Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief

Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief

liberaalarchief.be
from liberaalarchief.be More from this publisher
14.07.2013 Views

ROUSSEAU, Jean Baptiste (? - ?) a/ Parfaite Amitié (1786) b/ - c/ - d/ tabakshandelaar e/ Gent, Korenmarkt f/ - g/ 13, 35, 344, 370, 539, 541, 868, 929 De ledenlijst die in 1786 bij de regering werd ingediend, vermeldt zonder nadere preciseringen 'Rousseau, négotiant'. De identificatie gebeurde als volgt. In 1804 was ene Jean Baptiste Rousseau, die te Gent geboren werd in 1782, een van de wederoprichters van La Félicité Bienfaisante. In 1812 ging Jean Baptiste Rousseau over naar de pas opgerichte loge Le Septentrion. Hij werd er tijdens hetzelfde jaar Redenaar en in 1818 Voorzittend Meester. Deze Jean Baptiste Rousseau was een zoon van de Gentse tabakshandelaar Jean Baptiste Rousseau sr. en Maria Carolina Mabile. Het is bijzonder waarschijnlijk dat Jean Baptiste sr. in 1786 lid was van La Parfaite Amitié. Voor het overige weet men over hem heel weinig. Zoon Jean Baptiste Rousseau (1782-1850) oefende diverse beroepen uit. In hoofdbetrekking was hij ambtenaar (in de Franse 'Préfecture', de 'Intendance' in 1814-1815, het provinciaal bestuur onder het Hollands Bewind). Daarnaast was hij ook tabakshandelaar (zoals zijn vader) en houtgraveur. Hij huwde tweemaal: in 1805 met Anne Marie Le Père, die een dochter was van Joseph Benoit Le Père en Thérèse Neyt, en jong overleed, en in 1814 met Maria Joanna De Vigne, die een in 1788 geboren dochter was van de muziekleraar Jan Adriaen De Vigne (1760-1820) en Thérèse Louise De Clercq (1762-1847). Jan Adriaen De Vigne en zijn broer Ignatius waren de stamvaders van een rijkelijk begaafde Gentse kunstenaarsfamilie. Uit het huwelijk van Jan Adriaen De Vigne en Thérèse De Clercq volgden tien kinderen, waarvan Maria Joanna (echtgenote van J.B. Rousseau) de tweede geborene was. Vijf van de zes zonen waren zoals hun vader bedrijvig in de muziek: - Antonius Franciscus (1787-1836) was 'professor in musiken' en werd in 1812 lid van Le Septentrion; - Franciscus Joannes (1793-1865) was violoncellist en muziekleraar, en werd eveneens lid van Le Septentrion; - Joannes Franciscus (1801-na 1857) was fluitist en muziekleraar; - Joannes Desiderius (1803-1858) werd violist en muziekmeester; - Petrus (1808-1873) werd violist en cellist. - Alleen Ignatius Joannes (1797-ca. 1830) koos niet voor de muziek: hij werd 'negotiants-commis', later kantoorschrijver. Hij huwde Isabella Theresia van Loo ROUSSEAU - 469

en zij werden (via hun dochter Sophia Desideria De Vigne) de overgrootouders aan moederszijde van de kunstschilder Albert Servaes. Jan Adriaens broer, de decoratieschilder Ignatius De Vigne (1767-1840) en zijn echtgenote Marie Albertine van Troostenberghe waren de ouders van: - de kunstschilders Felix (1806-1862) en Edouard (1808-1866) De Vigne; - de beeldhouwer Pieter De Vigne (1812-1877); - de pianist, violist en guitarist Alexander De Vigne (1814-1869). Pieter bleef beter gekend als De Vigne-Quyo, wegens zijn huwelijk met Malvina Quyo, wiens naam hij aan de zijne toevoegde. Hun dochter Emma De Vigne huwde haar neef Julius Octaaf De Vigne (1844-1908), een zoon van Félix. Julius De Vigne werd advocaat en letterkundige. Van 1876 tot 1907 was hij liberaal gemeenteraadslid te Gent en schepen van financiën (van 1888 tot 1907). Hij was tevens liberaal volksvertegenwoordiger (van 1878 tot 1886 en van 1900 tot zijn overlijden). Julius De Vigne was bestuurslid van het Willemsfonds, voorzitter van de Vlaamsche Liberale Vereniging, secretaris van Het Vlaamsche Volk, voorzitter van de Vlaamse conferentie aan de balie te Gent, en stafhouder van die balie. Hij hoorde in 1893 bij de oprichters van de Maatschappij voor geschied- en oudheidkunde van Gent. Jean Baptiste Rousseau jr. was een neef van twee andere Gentse vrijmetselaars, die eveneens tabakshandelaren waren: (i) Joseph Constantin van der Schueren (geboren in 1782), die vrijmetselaar werd in een loge te Liverpool en zich in 1804 bij La Félicité Bienfaisante liet affiliëren; (ii) Louis Charles van der Schueren (1789-1813) die in 1811 lid werd van Les Vrais Amis. De gebroeders van der Schueren waren zonen van de tabakshandelaar Egide Norbert van der Schueren en Jossine Christiaens. In 1789 bezat Egide van der Schueren een watermolen aan de Visserij (zoals onder meer ook Louis 't Kint*) voor zijn 'fabrique van tabacq'. Jean Baptiste Rousseau (jr.) bekleedde het ambt van Redenaar tijdens de plechtige installatie van de nieuwe loge Le Septentrion op 4 oktober 1812. Bij de oprichting van de loge in 1811 was als Redenaar verkozen Lievin Jean van de Weghe (1786- 1812), ambtenaar in de 'Préfecture'. Deze overleed evenwel plots in de lente van 1812. In de Gentse universiteitsbibliotheek wordt een exemplaar bewaard van de Pompe funèbre du T C F van de Weghe, die zijn loge inrichtte op 20 mei 1812. Jean Baptiste Rousseau, die toen Adjunct-Redenaar was, sprak een gevoelige maçonnieke lijkrede uit. Hij werd verkozen om van de Weghe als Redenaar op te volgen. Ook tijdens de installatieplechtigheid van oktober 1812 hield Jean Baptiste een opgemerkte toespraak. Zij werd afgedrukt in het Précis de l'Installation de la R L du Septentrion à l'O de Gand dat eveneens in de Gentse universiteitsbibliotheek wordt bewaard. Tijdens de bedoelde plechtigheid werd een 'cantique' gezongen, op muziek van Antonius Franciscus De Vigne, de toekomstige zwager van Jean Baptiste Rousseau. 470 - ROUSSEAU

ROUSSEAU, Jean Baptiste (? - ?)<br />

a/ Parfaite Amitié (<strong>1786</strong>)<br />

b/ -<br />

c/ -<br />

d/ tabakshan<strong>de</strong>laar<br />

e/ Gent, Korenmarkt<br />

f/ -<br />

g/ 13, 35, 344, 370, 539, 541, 868, 929<br />

De le<strong>de</strong>nlijst die in <strong>1786</strong> bij <strong>de</strong> regering werd ingediend, vermeldt zon<strong>de</strong>r na<strong>de</strong>re<br />

preciseringen 'Rousseau, négotiant'. De i<strong>de</strong>ntificatie gebeur<strong>de</strong> als volgt.<br />

In 1804 was ene Jean Baptiste Rousseau, die te Gent geboren werd in 1782, een<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> we<strong>de</strong>roprichters <strong>van</strong> La Félicité Bienfaisante. In 1812 ging Jean Baptiste<br />

Rousseau over naar <strong>de</strong> pas opgerichte loge Le Septentrion. Hij werd er tij<strong>de</strong>ns<br />

hetzelf<strong>de</strong> jaar Re<strong>de</strong>naar en in 1818 Voorzittend Meester.<br />

Deze Jean Baptiste Rousseau was een zoon <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Gentse</strong> tabakshan<strong>de</strong>laar Jean<br />

Baptiste Rousseau sr. en Maria Carolina Mabile. Het is bijzon<strong>de</strong>r waarschijnlijk dat<br />

Jean Baptiste sr. in <strong>1786</strong> lid was <strong>van</strong> La Parfaite Amitié. Voor het overige weet men<br />

over hem heel weinig.<br />

Zoon Jean Baptiste Rousseau (1782-1850) oefen<strong>de</strong> diverse beroepen uit. In<br />

hoofdbetrekking was hij ambtenaar (in <strong>de</strong> Franse 'Préfecture', <strong>de</strong> 'Intendance' in<br />

1814-1815, het provinciaal bestuur on<strong>de</strong>r het Hollands Bewind). Daarnaast was hij<br />

ook tabakshan<strong>de</strong>laar (zoals zijn va<strong>de</strong>r) en houtgraveur. Hij huw<strong>de</strong> tweemaal: in<br />

1805 met Anne Marie Le Père, die een dochter was <strong>van</strong> Joseph Benoit Le Père en<br />

Thérèse Neyt, en jong overleed, en in 1814 met Maria Joanna De Vigne, die een in<br />

1788 geboren dochter was <strong>van</strong> <strong>de</strong> muziekleraar Jan Adriaen De Vigne (1760-1820)<br />

en Thérèse Louise De Clercq (1762-1847).<br />

Jan Adriaen De Vigne en zijn broer Ignatius waren <strong>de</strong> stamva<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> een<br />

rijkelijk begaaf<strong>de</strong> <strong>Gentse</strong> kunstenaarsfamilie.<br />

Uit het huwelijk <strong>van</strong> Jan Adriaen De Vigne en Thérèse De Clercq volg<strong>de</strong>n tien<br />

kin<strong>de</strong>ren, waar<strong>van</strong> Maria Joanna (echtgenote <strong>van</strong> J.B. Rousseau) <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> geborene<br />

was. Vijf <strong>van</strong> <strong>de</strong> zes zonen waren zoals hun va<strong>de</strong>r bedrijvig in <strong>de</strong> muziek:<br />

- Antonius Franciscus (1787-1836) was 'professor in musiken' en werd in 1812 lid<br />

<strong>van</strong> Le Septentrion;<br />

- Franciscus Joannes (1793-1865) was violoncellist en muziekleraar, en werd<br />

eveneens lid <strong>van</strong> Le Septentrion;<br />

- Joannes Franciscus (1801-na 1857) was fluitist en muziekleraar;<br />

- Joannes Desi<strong>de</strong>rius (1803-1858) werd violist en muziekmeester;<br />

- Petrus (1808-1873) werd violist en cellist.<br />

- Alleen Ignatius Joannes (1797-ca. 1830) koos niet voor <strong>de</strong> muziek: hij werd<br />

'negotiants-commis', later kantoorschrijver. Hij huw<strong>de</strong> Isabella Theresia <strong>van</strong> Loo<br />

ROUSSEAU - 469

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!