19 and 20: "avec tous ses officiers fort polis
- Page 21 and 22: est de chercher subtilement le sér
- Page 23 and 24: Admirez, devinez et reconnaissez de
- Page 25 and 26: (v) Flore (1775-1849) met baron Rab
- Page 27 and 28: In zijn (gedeeltelijke) genealogie
- Page 29 and 30: van LOO, Christophel (1751-1825) a/
- Page 31 and 32: g/ 13, 19, 35, 41, 50.13, 52, 83, 8
- Page 33 and 34: aristocratische) Staten van Vlaande
- Page 35 and 36: De familie Maelcamp was afkomstig u
- Page 37 and 38: e/ Gent, Bisschopstraat (= Gouverne
- Page 39 and 40: MAHY, Honoré Egide (? - ?) a/ Fél
- Page 41 and 42: - Baudouin Joseph Manilius (1745-17
- Page 43 and 44: MARCHAND, Paul Louis (1745-1834) a/
- Page 45 and 46: Men weet niet welke opleiding Jacqu
- Page 47 and 48: Hij is waarschijnlijk de Mechelynck
- Page 49 and 50: die een bewogen leven kende. Hij we
- Page 51 and 52: Wanneer Jean Charles Mechelynck de
- Page 53 and 54: Uit het echtpaar Mechelynck-Delehay
- Page 55 and 56: de MEULENAERE, Pierre Georges (1751
- Page 57 and 58: P[rovinciale] etc., entièrement co
- Page 59 and 60: ambt behouden tot 1793, zij het dat
- Page 61 and 62: militaire commandant van Gent en Oo
- Page 63 and 64: constitutiebrief van markies de Gag
- Page 65 and 66: Dioecesis Gandavensis) opdat hij de
e/ kasteel <strong>van</strong> Beloeil, 'Waepen <strong>van</strong> Engeland' te Gent<br />
f/ Sint-Antoniusgil<strong>de</strong> (1770), Sint-Sebastiaansgil<strong>de</strong> (vóór 1779)<br />
g/ 60, 85, 88, 182, 229, 234, 281, 299, 300, 303, 310, 331a, 367, 415, 430, 431, 432,<br />
433, 434, 486, 496, 513, 533, 643, 669, 967, 968, 1006<br />
De heren, daarna barons en graven, <strong>de</strong> Ligne uit Henegouwen wer<strong>de</strong>n in 1602<br />
verheven <strong>tot</strong> prinsen <strong>van</strong> het Heilige Roomse Rijk, en zijn nog steeds (on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
<strong>de</strong>rtien<strong>de</strong> prins Antoine <strong>de</strong> Ligne) <strong>de</strong> oudste prinselijke familie <strong>van</strong> het land, met<br />
zetel te Beloeil.<br />
De vermaar<strong>de</strong> prins Charles Joseph <strong>de</strong> Ligne (1735-1814), die zijn talrijke<br />
vrien<strong>de</strong>n 'Charlot' of 'prince Charlot' noem<strong>de</strong>n, werd leerling-vrijmetselaar in La<br />
Bienfaisante omstreeks 1769. Deze loge was in die tijd vooral uit legerofficieren<br />
samengesteld.<br />
Tussen 1769 en 1771 verbleef prins <strong>de</strong> Ligne geregeld te Gent als "Colonel<br />
Proprietaris <strong>van</strong> een regiment Voetvolk op zyn naem" (het regiment <strong>de</strong> Ligne), en<br />
commandant <strong>van</strong> een briga<strong>de</strong> <strong>van</strong> het Oostenrijks leger te Gent en te Brugge. In een<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> menigvuldige geschriften <strong>van</strong> <strong>de</strong> prins leest men: "En 1769, Gand, plaisirs,<br />
confréries, prési<strong>de</strong>nt d'un procès et <strong>de</strong> la Commission économique".<br />
Deze 'Commission économique militaire' werd te Gent opgericht om bepaal<strong>de</strong><br />
wantoestan<strong>de</strong>n in het beheer <strong>van</strong> <strong>de</strong> militaire uitrusting en leveranties op te<br />
hel<strong>de</strong>ren. Zij stond on<strong>de</strong>r het gezag <strong>van</strong> luitenant-generaal baron Johann von<br />
Bechardt (1718-1788).<br />
Tij<strong>de</strong>ns zijn verblijf te Gent schreef <strong>de</strong> prins in 1770 een boek over militaire<br />
strategie met <strong>de</strong> titel Mémoire raisonné sur plusieurs ordres <strong>de</strong> bataille.<br />
Prins <strong>de</strong> Ligne was verwant met <strong>de</strong> vooraanstaan<strong>de</strong> familie <strong>de</strong> Melun, 'burggraven<br />
<strong>van</strong> Gent en heren <strong>van</strong> Heus<strong>de</strong>n'. In 1584 huw<strong>de</strong> Marie <strong>de</strong> Melun, 'dame <strong>de</strong><br />
Heus<strong>de</strong>n, vicomtesse <strong>de</strong> Gand' met Lamoral <strong>de</strong> Ligne, toen nog 'comte <strong>de</strong> Ligne'.<br />
Deze Lamoral <strong>de</strong> Ligne werd in 1602 <strong>de</strong> eerste prins <strong>de</strong> Ligne. De verwantschap <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> families <strong>de</strong> Melun en <strong>de</strong> Ligne liet sporen na aan een ou<strong>de</strong> woning aan <strong>de</strong><br />
Lievestraat: bij <strong>de</strong> rondboogpoort rechts <strong>van</strong> <strong>de</strong> trapgevel (met datum 1601)<br />
bevin<strong>de</strong>n zich <strong>de</strong> wapenschil<strong>de</strong>n '<strong>de</strong> Melun' en '<strong>de</strong> Ligne'.<br />
Te Gent beschikte prins Charles Joseph <strong>de</strong> Ligne over enkele kamers in het hotel<br />
'Waepen <strong>van</strong> Engeland' aan <strong>de</strong> Kouter. Dit hotel, dat door <strong>de</strong> Gentenaars 'het<br />
Boerenhol' werd genoemd, was tevens <strong>van</strong>af omstreeks 1770 het lokaal <strong>van</strong> La<br />
Bienfaisante.<br />
Prins <strong>de</strong> Ligne kon feesten inrichten, die beroemd gebleven zijn. In <strong>de</strong>cember<br />
1769 liet hij bijv. in het <strong>Gentse</strong> stadhuis een prachtig eetmaal opdienen voor<br />
a<strong>de</strong>llijke vrien<strong>de</strong>n die Gent met <strong>de</strong> prinses <strong>de</strong> Ligne had<strong>de</strong>n vervoegd, in drie<br />
karossen die elk met vier paar<strong>de</strong>n waren bespannen. Na <strong>de</strong> feestdis trokken <strong>de</strong><br />
genodig<strong>de</strong>n naar een opvoering in <strong>de</strong> toneelzaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> Sint-Sebastiaansgil<strong>de</strong> aan<br />
<strong>de</strong> Kouter. De vertoning was ingericht door het 'théâtre noble', waarbij alleen<br />
e<strong>de</strong>llie<strong>de</strong>n en officieren <strong>van</strong> het garnizoen optra<strong>de</strong>n. Na <strong>de</strong> voorstelling werd een<br />
souper opgediend bij generaal graaf Joseph Murray <strong>de</strong> Melgum (stiefva<strong>de</strong>r <strong>van</strong><br />
330 - <strong>de</strong> LIGNE