Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief
Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief
Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>de</strong> ROUCK, Anthone Jean (1739-1818)<br />
a/ Constante Union (1770)<br />
b/ -<br />
c/ -<br />
d/ procureur bij <strong>de</strong> schepenbank <strong>van</strong> <strong>de</strong> Keure<br />
e/ Gent, 'Para<strong>de</strong>plaetse' (= Botermarkt), later Hoogpoort<br />
f/ Sint-Jorisgil<strong>de</strong> (1759), Sint-Michielsgil<strong>de</strong> (1763), Sint-Sebastiaansgil<strong>de</strong> (vóór<br />
1779); contribuant Aca<strong>de</strong>mie (1792)<br />
g/ 13, 24, 35, 41, 50.5, 50.20, 85, 148, 178, 181, 292, 533, 556, 628, 632, 650, 690,<br />
816, 919, 991, 992, 1006<br />
Anthone <strong>de</strong> Rouck werd geboren te Gent in 1739 als zoon <strong>van</strong> Jean Laurent <strong>de</strong><br />
Rouck en Livine Impijns. Va<strong>de</strong>r was procureur en verwant met enkele vooraanstaan<strong>de</strong><br />
burgerlijke families te Gent, on<strong>de</strong>r meer die <strong>van</strong> Jacques Antoine Patheet<br />
(1688-1758), abt <strong>van</strong> <strong>de</strong> abdij <strong>van</strong> Bau<strong>de</strong>loo, en <strong>van</strong> advocaat Abraham Cocquyt die<br />
in 1729 een <strong>van</strong> <strong>de</strong> drijven<strong>de</strong> krachten was achter <strong>de</strong> oprichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste Kamer<br />
<strong>van</strong> Koophan<strong>de</strong>l te Gent. Anthone werd procureur bij diverse rechtsmachten te<br />
Gent: <strong>de</strong> schepenbank <strong>van</strong> <strong>de</strong> Keure, het feodaal hof <strong>van</strong> <strong>de</strong> heerlijkheid <strong>van</strong> Sint-<br />
Pieters en <strong>de</strong> 'luitenant-civiel <strong>van</strong> d'Indaginge'. Laatstgenoem<strong>de</strong> was een vorstelijk<br />
ambtenaar die als rechter optrad in geschillen over contracten tussen <strong>Gentse</strong><br />
poorters en inwoners <strong>van</strong> plattelandsgemeenten. Zijn rechtsgebied strekte zich uit<br />
over alle gemeenten binnen een straal <strong>van</strong> 6 Vlaamse mijl (= 35 km.) rond Gent.<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> ambtsvervulling <strong>van</strong> Anthone <strong>de</strong> Rouck was Petrus Joseph <strong>van</strong><br />
Hoorebeke (1735-1801) <strong>de</strong> 'luitenant-civiel <strong>van</strong> d'Indaginge'.<br />
Waarschijnlijk door zijn anciënniteit prijkte Anthone <strong>de</strong> Rouck in bijv. <strong>de</strong><br />
'Wegwyzer' <strong>van</strong> 1788 als eerste op <strong>de</strong> lijst <strong>van</strong> <strong>de</strong> procureurs bij <strong>de</strong> schepenen <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> Keure.<br />
Procureurs had<strong>de</strong>n gewoonlijk geen rechten gestu<strong>de</strong>erd aan een universiteit (zie<br />
ook on<strong>de</strong>r het lemma d'Hoop). Zij waren specialisten in <strong>de</strong> vaak heel complexe procedures<br />
die voor allerlei rechtsmachten wer<strong>de</strong>n gevoerd. Men kan die procureurs<br />
vergelijken met <strong>de</strong> pleitbezorgers ('avoués') waar<strong>van</strong> het ambt een kwarteeuw<br />
gele<strong>de</strong>n werd afgeschaft.<br />
Anthone <strong>de</strong> Rouck was ook ont<strong>van</strong>ger en boekhou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> 'pastorye <strong>van</strong> Sint-<br />
Baefs' alsme<strong>de</strong> ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> <strong>de</strong> dienst <strong>van</strong> het 'kleine zegel' ('petit Seel <strong>de</strong> la ville').<br />
Het inkomen <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze dienst bestond uit het zegelrecht op procedurestukken en<br />
authentieke akten en uit een vast bedrag dat <strong>de</strong> Staten <strong>van</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren elk jaar<br />
moesten betalen wegens een lening die <strong>de</strong> stad aan <strong>de</strong> Staten had verstrekt.<br />
Anthone <strong>de</strong> Rouck werd in 1759 lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Sint-Jorisgil<strong>de</strong>. Wanneer hij precies<br />
'koning' <strong>van</strong> <strong>de</strong> gil<strong>de</strong> werd is niet dui<strong>de</strong>lijk. Se<strong>de</strong>rt 1752 was in<strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong> landvoogd<br />
Karel <strong>van</strong> Lorreinen titelvoerend 'koning' <strong>van</strong> <strong>de</strong> gil<strong>de</strong>.<br />
Karel <strong>van</strong> Lorreinen (1712-1780), schoonbroer <strong>van</strong> keizerin Maria Theresia<br />
(1717-1780), was waarschijnlijk lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> loge Bussy-Aumont te Parijs. Hij werd<br />
in 1761 Grootmeester <strong>van</strong> <strong>de</strong> Teutoonse Or<strong>de</strong>.<br />
464 - <strong>de</strong> ROUCK