Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief
Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief
van deze overheidsopdracht. Bovendien was het de wijnschroeders uitdrukkelijk verboden hun taak te laten uitvoeren door een onbeëdigde 'substituut' of bedienaar (zoals toen voor talrijke, ook heel aanzienlijke, ambten gebruikelijk was). De kraankinderen genoten het voorrecht om telkens wanneer de vorst of een andere belangrijke persoonlijkheid de stad bezocht, de stukken 'presentwijn' te begeleiden die het stadsbestuur ten geschenke aanbood. Dit loffelijk gebruik werd in 1734 (althans officieel) afgeschaft door keizer Karel VI. Bij dergelijke feestgelegenheden liepen de kraankinderen in het wit getooid en was hun kledij versierd met kransen van wijngaardbladeren. In het 'Fonds Napoleon de Pauw' van het Stadsarchief te Gent bevindt zich een map nr. 2354, met inlichtingen die Napoleon de Pauw (zie onder het lemma Haeck) verzamelde betreffende de wijnschroeders de Pau van 1500 tot 1800. Uit dit archiefdepot blijkt dat Paulus Daneel de Pau geboren werd in 1719 als zoon van de 'wijnmeter' en wijnhandelaar Daneel de Pau (1685-1742) en de in 1691 te Tournai geboren Marie Louise Balenghien. Paulus de Pau's vader Daneel was een zoon van Paulus de Pau en Joanna Beheyt. De 'Status Animarum' van Roger Nottingham, pastoor van de Sint-Niklaasparochie signaleert dat dezen in 1681 woonden in een huis 'supra pontem' (= brug tussen Groentenmarkt en Veerleplein), d.i. in het hartje van de toenmalige 'Gentse wijnmarkt'. Deze Paulus 'senior', ontvanger van de nering der wijnschroeders, was een zoon van Daneel de Pau (geboren in 1619) die trouwde met Elisabeth van Hecke en eveneens ontvanger van de nering was. Praktisch al deze de Pau's waren lid van de Sint-Antoniusgilde van busschieters. Hun voorvader Judocus de Pau was tijdens de 'calvinistische republiek' te Gent een voorstander van Jan van Hembyse, die hem in 1578 benoemde als een van de acht 'officieren' van de stad Gent en hem bovendien een wapenschild met zegel toekende. Uit het huwelijk van Daneel de Pau en Marie Louise Balenghien volgden elf kinderen die allen gedoopt werden in de Heilig Kerstkerk. De wijnschroedersfamilie de Pau bezat sedert het begin van de 17de eeuw een heel behoorlijke welstand. Paulus de Pau werd 'kraankind' en wijnhandelaar. Hij huwde in 1743 Rosalie Josepha van Landeghem. Het gezin ging wonen in de 'Wulfstege' (bij het 'Wulfbrugsken' aan de Ottogracht) die omstreeks 1900 verdween door het trekken van de Wolfstraat. Tijdens de afbraak van de 'Wulfstege' werden foto's genomen waarop men nog talrijke oude gevels kan zien, waaronder wellicht de woning van Paulus de Pau. Deze fotos zijn afgedrukt in Ghendtsche Tydinghen, 1988, blz. 236 en in Dat was een tijd! van John Flanders (1996), 109. Paulus de Pau en zijn echtgenote hadden drie zonen: Daneel Jacob (1743), Judocus Ludovicus (1746) en Jacob Ferdinand (1748). de PAU - 427
Jacob Ferdinand huwde Isabelle Catherine van Beirlere, een telg uit een vooraanstaand geslacht van 'wijnmeters'. Daneel Jacob studeerde humaniora in het college van de paters augustijnen en werd in 1766 als meester-wijnschroeder aangenomen. Sedert de 18de eeuw kon men immers ten vroegste op 23 jaar meester worden in deze nering. Onder meer in de 'Wegwyzer' (sedert 1771) wordt Daneel Jacob de Pau geregeld als bestuurslid van de nering der wijnschroeders vernoemd. In 1816 werd Daneel de Pau, die gehuwd was met de te Zele geboren Jeanne Marie Poppe, gehuldigd wegens zijn vijftig jaar lidmaatschap van de nering. De Gentse drukker Josse Begyn publiceerde het gebruikelijke jubeldicht. Daneel Jacob de Pau overleed in 1826. Paulus de Pau werd in 1742 (zoals in 1731 zijn vader Daneel) lid van de Sint- Jorisgilde, in 1762 van de Sint-Michielsgilde (zoals zijn vader in 1740). Hij was tevens een van de eerste Gentenaars om in 1754 financiële steun te verlenen aan de in 1751 opgerichte Academie voor teken-, schilder- en bouwkunst. Hij was waarschijnlijk de eerste Voorzittend Meester van de in 1763 opgerichte loge La Candeur, die haar constitutiebrief ontving van de 'Groote loge in Holland'. Men weet niet langs welke wegen Paulus de Pau in contact gekomen is met de vrijmetselarij. Zijn betrokkenheid bij de internationale handel heeft hem waarschijnlijk in contact gebracht met vrijmetselaars uit de Noordelijke Nederlanden. Men kan niet uitsluiten dat Paulus de Pau een (verre) verwante was van de te Amsterdam geboren kanunnik Cornelius de Pauw (1739-1799) die hem in contact kan hebben gebracht met Hollandse vrijmetselaars. Kanunnik de Pauw was in zijn tijd een vermaard antropoloog. Bekend bleven vooral zijn Recherches philosophiques sur les Américains (1768-1769) en Recherches philosophiques sur les Egyptiens et les Chinois (1773). Laatstgenoemd boek werd spoedig vertaald in het Nederlands (1773-1775), het Duits (1774) en het Engels (1795). Cornelius de Pauw studeerde voor het priesterschap te Liège, genoot voor zijn wetenschappelijk onderzoek de steun van Frederik II, koning van Pruisen, en was van 1781 tot zijn overlijden kanunnik in de aloude stad Xanten in Westfalen. Een zus van kanunnik de Pauw, Alida Jacoba de Pauw huwde de edelman Thomas François Cloots. Zij werden de ouders van Joannes Baptista Cloots (die later de voornaam 'Anacharsis' gebruikte, 1755-1794). Hij werd een utopisch aanhanger van het Frans revolutionair gedachtegoed. Op bevel van Robespierre werd hij tijdens de 'Terreur' terechtgesteld. Napoleon de Pauw (zie onder het lemma Haeck) verzamelde een aanzienlijke documentatie over de vertakkingen van de Vlaamse familie de Pau(w) in Holland en vermeldt zelfs de zo-even vernoemde kanunnik Cornelius de Pauw, maar het bewijs van een verwantschap kon hij blijkbaar niet ontdekken (fonds Nap. de Pauw, nr. 2360). Buiten Paulus de Pau waren ook andere vooraanstaande meesters van neringen lid van La Candeur, onder meer Pieter de Raeve* (nering van de 'kleine' vlees- 428 - de PAU
- Page 63 and 64: constitutiebrief van markies de Gag
- Page 65 and 66: Dioecesis Gandavensis) opdat hij de
- Page 67 and 68: aan een dreigende deportatie. De ja
- Page 69 and 70: Avonds werd een toneelvoorstelling
- Page 71 and 72: en discipel van Mgr. de Broglie voo
- Page 73 and 74: het Hof van Assisen te Brussel tot
- Page 75 and 76: Meulenaere voert) stelt de joden vo
- Page 77 and 78: Reeds in 1749 poogde Jan Thomas Mey
- Page 79 and 80: (i) Jean François Meyer, geboren i
- Page 81 and 82: In 1798 werd Jacques Guillaume Meye
- Page 83 and 84: licentiaat in de rechten, die tot 1
- Page 85 and 86: Monclergeon was waarschijnlijk een
- Page 87 and 88: Hij was waarschijnlijk verwant (de
- Page 89 and 90: stad betaalde de kosten van de doop
- Page 91 and 92: eaux-arts sont cultivés avec trop
- Page 93 and 94: een bepaald tijdstip ook militair c
- Page 95 and 96: meester van Brussel. Charles Joseph
- Page 97 and 98: Hij was alleszins de grootste koper
- Page 99 and 100: Goesin II (1722-1787) en Anna Maria
- Page 101 and 102: tot 1869 liberaal gemeenteraadslid
- Page 103 and 104: van de Intendantie te Brugge, maar
- Page 105 and 106: door een schilderij op koper door z
- Page 107 and 108: Gentenaar Constant van Hoobrouck d'
- Page 109 and 110: In 1765 was François van Outroy pa
- Page 111 and 112: PAREZ, Charles Joseph (1723- ?) a/
- Page 113: Het neringhuis aan de Kraanlei (bij
- Page 117 and 118: Door een misverstand wordt Desidera
- Page 119 and 120: eeuw werd gebouwd op de grondvesten
- Page 121 and 122: Van het heuglijk experiment van Bla
- Page 123 and 124: Spaanse dienst. Hun kleindochter Ro
- Page 125 and 126: oer van de katoennijveraar Lieven B
- Page 127 and 128: (i) Gustave Rolin-Jaequemyns (1835-
- Page 129 and 130: De in 1753 in gebruik gestelde Coup
- Page 131 and 132: Van Nicolas François Louchier de J
- Page 133 and 134: het 'brein' achter deze 'surprise v
- Page 135 and 136: - Emilie Marie van Hoobrouck (1817-
- Page 137 and 138: Thérèse Balde de Cattenaye (1752-
- Page 139 and 140: de POTTER, Pierre (1723-1783) a/ Di
- Page 141 and 142: aangekocht. Jean François de Potte
- Page 143 and 144: de auteur van La Lire Maçonne, een
- Page 145 and 146: Raemdonck (1722-1786), benedictijne
- Page 147 and 148: Agnès Françoise Goethals, die een
- Page 149 and 150: Zij waren de ouders van François T
- Page 151 and 152: de ROUCK, Anthone Jean (1739-1818)
- Page 153 and 154: Christina van Oostenrijk (1742-1798
- Page 155 and 156: Als zijn adres wordt herhaaldelijk
- Page 157 and 158: en zij werden (via hun dochter Soph
- Page 159 and 160: De identificatie van dit lid is nie
- Page 161 and 162: was, onder het voorzitterschap van
- Page 163 and 164: Staten. Hij was lid van La Félicit
Jacob Ferdinand huw<strong>de</strong> Isabelle Catherine <strong>van</strong> Beirlere, een telg uit een<br />
vooraanstaand geslacht <strong>van</strong> 'wijnmeters'.<br />
Daneel Jacob stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> humaniora in het college <strong>van</strong> <strong>de</strong> paters augustijnen en<br />
werd in 1766 als meester-wijnschroe<strong>de</strong>r aangenomen. Se<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw kon men<br />
immers ten vroegste op 23 jaar meester wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>ze nering. On<strong>de</strong>r meer in <strong>de</strong><br />
'Wegwyzer' (se<strong>de</strong>rt 1771) wordt Daneel Jacob <strong>de</strong> Pau geregeld als bestuurslid <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> nering <strong>de</strong>r wijnschroe<strong>de</strong>rs vernoemd.<br />
In 1816 werd Daneel <strong>de</strong> Pau, die gehuwd was met <strong>de</strong> te Zele geboren Jeanne<br />
Marie Poppe, gehuldigd wegens zijn vijftig jaar lidmaatschap <strong>van</strong> <strong>de</strong> nering. De<br />
<strong>Gentse</strong> drukker Josse Begyn publiceer<strong>de</strong> het gebruikelijke jubeldicht. Daneel Jacob<br />
<strong>de</strong> Pau overleed in 1826.<br />
Paulus <strong>de</strong> Pau werd in 1742 (zoals in 1731 zijn va<strong>de</strong>r Daneel) lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> Sint-<br />
Jorisgil<strong>de</strong>, in 1762 <strong>van</strong> <strong>de</strong> Sint-Michielsgil<strong>de</strong> (zoals zijn va<strong>de</strong>r in 1740). Hij was<br />
tevens een <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste Gentenaars om in 1754 financiële steun te verlenen aan <strong>de</strong><br />
in 1751 opgerichte Aca<strong>de</strong>mie voor teken-, schil<strong>de</strong>r- en bouwkunst.<br />
Hij was waarschijnlijk <strong>de</strong> eerste Voorzittend Meester <strong>van</strong> <strong>de</strong> in 1763 opgerichte<br />
loge La Can<strong>de</strong>ur, die haar constitutiebrief ontving <strong>van</strong> <strong>de</strong> 'Groote loge in Holland'.<br />
Men weet niet langs welke wegen Paulus <strong>de</strong> Pau in contact gekomen is met <strong>de</strong><br />
vrijmetselarij. Zijn betrokkenheid bij <strong>de</strong> internationale han<strong>de</strong>l heeft hem waarschijnlijk<br />
in contact gebracht met vrijmetselaars uit <strong>de</strong> Noor<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n.<br />
Men kan niet uitsluiten dat Paulus <strong>de</strong> Pau een (verre) verwante was <strong>van</strong> <strong>de</strong> te<br />
Amsterdam geboren kanunnik Cornelius <strong>de</strong> Pauw (1739-1799) die hem in contact<br />
kan hebben gebracht met Hollandse vrijmetselaars. Kanunnik <strong>de</strong> Pauw was in zijn<br />
tijd een vermaard antropoloog. Bekend bleven vooral zijn Recherches philosophiques<br />
sur les Américains (1768-1769) en Recherches philosophiques sur les<br />
Egyptiens et les Chinois (1773). Laatstgenoemd boek werd spoedig vertaald in het<br />
Ne<strong>de</strong>rlands (1773-1775), het Duits (1774) en het Engels (1795). Cornelius <strong>de</strong> Pauw<br />
stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> voor het priesterschap te Liège, genoot voor zijn wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek<br />
<strong>de</strong> steun <strong>van</strong> Fre<strong>de</strong>rik II, koning <strong>van</strong> Pruisen, en was <strong>van</strong> 1781 <strong>tot</strong> zijn<br />
overlij<strong>de</strong>n kanunnik in <strong>de</strong> alou<strong>de</strong> stad Xanten in Westfalen. Een zus <strong>van</strong> kanunnik<br />
<strong>de</strong> Pauw, Alida Jacoba <strong>de</strong> Pauw huw<strong>de</strong> <strong>de</strong> e<strong>de</strong>lman Thomas François Cloots. Zij<br />
wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> Joannes Baptista Cloots (die later <strong>de</strong> voornaam 'Anacharsis'<br />
gebruikte, 1755-1794). Hij werd een utopisch aanhanger <strong>van</strong> het Frans revolutionair<br />
gedachtegoed. Op bevel <strong>van</strong> Robespierre werd hij tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> 'Terreur' terechtgesteld.<br />
Napoleon <strong>de</strong> Pauw (zie on<strong>de</strong>r het lemma Haeck) verzamel<strong>de</strong> een aanzienlijke<br />
documentatie over <strong>de</strong> vertakkingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse familie <strong>de</strong> Pau(w) in Holland<br />
en vermeldt zelfs <strong>de</strong> zo-even vernoem<strong>de</strong> kanunnik Cornelius <strong>de</strong> Pauw, maar het<br />
bewijs <strong>van</strong> een verwantschap kon hij blijkbaar niet ont<strong>de</strong>kken (fonds Nap. <strong>de</strong> Pauw,<br />
nr. 2360).<br />
Buiten Paulus <strong>de</strong> Pau waren ook an<strong>de</strong>re vooraanstaan<strong>de</strong> meesters <strong>van</strong> neringen<br />
lid <strong>van</strong> La Can<strong>de</strong>ur, on<strong>de</strong>r meer Pieter <strong>de</strong> Raeve* (nering <strong>van</strong> <strong>de</strong> 'kleine' vlees-<br />
428 - <strong>de</strong> PAU