Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief
Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief
Een van de zeven zonen, François Albert (1686-1751), huwde Josèphe Isabelle Jacobs, vrouwe van Moeseke en Castilla. Uit dit echtpaar volgden onder meer: - Chrétien Marie van Pottelsberghe, die huwde met zijn nicht Marie Alexandrine van Pottelsberghe de la Potterie (zie hierna). - Albert François van Pottelsberghe, heer van Overdam - de derde 'Albert François van Pottelsberghe' met wie wij kennis maken. Deze woonde omstreeks het einde van de 18de eeuw in de ouderlijke woning, op de hoek van de Biezekapelstraat en de Nederpolder. Judocus Joannes Steyaert meldt dat deze Albert François van Pottelsberghe in 1799 de gevel van de 'Biezekapel' in arduin liet zetten, "zooals men het nu ziet". Op dat tijdstip waren er dus twee 'Albert François van Pottelsberghe' in leven: de ene, heer van Overdam, woonde te Gent als niet getiteld edelman; de andere was baron van Boulanchy en woonde te Menen. - Catherine van Pottelsberghe huwde Charles Joseph de l'Espée, heer van Stuyvenberghe. Deze was waarschijnlijk een broer van Jacques Louis de l'Espée (1733-1774) die lid was van La Parfaite Egalité te Brugge. Charles Joseph de l'Espée bezat aan het uiteinde van de Coupure bij de Brugse poort een 'speelgoed en hof', met een 'gloriette', dat later de herberg Frascati werd - de bakermat in 1809 van de eerste grote bloemententoonstellingen te Gent. (ii) Arthus Joseph Hyacinthe van Pottelsberghe, heer van Herleghem (1657-1735), een andere broer van baron Albert François' grootvader, werd gouverneur van het Groot Begijnhof en schepen van Gedeele. Hij ligt aan de basis van de familie van Pottelsberghe de la Potterie, waarvan enkele leden vrijmetselaars werden in het begin van de 19de eeuw. Arthus Joseph huwde in 1694 Amélie Anne Lanchals, 'vrouwe van de Potterie', dochter van François Philippe Lanchals, baron van Exaerde, en van de uit Firenze herkomstige Victoria Allemani . 1 Hun zoon Albert Joseph van Pottelsberghe de la Potterie (1697-1741) huwde Marie Robertine van der Meersch de Berchem, met wie hij drie kinderen had: - Marie Françoise van Pottelsberghe de la Potterie huwde Alphonse Louis Borluut, raadsheer in de Raad van Vlaanderen en hoogpointer van de kasselrij Kortrijk. Hun zoon Emmanuel Joseph Borluut (1768-1840) was van 1832 tot 1840 katholiek senator. - Marie Alexandrine van Pottelsberghe de la Potterie, vrouwe van Berchem, huwde haar neef Chrétien Marie van Pottelsberghe (zie hierboven). - Jean Baptiste Désiré van Pottelsberghe de la Potterie (1740-1799) zetelde in 1780-1781 in de stedelijke Collatie als afgevaardigde voor de Sint-Michielsparochie. In 1783 was hij vruchteloos kandidaat voor de ambten van schepen van Gedeele en van leenman van de kasselrij van de Oudburg. Hij huwde Marie 1 Een zus van mevr. Arthus van Pottelsberghe, Anne Isabelle Lanchals (overleden in 1735) huwde Jean François de Kerchove, heer van Eksaarde (1672-1733). Uit dit huwelijk volgden de families de Kerchove d'Exaerde, de Kerchove de Denterghem, enz. (zie het lemma della Faille). van POTTELSBERGHE - 449
Thérèse Balde de Cattenaye (1752-1801). Zij was een dochter van Georges Joseph Balde, heer van Cattenaye, en Marie Isabelle della Faille, een groottante van graaf Joseph Sébastien della Faille*. Een aantal kinderen van Jean Baptiste Désiré van Pottelsberghe de la Potterie en Marie Thérèse Balde de Cattenaye weerhouden de aandacht: + Uit het huwelijk van Marie Fréderic van Pottelsberghe de la Potterie (1772-1842) en Thérèse Pélagie de Lichtervelde volgde Edouard Adolphe van Pottelsberghe de la Potterie (1797-1870). Deze ongehuwd gebleven advocaat was als orangist (later als liberaal) lid van de gemeenteraad van 1837 tot 1857. Van 1840 tot 1857 was hij schepen. In 1837 werd hij lid van Le Septentrion, waarvan hij 1ste Opziener werd in 1854, onder het voorzitterschap van Hippolyte Metdepenninghen. + Chrétien Emmanuel van Pottelsberghe de la Potterie (1780-1858) huwde de 'beeldschone' Julie Marie d'Hane de Steenhuyse (1784-1833), dochter van graaf Jean Baptiste d'Hane de Steenhuyse*. Chrétien Emmanuel was rentenier, lid van het Ridderschap, van de gemeenteraad van Gent (1809-1822) en van de Provinciale Staten (1816-1830). Na de Belgische onafhankelijkheid zetelde hij van 1836 tot 1846 als orangist, later liberaal, in de provincieraad van Oost- Vlaanderen, voor het kanton Wetteren. Hij bezat een tweede verblijfplaats in deze stad (het thans gesloopte 'Potteriekasteel'), waar hij rozen en bomen kweekte en van 1836 tot 1858 schepen was. Hij werd tijdens het Frans Bewind lid van La Félicité Bienfaisante (1808) en vervulde de functies van Aalmoezenier, Ceremoniemeester en Redenaar. Hij was tevens bekleed met de graad van 'Rose- Croix'. Zijn echtgenote ontlokte in 1818 een vurige en tedere passie bij de ouder wordende prins Charles Alexandre de Gavre (1759-1832), 'particulier representant' van Grootmeester prins Frederik. + Joseph Hyacinthe van Pottelsberghe de la Potterie (1787-1857), rentenier, werd lid van La Félicité Bienfaisante (1808) en was bekleed met de graad van 'Rose- Croix' (1812). + Jean Philippe van Pottelsberghe de la Potterie, eveneens een rentenier, werd eerst lid van Les Vrais Amis (1809), daarna van La Félicité Bienfaisante (1818). Ook hij bezat de graad van 'Rose-Croix' (1822). + Marie Thérèse van Pottelsberghe de la Potterie (1770-1822) huwde Charles Jean van der Bruggen (1774-1843). Hun dochter Albine Henriette van der Bruggen werd de echtgenote van baron Jules Ludger de Saint-Genois des Mottes (1813-1867) advocaat te Gent en liberaalkatholiek gemeenteraadslid. Van 1855 tot 1857 was hij schepen van onderwijs. Hij bleef vooral bekend als bibliothecaris van de universiteit (na het overlijden van Auguste Voisin, opvolger van Pierre Constant Lammens), provinciaal archivaris, historicus en redacteur van het tijdschrift Messager des Sciences Historiques van 1836 tot zijn overlijden, bezieler van de indrukwekkende reeks Biographie Nationale, en eerste voorzitter van het Willemsfonds. Zijn broer, de vrijgezel baron Léon de Saint-Genois (1816-1872), was van 1843 tot zijn overlijden voorzitter van de 450 - van POTTELSBERGHE
- Page 85 and 86: Monclergeon was waarschijnlijk een
- Page 87 and 88: Hij was waarschijnlijk verwant (de
- Page 89 and 90: stad betaalde de kosten van de doop
- Page 91 and 92: eaux-arts sont cultivés avec trop
- Page 93 and 94: een bepaald tijdstip ook militair c
- Page 95 and 96: meester van Brussel. Charles Joseph
- Page 97 and 98: Hij was alleszins de grootste koper
- Page 99 and 100: Goesin II (1722-1787) en Anna Maria
- Page 101 and 102: tot 1869 liberaal gemeenteraadslid
- Page 103 and 104: van de Intendantie te Brugge, maar
- Page 105 and 106: door een schilderij op koper door z
- Page 107 and 108: Gentenaar Constant van Hoobrouck d'
- Page 109 and 110: In 1765 was François van Outroy pa
- Page 111 and 112: PAREZ, Charles Joseph (1723- ?) a/
- Page 113 and 114: Het neringhuis aan de Kraanlei (bij
- Page 115 and 116: Jacob Ferdinand huwde Isabelle Cath
- Page 117 and 118: Door een misverstand wordt Desidera
- Page 119 and 120: eeuw werd gebouwd op de grondvesten
- Page 121 and 122: Van het heuglijk experiment van Bla
- Page 123 and 124: Spaanse dienst. Hun kleindochter Ro
- Page 125 and 126: oer van de katoennijveraar Lieven B
- Page 127 and 128: (i) Gustave Rolin-Jaequemyns (1835-
- Page 129 and 130: De in 1753 in gebruik gestelde Coup
- Page 131 and 132: Van Nicolas François Louchier de J
- Page 133 and 134: het 'brein' achter deze 'surprise v
- Page 135: - Emilie Marie van Hoobrouck (1817-
- Page 139 and 140: de POTTER, Pierre (1723-1783) a/ Di
- Page 141 and 142: aangekocht. Jean François de Potte
- Page 143 and 144: de auteur van La Lire Maçonne, een
- Page 145 and 146: Raemdonck (1722-1786), benedictijne
- Page 147 and 148: Agnès Françoise Goethals, die een
- Page 149 and 150: Zij waren de ouders van François T
- Page 151 and 152: de ROUCK, Anthone Jean (1739-1818)
- Page 153 and 154: Christina van Oostenrijk (1742-1798
- Page 155 and 156: Als zijn adres wordt herhaaldelijk
- Page 157 and 158: en zij werden (via hun dochter Soph
- Page 159 and 160: De identificatie van dit lid is nie
- Page 161 and 162: was, onder het voorzitterschap van
- Page 163 and 164: Staten. Hij was lid van La Félicit
- Page 165 and 166: houden woord' - afgekort als 'O.T.B
- Page 167 and 168: in samenwerking met zijn broer Ferd
- Page 169 and 170: hij in 1786 een eerste prijs behaal
- Page 171 and 172: volgend relaas in de Gazette van Ge
- Page 173 and 174: (ii) Eugène Joseph de Naeyer (1786
- Page 175 and 176: Kerchove de Denterghem sedert 1842
- Page 177 and 178: 1869) die in 1816-1817 overigens bi
Een <strong>van</strong> <strong>de</strong> zeven zonen, François Albert (1686-1751), huw<strong>de</strong> Josèphe Isabelle<br />
Jacobs, vrouwe <strong>van</strong> Moeseke en Castilla. Uit dit echtpaar volg<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r meer:<br />
- Chrétien Marie <strong>van</strong> Pottelsberghe, die huw<strong>de</strong> met zijn nicht Marie Alexandrine<br />
<strong>van</strong> Pottelsberghe <strong>de</strong> la Potterie (zie hierna).<br />
- Albert François <strong>van</strong> Pottelsberghe, heer <strong>van</strong> Overdam - <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> 'Albert François<br />
<strong>van</strong> Pottelsberghe' met wie wij kennis maken. Deze woon<strong>de</strong> omstreeks het ein<strong>de</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw in <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rlijke woning, op <strong>de</strong> hoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> Biezekapelstraat en<br />
<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rpol<strong>de</strong>r. Judocus Joannes Steyaert meldt dat <strong>de</strong>ze Albert François <strong>van</strong><br />
Pottelsberghe in 1799 <strong>de</strong> gevel <strong>van</strong> <strong>de</strong> 'Biezekapel' in arduin liet zetten, "zooals<br />
men het nu ziet". Op dat tijdstip waren er dus twee 'Albert François <strong>van</strong> Pottelsberghe'<br />
in leven: <strong>de</strong> ene, heer <strong>van</strong> Overdam, woon<strong>de</strong> te Gent als niet getiteld<br />
e<strong>de</strong>lman; <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re was baron <strong>van</strong> Boulanchy en woon<strong>de</strong> te Menen.<br />
- Catherine <strong>van</strong> Pottelsberghe huw<strong>de</strong> Charles Joseph <strong>de</strong> l'Espée, heer <strong>van</strong><br />
Stuyvenberghe. Deze was waarschijnlijk een broer <strong>van</strong> Jacques Louis <strong>de</strong> l'Espée<br />
(1733-1774) die lid was <strong>van</strong> La Parfaite Egalité te Brugge. Charles Joseph <strong>de</strong><br />
l'Espée bezat aan het uitein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> Coupure bij <strong>de</strong> Brugse poort een 'speelgoed<br />
en hof', met een 'gloriette', dat later <strong>de</strong> herberg Frascati werd - <strong>de</strong> bakermat in<br />
1809 <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste grote bloemententoonstellingen te Gent.<br />
(ii) Arthus Joseph Hyacinthe <strong>van</strong> Pottelsberghe, heer <strong>van</strong> Herleghem (1657-1735),<br />
een an<strong>de</strong>re broer <strong>van</strong> baron Albert François' grootva<strong>de</strong>r, werd gouverneur <strong>van</strong> het<br />
Groot Begijnhof en schepen <strong>van</strong> Ge<strong>de</strong>ele. Hij ligt aan <strong>de</strong> basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> familie <strong>van</strong><br />
Pottelsberghe <strong>de</strong> la Potterie, waar<strong>van</strong> enkele le<strong>de</strong>n vrijmetselaars wer<strong>de</strong>n in het<br />
begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> 19<strong>de</strong> eeuw.<br />
Arthus Joseph huw<strong>de</strong> in 1694 Amélie Anne Lanchals, 'vrouwe <strong>van</strong> <strong>de</strong> Potterie',<br />
dochter <strong>van</strong> François Philippe Lanchals, baron <strong>van</strong> Exaer<strong>de</strong>, en <strong>van</strong> <strong>de</strong> uit Firenze<br />
herkomstige Victoria Allemani . 1<br />
Hun zoon Albert Joseph <strong>van</strong> Pottelsberghe <strong>de</strong> la Potterie (1697-1741) huw<strong>de</strong><br />
Marie Robertine <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Meersch <strong>de</strong> Berchem, met wie hij drie kin<strong>de</strong>ren had:<br />
- Marie Françoise <strong>van</strong> Pottelsberghe <strong>de</strong> la Potterie huw<strong>de</strong> Alphonse Louis Borluut,<br />
raadsheer in <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren en hoogpointer <strong>van</strong> <strong>de</strong> kasselrij Kortrijk.<br />
Hun zoon Emmanuel Joseph Borluut (1768-1840) was <strong>van</strong> 1832 <strong>tot</strong> 1840<br />
katholiek senator.<br />
- Marie Alexandrine <strong>van</strong> Pottelsberghe <strong>de</strong> la Potterie, vrouwe <strong>van</strong> Berchem, huw<strong>de</strong><br />
haar neef Chrétien Marie <strong>van</strong> Pottelsberghe (zie hierboven).<br />
- Jean Baptiste Désiré <strong>van</strong> Pottelsberghe <strong>de</strong> la Potterie (1740-1799) zetel<strong>de</strong> in<br />
1780-1781 in <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke Collatie als afgevaardig<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> Sint-Michielsparochie.<br />
In 1783 was hij vruchteloos kandidaat voor <strong>de</strong> ambten <strong>van</strong> schepen <strong>van</strong><br />
Ge<strong>de</strong>ele en <strong>van</strong> leenman <strong>van</strong> <strong>de</strong> kasselrij <strong>van</strong> <strong>de</strong> Oudburg. Hij huw<strong>de</strong> Marie<br />
1<br />
Een zus <strong>van</strong> mevr. Arthus <strong>van</strong> Pottelsberghe, Anne Isabelle Lanchals (overle<strong>de</strong>n in<br />
1735) huw<strong>de</strong> Jean François <strong>de</strong> Kerchove, heer <strong>van</strong> Eksaar<strong>de</strong> (1672-1733). Uit dit<br />
huwelijk volg<strong>de</strong>n <strong>de</strong> families <strong>de</strong> Kerchove d'Exaer<strong>de</strong>, <strong>de</strong> Kerchove <strong>de</strong> Denterghem,<br />
enz. (zie het lemma <strong>de</strong>lla Faille).<br />
<strong>van</strong> POTTELSBERGHE - 449