Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief
Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief
Te Menen huwde Albert François van Pottelsberghe, 64-jarige leeftijd, de aanzienlijk jongere Marie Thérèse Nuttens . 1 Op het tijdstip (1794) van het huwelijk van Albert François van Pottelsberghe woedden te Menen hevige gevechten met bombardementen en brandstichting. De tweede Franse inval nam inderdaad een aanvang te Menen onder leiding van de beruchte generaal Dominique Vandamme (zie onder het lemma 't Kint). Uit het huwelijk van baron Albert François van Pottelsberghe en Marie Thérèse Nuttens volgde één kind, Sophie Julie Reine van Pottelsberghe, die geboren werd te Menen in 1798. Sophie Julie van Pottelsberghe huwde François Hubert van Hoobrouck, heer van Ten Hulle, een zoon van de legerofficier Hubert François van Hoobrouck en Marie Camille de Kerchove (d'Exaerde). François Hubert was een neef van onder meer veldmaarschalk Constant Ghislain van Hoobrouck d'Asper (1751-1809)* en de politicus Eugène François van Hoobrouck de Mooreghem (1756-1843), die aan de orde komt onder het lemma de Coninck. François Huberts broer Albert van Hoobrouck de Ten Hulle (1800-1871), die negotiant en bankier was, was eerst katholiek, later 'unionistisch' volksvertegenwoordiger van 1832 tot 1843. Een andere broer, Charles Marie van Hoobrouck, huwde Thérèse Papeleu. Deze was een dochter van Benoît Jean Papeleu, heer van Poelvoorde (1764-1837), en Charlotte Thérèse Goethals (1773-1849), die een nicht was van schepen Adriaen Jacques Goethals*. Thérèse Papeleu's broer Désiré Marie Papeleu huwde Eugènie Marie Serdobbel, een nicht van Louis de Vliegher* Uit het huwelijk van François Hubert van Hoobrouck en Sophie Julie van Pottelsberghe volgden onder meer: - Charles Hubert van Hoobrouck (1827-1878) die huwde met Eléonore Césarine Bauwens (1845-1916), een dochter van Désiré Charles Bauwens en Jeanne Marie de Lichtervelde. Désiré Bauwens was een zoon van Jean Bauwens (1774-1854), broer van Lieven Bauwens (zie onder het lemma de Plotho). 1 Een zus van Marie Thérèse, Jeanne Robertine Nuttens huwde (eveneens te Menen) de schepen en koopman Bernard van Rullen, een telg uit een familie van vlastwijnders die sedert ongeveer tweehonderd jaar hun productie naar Frankrijk exporteerden. Zij werden de ouders van Edouard Aimé van Rullen (1786-1861). Hij vestigde zich als handelaar te Gent en huwde Isabelle Françoise de Meulemeester (1787-1862), zodat hij de zwager werd van de suikerraffinadeur en bankier Jean François de Meulemeester (1774-1838), die gehuwd was met Thérèse Colette van Aken (zie onder het lemma de Nottet d'Anglier). In 1830 werd Edouard van Rullen plaatsvervangend lid van het Nationaal Congres. Tijdens de eerste jaren van de Belgische onafhankelijkheid was hij herhaaldelijk kandidaat van de Patriotten voor de gemeenteraad te Gent, maar hij werd niet verkozen. Zijn dochter Eugénie van Rullen huwde de negotiant en bankier Constant Verhaeghe de Naeyer, die een zoon was van François Séverin Verhaeghe en Isabelle de Naeyer (zie onder het lemma de Smet, Franciscus Livinus). Op 29 november 1763 was reeds een in 1726 te Menen geboren bakker Michael Joannes Nuttens te Gent in het Poortersboek ingeschreven. van POTTELSBERGHE - 447
- Emilie Marie van Hoobrouck (1817-1891) huwde Henri Joseph Kervyn de Merendree (1809-1894), die van 1835 tot 1847 katholiek volksvertegenwoordiger was. Van 1847 tot 1879 was hij provinciaal inspecteur van het lager onderwijs in Oost-Vlaanderen. Uit het boek van Michel Steels over de geschiedenis van het stedelijk onderwijs te Gent blijkt dat hij veel belangstelling betoonde voor dit onderwijsnet. In 1846 publiceerde hij de tweede uitgave van een boek, Quelques vues pratiques pour améliorer le sort de la population rurale des Flandres. Hij kende overigens de boerenstand goed: in 1833 had hij Judocus Joseph Delehaye opgevolgd als burgemeester van Merendree. Henri Kervyn was een neef van Françoise Catherine Kervyn, de echtgenote van Charles Joseph de Graeve*. - Julie van Hoobrouck huwde Auguste Kervyn de Volkaersbeke. Hij was een zoon van Jean Charles Kervyn de Volkaersbeke, wiens vader Charles Jacques een halfbroer was van de zopas vermelde Françoise Catherine de Graeve-Kervyn. Jean Charles Kervyn werd in 1809 lid van Les Vrais Amis. Het lijkt niet dat Albert François van Pottelsberghe nog in enige loge te Gent of elders actief is geweest na zijn jeugdervaringen met Louchier en James Cunningham. Baron Albert François van Pottelsberghe overleed in 1804 te Menen. Pas in 1821 werd te Menen een eerste loge opgericht onder de benaming La Constance. De initiatiefnemers waren twee leden van de Kortrijkse loge L'Amitié: Jacques Bovyn, politiecommissaris te Menen, en de Fransman Louis Nicolas Héliard, belastingcontroleur te Menen, die de eerste Voorzittend Meester van de loge werd. De Gentse van Pottelberghes stammen af van Goswin van Pottelsberghe, die omstreeks 1260 te Kemzeke (Land van Waas) werd geboren, en zijn echtgenote Avesoete van Moerkerken. Goswin van Pottelsberghe was 'woudmeester' en heer van Puyvelde. Twee andere takken van het geslacht dat voortkwam uit het echtpaar van Antonius van Pottelsberghe en Maria Veranneman (de overgrootouders van baron Albert François van Pottelsberghe) weerhouden de aandacht. (i) Albert François (senior) van Pottelsberghe, heer van Overdam (en jongere broer van de grootvader van baron Albert François), huwde in 1685 Marie Madeleine Schoorman. Zij was een dochter van François Augustin Schoorman, heer van Rymersch en Appelsvoorde, en van zijn nicht Eleonora Schoorman. Deze Albert François (senior) was majoor van de Burgerwacht te Gent, schepen van Gedeele en Gedeputeerde van de Staten van Vlaanderen. Met zijn echtgenote mocht hij in 1695 de geboorte van een zevende zoon vieren. De zoon kreeg de voornaam 'Charles', zoals de koning van Spanje, die op de doopplechtigheid werd vertegenwoordigd door de hoogbaljuw van Gent. Het wicht werd gedoopt door bisschop Mgr. Philip Erard van der Noot. De peter van de boreling was de reeds vermelde schepen van de Keure Antoine van Pottelsberghe, heer van Boulanchy, die een neef was van de kroostrijke ouders, en de grootvader van baron Albert François (junior). 448 - van POTTELSBERGHE
- Page 83 and 84: licentiaat in de rechten, die tot 1
- Page 85 and 86: Monclergeon was waarschijnlijk een
- Page 87 and 88: Hij was waarschijnlijk verwant (de
- Page 89 and 90: stad betaalde de kosten van de doop
- Page 91 and 92: eaux-arts sont cultivés avec trop
- Page 93 and 94: een bepaald tijdstip ook militair c
- Page 95 and 96: meester van Brussel. Charles Joseph
- Page 97 and 98: Hij was alleszins de grootste koper
- Page 99 and 100: Goesin II (1722-1787) en Anna Maria
- Page 101 and 102: tot 1869 liberaal gemeenteraadslid
- Page 103 and 104: van de Intendantie te Brugge, maar
- Page 105 and 106: door een schilderij op koper door z
- Page 107 and 108: Gentenaar Constant van Hoobrouck d'
- Page 109 and 110: In 1765 was François van Outroy pa
- Page 111 and 112: PAREZ, Charles Joseph (1723- ?) a/
- Page 113 and 114: Het neringhuis aan de Kraanlei (bij
- Page 115 and 116: Jacob Ferdinand huwde Isabelle Cath
- Page 117 and 118: Door een misverstand wordt Desidera
- Page 119 and 120: eeuw werd gebouwd op de grondvesten
- Page 121 and 122: Van het heuglijk experiment van Bla
- Page 123 and 124: Spaanse dienst. Hun kleindochter Ro
- Page 125 and 126: oer van de katoennijveraar Lieven B
- Page 127 and 128: (i) Gustave Rolin-Jaequemyns (1835-
- Page 129 and 130: De in 1753 in gebruik gestelde Coup
- Page 131 and 132: Van Nicolas François Louchier de J
- Page 133: het 'brein' achter deze 'surprise v
- Page 137 and 138: Thérèse Balde de Cattenaye (1752-
- Page 139 and 140: de POTTER, Pierre (1723-1783) a/ Di
- Page 141 and 142: aangekocht. Jean François de Potte
- Page 143 and 144: de auteur van La Lire Maçonne, een
- Page 145 and 146: Raemdonck (1722-1786), benedictijne
- Page 147 and 148: Agnès Françoise Goethals, die een
- Page 149 and 150: Zij waren de ouders van François T
- Page 151 and 152: de ROUCK, Anthone Jean (1739-1818)
- Page 153 and 154: Christina van Oostenrijk (1742-1798
- Page 155 and 156: Als zijn adres wordt herhaaldelijk
- Page 157 and 158: en zij werden (via hun dochter Soph
- Page 159 and 160: De identificatie van dit lid is nie
- Page 161 and 162: was, onder het voorzitterschap van
- Page 163 and 164: Staten. Hij was lid van La Félicit
- Page 165 and 166: houden woord' - afgekort als 'O.T.B
- Page 167 and 168: in samenwerking met zijn broer Ferd
- Page 169 and 170: hij in 1786 een eerste prijs behaal
- Page 171 and 172: volgend relaas in de Gazette van Ge
- Page 173 and 174: (ii) Eugène Joseph de Naeyer (1786
- Page 175 and 176: Kerchove de Denterghem sedert 1842
- Page 177 and 178: 1869) die in 1816-1817 overigens bi
- Emilie Marie <strong>van</strong> Hoobrouck (1817-1891) huw<strong>de</strong> Henri Joseph Kervyn <strong>de</strong><br />
Merendree (1809-1894), die <strong>van</strong> 1835 <strong>tot</strong> 1847 katholiek volksvertegenwoordiger<br />
was. Van 1847 <strong>tot</strong> 1879 was hij provinciaal inspecteur <strong>van</strong> het lager on<strong>de</strong>rwijs in<br />
Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren. Uit het boek <strong>van</strong> Michel Steels over <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>van</strong> het<br />
ste<strong>de</strong>lijk on<strong>de</strong>rwijs te Gent blijkt dat hij veel belangstelling betoon<strong>de</strong> voor dit<br />
on<strong>de</strong>rwijsnet. In 1846 publiceer<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> uitgave <strong>van</strong> een boek, Quelques<br />
vues pratiques pour améliorer le sort <strong>de</strong> la population rurale <strong>de</strong>s Flandres. Hij<br />
ken<strong>de</strong> overigens <strong>de</strong> boerenstand goed: in 1833 had hij Judocus Joseph Delehaye<br />
opgevolgd als burgemeester <strong>van</strong> Merendree. Henri Kervyn was een neef <strong>van</strong><br />
Françoise Catherine Kervyn, <strong>de</strong> echtgenote <strong>van</strong> Charles Joseph <strong>de</strong> Graeve*.<br />
- Julie <strong>van</strong> Hoobrouck huw<strong>de</strong> Auguste Kervyn <strong>de</strong> Volkaersbeke. Hij was een zoon<br />
<strong>van</strong> Jean Charles Kervyn <strong>de</strong> Volkaersbeke, wiens va<strong>de</strong>r Charles Jacques een<br />
halfbroer was <strong>van</strong> <strong>de</strong> zopas vermel<strong>de</strong> Françoise Catherine <strong>de</strong> Graeve-Kervyn.<br />
Jean Charles Kervyn werd in 1809 lid <strong>van</strong> Les Vrais Amis.<br />
Het lijkt niet dat Albert François <strong>van</strong> Pottelsberghe nog in enige loge te Gent of<br />
el<strong>de</strong>rs actief is geweest na zijn jeug<strong>de</strong>rvaringen met Louchier en James<br />
Cunningham.<br />
Baron Albert François <strong>van</strong> Pottelsberghe overleed in 1804 te Menen.<br />
Pas in 1821 werd te Menen een eerste loge opgericht on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> benaming La<br />
Constance. De initiatiefnemers waren twee le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> Kortrijkse loge L'Amitié:<br />
Jacques Bovyn, politiecommissaris te Menen, en <strong>de</strong> Fransman Louis Nicolas<br />
Héliard, belastingcontroleur te Menen, die <strong>de</strong> eerste Voorzittend Meester <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
loge werd.<br />
De <strong>Gentse</strong> <strong>van</strong> Pottelberghes stammen af <strong>van</strong> Goswin <strong>van</strong> Pottelsberghe, die<br />
omstreeks 1260 te Kemzeke (Land <strong>van</strong> Waas) werd geboren, en zijn echtgenote<br />
Avesoete <strong>van</strong> Moerkerken. Goswin <strong>van</strong> Pottelsberghe was 'woudmeester' en heer <strong>van</strong><br />
Puyvel<strong>de</strong>.<br />
Twee an<strong>de</strong>re takken <strong>van</strong> het geslacht dat voortkwam uit het echtpaar <strong>van</strong><br />
Antonius <strong>van</strong> Pottelsberghe en Maria Veranneman (<strong>de</strong> overgrootou<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> baron<br />
Albert François <strong>van</strong> Pottelsberghe) weerhou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> aandacht.<br />
(i) Albert François (senior) <strong>van</strong> Pottelsberghe, heer <strong>van</strong> Overdam (en jongere broer<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> grootva<strong>de</strong>r <strong>van</strong> baron Albert François), huw<strong>de</strong> in 1685 Marie Ma<strong>de</strong>leine<br />
Schoorman. Zij was een dochter <strong>van</strong> François Augustin Schoorman, heer <strong>van</strong><br />
Rymersch en Appelsvoor<strong>de</strong>, en <strong>van</strong> zijn nicht Eleonora Schoorman. Deze Albert<br />
François (senior) was majoor <strong>van</strong> <strong>de</strong> Burgerwacht te Gent, schepen <strong>van</strong> Ge<strong>de</strong>ele en<br />
Ge<strong>de</strong>puteer<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> Staten <strong>van</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren. Met zijn echtgenote mocht hij in 1695<br />
<strong>de</strong> geboorte <strong>van</strong> een zeven<strong>de</strong> zoon vieren. De zoon kreeg <strong>de</strong> voornaam 'Charles',<br />
zoals <strong>de</strong> koning <strong>van</strong> Spanje, die op <strong>de</strong> doopplechtigheid werd vertegenwoordigd<br />
door <strong>de</strong> hoogbaljuw <strong>van</strong> Gent. Het wicht werd gedoopt door bisschop Mgr. Philip<br />
Erard <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Noot. De peter <strong>van</strong> <strong>de</strong> boreling was <strong>de</strong> reeds vermel<strong>de</strong> schepen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
Keure Antoine <strong>van</strong> Pottelsberghe, heer <strong>van</strong> Boulanchy, die een neef was <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
kroostrijke ou<strong>de</strong>rs, en <strong>de</strong> grootva<strong>de</strong>r <strong>van</strong> baron Albert François (junior).<br />
448 - <strong>van</strong> POTTELSBERGHE