Het inventariseren van archieven van verenigingen die ... - DoKS
Het inventariseren van archieven van verenigingen die ... - DoKS
Het inventariseren van archieven van verenigingen die ... - DoKS
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL<br />
FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJSBEGEERTE<br />
INTERUNIVERSITAIRE GESPECIALISEERDE OPLEIDING ARCHIVISTIEK<br />
<strong>Het</strong> <strong>inventariseren</strong> <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> <strong>verenigingen</strong> <strong>die</strong><br />
verwant zijn aan een politieke partij<br />
CASUS :<br />
HET ARCHIEFFONDS VAN<br />
EEN AANTAL LIBERALE VERENIGINGEN MET ZETEL<br />
IN HET ANTWERPSE LIBERAAL HUIS<br />
Promotor : PROF. DR. JUUL VERHELST<br />
Verhandeling aangeboden door GERD DE COSTER<br />
Gent, 1995.
ALGEMENE INLEIDING<br />
<strong>Het</strong> archief dat het onderwerp vormt <strong>van</strong> deze verhandeling, stond algemeen bekend als het<br />
archief <strong>van</strong> de Antwerpse PVV. Een eerste doorname <strong>van</strong> de schenkingslijsten <strong>die</strong> in het<br />
Liberaal Archief waren opgemaakt en <strong>van</strong> de stukken zelf maakte snel duidelijk dat het om een<br />
verzameling <strong>van</strong> - weliswaar verwante - <strong>archieven</strong> ging. M.a.w. een archieffonds. <strong>Het</strong> geheel<br />
was immers afkomstig uit de verschillende ruimten en lokalen <strong>van</strong> het Liberaal Huis waar<br />
diverse Antwerpse liberale <strong>verenigingen</strong> hun zetel hadden en dat fungeerde als partijgebouw<br />
<strong>van</strong> de achtereenvolgende Antwerpse liberale arrondissementsfederaties. Samenvattend kan<br />
worden gesteld dat we te maken kregen met meerdere archiefvormers <strong>die</strong> gebruik maakten<br />
<strong>van</strong> dezelfde zetel, waarbij de belangrijkste - LP- en PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen en<br />
PVV-afdeling Antwerpen-Stad - te beschouwen waren als geledingen <strong>van</strong> de opeenvolgende<br />
liberale partijen <strong>van</strong> ons land. Die vaststelling riep een aantal vragen op inzake het soort<br />
materiaal dat door archief- en documentatiecentra wordt behandeld en meer specifiek hoe het<br />
best wordt omgesprongen met politiek partijarchief in het kader <strong>van</strong> een inventarisatie.<br />
Dat laatste probleem is er één <strong>van</strong> archieftheoretische aard. Stelt partijarchief specifieke<br />
eisen aan de inventarisator ? Moet de algemene archieftheorie op één of andere wijze worden<br />
bijgeschaafd in functie <strong>van</strong> dergelijke archiefvormers ? Kan een theoretisch archiefschema<br />
worden opgesteld dat toepasbaar zou moeten kunnen zijn op alle partij<strong>archieven</strong> ? Deze<br />
vragen hangen overigens samen met de vaststelling dat uiterst zelden wetenschappelijke<br />
artikels gewijd zijn aan partijarchief. Een vaststelling <strong>die</strong> evenzeer opgaat voor inventarissen<br />
<strong>van</strong> dergelijke <strong>archieven</strong>.<br />
Daarnaast stellen we ons vragen i.v.m. de specifieke opdrachten en problemen<br />
waarmee een archief- en documentatiecentrum als het Liberaal Archief wordt geconfronteerd.<br />
Onze nieuwsgierigheid terzake werd opgewekt <strong>van</strong>uit de toestand waarin het archief zich<br />
bevond. <strong>Het</strong> materiaal bestond immers uit een conglomeraat <strong>van</strong> <strong>archieven</strong>, deelarchiefjes en<br />
documentatie dat oorspronkelijk in één en hetzelfde gebouw lag opgeslagen. Wat ligt daaraan<br />
ten grondslag ? Hoe is één en ander te verklaren ? In hoeverre is een dergelijke toestand<br />
typisch voor het materiaal dat door archief- en documentatiecentra wordt verzameld en welke<br />
oplossingen kunnen een antwoord bieden op <strong>die</strong> problemen ? Wat zijn de specifieke<br />
opdrachten <strong>van</strong> zo'n centrum ? In welke mate wijken <strong>die</strong> af <strong>van</strong> bijvoorbeeld een instelling als<br />
het Rijksarchief ?<br />
Die twee kwesties vormen de basis <strong>van</strong> deze verhandeling, wat dan ook in de<br />
structuur tot uiting komt. Na de opgave <strong>van</strong> de bibliografie en een lijst <strong>van</strong> gebruikte<br />
afkortingen wordt de vraagstelling in deel 1 verder uitge<strong>die</strong>pt aan de hand <strong>van</strong> een aantal<br />
vaststellingen. De eerste vraag <strong>die</strong> aan bod komt is het probleem <strong>van</strong> het onderscheid tussen<br />
archief en documentatie, gezien <strong>van</strong>uit het perspectief <strong>van</strong> een archief- en<br />
documentatiecentrum. Vervolgens stellen we ons de vraag hoe partijarchief het best wordt<br />
geïnventariseerd. Aan de hand <strong>van</strong> de beschikbare literatuur en de gepubliceerde<br />
inventarissen wordt de wetenschappelijke stand <strong>van</strong> zaken geschetst. De gedane bevindingen<br />
leiden uiteindelijk tot een voorlopig model <strong>van</strong> archiefschema dat zou moeten kunnen <strong>die</strong>nen<br />
als basis voor het <strong>inventariseren</strong> <strong>van</strong> partijarchief. <strong>Het</strong> eerste deel wordt afgesloten met de
gevolgen <strong>die</strong> het gebrek aan wetgeving i.v.m. dergelijke <strong>archieven</strong> kunnen ressorteren op o.a.<br />
openbaarheid en selectie. <strong>Het</strong> eerste deel leidt slechts tot voorlopige conclusies <strong>die</strong> in het<br />
laatste deel eventueel kunnen worden bijgesteld, gewijzigd of omgegooid.<br />
<strong>Het</strong> veeleer praktische tweede deel heeft de bestudering en ontsluiting <strong>van</strong> de diverse<br />
<strong>archieven</strong> als onderwerp. Vooraleer de eigenlijke inventarisatie aangevat, wordt in het<br />
inleidende hoofdstuk ingegaan op een aantal zaken <strong>die</strong> algemeen zijn voor het gros <strong>van</strong> de<br />
behandelde <strong>archieven</strong>. <strong>Het</strong> gaat in de eerste plaats om een beschrijving <strong>van</strong> het archieffonds en<br />
een uiteenzetting over de algemene geschiedenis er<strong>van</strong>. Ze worden gevolgd door de<br />
verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie voor zover <strong>die</strong> algemeen geldend is. Helemaal op het<br />
eind volgen nog een aantal praktische aanwijzingen <strong>die</strong> <strong>van</strong> belang kunnen zijn bij de<br />
raadpleging <strong>van</strong> het archief, zoals de regels m.b.t. de openbaarheid <strong>van</strong> de stukken.<br />
<strong>Het</strong> tweede hoofdstuk betreft het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie<br />
Antwerpen. <strong>Het</strong> betreft hier het om<strong>van</strong>grijkste archief uit het fonds; het omvat maar liefst ca. 25<br />
lopende meter. Omwille <strong>van</strong> <strong>die</strong> om<strong>van</strong>g en het gebrek aan tijd werd besloten hieraan geen<br />
inventarisatie, maar wel een structuurstu<strong>die</strong> te wijden. Daarin zal aan de hand <strong>van</strong> een stu<strong>die</strong><br />
<strong>van</strong> werking, bevoegdheden, taken en functies een voorstel <strong>van</strong> archiefschema worden<br />
geformuleerd, waarbij het theoretische model uit deel 1 een eerste maal zal kunnen worden<br />
geëvalueerd. <strong>Het</strong> voorstel <strong>van</strong> archiefschema zal worden onderbouwd met voorbeelden <strong>van</strong><br />
bestanddelen <strong>die</strong> aanleiding geven tot een <strong>die</strong>pgaander exposé over de historisch gevormde<br />
orde.<br />
In het derde hoofdstuk komt dan de eigenlijke inventarisatie <strong>van</strong> de zes meest<br />
volledige (deel)<strong>archieven</strong> aan bod, waarbij elk archief in een afzonderlijke inventaris wordt<br />
behandeld. Achtereenvolgens zijn dat de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis, de LParrondissementsfederatie<br />
Antwerpen, de PVV-afdeling Antwerpen-stad, de liberale maandbladen<br />
Eerst Vrijheid en Eerst Vrij, het Provinciaal Kaderinstituut Antwerpen en de Sociale Dienst Hulp aan<br />
Patroon VZW. Vooral de eerste drie archiefvormers zijn daarbij <strong>van</strong> belang. De eigenlijke<br />
inventaris wordt telkens voorafgegaan door een schema <strong>van</strong> de inventaris en een<br />
wetenschappelijke inleiding. In voorkomend geval wordt de eigenlijke inventaris gevolgd<br />
door een lijst <strong>van</strong> documentatie.<br />
Naast deze min of meer op zichzelf staande <strong>archieven</strong> troffen we binnen het<br />
archieffonds nog meerdere fragmenten <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> aan <strong>die</strong> in het vierde hoofdstuk worden<br />
behandeld. We beperken ons voor <strong>die</strong> <strong>archieven</strong> tot een inleiding waarin kort wordt<br />
aangegeven waar de archiefvormer eigenlijk voor staat, een beschrijving <strong>van</strong> de weinige<br />
stukken en eventueel ook <strong>van</strong> de documentatie. Wegens gebrek aan informatie is het immers<br />
onzinnig om daaraan een volwaardige inleiding te besteden.<br />
Deel twee wordt afgesloten met indices <strong>die</strong> betrekking hebben op alle voorgaande<br />
inventarissen en in een afzonderlijk hoofdstuk worden behandeld. Na de alfabetische index op<br />
persoonsnamen, volgt de klapper op namen <strong>van</strong> instellingen en <strong>verenigingen</strong>. Beide hebben<br />
slechts betrekking op de beschrijvingen zelf. Ze vormen dus geen bijkomende inhoudelijke<br />
ontsluiting.<br />
In deel drie worden een aantal conclusies getrokken en vragen beantwoord, waarbij de<br />
voorlopige theoretische conclusies uit deel 1 worden geconfronteerd met de praktische<br />
bevindingen uit deel 2. Ten eerste wordt het model <strong>van</strong> archiefschema geëvalueerd.<br />
Vervolgens wordt <strong>die</strong>per ingegaan op de oorzaken <strong>die</strong> aan de basis lagen <strong>van</strong> de vermenging
<strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> en de gevolgen <strong>die</strong> daaraan waren verbonden met het oog op de<br />
archiefvorming. In een derde onderdeel trachten we een aantal oplossingen te formuleren in<br />
het kader <strong>van</strong> de ontsluiting en de verwerking <strong>van</strong> archief en documentatie binnen één en<br />
dezelfde instelling. Tot slot worden een aantal conclusies geponeerd i.v.m. het gebrek aan<br />
wetgeving. Belangrijk daarbij is vooral de lijst <strong>van</strong> voor vernietiging in aanmerking komende<br />
stukken.<br />
De verhandeling wordt beëindigd met het algemeen besluit, dat nog wordt gevolgd<br />
door een lijst <strong>van</strong> de in de verhandeling opgenomen illustraties en bijlagen en tot slot de<br />
inhoudstafel.<br />
We willen ook nog een woord <strong>van</strong> dank richten aan een aantal personen <strong>die</strong> bij het<br />
maken <strong>van</strong> deze verhandeling een grote hulp betekenden. We denken daarbij in de allereerste<br />
plaats uiteraard aan voorzitter Marcel Bots en vooral archivaris Luc Pareyn <strong>van</strong> het Liberaal<br />
Archief. Zij boden ons alle mogelijke faciliteiten in het kader <strong>van</strong> onze stage, nodig om dit<br />
eindwerk als werkstudent tot een goed einde te brengen. Naast deze meer praktische<br />
ondersteuning konden we steeds met archiefproblemen terecht bij Frank Scheelings en vooral<br />
bij onze promotor Juul Verhelst. Tot slot kunnen we niet voorbij aan Betsy Calcoen <strong>die</strong> onze<br />
dagelijkse steun en toeverlaat was.<br />
LIJST VAN AFKORTINGEN<br />
ACC Actie- en Coördinatiecomité<br />
ACK Antwerpse Culturele Kring<br />
ACLVB Algemene Centrale der Liberale Vakbonden <strong>van</strong> België<br />
ADVN Archief- en Documentatiecentrum <strong>van</strong> het Vlaams-Nationalisme<br />
ALCA Association Libérale et Constitutionelle d'Anvers<br />
ALIMA Antwerpse Liberale Middenstandsactie<br />
ALV Antwerps Liberaal Verbond<br />
AMSAB Archief en Museum <strong>van</strong> de Socialistische Arbeidersbeweging<br />
AMVC Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven<br />
ASLK Algemene Spaar- en Lijfrentekas<br />
BLM Belgische Liberale Middenklasse<br />
BRT Belgische Radio en Televisie<br />
BS Belgisch Staatsblad<br />
BSP Belgische Socialistische Partij<br />
BWP Belgische Werkliedenpartij<br />
CAPR Comité voor Actie en Public Relations<br />
CMB Centrale der Metaalbewerkers <strong>van</strong> België<br />
COO Centrum voor Openbare Onderstand<br />
CVP Christelijke Volkspartij<br />
HUZ Help U Zelve<br />
IVK Instituut voor Kadervorming<br />
KADOC Katholiek Documentatie- en Onderzoekscentrum<br />
KB Koninklijk Besluit<br />
LA Liberaal Archief<br />
LEV Liberaal Economisch Verbond
LGVA Liberale en Grondwettelijke Vereniging <strong>van</strong> Antwerpen<br />
LJW Liberale Jonge Wacht<br />
LP Liberale Partij (<strong>van</strong> België)<br />
LVSV Liberaal Vlaams Studentenverbond<br />
NIR Nationaal Instituut voor Radio-omrroep<br />
nr. nummer<br />
NV Naamloze Vennootschap<br />
OCGA Overlegcomité Groot Antwerpen<br />
OCMW Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn<br />
PKI Provinciaal Kaderinstituut Antwerpen<br />
PVBA Persoonlijke Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid<br />
PVV Partij voor Vrijheid en Vooruitgang<br />
RTT Regie <strong>van</strong> Telegraaf en Telefoon<br />
RUCA Rijksuniversitair Centrum Antwerpen<br />
SA Société Anonyme<br />
SV Samenwerkende Vennootschap<br />
UZ Universitair Ziekenhuis<br />
VLD Vlaamse en Liberale Democraten<br />
VSOA Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt<br />
VZW Vereniging Zonder Winstoogmerk<br />
z.d. zonder datum<br />
z.p. zonder plaats
A. Bronnen<br />
BIBLIOGRAFIE<br />
Naast de <strong>archieven</strong> <strong>die</strong> het onderwerp vormen <strong>van</strong> deze verhandeling raadpleegden we volgende<br />
bronnen :<br />
♦ AMVC (Antwerpen).<br />
* Archief <strong>van</strong> PVV-Antwerpen.<br />
♦ LA (Gent).<br />
* Archief- en documentatiebestand Plaatselijk Liberalisme.<br />
* Archief Albert Lilar.<br />
* Archief Alfonsine Tisson-De Sloovere.<br />
* Archief PVV-afdeling Boom.<br />
* Archief mevrouw Vogels-De Loose<br />
♦ Statuten <strong>van</strong> de PVV. Goedgekeurd door het congres te Gent, 15 mei 1982. Z.p. [1982].<br />
♦ Archiefwet 24 juli 1955 (BS 12/8/1955); KB 12 december 1957 (20/12/1957).<br />
♦ Een laatste belangrijke bron werd gevormd door : Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad i.v.m. VZW's,<br />
welke wij raadpleegden <strong>van</strong> 1943 tot en met 1992.<br />
B. Tijdschriften en bibliografieën<br />
1) TIJDSCHRIFTEN<br />
♦ The American Archivist.<br />
♦ Archief- en Bibliotheekwezen <strong>van</strong> België.<br />
♦ Der Archivar. Mitteilungsblatt für Deutsches Archivwesen.<br />
♦ Archives. Revue de l'Association des Archivistes de Québec.<br />
♦ ARCHIVUM.<br />
♦ Bibliotheek- en Archiefgids.<br />
♦ La Gazette des Archives. Revue trimestrielle de l'Association des Archivistes Français.<br />
♦ Nederlands Archievenblad.<br />
♦ Records Management.<br />
Daarenboven raadplaagden we verscheidene publikaties <strong>die</strong> werden uitgegeven door de behandelde<br />
archiefvormers, waaronder : <strong>Het</strong> Kaderblad, Antwerpen Vandaag, Antwerpen Morgen, Antwerpen Metropool,<br />
PVV-Mededelingen, PVV-Express, ...<br />
2) BIBLIOGRAFIEËN EN REPERTORIA<br />
Naast de bibliografieën <strong>die</strong> in de archieftijdschriften worden gepubliceerd en de jaarlijkse bibliografie in<br />
Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, raadpleegden we nog :<br />
♦ DE BOOY, E. Repertorium op het Nederlands Archievenblad. Jaargang 1-93 (1892-1989) met indices. Z.p.,<br />
1990.<br />
♦ FRANCOIS, L. De vele gezichten <strong>van</strong> de nieuwste geschiedenis. Les multiples visages de l'histoire<br />
contemporaine. Bibliografie <strong>van</strong> de licentiaats- en doctoraatsverhandelingen betreffende de Belgische nieuwste<br />
geschiedenis tot stand gebracht aan de Belgische universiteiten, buiten de seminaries voor nieuwste geschiedenis.<br />
Bibliographie des mémoires de licence et des thèses de doctorat concernant l'histoire contemporaine belge,<br />
en dehors des séminaires d'histoire contemporaine. 1975-1990. Gent, 1992.
BIBLIOGRAFIE G -<br />
♦ NIJSSEN, R. Handboeken voor archiefbeheer. Bibliografie. Manuels pour la gestion d'archives. Bibliographie.<br />
Manuals on archives administration. Bibliography. Miscellanea Archivistica Manuale 14. Brussel, 1993.<br />
♦ VAN DEN EECKHOUT, P. Naslagwerken voor de stu<strong>die</strong> <strong>van</strong> de hedendaagse samenleving. Brussel, 1991.<br />
♦ VAN DEN EECKHOUT, P. en WITTE, E. Bronnen voor de stu<strong>die</strong> <strong>van</strong> de hedendaagse samenleving.<br />
Antwerpen-Amsterdam, 1986.<br />
♦ VAN EENOO, R. «Bibliografie <strong>van</strong> België». Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis (jaarlijks).<br />
C. Werken en artikels<br />
♦ BANK, J. Bespreking <strong>van</strong> Inventaris <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP)<br />
1894-1946 door H. Hondius en M. Schrevel. IISG-Werkuitgaven I. Amsterdam, 1985. Nederlands<br />
Archievenblad, XC (1986) 95-96.<br />
♦ BOEYKENS, K. <strong>Het</strong> ontstaan en de evolutie <strong>van</strong> de Vlaamse PVV (1972-1985). Licentiaatsverhandeling,<br />
Rijksuniversiteit Gent, dept. Politieke Wetenschappen, 1987.<br />
♦ BOOMS, M. «Überlieferungsbildung : keeping archives as a social and political activity». Archivaria,<br />
XXXIII (winter 1991/92) 25-33.<br />
♦ BOTS, M. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de Liberale Partij. Liberaal Archief, Reeks Verhandelingen 3. Gent,<br />
1989.<br />
♦ BRADLER, G. «Les archives des partis politiques en République Fédérale d'Allemagne» La Gazette<br />
des Archives, CXLVIII (1990) 49-51.<br />
♦ BUCHSTAB, G. «Archive politischer Parteien und Verbände». Der Archivar, XXXVII (1984) 431-436.<br />
♦ BUCHSTAB, G. «Archives des partis politiques en Europe : réflexions générales et situation actuelle»<br />
Janus, CL (1992/2) 89-102.<br />
♦ BUCHSTAB, G. «Archivierung von Materialen der Parteien und deren Mitglieder» in : Mitteilungen<br />
der Fachgruppe 6 : Archivare an Archiven der Politische Parteien, Stiftungen und Verbände, 15-23.<br />
♦ CARNAVAGGIO, P. en DE TOURTIER-BONAZZI, C. «Les archives des hommes et des partis<br />
politiques en France depuis la seconde guerre mondiale». Archief- en Bibliotheekwezen <strong>van</strong> België, LX<br />
(1989) 41-58.<br />
♦ COPPEJANS-DESMEDT, H. Inventarisatie. Algemene inleiding. Miscellanea Archivistica Manuale<br />
Preprint 16. Brussel, 1988.<br />
♦ COPPEJANS-DESMEDT, H. «Selectie en vernietiging <strong>van</strong> hedendaagse <strong>archieven</strong> : een dwingende<br />
noodzaak» in : Miscellanea archivistica 17. Brussel, 1977, 13-29.<br />
♦ COPPENS, H. Archiefterminologie. Archieftermen voor gebruik in het Rijksarchief. Miscellanea Archivistica<br />
Manuale 5. Brussel, 1990.<br />
♦ CROMBE, I. Inventaris <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de Centrale der Metaalbewerkers <strong>van</strong> België. AMSAB<br />
Werkinstrumenten 1. Gent, 1994.<br />
♦ DESCHOUWER, K. Organiseren of bewegen ? De evolutie <strong>van</strong> de Belgische partijstructuren sinds 1960.<br />
Brussel, 1993.<br />
♦ DE SCHUYTTER, I. Geschiedenis <strong>van</strong> het Belgisch Liberalisme 1830-1987. Een selectieve bibliografie.<br />
Liberaal Archief, Reeks Bibliografieën 2. Gent, 1989.<br />
♦ DE VRIES, B. «Archiefanalyse als onderdeel <strong>van</strong> het inventarisatieproces». Nederlands Archievenblad,<br />
XCV (1992) 271-274.<br />
♦ DE WAELE, M. Encyclope<strong>die</strong> <strong>van</strong> de politieke wetenschappen. Partim : de Liberale zuil in België, met<br />
klemtoon op Vlaanderen. Gent, 1984 (onuitgegeven).<br />
♦ D'HAESE, R. «Archief of documentatie. De werkwijze in het Archief- en Documentatiecentrum <strong>van</strong><br />
het Vlaams-Nationalisme». Bibliotheek- en Archiefgids, LXV (1989/3) 325-328.<br />
♦ D'HOORE, M. «De Liberale Partij als organisatie <strong>van</strong> 1914 tot 1961» in : Verhulst, A. en Hasquin, H.<br />
<strong>Het</strong> Liberalisme in België. 200 jaar geschiedenis. Brussel, 1989, 83-90.<br />
♦ DREESE, M. «Archives and documentation». ARCHIVUM, XXX (1984) 53-63.<br />
♦ FLESSING, E. «Fachgruppe 6 : Archivare an Archiven der Parlement, der politische Parteien,<br />
Stiftungen und Verbände». Der Archivar, LX (1987) 84-86.<br />
♦ GAUYE, O. «Spécificité des archives et convergeances avec les Bibliothèques, les Musées et les<br />
Centres de documentation». ARCHIVUM, XXX (1984) 17-23.
BIBLIOGRAFIE H -<br />
♦ GOOVAERTS, M. De radikale Liberalen en de evolutie in de verhouding tot de Liberale Partij te Antwerpen<br />
(1910-1930). Licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, dept. Nieuwste Geschiedenis, 1977-78.<br />
♦ HAEGEMAN, M. «De inventarisatie <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de priorij Onze-Lieve-Vrouw Ten Hove te<br />
Waarschoot, later te Gent (1445-1796)» in : J. Baerten, F. Scheelings en J. Verhelst eds. Archiefproblemen<br />
en -oplossingen. De eerste resultaten <strong>van</strong> de Bijzondere Licentie Archiveringstechnieken. Archiefinitiatie(f) 1.<br />
Brussel, 1991, 25-32.<br />
♦ HASCAL, V. Liberale Partij en PVV. Korte historiek der liberale familie in de twintigste eeuw. Brussel, 1977.<br />
♦ HOFMAN, J. Inventaris <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de Pacifistische Socialistische Partij (PSP) (1955-) 1957-1981.<br />
IISG-Werkuitgaven X. Amsterdam, 1990.<br />
♦ HONDIUS, H. en SCHREVEL, M. Inventaris <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij<br />
(SDAP) 1894-1946. IISG-Werkuitgaven I. Amsterdam, 1985.<br />
♦ HORSMAN, P.J. Syllabus. Ordenen <strong>van</strong> <strong>archieven</strong>. Voorlopige uitgave. Den Haag, 1986.<br />
♦ JANSSENS, G. «Archiefvorming». Bibliotheek- en Archiefgids, LXVII (1991/2) 230-236.<br />
♦ LEESCH, W. «Deutsche Parlements-, Partei- und Gewerkschaftsarchive». Archief- en Bibliotheekwezen<br />
<strong>van</strong> België, LX (1989) 24-29.<br />
♦ LEFEVRE, P. «De Liberale Partij als organisatie <strong>van</strong> 1846 tot 1914» in : Verhulst, A. en Hasquin, H.<br />
<strong>Het</strong> Liberalisme in België. 200 jaar geschiedenis. Brussel, 1989, 75-82.<br />
♦ LEFRANC, P. «Les archives du Rassemblement du peuple français à l'Institut Charles de Gaulle». La<br />
Gazette des Archives, CXLVIII (1990) 24-29.<br />
♦ LESAGE, X. «De inventarisatie <strong>van</strong> het modern stadsarchief <strong>van</strong> Nieuwpoort (1796-1945). Kritische<br />
noot bij de decimale ordeningsmethode <strong>van</strong> de Vereniging <strong>van</strong> Belgische Steden en Gemeenten» in :<br />
J. Baerten, F. Scheelings en J. Verhelst eds. Archiefproblemen en -oplossingen. De eerste resultaten <strong>van</strong> de<br />
Bijzondere Licentie Archiveringstechnieken. Archiefinitiatie(f) 1. Brussel, 1991, 43-59.<br />
♦ LUYCKX, T. en PLATEL, M. Politieke geschiedenis <strong>van</strong> België. 2 dln. Antwerpen, 1985.<br />
♦ LUYTEN, D. Politieke machtsverhoudingen binnen de 'vereenigde Liberalen <strong>van</strong> Antwerpen' in de periode<br />
1870-1884. Licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, dept. Nieuwste Geschiedenis, 1982-83.<br />
♦ MALVOZ, L. en VERBIST, C. Een België <strong>van</strong> 589 gemeenten. Bestuursgeografische aspecten <strong>van</strong> de<br />
samenvoegingen. Brussel, 1981.<br />
♦ MATERNE, J. «Ordeningsfundamenten bij de inventarisatie <strong>van</strong> bedrijfs<strong>archieven</strong>. <strong>Het</strong> geval <strong>van</strong> de<br />
Antwerpse NV L'Union Commerciale et industrielle/De Handels- en Nijverheidsvereniging (1900-<br />
1972)» in : J. Baerten, F. Scheelings en J. Verhelst eds. Archiefproblemen en -oplossingen. De eerste<br />
resultaten <strong>van</strong> de Bijzondere Licentie Archiveringstechnieken. Archiefinitiatie(f) 1. Brussel, 1991, 89-104.<br />
♦ MENU, P. Congresresoluties <strong>van</strong> de Vlaamse politieke partijen. 4. De Liberale Partij/Partij voor Vrijheid en<br />
Vooruitgang 1945-1992. Steunpunt Sociopolitiek Systeem. Gent, 1994.<br />
♦ MERTENS, J. «Vereisen archief en documentatie een specifieke benadering ?». Bibliotheek- en<br />
Archiefgids, LXV (1989/3) 298-302.<br />
♦ MÜLLER, S.; FEITH, J. en FRUIN, R. Handleiding voor het ordenen en beschrijven <strong>van</strong> <strong>archieven</strong>.<br />
Groningen, 1920.<br />
♦ PAUL, H.-H. «Archivare an Parlementsarchive und Archiven politischer Parteien und Verbände.<br />
Bericht der Fachgruppe 6». Der Archivar, XXXVI (1983) 61-62, XXXVII (1984) 77.<br />
♦ PREVENIER, W. «<strong>Het</strong> eigen gezicht <strong>van</strong> de liberale partij in Vlaanderen, 1961-81». Ons Erfdeel, (1982)<br />
186-206.<br />
♦ PUT, E. «Archiefvormers in kaart brengen : moeilijkheden en mogelijkheden» in : Aspects<br />
methodologiques de l'histoire de l'administration belge. Miscellanea Archivistica Studia XI.<br />
♦ REYNAERT, H. Interne Belgische politiek. Partim : de liberalen. Gent, 1993.<br />
♦ SMETS, E. «De inventarisatie <strong>van</strong> de oude <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> Budingen» in : J. Baerten, F. Scheelings en J.<br />
Verhelst eds. Archiefproblemen en -oplossingen. De eerste resultaten <strong>van</strong> de Bijzondere Licentie Archiveringstechnieken.<br />
Archiefinitiatie(f) 1. Brussel, 1991, 33-42.<br />
♦ VAN DEN EECKHOUT, P. «Naoorlogse politieke en syndicale <strong>archieven</strong> in België». Archief- en<br />
Bibliotheekwezen <strong>van</strong> België, LX (1989) 3-40.<br />
♦ VAN DER CRUYSSEN, C. «Horen boeken thuis in een archiefbestand ?». Bibliotheek-en Archiefgids,<br />
LXIX (1993/3) 110-118.
BIBLIOGRAFIE - I<br />
♦ VAN DER HORST, A. Inventaris <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> het Revolutionair-Socialistisch Verbond (RSV), de<br />
Revolutionaire Socialistische Arbeiderspartij (RSAP) en enkele afdelingen, gewesten en federaties <strong>van</strong> RSP,<br />
RSP en Onafhankelijke Socialistische Partij (OSP) 1928-1940. IISG-Werkuitgaven XVII. Amsterdam,<br />
1992.<br />
♦ VAN DRIESSCHE, I. «Archiefbewaring door culturele <strong>verenigingen</strong>» in : J. Baerten, F. Scheelings en<br />
J. Verhelst eds. Archiefproblemen en -oplossingen. De eerste resultaten <strong>van</strong> de Bijzondere Licentie Archiveringstechnieken.<br />
Archiefinitiatie(f) 1. Brussel, 1991, 105-119.<br />
♦ VERHELST, J. Archief ordenen. (Onuitgegeven syllabus). Z.p., z.d.<br />
♦ VERHELST, J. De Antwerpse hoge burgerij. Haar voornaamste figuren en hun sociale oorsprong teruggaande<br />
tot 1794. Licentiaatsverhandeling, Rijksuniversiteit Gent, dept. Geschiedenis, 1960.<br />
♦ VERHULST, A. en HASQUIN, H. <strong>Het</strong> Liberalisme in België. 200 jaar geschiedenis. Brussel, 1989.<br />
♦ VERMOTE, M. «Archief en documentatie in het Archief en Museum <strong>van</strong> de Socialistische<br />
Arbeidersbeweging - Gent». Bibliotheek- en Archiefgids, LXV (1989/3) 321-324.<br />
♦ VERMOTE, M. Roger De Kinder (1947-1963) - BSP-Federatie Veurne-Oostende-Diksmuide (1946-1969) -<br />
BWP/BSP-afdeling Oostende (1939-1964). Gent, 1987.<br />
♦ VOERMAN, G. «De <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> Nederlandse politieke partijen». Nederlands Archievenblad, XCV<br />
(1991) 244-253.<br />
♦ VRANCKEN, I. Besluitvorming en werking binnen de PVV. Een onderzoek bij de nationale en gewestelijke<br />
partij-organen. Licentiaatsverhandeling Katholieke Universiteit Leuven, dept. Sociale Wetenschappen,<br />
1986.<br />
♦ VUNCKX, F. Federaties <strong>van</strong> gemeenten en grote agglomeraties. Licentiaatsverhandeling Vrije Universiteit<br />
Brussel, dept. Politieke Wetenschappen, 1970-71.<br />
♦ WILLEMS, M. Bibliografie <strong>van</strong> de Belgische politieke partijen. 2 dln. Leuven, 1978.<br />
♦ WITTE, E. «Aperçu des études consacrés aux partis belges». Revue de l'Université de Bruxelles,<br />
(1981/1-2) 97-124.<br />
♦ WITTE, E. Politiek en democratie. Omtrent de werking <strong>van</strong> de westerse democratieën in de 19de en 20ste<br />
eeuw. Brussel, 1990.<br />
♦ WITTE, E. en CRAEYBECKX, J. Politieke geschiedenis <strong>van</strong> België sinds 1830. Spanningen in een burgerlijke<br />
democratie. Antwerpen, 1981.<br />
♦ WITTE, E. en MEYNEN, A. «<strong>Het</strong> maatschappelijk-politiek leven in België 1945-1980». Algemene<br />
Geschiedenis der Nederlanden, XV (1982) 204-268.<br />
♦ YSEBAERT, C. Politicograaf. Politiek Zakboekje 1992. Antwerpen, 1992.
INLEIDEND HOOFDSTUK A -<br />
♦ Archiefbeheer in de praktijk. Alphen aan de Rijn, sinds 1986.<br />
♦ «Archiefwet en openbaarheid. Lezingen <strong>van</strong> de KVAN-stu<strong>die</strong>middag te Arnhem 30 maart 1995».<br />
Nederlands Archievenblad, IC (1995) 100-124.<br />
♦ Archives et documentation. Guide à l'usage des associations et des particuliers. Centre d'Animation et de<br />
Recherche en Histoire Ouvrière et Populaire (CARHOP). Brussel, 1993.<br />
♦ De Nieuwe Gazet, 32ste jrg. nr. 9918, 3 dec. 1928. «Inhuldiging <strong>van</strong> het Liberaal Huis».<br />
♦ De provincie vroeger en nu. Antwerpen. Gemeentekre<strong>die</strong>t <strong>van</strong> België : La Province hier et aujourd'hui -<br />
De provincie vroeger en nu. Brussel, 1976.<br />
♦ «Een kritische doorlichting <strong>van</strong> de huidige methoden tot ontsluiting <strong>van</strong> <strong>archieven</strong>. Handelingen <strong>van</strong><br />
de stu<strong>die</strong>dag ingericht door de Sectie Archief <strong>van</strong> de VVBAD te Brussel op 18 april 1986». Bibliotheek-<br />
en Archiefgids, LXII (1987/2) 101-144.<br />
♦ <strong>Het</strong> blauwe vademecum <strong>van</strong> het arrondissement Antwerpen. Provinciaal Kaderinstituut Antwerpen en<br />
VLD-arrondissementsfederatie Antwerpen. Antwerpen, 1993.<br />
♦ Inventaris archief Katholiek Partij - CVP Antwerpen. KADOC. Leuven, z.d. (onuitgegeven).<br />
♦ Leidraad bij de lessen in het ordenen en beschrijven <strong>van</strong> <strong>archieven</strong>. Nederlandse Rijksarchiefschool. Den<br />
Haag, 1983.<br />
♦ Leidraad voor de inventarisatie <strong>van</strong> lokale overheids<strong>archieven</strong> <strong>van</strong> het Ancien Régime.<br />
♦ Lexicon <strong>van</strong> Nederlandse archieftermen. Den Haag, 1983.<br />
♦ Praktische aanwijzingen voor de selectie en vernietiging <strong>van</strong> stukken <strong>van</strong> een archief <strong>van</strong> een particuliere instelling.<br />
Centraal Register <strong>van</strong> Particuliere Archieven. Den Haag, 1987.<br />
♦ Repertorium <strong>van</strong> zuilgebonden VZW's. 2. Liberale VZW's. Steunpunt Sociopolitiek Systeem. Gent, 1993.<br />
Enkele inleidende vaststellingen<br />
DEEL 1 :<br />
ARCHIEFTHEORETISCHE PROBLEEMSTELLINGEN<br />
In de loop <strong>van</strong> 1992 en 1993 werd in enkele keren archiefmateriaal dat de Antwerpse liberale partij<br />
betrof naar het Liberaal Archief overgebracht 1 . Bij nader toezien bleek het om een conglomeraat <strong>van</strong><br />
<strong>archieven</strong>, deelarchiefjes en documentatie te gaan, waar<strong>van</strong> de oudste documenten dateren <strong>van</strong> ca. 1945,<br />
de jongste <strong>van</strong> 1992. Uit de voorlopige en gedeeltelijke ontsluiting door Geertrui Coppens, kon worden<br />
opgemaakt dat het archieffonds door ten minste vier verschillende <strong>verenigingen</strong> was gevormd : LP- en<br />
PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen, de Samenwerkende Vennootschap <strong>Het</strong> Liberaal Huis en de PVVafdeling<br />
Antwerpen-stad. Nochtans is het fonds in zijn geheel afkomstig <strong>van</strong> één en dezelfde<br />
bewaarplaats, met name het lokaal <strong>van</strong> de Antwerpse liberale arrondissementsfederatie aan het Kome<strong>die</strong>plein;<br />
het Liberaal Huis 2 . Samenvattend kan worden gesteld dat we te maken hadden met een<br />
conglomeraat <strong>van</strong> archief en documentatie dat door een zekere graad <strong>van</strong> wanorde en vermenging<br />
werd gekenmerkt en voornamelijk uit <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> geledingen <strong>van</strong> een politieke partij bestond.<br />
Deze vaststelling riep een aantal vragen op. Hoe moet worden omgesprongen met een<br />
verzameling <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> aan elkaar verwante <strong>verenigingen</strong> ? Waar ligt het onderscheid tussen archief<br />
en documentatie ? Hoe kunnen de verschillende archiefvormers uit elkaar worden gehouden ? Wat is de<br />
1<br />
Voor een meer uitvoerige geschiedenis verwijzen we naar het inleidende hoofdstuk <strong>van</strong> deel 2.<br />
2 Zie hiervoor de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis. We willen er overigens voor waarschuwen dat<br />
men <strong>die</strong> vereniging niet mag verwarren met het gebouw het Liberaal Huis dat als partijlokaal fungeerde en door SV <strong>Het</strong><br />
Liberaal Huis werd aangekocht.
INLEIDEND HOOFDSTUK B -<br />
precieze betekenis <strong>van</strong> een archiefvormer ? Is dat de partij in haar geheel of vormt daarentegen elke<br />
geleding een afzonderlijk archief ? Wat was er de oorzaak <strong>van</strong> dat deze <strong>archieven</strong> in één gebouw<br />
werden bewaard ? Wat was de oorzaak <strong>van</strong> wanorde en vermenging ? In hoeverre stellen<br />
partij<strong>archieven</strong> specifieke problemen aan de inventarisator ? Wat is het belang <strong>van</strong> het feit dat partijen<br />
feitelijke <strong>verenigingen</strong> zijn en m.a.w. geen rechtspersoonlijkheid bezitten ? Welke invloeden heeft dat op<br />
archiefvorming, openbaarheid, selectie, vernietiging en zo meer ?<br />
Deze vragen zullen hierna worden behandeld <strong>van</strong>uit de bestaande literatuur hieromtrent. <strong>Het</strong><br />
eerste onderdeel spitst zich toe op de tegenstelling tussen archief en documentatie. Een probleemstelling<br />
<strong>die</strong> we zullen kaderen in de context <strong>van</strong> archief- en documentatiecentra, zoals het Liberaal Archief er een<br />
is. In een tweede luik zal nader worden ingegaan op de wijze waarop de inventarisatie <strong>van</strong> partijarchief<br />
moet gebeuren. <strong>Het</strong> derde en laatste stuk zal zijn gewijd aan het gebrek aan wetgeving dat<br />
partij<strong>archieven</strong> kenmerkt. We zullen ons hierna hoofdzakelijk beperken tot het schetsen <strong>van</strong> de<br />
problematiek, al kunnen hier en daar aan de hand <strong>van</strong> de bestaande literatuur al enige richtinggevende<br />
antwoorden worden vooropgesteld. Elke oplossing zal echter steeds worden getoetst aan de praktische<br />
bevindingen <strong>die</strong> in deel 2 aan bod komen, zodat in deel 3 een aantal conclusies kunnen worden<br />
getrokken.
INLEIDEND HOOFDSTUK C -<br />
1.1. Waar ligt het onderscheid tussen archief en documentatie en hoe gaan archief- en<br />
documentatiecentra met <strong>die</strong> problematiek om ?<br />
Vooraleer hierop een antwoord of een voorstel tot kan worden geformuleerd, moet even nader worden<br />
ingegaan op de specifieke doelstellingen <strong>van</strong> zulke centra. In tegenstelling tot gewone<br />
archiefinstellingen worden de archief- en documentatiecentra voortdurend geconfronteerd met deze<br />
problematiek. Voor een archiefinstelling volstaat het meestal ruimschoots om te bepalen waar het<br />
onderscheid tussen beide ligt, zodat het documentatiemateriaal kan worden afgescheiden <strong>van</strong> het<br />
eigenlijke archief. Archief- en documentatiecentra daarentegen hebben een andere rol. Voor hen spelen<br />
beide vormen <strong>van</strong> documenten een quasi even belangrijke en vaak zelfstandige rol. Zoals de naam het<br />
zegt hebben zij immers een dubbele taak <strong>die</strong> erin bestaat zowel archief als documentatie te beheren, te<br />
ontsluiten en zo toegankelijk mogelijk te maken. Deze centra ont<strong>van</strong>gen niet enkel <strong>archieven</strong>, maar ook<br />
tijdschriften, boeken, knipsels, foto's... De aanwezigheid <strong>van</strong> beide soorten documenten impliceert dat<br />
binnen dergelijke instellingen getracht moet worden de tegenstelling archief versus documentatie te<br />
overbruggen zonder afbreuk te doen aan de regels <strong>van</strong> zowel de archivistiek als de documentatiewetenschap.<br />
Vooral de archivistiek is in deze zeer kwetsbaar, vermits de klassieke ontsluiting <strong>die</strong><br />
inventarissen bieden vaak niet voldoen aan de moderne eisen inzake snelle en efficiënte informatieverschaffing<br />
aan de gebruiker. Aangezien de laatste jaren vele archief- en documentatiecentra als<br />
paddestoelen uit de grond oprijzen, is deze vraagstelling zeer actueel.<br />
Om de tegenstelling tussen beide soorten <strong>van</strong> documenten aan te duiden kunnen we het best<br />
terugvallen op een aantal opvattingen <strong>die</strong> daarover bestaan 3 . Alle auteurs geven aan dat er wel degelijk<br />
een verschil is tussen beide. Alleen is men het er niet steeds over eens waaruit dat verschil dan wel mag<br />
bestaan. Eigenlijk kunnen twee verschillende stromingen worden onderscheiden. Aan de ene kant zijn<br />
er <strong>die</strong>genen <strong>die</strong> met A.J.M. Den Teuling stellen dat archiefbescheiden altijd documentatie zijn, terwijl het<br />
omgekeerde onwaar is. Hieruit kan worden opgemaakt dat archief een onderdeel <strong>van</strong> documentatie is.<br />
Anderen zeggen dan weer dat beide vormen een onderdeel zijn <strong>van</strong> informatie, waarbij archief als<br />
informatie in samenhang moet worden gezien. Documentatie daarentegen is op zichzelf staande<br />
informatie. Welke <strong>van</strong> deze twee stromingen het gelijk aan haar kant heeft willen we hier in het midden<br />
laten. Veel belangrijker is namelijk dat er een duidelijk onderscheid bestaat tussen archief en<br />
documentatie dat voornamelijk gekenmerkt wordt door de wijze <strong>van</strong> ontstaan. Een archief wordt<br />
spontaan gevormd, zonder vooropgesteld doel, <strong>van</strong>uit de functies en taken <strong>van</strong> een persoon of<br />
instelling. Documentatie daarentegen wordt bewust verzameld; met het oog op een bepaald doel.<br />
Refererend naar de definitie <strong>van</strong> archief kan worden gesteld dat een documentaire verzameling niet<br />
naar zijn aard bestemd is om te berusten onder de persoon of de instelling <strong>die</strong> de stukken verzamelt 4 .<br />
Dit belangrijke onderscheid vereist ook een verschil in aanpak bij de behandeling en de ontsluiting.<br />
Archieven worden beschreven en geordend volgens hun functie, documenten naar de inhoud. Volgens<br />
J. Mertens is een inhoudelijke ontsluiting <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> uitgesloten. Daarom zal een archivaris <strong>van</strong> een<br />
archiefinstelling wanneer hij begint met de voorbereiding <strong>van</strong> een inventarisatie in eerste instantie<br />
steeds pogen om documentatie <strong>van</strong> het archief af te scheiden. <strong>Het</strong> betreft immers documenten <strong>die</strong><br />
vreemd zijn aan het archief en niet passen in de definitie <strong>van</strong> wat een archief is. Hoogstens kan<br />
geoordeeld worden dat bepaalde documentatie kan worden beschouwd als onontbeerlijk voor de<br />
raadpleging <strong>van</strong> een archief. Dergelijke gevallen doen zich bv. voor wanneer documentatie zeer nauw<br />
aansluit bij één <strong>van</strong> de functies <strong>van</strong> de archiefvormer. Dan kan worden besloten na de eigenlijke<br />
inventaris een lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie op te nemen 5 .<br />
3 Mertens, «Archief en documentatie», 298-300; Gauye, «Specificité et convergeances», 17-19; Dreese, «Archives and<br />
documentation», 53-54.<br />
4 Lexicon, 13-14.<br />
5 Dat betekent echter niet dat het zo eenvoudig is om in de praktijk steeds een scheidslijn te trekken tussen wat nu archief<br />
is en wat documentatie. Christine Van der Cruyssen toonde aan welke verschillende mogelijke oplossingen bestaan<br />
wanneer zich boeken in het archief bevinden : Van der Cruyssen, «Horen boeken thuis ?», 110-118.
INLEIDEND HOOFDSTUK D -<br />
Daar eindigen de problemen voor een archief<strong>die</strong>nst. Archief- en documentatiecentra<br />
daarentegen moeten beide soorten informatie, zeg maar, bewaren en ontsluiten. Dat zou in theorie<br />
willen zeggen dat beide soorten volgens geëigende wijzen zouden moeten worden ontsloten. De vraag<br />
is echter of een dergelijke oplossing voor conglomeraten <strong>van</strong> archief en documentatie zomaar mogelijk<br />
of zelfs wenselijk is. Boven<strong>die</strong>n behoort het tot de opdracht <strong>van</strong> een archief- en documentatiecentrum<br />
om bezoekers informatie te verschaffen of een instrumentarium aan te reiken waardoor ze hun weg<br />
kunnen vinden in de gegevens <strong>die</strong> binnen de instelling aanwezig zijn, ongeacht de vorm <strong>van</strong> het<br />
document of de drager <strong>die</strong> de gegevens bevat. Dat vraagt m.a.w. om een geïntegreerde ontsluiting,<br />
zodat de bezoeker niet elk type <strong>van</strong> documenten afzonderlijk of op een andere wijze moet gaan<br />
raadplegen. Dat impliceert dan weer dat op één of andere wijze een compromis moet worden gevonden<br />
in de ontsluiting, in de verschillende aanpak <strong>die</strong> archief en documentatie vereisen. Mag m.a.w. met het<br />
oog op een zo goed mogelijke ontsluiting en informering <strong>van</strong> de «klant» voorbij worden gegaan aan<br />
archivistische of documentalistische principes ? Of is het misschien mogelijk, zonder afbreuk te doen<br />
aan beide wetenschappen, toch een zo goed mogelijke <strong>die</strong>nstverlening te verschaffen.<br />
Om hierop een antwoord te vinden, besloten we even na te gaan hoe de zusterinstellingen <strong>van</strong><br />
het Liberaal Archief met deze problematiek omspringen 6 . In het ADVN maakt men onderscheid tussen<br />
grote en kleine schenkingen en losse stukken. De eerste groep wordt als geheel behandeld en<br />
opgeborgen, en via een inventaris ontsloten. Voor de kleinere schenkingen wordt opnieuw een<br />
onderscheid gemaakt tussen coherente en heterogene. Enkel de laatste categorie wijkt af <strong>van</strong> de aanpak<br />
<strong>van</strong> grote schenkingen. Deze stukken worden in een inventaris - wellicht slaat dit op een soort <strong>van</strong><br />
plaatsingslijst - beschreven en worden naderhand volgens een meer logisch systeem geclasseerd. Elk<br />
stuk wordt om <strong>die</strong> reden voorzien <strong>van</strong> het «stortingsnummer» en vervolgens in thematische mappen<br />
ondergebracht. Losse stukken worden rechtstreeks in een systeem ingepast dat opgebouwd is rond het<br />
thema nationalisme op basis <strong>van</strong> een decimale indeling. <strong>Het</strong> Vlaams-Nationalistische archief- en<br />
documentatiecentrum neigt er m.a.w. toe meer belang te hechten aan de uiteindelijke informatie dan<br />
aan de samenhang <strong>die</strong> tussen documenten bestaat. Alhoewel duidelijke archiefbestanden in hun geheel<br />
worden behandeld en nergens een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen archief en<br />
documentatie. Dat verschil is volgens de auteur voor een instelling <strong>die</strong> zich met historisch materiaal<br />
bezighoudt trouwens weinig rele<strong>van</strong>t. De uiteenzetting toont anderzijds duidelijk aan dat nog geen<br />
welomschreven aanpak bestaat voor het behandelen <strong>van</strong> conglomeraten <strong>van</strong> <strong>archieven</strong>, archiefjes en<br />
documentatie. Nergens wordt nauwkeurig omschreven wat als archief kan worden beschouwd; wat als<br />
documentatie moet worden afgesplitst en wat daarmee dan wel <strong>die</strong>nt te worden aange<strong>van</strong>gen. Evenmin<br />
wordt duidelijk gemaakt hoe <strong>die</strong> losse stukken op termijn eventueel kunnen worden ingepast in een<br />
archief.<br />
In het overzicht dat Michel Vermote <strong>van</strong> de werking <strong>van</strong> het AMSAB geeft, maakt hij een<br />
onderscheid tussen de beginjaren <strong>van</strong> deze instelling en de huidige situatie. In het verleden werd door<br />
mensen <strong>die</strong> uit de bibliotheeksector kwamen, gewerkt met een thematische ordening zodat<br />
archiefmateriaal mee werd opgenomen in documentaire verzamelingen. Vanaf 1982 - de eigenlijke start<br />
<strong>van</strong> het AMSAB - gooide men het roer radicaal om en werden de nieuwe aanwinsten per archiefvormer<br />
behandeld. Tegelijkertijd werd getracht de reeds bestaande documentaire collectie te ontmantelen. Op<br />
dit ogenblik wordt <strong>van</strong> elke schenking een «stortingslijst» opgemaakt waarin de stukken in grote lijnen<br />
worden beschreven. Naderhand kunnen stukken worden overgebracht naar verzamelingen, mits<br />
uitdrukkelijke vermelding op <strong>die</strong> stortingslijst. Anderzijds gebeurt het ook dat verzamelingen <strong>die</strong> bij een<br />
archief horen en voor de raadpleging er<strong>van</strong> rele<strong>van</strong>t zijn, in de archiefinventaris worden opgenomen.<br />
Schenkingen <strong>die</strong> louter uit documentatie bestaan worden daarentegen onmiddellijk verspreid over de<br />
bestaande verzamelingen. Een heel andere categorie bestaat echter uit conglomeraten <strong>van</strong> deel<strong>archieven</strong><br />
en documentatiemateriaal <strong>die</strong> vaak worden gevormd door politieke mandatarissen of secretarissen<br />
bijvoorbeeld. Hiermee wordt ons inziens de kern aangehaald <strong>van</strong> de problemen <strong>die</strong> karakteristiek zijn<br />
voor archief- en documentatiecentra en waar<strong>van</strong> het hier behandelde archieffonds een uitstekend<br />
voorbeeld vormt. Volgens de redenering <strong>van</strong> het AMSAB is de waarde <strong>van</strong> dit geheel minder groot dan<br />
<strong>die</strong> <strong>van</strong> een archief. Daarom mogen archiefstukken uit <strong>die</strong> collectie worden verwijderd en volgens het<br />
6 Zie voor KADOC : Kwanten, «Ontsluitingstechnieken», 317-318; voor AMSAB : Vermote, «Archief en documentatie»,<br />
321-324; voor ADVN : D'Haese, «Archief of documentatie», 325-328.
INLEIDEND HOOFDSTUK E -<br />
bestemmingsbeginsel overgebracht worden naar bekende <strong>archieven</strong>. Voor de stukken <strong>die</strong> niet tot één<br />
<strong>van</strong> de gekende <strong>archieven</strong> behoren, maar toch als archiefstuk kunnen worden bestempeld, wordt beroep<br />
gedaan op het zogenaamde «los archief» waarin al <strong>die</strong> stukken worden verzameld. De aanpak <strong>van</strong> de<br />
socialistische tegenhanger lijkt meer aandacht en zorg te besteden aan de archivistische principes. Aan<br />
de andere kant worden collecties documentatie gevormd volgens eigen regels. Deze instelling heeft ook<br />
een voorlopige oplossing gevonden voor het probleem <strong>van</strong> de losse archiefstukken; stukken m.a.w.<br />
waar<strong>van</strong> de oorspronkelijke band met de andere archiefstukken geheel of gedeeltelijk teniet is gegaan.<br />
<strong>Het</strong> KADOC tot slot maakt een duidelijk onderscheid in de aanpak <strong>van</strong> archief en documentatie,<br />
wat tot uiting komt in de wijze <strong>van</strong> ontsluiting. Archief wordt formeel, documentatie inhoudelijk<br />
ontsloten. De tegenstelling <strong>die</strong> daar<strong>van</strong> het gevolg is poogt men weg te werken door gebruik te maken<br />
<strong>van</strong> de computer. In het KADOC heeft men er dus voor gekozen om beide vormen <strong>van</strong> informatie op de<br />
hun geëigende wijze te behandelen en tegelijkertijd toch de nadelen daar<strong>van</strong> in de vorm <strong>van</strong> de<br />
moeilijker consulteerbaarheid <strong>van</strong> archief te trachten te omzeilen. Eenzelfde optie is recent genomen in<br />
het Navorsings- en Stu<strong>die</strong>centrum voor de Geschiedenis <strong>van</strong> de Tweede Wereldoorlog. Daar poogt men naast de<br />
klassieke ontsluitingsmiddelen als inventarissen, repertoria en catalogi een overkoepelend zoeksysteem<br />
<strong>van</strong> trefwoorden aan te bieden waarmee zowel archief, bibliotheek als documentaire verzamelingen zijn<br />
ontsloten of dat in de toekomst althans zouden moeten zijn.<br />
Voorlopig kunnen we de conclusie trekken dat de meeste archief- en documentatiecentra zoveel<br />
mogelijk de regels <strong>van</strong> zowel archivistiek als documentalisme na willen leven. Dat neemt echter niet<br />
weg dat zij pogingen blijven ondernemen om te komen tot een betere ontsluiting <strong>van</strong> het materiaal<br />
<strong>van</strong>uit documentair oogpunt. Anderzijds blijkt dat de conglomeraten <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> en documentatie<br />
een specifieke bezorgdheid uitmaken <strong>van</strong> deze centra.<br />
Een kwestie <strong>die</strong> - voor zover ons bekend althans - in de literatuur niet of nauwelijks aan bod<br />
komt heeft betrekking op de toeleveraars <strong>van</strong> de genoemde centra. Sinds de jaren tachtig bezit in België<br />
elke zuil haar eigen archief- en documentatiecentrum. Voor de toelevering <strong>van</strong> materiaal zijn deze<br />
instellingen sterk gebonden aan de <strong>verenigingen</strong> <strong>die</strong> tot <strong>die</strong> zuil behoren. Slechts wat de <strong>verenigingen</strong><br />
willen afstaan, kan worden bewaard en ontsloten. Aan de andere kant staan vele <strong>verenigingen</strong> zeer<br />
recent materiaal af, dat - voor wat het archiefmateriaal aangaat - vaak nog (semi)-dynamisch kan<br />
worden genoemd. Dat houdt in dat veel <strong>van</strong> het afgestane materiaal te allen tijde door de schenkende<br />
persoon of instelling kan worden opgevraagd. De zuilgebonden archief- en documentatiecentra staan<br />
dus in een speciale relatie tot de toeleveraars <strong>die</strong> immers geen verplichting tot neerlegging hebben. <strong>Het</strong><br />
is dan ook nodig voor de zuilgebonden centra om hun geloofwaardigheid op te bouwen door het<br />
verzekeren <strong>van</strong> de privacy of de uitbouw <strong>van</strong> een goede <strong>die</strong>nstverlening naar de achterban toe. Die<br />
<strong>die</strong>nstverlening kan bv. inhouden dat informatie <strong>die</strong> zich in het afgestane materiaal bevindt snel en<br />
efficiënt naar de schenker kan worden doorgespeeld, in<strong>die</strong>n daar vraag naar is. Anderzijds is het echter<br />
zo dat zeer veel <strong>verenigingen</strong> al hun materiaal, tot het recentste toe, afstaan en zodoende over geen<br />
eigen archief of documentatiebestand meer beschikken. Dat verhoogt hun afhankelijkheid tegenover het<br />
archief- en documentatiecentrum. Eén en ander heeft zijn gevolgen op de bewaartermijnen en op de<br />
politiek <strong>van</strong> vernietiging en selectie. Zolang bepaalde zaken kunnen worden opgevraagd zal selectie<br />
moeten worden uitgesteld. <strong>Het</strong>zelfde probleem stelt zich overigens voor tijdschriften en andere<br />
documentatie. Wanneer een bepaald tijdschriftnummer bv. <strong>die</strong>nt geraadpleegd, zal beroep moeten<br />
worden gedaan op het centrum. Ook dan kan niet zomaar materiaal worden vernietigd 7 . We komen op<br />
deze problematiek echter terug wanneer we het hebben over partijarchief en wetgeving. Eerst<br />
behandelen we nog de bijzondere problemen <strong>die</strong> aan de inventarisator bij het ordenen <strong>van</strong> partijarchief<br />
worden gesteld.<br />
1.2. Welke specifieke problemen stelt partijarchief ?<br />
1.2.1. STATUS QUAESTIONIS<br />
7 Dat is trouwens de reden waarom in het behandelde archieffonds geen selectie plaatsvond. In deel 3 zal daarom worden<br />
aangegeven welke stukken voor vernietiging in aanmerking zouden kunnen komen.
INLEIDEND HOOFDSTUK F -<br />
Zonder overdrijven kan worden gesteld dat de archivistiek in het kader <strong>van</strong> verenigingsarchief, maar<br />
vooral op het vlak <strong>van</strong> partijarchief in het bijzonder nog in zijn kinderschoenen staat. Voor wat de<br />
Belgische literatuur betreft, moet in dat geval zelfs <strong>van</strong> een eufemisme gewag worden gemaakt. <strong>Het</strong><br />
raadplegen <strong>van</strong> diverse handboeken, tijdschriften en bibliografieën leverde slechts enkele artikels op <strong>die</strong><br />
het hebben over politieke partij<strong>archieven</strong> 8 . De belangrijkste oorzaak hiervoor moet ons inziens worden<br />
gezocht in de definitie <strong>van</strong> de term archief <strong>die</strong> de Nederlandse archivarissen Müller, Feith en Fruin rond<br />
de vorige eeuwwisseling hanteerden en <strong>die</strong> tot <strong>die</strong>p in de twintigste eeuw gevolgd werd 9 . Voor hen<br />
bleef archief beperkt tot <strong>die</strong> stukken <strong>die</strong> door functionarissen in het kader <strong>van</strong> hun openbare functie<br />
werden gevormd. Hun opvattingen genoten internationale erkenning en hielden dan ook lang stand.<br />
Pas tijdens de laatste decennia kwam hierin enige verandering. De definities werden volgens de huidige<br />
wetenschappelijke tendensen bijgeschaafd en gemoderniseerd zodat nu ook personen en <strong>verenigingen</strong><br />
als archiefvormers kunnen worden beschouwd. Volgens het Lexicon <strong>van</strong> Nederlandse Archieftermen uit<br />
1982 is een archief «het geheel <strong>van</strong> archiefbescheiden, ont<strong>van</strong>gen of opgemaakt door een instelling,<br />
persoon of groep personen». Als archiefbescheiden werden beschouwd «al <strong>die</strong> bescheiden <strong>die</strong> ongeacht<br />
hun vorm, naar hun aard bestemd zijn om te berusten onder de instelling, persoon of groep personen<br />
<strong>die</strong> deze heeft ont<strong>van</strong>gen of opgemaakt uit hoofd <strong>van</strong> zijn/haar activiteiten of vervulling <strong>van</strong> zijn/haar<br />
taken». In de bijhorende commentaar werd uitgelegd dat deze aanpassingen nodig waren om aan te<br />
geven dat niet alleen rechts- en natuurlijke personen, maar ook groepen <strong>van</strong> natuurlijke personen<br />
archief vormen en om ook bedrijfs-, persoonlijk en verenigingsarchief in de definitie <strong>van</strong> archief te laten<br />
passen 10 .<br />
Deze nieuwe inzichten leidden vooralsnog allerminst tot een boom <strong>van</strong> de wetenschappelijke<br />
literatuur in verband met de nieuw veroverde archiefterritoria. Voorlopig blijft de klassieke archivistiek<br />
- <strong>die</strong> in de eerste plaats overheidsarchief betreft - de boventoon voeren. Slechts mondjesmaat verschijnen<br />
geleidelijk aan enkele artikels over verenigings- en bedrijfs<strong>archieven</strong>. Bijdragen over partij<strong>archieven</strong><br />
blinken het meest uit in afwezigheid. De weinige artikels <strong>die</strong> wel voorkomen beperken zich<br />
hoofdzakelijk tot het opsommen <strong>van</strong> de archiefbewaarplaatsen waarin zich <strong>archieven</strong> en andere<br />
informatie bevinden <strong>die</strong> betrekking hebben op politieke partijen en hun aanverwante organisaties,<br />
zonder daarbij in te gaan op archivistische probleemstellingen. Een mooi voorbeeld daar<strong>van</strong> was te<br />
vinden in het tijdschrift Archief- en Bibliotheekwezen in België dat een themanummer wijdde aan<br />
partijarchief. In elke bijdrage werd de toestand in één bepaald land beschreven. Zo werd in de bijdrage<br />
over België door P. Van den Eeckhout per archief<strong>die</strong>nst aangegeven wat de belangrijkste <strong>archieven</strong> zijn<br />
waarover men beschikt. Daarnaast werd ook aangegeven wat daar<strong>van</strong> via plaatsingslijsten of<br />
inventarissen werd ontsloten. Dat maakte meteen duidelijk dat op het einde <strong>van</strong> de jaren tachtig<br />
nagenoeg geen <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> politieke partijen waren ontsloten. Dat staat vaak in schril contrast met de<br />
inventarisatie <strong>van</strong> bv. persoonlijke <strong>archieven</strong>.<br />
De situatie in Nederland en vele andere buurlanden is overigens niet veel rooskleuriger. Gerrit<br />
Voerman gaf in een artikel een degelijk overzicht <strong>van</strong> de in Nederland gepubliceerde inventarissen <strong>van</strong><br />
partijarchief. Maar wat meer is; ze werden eveneens op hun waarde beoordeeld. Als eerste conclusie<br />
kan dus worden gesteld dat tot nog toe geen theoretische artikels omtrent partijarchief verschenen.<br />
Duitsland is de spreekwoordelijke uitzondering <strong>die</strong> de regel bevestigt. Daar bestaat immers een<br />
werkgroep <strong>die</strong> regelmatig vergadert en zich uitsluitend met deze groep <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> bezighoudt 11 . De<br />
Mitteilungen <strong>die</strong> door <strong>die</strong> werkgroep worden gepubliceerd konden echter niet worden geraadpleegd.<br />
Een laatste indicatie voor de stiefmoederlijke behandeling <strong>van</strong> partijarchief werd geboden door een<br />
bibliografie <strong>van</strong> de hand <strong>van</strong> Rombout Nijssen, medewerker <strong>van</strong> het Rijksarchief 12 . Eén <strong>van</strong> de<br />
rubrieken waarin de handboeken werden onderverdeeld, betroffen bijzondere <strong>archieven</strong>. Vooral de<br />
8 Die algemene werken en tijdschriften staan vermeld in de bibliografie.<br />
9 Müller, Feith en Fruin, Handleiding, 1.<br />
10 Lexicon, 13.<br />
11 <strong>Het</strong> betreft Fachgruppe 6; Archivare an Archiven der Politischen Parteien, Stiftungen und Verbände.<br />
12 Nijssen, Handboeken archiefbeheer, 137-161.
INLEIDEND HOOFDSTUK G -<br />
klassieke <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> overheids- en kerkelijke instellingen kwamen ruim aan bod. Daarnaast werd<br />
ook al behoorlijk wat ruimte vrijgemaakt voor bedrijfsarchief en in minderde mate voor <strong>archieven</strong> <strong>van</strong><br />
medische en onderwijsinstellingen en <strong>van</strong> personen en families. Van verenigingsarchief in het algemeen<br />
of partijarchief in het bijzonder werd echter met geen woord gerept.<br />
Zoals gezegd bleek uit de literatuur de beperktheid <strong>van</strong> het aantal inventarissen met betrekking<br />
tot de groepen nieuwe archiefvormers. Men hoeft er bv. slechts Nieuws <strong>van</strong> Archieven op na te slaan om<br />
dit te verifiëren. Geen 10 % <strong>van</strong> de in Nederland gepubliceerde inventarissen blijkt niet-overheids<strong>archieven</strong><br />
te betreffen. De oorzaak hiervoor valt niet ver te zoeken. De meeste archivarissen zijn - vooral in<br />
ons land - nog steeds tewerkgesteld in archiefinstellingen <strong>die</strong> afhangen <strong>van</strong> één of andere overheid en<br />
worden dus vooral met dat soort <strong>archieven</strong> geconfronteerd. In het Belgisch Rijksarchief kunnen wel<br />
andere <strong>archieven</strong> worden gedeponeerd, maar deze instelling voert daaromtrent - onder meer om<br />
financiële redenen - geen actieve acquisitiepolitiek, eerder integendeel. Toch bevinden zich onder de<br />
collecties <strong>van</strong> het Rijksarchief vrij veel bedrijfs<strong>archieven</strong>. Dit verklaart wellicht waarom rond <strong>die</strong> vorm<br />
<strong>van</strong> archief de laatste tijd wel enig werk werd verricht, net zoals dat voor <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> kerkelijke<br />
instellingen trouwens het geval is. Toch mag worden gesteld dat, gezien de grote verscheidenheid<br />
binnen de verenigings<strong>archieven</strong>, deze sector nog steeds goeddeels ondervertegenwoordigd is. Zoals<br />
reeds gezegd, zijn de meeste archivarissen niet alleen tewerkgesteld in de openbare sector, maar zijn ze<br />
boven<strong>die</strong>n precies vooral geschoold in of vertrouwd met overheidsarchief.<br />
Zoals uit het artikel <strong>van</strong> Gerrit Voerman kon worden geconcludeerd, werd gedurende het<br />
laatste decennium in Nederland toch een poging ondernomen het wegwerken <strong>van</strong> de achterstand aan te<br />
vatten. Sinds<strong>die</strong>n publiceerde o.a. het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) verschillende<br />
inventarissen <strong>van</strong> 20ste-eeuws partijarchief. In ons land is men nog lang zover niet, al komen ook hier<br />
geleidelijk aan meer inventarissen <strong>van</strong> <strong>verenigingen</strong> uit. Deze evolutie is grotendeels te wijten aan het<br />
ontstaan <strong>van</strong> private, veelal gesubsi<strong>die</strong>erde, archief- en documentatiecentra. In de eerste helft <strong>van</strong> de<br />
jaren tachtig kende Vlaanderen de oprichting <strong>van</strong> achtereenvolgens KADOC, AMSAB, Liberaal Archief en<br />
ADVN; m.a.w. elke zuil haar archief. Toch publiceerden deze instellingen tot op heden zeer weinig<br />
inventarissen, laat staan dat <strong>die</strong> instellingen aan de basis lagen <strong>van</strong> wetenschappelijke vernieuwingen<br />
inzake de <strong>archieven</strong> waarmee juist zij worden geconfronteerd. De oorzaak daar<strong>van</strong> ligt zeker niet in het<br />
disfunctioneel zijn <strong>van</strong> deze instellingen. Integendeel, zelfs. In een mum <strong>van</strong> tijd werd een organisatie<br />
opgezet <strong>die</strong> zoveel mogelijk materiaal dat voorgoed verloren dreigde te gaan, trachtte te recupereren. In<br />
een eerste stadium ging <strong>van</strong>zelfsprekend vooral daarnaar aandacht uit. Langzamerhand verbeterde de<br />
behuizing, groeide het personeelsbestand en verminderde de toevloed <strong>van</strong> materiaal enigszins, zodat<br />
aan de verwerking er<strong>van</strong> kon worden gedacht. Uiteraard duurde het even vooraleer de archivarissen -<br />
<strong>die</strong> zich uiteindelijk op nieuw terrein begaven - zich een geëigende methode aanmaten om het<br />
voorhanden materiaal aan te pakken 13 . <strong>Het</strong> is dus niet verwonderlijk dat enige tijd voorbijging<br />
vooraleer volop <strong>archieven</strong> werden ontsloten. Langzamerhand gaven deze centra - met het KADOC op<br />
kop - inventarissen uit. <strong>Het</strong> aantal bleef echter beperkt, vermits deze centra over het algemeen de<br />
voorkeur gaven en geven aan een snelle verwerking en ontsluiting aan de hand <strong>van</strong> zogeheten<br />
stortings- of schenkingslijsten. De weinige inventarissen waren in eerste instantie voornamelijk gewijd<br />
aan <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> belangrijke politieke of andere zuilgebonden figuren. In een later stadium volgden<br />
<strong>archieven</strong> <strong>van</strong> jeugdbewegingen, vakbonden en andere <strong>verenigingen</strong>. Echt plaatselijke <strong>verenigingen</strong> en<br />
politieke partijen echter kwamen tot nu toe nauwelijks of niet aan de bak. Enkel door het AMSAB werd<br />
vrij recent overgegaan tot de inventarisatie <strong>van</strong> een partijarchieffonds uit het arrondissement Veurne-<br />
Oostende-Diksmuide. Van een echte wetenschappelijke inventaris met een goed uitgewerkte inleiding is<br />
echter geen sprake, zodat men de kans liet liggen om de basis te leggen voor de uitbouw <strong>van</strong> de<br />
archiefwetenschap inzake partijarchief. Bij de katholieke tegenhanger vonden we enkel en alleen een<br />
plaatsingslijst betreffende de CVP-arrondissementsfederatie Antwerpen. Van een inleiding is hier überhaupt<br />
geen sprake.<br />
Als slotsom kan dus worden gesteld dat - met uitzondering <strong>van</strong> het Duitse taalgebied en met<br />
eveneens enige reserve ten opzichte <strong>van</strong> Nederland - de archivistiek met betrekking tot politieke partijen<br />
13 Over de specifieke problemen <strong>van</strong> deze centra in het kader <strong>van</strong> de tegenstelling archief en documentatie handelden we<br />
reeds uitvoerig op pagina’s 11-13.
INLEIDEND HOOFDSTUK H -<br />
nog een goeddeels braakliggend terrein vormt. Enigszins anders is het gesteld met verenigingsarchief in<br />
het algemeen. In 1993 bv. kwam een vulgariserende gids uit 14 . <strong>Het</strong> werk is toegespitst op particulieren<br />
en <strong>verenigingen</strong> en wil een handleiding bieden voor het beheer <strong>van</strong> vooral dynamisch archief. <strong>Het</strong> kan<br />
ook voor ons <strong>van</strong> nut zijn, maar heeft als belangrijkste nadeel uit het Franse taalgebied te komen, waarin<br />
een enigszins afwijkende archiefvisie naar voren wordt gebracht.<br />
1.2.2. DE INVENTARISSEN I.V.M. PARTIJARCHIEVEN<br />
Hoe kan de inventarisatie <strong>van</strong> een archief nu het best worden aangepakt ? Welke wijze <strong>van</strong> ordening<br />
ver<strong>die</strong>nt in zulke gevallen de voorkeur ? En op welke wijze kan lering worden getrokken uit de<br />
bestaande inventarissen <strong>van</strong> partijarchief waarover wij konden beschikken ? 15 Deze vragen vertrekken<br />
trouwens <strong>van</strong>uit de idee dat gelijkaardige archiefvormers een gelijkaardig archief moeten hebben en dat<br />
gelijksoortige <strong>archieven</strong> op een gelijkaardige manier <strong>die</strong>nen geïnventariseerd, niettegenstaande de<br />
uniciteit <strong>van</strong> elk archief waarmee uiteraard rekening moet worden gehouden 16 .<br />
<strong>Het</strong> bestuderen <strong>van</strong> de schaarse inventarissen <strong>van</strong> partij<strong>archieven</strong> bracht ons net als de<br />
literatuur niet veel verder. De KADOC-plaatsingslijst betreffende de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de Vereenigde<br />
Katholieken <strong>van</strong> het arrondissement Antwerpen en <strong>van</strong> haar na-oorlogse opvolger - de CVParrondissementsfederatie<br />
Antwerpen - bevatte zoals gezegd geen inleiding. Voor beide archiefvormers<br />
werd een gelijkaardig archiefschema uitgewerkt, maar zonder een verantwoording kan daaruit niet veel<br />
worden afgeleid. Duidelijk is alleszins dat geopteerd werd voor een ordening <strong>die</strong> het midden houdt<br />
tussen functioneel en thematisch. De AMSAB-inventaris omvatte feitelijk drie <strong>archieven</strong>, met name <strong>van</strong><br />
de BSP-arrondissementsfederatie Veurne-Oostende-Diksmuide, de BWP/BSP-afdeling Oostende en het<br />
persoonlijk archief <strong>van</strong> Roger De Kinder. Slechts de twee eerste archiefvormers interesseren ons voor<br />
zover het de ordening betreft. Alleen de inventaris <strong>van</strong> de federatie was echter uitgebreid genoeg om<br />
<strong>van</strong> een uitgesproken archiefschema te kunnen gewagen. De drie archiefafdelingen zijn Bestuur;<br />
Organisatie en Administratie; en Externe Contacten. Volgens de inleiding baseerde men zich hiervoor<br />
op een ordening naar functie. De verantwoording besloeg echter slechts twee regels, wat uiteraard<br />
onvoldoende is om over de waarde er<strong>van</strong> een gefundeerde uitspraak te kunnen doen. De indeling <strong>van</strong><br />
de inventaris zelf was overigens eerder beperkt omwille <strong>van</strong> de wanverhouding tussen briefwisseling<br />
en het overige materiaal. <strong>Het</strong> archief <strong>van</strong> de plaatselijke afdeling had dan weer vooral betrekking op de<br />
verkiezingen. Opvallend hierbij was echter wel dat geen onderscheid werd gemaakt tussen het archief<br />
<strong>van</strong> de BWP- en <strong>van</strong> de BSP-afdeling.<br />
In de inleiding <strong>van</strong> de Nederlandse inventaris tot slot, werd gesteld dat de ordening gebeurde<br />
volgens het pertinentiebeginsel. Onafgezien <strong>van</strong> de onnauwkeurigheden en onjuistheden <strong>van</strong> de oude<br />
orde <strong>die</strong> zich baseerde op een rangschikking naar inhoud, werd toch besloten <strong>die</strong> als uitgangspunt te<br />
nemen. <strong>Het</strong> uiteindelijke archiefschema, zoals dat in de inhoudsopgave tot uiting kwam, hanteerde<br />
duidelijk een ordening naar functie. Vermits hier echter vooral beroep werd gedaan op de originele<br />
ordening, mogen daaruit geen verregaande conclusies worden getrokken met het oog op een theoretisch<br />
archiefschema voor partijarchief. Toch kunnen twee gevolgtrekkingen worden gemaakt. Ten eerste zijn<br />
al deze inventarissen min of meer functioneel opgesteld, ten tweede wordt een geleding <strong>van</strong> een partij<br />
steeds beschouwd als de archiefvormer, als de eenheid.<br />
Om <strong>die</strong> tweede vaststelling nader te onderbouwen gingen we te rade bij Herman Coppens en<br />
zijn definitie voor de term archiefvormer : «een zelfstandig handelend orgaan, persoon of groep<br />
personen <strong>die</strong> archiefbescheiden ont<strong>van</strong>gen of opgemaakt, verzameld en bewaard heeft voor hun<br />
overbrenging naar een archiefbewaarplaats» 17 . Voor Gustaaf Janssens dan weer is hèt criterium het<br />
zelfstandig handelen <strong>van</strong> de archiefvormer 18 . Over het algemeen wordt vooral de beschikking over een<br />
14 Archives et documentation. Guide à l'usage des associations et des particuliers. Brussel, 1993.<br />
15 Hondius en Schrevel, Inventaris SDAP, V-XXVIII; Inventaris CVP Antwerpen; Vermote, BSP-federatie. Andere<br />
inventarissen uit Nederland hebben we niet kunnen raadplegen.<br />
16 Materné, «Inventarisatie <strong>van</strong> bedrijfs<strong>archieven</strong>», 89-91; Inventarisatie <strong>van</strong> lokale overheids<strong>archieven</strong>, 3.<br />
17 Coppens, Archiefterminologie, 16.<br />
18 Janssens, «Archiefvorming», 230.
INLEIDEND HOOFDSTUK - I<br />
afzonderlijk secretariaat als een duidelijk bewijs beschouwd voor het zelfstandig handelen. Dat betekent<br />
m.a.w. dat de Antwerpse partijgeledingen als afzonderlijke archiefvormers kunnen worden aanzien. Zij<br />
beschikten immers over een secretariaat dat te Antwerpen gelegen was; niet in Brussel zoals het<br />
nationale partijsecretariaat dus.<br />
Zeer recent werd door het AMSAB gestart met de uitgave <strong>van</strong> de reeks Werkinstrumenten. <strong>Het</strong><br />
eerste nummer daar<strong>van</strong> betrof de inventaris <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de Centrale der Metaalbewerkers <strong>van</strong><br />
België 19 . <strong>Het</strong> ging hier <strong>van</strong>zelfsprekend niet om partijarchief, maar alleszins wel om een nationale<br />
organisatie met een zeer <strong>die</strong>pgaande structuur, vermits onder meer afdelingen bestonden op plaatselijk<br />
of zelfs bedrijfsniveau. Die gelijkenis met partijarchief en het feit dat het evenzeer een archieffonds<br />
betrof, maakte deze inventaris <strong>van</strong> de hand <strong>van</strong> Isabelle Crombé interessant in het kader <strong>van</strong> de kwestie<br />
<strong>van</strong> wat een archiefvormer is. Boven<strong>die</strong>n was de inventaris <strong>van</strong> een degelijke inleiding voorzien.<br />
Volgens <strong>die</strong> inleiding werd in eerste instantie een poging gedaan om het moederarchief (CMBnationaal)<br />
te ontdoen <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de plaatselijke en regionale <strong>archieven</strong>. Dat betekent m.a.w.<br />
dat er ook hier <strong>van</strong>uit werd gegaan dat de archiefvormers samenvielen met de geledingen.<br />
Als voorlopig besluit zou kunnen gelden dat voor partijarchief elke partijgeleding een<br />
afzonderlijk archief vormt en dat de archiefafdelingen <strong>van</strong> de inventaris worden opgebouwd volgens<br />
een functioneel model. Wanneer we dit nu vergelijken met de mening <strong>van</strong> Archiefbeheer in de praktijk<br />
over de behandeling <strong>van</strong> verenigingsarchief in het algemeen dan blijkt dat <strong>die</strong> <strong>archieven</strong> veelal uit een<br />
veelheid <strong>van</strong> deel<strong>archieven</strong> bestaan, gevormd door commissies, directie en functionarissen 20 . De<br />
opbouw <strong>van</strong> de inventaris is dan veeleer gebaseerd op het organogram <strong>van</strong> de vereniging. Aan de<br />
andere kant stelde men vast dat dergelijke <strong>archieven</strong> zich meestal in een ongeordende staat bevinden<br />
zodat door de inventarisator zelf een ordeningsschema moet worden ontworpen 21 . Omwille <strong>van</strong> <strong>die</strong><br />
reden en het feit dat zowel de wetenschappelijke literatuur als de praktijk in de vorm <strong>van</strong> inventarissen<br />
zelf geen bevredigend antwoord konden geven op de vraag op welke specifieke wijze met partijarchief<br />
zou moeten worden omgegaan, besluiten wij dan ook een model <strong>van</strong> archiefschema op te stellen dat in<br />
theorie voor alle partij<strong>archieven</strong> zou moeten kunnen gelden. Hierbij fungeert de stelling dat<br />
gelijkaardige archiefvormers, gelijkaardige <strong>archieven</strong> vormen als uitgangspunt.<br />
1.2.3. UITWERKING VAN EEN MODEL VAN ARCHIEFSCHEMA VOOR DE INVENTARISATIE VAN EEN<br />
PARTIJARCHIEF<br />
We opteren dus voor de uitwerking <strong>van</strong> een theoretisch model dat uitgaat <strong>van</strong> een ordening naar<br />
functies. Bij zo'n model lijkt het ons het meest opportuun om de verschillende functies <strong>van</strong> een<br />
partij(geleding) te rangschikken <strong>van</strong> algemeen naar bijzonder. Om dat te kunnen realiseren moet men<br />
echter een duidelijk zicht krijgen op de mogelijk functies <strong>die</strong> voor zo'n partij gemeenschappelijk zijn,<br />
maar vooral wat het eigenlijke, ultieme doel is. Om <strong>die</strong> laatste vraag te beantwoorden konden we een<br />
beroep doen op de definities <strong>die</strong> in de literatuur terzake bestaan. Volgens het Politiek zakboekje kan een<br />
politieke partij worden omschreven «als een georganiseerde vereniging <strong>van</strong> mensen <strong>die</strong> én individueel<br />
én gezamenlijk optreden ter bevordering <strong>van</strong> het nationaal, een regionaal of een groepsbelang zoals zij<br />
dit zien in het licht <strong>van</strong> een aantal beginselen. Eens deze beginselen doorgedacht in de bestaande<br />
maatschappelijke-sociale structuren, ontstaan de programma's en wordt naar mogelijkheden, middelen<br />
en manieren gezocht om ze te realiseren» 22 . Els Witte definieerde partij <strong>van</strong>uit de twee componenten<br />
ideologie en machtsuitoefening 23 . Volgens haar zijn partijen «<strong>verenigingen</strong>, op vrijwillige basis<br />
gevormd, <strong>die</strong> uit leden met nagenoeg dezelfde politieke overtuiging bestaan; hun aanhangers<br />
herkennen in hen de spreekbuis <strong>van</strong> hun ideeën, zodat de partij steeds meer is dan de som <strong>van</strong> de<br />
19 Crombé, Inventaris CMB, 31.<br />
20 Archiefbeheer, 4510/40.<br />
21 Archiefbeheer, 4510/26-28.<br />
22 Ysebaert, Politicograaf, 265.<br />
23 Witte, Politiek en democratie, 155.
INLEIDEND HOOFDSTUK - J<br />
individuele leden, gezien ze de ideologische stroming belichaamt en de politieke wil <strong>van</strong> de aanhangers<br />
naar buiten brengt. Om als een coherent geheel te kunnen opereren, staat de burger zijn individueel<br />
recht tot participatie zelfs gedeeltelijk aan de partij af». De tweede component - machtsuitoefening - is<br />
met het oog op een archiefschema <strong>van</strong> groter belang, gezien veel meer de doelstelling of eigenlijke<br />
functie aan bod komt : «de doelstelling <strong>van</strong> elke partij bestaat erin politieke macht te verkrijgen (binnen<br />
de instellingen <strong>van</strong> het parlementaire bestel), ten einde te kunnen deelnemen aan de besluitvorming.<br />
Daartoe is de partij erop uit zoveel mogelijk kiezers bij de groepering te betrekken en deze te<br />
mobiliseren tijdens de verkiezingen». Wil een algemene definitie accuraat zijn dan lijkt de formulering<br />
<strong>die</strong> wij tussen haakjes plaatsten niet geheel correct. Partijen kunnen in principe immers evenzeer<br />
functioneren in minder of ondemocratische omstandigheden, desnoods illegaal. Aan de doeleinden zelf<br />
zal in <strong>die</strong> omstandigheden echter niets veranderen. Boven<strong>die</strong>n lijkt het ons zo te zijn dat binnen een<br />
democratisch bestel nog op andere wijzen invloed kan worden uitgeoefend dan alleen via <strong>die</strong><br />
parlementaire instellingen.<br />
We kunnen <strong>die</strong> twee definities in het licht <strong>van</strong> de archivistiek dan ook enigszins herformuleren<br />
en samenvatten als volgt. Een politieke partij heeft als uiteindelijke doelstelling haar ideologie, op welke<br />
wijze ook, langs politieke weg in de praktijk om te zetten. Dit kan bv. door deel te nemen aan het beleid<br />
of door het uitoefenen <strong>van</strong> invloed en lobby-werk. De formulering «langs politieke weg» is <strong>van</strong> belang<br />
omdat daarin een politieke partij verschilt <strong>van</strong> andere <strong>verenigingen</strong> en drukkingsgroepen. Vanuit de<br />
definitie wordt het ook mogelijk om alle andere functies en taken te ordenen in het licht <strong>van</strong> de<br />
uiteindelijke doelstelling; de verwezenlijking <strong>van</strong> haar ideologie.<br />
<strong>Het</strong> uiteindelijke doel <strong>van</strong> de partij is dus het in de praktijk omzetten <strong>van</strong> haar stellingen. Om<br />
dat doel te realiseren is het in een parlementair bestel nodig om druk uit te kunnen oefenen op het<br />
beleid. Dat kan gaan <strong>van</strong> het verspreiden en kenbaar maken <strong>van</strong> de eigen stellingen, via sociaal<br />
<strong>die</strong>nstbetoon of via parlementaire en andere vertegenwoordigers in overheidsinstellingen, tot deelname<br />
aan een regering. De laatste twee kunnen slechts worden bereikt door deelname met succes aan<br />
verkiezingen <strong>die</strong> binnen de partij <strong>die</strong>nen voorbereid.<br />
Een goed resultaat bij de verkiezingen is slechts mogelijk dankzij een goed uitgebouwde<br />
partijstructuur, een goed werkende ledenwerving en een sterke propaganda. Dat betekent onder meer<br />
dat binnen de partij gezorgd moet worden voor een hechte band tussen de leden via allerhande<br />
activiteiten en een goede interne doorstroming <strong>van</strong> de beslissingen en opties <strong>die</strong> door de partijtop<br />
worden genomen. Die doelstellingen zijn op hun beurt slechts mogelijk via een secretariaat dat voor<br />
voldoende administratieve ondersteuning moet zorgen en een leiding <strong>die</strong> kan besturen op basis <strong>van</strong> een<br />
gezonde financiële situatie.<br />
In heel dit proces moeten de lagere partijgeledingen worden gezien als de schakels <strong>die</strong> dezelfde<br />
doelstellingen in de praktijk moeten trachten te brengen binnen hun ressort. Dat impliceert dat de relatie<br />
met de andere geledingen moet worden gezien in functie <strong>van</strong> de doorstroming <strong>van</strong> informatie binnen<br />
de partij.<br />
Voor wat het archiefschema betreft kunnen we de verschillende functies of doelstellingen <strong>van</strong><br />
de partij in drie groepen onderverdelen : de administratieve functies, de interne functies en de externe<br />
functies. Wat de eerste groep betreft, daaronder verstaan we in eerste instantie de financiële<br />
administratie, maar daarnaast kunnen ook vele andere ondersteunende activiteiten zoals beheer <strong>van</strong><br />
archief of ledenbestand bv. aan bod komen.<br />
Met interne functies bedoelen we <strong>die</strong> functies <strong>die</strong> betrekking hebben op de interne werking <strong>van</strong><br />
de partij en/of de leden betreffen. De relaties tussen de verschillende geledingen, het informeren <strong>van</strong> de<br />
leden, allerhande ledenactiviteiten, de organisatie <strong>van</strong> de beweging en zo meer passen in <strong>die</strong><br />
omschrijving.<br />
De externe functies tot slot slaan veeleer op de werking <strong>die</strong> de partij(geleding) naar de<br />
bevolking in zijn geheel toe tentoon spreidt. We denken hierbij aan sociaal <strong>die</strong>nstbetoon, voorbereiding<br />
en evaluatie <strong>van</strong> verkiezingen, persconferenties, propagandacampagnes, kiezen <strong>van</strong> vertegenwoordigers<br />
in overheidsinstellingen,...<br />
Al deze functies brengen stukken <strong>van</strong> bijzondere aard voort. Daarnaast worden echter ook nog<br />
een aantal stukken gevormd <strong>die</strong> niet in <strong>die</strong> functionele indeling passen vermits ze op meerdere functies<br />
slaan. Elke partijgeleding beschikt namelijk over een eigen bestuur dat allerlei beslissingen neemt <strong>die</strong>
INLEIDEND HOOFDSTUK K -<br />
worden geboekstaafd in notulen. Vermits <strong>die</strong> beslissingen allerhande onderwerpen kunnen betreffen<br />
zijn ze <strong>van</strong> algemene aard. <strong>Het</strong>zelfde moet worden gezegd <strong>van</strong> congresdocumenten, statuten en<br />
reglementen. Die hebben over het algemeen betrekking op de partijwerking in haar geheel. Aan de<br />
andere kant zijn precies deze documenten de basis waarop de partij haar daden steunt en waarnaar ze<br />
steeds weer moet en kan refereren. Deze stukken kunnen m.a.w. alleen maar vooraan in het<br />
archiefschema worden opgenomen.<br />
Deze vaststellingen leiden ons tot het volgende voorlopige archiefschema dat aan een toetsing<br />
zal worden onderworpen bij de behandeling <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> PVV-arrondissementsfederatie<br />
Antwerpen, LP-arrondissementsfederatie Antwerpen en PVV-Stad Antwerpen in deel 2, waarna het in het<br />
laatste deel kan worden bijgesteld.<br />
BIJLAGE 1 : Theoretisch model <strong>van</strong> archiefschema voor partijarchief<br />
I. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
A. Stukken <strong>van</strong> regelgevende aard<br />
B. Stukken betreffende de bestuurswerking<br />
II. Stukken betreffende de administratie<br />
C. Stukken betreffende de financiën<br />
D. Stukken betreffende de ledenadministratie<br />
III. Stukken betreffende de interne werking<br />
E. Stukken betreffende de partijwerking in het algemeen en relaties met andere<br />
partijgeledingen<br />
F. Stukken betreffende de uitbouw <strong>van</strong> de partijstructuur en ledenwerving<br />
G. Stukken betreffende ledenactiviteiten<br />
H. Stukken betreffende de informatievoorziening en het ledenblad<br />
IV. Stukken betreffende de externe werking<br />
I. Stukken betreffende het bekendmaken <strong>van</strong> de politieke standpunten<br />
J. Stukken betreffende de verkiezingen<br />
K. Stukken betreffende het sociaal <strong>die</strong>nstbetoon<br />
L. Stukken betreffende de deelname aan het beleid<br />
Binnen de vier archiefafdelingen worden de onderdelen zoveel mogelijk <strong>van</strong> algemeen naar<br />
bijzonder gerangschikt. Dat betekent onder meer dat in afdeling 3 de informatievoorziening helemaal<br />
achteraan komt, vermits <strong>die</strong> al veel meer op de uiteindelijke doelstelling gericht is dan bv. de<br />
ledenactiviteiten. Partijstructuur en ledenwerving worden in één onderdeel vervat, vermits beide taken<br />
voortkomen <strong>van</strong>uit de bezorgdheid een goede machtsbasis uit te bouwen waarop voor de realisatie <strong>van</strong><br />
de doelstellingen kan worden gebouwd. Anderzijds wordt er in de vierde en laatste afdeling voor<br />
geopteerd om sociaal <strong>die</strong>nstbetoon te plaatsen na de verkiezingen, vermits <strong>die</strong> taak voornamelijk door<br />
verkozen mandatarissen wordt uitgeoefend. Dit model <strong>van</strong> archiefschema is natuurlijk aan wijzigingen<br />
onderhevig, gezien steeds rekening zal moeten worden gehouden met de bestaande archiefordening en<br />
de specifieke taakstelling <strong>van</strong> elke partij(geleding). Zo is het bv. mogelijk dat bepaalde partijgeledingen -<br />
zoals de arrondissementsfederaties bv. - op hun niveau niet of nauwelijks aan het beleid kunnen<br />
deelnemen. De overheidsinstellingen zijn op het arrondissementele niveau immers quasi onbestaande.<br />
Dat doet uiteraard niets af aan de vaststelling dat <strong>die</strong> deelname aan het beleid één <strong>van</strong> de belangrijkste<br />
hefbomen is in functie <strong>van</strong> de realisatie <strong>van</strong> de partijideologie.<br />
In de bestaande archiefschema's worden vaak archiefafdelingen of onderdelen daar<strong>van</strong> gewijd<br />
aan externe relaties. Dit is hier niet het geval omdat we er<strong>van</strong> uitgaan dat <strong>die</strong> relaties steeds in te passen<br />
zijn binnen één <strong>van</strong> de genoemde taakstellingen. Of deze veronderstelling opgaat, zal moeten blijken uit<br />
de confrontatie <strong>van</strong> dit archiefschema met de praktische inventarisatie in deel 2.
1.3. Partijarchief en wetgeving<br />
INLEIDEND HOOFDSTUK L -<br />
Bij de behandeling <strong>van</strong> de problematiek inzake archief versus documentatie werd naar aanleiding <strong>van</strong><br />
de uitweiding over de archief- en documentatiecentra al even ingegaan op selectie en vernietiging. Twee<br />
onderwerpen <strong>die</strong> hier - naast andere - aan de orde zijn in het kader <strong>van</strong> het schrijnende gebrek aan<br />
wetgeving waardoor partijarchief wordt gekenmerkt. Dat gebrek komt al tot uiting in de vigerende<br />
archiefwet en het bijhorende KB <strong>die</strong> feitelijk enkel belangstelling hebben voor de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de<br />
overheid 24 . Persoonlijk en verenigingsarchief komen slechts terloops aan bod. Aan de andere kant zijn<br />
vele <strong>verenigingen</strong> in hun activiteiten gebonden door tal <strong>van</strong> wetten, richtlijnen en regels. Dat geldt bv.<br />
voor culturele <strong>verenigingen</strong> via de uitgebreide cultuurwetgeving <strong>die</strong> de laatste decennia werd<br />
opgebouwd 25 . Maar ook als dat soort wetgeving ontbreekt moeten VZW's bv. de regels naleven <strong>die</strong><br />
specifiek voor dergelijke <strong>verenigingen</strong> gelden. Heel anders is het gesteld met partijen. <strong>Het</strong> betreft<br />
immers feitelijke <strong>verenigingen</strong>, wat inhoudt dat ze geen rechtspersoonlijkheid bezitten en dus aan de<br />
meeste wetgeving ontsnappen. Ze zijn bv. niet verplicht tot het bijhouden en laten controleren <strong>van</strong> een<br />
boekhouding. Enkel via een omweg komen ze met wetgeving in contact. De kieswetgeving bv. speelt<br />
een zeer belangrijke rol gezien het voorbereiden <strong>van</strong> de verkiezingen en het organiseren <strong>van</strong> de<br />
campagne als één <strong>van</strong> de voornaamste taken <strong>van</strong> een partij kan worden beschouwd. Eén en ander moet<br />
wellicht gevolgen hebben voor de archiefvorming en -bewaring, maar welke ?<br />
Via de wetgeving komen we evenzeer op het terrein <strong>van</strong> de selectie en vernietiging terecht. In<br />
de regel worden hedendaagse <strong>archieven</strong> geselecteerd, zodat bepaalde gedeelten kunnen worden<br />
vernietigd. Rond <strong>die</strong> selectie zijn reeds een aantal algemene regels opgesteld waarbij de documenten in<br />
drie groepen worden onderverdeeld 26 . Een eerste categorie wordt gevormd door archivalia <strong>die</strong> onder<br />
geen beding mogen worden vernietigd gezien zij het wezen zelf <strong>van</strong> de archiefvormer bepalen; notulen,<br />
statuten, instructies en verslagen, overzichten <strong>van</strong> inkomsten en uitgaven,... Een tweede groep mag<br />
steeds worden vernietigd. Men denkt daarbij in de eerste plaats aan dubbelen of stukken waar<strong>van</strong> de<br />
informatie ook reeds elders - in verwerkte vorm bv. - aanwezig is. Van de derde soort tot slot zou men<br />
slechts een aantal representatieve stalen kunnen bewaren. We kunnen ons echter de vraag stellen of <strong>die</strong><br />
selectie-gedachte integraal op partijarchief <strong>van</strong> toepassing kan zijn. We bouwen <strong>die</strong> reserve om twee<br />
welbepaalde redenen in. Ten eerste hebben zuilgebonden archief- en documentatiecentra - zoals reeds<br />
werd aangeduid - de taak om <strong>archieven</strong> te bewaren in functie <strong>van</strong> de achterban. Vermits <strong>die</strong> centra over<br />
veel recent materiaal beschikken is de kans zeer groot dat bepaalde stukken nog zullen worden<br />
opgevraagd of geraadpleegd door de neerlegger zelf. Vernietiging heeft in een eerste fase dus weinig<br />
zin. Pas wanneer alle claims <strong>van</strong> de deponerende <strong>verenigingen</strong> en personen verdwenen kunnen zijn - en<br />
dat zal veelal langer zijn dan bij overheids<strong>archieven</strong> - kan vernietiging worden overwogen. Maar zelfs<br />
dan blijft in het specifieke geval <strong>van</strong> partijarchief voorzichtigheid geboden. De reden daar<strong>van</strong> ligt in het<br />
feit dat tot op heden behoorlijk weinig materiaal <strong>van</strong> partijen bewaard is gebleven. Archieven <strong>van</strong><br />
arrondissementsfederaties bv. zijn slechts sporadisch en dan vaak nog onvolledig in het bezit <strong>van</strong><br />
archiefinstellingen. Er bestaat voorlopig immers geen wetgeving <strong>die</strong> neerlegging <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> in de<br />
archief- en documentatiecentra verplicht maakt. Die vaststelling impliceert trouwens ook dat het<br />
selectieprobleem inzake het bewaarniveau <strong>van</strong> stukken <strong>die</strong> binnen de partij op verschillende niveaus<br />
voorkomen voorlopig niet aan de orde is. Die redenen maken dat het doorvoeren <strong>van</strong> selectie en<br />
vernietiging voor dergelijke <strong>archieven</strong> vooralsnog eerder absurd is. Anderzijds is het verwijderen <strong>van</strong><br />
dubbelen in een archief- en documentatiecentrum al evenmin een evidentie. Vanuit archivistisch<br />
oogpunt kunnen ze gewoon worden vernietigd, <strong>van</strong>uit het oogpunt <strong>van</strong> de <strong>die</strong>nstverlening <strong>van</strong> de<br />
24 Archiefwet 24 juni 1955, (BS 12/8/1955); KB 12 december 1957 (BS 20/12/1957).<br />
25 Van Driessche, «Culturele <strong>verenigingen</strong>», 105-106.<br />
26 Coppejans-Desmedt, «Selectie en vernietiging», 22-29. Voor bepaalde soorten <strong>archieven</strong> zijn trouwens al selectie- en<br />
vernietigingslijsten opgesteld <strong>die</strong> echter niet <strong>van</strong> toepassing zijn op verenigings<strong>archieven</strong>. Zie ook het Nederlandse<br />
Praktische aanwijzingen voor de selectie en vernietiging <strong>van</strong> stukken <strong>van</strong> een archief <strong>van</strong> een particuliere instelling uit<br />
1987.
INLEIDEND HOOFDSTUK M -<br />
archief- en documentatiecentra echter kunnen <strong>die</strong> stukken beter worden behouden. Op de vraag hoe dat<br />
in de praktijk het best kan worden georganiseerd, zullen we in deel 3 trachten te antwoorden.<br />
De opgesomde redenen verklaren waarom bij de inventarisatie <strong>van</strong> het archieffonds niet tot<br />
selectie zal worden overgegaan en tevens waarom vernietiging en selectie voor archief- en<br />
documentatiecentra, zoals het Liberaal Archief, niet <strong>van</strong>zelfsprekend is. In het laatste deel <strong>van</strong> deze<br />
verhandeling zal daarentegen wel een opsomming worden gemaakt <strong>van</strong> de bestanddelen <strong>die</strong> <strong>van</strong>uit<br />
archivistisch oogpunt alvast wel zouden kunnen worden vernietigd. We zullen tevens pogen een<br />
antwoord te formuleren op de vraag of vernietiging <strong>van</strong> recente documenten in een archief- en<br />
documentatiecentrum eventueel toch mogelijk is.<br />
Ook de openbaarheid <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> is sterk met wetgeving gelieerd. De archiefwet en het KB<br />
zeggen slechts impliciet iets over openbaarheid en hebben daarenboven geen betrekking op archief dat<br />
niet in één <strong>van</strong> de overheids<strong>archieven</strong> wordt bewaard. Voor partijarchief kan evenmin beroep worden<br />
gedaan op bv. de fiscale of boekhoudkundige wetgeving gezien partijen niet verplicht zijn tot het<br />
bijhouden <strong>van</strong> een boekhouding. Aan de andere kant stelt zich echter het probleem <strong>van</strong> de privacy.<br />
Ledenbestanden bv. mogen niet zomaar openbaar worden gemaakt. De laatste jaren heeft er zich<br />
trouwens een dubbele beweging in gang gezet. Enerzijds willen onderzoekers steeds sneller, steeds<br />
recenter materiaal raadplegen, anderzijds wordt de persoonlijke levenssfeer steeds vaker bedreigd door<br />
het groeiend aantal bestanden dat persoonlijke gegevens bevat 27 . Dat maakt dat de problematiek <strong>van</strong><br />
de openbaarheid sterk aan de orde is bij het archiefmateriaal waarmee wij hier werden geconfronteerd,<br />
gezien het dateert uit de periode 1945-1992. Vanzelfsprekend kunnen vooral de zeer recente stukken<br />
niet steeds openbaar zijn. Aangezien geen wettelijke regels zijn opgelegd moet de dagelijkse praktijk<br />
terzake uitkomst bieden. De algemene regel <strong>die</strong> op dit moment over het algemeen wordt gehanteerd<br />
voor archiefmateriaal <strong>van</strong> administratieve aard is een openbaarheidstermijn <strong>van</strong> 50 jaar. In bepaalde<br />
gevallen kan echter worden beslist dat archiefstukken reeds <strong>van</strong>af 30 jaar openbaar kunnen worden<br />
gesteld. Stukken <strong>die</strong> <strong>van</strong> bij hun ontstaan openbaar waren, mogen zelfs meteen worden geraadpleegd<br />
28 . Alles wat de privacy aanbelangt moet daarentegen 100 jaar worden bewaard. Die regeling<br />
wordt op dit moment gebruikt in het Belgisch Rijksarchief. Gezien de archiefwet echter nauwelijks op<br />
de openbaarheid ingaat, heeft de archivaris feitelijk vrij spel bij het bepalen <strong>van</strong> de termijnen en dat is zo<br />
mogelijk nog meer waar voor archivarissen <strong>van</strong> particuliere archiefinstellingen, zoals het Liberaal Archief.<br />
Besluit<br />
<strong>Het</strong> conglomeraat <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> en documentatie dat in deze verhandeling wordt behandeld stelt een<br />
aantal problemen. In eerste instantie is er de tegenstelling tussen archief en documentatie waar archief-<br />
en documentatiecentra meer en op een andere wijze mee te maken krijgen <strong>van</strong>uit hun karakteristieke<br />
doelstellingen. Op één of andere wijze poogt men daar beide vormen <strong>van</strong> informatie op een zo goed<br />
mogelijke wijze te ontsluiten zonder afbreuk te doen aan de uiteenlopende wetenschappelijke vereisten.<br />
Toch ontbreekt vooralsnog een uitgewerkte methode.<br />
Een tweede vaststelling ligt in het feit dat tot nu toe zeer weinig wetenschappelijke artikels of<br />
inventarissen m.b.t. partijarchief zijn verschenen. Ook dat hangt samen met de afzonderlijke positie <strong>van</strong><br />
de archief- en documentatiecentra <strong>die</strong> meer gericht zijn op snelle en praktische verwerking. Dat betekent<br />
dat inventarissen of wetenschappelijke artikels vaak slechts bijkomstig zijn. Eén en ander houdt in dat er<br />
nood bestaat aan een geëigend archiefschema dat <strong>van</strong> toepassing is op partijarchief. Bij het opstellen<br />
daar<strong>van</strong> lijkt voorlopig een ordening naar functies het meest geschikt. De archiefafdelingen in dat<br />
schema zijn geordend <strong>van</strong> algemeen naar bijzonder. Achteraan komen m.a.w. <strong>die</strong> stukken <strong>die</strong><br />
betrekking hebben op de ultieme doelstelling <strong>van</strong> een partij.<br />
27 «Archiefwet of openbaarheid», 101.<br />
28 Notities bij Verhelst, Archief ordenen.
INLEIDEND HOOFDSTUK N -<br />
Een laatste vaststelling betreft het gebrek aan wetgeving <strong>die</strong> <strong>van</strong> belang is bij feitelijke<br />
<strong>verenigingen</strong> zoals partijen. Dat heeft - in combinatie met andere factoren - onder meer tot gevolg dat<br />
het niet zo evident is om over te gaan tot selectie en vernietiging of althans niet op dezelfde wijze als dat<br />
voor andere <strong>archieven</strong> het geval zou zijn. Ook regels i.v.m. openbaarheid voor dergelijke <strong>archieven</strong> zijn<br />
nagenoeg onbestaande, zodat daaromtrent grote onduidelijk heerst.<br />
Inleiding<br />
DEEL 2 :<br />
STUDIE EN ONTSLUITING VAN HET ARCHIEFFONDS<br />
Na een meer theoretische benadering worden in dit tweede deel de <strong>archieven</strong> zelf aangepakt. We<br />
hebben te maken met een archieffonds en dat houdt onder meer in dat een aantal gegevens voor alle<br />
archiefvormers geldt. Die zaken worden behandeld in een inleidend hoofdstuk. Vooral de geschiedenis<br />
<strong>van</strong> het archieffonds zal daarbij een belangrijke plaats innemen. Voor het overige komen ook de<br />
verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie en de aanwijzingen voor de raadplegers aan bod.<br />
Vervolgens wordt het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen ontleed, dat mag<br />
gelden als het meest belangrijke <strong>van</strong> het fonds <strong>van</strong>wege om<strong>van</strong>g en volledigheid. Precies omwille <strong>van</strong><br />
<strong>die</strong> om<strong>van</strong>g - liefst ca. 25 lopende meter - werd in overleg met Prof. J. Verhelst besloten er een<br />
structuurstu<strong>die</strong> aan te wijden. <strong>Het</strong> redigeren <strong>van</strong> een inventaris zou namelijk teveel tijd hebben gekost.<br />
Deze optie stelde ons echter in de mogelijkheid een iets <strong>die</strong>pgaandere stu<strong>die</strong> <strong>van</strong> deze archiefvormer te<br />
maken <strong>die</strong> zal resulteren in een voorstel <strong>van</strong> archiefschema dat aan de hand <strong>van</strong><br />
voorbeeldbeschrijvingen zal worden geïllustreerd. Daarbij kan melding worden gemaakt <strong>van</strong> de<br />
specifieke problemen <strong>die</strong> het archief stelt en waar bij een eventuele inventarisatie moet op worden gelet.<br />
<strong>Het</strong> derde hoofdstuk ontsluit een aantal (deel)<strong>archieven</strong> aan de hand <strong>van</strong> wetenschappelijke<br />
inventarissen. <strong>Het</strong> gaat om de belangrijkste en meest volledige <strong>archieven</strong>. <strong>Het</strong> volgende hoofdstuk<br />
behandelt de archieffragmenten <strong>die</strong> <strong>van</strong> het archieffonds konden worden afgescheiden. In tegenstelling<br />
tot de vorige <strong>archieven</strong> worden de beschrijvingen niet voorafgegaan door een volwaardige<br />
wetenschappelijke inleiding vermits vaak te weinig informatie voorhanden is. Die <strong>archieven</strong> beslaan<br />
trouwens meestal slechts enkele stukken.<br />
Deel 2 wordt afgesloten met een vijfde hoofdstuk waarin de inventarissen nader worden<br />
ontsloten via indices <strong>van</strong> persoonsnamen en instellingen. Ze hebben betrekking op alle beschrijvingen<br />
samen.
Hoofdstuk 1 : Inleidend gedeelte<br />
2.1.1. VOORSTELLING VAN HET ARCHIEF<br />
HET LIBERAAL HUIS A -<br />
<strong>Het</strong> archief dat in deze stu<strong>die</strong> wordt behandeld, is in de jaren 1992 en 1993 in verschillende gedeelten op<br />
het Liberaal Archief neergelegd. Voor hun overbrenging berustten de archivalia in het Antwerpse liberale<br />
partijgebouw, het Liberaal Huis. De belangrijkste reden voor de overbrenging <strong>van</strong> het archief is te<br />
vinden in de verbouwingswerken <strong>die</strong> in dat gebouw aan de gang waren. Zo verwierf het Liberaal Archief<br />
een belangrijk lokaal partijarchief; het eerste in zijn soort overigens. De oudste stukken <strong>van</strong> de archivalia<br />
<strong>die</strong> in 1992 werden overgebracht, dateren <strong>van</strong> vlak na de tweede wereldoorlog. De meest recente lopen<br />
tot het einde <strong>van</strong> de jaren zeventig. De stukken kregen op het Liberaal Archief een eerste, voorlopige<br />
ontsluiting door middel <strong>van</strong> schenkingslijsten; met de nadruk op het meervoud. Op dat moment<br />
immers was reeds duidelijk dat het om meerdere archiefvormers ging; met name de PVV-afdeling<br />
Antwerpen Stad (periode 1967-1982, schenking 1992/207), PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen (1960ca.<br />
1977, schenking 1992/249); LP-arrondissementsfederatie Antwerpen (ca. 1955-1960, schenking 1992/250)<br />
en de Samenwerkende Vennootschap <strong>Het</strong> Liberaal Huis (1949-ca.1973, 1992/251).<br />
De archivalia <strong>die</strong> in 1993 werden overgedragen, betroffen voornamelijk de periode 1975-1992 en<br />
vormden eigenlijk nagenoeg alleen een aanvulling op het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie<br />
Antwerpen. Deze stukken kregen nog geen voorlopige beschrijving. Er werd daarentegen besloten het<br />
volledige archieffonds aan de hand <strong>van</strong> een inventaris definitief te ontsluiten. Daarbij bleek relatief snel<br />
dat nog meer archiefvormers in het archieffonds aanwezig waren. Samengevat betekende dat een<br />
conglomeraat <strong>van</strong> verschillende <strong>archieven</strong> en archieffragmenten dat zowat de volledige na-oorlogse<br />
periode en ongeveer 50 lopende meter archief en documentatie omvatte. Daarenboven bestond het uit<br />
zowel statisch als dynamisch en semi-dynamisch archief.<br />
2.1.2. GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFFONDS<br />
Zoals gezegd bevond het archieffonds zich voor de overbrenging in het Antwerpse liberale<br />
partijgebouw. Wat is de verklaring voor het feit dat al deze <strong>archieven</strong> in één en hetzelfde gebouw<br />
werden bewaard ? Wat is m.a.w. de geschiedenis <strong>van</strong> dit archieffonds ? De sleutel ligt in de<br />
ontstaansgeschiedenis en de betekenis <strong>van</strong> het Liberaal Huis. Na de tweede wereldoorlog werd in het<br />
arrondissement Antwerpen een liberale arrondissementsfederatie opgericht 29 . De federatie had echter<br />
nood aan een partijlokaal en vergaderplaats. Om <strong>die</strong> reden werd uitgekeken naar een gebouw dat als<br />
vergader- en verzamelplaats <strong>van</strong> de Antwerpse liberalen <strong>die</strong>nst kon doen. Om één en ander vlot te<br />
kunnen financieren werd in 1948 een Samenwerkende Vennootschap opgericht, <strong>die</strong> reeds enkele<br />
maanden later overging tot de aankoop <strong>van</strong> een immens gebouw dat in het centrum <strong>van</strong> Antwerpen<br />
gelegen was, in de door de straten Kome<strong>die</strong>plaats, Ketelstraat en Schuttershofstraat gevormde driehoek.<br />
Door zijn ligging, om<strong>van</strong>g en inrichting was het uitermate geschikt om te voorzien in vergaderzalen,<br />
secretariaatslokalen, een café, feestzaal en zo meer. <strong>Het</strong> bouwwerk dat specifiek ten <strong>die</strong>nste <strong>van</strong> de<br />
arrondissementsfederatie werd aangeschaft, werd dan ook door de meest uiteenlopende liberale<br />
groeperingen gebruikt als locatie voor hun vergaderingen en secretariaat.<br />
Anderzijds was het gebouw ook groot genoeg om er een massa aan documenten in op te slaan.<br />
Toch bleek dat niet voldoende, want toen de medewerkers <strong>van</strong> het Liberaal Archief het archief ter plaatse<br />
gingen ophalen, bleken de stukken verspreid te zijn geraakt over verschillende delen <strong>van</strong> het gebouw.<br />
Een eerste deel lag op zolder, een ander om<strong>van</strong>grijk gedeelte onder het podium <strong>van</strong> de grote zaal en een<br />
laatste deel bevond zich verspreid in kasten. Blijkbaar wisten de verantwoordelijken in het gebouw zelf<br />
ook niet goed op welke plaatsen archiefmateriaal te vinden was, aangezien bij elk bezoek dat door het<br />
Liberaal Archief aan het partijgebouw werd gebracht, steeds weer nieuw materiaal opdook.<br />
29 Voor meer informatie <strong>die</strong>naangaande verwijzen we naar de archiefinventaris <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis.
HET LIBERAAL HUIS B -<br />
<strong>Het</strong> gevonden archiefmateriaal bevond zich hoofdzakelijk in een wanordelijke staat. Volgens<br />
archivaris Luc Pareyn is het mogelijk dat het oorspronkelijk wel degelijk geordend was. Wellicht is de<br />
verstoring daar<strong>van</strong> te wijten aan de jarenlange opslag in combinatie met de raadpleging <strong>van</strong> stukken <strong>die</strong><br />
niet meer naar hun oorspronkelijke plaats werden teruggebracht. Boven<strong>die</strong>n waren verschillende<br />
bestanddelen uit de kasten naar beneden gevallen, zodat de interne ordening verloren was gegaan 30 .<br />
Wanneer wij in het najaar <strong>van</strong> 1993 de voorbereidselen op de inventarisatie <strong>van</strong> het archieffonds<br />
aanvatten, zag het gedeelte dat in dat jaar werd overgedragen er als volgt uit. Slechts een gedeelte zat<br />
nog min of meer geordend in archiefdozen waarop vaak iets over de inhoud was aangebracht. Vele<br />
andere stukken zaten echter kriskras door mekaar in plastic zakken, kartonnen dozen of zelfs totaal los.<br />
Enigszins anders was het gesteld met de archivalia <strong>die</strong> in 1992 naar het Liberaal Archief waren<br />
overgebracht. Die stukken werden immers reeds een eerste keer beschreven en geordend. Wij maakten<br />
noch de overdracht, noch deze eerste rudimentaire verwerking mee. <strong>Het</strong> is voor ons dus niet mogelijk<br />
na te gaan in hoeverre <strong>die</strong> handelingen de originele ordening hebben beïnvloed. We kunnen er echter<br />
wel <strong>van</strong> uitgaan dat de interne ordening <strong>van</strong> archiefbestanddelen grotendeels ongemoeid werd gelaten.<br />
Uitgaande <strong>van</strong> de grote gelijkenis in orde of wanorde tussen de reeds verwerkte en de nog onverwerkte<br />
archivalia, kunnen we besluiten dat de toestand door overdracht en verwerking slechts in geringe mate<br />
was gewijzigd. Wel kon na verloop <strong>van</strong> tijd worden opgemaakt dat in elk <strong>van</strong> de reeds opgestelde<br />
schenkingslijsten nog archiefstukken schuil gingen <strong>van</strong> andere archiefvormers.<br />
Hoe is de wanorde in de <strong>archieven</strong> dan wel te verklaren ? Ons inziens moet de oorzaak in een<br />
combinatie <strong>van</strong> een drietal factoren worden gezocht <strong>die</strong> kunnen worden samengevat in slechts drie<br />
woorden of begrippen : het Liberaal Huis, Charles de Weze en verbouwingswerken.<br />
Ten eerste de factor het Liberaal Huis. Zoals gezegd had men met de aankoop <strong>van</strong> dat gebouw<br />
in eerste instantie de bedoeling de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen te voorzien <strong>van</strong> een partijlokaal.<br />
<strong>Het</strong> complex was echter zo groot dat verschillende <strong>verenigingen</strong> er tegen betaling hun zetel vestigden<br />
en/of hun vergaderingen lieten plaatsvinden. Verenigingen <strong>die</strong> er hun vaste standplaats vonden, zullen<br />
er uiteraard ook wel hun documenten hebben bewaard.<br />
De tweede en zo mogelijk nog belangrijker factor is te vinden in de persoon <strong>van</strong> Charles De<br />
Weze <strong>die</strong> de impact <strong>van</strong> de secretarissen en andere functionarissen op vorming en ordening <strong>van</strong> het<br />
archief belichaamt 31 . De vermenging <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> hing immers sterk samen met de intense banden<br />
tussen de verschillende Antwerpse liberale <strong>verenigingen</strong>. Dat hield onder meer in dat vele liberale<br />
personen lid waren <strong>van</strong> verscheidene liberale <strong>verenigingen</strong> en vaak zelfs in meerdere bestuursorganen<br />
<strong>van</strong> uiteenlopende <strong>verenigingen</strong> zetelden. Eén en ander bracht met zich mee dat de notie archiefvormer<br />
- zo men daar al enig besef <strong>van</strong> had - in het gedrang kwam. Dat kwam trouwens tot uiting in de<br />
archiefstukken zelf. Charles De Weze bv. <strong>die</strong> <strong>van</strong> 1960 tot 1975 de functie <strong>van</strong> permanent secretaris <strong>van</strong><br />
achtereenvolgens LP- en PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen uitoefende, ondertekende vaak brieven<br />
in naam <strong>van</strong> andere <strong>verenigingen</strong> zoals SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis of PVV-afdeling Antwerpen-stad. De<br />
duidelijkheid inzake de afbakening <strong>van</strong> de verschillende <strong>archieven</strong> nam daardoor <strong>van</strong>zelfsprekend niet<br />
toe. Daarnaast was Charles De Weze - een echt manusje-<strong>van</strong>-alles - ook nog penningmeester, secretarisgeneraal<br />
of zelfs voorzitter <strong>van</strong> diverse <strong>verenigingen</strong> waaronder enkele archief vormden dat tot dit<br />
fonds behoort. Deze man drukte dan ook op vele <strong>van</strong> deze <strong>archieven</strong> een min of meer belangrijke<br />
stempel. Dat had zijn goede kanten - continuïteit in de archiefordening - maar kwam anderzijds de idee<br />
<strong>van</strong> een scheiding tussen de verschillende archiefvormers niet ten goede. De belangrijkste figuur inzake<br />
archiefvorming in het algemeen was overigens voor elke vereniging de secretaris. Binnen instellingen<br />
<strong>die</strong> louter draaiden op vrijwilligers nam de secretaris - <strong>die</strong> als enige soms bezoldigd was - meestal het<br />
dagelijkse beheer waar. Vaak werden bepaalde opdrachten echter aan daartoe speciaal aangewezen<br />
personen toevertrouwd, terwijl ook de voorzitter vaak persoonlijk een aantal opdrachten voor zijn<br />
rekening nam. <strong>Het</strong> feit dat het om vrijwilligers ging <strong>die</strong> niet dagelijks op de zetel <strong>van</strong> hun vereniging<br />
aanwezig zijn, maakte dat zij het archief dat binnen dat kader werd gevormd vaak als persoonlijk<br />
30 Deze gegevens zijn gebaseerd op informatie <strong>die</strong> ons door archivaris Luc Pareyn <strong>van</strong> het Liberaal Archief werd<br />
meegedeeld.<br />
31 De bijlagen met lijsten <strong>van</strong> functionarissen tonen dat overduidelijk aan. Zie bijlagen 2, 5, 6 en 8.
HET LIBERAAL HUIS C -<br />
archief beschouwden of althans toch bij hen thuis bewaarden. Dat kwam dan weer de volledigheid <strong>van</strong><br />
de <strong>archieven</strong> niet ten goede. Dit fenomeen deed zich overigens ook voor bij Charles De Weze op het<br />
moment dat <strong>die</strong> niet langer permanent secretaris was 32 . Dat toont nogmaals aan dat zelfs hij geen besef<br />
had <strong>van</strong> het begrip archiefvormer.<br />
Een derde en laatste factor heeft te maken met de verbouwingen en verfraaiingswerken <strong>die</strong> het<br />
gebouw aan de Kome<strong>die</strong>plaats met de regelmaat <strong>van</strong> een klok onderging 33 . De invloed hier<strong>van</strong> was<br />
reeds duidelijk wanneer Marc Somers op het eind <strong>van</strong> de jaren zeventig voor het AMVC op de zolder<br />
<strong>van</strong> het Liberaal Huis op zoek ging naar archief. Dat lag toen verspreid tussen het puin. Wanneer wij het<br />
archief <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis onderzochten bleek dat bezaaid te zijn met puinresten en dergelijke. <strong>Het</strong><br />
puin zal <strong>van</strong>zelfsprekend geen goede invloed hebben gehad op de goede bewaring <strong>van</strong> de stukken.<br />
De ongeordende toestand <strong>van</strong> het archiefmateriaal kan m.a.w. worden toegeschreven aan de<br />
combinatie <strong>van</strong> een aantal uiteenlopende oorzaken. Ten eerste kunnen we niet voorbij aan de toestand<br />
<strong>van</strong> het Liberaal Huis. In dat gebouw zetelden vele liberale <strong>verenigingen</strong> <strong>die</strong> voor hun vergaderingen<br />
dezelfde ruimten frequenteerden en hun wat oudere archief wellicht in <strong>die</strong> ruimten opborgen.<br />
Tegelijkertijd gingen in de grote zaal manifestaties, optredens en feesten door, terwijl het gehele gebouw<br />
of delen er<strong>van</strong> regelmatig werd(en) blootgesteld aan verbouwings- en/of verfraaiingswerken. Een<br />
onderscheid tussen de archiefvormers werd niet gemaakt. Daaraan ten grondslag lag de grote<br />
verwevenheid <strong>van</strong> de actieve leden. Vele personen speelden immers een niet onaanzienlijke rol in<br />
verschillende <strong>verenigingen</strong>. Daarenboven werd vaak geen onderscheid gemaakt tussen persoonlijk en<br />
verenigingsarchief. Dit alles verklaart - samen met de jarenlange opslag <strong>van</strong> het archief in niet al te beste<br />
omstandigheden - grotendeels de toestand waarin het archieffonds zich bevond op het moment waarop<br />
onze opdracht een aan<strong>van</strong>g nam.<br />
We stelden zopas vast dat vele <strong>archieven</strong> werden geamputeerd door functionarissen <strong>die</strong><br />
stukken <strong>die</strong> door de <strong>verenigingen</strong> werden gevormd als het hunne beschouwden. Dat impliceert<br />
uiteraard dat de <strong>archieven</strong> in deze inventarisbundel niet volledig zijn. Boven<strong>die</strong>n ontbreken vele<br />
stukken <strong>die</strong> voor 1961 werden gevormd en zich ooit in het Liberaal Huis hebben bevonden. Toen wij het<br />
archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen aan een nader onderzoek onderwierpen, kon<br />
worden vastgesteld dat het Partijbestuur in het najaar <strong>van</strong> 1977 op voorstel <strong>van</strong> de toenmalige voorzitter<br />
besliste de documenten <strong>van</strong> voor 1961 <strong>die</strong> zich op de zolder bevonden aan het Antwerpse Museum <strong>van</strong> het<br />
Vlaamse Cultuurleven (AMVC) over te maken 34 . Volgens de notulen <strong>van</strong> het Partijbestuur <strong>van</strong> 16<br />
december was <strong>die</strong> zaak reeds geregeld. <strong>Het</strong> AMVC heette bijzonder opgetogen te zijn over de<br />
waardevolle stukken. Men had er zelfs plannen mee; zoals een permanente tentoonstelling, een<br />
historiek <strong>van</strong> de Liberale Partij tussen 1910 en 1930 of een academische zitting. De overdracht <strong>van</strong> het<br />
archief was ook een agendapunt op het Politiek Comité <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad <strong>van</strong> 8<br />
februari 1978. Dit betekende echter niet dat er nog geen overdracht zou hebben plaatsgevonden.<br />
Wellicht was het veeleer de bedoeling om deze zaak te bespreken in de vergadering <strong>van</strong> het<br />
stadsbestuur. <strong>Het</strong> AMVC is immers een direct door het stadsbestuur gecontroleerde instelling. Wellicht<br />
had dit tot doel de overhandiging meer officieel te maken. Dat de arrondissementsfederatie in <strong>die</strong><br />
periode niet onverschillig stond tegenover haar verleden en de bronnen daarvoor, wordt aangetoond<br />
door de telefonische vraag <strong>die</strong> door haar op 28 november 1979 werd gericht aan het AMVC. In de<br />
neerslag <strong>die</strong> zich daar<strong>van</strong> in het archief bevindt, wordt op de vraag of het archief geordend is en of er<br />
iets mee kan worden georganiseerd, geantwoord dat het rudimentair geordend is en dat er een<br />
summiere catalogus (lees : inventaris of plaatsingslijst) is opgesteld <strong>die</strong> zou worden toegestuurd aan de<br />
arrondissementsfederatie. Hier<strong>van</strong> konden wij echter nooit enig spoor terugvinden ! Verder zouden vier<br />
archiefdozen <strong>die</strong> documenten bevatten <strong>van</strong> na 1961 teruggebracht worden. Blijkbaar was de zaak<br />
32 Zie de archiefinventaris <strong>van</strong> Charles De Weze.<br />
33 Zie hiervoor de archiefinventaris <strong>van</strong> de SV <strong>Het</strong> Liberaal huis.<br />
34 LA, Archief PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen, notulen <strong>van</strong> het Partijbestuur 1977; Inventaris PVV-afdeling<br />
Antwerpen-stad, nummer 31. Dit archief dat op de zolder lag <strong>van</strong> het Liberaal Huis behoort tot meerdere archiefvormers.<br />
<strong>Het</strong> feit dat de arrondissementsfederatie hierover besliste, wijst nogmaals op het totaal gebrek aan onderscheid dat werd<br />
gemaakt tussen de archiefvormers.
HET LIBERAAL HUIS D -<br />
hiermee nog niet gesloten, want men besloot het gesprek met de overeenkomst om verder af te spreken.<br />
Ook daar<strong>van</strong> viel echter geen enkele aanwijzing meer te vinden.
ILLUSTRATIE 1 : Ligging <strong>van</strong> de liberale lokalen<br />
HET LIBERAAL HUIS E -
HET LIBERAAL HUIS F -<br />
Toen wij het AMVC bezochten, bleek <strong>van</strong> een inventarisatie, een ordening of een plaatsingslijst<br />
hoegenaamd geen sprake te zijn. Zelfs over de wijze <strong>van</strong> overdracht en de eventuele bepalingen <strong>die</strong> er<br />
aan verbonden waren, kon ons door Marc Somers niets worden meegedeeld 35 . De reden hiervoor lag<br />
volgens hem in het ontbreken <strong>van</strong> enig schriftelijk gegeven hieromtrent. Wel vernamen we waarom en<br />
hoe de overdracht was gebeurd. Alles verliep via een tussenpersoon, te weten historicus en SP'er Lode<br />
Hancké <strong>die</strong> te weten kwam dat Lode Wils in de jaren zestig een verslagboek <strong>van</strong> de Association Libérale et<br />
Constitutionelle d'Anvers (ALCA) kreeg uitgeleend <strong>van</strong> iemand <strong>van</strong> de liberale partij. Dat verslagboek<br />
bleek verloren te zijn gegaan 36 . Dat wekte bij Lode Hancké de nieuwsgierigheid op naar het overige<br />
archief <strong>van</strong> deze vereniging. In overleg met het AMVC en met Frans Strieleman - liberaal journalist <strong>die</strong><br />
zich in <strong>die</strong> periode met het archief <strong>van</strong> de Antwerpse liberale partij inliet - kreeg Marc Somers de<br />
toelating om op de zolder <strong>van</strong> het Liberaal Huis op zoek te gaan naar archief. <strong>Het</strong> materiaal dat hij daar<br />
aantrof, was zeer disparaat en afkomstig <strong>van</strong> verschillende <strong>verenigingen</strong>. <strong>Het</strong> duurde liefst veertien<br />
dagen om tussen alle rommel (papier, hout, puin,...) het interessante archiefmateriaal <strong>van</strong> voor 1961 op<br />
te sporen.<br />
Opnieuw werd duidelijk dat het archief dat reeds gedurende tientallen jaren her en der in het<br />
Liberaal Huis lag opgeborgen, niet in ideale omstandigheden werd bewaard. In een dergelijke situatie<br />
en rekening houdende met het feit dat het gebouw verschillende verbouwingen onderging, vele<br />
<strong>verenigingen</strong> en hun verantwoordelijken er over de vloer kwamen en er regelmatig grote feesten en<br />
vergaderingen plaatsvonden, hoeft het niet te verbazen dat het archief zoals het in onze handen<br />
terechtkwam behoorlijk chaotisch was. <strong>Het</strong> behoeft eigenlijk zelfs eerder verwondering dat de orde in<br />
sommige delen nog zo goed bewaard gebleven was. Sommige gedeelten <strong>van</strong> het archief moeten echter<br />
gedurende jaren onaangeroerd geweest zijn, onder meer omwille <strong>van</strong> het feit dat men niet meer altijd op<br />
de hoogte was <strong>van</strong> bepaalde bergruimten. In <strong>die</strong> gevallen werd de orde wellicht niet verstoord, maar de<br />
verwaarlozing was wel groot en de kans op beschadiging door vocht, schimmels en dergelijke meer,<br />
minder denkbeeldig.<br />
Alhoewel de arrondissementsfederatie besliste over de overdracht <strong>van</strong> het archief, bleek bij ons<br />
bezoek aan het AMVC dat de er berustende archivalia alles behalve gevormd waren door de arrondissementsfederatie.<br />
Wij onderscheidden de Antwerpse onderwijsgeleding <strong>van</strong> de liberale vakbond LSAOD,<br />
de Antwerpse federatie der PVV-Jongeren en Jeugdkringen <strong>van</strong> het arrondissement Antwerpen en de Liberale en<br />
Grondwettelijke Associatie <strong>van</strong> Antwerpen als belangrijkste archiefvormers. <strong>Het</strong> is echter lang niet<br />
uitgesloten dat een grondiger onderzoek <strong>van</strong> dit archieffonds nog andere archiefvormers aan het licht<br />
zou brengen. Boven<strong>die</strong>n viel op dat nogal wat materiaal dateerde <strong>van</strong> na 1961. Mogelijk werden na<br />
november 1979 de contacten met de arrondissementsfederatie verbroken, waardoor de vier<br />
archiefdozen waar<strong>van</strong> hierboven sprake niet werden teruggebracht.<br />
De enige band tussen de twee archieffondsen wordt gevormd door het archief <strong>van</strong> de Liberale<br />
Associatie 37 . Die vereniging kan trouwens gezien worden als (één <strong>van</strong> de) voorloper(s) <strong>van</strong> de<br />
Antwerpse liberale arrondissementsfederatie. <strong>Het</strong> gaat immers om het oudste liberale korps <strong>van</strong><br />
Antwerpen, dat in de loop der jaren een organisatie uitbouwde <strong>die</strong> ook het platteland <strong>van</strong> het<br />
arrondissement omvatte. Dit archief is dan ook <strong>van</strong> het allergrootste belang voor het schetsen <strong>van</strong> een<br />
volledig beeld <strong>van</strong> de geschiedenis <strong>van</strong> de Antwerpse liberale partij. De stukken in het AMVC vormen<br />
m.a.w. een belangrijk stuk <strong>van</strong> de puzzel.<br />
Zo komen we bij <strong>die</strong> <strong>archieven</strong> <strong>die</strong> belangrijke aanvullende informatie kunnen bevatten voor<br />
onderzoek naar het Antwerpse liberalisme. Buiten het archieffonds dat in het AMVC berust, kunnen we<br />
daarbij in de eerste plaats het Archief <strong>van</strong> Albert Lilar vermelden dat op het Liberaal Archief bewaard<br />
wordt en ontsloten is aan de hand <strong>van</strong> een schenkingslijst. Dit archief is <strong>van</strong> belang voor diverse <strong>van</strong> de<br />
35 De gegevens hiervoor zijn gebaseerd op een gesprek met Marc Somers <strong>van</strong> het AMVC.<br />
36 Dirk Luyten kan in zijn licentiaatsverhandeling uit 1983 gebruik maken <strong>van</strong> de aantekeningen <strong>die</strong> door Lode Wils zijn<br />
gemaakt. <strong>Het</strong> is toen dus reeds verdwenen : Luyten, de 'Vereenigde Liberalen <strong>van</strong> Antwerpen', 7.<br />
37 Voor meer informatie verwijzen we naar de archiefinventarissen <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen en de<br />
Liberale en Grondwettelijke Vereniging <strong>van</strong> Antwerpen
HET LIBERAAL HUIS G -<br />
hier ontsloten <strong>archieven</strong>. <strong>Het</strong>zelfde geldt voor het archief <strong>van</strong> Alfonsine Tisson-De Sloovere dat zich ook<br />
in het Liberaal Archief bevindt en voornamelijk materiaal bevat betreffende de liberale vrouwen.<br />
Arrondissementsfederatie en stadsafdeling komen echter eveneens aan bod. Beide <strong>archieven</strong> bevatten<br />
stukken <strong>die</strong> niet enkel als persoonlijk archief kunnen worden beschouwd. <strong>Het</strong> archief- en documentatiebestand<br />
«plaatselijk liberalisme» dat door het Liberaal Archief wordt aangelegd, kan enkele bijkomende<br />
gegevens aanbrengen. Vele schenkingen <strong>die</strong> uit disparaat materiaal bestaan en waarin geen eenheid kan<br />
worden ontdekt, worden onder dit bestand geplaatst <strong>van</strong>uit documentair oogpunt. Verder is het best<br />
mogelijk dat een aantal Antwerpse families nog in het bezit zijn <strong>van</strong> materiaal dat voor deze <strong>archieven</strong><br />
<strong>van</strong> belang is. Dit laatste geldt voornamelijk voor <strong>die</strong> <strong>archieven</strong> <strong>die</strong> slechts fragmentair aanwezig zijn in<br />
het hieronder ontsloten archieffonds. Zeer recent nog werden op het Liberaal Archief de uit het<br />
Antwerpse afkomstige <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de PVV-afdeling Hove en <strong>van</strong> mevrouw Vogels-De Loose<br />
neergelegd.<br />
2.1.3. VERANTWOORDING VAN DE INVENTARISATIE<br />
In de vorige pagina's werd er al op gewezen dat we met een conglomeraat <strong>van</strong> diverse <strong>archieven</strong>,<br />
archieffragmenten en documentatiemateriaal te maken hadden. Uiteraard moeten zowel archief en<br />
documentatie als de verschillende <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> elkaar worden gescheiden. Dit kan slechts op een<br />
verantwoorde wijze wanneer men voldoende zicht heeft op werking en taakstelling <strong>van</strong> de<br />
verschillende archiefvormers. Daarom probeerden we in eerste instantie via de literatuur gegevens te<br />
verzamelen. Vrij snel bleek dat nog vrijwel geen onderzoek werd verricht naar regionale en plaatselijke<br />
afdelingen <strong>van</strong> de liberale partijen in de twintigste eeuw. <strong>Het</strong>zelfde geldt trouwens voor de meeste<br />
plaatselijke liberale <strong>verenigingen</strong>. Deze vaststelling kan gedeeltelijk worden verklaard <strong>van</strong>uit het feit dat<br />
de geschiedenis <strong>van</strong> het liberalisme in België duidelijk minder vaak het onderwerp vormt <strong>van</strong><br />
onderzoek dan de socialistische of katholieke bewegingen. Daarom zagen wij ons genoodzaakt het<br />
archief zelf te doorgronden om meer inzicht te verwerven. Dat eerste onderzoek leverde niet alleen<br />
gegevens op over de gekende archiefvormende instellingen, maar bracht evenzeer het bestaan <strong>van</strong> nog<br />
meer archiefvormers aan het licht. Vervolgens konden we overgaan tot het aanbrengen <strong>van</strong> een<br />
scheiding tussen archief en documentatie en tot het afsplitsen <strong>van</strong> de verschillende <strong>archieven</strong>. Daarbij<br />
was het echter <strong>van</strong> belang om documentatie <strong>die</strong> duidelijk bij een bepaald archiefvormer hoorde,<br />
vooralsnog bij dat archief te houden of dat minstens op te tekenen.<br />
Uiteindelijk bleken maar liefst 19 verschillende archiefvormers in het archieffonds verborgen te<br />
zitten. Zeven daar<strong>van</strong> kunnen worden beschouwd als min of meer volledige (deel)<strong>archieven</strong>. De rest<br />
omvatte vaak slechts enkele stukken. Dat betekent dat de beschrijvingen <strong>van</strong> <strong>die</strong> stukken niet door een<br />
echte inleiding kunnen worden voorafgegaan. Voor de ontsluiting <strong>van</strong> de belangrijkste archiefvormer -<br />
de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen - was onvoldoende tijd beschikbaar, zodat besloten werd<br />
daaraan een structuurstu<strong>die</strong> te wijden. De overige zes archiefvormers worden wel degelijk ontsloten<br />
door een wetenschappelijke inventaris.<br />
Na de archiefvormers <strong>van</strong> elkaar te hebben gescheiden, kon worden vastgesteld dat de<br />
oorspronkelijke orde meestal gedeeltelijk of nagenoeg volledig verloren was gegaan. Gezien bijna nooit<br />
sporen <strong>van</strong> een oude orde - archiefcode, ordeningsplan en zo meer - waren terug te vinden, <strong>die</strong>nden we<br />
op basis <strong>van</strong> de bestaande bestanddelen te pogen de eventueel bestaande oude orde te reconstrueren.<br />
Via het herstellen <strong>van</strong> de oorspronkelijke series waren we in staat een soort <strong>van</strong> archiefgeraamte op te<br />
stellen. Dat volstond echter niet voor het opstellen <strong>van</strong> een volledige archiefstructuur, zodat een<br />
archiefschema <strong>die</strong>nde opgesteld 38 . We trachtten in elk geval steeds om de nog bestaande en<br />
gereconstrueerde relicten <strong>van</strong> de oude orde in het archiefschema in te passen. Op de verantwoording<br />
<strong>van</strong> de inventarisatie zal <strong>die</strong>per worden ingegaan in de inleidingen op de inventarissen, aangezien elk<br />
archief zijn eigen moeilijkheden en beperkingen stelde. Wel werd voor de politieke partij<strong>archieven</strong><br />
gewerkt <strong>van</strong>uit een theoretisch model-archiefschema dat aan de noden en specifieke taken <strong>van</strong> de<br />
verschillende <strong>archieven</strong> zal worden aangepast.<br />
38 Hiervoor verwijzen we naar het model <strong>van</strong> archiefschema uit deel 1 en naar de inleidingen op de verschillende<br />
inventarissen.
HET LIBERAAL HUIS H -<br />
Een aantal problemen keerden echter steeds opnieuw terug. Ten eerste waren de notulen bijna<br />
altijd in mappen opgeborgen, samen met andere stukken <strong>die</strong> op de vergaderingen betrekking hadden.<br />
We denken hierbij in de eerste plaats aan convocatiebrieven, presentielijsten, briefwisseling en eventueel<br />
documenten <strong>die</strong> op <strong>die</strong> vergadering aan de orde waren. De mappen bevatten echter nooit alleen de<br />
stukken <strong>die</strong> in één vergadering gebruikt werden, meestal zat al het gevormde archief betreffende de<br />
vergaderingen <strong>van</strong> een bepaald bestuursorgaan per semester, per jaar of per meerdere jaren samen. Om<br />
dit op een consequente wijze te beschrijven opteerden we voor het volgende : «Notulen <strong>van</strong> de<br />
vergaderingen <strong>van</strong> het Partijbestuur. Met bijlagen. 1981-1983. 1 omslag». Als redactionele vorm kozen<br />
we m.a.w. voor de term notulen. Via de passage «met bijlagen» wordt aangegeven dat de bestanddelen<br />
niet alleen notulen bevatten. In <strong>die</strong> gevallen dat een omslag enkel en alleen notulen bevat, wordt «met<br />
bijlagen» weggelaten.<br />
Een ander en min of meer gelijkaardig probleem kwam voor bij de briefwisseling. Steeds weer<br />
bevonden zich tussen de ingekomen en kopies <strong>van</strong> uitgaande brieven ook vele andere ingekomen en<br />
uitgaande stukken. Daarom wordt in <strong>die</strong> gevallen geopteerd voor de volgende beschrijving :<br />
«Briefwisseling met de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. Met bijlagen. 1967-1972» 39 .<br />
2.1.4. AANWIJZINGEN VOOR RAADPLEGERS<br />
De ontsloten archivalia dateren uit de periode 1945 tot 1992. Uiteraard kunnen niet alle stukken<br />
openbaar worden gemaakt. Zoals in deel 1 werd aangeduid, bestaan echter nauwelijks vaste regels<br />
<strong>die</strong>naangaande. Daarom leek het ons het best zo veel als mogelijk de huidige, gangbare termijnen te<br />
volgen. Wel opteerden we ervoor om veeleer 30, i.p.v. 50 jaar als algemene grens te stellen. Dat houdt in<br />
dat op dit moment - 1995 - stukken <strong>van</strong> voor 1966 in principe openbaar zijn. Om reden <strong>van</strong><br />
eenvoudigheid wordt voor de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de liberale partijen door het Liberaal Archief de ietwat<br />
afwijkende regel gehanteerd om archief <strong>van</strong> voor 1962 - gevormd door de Liberale Partij <strong>die</strong> eind 1961<br />
werd ontbonden - in principe openbaar te stellen. Partijarchief <strong>van</strong> na 1961 is in de regel niet openbaar.<br />
Er blijven echter steeds twee uitzonderingen op de algemene termijn <strong>van</strong> dertig jaar en op het<br />
scharnierjaar 1961 voor partijarchief. In de eerste plaats zijn stukken <strong>die</strong> de privacy betreffen nooit<br />
openbaar. Anderzijds zijn alle archivalia <strong>die</strong> bij hun ontstaan reeds openbaar waren, nog steeds<br />
openbaar. We denken daarbij aan uitgedeelde verkiezingspropaganda, persconferenties en verslagen<br />
<strong>van</strong> openbare congressen. Ten derde kan ook de archivaris <strong>van</strong> het Liberaal Archief in bepaalde gevallen<br />
een afwijking toestaan op deze algemene regels.<br />
Een aantal stukken <strong>die</strong> openbaar zijn hoeven niet in het archief zelf te worden geraadpleegd.<br />
<strong>Het</strong> Liberaal Archief beschikt namelijk over een aantal documentaire verzamelingen, zoals de collecties<br />
affiches, verkiezingsmateriaal en congresdocumenten. Daarenboven werden recent alle Vlaamse liberale<br />
congresresoluties sinds 1945 gepubliceerd 40 . In de <strong>archieven</strong> komen boven<strong>die</strong>n meermaals<br />
verkiezingsuitslagen voor <strong>die</strong> ook in allerlei publicaties zijn verschenen. Tot slot kunnen statuten <strong>van</strong><br />
VZW's en andere rechtspersonen steeds worden teruggevonden in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.<br />
De wijze <strong>van</strong> aanvragen is voor elk <strong>van</strong> deze <strong>archieven</strong> anders. Eerst moet worden vermeld om<br />
welk archieffonds het gaat, daarna volgt dan het betreffende archiefbestand en tot slot eventueel een of<br />
meerdere inventarisnummers. Bv. archieffonds PVV-Antwerpen, archief <strong>van</strong> de LParrondissementsfederatie<br />
Antwerpen, nrs. 14-19.<br />
Hoofdstuk 2 : Structuurstu<strong>die</strong> <strong>van</strong> de PVV-Arrondissementsfederatie Antwerpen<br />
39 Fictieve voorbeelden.<br />
40 Menu, Congresresoluties.
2.2.1. INLEIDING EN WERKWIJZE<br />
HET LIBERAAL HUIS - I<br />
De werkwijze <strong>die</strong> we volgden voor dit archief is enigszins anders dan voor de <strong>archieven</strong> waarvoor een<br />
inventaris werd opgemaakt. In dit tweede deel bespreken we immers het archief <strong>van</strong> de Antwerpse<br />
arrondissementsfederatie <strong>van</strong> de PVV, waarvoor we wegens gebrek aan tijd niet tot een inventarisatie<br />
konden komen. Dat hangt samen met de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het archief dat meer dan 20 lopende meter omvat.<br />
Vanwege het belang er<strong>van</strong> werd in overleg met professor Juul Verhelst besloten om dit archief aan een<br />
structuurstu<strong>die</strong> te onderwerpen. De stu<strong>die</strong> er<strong>van</strong> kan immers interessant zijn gezien de grote<br />
gelijkenissen met een aantal andere <strong>archieven</strong> <strong>die</strong> in dit fonds zijn opgenomen, maar vooral omwille <strong>van</strong><br />
de graad <strong>van</strong> volledigheid en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het archief. Net om het te leren kennen met het oog op een<br />
latere inventarisatie moeten we trachten te ontsluieren hoe de arrondissementsfederatie werkte en welke<br />
invloed dit ressorteerde op de archiefvorming.<br />
Hoe gingen we hierbij te werk ? In eerste instantie gingen we op zoek naar gegevens over de<br />
archiefvormer zelf. <strong>Het</strong> resultaat er<strong>van</strong> is te lezen in het eerste luik waarin we antwoorden trachten te<br />
formuleren op volgende vragen. Hoe functioneerde de arrondissementsfederatie, wat waren haar<br />
bevoegdheden en functies, wat waren haar verhoudingen met andere partijgeledingen en zo meer. De<br />
nadruk komt dus te liggen op <strong>die</strong> gegevens <strong>die</strong> <strong>van</strong> belang zijn voor de structuur <strong>van</strong> de federatie en<br />
m.a.w. de archiefvorming kunnen hebben beïnvloed. Op basis <strong>van</strong> de ingewonnen informatie kunnen<br />
dan reeds enkele conclusies worden gemaakt met het oog op een voorstel <strong>van</strong> archiefschema.<br />
Dat schema wordt in het derde onderdeel opgesteld nadat uiteen werd gezet op welke wijze het<br />
archief gevormd werd en hoe de oorspronkelijke archiefordening er uitzag. In het daaropvolgende<br />
gedeelte wordt het archiefschema aan de hand <strong>van</strong> voorbeeldbeschrijvingen ingevuld en verklaard via<br />
bijgevoegde uitleg.<br />
In een laatste luik tenslotte worden een aantal conclusies getrokken. Niet alleen worden de<br />
typische eigenaardigheden en problemen <strong>van</strong> deze archiefvorming uiteengezet, ook wordt aangegeven<br />
wat de verschillen zijn tussen de archiefvorming en de eigenlijke taken <strong>van</strong> de<br />
arrondissementsfederatie. Dit heeft zijn belang met het oog op een eventuele aanvulling <strong>van</strong> het archief<br />
met verloren of afgedwaald archief. Dat leidt ons tot een aantal bedenkingen i.v.m. de inventarisatie <strong>die</strong><br />
in de toekomst plaats zal hebben.<br />
2.2.2. GESCHIEDENIS, ORGANISATIE EN WERKING.<br />
Vooraleer we hierop ingaan moet worden opgemerkt dat informatie over werking en structuur <strong>van</strong> de<br />
Belgische liberale partijen zeer zeldzaam is. Laat staan dat al enig basiswerk werd verricht over de<br />
partijgeledingen uit het Antwerpse arrondissement 41 . We zagen ons dan ook verplicht onze informatie<br />
uit het archief zelf te halen. Daarbij beperkten we ons uiteraard niet tot de statuten, reglementen of<br />
instructies. Voor de eigenlijke werking <strong>die</strong>nde namelijk veel impliciet of uit een veelheid <strong>van</strong> kleine<br />
gegevens afgeleid 42 .<br />
41<br />
Slechts enkele licentiaatsverhandelingen betreffen Antwerpse liberale <strong>verenigingen</strong>, weliswaar uit de vooroorlogse<br />
periode. Een aantal basiswerken raken de lagere afdelingen zijdelings aan : Vrancken, Besluitvorming en werking binnen<br />
de PVV; Deschouwer, Organiseren of bewegen ?; Reynaert, De liberalen; en D'Hoore, «De Liberale Partij <strong>van</strong> 1914 tot<br />
1961».<br />
42 Wanneer we ons baseren op bronnen uit het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie <strong>die</strong> precies te situeren zijn,<br />
zullen we ons in de voetnoten beperken tot de opgave <strong>van</strong> het archiefbestanddeel.
HET LIBERAAL HUIS - J<br />
ILLUSTRATIE 2 : Administratieve kaart <strong>van</strong> de provincie Antwerpen in 1976
HET LIBERAAL HUIS K -<br />
ILLUSTRATIE 3 : Administratieve kaart <strong>van</strong> de provincie Antwerpen in 1983
HET LIBERAAL HUIS L -<br />
2.2.2.1. Wat is een arrondissementsfederatie eigenlijk ?<br />
Net zoals dat bij de andere grote partijen in ons land het geval is, was de PVV niet louter nationaal<br />
georganiseerd. Ook op andere niveaus bestonden structuren. In de praktijk bleken de arrondissementsfederaties<br />
zowat de belangrijkste schakel te vormen tussen de leden en de nationale<br />
partijorganisatie 43 . De federaties zouden dan ook kunnen worden omschreven als het partijorgaan dat<br />
op arrondissementeel vlak moest zorgen voor het realiseren <strong>van</strong> de liberale doelstellingen. De<br />
arrondissementsfederaties waren m.a.w. het verbindingsorgaan tussen basis - leden en plaatselijke<br />
afdelingen - enerzijds en partijtop anderzijds, dat de liberale ideologie binnen het eigen ressort in de<br />
praktijk moest trachten om te zetten.<br />
2.2.2.2. Voorgeschiedenis 44<br />
De Liberale Partij kende niet <strong>van</strong> bij haar ontstaan zoiets als arrondissementsfederaties. Voor wat<br />
Antwerpen betreft gaat de voorgeschiedenis <strong>van</strong> <strong>die</strong> liberale federatie terug tot in 1857. Toen werd te<br />
Antwerpen de Association Liberale et Constitutionelle d'Anvers opgericht 45 . Gedurende de<br />
daaropvolgende decennia ontstonden in de gemeente Antwerpen meerdere liberale <strong>verenigingen</strong>.<br />
Hierbij waren zowel progressieve als conservatieve liberale stromingen vertegenwoordigd. Een aantal<br />
<strong>van</strong> deze korpsen smolt in 1872 samen en ging voortaan verder onder de naam Vereenigde Liberalen (<strong>van</strong><br />
Antwerpen). Een evolutie <strong>die</strong> eindigde in 1921, toen ook de meer progressieve Liberale Volkspartij-Help U<br />
Zelve tot deze vereniging toetrad. De Vereenigde Liberalen moet echter worden gezien als een losse<br />
groepering <strong>die</strong> slechts in verkiezingsperiodes werkelijk functioneerde met het oog op de opstelling <strong>van</strong><br />
de verkiezingslijsten. Voor het overige vormden <strong>die</strong> liberale korpsen volwaardige <strong>verenigingen</strong> <strong>die</strong><br />
elkaar op plaatselijk vlak beconcurreerden. De invloed <strong>van</strong> de francofone Association Libérale reikte tot<br />
ver buiten de stad Antwerpen. Dat leidde onder meer tot de oprichting <strong>van</strong> het Buitencomiteit dat<br />
bevoegd was over het volledige arrondissement buiten de stadspoorten 46 . Alle <strong>verenigingen</strong> waren<br />
echter als plaatseliijke Antwerpse <strong>verenigingen</strong> ontstaan en behielden daar ook steeds hun feitelijke<br />
machts- en werkingsbasis. Van een werkelijke arrondissementele organisatie kan dus ternauwernood<br />
gewag worden gemaakt. De politieke activiteit bleef immers nagenoeg volledig beperkt tot de stad zelf.<br />
Van een echte centralisatie op arrondissementeel niveau of een duidelijk uitgebouwde structuur<br />
was al <strong>die</strong> tijd dus nauwelijks sprake. Boven<strong>die</strong>n ageerden de plaatselijke liberale <strong>verenigingen</strong> zeer<br />
onafhankelijk, want op nationaal vlak bleef een echte organisatie uit. Slechts af en toe werden nationale<br />
congressen georganiseerd. Pas om en rond de eerste wereldoorlog veranderde dat met de oprichting<br />
<strong>van</strong> een Permanente Landsraad. Op arrondissementeel niveau werd de bestaande, min of meer<br />
onduidelijke situatie pas grondig omgevormd na de tweede wereldoorlog. Toen werd volledig komaf<br />
gemaakt met de vooroorlogse situatie en overgegaan tot de oprichting <strong>van</strong> de Liberale Partij <strong>van</strong> het<br />
Arrondissement Antwerpen; de eerste echte Antwerpse arrondissementsfederatie. De oude politieke en<br />
stedelijke korpsen leefden verder en verkregen een rechtstreekse vertegenwoordiging in de federatie. Ze<br />
boetten echter wel enigszins aan belang in, gezien nu ook plaatselijke afdelingen konden worden<br />
opgericht en afdelingen <strong>van</strong> vakbond, ziekenfonds en zo meer in de organisatie konden worden<br />
opgenomen 47 . Pas met de oprichting <strong>van</strong> de PVV zouden de korpsen hun bevoorrechte plaats volledig<br />
moeten afstaan en als onderafdelingen opgaan in de PVV-afdeling Antwerpen-Stad.<br />
43 Deschouwer, Organiseren of bewegen ?, 89.<br />
44 Reynaert, De Liberalen, 16-19. Lefèvre, «De Liberale Partij <strong>van</strong> 1846 tot 1914», 75-82. D'Hoore, «De Liberale Partij <strong>van</strong><br />
1914 tot 1961», 83-89. Goovaerts, De radikale Liberalen, 1, 120, 129-133. Luyten, De 'Vereenigde Liberalen <strong>van</strong><br />
Antwerpen', 38-39.<br />
45 In het Nederlands : Liberale en Grondwettelijke Vereniging <strong>van</strong> Antwerpen, beter bekend onder de verkorting Association<br />
Libérale of Liberale Associatie. Voor meer informatie over <strong>die</strong> vereniging verwijzen we naar de inleiding op de<br />
archiefinventaris <strong>van</strong> LGVA.<br />
46 Deze gegevens komen uit het reglement <strong>van</strong> deze vereniging uit 1907; LA, Plaatselijk Liberalisme, Antwerpen 21.<br />
47 We verwijzen naar de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen.
HET LIBERAAL HUIS M -<br />
2.2.2.3. Oprichting<br />
Onder impuls <strong>van</strong> LP-voorzitter Omer Vanaudenhove werd tijdens het nationaal congres <strong>van</strong> 7 en 8<br />
oktober 1961 de LP omgevormd tot PVV of Partij voor Vrijheid en Vooruitgang. De vernieuwing kwam<br />
niet zozeer tot uiting in gewijzigde structuren, maar veeleer door een ideologische verruiming waarbij<br />
de anti-katholieke standpunten werden verlaten 48 . Binnen de Antwerpse arrondissementsfederatie<br />
werd op deze vernieuwing snel gereageerd, zodat reeds tien dagen later in een persmededeling de<br />
oprichting <strong>van</strong> een PVV-geleding op dat niveau kon worden aangekondigd. Ook hier bleef de<br />
organisatie grosso modo gelijk. In een eerste fase bleef zelfs hetzelfde politieke personeel via dezelfde<br />
organen de teugels in handen houden. Feitelijk werd pas goed met de oude structuren komaf gemaakt<br />
tijdens de Algemene Vergadering <strong>van</strong> 27 mei 1962 waarin de nieuwe statuten werden goedgekeurd en<br />
een nieuw bestuur werd verkozen 49 . De daad <strong>die</strong> symbool stond voor deze vernieuwing, maar<br />
tegelijkertijd ook voor de continuïteit met het verleden was het toekennen <strong>van</strong> het ere-voorzitterschap -<br />
een ere-functie - aan ex-voorzitter Albert Lilar.<br />
2.2.2.4. Doelstelling(en) <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie<br />
<strong>Het</strong> doel <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie bestond er in de eerste plaats in alle personen <strong>die</strong> in het<br />
arrondissement woonachtig waren, de PVV-ideologie aanhingen en een lidmaatschapsbewijs betaalden,<br />
te verenigen. De federatie groepeerde alle plaatselijke afdelingen uit het arrondissement en maakte zelf<br />
deel uit <strong>van</strong> de PVV. Vandaar dat de arrondissementsfederatie de door de PVV in artikel 1 <strong>van</strong> haar<br />
statuten erkende stellingen te verdedigen en te verspreiden had 50 .<br />
2.2.2.5. De bestuursorganen<br />
De PVV-arrondissementsfederatie telde in totaal 5 vaste bestuursorganen, in volgorde <strong>van</strong> algemeen<br />
naar bijzonder 51 : de Algemene Vergadering, het Federaal Comité, het Partijbestuur, het Directiecomité<br />
en het ondersteunende Comité voor Actie en Public Relations.<br />
<strong>Het</strong> Directiecomité had de dagelijkse, meer praktische leiding over de arrondissementsfederatie.<br />
Dit orgaan kwam pas <strong>van</strong>af 1972 in de statuten voor. Toch bestond reeds sinds 1966 het<br />
Dagelijks Bestuur dat er de voorloper <strong>van</strong> was. Dat betekent meer dan waarschijnlijk dat de toenmalige<br />
statuten deze vergadering invoerden. Vóór 1966 was de dagelijkse leiding in handen <strong>van</strong> het Bestuur,<br />
dat zo meteen aan bod komt. <strong>Het</strong> Directiecomité was samengesteld uit een voorzitter, drie ondervoorzitters,<br />
2 secretarissen, een penningmeester, de verslaggever en de parlementsleden. Naast de<br />
dagelijkse leiding speelde het een belangrijke rol inzake de tuchtprocedure.<br />
<strong>Het</strong> Partijbestuur kende een aantal voorlopers, waaronder het Bureel dat nog uit de periode<br />
<strong>van</strong> de LP stamde. Tussen 1963 en 1969 werd het Bestuur genoemd. In de periode 1970-1973 kwamen<br />
beide benamingen naast elkaar voor. Pas <strong>van</strong>af 1974 werd definitief voor de benaming Partijbestuur<br />
gekozen 52 . Tot 1966 voerde het Bestuur de algemene leiding over de federatie. <strong>Het</strong> was toen<br />
samengesteld uit een voorzitter, 3 ondervoorzitters, een secretaris-generaal, een penningmeester, 10<br />
verkozen leden en de liberale leden <strong>van</strong> Parlement en Bestendige Deputatie. Na<strong>die</strong>n was de<br />
48 Luyckx en Platel, Politieke geschiedenis <strong>van</strong> België, 506-507.<br />
49 In de loop <strong>van</strong> dertig jaar PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen werden nog meermaals statutenwijzigingen<br />
doorgevoerd; onder meer ca. 1966, in 1972, 1979, 1982, 1988 en 1990. Over de statuten <strong>van</strong> 1966 en 1982 beschikken<br />
we echter niet.<br />
50 Statuten <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen : 1962, art. 1; 1979, art. 1-3; Statuten <strong>van</strong> de PVV 1982, art. 1<br />
: «De PVV stelt zich ten doel : allen <strong>die</strong> aan de liberale beginselen gehecht zijn te groeperen, zonder onderscheid <strong>van</strong><br />
afkomst, <strong>van</strong> gods<strong>die</strong>nstige gezindheid of <strong>van</strong> wijsgerige overtuiging, teneinde de toekomst <strong>van</strong> de Vlaamse<br />
gemeenschap in een geest <strong>van</strong> liberalisme te verzekeren; de individuele vrijheid te verdedigen; aan allen gelijke rechten<br />
en gelijke kansen te verzekeren; bij te dragen tot de totstandkoming <strong>van</strong> het sociaal liberalisme, dit wil zeggen het<br />
bereiken <strong>van</strong> een maatschappij bevrijd <strong>van</strong> politieke, economische en sociale <strong>die</strong>nstbaarheden, en waar het persoonlijk<br />
initiatief, de solidariteit en de ondernemingsgeest zich vrij kunnen ontwikkelen; een meer doeltreffende parlementaire<br />
democratie te verzekeren; samen te werken met de andere Belgische groeperingen <strong>die</strong> de liberale beginselen uitdragen;<br />
het liberalisme in de Europese Gemeenschap en Europa uit te dragen onder meer door een actieve deelname aan de<br />
werking <strong>van</strong> de Europese Liberaal-Democraten (ELD)».<br />
51 <strong>Het</strong> betreft hier de statutaire volgorde.<br />
52 In de statuten <strong>van</strong> 1972 is nog sprake <strong>van</strong> «Bestuur».
HET LIBERAAL HUIS N -<br />
samenstelling gelijk aan <strong>die</strong> <strong>van</strong> het Directiecomité met toevoeging <strong>van</strong> 6 verkozen leden, de voorzitter<br />
<strong>van</strong> het CAPR, twee afgevaardigden per district en 3 vertegenwoordigers <strong>van</strong> de arrondissementele<br />
Jongeren- en Vrouwenfederaties. De bevoegdheid evolueerde <strong>van</strong> het dagelijks bestuur naar het<br />
uitvoeren <strong>van</strong> de richtlijnen <strong>die</strong> door het Federaal Comité werden uitgevaardigd. Verder had het nog<br />
een waaier <strong>van</strong> taken <strong>die</strong> meestal gedeeld werd met andere vergaderorganen.<br />
<strong>Het</strong> Federaal Comité 53 vergaderde gewoonlijk eens om de twee maand en fungeerde zowat als<br />
een contactorgaan voor het arrondissementele liberalisme. Naast de leden <strong>van</strong> het Bestuur waren<br />
immers ook de lagere mandatarissen zoals gemeenteraads- en OCMW-leden vertegenwoordigd. De<br />
plaatselijke afdelingen waren vertegenwoordigd met 1 afgevaardigde per 50 leden, de<br />
districts<strong>verenigingen</strong> daarentegen enkel door hun voorzitters. <strong>Het</strong> belangrijkste onderscheid met de<br />
vorige organen lag echter in de afgevaardigden <strong>die</strong> de erkende sociale, politieke en culturele liberale<br />
<strong>verenigingen</strong> konden toewijzen. Tenslotte beschikten ook hier de Jongeren- en Vrouwenfederaties over<br />
een vast aantal vertegenwoordigers. Enkel PVV-leden mochten als afgevaardigde optreden. Omwille<br />
<strong>van</strong> haar samenstelling was deze vergadering zeer goed in staat om haar belangrijkste taak, met name<br />
het kiezen <strong>van</strong> de te nemen politieke opties, waar te nemen. Verder had het ook een belangrijke vinger<br />
in de pap bij het opstellen <strong>van</strong> de verkiezingslijsten.<br />
De Algemene Vergadering kwam in principe eenmaal per jaar samen en vertegenwoordigde<br />
alle leden uit het arrondissement 54 . Tijdens deze vergadering werden jaar- en financieel verslag<br />
gehoord en werden de bestuursleden verkozen. Statutenwijzigingen werden hier steeds definitief<br />
goedgekeurd.<br />
De vier hoofdorganen werden in hun werking gesteund door een comité dat zich vooral bezig<br />
hield met voorlichting, politieke actie, propaganda en public relations. Dat orgaan werd in de loop <strong>van</strong><br />
1962 onder de benaming ACC opgericht in navolging <strong>van</strong> het LP-Propagandakomiteit. In 1966 werd<br />
echter overgestapt op het CAPR. De samenstelling <strong>van</strong> de opeenvolgende organen verschilde licht,<br />
maar de taken bleven hoofdzakelijk gelijk. Steeds waren de propagandaverantwoordelijken <strong>van</strong> de<br />
plaatselijke afdelingen in het orgaan opgenomen. <strong>Het</strong> belangrijkste onderscheid qua samenstelling lag<br />
in het feit dat het ACC dezelfde leiding kende als het Bestuur, terwijl het CAPR een afzonderlijke<br />
voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en schatbewaarder had. Maar zelfs dan nog waren de<br />
arrondissementsvoorzitter, de beide secretarissen en de penningmeester <strong>van</strong> de<br />
arrondissementsfederatie aanwezig. Dat het CAPR over een eigen schatbewaarder beschikte, valt te<br />
verklaren <strong>van</strong>uit het feit dat de financiën i.v.m. de verkiezingen apart werden beheerd. Dit Comité<br />
immers hield zich zoals gezegd onder meer bezig met de voorbereiding <strong>van</strong> de wetgevende verkiezingen<br />
en alle propaganda en public relations <strong>die</strong> daarmee samenhingen.<br />
Een Financieel Comité, dat <strong>van</strong> 1962 tot en met 1990 in de statuten opdook, had de opdracht de<br />
giften voor de verkiezingen in te zamelen. Een belangrijke bevoegdheid <strong>die</strong> elk orgaan - op uitzondering<br />
<strong>van</strong> het Financieel Comité - bezat, was de oprichting <strong>van</strong> stu<strong>die</strong>commissies. Van deze mogelijkheid<br />
werd gretig gebruik gemaakt. Enkele voorbeelden : Landbouwcommissie, OCGA, Commissie<br />
Statuten,... Deze commissies waren over het algemeen nogal gelimiteerd, zowel qua bevoegdheden als<br />
tijdsduur.<br />
2.2.2.6. De belangrijkste functionarissen<br />
<strong>Het</strong> ere-voorzitterschap lijkt wel louter in functie <strong>van</strong> oud-voorzitter Albert Lilar gecreëerd te zijn<br />
geweest. In elk geval was zijn taak beperkt tot een soort <strong>van</strong> wijze <strong>die</strong> bij allerhande conflicten als<br />
hoofdarbiter kon worden ingezet.<br />
De echte leider <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie vinden we in de figuur <strong>van</strong> de voorzitter.<br />
Volgens de statuten <strong>die</strong>nde hij te waken over de eerbiediging <strong>van</strong> PVV-doctrine, -programma, en -<br />
statuten en was hij verantwoordelijk voor de politieke activiteit in het arrondissement. Met dat laatste<br />
doelde men o.a. op het bevorderen <strong>van</strong> de ledenwerving en de organisatie <strong>van</strong> allerlei vergaderingen<br />
<strong>die</strong> mogelijk maakten dat de bevolking op de hoogte werd gehouden <strong>van</strong> de politieke activiteiten <strong>die</strong> de<br />
53 Vóór de nieuwe statuten <strong>van</strong> 1962, bleef haar voorloper de Bestuurraad in functie.<br />
54 De Algemene Vergadering werd in de LP-periode Jaarvergadering <strong>van</strong> de Beheerraad genoemd. In het begin <strong>van</strong> 1962 -<br />
onder PVV-bestuur dus - had een dergelijke vergadering voor het laatst plaats.
HET LIBERAAL HUIS O -<br />
PVV aan de dag legde. Om zich beter <strong>van</strong> zijn taak te kunnen kwijten, beschikte hij over het recht om de<br />
vergaderingen <strong>van</strong> de ondergeschikte geledingen bij te wonen. Anderzijds kon hij, in<strong>die</strong>n hij zijn<br />
verplichtingen niet nakwam, worden gesanctioneerd.<br />
De drie ondervoorzitters, waaronder steeds één vrouw, hadden weinig concrete macht. Hun<br />
belangrijkste bevoegdheid bestond erin de voorzitter bij zijn afwezigheid te ver<strong>van</strong>gen. Vaak ook<br />
fungeerde één <strong>van</strong> de ondervoorzitters als waarnemend voorzitter, wanneer deze laatste functie<br />
vroegtijdig vacant werd. In de praktijk gebeurde het wellicht meermaals dat de ondervoorzitters een<br />
aantal taken voor een bepaalde tijd werden toegewezen om bv. de voorzitter bij te staan. Zo werd op de<br />
Algemene Vergadering <strong>van</strong> 21 april 1989 een taakverdeling doorgevoerd waarbij naast de ondervoorzitters<br />
ook de 2 secretarissen-generaal betrokken waren 55 .<br />
De secretarissen(-generaal). Oorspronkelijk was er slechts één secretaris-generaal. In de<br />
statuten <strong>van</strong> 1979 werd echter overgegaan tot een systeem met twee secretarissen 56 . Vanaf dat moment<br />
bestond in principe een taakverdeling waarbij de ene secretaris de politieke vraagstukken en de andere<br />
de meer administratieve aangelegenheden behartigde. Eind 1991 werd teruggekeerd naar het systeem<br />
met slechts één secretaris 57 .<br />
De penningmeester was voor de archiefvorming <strong>van</strong> groter belang. Hij beheerde immers de<br />
financiën. Aangezien de ledenadministratie ook een financiële kant bezat, was hij daarvoor medeverantwoordelijk.<br />
<strong>Het</strong>zelfde gold voor de inning <strong>van</strong> de bijdragen <strong>van</strong> mandatarissen en<br />
afgevaardigden in het Federaal Comité.<br />
Alle voorgaande functies werden samen met de reeds vernoemde verkiesbare leden <strong>van</strong> het<br />
Partijbestuur door de Algemene Vergadering verkozen voor vier jaar. Terwille <strong>van</strong> de continuïteit <strong>van</strong><br />
het beleid werd elk jaar slechts één vierde <strong>van</strong> het bestuur verkozen. Kandidaturen <strong>die</strong>nden<br />
ondersteund te zijn door vijf handtekeningen <strong>van</strong> andere leden en over de ont<strong>van</strong>kelijkheid <strong>van</strong> elke<br />
kandidatuur moest vooraf door Federaal Comité en Partijbestuur worden geoordeeld. Deze<br />
verkiezingen verliepen zeer officieel, volgens een vastgestelde procedure en gedecentraliseerd. In elk<br />
kanton bevond zich immers een stembureau met eigen voorzitter, bijzitters en getuigen. Wanneer het<br />
aantal kandidaten gelijk was aan het aantal te verkiezen plaatsen gingen deze bestuursverkiezingen<br />
uiteraard niet door.<br />
De permanente of bestendige secretaris was geen statutaire functie. Deze persoon werd door<br />
de leiding <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie aangesteld om de dagelijkse administratieve rompslomp te<br />
beheren en kan worden beschouwd als de spil <strong>van</strong> de dagelijkse werking gezien alleen voor deze<br />
functie personen betaald werden. Vermits de permanente secretaris geen vrijwilliger was, kan zijn rol in<br />
de archiefvorming alleen maar groot geweest zijn.<br />
55 Notulen <strong>van</strong> het Partijbestuur, 1989.<br />
56 Sinds de statuten <strong>van</strong> 1979 was steevast sprake <strong>van</strong> secretarissen. In de praktijk worden zij echter meestal met de term<br />
secretarissen-generaal aangeduid. Deze functie mag niet worden verward met de bestendige of permanente secretaris<br />
<strong>die</strong> de feitelijke (administratieve) secretaris was.<br />
57 Hiervoor verwijzen we naar de lijsten <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> de LP- en de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen;<br />
bijlagen 2 en 6.
HET LIBERAAL HUIS P -<br />
BIJLAGE 2 : Lijst <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen<br />
PERMANENTE OF BESTENDIGE SECRETARIS<br />
17/10/1961 - 05/05/1975 Charles DE WEZE 58<br />
30/05/1975 - 31/12/1976 Jan BACKX<br />
01/01/1977 - 15/02/1977 Marc LEVERT 59<br />
16/02/1977 - 22/06/1978 Chantal BRAYE<br />
15/08/1978 - xx/09/1978 Marc AERTBELIËN 60<br />
06/09/1978 - 14/10/1978 G. VAN HOEK<br />
15/10/1978 Jean VANDERELST<br />
04/11/1978 - 30/10/1982 Raoul DE WITTE 61<br />
xx/12/1982 Bruno MATHIJS 62<br />
19/04/1983 - tot einde PVV Lode STIELTJENS<br />
VOORZITTER<br />
17/10/1961 - 28/01/1962 Albert LILAR 63<br />
29/01/1962 - 13/01/1967 Frans GROOTJANS<br />
14/01/1967 - 14/09/1973 Fernand BOEY<br />
15/09/1973 - 03/02/1978 Camille PAULUS<br />
04/02/1978 - 17/12/1981 Edward BEYSEN<br />
18/12/1981 - 29/01/1988 Aloïs DE BACKER 64<br />
28/03/1988 - 18/05/1990 Charles DE WEZE<br />
19/05/1990 - 01/12/1991 Danny WEYNS 65<br />
13/03/1992 - tot einde PVV André GANTMAN<br />
PENNINGMEESTER OF SCHATBEWAARDER<br />
17/10/1961 - 27/05/1962 G. SIRTAINE<br />
28/05/1962 - 02/02/1979 Jos DE HONDT 66<br />
31/03/1979 - 21/03/1980 Robert BELLENS 67<br />
22/03/1980 - 21/04/1988 René NOERENS<br />
22/04/1988 - Marc VAN DEN ABEELEN<br />
58 Charles De Weze oefende deze functie reeds uit in de LP-periode, sinds 15 april 1960.<br />
59 Slechts ad interim.<br />
60 Enkel op proef.<br />
61 Wegens een hartaanval <strong>die</strong>nde hij ontslag te nemen.<br />
62 Slechts waarnemend<br />
63 Hij was reeds sinds jaren voorzitter <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen.<br />
64 Tussen Aloïs De Backer en Charles De Weze in, nam Antoinette Helsmoortel-Pecher de functie ad interim waar.<br />
65 Antoinette Helsmoortel-Pecher maakte het mandaat <strong>van</strong> Danny Weyns vol tot aan de eerstvolgende<br />
Algemene Vergadering<br />
66 Jos De Hondt nam ontslag.<br />
67 Robert Bellens was reeds waarnemend penningmeester sinds 3 februari 1979.
SECRETARISSEN-GENERAAL<br />
17/10/1961 - 13/01/1967 Fernand BOEY<br />
14/01/1967 - xx/05/1975 Karel POMA 68<br />
30/05/1975 - 03/06/1976 Charles DE WEZE 69<br />
19/11/1976 Edward BEYSEN 70<br />
29/01/1977 - 03/02/1978 Edward BEYSEN<br />
24/02/1978 - 30/03/1979 Aloïs DE BACKER 71<br />
31/03/1979 - 21/03/1980 Aloïs DE BACKER<br />
22/03/1980 - 13/12/1981 72<br />
Aloïs DE BACKER<br />
Charles DE WEZE<br />
18/12/1981 - 24/04/1987 Charles DE WEZE<br />
R. VANCAEYZEELE<br />
25/04/1987 - 21/04/1988 Charles DE WEZE<br />
Daniël WEYNS<br />
22/04/1988 - 18/05/1990 Daniël WEYNS<br />
W. ROELS<br />
19/05/1990 - 19/04/1991 W. ROELS<br />
E. TAVERNIERS<br />
20/04/1991 - 26/12/1991 W. ROELS<br />
André GANTMAN<br />
27/12/1991 - 13/03/1992 André GANTMAN<br />
14/03/1992 - 03/04/1992 Jo CLAEYS<br />
24/04/1992 - tot einde PVV Gilbert VAN NUFFEL<br />
VOORZITTERS VAN ACC EN CAPR 73<br />
09/02/1962 - 28/10/1965 Frans GROOTJANS<br />
23/02/1966 - 20/05/1966 Karel POMA<br />
25/01/1967 - 06/12/1969 Rudolf SALOMÉ<br />
15/05/1970 - 01/08/1973 Christiaan PATERNOTTE 74<br />
12/10/1973 - 26/05/1976 Edward BEYSEN<br />
13/12/1976 - 21/10/1977 Aloïs DE BACKER<br />
26/10/1978 - xx/02/1988 Luc HUYBRECHTS 75<br />
2.2.2.7. De verhouding met de andere partijgeledingen.<br />
HET LIBERAAL HUIS Q -<br />
68 Karel Poma nam ontslag in de loop <strong>van</strong> mei 1975<br />
69 Hij nam deze functie enkel waar.<br />
70 Enkel waarnemend.<br />
71 Edward Beysen werd ver<strong>van</strong>gen door Aloïs De Backer vermits hij tijdens de Algemene Vergadering werd<br />
verkozen tot voorzitter.<br />
72 Vanaf maart 1980 tot eind 1991 waren er twee secretarissen-generaal, waarna opnieuw werd overgestapt op de<br />
formule met één secretaris-generaal.<br />
73 Van 1962 tot en met 1965 het Actie- en Coördinatiecomité (ACC), <strong>van</strong>af 1966 het Comité voor Actie en<br />
Public-Relations (CAPR).<br />
74 Hij nam ontslag in de loop <strong>van</strong> de maand augustus.<br />
75 Minimaal tot deze datum.
HET LIBERAAL HUIS R -<br />
Gezien zowat alle onderwerpen en taken minstens gedeeltelijk tot de bevoegdheden <strong>van</strong> meerdere <strong>van</strong><br />
de hierboven geschetste organen behoorde, geven we een korte uiteenzetting ter verklaring <strong>van</strong> de<br />
verschillende functies <strong>die</strong> eigen waren aan de Antwerpse arrondissementsfederatie. Straks komen de<br />
administratieve en eigenlijke functies aan bod, maar beginnen doen we met de verhouding tot de<br />
andere PVV-geledingen.<br />
De PVV-arrondissementsfederatie was slechts een geleding binnen de partij <strong>die</strong> vooral een<br />
belangrijke rol te vervullen had in de doorstroming binnen de partij <strong>van</strong> top naar basis en vice versa. In<br />
totaal waren binnen de partij in principe de volgende niveaus mogelijk : nationaal; provinciaal,<br />
kantonaal, gemeentelijk en lokaal 76 . De Antwerpse arrondissementsfederatie had voornamelijk<br />
betrekkingen met de nationale PVV en met de plaatselijke afdelingen.<br />
Wat de nationale PVV betreft, had de arrondissementsfederatie de bevoegdheid haar afgevaardigden<br />
in Partijraad en Partijcongres aan te duiden. In het Partijcongres hadden de federaties recht op 1<br />
vertegenwoordiger per vastgesteld aantal stemmen in hun kieskring behaald tijdens de laatst gehouden<br />
verkiezingen en nog een vertegenwoordiger per een bepaald aantal leden. Op deze wijze had de<br />
arrondissementsfederatie inspraak in de algemene ideologische lijn <strong>die</strong> door de PVV werd uitgestippeld<br />
en waarover het Congres besliste. De Partijraad was een enigszins belangrijker orgaan dat vaker<br />
vergaderde. De samenstelling er<strong>van</strong> was echter ook gevoelig kleiner en de arrondissementsfederaties<br />
hadden slechts recht op één rechtstreekse afgevaardigde. De dagelijkse leiding <strong>van</strong> de PVV was in<br />
handen <strong>van</strong> het Partijbureau waarin de federatie geen rechtstreekse vertegenwoordigers had 77 . Die drie<br />
organen hadden samen met de partijvoorzitter de leiding over de PVV 78 . Om haar taak <strong>van</strong><br />
doorstroming binnen de partij te verzorgen was het voor de arrondissementsfederatie allerminst een<br />
overbodige luxe dat ze in de Partijraad was vertegenwoordigd.<br />
De federaties hadden niet alleen inspraak in de partij, ze <strong>die</strong>nden ook aan een aantal<br />
verplichtingen te voldoen. De arrondissementele voorzitter had - zoals eerder werd aangehaald - een<br />
welomschreven taak. Wanneer deze hierin tekort schoot, kon hij door de PVV worden gesanctioneerd.<br />
De arrondissementsfederaties hadden dus geen volledige vrijheid. Dat uitte zich ook in het feit dat de<br />
statuten <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie goedgekeurd <strong>die</strong>nden te worden door de PVV.<br />
Jaarlijks werden door de PVV een aantal ver<strong>die</strong>nstelijke leden geëerd door hen een ere- of<br />
erkentelijkheidspenning toe te kennen. De plaatselijke afdelingen konden de namen <strong>van</strong> leden <strong>die</strong><br />
daarvoor in aanmerking kwamen doorspelen aan de arrondissementsfederatie <strong>die</strong> op haar beurt het<br />
hele dossier doorstuurde naar Brussel. De PVV-Commissie <strong>van</strong> de Medaille <strong>die</strong> minstens jaarlijks<br />
samenkwam besloot dan op basis <strong>van</strong> de inge<strong>die</strong>nde dossiers aan wie de medailles mochten worden<br />
uitgereikt.<br />
Tot slot mag niet worden voorbijgegaan aan de splitsing in 1972 <strong>van</strong> de tot dan toe<br />
unitaristische PVV/PLP in een Vlaamse, Waalse en Brusselse vleugel 79 . Die versplintering <strong>van</strong> de partij<br />
had een aan<strong>van</strong>g genomen na de verkiezingsnederlaag <strong>van</strong> 1968. De communautarisering zette volledig<br />
door in 1972. Vanaf dat moment was de Antwerpse arrondissementsfederatie enkel nog een onderdeel<br />
<strong>van</strong> de Vlaamse PVV.<br />
Onder de Antwerpse arrondissementsfederatie opereerden districts<strong>verenigingen</strong>, plaatselijke<br />
afdelingen en eventuele onderafdelingen 80 . De plaatselijke afdelingen kunnen qua taken het best met<br />
de federatie worden vergeleken, met <strong>die</strong>n verstande natuurlijk dat hun bevoegdheid <strong>van</strong>zelfsprekend<br />
76 De Antwerpse federatie vormde hierop een uitzondering. I.p.v. kantonale was hier sprake <strong>van</strong> districts<strong>verenigingen</strong>.<br />
77 In het Partijbureau zetelden wel verschillende andere afgevaardigden <strong>die</strong> via andere wegen waren aangeduid maar toch<br />
tot de arrondissementsfederatie konden behoren. Op <strong>die</strong> wijze kon de invloed <strong>van</strong> de federaties op het dagelijkse beleid<br />
<strong>van</strong> de partij toch nog relatief groot zijn; PVV-statuten 1982, Art. VI; Deschouwer, Organiseren of bewegen ?, 90 en 94.<br />
78 In de jaren zestig en zeventig waren dit respectievelijk Permanent Bestuur, Politiek Comité en Nationaal Congres. In de<br />
jaren zeventig functioneerde boven<strong>die</strong>n een tijdlang een Uitvoerend Comité dat nog boven het Politiek Comité te situeren<br />
viel.<br />
79 Luyckx en Platel, Politieke geschiedenis <strong>van</strong> België, 559 en 615.<br />
80 De Antwerpse federatie vormde een uitzondering vermits geen kantonale, maar wel districts<strong>verenigingen</strong> bestonden.
HET LIBERAAL HUIS S -<br />
beperkt was tot hun ressort; de gemeente. De districten fungeerden vooral met het oog op de provinciale<br />
verkiezingen. De organisatie <strong>van</strong> de verkiezingen vormde overigens één <strong>van</strong> de belangrijkste<br />
bestaansredenen <strong>van</strong> de verschillende geledingen <strong>van</strong> de partij, waar<strong>van</strong> de territoria dan ook niet<br />
toevallig zo goed overeenkomen met de bestaande kiesomschrijvingen.<br />
De partijstructuur binnen de Antwerpse federatie onderging een aantal niet onbelangrijke<br />
wijzigingen <strong>die</strong> werden veroorzaakt door twee fusies. De eerste had plaats in 1977 toen een groot aantal<br />
dorpen fuseerden. Op 1 januari 1983 dan werd Groot-Antwerpen opgericht. Vooral de laatste fusie had<br />
heel wat impact op de PVV-structuren binnen het arrondissement. De districten Antwerpen en<br />
Berchem-Borgerhout verdwenen, terwijl het district Ekeren werd omgevormd tot het district Kapellen.<br />
Ekeren en de meeste gemeenten uit het oude district Berchem-Borgerhout waren immers opgeslokt door<br />
de grootstad. Anderzijds werd een nieuwe super-afdeling PVV-Groot-Antwerpen gecreëerd. Om één en<br />
ander overzichtelijk te houden werden in de ex-gemeenten districtsafdelingen gevormd <strong>die</strong> verder ook<br />
de liberale afgevaardigden in de gemeentelijke districtsraden mochten aanduiden 81 .<br />
Alle plaatselijke en districts<strong>verenigingen</strong> werden door de arrondissementsfederatie<br />
gegroepeerd, maar ook nevenorganisaties konden <strong>van</strong> de federatie deel uitmaken. Ten tijde <strong>van</strong> de LP<br />
waren de korpsen nog rechtstreeks vertegenwoordigd en stonden ze op gelijke voet met de plaatselijke<br />
afdelingen. Na de oprichting <strong>van</strong> de PVV was daar<strong>van</strong> niet langer sprake. Enkel de Vrouwen- en<br />
Jongerenfederaties vormden daar nog een uitzondering op. Anderzijds konden de Antwerpse<br />
geledingen <strong>van</strong> een aantal door de PVV erkende nevenorganisaties hun afgevaardigden kiezen in het<br />
Federaal Comité. In 1984 gold deze regeling voor het ALV, ALIMA, het LEV, het ACLVB, het VSOA, de<br />
Liberale Mutualiteit, het LVSV en de reeds genoemde Vrouwen- en Jongerenorganisaties <strong>die</strong> echter al op<br />
een door de PVV-statuten gewaarborgde minimum-vertegenwoordiging konden rekenen. De<br />
plaatselijke afdelingen <strong>van</strong> deze <strong>verenigingen</strong> fungeerden vaak als onderafdeling <strong>van</strong> de gemeentelijke<br />
PVV-afdelingen.<br />
De arrondissementsfederatie was verantwoordelijk voor de partijwerking binnen haar ressort.<br />
Dit betekende dat zij een aantal bevoegdheden had tegenover de lagere partijgeledingen. Ten eerste<br />
<strong>die</strong>nde de federatie te zorgen voor een goede doorstroming <strong>van</strong> informatie. Dit hield in dat de lagere<br />
organen en de leden <strong>die</strong>nden ingelicht over de beslissingen <strong>die</strong> door de hogere partijniveaus werden<br />
genomen, over de politieke opties en zo meer. Anderzijds kon de federatie ook naar boven toe uitdragen<br />
wat de plaatselijke gevoeligheden waren, welke ideeën er in het arrondissement leefden,... Om dit<br />
efficiënt te laten verlopen hadden districten, plaatselijke afdelingen en nevenorganisaties dan ook recht<br />
op vertegenwoordigers in het Federaal Comité. Een belangrijk middel om de leden te informeren was<br />
het partijblad. <strong>Het</strong> Redactiecomité - een onderdeel <strong>van</strong> het CAPR - was belast met de samenstelling en<br />
uitgave er<strong>van</strong>.<br />
Een andere belangrijke taak lag in de controlefunctie. De federatie keek er op toe of de plaatselijke<br />
afdelingen volgens de partijlijn ageerden. Eventuele interne geschillen binnen partijafdelingen<br />
konden door de federatie worden beslecht. Leden <strong>die</strong> door een afdeling met een sanctie waren bedacht<br />
of zich onheus behandeld voelden bij de samenstelling <strong>van</strong> de verkiezingslijsten konden tegen deze<br />
beslissing in beroep gaan bij de arrondissementsfederatie. De statuten <strong>van</strong> plaatselijke afdeling en<br />
districtsvereniging <strong>die</strong>nden door de federatie te worden goedgekeurd en mochten dus niet diametraal<br />
staan tegenover bepalingen uit de PVV-statuten.<br />
Om de goede werking <strong>van</strong> het liberalisme binnen haar territorium te bevorderen werd in 1974<br />
besloten tot de oprichting <strong>van</strong> de Prijs PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen 82 . De bedoeling hier<strong>van</strong><br />
was jaarlijks een geldsom toe te kennen aan de plaatselijke afdeling <strong>die</strong> de meeste verwezenlijkingen<br />
had bewerkstelligd, de meeste initiatieven had genomen inzake de plaatselijke werking. Om tot een<br />
uitspraak te komen, baseerde men zich op een aantal criteria waaronder groei <strong>van</strong> het ledenaantal,<br />
aantal georganiseerde activiteiten en de uitbouw <strong>van</strong> de plaatselijke liberale <strong>verenigingen</strong>.<br />
81 Deze districtsafdelingen mogen niet worden verward met de districts<strong>verenigingen</strong>. Zie daarvoor ook de inleidingen op de<br />
inventarissen betreffende de PVV-Groot-Antwerpen en de PVV-districtsafdeling Antwerpen.<br />
82 <strong>Het</strong> reglement <strong>die</strong>naangaande werd door het Federaal Comité op 27 juni 1974 goedgekeurd.
HET LIBERAAL HUIS T -<br />
2.2.2.8. De administratieve functies<br />
De financiën <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie werden beheerd door de penningmeester. Hij hield de<br />
boekhoudkundige stukken bij en legde het financieel verslag ter controle voor aan de Algemene<br />
Vergadering. <strong>Het</strong> Partijbestuur <strong>van</strong> haar kant keurde begroting en rekeningen goed. Enkele<br />
inkomstenbronnen <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie waren de lidgelden, de giften voor de verkiezingsuitgaven<br />
en de bijdragen <strong>van</strong> mandatarissen en <strong>van</strong> afgevaardigden in het Federaal Comité.<br />
Even een woordje uitleg over deze bijdragen. Parlementairen en afgevaardigden <strong>van</strong> de<br />
Bestendige Deputatie <strong>die</strong>nden een door het Partijbestuur vastgesteld percentage <strong>van</strong> hun zitpenningen<br />
af te dragen 83 . Ook de leden <strong>van</strong> het Federaal Comité <strong>die</strong>nden een bijdrage te betalen. De lidgelden <strong>van</strong><br />
hun kant werden verdeeld onder de vereniging <strong>die</strong> het lidmaatschapsbewijs verkocht had, de<br />
arrondissementsfederatie waartoe het lid behoorde en de PVV. Vermits de ledenadministratie zowel<br />
administratieve als financiële repercussies had, werd <strong>die</strong> taak toevertrouwd aan secretaris en<br />
penningmeester samen. De arrondissementsfederaties waren overigens zowat de spil <strong>van</strong> de<br />
ledenadministratie. Zij fungeerden immers als verdeel- en innigscentrum. De lidmaatschapsbewijzen<br />
werden via de federatie <strong>van</strong>uit de PVV verdeeld naar de afdelingen toe. De kaarten zelf werden in<br />
principe verkocht door de plaatselijke afdelingen, maar individuele leden konden rechtstreeks bij de<br />
federaties terecht. De lidgelden werden geïnd door penningmeesters <strong>van</strong> de verkopende <strong>verenigingen</strong><br />
<strong>die</strong> de verzamelde gelden vervolgens stortten op een rekening <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie. De<br />
arrondissementele penningmeester verzamelde alle lidgelden <strong>van</strong> de verschillende <strong>verenigingen</strong> en<br />
verdeelde de som tenslotte onder de drie rechthebbenden : de vereniging waarbij het lid was<br />
aangesloten, de arrondissementsfederatie en de PVV.<br />
De administratieve kant <strong>van</strong> de zaak was niet minder ingewikkeld. <strong>Het</strong> lidmaatschapsbewijs<br />
bestond immers uit vier stroken. <strong>Het</strong> lid ontving één <strong>van</strong> de vier stroken dat als bewijs <strong>van</strong> zijn<br />
aansluiting bij de PVV gold. De verkopende instelling <strong>van</strong> haar kant hield ook één strook en zond wat<br />
overbleef op naar de arrondissementsfederatie. Hier werden de laatste twee stroken verdeeld over<br />
federatie en PVV, zodat de belangrijkste partijgeledingen steeds beschikten over een volledig overzicht<br />
<strong>van</strong> de leden uit hun gebied.<br />
2.2.2.9. De politieke functies<br />
De taken <strong>die</strong> tot nog toe werden belicht hadden eigenlijk alle te maken met de interne organisatie <strong>van</strong> de<br />
PVV. Nu komen <strong>die</strong> taken aan bod <strong>die</strong> veeleer te maken hebben met de eigenlijke en ultieme<br />
doelstelling; het uitdragen, verdedigen en realiseren <strong>van</strong> het liberalisme. Om deze doelstelling te<br />
kunnen verwezenlijken <strong>die</strong>nde de partij naar buiten te komen, mochten niet alleen de leden worden<br />
aangesproken.<br />
Eén <strong>van</strong> de mogelijkheden <strong>van</strong> een partij om haar standpunten kenbaar te maken is de<br />
persconferentie. Voor de arrondissementsfederaties lag de belangrijkste en meest in het oog springende<br />
manier echter in de voorbereiding <strong>van</strong> de verkiezingen. <strong>Het</strong> waren immers de<br />
arrondissementsfederaties <strong>die</strong> de verkiezingslijsten voor de wetgevende verkiezingen <strong>die</strong>nden op te<br />
stellen. Hieraan ging een hele procedure vooraf <strong>die</strong> culmineerde in wat algemeen bekend staat als de<br />
poll. Dat hield in dat alle leden <strong>van</strong> een bepaalde federatie hun stem konden uitbrengen op een lijst met<br />
alle kandidaten voor een plaatsje op de verkiezingslijst. De uitslag <strong>van</strong> de poll bepaalde wie, in welke<br />
volgorde, op <strong>die</strong> lijst kon worden geplaatst. De organisatie <strong>van</strong> deze poll lag volledig in handen <strong>van</strong> de<br />
federatie. Voor elke wetgevende verkiezing <strong>die</strong>nde boven<strong>die</strong>n campagne te worden gevoerd. De<br />
slogans voor de wetgevende verkiezingen waren nationaal, maar aangezien de kiesomschrijvingen met<br />
de arrondissementen samenvielen, speelden de federaties ook een belangrijke rol in de organisatie <strong>van</strong><br />
de campagne.<br />
Een goede verkiezingsuitslag leverde verkozenen op. Om de band met de kiezer tijdens de<br />
daaropvolgende jaren niet te verliezen organiseerde de Antwerpse arrondissementsfederatie het sociaal<br />
<strong>die</strong>nstbetoon. Wekelijks vonden tot in de uithoeken <strong>van</strong> het arrondissement zitdagen plaats, waar de<br />
83 Op districts- en gemeentelijk niveau gold een gelijkaardige regeling voor respectievelijk provincie- en<br />
gemeenteraadsleden.
HET LIBERAAL HUIS U -<br />
bevolking de volksvertegenwoordigers en senatoren uit haar omgeving kon consulteren. De inwoners<br />
konden echter ook altijd met hun vragen terecht op de arrondissementele zetel zelf.<br />
Tenslotte de vertegenwoordiging in openbare organen en de deelname aan het beleid. In<br />
tegenstelling tot het gemeentelijk niveau bestaan op het arrondissementeel vlak maar weinig openbare<br />
instellingen. Een echte deelname aan het beleid zat er voor de arrondissementsfederatie dan ook niet in.<br />
Naarmate de jaren negentig echter naderbij kwamen verhoogde weliswaar het aantal semi-openbare<br />
instellingen, parastatales en intercommunales <strong>die</strong> op supra-gemeentelijk vlak actief waren. Echte<br />
arrondissmentele vertegenwoordigers bleven echter uit.<br />
2.2.2.10. Enkele conclusies met het oog op een voorstel <strong>van</strong> archiefschema<br />
Uit de hierboven geschetste toestand kan in de eerste plaats worden afgeleid dat de permanente<br />
secretaris de belangrijkste figuur was inzake het beheer <strong>van</strong> het archief. De archivalia <strong>die</strong> op de<br />
financiën betrekking hadden, behoorden tot de verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de penningmeester. Tot slot<br />
konden we vaststellen dat ACC en CAPR een min of meer onafhankelijke positie innamen binnen de<br />
arrondissementsfederatie <strong>die</strong> onder meer gekenmerkt werd door een afzonderlijk rekeningnummer en<br />
een eigen secretariaat. Dat zou er op kunnen wijzen dat binnen de federatie in totaal drie afzonderlijke<br />
deel<strong>archieven</strong> moeten worden onderkend.<br />
Enkel de door de permanente secretaris gevormde <strong>archieven</strong> zijn ruim genoeg om nu al een<br />
verdere onderverdeling voor te kunnen stellen. Daarbij lijkt het voorlopig het meest opportuun een<br />
ordening naar functies voor te stellen, gezien de verschillende bestuursorganen bevoegdheid hadden<br />
over de meeste taken. Bij zo'n functionele indeling zouden we onderscheid willen maken tussen<br />
administratieve functies, functies betreffende de interne partijwerking, en functies <strong>die</strong> te maken hebben<br />
met de externe werking.<br />
2.2.3. DE OORSPRONKELIJKE ORDE EN HET VOORSTEL VAN ARCHIEFSCHEMA.<br />
2.2.3.1. De staat waarin het archief zich bevond 84 .<br />
Zoals in het inleidende hoofdstuk werd vermeld kwam het fonds <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> dat zich in het liberale<br />
partijgebouw aan de Antwerpse Kome<strong>die</strong>plaats bevond in etappes op het Liberaal Archief terecht. <strong>Het</strong><br />
gedeelte <strong>van</strong> het archieffonds dat te onderscheiden viel als het archief <strong>van</strong> de PVVarrondissementsfederatie<br />
Antwerpen werd in twee keer overgebracht. Een eerste gedeelte in 1992, een<br />
tweede deel in 1993. De ordening <strong>van</strong> het eerste gedeelte dat hoofdzakelijk stukken uit de periode 1961-<br />
1975 betrof, kan niet meer helemaal worden achterhaald. Dit omwille <strong>van</strong> het feit dat het reeds een<br />
eerste rudimentaire ordening en beschrijving onderging. Rekening houdend met de op het Liberaal<br />
Archief heersende gewoonten mag echter worden verondersteld dat bij het opmaken <strong>van</strong> de<br />
schenkingslijst weinig aan de oorspronkelijke orde werd gewijzigd. Wellicht ging bij <strong>die</strong> eerste<br />
behandeling wel een deel <strong>van</strong> het verpakkingsmateriaal verloren en werden een aantal losse stukken<br />
samengevoegd.<br />
Daarom zullen we ons voornamelijk richten op de toestand <strong>van</strong> het archiefgedeelte dat in 1993<br />
werd gedeponeerd en de meer recente periode 1975-1992 omvat. Grosso modo kan worden gezegd dat<br />
dit archief zich in een ongeordende staat bevond. Veel archiefmateriaal zat los in dozen, in plastic<br />
zakken of zelfs helemaal onverpakt. Voor wat de losse stukken betreft, was ofwel elke logische orde<br />
verloren gegaan, ofwel was in eerste instantie de betekenis er<strong>van</strong> totaal onduidelijk. Om eventuele nog<br />
bestaande verbanden niet onnodig te verbreken, werd beslist <strong>die</strong> archivalia voorlopig apart te houden<br />
en ons bij een eerste doorname <strong>van</strong> het archief te concentreren op het meer geordende materiaal. Daarbij<br />
kon worden vastgesteld dat uiteindelijk toch zowat driekwart <strong>van</strong> het archief vrij makkelijk tot originele<br />
archiefbestanddelen kon worden hersteld. De bestanddelen zelf waren nog goeddeels intact, de<br />
verbanden tussen de verschillende archiefbestanddelen onderling echter waren voor een groot deel<br />
verloren gegaan en de oorspronkelijke interne ordening <strong>van</strong> de bestanddelen - meestal chronologisch -<br />
was vaak verloren gegaan of nooit aanwezig geweest. Wellicht is deze grote mate <strong>van</strong> wanorde te wijten<br />
aan de jarenlange opslag in de opslagruimten <strong>van</strong> het Liberaal Huis.<br />
84 We verwijzen hiervoor naar het inleidende hoofdstuk <strong>van</strong> dit deel.
HET LIBERAAL HUIS V -<br />
Ondermeer aan de hand <strong>van</strong> het verpakkingsmateriaal (dozen, mappen,...) konden een aantal<br />
series <strong>van</strong> het archief worden gereconstrueerd, op basis waar<strong>van</strong> een voorstel <strong>van</strong> archiefschema kan<br />
worden opgesteld.<br />
BIJLAGE 3 : Lijst <strong>van</strong> de series<br />
1) Notulen <strong>van</strong> de verschillende bestuursorganen<br />
2) Briefwisseling en circulaires over diverse onderwerpen<br />
3) Journalen<br />
4) Diverse series bijlagen bij de boekhouding<br />
5) Dossiers betreffende ledenactiviteiten<br />
6) Dossiers betreffende sociaal <strong>die</strong>nstbetoon<br />
7) Dossiers betreffende verkiezingen<br />
8) Ledenadministratiedossiers<br />
9) Lidmaatschapsbewijzen<br />
10) Ledenstaten<br />
11) Dossiers betreffende de afdrachten <strong>van</strong> mandatarissen<br />
12) Briefwisseling met de PVV<br />
13) Briefwisseling met ondergeschikte partijgeledingen<br />
14) Briefwisseling met verwante <strong>verenigingen</strong><br />
15) Congresdossiers<br />
De wanorde en de verschillende wijzen waarop binnen één serie werd geordend, wijzen er<br />
echter op dat nooit een vooraf uitgekiend ordeningsplan voor het gehele archief werd opgesteld. Zoiets<br />
gebeurde hoogstens voor bepaalde onderwerpen of taken, zoals de ledenadministratie bv. De ordening<br />
kan dus - zoals dat bij dergelijke <strong>verenigingen</strong> meer regel dan uitzondering is - veeleer als historisch<br />
gegroeid worden omschreven. De verschillende secretarissen ordenden de archivalia naar hun eigen<br />
inzichten, zoals het voor hen het beste uitkwam en volgens de meest onmiddellijke noden. De<br />
onderlinge ordening <strong>van</strong> de verschillende series en de inpassing <strong>van</strong> de vele archiefbestanddelen en<br />
losse stukken konden m.a.w. enkel worden verwezenlijkt aan de hand <strong>van</strong> een ontwerp <strong>van</strong> archiefschema<br />
dat werd opgesteld op basis <strong>van</strong> de verzamelde kennis over de organisatie en werking <strong>van</strong> de<br />
archiefvormer en de nog bestaande relicten <strong>van</strong> een oude orde.<br />
2.2.3.2. <strong>Het</strong> voorstel <strong>van</strong> archiefschema<br />
In dit voorstel stappen we af <strong>van</strong> wat in een <strong>van</strong> de vorige punten als een voorlopige hypothese werd<br />
naar voor geschoven. We maken immers niet langer onderscheid tussen verschillende deel<strong>archieven</strong>,<br />
vermits de bestaande archiefordening niet in een dergelijk systeem viel in te passen. Bijna geen enkel<br />
bestanddeel werd bv. door het CAPR alleen gevormd. De stukken werden daarentegen meestal<br />
geordend <strong>van</strong>uit een bepaalde functie. In vele bestanddelen vindt men dan ook stukken <strong>die</strong> door<br />
verschillende bestuursorganen werden gevormd. Opnieuw moet er worden op gewezen dat deze<br />
archiefvorming zo in de praktijk tot stand kwam, zonder dat er een bepaalde filosofie aan ten grondslag<br />
lag. De ordening kon overigens elk moment wijzigen wanneer bv. de betrokken functionaris tot andere<br />
inzichten kwam.<br />
Ook het onderscheid tussen secretaris en penningmeester was onvoldoende om er afzonderlijke<br />
archiefafdelingen op te baseren. De ledenadministratie werd nu éénmaal door secretaris en penningmeester<br />
samen beheerd. De archiefvorming <strong>die</strong> daar<strong>van</strong> het gevolg was leverde geen afzonderlijke serie<br />
per functionaris op. Op <strong>die</strong> wijze zou enkel de financiële administratie nog in aanmerking gekomen zijn<br />
voor een gedeeltelijke indeling volgens organisatie. Aangezien <strong>die</strong> oplossing de eenduidigheid niet ten<br />
goede zou komen, opteren we voor een algehele ordening naar functies.
HET LIBERAAL HUIS W -<br />
<strong>Het</strong> archiefschema dat we hier voorstellen, gaat dus uit <strong>van</strong> een opsplitsing <strong>van</strong> taken :<br />
administratieve functies, interne partijfuncties en functies <strong>die</strong> gericht zijn op de expansie <strong>van</strong> het<br />
liberalisme of de verwezenlijking <strong>van</strong> de eigenlijke doelstellingen. Regelgeving en bestuurswerking<br />
passen niet binnen één <strong>van</strong> <strong>die</strong> categorieën. Aangezien <strong>die</strong> elementen eerder betrekking hebben op de<br />
arrondissementele werking in haar geheel, zijn we genoodzaakt vooraan een algemeen onderdeel te<br />
plaatsen. De verdere invulling <strong>van</strong> het voorstel <strong>van</strong> archiefschema - dat in het volgende onderdeel<br />
<strong>die</strong>pgaander zal worden verklaard - ziet er als volgt uit.<br />
BIJLAGE 4 : Voorstel <strong>van</strong> archiefschema<br />
1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
1.1. Stukken <strong>van</strong> algemeen regelgevende en organisatorische aard<br />
1.2. Stukken betreffende de bestuurswerking<br />
1.3. Briefwisseling over uiteenlopende zaken<br />
2. Stukken <strong>van</strong> administratieve aard<br />
2.1. Stukken betreffende de boekhouding<br />
2.2. Stukken betreffende de ledenadministratie<br />
2.3. Stukken betreffende de bijdragen <strong>van</strong> mandatarissen en afgevaardigden in het Federaal<br />
Comité<br />
3. Stukken betreffende de interne partijwerking<br />
3.1. Stukken betreffende de algemene partijwerking<br />
3.1.1. Stukken betreffende hogere partijgeledingen<br />
3.1.1.1. Stukken betreffende de vertegenwooridiging in PVV-nationaal<br />
3.1.1.2. Stukken betreffende de leden<br />
3.1.1.3. Stukken betreffende het provinciale niveau<br />
3.1.2. Stukken betreffende verwante organisaties<br />
3.2. Stukken betreffende de arrondissementele werking<br />
3.2.1. Stukken betreffende de ondergeschikte partijgeledingen in het algemeen<br />
3.2.2. Stukken betreffende de uitbouw <strong>van</strong> het liberale verenigingsleven<br />
3.2.3. Stukken betreffende de juridische en controlerende functie<br />
3.2.4. Stukken betreffende de ledenactiviteiten<br />
3.2.5. Stukken betreffende de informatieverschaffing<br />
4. Stukken betreffende de externe werking<br />
4.1. Stukken betreffende de verkiezingen<br />
4.2. Stukken betreffende het sociaal <strong>die</strong>nstbetoon<br />
4.3. Stukken betreffende de invloed op en de deelname aan het beleid<br />
2.2.3.3. Uitleg en voorbeelden bij het archiefschema<br />
1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
De eerste archiefafdeling bevat de stukken <strong>van</strong> algemene aard. Met andere woorden <strong>die</strong> stukken <strong>die</strong> de<br />
werking <strong>van</strong> de archiefvormende instelling in zijn geheel betreffen. Naast regelgeving en<br />
bestuurswerking, is hier ook de briefwisseling <strong>die</strong> verschillende onderwerpen betreft op zijn plaats.<br />
1.1. Stukken <strong>van</strong> algemeen regelgevende en organisatorische aard<br />
We opteren ervoor helemaal vooraan in het schema de algemeen regelgevende stukken te plaatsen. Wat<br />
bedoelen we hiermee precies. <strong>Het</strong> gaat om allerhande instructies, reglementen en statuten <strong>die</strong> in<br />
principe de arrondissementsfederatie in het algemeen betreffen. Hieronder verstaan we eveneens de<br />
nationale PVV-statuten bv. <strong>die</strong> immers door de arrondissementsfederatie <strong>die</strong>nden nageleefd. Voorbeeld<br />
a illustreert dat alle statuten <strong>die</strong> voor de werking <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie <strong>van</strong> belang waren,<br />
samengebundeld werden. Onder <strong>die</strong> stukken bevindt zich ook regelgeving <strong>die</strong> enkel op een deel <strong>van</strong> de<br />
werking <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie of zelfs enkel op de lagere organen betrekking heeft. Omwille
HET LIBERAAL HUIS X -<br />
<strong>van</strong> de eenheid en het verreikende belang lijkt het ons echter noodzakelijk om het geheel als een<br />
bestanddeel te behouden en in dit onderdeel te beschrijven.<br />
a. Statuten betreffende diverse PVV-geledingen. [Jaren 1960]. 1 omslag.<br />
<strong>Het</strong> formulierboek bevat een heleboel formulieren betreffende gevallen waarmee de permanente<br />
secretaris <strong>van</strong>uit zijn functie kon worden geconfronteerd. <strong>Het</strong> bevat dus veel meer dan enkel de<br />
administratieve taken als ledenadministratie bv. Om <strong>die</strong> reden lijkt het ons verantwoord dit bestanddeel<br />
bij de stukken <strong>van</strong> algemene aard te rangschikken.<br />
b. Formulierboek betreffende de taken <strong>van</strong> de bestendige secretaris. [ca. 1975-<br />
1985]. 1 pak.
HET LIBERAAL HUIS Y -<br />
Ook het dossier over de reorganisatie betreft ons inziens de werking <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie in<br />
haar geheel en moet om <strong>die</strong> reden bij de stukken <strong>van</strong> algemene aard worden ondergebracht.<br />
c. Dossier betreffende de reorganisatie <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie. 1971.1 omslag.<br />
Zoals uit de voorbeelden blijkt, maakt <strong>van</strong> deze eerste archiefafdeling geen enkele serie deel uit. <strong>Het</strong><br />
formulierboek anderzijds is een uiterst interessante bron voor het doorgronden <strong>van</strong> de administratieve<br />
werking. Van volledigheid is echter geen sprake zodat deze gegevens zeker nog aanvulling behoeven.<br />
1.2. Stukken betreffende de bestuurswerking<br />
Deze afdeling omvat alle archiefbestanddelen <strong>die</strong> te maken hebben met de vergaderorganen <strong>die</strong> de<br />
arrondissementsfederatie leidden. Niet alleen de notulen, maar ook stukken aangaande de<br />
samenstelling <strong>van</strong> <strong>die</strong> organen. Boven<strong>die</strong>n lijkt het ons wenselijk om ook de stukken betreffende de<br />
keuze <strong>van</strong> de vertegenwoordigers in het Federaal Comité hier te plaatsen. Voor de onderverdeling<br />
binnen deze afdeling baseren we ons op de belangrijkheid <strong>van</strong> de vergaderorganen. Ze worden<br />
gerangschikt <strong>van</strong> hoog naar laag : Directiecomité, Partijbestuur, Federaal Comité, Algemene<br />
Vergadering en CAPR 85 . <strong>Het</strong> CAPR komt na de Algemene Vergadering vermits het slechts een<br />
ondersteunende vergadering was <strong>die</strong> een eerder beperkt scala aan bevoegdheden bezat. Vermits <strong>die</strong><br />
bevoegdheden echter zowel in de interne als in de externe werking tot uiting kwamen, kan <strong>van</strong> een<br />
algemeen takenpakket worden gewag gemaakt.<br />
De archiefvorming zelf behoeft enige nadere uitleg. De voorbeelden a en c tonen de manier aan<br />
waarop de ordening <strong>van</strong> de stukken betreffende Directiecomité, Partijbestuur en Federaal Comité<br />
gebeurde. In de regel zaten oorspronkelijk allerlei documenten betreffende deze vergaderingen bijeen in<br />
mappen. Notulen - zowel het ontwerp als het net-exemplaar dat vaak in veelvoud voorkwam - vormden<br />
de kern <strong>van</strong> de bestanddelen <strong>die</strong> verder werden aangevuld met bv. ledenlijsten, convocatiebrieven,<br />
presentielijsten, brieven, circulaires en/of documenten <strong>die</strong> op de betreffende vergaderingen aan de orde<br />
waren. Al deze stukken zaten min of meer chronologisch geordend en liepen per omslag vaak over<br />
meerdere jaren. We konden vaststellen dat ook door de arrondissementsfederatie <strong>van</strong> de LP en door de<br />
PVV-afdeling Antwerpen-stad een dergelijk ordeningssysteem werd toegepast. <strong>Het</strong> probleem is nu dat<br />
deze omslagen onmogelijk als dossiers kunnen worden omschreven, vermits ze betrekking hebben op<br />
meer dan één welbepaalde zaak, namelijk op meerdere vergaderingen 86 . Daarom stellen we voor -<br />
zoals toegepast in de voorbeelden - deze archivalia <strong>van</strong>wege de handelbaarheid per tijdseenheid in één<br />
omslag onder te brengen en ze te beschrijven als «Notulen... Met bijlagen». In een inventaris zal het<br />
echter noodzakelijk zijn om via voetnoten of in de inleiding de precieze betekenis <strong>van</strong> deze beschrijving<br />
aan te geven. Binnen deze omslagen kunnen de archivalia <strong>die</strong> betrekking hebben op één en dezelfde<br />
vergadering eventueel bij mekaar worden gebracht en afgescheiden <strong>van</strong> de archivalia met betrekking tot<br />
een volgende vergadering. Daarbij moet worden opgemerkt dat de ontwerpnotulen eigenlijk behoren<br />
tot de vergadering waarop <strong>die</strong> notulen werden goedgekeurd. Dat zou meteen betekenen dat de notulen<br />
nooit te vinden zouden zijn bij de stukken betreffende de vergadering waarop de notulen slaan. Een<br />
belangrijke motivatie om voor een vergaderingsgewijze aanpak te opteren is nog te vinden in de<br />
oorspronkelijke orde uit de periode 1976-1982 87 . In <strong>die</strong> tijdspanne werden alle stukken <strong>die</strong> één<br />
vergadering betroffen door de secretaris samengeniet.<br />
De archiefvorming inzake de bestuursorganen kan absoluut niet consequent genoemd worden<br />
vermits lijsten of staten <strong>van</strong> leden <strong>van</strong> een bepaald vergaderorgaan vaak ook apart voorkwamen. <strong>Het</strong> is<br />
juist om deze inconsequentie enigszins te herstellen dat <strong>die</strong> bestanddelen in het schema meteen na de<br />
85 Statutair gezien is het meest algemene en hoogste orgaan de Algemene Vergadering en het minst algemene het<br />
Directiecomité. In de praktijk echter kan worden gesteld dat de volgorde <strong>van</strong> hoog naar laag precies omgekeerd was.<br />
Boven<strong>die</strong>n waren de bevoegdheden <strong>van</strong> de Algemene Vergadering zo klein dat ze nog moeilijk algemeen kunnen<br />
worden genoemd. In tegenstelling tot <strong>die</strong> <strong>van</strong> het Directiecomité dat uiteindelijk de dagelijkse leiding in handen had.<br />
86 Coppens, Archiefterminologie, 69 (nr. 243) : «Een dossier is het geheel <strong>van</strong> archiefbescheiden ont<strong>van</strong>gen of opgemaakt<br />
door een instelling, een persoon of een groep personen, bij de behandeling <strong>van</strong> één zaak».<br />
87 Toevallig de periode waarin de secretarissen mekaar in snel tempo opvolgden. Misschien gebeurde een herordening<br />
door Raoul De Witte (1978-1982).
HET LIBERAAL HUIS Z -<br />
notulen volgen. <strong>Het</strong>zelfde kan gezegd worden <strong>van</strong> de stukken betreffende de vertegenwoordigers in het<br />
Federaal Comité. Deze stukken komen op verschillende plaatsen voor : bij de notulen, in afzonderlijke<br />
dossiers zoals in voorbeeld d en tot slot ook in de briefwisseling met de afdelingen en korpsen. Die<br />
briefwisseling komt echter pas aan bod in de derde archiefafdeling wat verwijzingen in voetnoot<br />
noodzaakt. Binnen de notulenseries kwamen zo nu en dan ook lacunes voor. Dit betekende in een aantal<br />
gevallen dat voor een bepaalde periode niet de notulen, maar daarentegen wel de bijlagen werden<br />
bewaard. Ook dit probleem - waarop we voorlopig geen antwoord hebben - vraagt om een oplossing.<br />
a. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het Partijbestuur. Met bijlagen.<br />
1978. 1 omslag.<br />
b. Staat betreffende de leden <strong>van</strong> het Partijbestuur. 1991. 1 stuk.<br />
c. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het Federaal Comité. Met<br />
bijlagen. 1965. 1 omslag.<br />
d. Dossier betreffende de vertegenwoordiging <strong>van</strong> de afdelingen in het<br />
Federaal Comité. 1976. 1 omslag.<br />
De serie dossiers betreffende de Algemene Vergaderingen vormen een afwijking ten opzichte <strong>van</strong> wat<br />
hiervoor werd opgemerkt. <strong>Het</strong> gaat hier werkelijk om dossiers <strong>die</strong> telkens één Algemene Vergadering<br />
betreffen. In de periode 1962 tot en met 1980 bevatten ze meestal notulen. Naderhand echter bleven ze<br />
voornamelijk beperkt tot stukken <strong>die</strong> gerelateerd waren met de bestuursverkiezing. Gezien de intense<br />
band tussen Algemene Vergadering en bestuursverkiezing ligt het echter voor de hand om beide series<br />
mekaar te laten opvolgen. Eén en ander neemt echter niet weg dat deze dossiers onvolledig zijn.<br />
e. Dossier betreffende de in 1988 gehouden Algemene Vergadering. 1988.<br />
1 omslag.<br />
In deze afdeling bevinden zich enkele eigenaardigheden. Er is vooreerst een zeer groot aantal dubbels<br />
aanwezig. Vooral circulaires en notulen werden naar hartelust gemulticopieerd. Notulen kwamen<br />
trouwens meestal in vijf- tot tienvoud voor. De stukken <strong>die</strong> het CAPR betreffen waren zeer goed<br />
vertegenwoordigd onder de stapel losse stukken. <strong>Het</strong> reconstrueren <strong>van</strong> <strong>die</strong> serie notulen met bijlagen<br />
zal zeer ingewikkeld en tijdrovend zijn. Voor verschillende periodes vonden we immers pakken losse<br />
stukken <strong>die</strong> elkaar qua tijdperk overlappen. Een derde opmerking betreft het jaar 1962. Tot de Algemene<br />
Vergadering <strong>die</strong> in mei <strong>van</strong> dat jaar plaatsvond, waren het nog steeds de oude bestuursorganen <strong>die</strong> in<br />
functie waren. We zouden ervoor opteren om de notulen <strong>van</strong> <strong>die</strong> organen gewoon in te passen in de<br />
serie <strong>van</strong> hun opvolgers. Net zoals geen onderscheid zal worden gemaakt tussen bv. Dagelijks Bestuur<br />
en Directiecomité. De oorspronkelijke orde maakte trouwens evenmin een onderscheid wat ons in een<br />
aantal gevallen meteen toeliet uit te maken welke bestuursorganen mekaar opvolgden. In een inventaris<br />
kan best voor bv. de meest recente terminologie worden gekozen. In een voetnoot kan eventueel<br />
worden verwezen naar de inleiding waarin meer uitleg over de (evolutie <strong>van</strong> de) bestuurswerking. Tot<br />
slot moet er nog op worden gewezen dat in de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad en de LParrondissementsfederatie<br />
Antwerpen bv. dezelfde problemen bestonden.<br />
1.3. Briefwisseling over uiteenlopende zaken<br />
Dit onderdeel bestaat uit twee grote series : de briefwisseling en de uitgaande circulaires. De eigenlijke<br />
briefwisseling over diverse onderwerpen is een bijzonder geval. De oude orde was niet chronologisch,<br />
maar wel alfabetisch-chronologisch. Per letter - soms per 2 of 3 letters - werd een bestanddeel gevormd<br />
waarin alle brieven werden ondergebracht <strong>die</strong> betrekking hadden op een persoon, een organisatie of een<br />
onderwerp met <strong>die</strong> gemeenschappelijke beginletter(s). Deze ordening gebeurde echter allerminst op een<br />
consistente wijze. Ten eerste waren brieven aan een bepaald persoon dan eens geclasseerd volgens de<br />
eerste letter <strong>van</strong> zijn familienaam, dan weer volgens het onderwerp dat in de brief ter sprake kwam.<br />
Gezien geen trefwoordensysteem was aangemaakt, kon hetzelfde onderwerp dan nog eens onder<br />
verschillende termen worden weggestopt. Dit brengt <strong>van</strong>zelfsprekend met zich dat het terugvinden <strong>van</strong><br />
een brief overeenkomt met het zoeken naar een speld in een hooiberg. Ten tweede gebeurde het<br />
meermaals dat brieven betreffende een bepaalde aangelegenheid of taak de ene keer in de briefwisseling<br />
over diverse onderwerpen werden ondergebracht, maar de volgende keer bij een dossier of in de<br />
briefwisseling <strong>die</strong> met een bepaalde taak te maken had.
HET LIBERAAL HUIS AA -<br />
Een derde moeilijkheid voor het opzoeken <strong>van</strong> documenten lag in het feit dat meerdere series<br />
briefwisseling werden gevormd. Beter gezegd werd, wanneer men na een bepaalde tijd vaststelde dat<br />
een map met briefwisseling uit haar voegen dreigde te barsten, een nieuwe map aangemaakt voor <strong>die</strong><br />
ene letter. Voor de andere letters bleef men met dezelfde mappen verderwerken. Tot op het moment bv.<br />
dat een nieuwe secretaris in <strong>die</strong>nst trad. Op een dergelijk moment werd over het algemeen overgegaan<br />
tot het aanvatten <strong>van</strong> nieuwe omslagen, met uitzondering <strong>van</strong> enkele nog nauwelijks gevulde mappen.<br />
<strong>Het</strong> gevolg daar<strong>van</strong> was dat er in 1992 voor de ene letter maar 2 of 3 mappen bestonden, maar voor<br />
andere een vijftal. Dit op zich vormt uiteraard geen probleem. <strong>Het</strong> feit echter dat door de archiefvormer<br />
hieruit uiteindelijk drie series werden gedistilleerd wel. Zoals het archief tot ons kwam bestond het<br />
immers uit drie verschillende soorten reeksen archiefdozen. Een eerste reeks omvatte de briefwisseling<br />
<strong>van</strong> 1960 tot en met ca. 1975, een tweede <strong>van</strong> ca. 1973 tot ca. 1978 en een laatste <strong>van</strong> ca. 1977 tot 1992 88 .<br />
Opvallend hierbij is dat deze reeksen al bij al nog opvallend parallel lopen met de opvolging <strong>van</strong> de<br />
permanente secretarissen. Charles De Weze was immers sinds april 1960 permanente secretaris <strong>van</strong> de<br />
toenmalige LP-arrondissementsfederatie Antwerpen en bleef <strong>die</strong> functie tot mei 1975 uitoefenen. Daarna<br />
volgde een periode waarin vele secretarissen elkaar in snel tempo opvolgden. In de periode 1978-1992<br />
kwam er opnieuw meer continuïteit dankzij Raoul De Witte (1978-1982) en Lode Stieltjens (sinds 1983<br />
permanent secretaris). Tussen <strong>die</strong> beide secretarissen in was er opnieuw een kort intermezzo wat tot<br />
uiting komt in de archiefvorming; brieven uit het jaar 1983 ontbreken immers grotendeels.<br />
Een pasklare oplossing voor de problemen <strong>die</strong> door de briefwisseling worden gesteld, hebben<br />
we niet. Een mogelijkheid zou erin bestaan de briefwisseling gewoon chronologisch te herordenen,<br />
zodat het probleem inzake de plaatsing <strong>van</strong> de stukken volgens trefwoorden zou wegvallen. Op <strong>die</strong><br />
wijze zien we ons niet genoodzaakt om ook nog de inconsequenties met de andere onderdelen <strong>van</strong> het<br />
archief, zoals ledenadministratie, sociaal <strong>die</strong>nstbetoon en zo meer weg te werken. Bij de realisatie <strong>van</strong><br />
ons voorstel zou het immers - mits kennis <strong>van</strong> de datum - volstaan om de benodigde informatie op<br />
slechts twee plaatsen te zoeken. Aangezien we nog geen definitieve oplossing naar voor schuiven,<br />
beperken we ons in voorbeeld a tot een verzamelbeschrijving.<br />
Een laatste belangrijke bemerking betreffende de briefwisseling is dat hierin zowat alle ingekomen<br />
en uitgaande stukken werden opgenomen. Soms bevonden zich tussen de omslagen briefwisseling<br />
mappen betreffende een bepaald onderwerp, persoon of instelling. In een aantal gevallen strekt het tot<br />
aanbeveling deze stukken in andere archiefafdelingen onder te brengen.<br />
a. Alfabetische briefwisseling betreffende uiteenlopende zaken. Met bijlagen.<br />
1973-1978. 20 omslagen.<br />
De serie circulaires schept minder problemen. Al moet ook hier op de onnauwkeurigheid, of liever<br />
willekeur, worden gewezen. Lang niet alle verstuurde circulaires immers werden opgenomen. Een<br />
mogelijke verklaring hiervoor is dat het enkel de circulaires betreft <strong>die</strong> (ook) aan de afdelingen werden<br />
verstuurd of op één of andere wijze bij <strong>die</strong> ondergeschikte geleding terechtkwamen 89 . In dat geval<br />
zouden deze stukken in een andere archiefafdeling moeten worden ondergebracht. Voor het overige<br />
zitten de stukken mooi chronologisch en hoofdzakelijk per jaar.<br />
b. Kopies <strong>van</strong> uitgaande circulaires. 1965. 1 omslag.<br />
Als besluit kan worden gesteld dat de wanorde zeer groot was. De redenen hiervoor zijn wellicht legio.<br />
De belangrijkste reden echter heeft ons inziens te maken met het gebrek aan continuïteit binnen de<br />
federatie. <strong>Het</strong> politieke personeel, zoals de voorzitter bv., wisselde voortdurend 90 . Wanneer echter ook<br />
de functie <strong>van</strong> permanent secretaris steeds weer door nieuwelingen werd bemand, kon dit voor de<br />
continuïteit <strong>van</strong> de archiefvorming en -ordening fatale gevolgen hebben.<br />
2. Stukken <strong>van</strong> administratieve aard<br />
88 Merk op dat de oudste stukken dateren uit de periode <strong>van</strong> de LP. Raadpleeg ook de lijsten <strong>van</strong> functionarissen; bijlagen 2<br />
en 6.<br />
89 Bijvoorbeeld via hun voorzitter, hun vertegenwoordigers in de arrondissementele organen en <strong>die</strong>s meer.<br />
90 Zie de lijst <strong>van</strong> functionarissen; bijlage 2.
HET LIBERAAL HUIS BB -<br />
De tweede archiefafdeling omvat de stukken <strong>die</strong> de louter administratieve functies <strong>van</strong> de<br />
arrondissementsfederatie betreffen. We denken hierbij in de eerste plaats aan zeer traditionele functies<br />
als boekhouding en financiën. Daarnaast zijn voor de PVV echter ook ledenadministratie en de<br />
administratie <strong>van</strong> de afdrachten <strong>van</strong> mandatarissen niet onbelangrijk. Ze hebben overigens alle<br />
financiële aspecten. Dat heeft onder meer tot gevolg dat de verantwoordelijkheid voor deze<br />
archiefonderdelen gedeeld werd door permanent secretaris en penningmeester.<br />
2.1. Stukken betreffende de boekhouding<br />
De financiële stukken omvatten jaarstukken, boeken en bijlagen. De jaarstukken worden slechts door<br />
één enkele jaarrekening en een begrotingsdossier vertegenwoordigd. Deze ondervertegenwoordiging<br />
valt gedeeltelijk te verklaren <strong>van</strong>uit de behandeling <strong>van</strong> het financiële jaarverslag op de Algemene<br />
Vergaderingen. Die uitleg verklaart echter niet alles, vermits dergelijke stukken in <strong>die</strong> dossiers vaak<br />
ontbreken. Dat betekent m.a.w. dat een deel <strong>van</strong> de stukken moet zijn verloren gegaan of elders wordt<br />
bewaard.<br />
a. Jaarrekening over 1980. 1 stuk.<br />
b. Dossier betreffende de begroting voor 1980. 1979. 1 omslag.<br />
De eigenlijke boekhouding bestaat uit een aantal series journalen en kladjournalen <strong>die</strong> opgesplitst zijn<br />
naargelang ze de kas, dan wel de postrekening betreffen. Enkel de kladkasboeken vormen een serie <strong>die</strong><br />
de volledige periode omspant. De net-exemplaren lopen tot het einde <strong>van</strong> de jaren 1970.<br />
c. Kasboek <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1962-1966. 1 deel.<br />
d. Kladkasboek <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1979-1983. Doorslagen. 1 deel.<br />
e. Postrekeningboek <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1962-1965. 1 deel.<br />
<strong>Het</strong> derde onderdeel omvat de bijlagen bij de boekhouding; bestaande uit bewijsstukken (uitgesplitst in<br />
twee series naargelang ze de kas, dan wel de postrekening betreffen), dagafschriften <strong>van</strong> de<br />
postrekening en meer specifieke bewijsstukken. Deze stukken zijn nooit recenter dan het jaar 1977. De<br />
voorbeelden tonen aan in welke volgorde we de stukken zouden rangschikken. Met name eerst de<br />
algemene bewijsstukken in dezelfde volgorde als de journalen - eerst kas, vervolgens postrekening - en<br />
dan de dagafschriften <strong>die</strong> eveneens algemeen zijn. Tot slot pas de bewijsstukken <strong>die</strong> een bepaalde zaak<br />
betreffen en dus meer specifiek zijn.<br />
f. Kasstukken <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1973. 1 omslag.<br />
g. Bewijsstukken <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven bij postrekening. 1975.<br />
1 omslag.<br />
h. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 485304. 1965. 1 omslag.<br />
i. Bewijsstukken <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven betreffende het op 28 oktober<br />
1967 gehouden tweede PVV-nachtfeest. 1967. 1 omslag.<br />
Aan de ordening <strong>van</strong> de bestanddelen zelf <strong>die</strong>nt nauwelijks iets te worden gewijzigd. De oude orde is<br />
immers voortreffelijk bewaard en behoorlijk systematisch doorgevoerd. Enkel de bewijsstukken zijn hier<br />
en daar op een ietwat afwijkende wijze geordend. Opvallend is dat de meeste series slechts de periode<br />
1962-1977 omvatten. Dit hoeft niet volledig te verbazen. De eerste overdracht <strong>van</strong> archief in 1992, betrof<br />
immers voornamelijk dezelfde tijdspanne. Voor de latere periode kan worden verondersteld dat de<br />
stukken door de penningmeester - in 1979 volgde Robert Bellens, Jos De Hondt op - bij hem thuis<br />
werden bewaard. Dit vermoeden wordt versterkt door de aanwezigheid <strong>van</strong> de kladkasboeken tot 1992,<br />
vermits deze registers wellicht door de permanente secretaris - beheerder <strong>van</strong> de kas - werden opgesteld<br />
91 . Dat leidt ons tot de veronderstelling dat de originele stukken <strong>van</strong> het doorschrijfkasboek<br />
werden afgegeven aan of opgestuurd naar de penningmeester <strong>die</strong> aan de hand er<strong>van</strong> de net-journalen<br />
opstelde. De originele bladen zitten overigens bij de kasstukken. <strong>Het</strong> heeft dus ook geen zin om de<br />
kladjournalen te vernietigen, aangezien we voor de periode 1979-1992 voorlopig alleen daarover<br />
beschikken. Wellicht werden na verloop <strong>van</strong> tijd dan een aantal boekhoudkundige stukken <strong>die</strong> door de<br />
91 De kladkasboeken bestaan uit de doorslagen <strong>van</strong> het doorschrijfboek.
HET LIBERAAL HUIS CC -<br />
penningmeester thuis werden bewaard, naar de arrondissementele zetel teruggebracht. Dat zou kunnen<br />
verklaren waarom de kladkasboeken wel en alle andere series niet volledig zijn.<br />
2.2. Stukken betreffende de ledenadministratie<br />
De ledenadministratie was één <strong>van</strong> de belangrijkste en meest uitgebreide taken waarmee zowel<br />
permanent secretaris als penningmeester zich onledig hielden. De voorbeelden tonen aan wat de<br />
belangrijkste soorten bestanddelen waren <strong>die</strong> daar<strong>van</strong> het resultaat vormden. Allereerst moeten de<br />
bestanddelen «briefwisseling met bijlagen» vermeld worden <strong>die</strong> samen met de eigenlijke administratie<br />
<strong>van</strong> ledenlijsten en lidmaatschapsbewijzen per jaar of beter per jaarlijks lidmaatschapsbewijs werden<br />
gevormd. In deze bestanddelen bevinden zich vooral ingekomen lijsten <strong>van</strong> personen <strong>die</strong> zich in een<br />
bepaalde afdeling hadden aangesloten en briefwisseling met de PVV en de afdelingen. Ook financiële<br />
afrekeningen met de afdelingen en de PVV komen hier al eens voor. Deze situatie doet zich echter enkel<br />
en alleen voor tussen 1962 en 1971. In afgezwakte vorm komt dat nogmaals voor in de periode <strong>van</strong> 1983<br />
tot en met 1992. Van ca. 1979-1982 werden per afdeling omslagen aangelegd <strong>die</strong> niet alleen de ledenadministratie,<br />
maar ook de afrekening voor afdrachten <strong>van</strong> mandatarissen en afgevaardigden <strong>van</strong> de<br />
afdelingen in het Federaal Comité bevatten. Niet qua ordening, maar wel qua inhoud zijn ze vergelijkbaar<br />
met de bestanddelen uit de periode 1983-1992. De inconsequenties blijven trouwens niet beperkt tot<br />
de eigenlijke ledenadministratie : in de briefwisseling met de afdelingen bevinden zich zeer veel<br />
ingekomen lijsten en staten <strong>van</strong> betalende leden 92 .<br />
De gegevens aangaande de verdeling <strong>van</strong> de lidmaatschapsbewijzen werden eveneens in meer<br />
samenvattende vorm opgetekend in registers. Hier<strong>van</strong> hebben we gegevens tot in 1989. Tot slot werden<br />
de lidmaatschapsbewijzen per jaar bewaard. In het eerste gedeelte <strong>van</strong> dit hoofdstuk werd omstandig<br />
uitgelegd hoe het systeem met vier stroken in elkaar zat. In een aantal gevallen beschikken we over twee<br />
stroken per lid. Deze situatie komt voor wanneer iemand rechtstreeks bij de arrondissementsfederatie<br />
was aangesloten. De serie lidmaatschapsbewijzen is echter allerminst volledig; meerdere jaren<br />
ontbreken immers 93 .<br />
a. Briefwisseling betreffende de administratie <strong>van</strong> de in 1963 uitgereikte<br />
nationale lidmaatschapsbewijzen. Met bijlagen. 1962-1963. 1 omslag.<br />
b. Register betreffende de verdeling en betaling <strong>van</strong> lidmaatschapsbewijzen.<br />
1973-1989. 1 deel.<br />
c. Lidmaatschapsbewijzen. 1964. 1 pak.<br />
Naast de meer rechtstreekse, direct opgenomen gegevens werden door de arrondissementsfederatie<br />
achteraf een aantal stukken gevormd met meestal meer samenvattende gegevens. De<br />
arrondissementsfederatie had immers nood aan meer overzichtelijke gegevens over haar ledenbestand<br />
wat leidde tot een aantal ledenregisters en -staten. Uit archivistisch standpunt is vooral het alfabetisch<br />
ledenregister (d) interessant. De lidmaatschapsbewijzen <strong>die</strong> elk jaar opnieuw werden uitgereikt en<br />
waar<strong>van</strong> minimaal één strook per bewijs door de arrondissementsfederatie werd bewaard leverden wel<br />
enig zicht op het ledenbestand in één bepaald jaar op. Gegevens over een langere periode konden<br />
hiermee echter niet worden opgespoord. Dat was de reden waarom <strong>van</strong> elk lid een steekkaart werd<br />
opgesteld waaraan elk jaar nieuwe gegevens - zoals het jaarlijkse lidnummer - werden toegevoegd.<br />
Sommige personen overleden echter of bleven niet langer lid. Dat betekende dat uit het register op<br />
geregelde tijdstippen de fiches <strong>van</strong> ex-leden <strong>die</strong>nden te worden verwijderd. <strong>Het</strong> eigenlijke register<br />
waarmee wij werden geconfronteerd werd een laatste maal geselecteerd in de loop <strong>van</strong> 1991. Dat<br />
impliceert dat het bestanddeel enkel <strong>die</strong> personen omvat <strong>die</strong> in 1991 lid waren of het naderhand<br />
werden. Ongeacht het tijdstip waarop ze zich voor de eerste keer bij de PVV of zelfs nog bij de LP<br />
hadden aangesloten. De oude geselecteerde fiches werden echter niet vernietigd, zodat we ook<br />
beschikken over een register <strong>van</strong> ex-leden. Dat kan ons toelaten één alfabetisch kaartsysteem samen te<br />
stellen waarin alle personen <strong>die</strong> ooit lid waren <strong>van</strong> de PVV op een eenvoudige wijze kunnen worden<br />
teruggevonden met de data <strong>van</strong> aangaan en opzegging <strong>van</strong> het lidmaatschap. Voor het wetenschappe-<br />
92 Zie archiefafdeling 3.<br />
93 Elk jaar opnieuw <strong>die</strong>nde een nieuw lidmaatschapsbewijs te worden aangekocht.
HET LIBERAAL HUIS DD -<br />
lijk onderzoek zou deze herordening twee positieve gevolgen hebben. Ten eerste de eenvoudige manier<br />
<strong>van</strong> consulteren, ten tweede een volledige informatie over - in principe - alle leden <strong>van</strong> de PVV uit het<br />
arrondissement Antwerpen tussen ca. 1955 en 1992. De waarde <strong>van</strong> het tweede gevolg neemt nog toe<br />
gezien staten <strong>van</strong> ledenbestanden niet voorkomen vóór 1980. Dit ledenregister komt precies omwille<br />
daar<strong>van</strong> niet voor vernietiging in aanmerking.<br />
Daarnaast komen <strong>van</strong>af het begin <strong>van</strong> de jaren tachtig veelvuldig ledenstaten voor. Eén en<br />
ander had te maken met de doorbraak <strong>van</strong> de Personal Computer in <strong>die</strong> periode. De ledenadministratie<br />
gebeurde binnen de PVV ten laatste <strong>van</strong>af 1983 met de computer, zodat op elk moment ledenlistings<br />
konden worden afgedrukt. Op <strong>die</strong> wijze kon men op een eenvoudige manier alle nodige gegevens op<br />
elk moment opvragen en wijzigen. Voor de archiefvorming heeft dit echter het minder plezierige gevolg<br />
dat belangrijke tijdsgebonden informatie verloren gaat, telkens informatie wordt gewijzigd zonder dat<br />
daar<strong>van</strong> een uitdraai wordt gemaakt en bewaard of zonder dat <strong>die</strong> gegevens op diskette worden<br />
weggeschreven 94 . In dit geval is deze evolutie niet zo erg, dankzij de bewaarde steekkaarten. Voorbeeld<br />
e is ook <strong>van</strong> belang in het kader <strong>van</strong> de automatisering. De 11 floppy disks vormen slechts één<br />
bestanddeel en dus is dat een uitzondering op de beschrijvingseenheid <strong>die</strong> normaal gezien met de<br />
uiterlijke vorm samenvalt. Bij machineleesbare gegevens komt dat daar in vele gevallen niet langer mee<br />
overeen. Uit de gegevens over de leden en de evolutie <strong>van</strong> de ledenaantallen werden ook conclusies<br />
getrokken met het oog op de toekomstige ledenwerving, waar<strong>van</strong> f een voorbeeld is.<br />
d. Alfabetisch ledenregister. [ca. 1955-ca. 1992]. 1 kaartsysteem.<br />
e. Staat <strong>van</strong> leden. 1989. 11 floppy-disks.<br />
f. Staat betreffende de ledenaantallen per afdeling vergeleken met voorgaande<br />
jaren. 1989. 1 stuk.<br />
Tot slot nog enkele algemene bemerkingen. De stukken <strong>die</strong> in dit onderdeel thuishoren vertonen een<br />
grote mate <strong>van</strong> wanorde. Dat is vooral zo in de jaren tachtig en a fortiori is dat waar voor de jaren 1991<br />
en 1992. In <strong>die</strong> laatste periode werden soms allerhande stukken voorlopig samen bewaard in een soort<br />
<strong>van</strong> lopende dossiers. Deze stukken moeten bij een inventarisatie bij de betreffende series worden<br />
ingepast, terwijl andere perfect als een nieuwe serie kunnen worden geordend. De verschillende<br />
ordeningswijzen zijn opnieuw sterk verbonden met het in functie zijn <strong>van</strong> bepaalde permanente<br />
secretarissen. Zo valt de afwijkende ordening <strong>van</strong> de ledenadministratie <strong>van</strong> ca. 1979-1982 opmerkelijk<br />
samen met de tijdspanne waarin Raoul De Witte secretaris was. Lode Stieltjens was dan weer secretaris<br />
<strong>van</strong> 1983 tot 1992. Enkel de periode 1972-1978 vormt een uitzondering op deze vaststelling. Mogelijk<br />
zijn de archivalia uit <strong>die</strong> tijd verloren gegaan.<br />
2.3. Stukken betreffende de bijdragen <strong>van</strong> mandatarissen en afgevaardigden in het Federaal Comité<br />
De verwantschap <strong>van</strong> deze stukken met <strong>die</strong> uit het vorige onderdeel is ontzettend sterk. Zoals reeds<br />
werd aangegeven, <strong>die</strong>nden politieke mandatarissen, leden <strong>van</strong> het Partijbestuur en vertegenwoordigers<br />
in het Federaal Comité via de afdelingen bijdragen te betalen ten gunste <strong>van</strong> de federatie. Dit leidde in<br />
de periode 1979-1990 tot de vorming <strong>van</strong> dossiers. Vanaf 1983 waren alle stukken per jaar<br />
samengebracht in één omslag. De stukken zijn alfabetisch per afdeling geordend. De serie bevat echter<br />
meerdere lacunes : de jaren 1985-1987 ontbreken. De stukken <strong>van</strong> voor 1983 zitten in slechts één omslag<br />
samen. Er is voor <strong>die</strong> jaren echter sprake <strong>van</strong> enige vermenging met de stukken uit onderdeel 2.2.<br />
a. Dossier betreffende de bijdragen <strong>van</strong> de verschillende afdelingen. 1983.<br />
1 pak.<br />
In tegenstelling tot wat het geval is voor de financiële administratie, zijn de archivalia <strong>die</strong> betrekking<br />
hebben op ledenadministratie en afdrachten op een zeer wisselende wijze geordend. Beide groepen<br />
archivalia hangen nauw samen vermits op regelmatige tijdstippen tussen afdelingen en de federatie en<br />
tussen de federatie en de PVV afrekeningen gebeurden <strong>die</strong> op beide betrekking hadden. De oplossing<br />
<strong>die</strong> wij voorlopig voorstellen betreft enkel de hoofdindeling. We zouden namelijk opteren voor een<br />
indeling <strong>van</strong> de tweede archiefafdeling in de drie onderdelen <strong>die</strong> hierboven werden uitge<strong>die</strong>pt. We<br />
94 <strong>Het</strong> is voor de toekomst een belangrijke uitdaging om met de toenemende informatisering oplossingen uit te werken<br />
zodat niet al te veel materiaal voor onderzoek verloren gaat.
HET LIBERAAL HUIS EE -<br />
stellen voor daarbij zoveel mogelijk de verschillende oude ordes in stand te houden. Een reorganisatie<br />
zou te ingrijpende gevolgen hebben en wellicht ook een aantal bestaande verbanden verbreken, vermits<br />
ook nog andere gedeelten <strong>van</strong> dit archief bij deze administratie betrokken zijn. <strong>Het</strong> is misschien wel<br />
wenselijk om een betere scheiding aan te brengen tussen onderdelen 2 en 3.<br />
3. Stukken betreffende de interne partijwerking<br />
Deel 3 kent een ietwat ingewikkelder indeling. Onder interne partijwerking verstaan we alle activiteiten<br />
<strong>die</strong> te maken hebben met de relaties tussen de verschillende partijgeledingen en hun aanverwante<br />
organisaties voor zover ze gebeurden met het oog op de interne werking. Die activiteiten mogen dus<br />
niet gericht zijn op de bevolking, maar wel op de eigen leden bv.<br />
3.1. Stukken betreffende de algemene partijwerking<br />
In een eerste afdeling komt de algemene partijwerking aan bod. Hieronder verstaan we <strong>die</strong> stukken <strong>die</strong><br />
betrekking hebben op de werking binnen de PVV, haar nevenorganisaties en PVV-geledingen <strong>die</strong> het<br />
arrondissementele niveau overtreffen.<br />
3.1.1. Stukken betreffende de hogere partijgeledingen<br />
3.1.1.1. Stukken betreffende de vertegenwoordiging in PVV-nationaal<br />
De arrondissementsfederatie was vertegenwoordigd in de nationale bestuursorganen Congres en<br />
Partijraad. Dat leverde echter alleen archivalia op over de congressen. Congresdocumenten op zich<br />
zouden kunnen worden beschouwd als algemeen geldende documenten, als stukken <strong>van</strong> algemene<br />
aard m.a.w. <strong>die</strong> betrekking hebben op de vereniging in haar geheel. Ze komen echter niet als dusdanig<br />
voor, maar steeds binnen dossiers <strong>die</strong> werden gevormd in het kader <strong>van</strong> deelname aan en<br />
voorbereiding op <strong>die</strong> congressen door de arrondissementsfederatie. Daarom moeten deze bestanddelen<br />
hier worden ondergebracht. Voorbeeld a zal in een inventaris hoogstens als blanco-nummer worden<br />
vermeld, gezien dat bestanddeel beschreven wordt in de inventaris <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie<br />
Antwerpen 95 .<br />
a. Dossier betreffende het op 7 en 8 oktober 1961 gehouden PVVstichtingscongres.<br />
1 omslag.<br />
b. Dossier betreffende het op 20 en 21 oktober 1962 gehouden sociaal congres.<br />
1962. 1 omslag.<br />
c. Dossier betreffende de afgevaardigden op het op 1 en 2 maart 1974<br />
gehouden nationaal congres. 1974. 1 omslag.<br />
3.1.1.2. Stukken betreffende de leden<br />
Door de arrondissementsfederatie werden verschillende dossiers gevormd <strong>die</strong> betrekking hadden op<br />
allerhande PVV-activiteiten. Ons inziens moet daarbij een onderscheid worden gemaakt tussen<br />
activiteiten <strong>van</strong> het nationale, arrondissementele of plaatselijke niveau. Activiteiten <strong>die</strong> georganiseerd<br />
werden door het nationale niveau en/of voor de hele partij op touw werden gezet, behoren hier thuis.<br />
<strong>Het</strong>zelfde kan gezegd worden voor de toekenning <strong>van</strong> de medailles aan ver<strong>die</strong>nstelijke leden. Dat gaf<br />
aanleiding tot een eenmalig register enerzijds en tot briefwisseling met bijlagen per toekenningsronde<br />
anderzijds. Jaarlijks immers konden de afdelingen via de arrondissementsfederatie voorstellen doen aan<br />
de terzake bevoegde nationale PVV-Commissie <strong>van</strong> de Partijmedaille om bepaalde ver<strong>die</strong>nstelijke leden<br />
een medaille toe te kennen. Daartoe <strong>die</strong>nden hun dossiers te worden overgemaakt aan <strong>die</strong> commissie<br />
<strong>die</strong> de kandidaturen onderzocht en in<strong>die</strong>n positief de medaille toekende. Heel de administratieve<br />
afwikkeling gebeurde via de arrondissementsfederatie, waarlangs ook de betalingen verliepen, want<br />
voor een medaille <strong>die</strong>nde het lid of zijn afdeling zelf te betalen. Deze betalingen werden gedurende een<br />
korte periode opgetekend in een register. <strong>Het</strong> is het enige dat opgesteld werd of bewaard bleef. In<br />
verband hiermee <strong>die</strong>nden we een keuze te maken. Deze stukken werden immers voor een deel <strong>van</strong>uit<br />
administratief opzicht gevormd. De arrondissementsfederatie fungeerde immers als verzamel- en<br />
95 We verwijzen daarvoor naar de archiefinventaris <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen. Zie ook de conclusies<br />
<strong>van</strong> deze structuurstu<strong>die</strong>.
HET LIBERAAL HUIS FF -<br />
doorstromingsmedium. <strong>Het</strong> ging echter veel verder dan dat. Enerzijds betrof het een algemene<br />
partijactiviteit, anderzijds werden deze leden ook op arrondissementeel niveau geëerd.<br />
a. Dossier betreffende de deelname aan de nationale huldemanifestatie ter ere<br />
<strong>van</strong> Omer Vanaudenhove. 1970. 1 omslag.<br />
b. Alfabetisch-chronologisch register betreffende aanvraag en toekennen <strong>van</strong><br />
partijmedailles aan ver<strong>die</strong>nstelijke leden. 1979-1982. 1 deel.<br />
c. Briefwisseling betreffende de toekenning <strong>van</strong> partijmedailles tijdens de<br />
zitting <strong>van</strong> 1963. Met bijlagen. 1 omslag.<br />
3.1.1.3. Stukken betreffende het provinciale niveau<br />
Alhoewel op het provinciale niveau - althans in Antwerpen - geen PVV-geleding bestond, gebeurde het<br />
toch dat de verschillende arrondissementsfederaties uit dat gebied - Antwerpen, Mechelen en Turnhout<br />
- tot samenwerking kwamen. Ingeval een provinciaal senator <strong>die</strong>nde te worden gecoöpteerd waren<br />
contacten onontbeerlijk. De archivalia <strong>die</strong> daar<strong>van</strong> het resultaat waren, worden echter behandeld in de<br />
laatste archiefafdeling, bij de beschrijving <strong>van</strong> de stukken betreffende de wetgevende verkiezingen.<br />
Enkel het dossier over het provinciaal congres <strong>van</strong> 1967 kan daardoor in dit onderdeel worden<br />
ondergebracht.<br />
a. Dossier betreffende het op 27 en 28 oktober 1967 gehouden provinciaal<br />
congres. 1967, 1969-1970. 1 omslag.<br />
3.1.2. Stukken betreffende verwante organisaties<br />
De arrondissementsfederatie had eveneens contacten met aan de PVV verwante liberale organisaties.<br />
Dat gaf aanleiding tot enkele dossiers of briefwisseling.<br />
a. Briefwisseling betreffende de PVV-Vrouwen. Met bijlagen. 1969-1992.<br />
1 omslag.<br />
b. Dossier betreffende het IVK. 1979-1981. 1 omslag.<br />
c. Dossier betreffende WF-nationaal. 1979-1980, 1986. 1 omslag.<br />
De bestanddelen <strong>van</strong> onderdeel 3.1. zijn eenduidig te ordenen <strong>van</strong> hoog naar laag en <strong>van</strong> algemeen naar<br />
bijzonder. Dossiers betreffende de congressen hebben uiteraard voorrang op PVV-ledenactiviteiten <strong>die</strong><br />
op hun beurt de stukken met betrekking tot het provinciale niveau voorafgaan.<br />
3.2. Stukken betreffende de arrondissementele werking<br />
Dit onderdeel betreft de eigenlijke interne werking <strong>van</strong> het arrondissement. Dat betekent dat hier enkel<br />
<strong>die</strong> zaken terug te vinden zijn <strong>die</strong> betrekking hebben op het liberale werking binnen het Antwerpse<br />
arrondissement. Of het nu gaat om de uitbouw <strong>van</strong> de werking, arrondissementele ledenactiviteiten of<br />
de controle <strong>van</strong> de federatie op de ondergeschikte geledingen. De indeling is als volgt.<br />
3.2.1. Stukken betreffende de ondergeschikte partijgeledingen in het algemeen<br />
Een belangrijk onderdeel in de archiefvorming werd gevormd door briefwisseling met allerhande<br />
<strong>verenigingen</strong> : afdelingen, aanverwante organisaties uit het arrondissement en verwante organisaties<br />
<strong>die</strong> dat niveau overtroffen. De laatste groep bestanddelen werd hierboven reeds behandeld. Met elke<br />
plaatselijke afdeling werd druk gecorrespondeerd en dat leverde in een aantal gevallen meerdere<br />
omslagen en/of pakken op. Oorspronkelijk moeten deze bestanddelen zich in kasten hebben bevonden<br />
want wij vonden ze terug in hangmappen. Elke afdeling werd in een afzonderlijke map ondergebracht<br />
en wellicht waren de afdelingen alfabetisch geordend per district. De orde <strong>van</strong> de hangmappen was<br />
echter in <strong>die</strong> mate verloren gegaan dat zulks niet meer te achterhalen viel. Naast de afdelingen voerde<br />
de federatie ook briefwisseling met de districten en de Antwerpse verwante <strong>verenigingen</strong>. Wat <strong>die</strong><br />
districten betreft; daaromtrent werden dossiers gevormd <strong>die</strong> ook in dit eerste algemene deel kunnen<br />
worden behandeld. De ordening en beschrijving levert echter een aantal problemen op <strong>die</strong> veroorzaakt<br />
worden door de overgeleverde archieforde. Ten eerste werd door de archiefvormer geen rekening<br />
gehouden met de fusies <strong>van</strong> 1977 en 1983 <strong>die</strong> echter niet te onderschatten gevolgen hadden op de
HET LIBERAAL HUIS GG -<br />
administratieve structuur <strong>van</strong> het arrondissement 96 . In de bestanddelen valt geen echte cesuur te<br />
vinden, terwijl nochtans een heleboel afdelingen moesten worden hervormd of nieuwe <strong>die</strong>nden te<br />
worden opgericht. Ook tussen de oude afdelingen en de nieuwe districtsafdelingen werd nauwelijks<br />
onderscheid gemaakt. Ten tweede was de briefwisseling met de Antwerpse verwante <strong>verenigingen</strong> in<br />
dezelfde soort mappen opgeborgen wat het er op deed gelijken dat ze met <strong>die</strong> <strong>van</strong> de afdelingen één<br />
serie vormden. Tenslotte werd deze serie briefwisseling aangevat in 1960 met het aantreden <strong>van</strong> Charles<br />
De Weze. Dit heeft als gevolg dat de stukken gedeeltelijk uit de LP-periode stammen.<br />
Rekening houdend met <strong>die</strong> opmerkingen stellen wij voor om de stukken volgens het volgende<br />
schema te ordenen :<br />
1) 1961-1982<br />
1.1) Districts<strong>verenigingen</strong><br />
1.2) Afdelingen<br />
2) 1983-1992<br />
2.1) Districts<strong>verenigingen</strong><br />
2.2) Groot-Antwerpen<br />
2.3) Afdelingen<br />
2.4) Districtsafdelingen<br />
3) Verwante organisaties<br />
a. Briefwisseling betreffende de PVV-districtsvereniging Ekeren. Met bijlagen.<br />
1961-1969. 1 omslag.<br />
b. Briefwisseling met de afdeling Lint. Met bijlagen. 1983-1991. 1 omslag.<br />
c. Briefwisseling betreffende het LEV-Antwerpen. Met bijlagen. 1975, 1979-<br />
1981. 1 omslag.<br />
d. Briefwisseling betreffende het ACLVB-Antwerpen. Met bijlagen. 1969-1982.1 omslag.<br />
De bestanddelen bevatten naast eigenlijke briefwisseling ook alle andere ingekomen en kopies <strong>van</strong><br />
uitgaande stukken. Vandaar de formulering «met bijlagen». Boven<strong>die</strong>n komen hier in de periodes 1960-<br />
1979 en opnieuw <strong>van</strong>af 1986 vele ledenlijsten voor <strong>die</strong> door de afdelingen met het oog op de<br />
ledenadministratie werden opgestuurd. In feite waren dat soort documenten overheersend, terwijl ze<br />
normaal nochtans in de bestanddelen briefwisseling betreffende de ledenadministratie hadden moeten<br />
worden ondergebracht. Opnieuw vallen de cesuren in de bestaande ordening opvallend samen met de<br />
periodes waarin de verschillende secretarissen actief waren.<br />
3.2.2. Stukken betreffende de uitbouw <strong>van</strong> het liberale verenigingsleven<br />
De arrondissementsfederatie had de verantwoordelijkheid over de goede werking <strong>van</strong> de PVV in haar<br />
ressort. Dit betekende onder meer dat een goede structuur <strong>die</strong>nde te worden uitgebouwd. in dit kader<br />
werden voornamelijk dossiers aangemaakt. Bv. dossiers <strong>die</strong> het gevolg waren <strong>van</strong> een enquête naar de<br />
toestand <strong>van</strong> de plaatselijke afdelingen. De archiefvorming werd echter gevoelig uitgebreid toen in 1974<br />
de Prijs <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen werd ingesteld. Dat gaf aanleiding tot een aantal<br />
dossiers in het midden <strong>van</strong> de jaren zeventig.<br />
a. Dossier betreffende de actuele situatie <strong>van</strong> de plaatselijke afdelingen. 1980.1 omslag.<br />
b. Dossier betreffende de afdeling Kapellen in het kader <strong>van</strong> de PVV-Prijs.<br />
1975. 1 pak.<br />
3.2.3. Stukken betreffende de juridische en controlerende functie<br />
De arrondissementsfederatie had ten overstaan <strong>van</strong> de afdelingen ook een controlerende en juridische<br />
rol. Eén en ander kwam tot uiting in de goedkeuring <strong>van</strong> de plaatselijke statuten en in het ingrijpen in<br />
geval <strong>van</strong> plaatselijke wantoestanden. De voorbeelden tonen aan dat <strong>die</strong> twee taken ook duidelijk in de<br />
archiefvorming tot uiting komen. Meestal werden dossiers gevormd <strong>die</strong> eenvoudig kunnen worden<br />
gerangschikt, zoals door de voorbeelden wordt aangetoond. Alhoewel de verkiezingen in principe in<br />
afdeling 4 aan bod komen, zullen volgens ons de bestanddelen <strong>die</strong> aangaande<br />
96 Zie hiervoor onderdeel 2.2.2.7 <strong>van</strong> dit hoofdstuk.
HET LIBERAAL HUIS HH -<br />
gemeenteraadsverkiezingen werden gevormd in dit deel moeten worden ondergebracht in<strong>die</strong>n deze<br />
stukken gevormd werden <strong>van</strong>uit <strong>die</strong> controlerende rol.<br />
a. Dossier betreffende de commissie statuten. 1981-1982. 1 omslag.<br />
b. Statuten <strong>van</strong> de verschillende plaatselijke afdelingen. 1977-1989. 1 pak.<br />
c. Dossier betreffende de statutenwijziging <strong>van</strong> de districtsvereniging Boom-<br />
Kontich. 1991. 2 stukken.<br />
d. Dossier betreffende problemen binnen de afdeling Ranst. 1988-1989.<br />
1 omslag.<br />
e. Dossier betreffende de klacht <strong>van</strong> PVV-Schelle tegen mevrouw L. Bauwelinck-Dussart.<br />
1985-1988. 1 omslag.<br />
f. Dossier betreffende de gemeenteraadsverkiezingen <strong>van</strong> 1976 te Kontich.<br />
1976-1977. 1 omslag.<br />
3.2.4. Stukken betreffende de ledenactiviteiten<br />
Om de interne cohesie te versterken beschikte de federatie onder meer over de mogelijkheid allerlei<br />
ledenactiviteiten in te richten <strong>die</strong> in de eerste plaats gekenmerkt werden door gezellig samenzijn. Wat<br />
dat betreft moet erop worden gewezen dat enkel activiteiten <strong>die</strong> werden georganiseerd door de<br />
arrondissementsfederatie en voor alle leden uit het arrondissement toegankelijk waren, hier aan bod<br />
komen. Wanneer het plaatselijke activiteiten betreft waarbij problemen rezen, komen deze in het vorige<br />
deeltje. Vanaf het moment dat een bepaalde activiteit <strong>die</strong> door de arrondissementsfederatie werd<br />
georganiseerd een duidelijk nationale uitstraling verkreeg, moeten de stukken <strong>die</strong> in het kader daar<strong>van</strong><br />
werden gevormd onder punt 3.1. worden beschreven. De meifeesten <strong>die</strong> tot <strong>die</strong>p in de jaren zestig<br />
plaatsvonden, vormen hier geen serie om de doodeenvoudige reden dat <strong>die</strong> jaarlijkse activiteit <strong>van</strong>af<br />
1966 door de PVV-afdeling Antwerpen-stad op touw werd gezet. Opvallend is nog dat de arrondissementsfederatie<br />
meteen daarop startte met de jaarlijkse nachtfeesten <strong>die</strong> in de herfst plaatsvonden.<br />
a. Dossier betreffende het op 30 april 1965 gehouden meifeest «Feest aan de<br />
Arbeid». 1965. 1 pak.<br />
b. Dossier betreffende het op 29 oktober 1966 gehouden PVV-Nachtfeest. 1966.1 omslag.<br />
c. Dossier betreffende het op 4 november 1971 gehouden huldebetoon aan<br />
Albert Lilar. 1971. 1 omslag.<br />
3.2.5. Stukken betreffende de informatieverschaffing<br />
Eén <strong>van</strong> de belangrijkste taken <strong>van</strong> de federatie was ervoor zorgen dat de leden en de afdelingen<br />
werden ingelicht omtrent de werking <strong>van</strong> de PVV. In de archiefvorming komt deze taak echter<br />
nauwelijks tot uiting. Dat valt in de eerste plaats te wijten aan het feit dat deze functie verborgen zit in<br />
de serie briefwisseling met de afdelingen en zelfs in de circulaires en briefwisseling uit de eerste<br />
archiefafdeling. Maar dan nog moet worden vastgesteld dat in verband met het arrondissementeel<br />
tijdschrift enkel de jaren zestig niet ontbreken.<br />
a. Dossier betreffende de eerste jaargang <strong>van</strong> het tijdschrift PVV-Express. 1963-<br />
1964. 1 omslag.<br />
Opvallend bij de derde archiefafdeling is dat de ordening voor een gedeelte gebaseerd is op de structuur<br />
<strong>van</strong> de PVV. Dat is onder meer nodig om onderscheid te maken tussen het eigenlijke arrondissementele<br />
niveau en de andere geledingen. De PVV-structuur duikt eveneens op in de ordening <strong>van</strong> de serie<br />
briefwisseling met de ondergeschikte geledingen. De oude orde kan hier wat de bestanddelen betreft<br />
meestal volledig worden behouden.<br />
4. Stukken betreffende de externe werking<br />
De laatste archiefafdeling betreft bestanddelen <strong>die</strong> gevormd werden in het kader <strong>van</strong> de eigenlijke<br />
doelstellingen <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie Antwerpen. <strong>Het</strong> gaat hier om alle activiteiten <strong>van</strong> de<br />
federatie <strong>die</strong> gericht waren naar de niet-leden toe, m.a.w. de bevolking <strong>van</strong> het Antwerpse<br />
arrondissement. De drie factoren <strong>die</strong> we hier kunnen onderscheiden zijn sociaal <strong>die</strong>nstbetoon;<br />
voorbereiding, organisatie en evaluatie <strong>van</strong> de wetgevende verkiezingen; en politieke stellingnamen of<br />
beïnvloeding <strong>van</strong> het beleid. Deze afdeling omvat dus stukken <strong>die</strong> gevormd werden in het kader <strong>van</strong> de
HET LIBERAAL HUIS II -<br />
werking naar buiten toe. Dat wil echter allerminst zeggen dat zich daarbij geen interne documenten<br />
bevinden. De enige vereiste is dat <strong>die</strong> stukken werden gevormd in het kader <strong>van</strong> de externe werking.<br />
4.1. Stukken betreffende de verkiezingen<br />
In principe had de federatie enkel bevoegdheid over de wetgevende verkiezingen. Dat neemt echter niet<br />
weg dat ook omtrent de gemeenteraads- en Europese verkiezingen documenten gevormd werden. Voor<br />
wat de gemeenteraadsverkiezingen betreft, bestaan twee mogelijke redenen voor <strong>die</strong> archiefvorming.<br />
Ten eerste kon het gebeuren dat in het kader <strong>van</strong> de voorbereiding <strong>van</strong> een verkiezing door een<br />
plaatselijke afdeling problemen rezen in verband met de samenstelling <strong>van</strong> de lijst of zo meer. De<br />
dossiers <strong>die</strong> bij de behandeling <strong>van</strong> dergelijke zaken werden gevormd, kwamen reeds in afdeling drie<br />
aan bod. Anderzijds fungeerde de federatie inzake gemeenteraadsverkiezingen ook enigszins als<br />
coördinator <strong>van</strong> de voorbereiding of verzamelde ze allerhande gegevens over <strong>die</strong> verkiezingen met het<br />
oog op haar toekomstige positie. Die gevallen moeten volgens ons wel hier worden behandeld.<br />
<strong>Het</strong>zelfde geldt voor stukken <strong>die</strong> gevormd zijn in het kader <strong>van</strong> de provincieraadsverkiezingen. Vermits<br />
deze steeds met de parlementsverkiezingen samenvielen kan niet <strong>van</strong> een volledig onderscheid worden<br />
gesproken. De vermenging bij <strong>die</strong> stukken is ook zodanig groot dat we voorstellen om enkel <strong>van</strong><br />
wetgevende verkiezingen te spreken. De Europese verkiezingen komen iets minder aan bod. Toch kan<br />
worden gesteld dat de arrondissementsfederatie ook deze verkiezingen volgde. M.a.w. wanneer het<br />
werkelijk om de verkiezingen zelf gaat moeten de stukken in archiefafdeling vier worden<br />
ondergebracht. Betreft het feitelijk een andere taakstelling, zoals controle <strong>van</strong> de afdelingen, dan moet<br />
het naar de archiefafdeling waarin <strong>die</strong> functie wordt behandeld.<br />
Een tweede probleem dat zich bij deze categorie stelt, is de grote mate <strong>van</strong> wanorde. Meestal<br />
zitten alle stukken zonder onderverdeling bijeen per verkiezing in één of meerder archiefdozen. Daarom<br />
zal het ons inziens noodzakelijk zijn zelf een ordening te ontwerpen voor dit gedeelte <strong>van</strong> het archief.<br />
Een goede leidraad zou hierbij de oude orde voor de wetgevende verkiezingen <strong>van</strong> 1965 kunnen zijn.<br />
Daarvoor werden de stukken wel in afzonderlijk mapjes ondergebracht en kan <strong>van</strong> enige orde gewag<br />
worden gemaakt. Ook <strong>die</strong> ordening is echter onvoldoende consequent om ze kritiekloos te kunnen<br />
opvolgen. Eén en ander zou overigens ook toelaten om een duidelijke scheiding aan te brengen tussen<br />
openbare en niet-openbare archivalia.<br />
a. Dossier betreffende de evaluatie <strong>van</strong> de in 1974 gehouden parlementsverkiezingen.<br />
1974. 1 omslag.<br />
4.2. Stukken betreffende het sociaal <strong>die</strong>nstbetoon<br />
<strong>Het</strong> sociaal <strong>die</strong>nstbetoon was één <strong>van</strong> de belangrijkste peilers uit het bevoegdheidspakket <strong>van</strong> de<br />
voorzitter. Dat blijkt meteen uit de archiefvorming. We vonden pakken dossiers <strong>die</strong> echter alleen de<br />
periode 1973-1977 en 1981-1982 omvatten. Dat betekent dat grote stukken ontbreken. Nochtans blijkt uit<br />
het formulierboek dat een zeer uitgebreid en uitgekiend systeem met fiches <strong>die</strong>nde te worden opgesteld<br />
voor elke zaak 97 . Niets <strong>van</strong> dit alles komt in het archief tot uiting. Een deel <strong>van</strong> de lacune kan echter<br />
worden opgevuld dankzij de briefwisseling over diverse onderwerpen, waarin zeer veel over sociaal<br />
<strong>die</strong>nstbetoon is te vinden. Boven<strong>die</strong>n is zeer goed mogelijk dat de voorzitters deze archivalia als<br />
persoonlijk archief aanzagen 98 . <strong>Het</strong> sociaal <strong>die</strong>nstbetoon werd ook arrondissementeel georganiseerd.<br />
Tot in de verste uithoeken <strong>van</strong> het arrondissement werden regelmatig zitdagen gehouden. De lokale<br />
bevolking kon op <strong>die</strong> gelegenheden haar grieven overmaken aan de liberale parlementsleden uit het<br />
arrondissement. Dat leverde ook dossiers op over advertenties in plaatselijke reclametijdschriften.<br />
a. Alfabetisch geordende dossiers. 1973-1977. 1 pak.<br />
b. Dossier betreffende de arrondissementele sociale zitdagen. 1979. 1 omslag.<br />
c. Dossier betreffende advertenties in Ons Niel. 1982-1984. 1 omslag.<br />
97 Zie archiefafdeling 1.<br />
98 Hiervoor verwijzen we naar de inleiding op de beschrijving <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> Charles De Weze.
HET LIBERAAL HUIS JJ -<br />
4.3. Stukken betreffende de invloed op en de deelname aan het beleid<br />
De arrondissementsvoorzitter <strong>die</strong>nde er voor te zorgen dat de bevolking op de hoogte gehouden werd<br />
<strong>van</strong> de PVV-activiteiten op politiek vlak. Dat betekende dat de federatie regelmatig met standpunten<br />
naar buiten <strong>die</strong>nde te komen via persconferenties bv. Ons inziens moeten hier echter ook de stukken<br />
worden geplaatst <strong>die</strong> de voorbereiding <strong>van</strong> specifieke politieke thema's en onderwerpen betreffen.<br />
Meestal werden in dit verband dan ook dossiers gevormd <strong>die</strong> naar onze mening het best chronologisch<br />
kunnen worden behandeld.<br />
a. Dossier betreffende de persmededeling over het RUCA. 1965. 1 omslag.<br />
b. Dossier betreffende het duwvaartkanaal Oelegem-Zandvliet. 1973-1981.<br />
1 omslag.<br />
c. Dossier betreffende de fusie <strong>van</strong> Antwerpen. 1977-1982. 1 omslag.<br />
5. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie<br />
<strong>Het</strong> aandeel <strong>van</strong> de documentatie in het archieffonds was behoorlijk uitgebreid. De grote moeilijkheid<br />
echter was uitmaken welke vereniging welke documentatie had verzameld. Dit bleek in vele gevallen<br />
een onmogelijke opdracht. Aan de andere kant moet echter worden gezegd dat de hoeveelheid<br />
documentatie <strong>die</strong> werkelijk <strong>van</strong> belang was voor de raadpleging <strong>van</strong> het archief uiterst klein was. Enkel<br />
wat hierna volgt kon eenduidig als documentatie <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie worden<br />
onderscheiden :<br />
a. Documentatiemap betreffende de financiën. 1976, 1978-1981. 1 pak.<br />
b. Knipselmap betreffende cultuur. 1978-1982. 1 pak.<br />
c. Documentatiemap betreffende de Provincieraad <strong>van</strong> Antwerpen. 1976, 1978-<br />
1981. 1 pak.<br />
d. Knipselmap betreffende artikels <strong>van</strong> Frans Grootjans over de Belgische<br />
politiek in het algemeen. 1978-1979. 1 omslag.<br />
De voor het archief belangrijke documentatie <strong>die</strong> wij konden vinden kan echter allerminst als zeer<br />
representatief voor de werking <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie worden beschouwd. Eén <strong>van</strong> de<br />
oorzaken daar<strong>van</strong> moet worden gezocht in het feit dat knipsels en documentatie in de regel in de<br />
archiefbestanddelen werd opgenomen. <strong>Het</strong> lijkt ons niet opportuun aan <strong>die</strong> toestand iets te wijzigen,<br />
vermits in vele bestanddelen slechts één of twee knipsels zitten. Deze uit de omslagen halen zou de<br />
waarde <strong>van</strong> het geheel enkel aantasten en dus onnodige verspilling <strong>van</strong> tijd en mankracht vereisen.<br />
2.2.4. CONCLUSIES EN SLOTBEDENKINGEN<br />
<strong>Het</strong> archief <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie werd nog niet definitief geordend en in een inventaris<br />
beschreven. Daarom werd besloten om de bestanddelen <strong>die</strong> nog dateerden uit de LP-periode over te<br />
brengen naar het archief <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen dat wel al een definitieve<br />
ontsluiting kreeg. Bestanddelen <strong>die</strong> echter door beide <strong>verenigingen</strong>, maar in hoofdzaak door de PVVfederatie<br />
gevormd waren, lieten we in hun geheel bij dit archief.<br />
Wanneer we nu het gehele archief overschouwen kunnen enkele zaken worden vastgesteld.<br />
Alhoewel het archief de periode 1961-1992 overbrugt, blijken meerdere lacunes te bestaan. <strong>Het</strong> materiaal<br />
is echter voldoende om<strong>van</strong>grijk om <strong>van</strong> een min of meer volledig archief te kunnen spreken. De<br />
belangrijkste problemen en vaststellingen hebben echter alles met de oude orde <strong>van</strong> doen. Ten eerste is<br />
er een bijzonder grote invloed <strong>van</strong> de penningmeesters en <strong>van</strong> de permanente secretarissen in het<br />
bijzonder. Die invloed doet zich vooral gevoelen in de wat langere series. Meestal kunnen in de<br />
ordening daar<strong>van</strong> vrij duidelijk drie periodes worden onderkend <strong>die</strong> opvallend samenvallen met de<br />
tijdvakken waarin de drie belangrijkste secretarissen actief waren 99 . In de tussenliggende periodes<br />
volgden verschillende secretarissen elkaar in snel tempo op. Voor de ordening had dat in hoofdzaak<br />
twee gevolgen. Ofwel werd het systeem <strong>van</strong> de voorganger - vaak zonder veel inzicht - gevolgd, ofwel<br />
verviel het systeem tot chaos.<br />
99 We verwijzen daarvoor naar de lijst <strong>van</strong> functionarissen; bijlage 2.
HET LIBERAAL HUIS KK -<br />
Alle belang <strong>van</strong> de permanente secretaris ten spijt, kan nochtans de invloed <strong>van</strong> de voorzitter<br />
evenmin worden ontkend. Antoinette Helsmoortel-Pecher fungeerde immers zowel in 1988 als in 1990-<br />
1991 een tijdlang als waarnemend voorzitter. De archiefvorming <strong>van</strong> <strong>die</strong> tijd wordt door opvallend veel<br />
losse stukken gekenmerkt. Iets wat in de loop <strong>van</strong> 1991 en 1992 trouwens steeds frequenter werd. Dat<br />
lijkt er op te wijzen dat de stukken in een eerste fase nog niet definitief werden geordend. Elke<br />
functionaris bewaarde in eerste instantie de stukken betreffende <strong>die</strong> zaken waarmee hij al dan niet<br />
toevallig bezig was. Pas naderhand kreeg de permanente secretaris ze in handen met het oog op de<br />
afhandeling <strong>van</strong> een zaak of de definitieve klassering er<strong>van</strong>. De stukken <strong>die</strong> door de penningmeester<br />
werden opgesteld, kwamen vaak nog veel later of zelfs helemaal niet in het bezit <strong>van</strong> de permanente<br />
secretaris.<br />
Aan de archiefvorming lag dus nooit een voorafgaandelijk doordacht ordeningssysteem ten<br />
grondslag. Elkeen <strong>die</strong> op één of andere wijze bij het archief betrokken was, ordende de stukken naar zijn<br />
eigen inzichten. Eén en ander veroorzaakte dat stukken <strong>die</strong> logischerwijze samen horen, toch verspreid<br />
raakten over verschillende series of bestanddelen. Vooral de briefwisseling over diverse onderwerpen is<br />
in dat bedje ziek. Ten gevolge daar<strong>van</strong> moeten voor een toekomstige inventarisatie nog een aantal<br />
warrige knopen worden ontrafeld. We denken hierbij in de eerste plaats aan de overlappingen tussen<br />
briefwisseling over diverse onderwerpen, briefwisseling betreffende de ledenadministratie,<br />
briefwisseling met de afdelingen en dossiers betreffende sociaal <strong>die</strong>nstbetoon.<br />
Opvallend is nog dat een aantal taken <strong>die</strong> tot de verantwoordelijkheid behoorden <strong>van</strong> de<br />
arrondissementsfederatie in de archiefvorming grotendeels ontbreken. Vooral stukken i.v.m. de<br />
informering <strong>van</strong> de eigen achterban - de leden - en de federatie als orgaan waarbij beroep tegen<br />
beslissingen kon worden aangetekend, blijken te ontbreken. Tot slot moet nog worden vermeld dat dit<br />
archief opvalt door de vele dubbelen <strong>die</strong> erin voorkomen. Dat fenomeen deed zich vooral voor bij de<br />
definitieve versie <strong>van</strong> de notulen <strong>die</strong> vaak in meer dan vijf exemplaren voorkomen. Anderzijds komt<br />
ook veelvuldig documentatie voor <strong>die</strong> niet duidelijk <strong>van</strong> het archief was gescheiden. Die toestand kan<br />
best gelaten worden zoals ze is, maar de dubbelen kunnen met het oog op de raadpleegbaarheid het<br />
best worden verwijderd. Wil men ze om documentaire redenen toch behouden dan kunnen ze nog altijd<br />
materieel afzonderlijk worden bewaard.<br />
Hoofdstuk 3 : Inventarissen <strong>van</strong> (deel)<strong>archieven</strong><br />
2.3.1. DE ARCHIEFINVENTARIS VAN SV HET LIBERAAL HUIS<br />
2.3.1.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />
1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
1.1. Statuten<br />
1.2. Stukken betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> de Beheerraad<br />
1.3. Stukken betreffende de Jaarlijkse Algemene Vergaderingen der Vennoten<br />
1.4. Briefwisseling over diverse onderwerpen<br />
2. Stukken <strong>van</strong> financiële en administratieve aard<br />
2.1. Stukken <strong>van</strong> administratieve aard<br />
2.2. Stukken betreffende het kapitaal<br />
2.2.1. Stukken betreffende de aandeelhouders<br />
2.2.2. Stukken betreffende de annulatie <strong>van</strong> aandeelbewijzen<br />
2.2.3. Stukken betreffende leningen<br />
2.3. Stukken betreffende jaarrekening en vennootschapsbelasting<br />
2.4. Stukken betreffende de boekhouding<br />
2.4.1. Samenvattende stukken<br />
2.4.2. Journalen<br />
2.4.3. Dagboeken<br />
2.4.4. Bijlagen bij de boekhouding
HET LIBERAAL HUIS LL -<br />
2.5. Stukken betreffende bankrekening Y00.11707<br />
2.6. Stukken betreffende personeel en sociale zekerheid<br />
3. Stukken betreffende aankoop en uitbating <strong>van</strong> het partijgebouw.<br />
3.1. Stukken betreffende aankoop en opening <strong>van</strong> en onderhoud aan het gebouw<br />
3.1.1. Stukken betreffende aankoop en opening<br />
3.1.2. Stukken betreffende onderhoud en voorzieningen<br />
3.2. Stukken betreffende de uitbating <strong>van</strong> de lokalen<br />
3.2.1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
3.2.2. Stukken betreffende café L'Escale<br />
3.2.3. Stukken betreffende de verhuur <strong>van</strong> de zalen<br />
3.2.4. Stukken betreffende café Liberator<br />
3.2.4.1. Stukken betreffende de uitbating<br />
3.2.4.2. Boekhoudkundige stukken<br />
4. Stukken waar<strong>van</strong> het verband met het archief onduidelijk is<br />
2.3.1.2. Inleiding<br />
2.3.1.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling 100<br />
Tijdens een vergadering op 17 december 1948 werd te Antwerpen een Samenwerkende Vennootschap -<br />
ook : Samenwerkende Maatschappij - opgericht met als naam SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis. De stichting<br />
gebeurde door 50 leden-aandeelhouders <strong>die</strong> in totaal 200.000 frank kapitaal investeerden in de nieuwe<br />
vereniging <strong>die</strong> voorlopig gevestigd werd op de Mechelsesteenweg 17. Dat <strong>die</strong> zetel voorlopig was kan<br />
worden afgeleid <strong>van</strong> de doelstelling : «... het aanwerven door aankoop, huur, overname of anders <strong>van</strong><br />
één of meerdere goederen en/of roerende uitbatingen bestemd tot zetel of gebruik ten bate <strong>van</strong> de<br />
liberale partij <strong>van</strong> het arrondissement Antwerpen. Zij zal in de lokalen, <strong>die</strong> zij zich zal aanschaffen, de<br />
uitbatingen <strong>die</strong> zij voor de verwezenlijking <strong>van</strong> haar doel nuttig zal achten, mogen inrichten, zelfs door<br />
verhuring, beheer, bij middel <strong>van</strong> derden of alle andere wijzen». <strong>Het</strong> beheer over de vereniging was<br />
toegewezen aan een Beheerraad bestaande uit ten minste vijf beheerders <strong>die</strong> voor zes jaar werden<br />
verkozen door de algemene vergadering der vennoten. Eén <strong>van</strong> de beheerders werd door zijn collega's<br />
tot voorzitter verkozen. De Beheerraad had een quasi onbeperkte bevoegdheid zolang <strong>die</strong> maar de<br />
doelstelling <strong>van</strong> de vereniging ten goede kwam. <strong>Het</strong> dagelijks beheer of specifieke bevoegdheden<br />
konden worden overgedragen aan afgevaardigde-beheerders. Hun macht werd steeds bepaald door de<br />
Beheerraad. Dezelfde bepalingen golden voor alle andere personen <strong>die</strong> hij eventueel zou aanstellen. Alle<br />
stukken <strong>die</strong> door het uitoefenen <strong>van</strong> het dagelijks bestuur werden gevormd, <strong>die</strong>nden te worden<br />
ondertekend door een afgevaardigde <strong>van</strong> de vereniging. Financiële stukken en akten daarentegen<br />
vereisten twee handtekeningen. De notulen <strong>van</strong> de Bestuurraad werden net zoals <strong>die</strong> <strong>van</strong> de Algemene<br />
Vergadering in een register opgetekend. In de realiteit bleek de praktische uitvoering <strong>van</strong> dagelijkse<br />
beheer voornamelijk in de handen <strong>van</strong> een secretaris te berusten 101 .<br />
Controle op het beheer <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis werd uitgeoefend door commissaris(sen) en<br />
door de Algemene Vergadering der Vennoten. De commissarissen hadden de bevoegdheid alle<br />
handelingen <strong>van</strong> de vennootschap te controleren 102 . Commissarissen en Beheerders samen vormden de<br />
Algemene Raad 103 . Algemene Vergaderingen werden in principe éénmaal per jaar op de derde vrijdag<br />
<strong>van</strong> maart bijeengeroepen. Elke aandeelhouder had het recht deze vergadering met stemrecht bij te<br />
wonen. <strong>Het</strong> aantal stemmen waarop men recht had was evenwel gelijk aan de hoeveelheid<br />
aandeelbewijzen waarop men was ingeschreven. Haar belangrijkste bevoegdheden bestonden erin de<br />
verslagen <strong>van</strong> beheerders en commissarissen, evenals de jaarrekening te horen en goed te keuren.<br />
100<br />
De gegevens werden vooral geput uit de statuten <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis (inventarisnummer 1) en uit het archief <strong>van</strong><br />
Albert Lilar : LA, Archief Albert Lilar, afdeling 3.3.<br />
101 In de periode 1948-1975 waren het er welgeteld drie. Deze personen waren tegelijkertijd ook permanente secretaris voor<br />
de LP-, respectievelijk PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. Cfr. bijlagen 2 en 7.<br />
102 Voor zover bekend waren er steeds twee commissarissen, te weten Julia Dorikens-Van Gastel en Eugeen Schutters.<br />
103 Van dit orgaan is in de archivalia niets te vinden.
HET LIBERAAL HUIS MM -<br />
Verder kon zij ook de waarde <strong>van</strong> het aandeel wijzigen. Wanneer een mandaat <strong>van</strong> beheerder openviel,<br />
werd <strong>die</strong> vacature door de Algemene Vergadering ingevuld. <strong>Het</strong>zelfde geschiedde inzake de<br />
commissarissen, waar<strong>van</strong> zij zelfs het aantal bepaalde. Naast gewone konden eveneens bijzondere<br />
Algemene Vergaderingen worden geconvoceerd. De meest typische bevoegdheid <strong>van</strong> dergelijke<br />
vergadering was de herziening der statuten.<br />
Om lid te worden <strong>van</strong> de vennootschap volstond één aandeel, het totale aantal per persoon was<br />
onbeperkt. Leden konden te allen tijde ontslag nemen of uitgesloten worden wegens grove fout. Bij<br />
ontslagname, uitsluiting of overlijden werden de aandelen <strong>van</strong> het lid geschat door de Algemene<br />
Vergadering, waarna terugbetaling plaats kon grijpen. <strong>Het</strong> maatschappelijke jaar <strong>van</strong> de vennootschap<br />
week niet af <strong>van</strong> het burgerlijk jaar. Elk jaar op 31 december <strong>die</strong>nde de boekhouding te worden<br />
afgesloten en een inventaris opgemaakt. Vervolgens maakte de Beheerraad de jaarrekening op <strong>die</strong><br />
samen met de bewijsstukken en een verslag minstens één maand voor de Algemene Vergadering aan de<br />
Commissaris(sen) <strong>die</strong>nden te worden overgemaakt voor nazicht. Ook zij maakten een verslag op dat<br />
zoals gezegd aan de Algemene Vergadering werd voorgelegd.<br />
De reden waarom tot de oprichting <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis werd beslist heeft veel te maken<br />
met het ontstaan <strong>van</strong> een liberale federatie in het arrondissement Antwerpen na de tweede wereldoorlog.<br />
Deze organisatie <strong>van</strong> de Liberale Partij op arrondissementeel niveau deed immers de noodzaak<br />
gevoelen aan een partijgebouw dat centraal gelegen was. Sinds 1946 correspondeerden een aantal<br />
partijgenoten - onder wie Albert Lilar - met het oog op de aankoop <strong>van</strong> een partijlokaal. Daaruit bleek al<br />
snel dat het de federatie aan middelen ontbrak om snel te reageren op mogelijke, interessante<br />
aanbiedingen. Daarom werd in een vergadering <strong>van</strong> 8 november 1949 besloten een Société Cooperative op<br />
te richten met als doel de Antwerpse federatie <strong>van</strong> een lokaal te voorzien. <strong>Het</strong> werd m.a.w. een<br />
vennootschap waar<strong>van</strong> het kapitaal door aandeelhouders werd bijeengebracht. Juist <strong>die</strong> aandelen<br />
moesten voorzien in de middelen <strong>die</strong> nodig waren om tot een eventuele aankoop over te gaan. Dit alles<br />
betekent echter niet dat de liberalen <strong>van</strong> voor 1945 niet over partijlokalen beschikten. Zo werd in 1928<br />
bv. het Liberaal Volkshuis El Bardo - het lokaal <strong>van</strong> de Vereenigde Liberalen - opgericht door de Naamloze<br />
Maatschappij El Bardo 104 . Die vennootschap ging in de loop <strong>van</strong> 1948 echter op de fles en vele<br />
aandeelhouders bleken geïnteresseerd om hun El Bardo-aandelen om te zetten in aandelen <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong><br />
Liberaal Huis.<br />
104 «Inhuldiging Liberaal Huis», De Nieuwe Gazet, 4.
BIJLAGE 5 : lijst <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal huis<br />
SECRETARISSEN<br />
xx/01/1949 - 05/01/1956 F. GRIELENS<br />
17/02/1956 - 08/04/1960 Jackie ADRIAENSENS<br />
15/04/1960 - 05/05/1975 Charles DE WEZE<br />
VOORZITTER<br />
17/12/1948 - 17/03/1972 Albert LILAR 105<br />
UITBATERS CAFÉ LIBERATOR 106<br />
05/11/1949 - 31/03/1950 Louis VAN DEN BOSCH<br />
01/04/1950 - 03/08/1950 overgangsperiode 107<br />
04/08/1950 - 31/07/1955 Frans SELDENSLACH<br />
01/08/1955 - 31/01/1961 Paul CHEVALIER<br />
01/02/1961 - 31/12/1964 A. CRAB<br />
<strong>van</strong>af 01/01/1965<br />
uitbating stopgezet,<br />
café verhuurd aan<br />
Brouwerij Maes 108<br />
HET LIBERAAL HUIS NN -<br />
105<br />
Ook na<strong>die</strong>n wellicht nog voorzitter. Albert Lilar had echter nog vele andere mandaten - o.a. minister in een<br />
aantal regeringen. Daarom werd hij meermaals ver<strong>van</strong>gen door waarnemende voorzitters zoals W. koninckx,<br />
Wil<strong>die</strong>rs, A. De Raeymaekers, A. Joosten en Frans Grootjans.<br />
106<br />
Café Liberator werd uitgebaat door een gerant voor rekening <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis. Dit gebeurde in<br />
overeenkomst met NV Brouwerij Van Alken <strong>van</strong>af 5 november 1949 toen het café opende.<br />
107<br />
Op 6 juni 1950 bv. werd meneer Eyckmans op proef aangenomen.<br />
108<br />
Vanaf deze datum werd de uitbating voor rekening <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis afgeschaft. <strong>Het</strong> café werd in zijn<br />
geheel aan de NV Brouwerij Maes verhuurd
HET LIBERAAL HUIS OO -<br />
Vrij snel reeds na de oprichting <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis - meer bepaald op 7 maart 1949 - werd<br />
tot de aankoop <strong>van</strong> een gebouw overgegaan 109 . <strong>Het</strong> ging om een handelspand dat gelegen was tussen<br />
Kome<strong>die</strong>plaats, Ketelstraat en Schuttershofstraat. <strong>Het</strong> om<strong>van</strong>grijke gebouw paalde m.a.w. aan drie<br />
verschillende straten in het Antwerpse stadscentrum 110 . <strong>Het</strong> gebouw bleek ten zeerste geschikt te zijn<br />
om aan de gestelde doelen <strong>van</strong> de vereniging te voldoen. <strong>Het</strong> beschikte immers over voldoende ruimte<br />
om er een feestzaal, een voor eigen rekening uit te baten café, vergaderlokalen en secretariaten in onder<br />
te brengen. Toen het gebouw werd aangekocht was aan de Kome<strong>die</strong>plaats de meubelzaak De Coene<br />
Gebroeders gevestigd. Dit bedrijf huurde de ruimte en pas wanneer het pand volledig was ontruimd,<br />
konden de verbouwingswerken worden aangevat. Op 27 november 1949 kon dan de officiële opening<br />
<strong>van</strong> de partijlokalen plaatsvinden 111 . <strong>Het</strong> liberale café Liberator was echter reeds op de vijfde <strong>van</strong> <strong>die</strong><br />
maand <strong>van</strong> start gegaan. Dit café werd door een gerant uitgebaat voor rekening <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal<br />
Huis. Een gerant alleen was echter niet steeds voldoende, zodat - vaak tijdelijk - personeel in <strong>die</strong>nst<br />
genomen werd. De loonkosten voor het personeel werden door SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis gedragen. De<br />
gerant <strong>van</strong> zijn kant ontving 10 % <strong>van</strong> alle inkomsten en betaalde zijn eigen sociale zekerheidsbijdragen<br />
112 .<br />
De andere gedeelten <strong>van</strong> het gebouw werden gebruikt voor eigen doeleinden zoals feesten,<br />
vergaderingen en secretariaten of konden worden verhuurd aan andere <strong>verenigingen</strong>. Op de hoek <strong>van</strong><br />
Ketelstraat en Schuttershofstraat anderzijds was café L'Escale gevestigd. Dit café bestond al meerdere<br />
jaren. De oude huurders werden ver<strong>van</strong>gen door nieuwe en <strong>van</strong>af 1950 kon met de uitbating <strong>van</strong> dat<br />
café worden begonnen 113 . Zowel voor de uitbating <strong>van</strong> L'Escale als voor Liberator werd een<br />
overeenkomst gemaakt met NV Brouwerij Van Alken <strong>die</strong> instond voor de dranklevering. Aan deze<br />
samenwerking kwam op 31 december 1964 een einde 114 . Toen besliste de Beheerraad <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong><br />
Liberaal Huis wegens financiële problemen niet langer met de uitbating <strong>van</strong> café Liberator door te<br />
gaan 115 . <strong>Het</strong> etablissement werd <strong>van</strong>af 1 januari 1965 verhuurd aan NV Brouwerij Maes. Ook café<br />
L'Escale kreeg een nieuwe brouwer <strong>die</strong> het pand echter niet huurde. De uitbating bleef immers in<br />
handen <strong>van</strong> personen <strong>die</strong> rechtstreeks huurden <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis. De problemen met de huurders<br />
waren echter legio. In de loop der jaren waren meerdere processen gevoerd, maar <strong>van</strong>af 1968 werden de<br />
problemen zo groot dat het café werd omgevormd tot een gewoon handelspand. Sinds 1971 was in dat<br />
pand dan ook een meubel- en antiekzaak gevestigd.<br />
2.3.1.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief.<br />
<strong>Het</strong> archief <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis dat in deze inventaris wordt ontsloten omvat grosso modo de<br />
periode 1948-1974. De ordening <strong>die</strong> het archief vertoonde was zeer wanordelijk. Op een eenvoudige<br />
wijze kan worden vastgesteld dat aan de ordening allerminst planmatig is gebeurd. Veeleer kan <strong>van</strong> een<br />
historisch gegroeide ordening gewag worden gemaakt. De belangrijkste rol inzake rangschikking en<br />
beheer <strong>van</strong> de stukken, werd gespeeld door de secretarissen 116 . Deze secretarissen waren niet alleen in<br />
<strong>die</strong>nst <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis vermits ze in de eerste plaats fungeerden als de permanent secretarissen<br />
<strong>van</strong> LP- en later PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. Voor SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis bestond hun<br />
belangrijkste werk eruit de briefwisseling en dergelijke meer te voeren in naam <strong>van</strong> de Beheerraad. Zij<br />
en niemand anders hadden de grootste invloed op de wijze waarop de archiefstukken werden<br />
geordend. Na verloop <strong>van</strong> tijd gebeurde het dat een secretaris zich een bepaalde wijze <strong>van</strong> ordening<br />
109 Zie inventarisnummer 253.<br />
110 Zie illustraties 1 en 2.<br />
111 Zie inventarisnummer 256.<br />
112 Zie inventarisnummer 282, brief <strong>van</strong> 2 augustus 1950.<br />
113 Zie inventarisnummer 267.<br />
114 Inventarisnummer 128.<br />
115 Deze beslissing had enorme repercussies op het vlak <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de archiefvorming : geen uitbating meer, geen<br />
personeel meer.<br />
116 Zie bijlage 6.
HET LIBERAAL HUIS PP -<br />
eigen gemaakt had, <strong>die</strong> hem goed leek. Wanneer dan echter een nieuwe secretaris werd aangenomen,<br />
gebeurden in hoofdzaak twee dingen. Enerzijds werd de nieuwe secretaris geconfronteerd met een<br />
ordening <strong>die</strong> hij niet helemaal doorgronde, maar wel poogde na te leven. Anderzijds had deze persoon<br />
de neiging de stukken te ordenen volgens zijn eigen goeddunken. Dit leidde ertoe dat in bepaalde<br />
periodes nog nauwelijks <strong>van</strong> een volgehouden wijze <strong>van</strong> ordenen gesproken kon worden. De eerste<br />
secretaris - Frans Grielens - was er in geslaagd een min of meer duidelijke ordening toe te passen,<br />
weliswaar zonder vooraf doordacht te zijn geweest. Toen zijn taak werd overgenomen door Jackie<br />
Adriaenssens namen de inconsequenties in snel tempo toe. Dat viel voornamelijk op bij een aantal<br />
series, zoals de dossiers betreffende de jaarrekeningen, respectievelijk de Algemene Vergaderingen der<br />
Vennoten <strong>die</strong> precies in deze periode mekaar vaak overlapten. Tijdens de periode dat Jackie<br />
Adriaenssens het secretariaat waarnam, gebeurde het zelfs meermaals dat omslagen werden gevormd<br />
met stukken <strong>die</strong> op zowat alle onderwerpen betrekking hadden; stukken <strong>die</strong> bij elkaar werden gebracht<br />
in omslagen zonder dat ze onderling enig verband vertoonden. Dit kwam overigens ook tot uiting in de<br />
briefwisseling waarbij het ene archiefbestanddeel de periode 1949-begin 1959 omspande en het tweede<br />
pas <strong>van</strong>af mei 1960 werd verdergezet. De stukken uit de tussenliggende periode waren samen met<br />
andere stukken ongeordend ondergebracht in enkele omslagen. Pas <strong>van</strong>af de in<strong>die</strong>nsttreding <strong>van</strong><br />
Charles De Weze in het voorjaar <strong>van</strong> 1960 werd de situatie enigszins beter. Dit hield evenwel niet in dat<br />
de stukken uit de voorgaande periodes zouden zijn herordend volgens de inzichten <strong>van</strong> de nieuwe<br />
secretaris. Overigens slaagde ook hij er regelmatig in bepaalde series op verschillende wijzen te<br />
ordenen 117 .<br />
Deze manier <strong>van</strong> doen resulteerde zonder enige twijfel tot het moeilijk terugvinden <strong>van</strong><br />
benodigde documenten. Dat zou de staat <strong>van</strong> de omslagen en de stukken ten dele kunnen verklaren. De<br />
bescheiden werden in vele gevallen namelijk nog nauwelijks beschermd door de omslagen <strong>die</strong> vaak<br />
gescheurd waren of andere gebreken vertoonden. Vele stukken zaten overigens ook los in delen en<br />
binnenin de omslagen was <strong>van</strong> enige orde meestal geen sprake (meer ?). Een andere reden voor de<br />
beschadiging <strong>van</strong> documenten is te vinden in de jarenlange stockage in de archiefruimten <strong>van</strong> het<br />
Liberaal Huis. Dat was trouwens zeer duidelijk af te leiden uit het vele puin dat her en der tussen de<br />
stukken verspreid zat. Eén en ander heeft ongetwijfeld te maken met de verschillende verbouwingen en<br />
herinrichtingen <strong>die</strong> het gebouw in de loop der tijd onderging 118 . Alhoewel deze slechte<br />
bewaaromstandigheden zeker een rol moeten hebben gespeeld, zijn slechts enkele archiefstukken<br />
fundamenteel aangetast. <strong>Het</strong> betreft dan nog stukken waar<strong>van</strong> de tekst bijna verdwenen is; wellicht te<br />
wijten aan de invloed <strong>van</strong> licht in combinatie met een slechte inktkwaliteit 119 .<br />
Een andere vaststelling is dat het archief niet volledig is. Zo vertonen bv. vele series lacunes 120 .<br />
De oorzaak hier<strong>van</strong> moet in de eerste plaats worden gezocht in de slechte bewaring <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> in<br />
het Liberaal Huis, waardoor stukken zeer gemakkelijk verloren of vermengd raakten met bestanddelen<br />
<strong>van</strong> andere archiefvormers 121 . <strong>Het</strong> fonds <strong>archieven</strong> uit het Liberaal Huis is overigens zeer rijk aan<br />
voorbeelden ter illustratie <strong>van</strong> dergelijke evoluties. Een andere, minstens even belangrijke reden<br />
evenwel, ligt in het feit dat de secretaris niet de volledige archiefvorming controleerde. Sommige<br />
beheerders en in elk geval de voorzitter vormden <strong>van</strong>uit hun functies of (tijdelijke) opdrachten archief<br />
dat ze ten onrechte als persoonlijk archief beschouwden. Eén en ander blijkt alleszins uit het archief <strong>van</strong><br />
Albert Lilar <strong>die</strong> gedurende de volledige periode (1948-1972) voorzitter was <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis 122 .<br />
Onderzoek wees uit dat dit archief meerdere bestanddelen telt waarin persoonlijk en verenigingsarchief<br />
door mekaar zit. <strong>Het</strong> bleek echter onbegonnen werk om het bestemmingsbeginsel op <strong>die</strong> stukken toe te<br />
passen en ze m.a.w. in deze inventaris in te passen. Wel geven we hier een korte opsomming <strong>van</strong> de<br />
117 Hiervoor verwijzen we naar de verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie en de eigenlijke inventaris.<br />
118 Zie daarvoor het laatste deel <strong>van</strong> de inventaris; nummers 254, 263 en 264.<br />
119 Inventarisnummer 239.<br />
120 De kleinere om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong>af 1965 is niet zozeer aan verliezen te wijten, veeleer aan het afstoten <strong>van</strong> de<br />
uitbating <strong>van</strong> café Liberator.<br />
121 Opgelet ! Met het Liberaal Huis bedoelen we het liberale partijgebouw; met SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis de vereniging <strong>die</strong> het<br />
gebouw aankocht.<br />
122 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 3.3.
HET LIBERAAL HUIS QQ -<br />
onderwerpen waarop de archivalia <strong>die</strong> dit archief aanvullen kunnen, betrekking hebben. De stukken<br />
betreffen - in volgorde <strong>van</strong> de inventaris - vooral vennoten en aandeelbewijzen; leningen; de huurders<br />
<strong>van</strong> café L'Escale de inrichting <strong>van</strong> café Liberator; de overeenkomsten met de brouwerijen Van Alken en<br />
Maes; de keuze <strong>van</strong> de geranten en de aanwerving <strong>van</strong> personeel voor café Liberator. Kortom een meer<br />
dan belangrijke aanvulling op het archief <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis. Qua hoeveelheid komen vooral de<br />
vennoten en de uitbating <strong>van</strong> café Liberator aan bod.<br />
<strong>Het</strong> archief Albert Lilar bevat ook persoonlijk archief dat zeer belangrijk is om een goed inzicht<br />
te verkrijgen in de voorgeschiedenis <strong>van</strong> deze vereniging. <strong>Het</strong> betreft voornamelijk briefwisseling met<br />
bevriende liberalen in de zoektocht naar een geschikt partijlokaal en stukken betreffende de<br />
voorbereiding <strong>van</strong> de oprichting. Daarnaast kunnen ook de notulen <strong>van</strong> de vergaderorganen <strong>van</strong> LP- en<br />
PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen meer licht werpen op de werking <strong>van</strong> de Samenwerkende<br />
Vennootschap.<br />
2.3.1.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />
Hoe het archief eruit zag toen wij het in handen kregen kan grotendeels worden afgeleid uit de<br />
beschrijvingen in het vorig punt. De belangrijkste vaststelling in het kader <strong>van</strong> inventarisatie en<br />
archiefschema ligt in het feit dat het archief in hoofdzaak gekenmerkt werd door gebrek aan orde en<br />
planning. Eén en ander houdt in dat de inventarisator zelf een archiefschema <strong>die</strong>nt op te stellen alsof het<br />
om een te vormen archief zou gaan 123 . Bij het opmaken <strong>van</strong> dergelijk schema moet rekening gehouden<br />
worden met een aantal kenmerken <strong>die</strong> eigen zijn aan het archief. Belangrijk hierbij is dat het een<br />
vennootschap betreft <strong>die</strong> evenwel nooit in de eerste plaats als doel had winst te maken, maar<br />
daarentegen werd opgericht om de Antwerpse federatie <strong>van</strong> de LP te voorzien <strong>van</strong> geschikte lokalen.<br />
Natuurlijk moet bij dit alles ook rekening worden gehouden met de bestaande archiefordening. In <strong>die</strong><br />
zin dat bestanddelen best zoveel als mogelijk moeten worden behouden en series en dergelijke zo<br />
mogelijk moeten worden hersteld.<br />
Bij een archiefschema heeft de inventarisator de keuze tussen drie mogelijkheden : ordening<br />
naar organisatie, naar functies of naar onderwerp. De eerste mogelijkheid wordt voor bedrijfs<strong>archieven</strong><br />
warm aanbevolen in Archiefbeheer in de praktijk 124 . Deze optie gaat echter uit <strong>van</strong> het type <strong>van</strong> een<br />
produktiebedrijf waar de organisatie een zeer belangrijke rol speelt in de archiefvorming. De<br />
verschillende afdelingen <strong>van</strong> een dergelijk bedrijf hebben duidelijk onderscheiden bevoegdheden en<br />
werken min of meer onafhankelijk <strong>van</strong> elkaar. Bij kleine en middelgrote ondernemingen is zo'n situatie<br />
al veel minder frequent en worden vele functies gecentraliseerd in enkele personen. In dat geval wordt<br />
het best geopteerd voor een ordening naar functies.<br />
De SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis kan echter met moeite als één <strong>van</strong> de hierboven besproken types <strong>van</strong><br />
bedrijf worden aanzien. Veeleer lijken we met een kruising tussen bedrijf en vereniging te maken te<br />
hebben : een vereniging <strong>die</strong> eerder politieke motieven had en om <strong>die</strong> reden de vorm <strong>van</strong> een vennootschap<br />
had aangenomen. Boven<strong>die</strong>n werd binnen de organisatie zowat alle macht gecentraliseerd binnen<br />
de Beheerraad en gebeurde het secretariaatswerk door één enkele secretaris. Dit betekent dat een<br />
onderscheid naar organisatie niet alleen onmogelijk is, maar ook zou indruisen tegen de meest<br />
fundamentele archivistische principes. Daarom opteerden we voor een ordening naar functies waarbij<br />
we uitgingen <strong>van</strong> de doelstellingen <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis. Die doelstellingen waren tweeërlei. Aan de<br />
ene kant <strong>die</strong>nde SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis te zorgen voor een partijgebouw voor de arrondissementsfederatie.<br />
Anderzijds mochten in dat gebouw alle uitbatingen gebeuren <strong>die</strong> het eerste doel ten goede kwamen.<br />
Rekening houdend daarmee kwamen we tot een archiefschema dat uiteenvalt in drie afdelingen<br />
volgens een ordening naar functies. Vooraan staan de stukken <strong>van</strong> algemene aard zoals de notulen <strong>van</strong><br />
de Beheerraad. In een tweede deel volgen de stukken <strong>die</strong> betrekking hebben op administratieve en<br />
financiële functies. <strong>Het</strong> laatste gedeelte tenslotte wordt voorbehouden voor de stukken <strong>die</strong> te maken<br />
hebben met de werkelijke doelstellingen <strong>van</strong> de vereniging : aankoop en uitbating <strong>van</strong> het gebouw 125 .<br />
123 Archiefbeheer, 4510/26-28.<br />
124 Archiefbeheer, 4510/39-40.<br />
125 Voor de volledig indeling verwijzen we naar het archiefschema.
HET LIBERAAL HUIS RR -<br />
Precies om <strong>die</strong> reden worden de bescheiden met betrekking tot het gebouw niet behandeld in de tweede<br />
archiefafdeling. In het geval <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis is het gebouw immers niet zomaar een<br />
produktiemiddel zoals kapitaal en personeel, maar wel een doelstelling op zich. De archiefafdelingen<br />
werden dus gebaseerd op de verschillende soorten functies - administratieve en eigenlijke - <strong>die</strong> in een<br />
volgorde <strong>van</strong> algemeen naar specifiek werden opgesteld.<br />
Hierna bespreken we per onderdeel <strong>van</strong> het archiefschema de specifieke archiefproblemen en -<br />
oplossingen waarmee we bij het ordenen <strong>van</strong> de archiefbestanddelen werden geconfronteerd. Helemaal<br />
bovenaan in de inventaris komen dus de meest algemene stukken. Die stukken m.a.w. <strong>die</strong> de<br />
vereniging in haar geheel betreffen en als dusdanig verschillende functies omvatten. In de eerste plaats<br />
betreft het hier de statuten, onmiddellijk gevolgd door de notulen <strong>van</strong> de Beheerraad en de Algemene<br />
Vergaderingen <strong>die</strong> zoals de statuten het voorzagen in registers werden ingeschreven. We opteerden<br />
ervoor de Beheerraad voor de Algemene Vergadering te plaatsen vermits het in de praktijk het eerste<br />
orgaan was dat de meest algemene en uitgebreide bevoegdheden had. Naast het notulenregister <strong>van</strong> de<br />
jaarlijkse algemene vergaderingen der vennoten werden ook dossiers aangelegd met de stukken <strong>die</strong><br />
gevormd werden in het kader <strong>van</strong> en/of gebruikt werden op <strong>die</strong> vergaderingen. Deze dossiers<br />
vertoonden een grote gelijkenis met de dossiers betreffende de boekjaren en de vennootschapsbelasting<br />
<strong>die</strong> in de tweede archiefafdeling voorkomen. Deze gelijklopendheid was zo groot dat de scheiding<br />
tussen beide series in de periode dat J. Adriaenssens secretaris was, in zoverre was vervaagd dat ze door<br />
mekaar begonnen te lopen. In bepaalde jaren werden op <strong>die</strong> wijze zelfs drie omslagen gevormd, zonder<br />
duidelijk inhoudelijk onderscheid. Op basis <strong>van</strong> de archiefvorming <strong>van</strong> het begin <strong>van</strong> de jaren vijftig,<br />
poogden we de dossiers uit de latere jaren te herordenen zodat twee, duidelijk <strong>van</strong> elkaar te<br />
onderscheiden series ontstonden. In vele gevallen bleef echter ook voor ons niet helemaal duidelijk wat<br />
in welke dossiers <strong>die</strong>nde te worden ondergebracht, vermits jaarrekeningen bv. in de regel in beide<br />
dossiers moesten voorkomen gezien ze door de Algemene Vergadering werden goedgekeurd. Tot slot<br />
<strong>van</strong> de stukken <strong>van</strong> algemene aard volgt de briefwisseling over diverse onderwerpen. Deze serie<br />
bestond en bestaat uit twee bestanddelen. In de periode 1959-1960 viel echter een leemte. De<br />
briefwisseling uit <strong>die</strong> tijd zat verspreid over meerdere omslagen <strong>die</strong> geen eenheden vormden, maar<br />
stukken betreffende diverse onderwerpen en functies bevatten. De beide bestanddelen <strong>van</strong> de<br />
briefwisseling werden met <strong>die</strong> verspreide stukken aangevuld zodat de serie volledig werd hersteld. De<br />
briefwisseling over diverse onderwerpen duidde overigens op een inconsequentie in de archiefvorming.<br />
Brieven over een bepaald onderwerp werden dan eens bij de briefwisseling, dan weer in afzonderlijke<br />
thematische dossiers ondergebracht zonder dat daarvoor een duidelijke reden aan te geven valt.<br />
Middenin de briefwisseling uit de periode 1960-1964 kwam trouwens een aparte omslag voor met<br />
brieven betreffende de opvolging <strong>van</strong> gerant Paul Chevalier. Dit bestanddeel werd naar archiefafdeling<br />
drie overgebracht 126 .<br />
De tweede archiefafdeling bevat de stukken <strong>die</strong> betrekking hebben op administratie en<br />
financiën. <strong>Het</strong> eerste onderdeel betreft de secretariaatswerking en omvat slechts één bestanddeel.<br />
Meteen erna komen de stukken <strong>die</strong> betrekking hebben op het kapitaal, als fundamentele financiële basis<br />
voor de werking <strong>van</strong> de vennootschap, aan bod. De verdere onderverdeling is als volgt : stukken<br />
betreffende aandeelhouders, annulatie <strong>van</strong> aandeelbewijzen en leningen. Ook in dit geval drong zich<br />
een min of meer verregaande herordening op. Toen we aan de inventarisatie begonnen, hadden we te<br />
maken met drie bestanddelen briefwisseling. <strong>Het</strong> ene betrof de werving <strong>van</strong> aandeelhouders, het<br />
tweede de annulatie <strong>van</strong> aandeelbewijzen en het laatste beide onderwerpen. We wijzigden deze<br />
toestand zodanig dat slechts twee bestanddelen overbleven. Daarnaast waren er nog losse stukken <strong>die</strong><br />
de annulatie <strong>van</strong> aandelen betroffen. Die stukken werden naar het tweede archiefbestanddeel<br />
overgebracht.<br />
Per vennoot werd een steekkaart in een alfabetisch kaartsysteem bijgehouden. Wanneer de<br />
aandeelhouder wegviel werd zijn fiche uit de alfabetische orde verwijderd. Wij herstelden de orde zodat<br />
een mooi overzicht <strong>van</strong> de aandeelhouders mogelijk werd zonder verlies aan informatie te veroorzaken.<br />
De gegevens inzake in- en uitschrijving op aandelen staan immers op de fiche vermeld. De in de<br />
inventaris beschreven aandeelbewijzen zijn één voor één geannuleerde exemplaren. De meest juiste<br />
126 Zie inventarisnummer 277. De briefwisseling over diverse onderwerpen uit <strong>die</strong> periode zat overigens samen met<br />
verschillende andere <strong>van</strong> elkaar door tussenbladen gescheiden bestanddelen in een lias.
HET LIBERAAL HUIS SS -<br />
ordening zou m.a.w. op datum <strong>van</strong> annulatie geweest zijn. Die datum is in vele gevallen echter niet<br />
meer te achterhalen, zodat we er voor opteerden de stukken chronologisch op datum <strong>van</strong> inschrijving te<br />
rangschikken.<br />
De stukken betreffende jaarrekening en vennootschapsbelasting worden samen behandeld<br />
vermits beide onderwerpen door de archiefvormer in één serie dossiers werden ondergebracht. Gezien<br />
deze keuze blijkbaar bewust gemaakt werd, leek het ons raadzaam <strong>die</strong> ordeningswijze te behouden 127 .<br />
Na deze serie volgen de overige bestanddelen <strong>die</strong> enkel de belastingaangifte betreffen.<br />
De boekhouding dan werd geordend <strong>van</strong> hoog naar laag en <strong>van</strong> algemeen naar bijzonder, wat<br />
een onderverdeling in samenvattende stukken, journalen, dagboeken en bijlagen opleverde. Vermits de<br />
eigenlijke boekhouding uit hoofdzakelijk delen bestond, hoefde weinig te worden herordend. Enkele<br />
delen bevatten echter twee bestanddelen zodat het gebruik <strong>van</strong> blanco-nummers hier uitkomst moest<br />
bieden. <strong>Het</strong> aanzienlijkste probleem werd echter gevormd door de interpretatie <strong>van</strong> de verschillende<br />
bestanddelen. Bijna nergens werd namelijk vermeld wat <strong>die</strong> betekenis juist was, of het eventueel deel- of<br />
kladboeken betrof. De oplossing voor dit probleem werd gevonden in een vergelijking <strong>van</strong> de boeken<br />
met de bijlagen. Dit was echter een behoorlijk omslachtig werk vermits de bijlagen allerminst volgens<br />
een bepaald systeem waren geordend. Met de regelmaat <strong>van</strong> de klok werd de ordening gewijzigd. Zo<br />
werden de bijlagen bij kas- en bankboek nu eens samen bewaard, dan weer afzonderlijk. Een andere<br />
keer werden afzonderlijke bestanddelen gevormd voor bijlagen <strong>die</strong> betrekking hadden op café Liberator<br />
of werden facturen afzonderlijk gehouden. Op weer andere momenten werden de bijlagen thematisch -<br />
huur, lonen, belastingen,... - geordend. Overigens werden binnen één en hetzelfde jaar vaak<br />
verschillende ordeningswijzen door mekaar gebruikt, terwijl ook hier de invloed <strong>van</strong> de drie<br />
verschillende secretarissen voelbaar was. We losten dit probleem op door alle bewijsstukken per jaar<br />
chronologisch te herordenen tot één pak. We opteerden voor deze oplossing omwille <strong>van</strong> haar<br />
eenvoudigheid. Niet uit gemakkelijkheidsoverweging, maar omwille <strong>van</strong> het feit dat op dit archief nog<br />
geen selectieve vernietiging werd toegepast. In<strong>die</strong>n na enige tijd toch zou gekozen worden voor selectie,<br />
dan zouden de bijlagen bij de boekhouding naar alle waarschijnlijkheid worden vernietigd. De<br />
gegevens uit de bijlagen zijn immers in de nagenoeg volledige boekhouding verwerkt. Vermits de<br />
facturen zich onder de bijlagen bevinden, werden de factuuragenda's ook in dit onderdeel <strong>van</strong> het<br />
archiefschema ondergebracht.<br />
<strong>Het</strong> vijfde gedeelte <strong>van</strong> de tweede archiefafdeling betreft de bankrekening bij de NV Handelsbank.<br />
Een onderdeel dat weinig uitleg behoeft. Dat staat in schril contrast met de stukken aangaande de<br />
personeelsadministratie. Hier vond de chaotische wanorde <strong>van</strong> het archief haar hoogtepunt. Op de<br />
delen na, <strong>die</strong>nde zowat elk bestanddeel door ons te worden gevormd. De oorzaak daar<strong>van</strong> lag in het feit<br />
dat de omslagen <strong>die</strong> dergelijke documenten bevatten haast nooit als een eenheid konden worden<br />
beschouwd. De vele losse stukken en de weinige bestanddelen werden door ons herordend tot enkele<br />
series waarbij getracht werd de schaarse bestaande verbanden niet te verbreken. Onze activiteiten<br />
resulteerden in briefwisseling betreffende het personeel enerzijds en loonstaten anderzijds. Tussen de<br />
briefwisseling bevond zich ook heel wat documentatie <strong>die</strong> werd uitgelicht en overgebracht naar de<br />
afdeling documentatie.<br />
De derde archiefafdeling omvat de stukken <strong>die</strong> te maken hebben met aankoop, opening en<br />
onderhoud enerzijds en uitbating en verhuur anderzijds <strong>van</strong> het partijlokaal. In <strong>die</strong> volgorde gezien de<br />
aankoop <strong>van</strong> het gebouw immers een sine qua non was voor de uitbating er<strong>van</strong>. <strong>Het</strong> eerste onderdeel<br />
omvat stukken <strong>die</strong> het gebouw in het geheel betreffen en is onderverdeeld in twee gedeeltes : stukken<br />
aangaande aankoop en opening gaan archivalia omtrent onderhoud en voorzieningen vooraf. De<br />
tweede geleding dan omvat de stukken <strong>die</strong> de uitbating en het verhuur <strong>van</strong> de diverse lokalen betreffen.<br />
Vooraan komen een aantal stukken <strong>van</strong> algemene aard, gevolgd door de stukken betreffende café<br />
L'Escale. Pas daarna komen in onderdelen 3 en 4 verhuur <strong>van</strong> de zalen, respectievelijk de uitbating <strong>van</strong><br />
café Liberator aan bod. Deze zaken leunen immers het dichtst aan bij de eigenlijke doelstellingen <strong>van</strong> SV<br />
<strong>Het</strong> Liberaal Huis, met name het voorzien <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie <strong>van</strong> een partijlokaal met het<br />
oog op een betere werking <strong>van</strong> het liberale leven. Binnen de respectieve geledingen werden de<br />
verschillende bestanddelen gewoon <strong>van</strong> algemeen naar bijzonder en chronologisch geordend. Aan de<br />
127 Zie ook de dossiers betreffende de Algemene Vergaderingen der Vennoten.
HET LIBERAAL HUIS TT -<br />
oorspronkelijk gevormde bestanddelen werd nagenoeg niets gewijzigd. Een uitzondering wordt<br />
gevormd door de stukken betreffende de uitbating <strong>van</strong> café Liberator. Dat onderdeel is opgesplitst in<br />
twee gedeeltes. <strong>Het</strong> eerste betreft bestanddelen <strong>die</strong> louter chronologisch zijn geplaatst en diverse<br />
onderwerpen betreffen in het kader <strong>van</strong> de uitbating <strong>van</strong> het café. <strong>Het</strong> tweede gedeelte daarentegen<br />
omvat stukken <strong>van</strong> een wel erg bijzondere aard. <strong>Het</strong> gaat om stukken <strong>die</strong> de leveringen en het verbruik<br />
aangaan. De aantekeningen <strong>die</strong> verband houden met het verbruik behoeven hier een woordje uitleg. De<br />
inkomsten <strong>van</strong> café Liberator werden afzonderlijk opgetekend. De gerant zelf noteerde zorgvuldig de<br />
verbruikte produkten volgens hoeveelheid en soort. Dagelijks werden hier<strong>van</strong> de totalen opgeteld. Later<br />
werden ze omgezet in samenvattende staten of dagboeken. De reden voor deze zeer nauwkeurige en<br />
detaillistische aantekeningen is te vinden in de verdeling <strong>van</strong> de opbrengsten tussen gerant en SV <strong>Het</strong><br />
Liberaal Huis. De gerant kreeg 10% op alle inkomsten, <strong>die</strong> <strong>van</strong> het koud buffet uitgezonderd. Daarvoor<br />
streek de gerant zelf de opbrengsten op, mits afgave <strong>van</strong> 10% aan SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis. Dat betekent<br />
m.a.w. dat de stukken <strong>die</strong> in dit verband werden gevormd hadden dus zowel voor gerant als voor SV<br />
<strong>Het</strong> Liberaal Huis belang hadden. Beiden konden ze aan de hand er<strong>van</strong> controle uitoefenen op hun<br />
inkomsten. Omwille <strong>van</strong> <strong>die</strong> specifieke betekenis <strong>van</strong> deze stukken kozen we ervoor ze onder te<br />
brengen bij het onderdeel aangaande de uitbating <strong>van</strong> café Liberator. Naar onze mening komt <strong>die</strong><br />
betekenis aldus het best tot uiting. De stukken betreffende de personeelsadministratie kwamen in<br />
afdeling 2 aan bod vermits de sociale zekerheidsbijdragen op de lonen <strong>van</strong> het personeel voor rekening<br />
waren <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis.<br />
Helemaal achteraan in de inventaris werden nog een aantal stukken geplaatst waar<strong>van</strong> de band<br />
met het archief niet kon worden aangetoond. <strong>Het</strong> betreft hier in de eerste plaats een doorsnede <strong>van</strong> het<br />
partijgebouw. Deze doorsnede werd in 1992 opgesteld met het oog op verbouwingswerken en valt dus<br />
volledig buiten de hier behandelde periode. Daarom, maar vooral omdat de kans zeer groot is dat de<br />
doorsnede gevormd werd door de aannemer <strong>die</strong> de werken uitvoerde werd dit stuk niet in de eigenlijke<br />
inventaris opgenomen. Dat het stuk eigenlijk in het archief <strong>van</strong> dat bedrijf thuishoort, zou kunnen<br />
worden afgeleid <strong>van</strong> de vlekken <strong>van</strong> wellicht koffie en plamuur <strong>die</strong> op het document voorkomen. De<br />
belastingaangifte <strong>van</strong> gerant A. Crab uit 1962 was een heel andere kwestie. Op één of andere wijze hielp<br />
SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis hem bij <strong>die</strong> aangifte. De werkelijke toedracht bleef echter verborgen. Vervolgens<br />
keerde het dossiertje dat daarrond gevormd werd niet meer naar A. Crab terug.
2.3.1.3. Eigenlijke inventaris 128 .<br />
HET LIBERAAL HUIS UU -<br />
1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
1.1. Statuten<br />
1. Statuten. 1949. Afdruk. 1 deel.<br />
1.2. Stukken betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> de Beheerraad<br />
2. Notulenregister. 1949-1955, 1957, 1959-1968, 1971-1972. 1 deel.<br />
3. Ontwerpnotulen. 1963-1964. 2 stukken.<br />
1.3. Stukken betreffende de Jaarlijkse Algemene Vergaderingen der Vennoten<br />
4. Notulenregister. 1950-1955, 1958, 1960-1963, 1971-1972. 1 deel.<br />
5-18. Bijlagen bij de notulen. 1950-1963. 14 omslagen.<br />
5. 1950.<br />
6. 1951.<br />
7. 1952.<br />
8. 1953.<br />
9. 1954.<br />
10. 1955.<br />
11. 1956.<br />
12. 1957.<br />
13. 1958.<br />
14. 1959.<br />
15. 1960.<br />
16. 1961.<br />
17. 1962.<br />
18. 1963.<br />
1.4. Briefwisseling over diverse onderwerpen<br />
19-20. Briefwisseling. Met bijlagen. 1949-1964. 2 pakken.<br />
19. 1949-1959.<br />
20. 1960-1964.<br />
2. Stukken <strong>van</strong> financiële en administratieve aard<br />
2.1. Stukken <strong>van</strong> administratieve aard<br />
21. Alfabetisch adressenregister. Z.d. 1 deel.<br />
2.2. Stukken betreffende het kapitaal<br />
2.2.1. Stukken betreffende de aandeelhouders<br />
22. Alfabetisch register <strong>van</strong> de vennoten met vermelding <strong>van</strong> naam, adres en aantal<br />
aandeelbewijzen. [Ca. 1957]. 1 kaartsysteem.<br />
23. Briefwisseling betreffende de inschrijving voor aandelen. Met bijlagen. 1948-1957. Met<br />
retroacta. 1928. 1 pak.<br />
24. Alfabetische lijst <strong>van</strong> vennoten. Z.d. Kopie. 1 stuk.<br />
25. Staat <strong>van</strong> vennoten. Z.d. Kopie. 1 stuk.<br />
2.2.2. Stukken betreffende de annulatie <strong>van</strong> aandeelbewijzen<br />
26. Briefwisseling betreffende de annulatie <strong>van</strong> aandeelbewijzen. Met bijlagen. 1952-1955,<br />
1962, 1966-1967, 1975. 1 omslag.<br />
27-102. Geannuleerde aandeelbewijzen. 1949-1964, 1966, 1972. 74 delen.<br />
27. John Beuckeleers. 1949 129 .<br />
128 De formulering «Met bijlagen» in geval <strong>van</strong> briefwisseling duidt op ingekomen en kopies <strong>van</strong> uitgaande stukken <strong>van</strong><br />
diverse redactie.
129 Aangetast door vocht.<br />
28. François De Heel. 1949, bijgehouden tot 1955.<br />
29. Jozef De Potter. 1949.<br />
30. August de Raeymaekers. 1949.<br />
31. Bakkerij SV HUZ. 1949, bijgehouden tot 1956.<br />
32. Gustave Hoslet. 1949.<br />
33. Adèle Mols-De Cock. 1949.<br />
34. Victor Resseler. 1949, bijgehouden tot 1955.<br />
35. Maria Russinger Claessens. 1949, bijgehouden tot 1962.<br />
36. Pascal Sampers. 1949.<br />
37. Eugène Schutters. 1949.<br />
38. André Segers. 1949.<br />
39. Hippolytus Sielens. 1949, bijgehouden tot 1950.<br />
40. A. Van den Eynden. 1949, bijgehouden tot 1951.<br />
41. Jan Van Ham. 1949.<br />
42. Constance Beuckeleers-Mattues. 1949.<br />
43. Albertine Van Loock. 1949, bijgehouden tot 1960.<br />
44. Mevrouw Kegeleers-Herreman. 1949, bijgehouden tot 1956.<br />
45. Frederic Good. 1949.<br />
46. Franz Baneux. 1949.<br />
47. Simone Baneux-Bertrand. 1949.<br />
48. Léon de Baecker. 1949, bijgehouden tot 1965.<br />
49. Alfred Martougin. 1949, bijgehouden tot 1955.<br />
50. Robert Werner. 1949.<br />
51. Alain Bauchet. 1949.<br />
52. Anna De Belder. 1949.<br />
53. Alphonse Gigot. 1949.<br />
54. Fernand Meerbergen. 1949.<br />
55. John Van Ham. 1949, bijgehouden tot 1956.<br />
56. Mevrouw Van Snick-Kennes. 1949.<br />
57. René Vos. 1949.<br />
58. Fritz Wil<strong>die</strong>rs. 1949.<br />
59. PVBA AGRA. 1949.<br />
60. Eugène Roten. 1949.<br />
61. Albert Spiliers. 1949.<br />
62. Gustave Beckers. 1949.<br />
63. René De Winter. 1949.<br />
64. Jacques Sweerts. 1949.<br />
65. Gaston Van Meel. 1949.<br />
66. François Antonsen. 1949.<br />
67. Estelle de Léon. 1949.<br />
68. Willem de Winter. 1949.<br />
69. Georges Nys. 1949.<br />
70. Jules Pecher. 1949.<br />
71. Mevrouw Soethout-Breens. 1949, bijgehouden tot 1955.<br />
72. Karl Van Riel. 1949.<br />
73. Michael Van der Aa. 1949, bijgehouden tot 1955.<br />
74. Robert Werner. 1949.<br />
75. Arthur Coelen. 1949, bijgehouden tot 1956.<br />
76. Julien Van de Woestijne. 1949, bijgehouden tot 1955.<br />
77. Constant Verhelst. 1949.<br />
78. Albert Schauw. 1949, bijgehouden tot 1956.<br />
HET LIBERAAL HUIS VV -
79. Maurice Pirotte-Thoen. 1949.<br />
80. Ludovica Sielens-Snoeckx. 1950.<br />
81. Anna De Belder. 1950.<br />
82. SA Financière Anversoise. 1950.<br />
83. Robert Werner. 1950.<br />
84. Christine Bauss. 1950.<br />
85. Baron Armilde Lheureux. 1950.<br />
86. Joseph Verelst. 1950.<br />
87. Alfred Martougin. 1950, bijgehouden tot 1955.<br />
88. Robert Werner. 1950.<br />
89. Mevrouw J. Wybauw voor Evelyne Pecher. 1951.<br />
90. Jan Verschuren. 1951.<br />
91. Fritz Wil<strong>die</strong>rs. 1951.<br />
92. August Joosten. 1951.<br />
93. André Lhonneux. 1952.<br />
94. Jeanne Van Ham-Steenberghs. 1952.<br />
95. Pierre Wil<strong>die</strong>rs. 1956.<br />
96. Florentine Le Beck-Ceulemans. 1961.<br />
97. Henry Le Beck. 1961.<br />
98. August Vermeulen. 1963.<br />
99. Vincent Sel. 1964.<br />
100. Gustave Hoslet. 1966.<br />
101. Mevrouw B. Dessertaine. 1972.<br />
102. August Joosten. 1972 130 .<br />
HET LIBERAAL HUIS WW -<br />
2.2.3. Stukken betreffende leningen<br />
103. Dossier betreffende de hypothecaire lening <strong>van</strong> 2,5 miljoen Belgische frank bij de<br />
Banque d'Anvers. 1949. 1 omslag.<br />
104. Briefwisseling met de ASLK betreffende de afbetaling <strong>van</strong> de hypothecaire lening. 1961-<br />
1963. 1 omslag.<br />
2.3. Stukken betreffende jaarrekening en vennootschapsbelasting<br />
105-125. Dossiers betreffende het opstellen <strong>van</strong> de jaarrekeningen en de belastingaangifte. 1950-<br />
1970. 21 omslagen.<br />
105. Boekjaar 1949. 1950.<br />
106. Boekjaar 1950. 1950-1951.<br />
107. Boekjaar 1951. 1951-1952.<br />
108. Boekjaar 1952. 1951-1953.<br />
109. Boekjaar 1953. 1954.<br />
110. Boekjaar 1954. 1954-1955.<br />
111. Boekjaar 1955. 1956.<br />
112. Boekjaar 1956. 1957.<br />
113. Boekjaar 1957. 1958-1959.<br />
114. Boekjaar 1958. 1959.<br />
115. Boekjaar 1959. 1960.<br />
116. Boekjaar 1960. 1961.<br />
117. Boekjaar 1961. 1961-1962.<br />
118. Boekjaar 1962. 1962-1963.<br />
119. Boekjaar 1963. 1963-1965.<br />
120. Boekjaar 1964. 1964-1966.<br />
121. Boekjaar 1965. 1966-1967.<br />
122. Boekjaar 1966. 1967.<br />
130 Aangetast door vocht.
HET LIBERAAL HUIS XX -<br />
123. Boekjaar 1967. 1968-1969.<br />
124. Boekjaar 1968. 1969-1970.<br />
125. Boekjaar 1969. 1970.<br />
126. Jaarrekening over 1949. 1 deel.<br />
127. Briefwisseling betreffende de belastingaanslagen. Met bijlagen. 1949-1951, 1953-1955,<br />
1957. 1 omslag.<br />
128. Dossier betreffende het verzoek tot herziening en vernietiging <strong>van</strong> de belastingaanslag<br />
over het jaar 1966. 1966-1967. 1 omslag.<br />
2.4. Stukken betreffende de boekhouding 131<br />
2.4.1. Samenvattende stukken<br />
129. Trimestrieel saldibalansboek. 1948-1963. 1 deel.<br />
130. Grootboek. 1948-1956. 1 deel.<br />
Met klapper. [opgemaakt ca. 1949, aangevuld tot ca. 1953].<br />
131-132. Rekeningen per grootboekpost. 1957-1962. 2 kaartsystemen.<br />
131. 1957-1961.<br />
132. 1960-1962.<br />
2.4.2. Journalen<br />
133. Bankboeken. 1948-1961. 1 deel.<br />
134-140. Kasboeken. 1949-1961. 7 delen.<br />
134. 11/1949-6/1951.<br />
135. 7/1951-12/1952.<br />
136. 1/1953-3/1955.<br />
137. 4/1955-12/1956.<br />
138. 1/1957-9/1958.<br />
139. 10/1958-7/1960.<br />
140. 8/1960-11/1961 132 .<br />
141-145. Uitgavenboeken. 1953-1964. 5 delen.<br />
141. 1953-5/12/1956.<br />
142. 8/12/1956-8/1960.<br />
143. 9/1960-29/11/1963.<br />
144. 30/11/1963-12/1964.<br />
145. 11/1963. Klad.<br />
2.4.3. Dagboeken<br />
---. Kladbankboek. 1963-1975 133 .<br />
146-154. Kasboeken. 1949-1975. 2 katernen en 7 delen.<br />
146. 11-12/1949. 1 katern.<br />
147. 1950. Klad. 1 katern.<br />
148. 1-7/1950, 1/1-23/7/1951. 1 deel.<br />
149. 24/7/1951-1952. 1 deel.<br />
150. 1953-5/1954. 1 deel.<br />
151. 6/1954-6/1956. 1 deel.<br />
152. 7/1956-11/1958. 1 deel.<br />
153. 12/1958-12/1961. 1 deel.<br />
154. 1962-1975. 1 deel.<br />
155-158. Kladkasboeken. 1950-1956. 4 delen.<br />
155. 7/1950-1952.<br />
156. 1953-18/8/1954.<br />
131 In de meeste series uit deze afdeling bevinden zich lacunes.<br />
132 Voor de uitgaven <strong>van</strong>af 28 juli.<br />
133 Zie inventarisnummer 288.
HET LIBERAAL HUIS YY -<br />
157. 18/8/1954-7/5/1956.<br />
158. 7/5/1956-11/1958.<br />
159. Uitgavenboek. 1950-1956. Klad. 1 deel.<br />
2.4.4. Bijlagen bij de boekhouding<br />
160-161. Agenda's <strong>van</strong> ingekomen facturen. 1950-1971. 2 delen.<br />
160. 1950-1956.<br />
161. 1957-1971.<br />
162-170. Bewijsstukken <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1956-1964. 9 pakken.<br />
162. 1956.<br />
163. 1957.<br />
164. 1958.<br />
165. 1959.<br />
166. 1960.<br />
167. 1961.<br />
168. 1962.<br />
169. 1963.<br />
170. 1964.<br />
171. Bewijsstukken <strong>van</strong> uitgaven. 1965-1974. 1 lias.<br />
2.5. Stukken betreffende bankrekening Y00.11707 134<br />
172. Dossier betreffende de lopende rekening bij de NV Handelsbank. 1948-1956. 1 pak.<br />
173-184. Dagafschriften. Met bijlagen. 1948-1949, 1952-1970 135 . 12 omslagen.<br />
173. 12/1948-11/1949.<br />
174. 3/1952-1953.<br />
175. 1954.<br />
176. 1955.<br />
177. 1956-1957.<br />
178. 1958-1960.<br />
179. 1961.<br />
180. 1962.<br />
181. 1963-1965.<br />
182. 1966-1968.<br />
183. 1969.<br />
184. 1970.<br />
185-188. Reçu's betreffende stortingen. Met bijlagen. 1956-1965. 4 delen.<br />
185. 14/3/1956-9/4/1957.<br />
186. 9/4/1957-5/1959.<br />
187. 1/1959-2/1965.<br />
188. 1/1965.<br />
189-210. Stroken <strong>van</strong> overschrijvingen <strong>van</strong>uit rekening Y00.11707. 22 delen.<br />
189. 25/7-4/11/1952.<br />
190. 17/11/1952-17/2/1953.<br />
191. 29/9-23/12/1953.<br />
192. 23/12/1953-26/3/1954.<br />
193. 26/3-13/7/1954.<br />
194. 15/7-18/11/1954.<br />
195. 18/11/1954-17/2/1955.<br />
196. 17/2-6/7/1955.<br />
134 De meeste series bevatten lacunes.<br />
135 De lacune tussen 1949 en 1953 wordt grotendeels opge<strong>van</strong>gen door de driemaandelijkse afschriften in inventarisnum-<br />
mer 172.
197. 6/7-12/10/1955.<br />
198. 12/10/1955-14/1/1956.<br />
199. 14/1-13/4/1956.<br />
200. 13/4-23/8/1956.<br />
201. 31/8-28/12/1956.<br />
202. 28/12/1956-29/6/1957.<br />
203. 9/7/1957-31/12/1957.<br />
204. 31/12/1957-28/1/1959.<br />
205. 12/3/1959-13/9/1961.<br />
206. 29/9/1961-20/3/1962.<br />
207. 20/3/1962-17/4/1963.<br />
208. 14/5/1963-16/3/1964.<br />
209. 8/4/1964-17/3/1965.<br />
210. 17/3/1965-15/6/1966.<br />
HET LIBERAAL HUIS ZZ -<br />
2.6. Stukken betreffende personeel en sociale zekerheid 136<br />
211. Briefwisseling betreffende personeelsadministratie. Met bijlagen. 1951-1960. 1 pak.<br />
212. Briefwisseling betreffende de sociale zekerheidsbijdragen. 1960-1961, 1963, 1965.<br />
1 omslag.<br />
213-217. Dossiers betreffende rechtszaken inzake de Rijksmaatschappelijke Zekerheid. 1963-1965.<br />
5 omslagen.<br />
213. 1963.<br />
214. 1963-1964.<br />
215. 1964.<br />
216. 1965.<br />
217. 1965-1966.<br />
218-219. Personeelsregisters betreffende de in- en uit<strong>die</strong>nsttredingen. 1949-1960. 2 delen<br />
218. Opgemaakt op 5/11/1949, bijgehouden tot 30/1/1960.<br />
219. Opgemaakt op 1/8/1955, bijgehouden tot 17/4/1960 137 .<br />
220-238. Doorslagen <strong>van</strong> werknemersformulieren <strong>van</strong> de Sociale Dienst der Compensatiekas<br />
voor Maatschappelijke Werken betreffende gegevens met het oog op de bijdragen voor<br />
de sociale zekerheid. 1950-1964. 19 delen.<br />
220. 25/1/1950.<br />
221. [1/1950]-6/5/1950.<br />
222. 6/5-2/8/1950.<br />
223. 26/9-17/11/1950.<br />
224. 12/2-7/5/1951.<br />
225. 28/5-26/11/1951.<br />
226. 7/1-31/3/1952.<br />
227. 9/4-14/10/1952.<br />
228. 28/10/1952-27/11/1953.<br />
229. 29/12/1953-11/4/1954.<br />
230. 12/4/1954-22/2/1955.<br />
231. 11/1-4/7/1956.<br />
232. 20/9/1956-15/3/1957.<br />
233. 10/10/1957-16/9/1958.<br />
234. 23/9/1958-31/8/1959.<br />
235. 1/2/1961-2/1962.<br />
236. 27/6-13/11/1963.<br />
237. 18/11/1963-7/9/1964.<br />
136 In de meeste series komen lacunes voor.<br />
137 Aangetast door vocht en oxydatie.
HET LIBERAAL HUIS AAA -<br />
238. 9/11/1964.<br />
239. Jaarlijkse staten betreffende de lonen <strong>van</strong> alle werknemers. 1950, 1955, 1957-1958 138 .<br />
1 omslag.<br />
240. Individuele meermaandelijkse loonstaten. Met bijlagen. 1952-1954, 1957-1962. 1 pak.<br />
241-252. Doorslagen <strong>van</strong> maandelijkse individuele loonstaten. 5/11/1949-30/11/1960. 12 delen.<br />
241. [1949-1950].<br />
242. [1950-1951].<br />
243. [1951-1952].<br />
244. [1952].<br />
245. [1952-1953].<br />
246. [1953].<br />
247. [1954-1955].<br />
248. [1955-1956].<br />
249. [1956-1957].<br />
250. [1957-1958].<br />
251. [1958-1959].<br />
252. [1959-1960].<br />
253. Proefcontract betreffende garçon Jean Van der Vorst. 1962. 1 stuk.<br />
3. Stukken betreffende aankoop en uitbating <strong>van</strong> het partijgebouw.<br />
3.1. Stukken betreffende aankoop en opening <strong>van</strong> en onderhoud aan het gebouw<br />
3.1.1. Stukken betreffende aankoop en opening<br />
254. Dossier betreffende aankoop en inrichting <strong>van</strong> het gebouw. 1949. 1 omslag.<br />
255. Plattegrond <strong>van</strong> het volledige gebouw volgens de toestand waarin het werd<br />
aangekocht. [1948]. Afdruk. 1 stuk.<br />
256. Dossier betreffende de plechtige inhuldiging op 27 november 1949 <strong>van</strong> de lokalen <strong>van</strong><br />
het Liberaal Huis. 1949. 1 pak.<br />
3.1.2. Stukken betreffende onderhoud en voorzieningen<br />
257. Briefwisseling met gas-, electriciteits- en watermaatschappijen. Met bijlagen. 1949-1953,<br />
1955, 1957. 1 omslag.<br />
258-262. Dossiers betreffende offertes inzake de plaatsing <strong>van</strong> een verwarmingsinstallatie. 1959,<br />
1961, 1966, 1972. 5 omslagen.<br />
258. 1959.<br />
259. 1961.<br />
260. 1966.<br />
261. 1966.<br />
262. 1972.<br />
263. Briefwisseling betreffende de herinrichting <strong>van</strong> het gebouw. Met bijlagen.<br />
1964-1967. 1 omslag.<br />
264. Dossier betreffende de vernieuwing <strong>van</strong> de binnenhuisinrichting.<br />
1967-1968. 1 pak.<br />
3.2. Stukken betreffende de uitbating <strong>van</strong> de lokalen<br />
3.2.1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
265. Briefwisseling met de NV Brouwerij Alken betreffende uitbating <strong>van</strong> beide cafés. Met<br />
bijlagen. 1949-1953. 1 omslag.<br />
3.2.2. Stukken betreffende café L'Escale<br />
266-268. Briefwisseling betreffende de uitbaters. 1949-1952. 3 omslagen.<br />
266. Julienne Van Caneghem. 1949.<br />
267. <strong>Het</strong> gerechtelijk geschil inzake de overname door PVBA Maltex. 1950.<br />
138 Wellicht onder invloed <strong>van</strong> het licht is de leesbaarheid <strong>van</strong> deze stukken erg slecht.
HET LIBERAAL HUIS BBB -<br />
268. <strong>Het</strong> gerechtelijk geschil met Francisca Diels. 1951-1952.<br />
269-270. Dossiers betreffende de uitbaters. 1951-1954. 2 omslagen.<br />
269. Maria Mafa. 1951-1954.<br />
270. Anna Ameels. 1954.<br />
271. Dossier betreffende het proces tegen de huurders : mevrouw Petrionati en de heren<br />
Massaux en Potikian. 1968-1971, 1973. 1 omslag.<br />
3.2.3. Stukken betreffende de verhuur <strong>van</strong> de zalen<br />
272. Briefwisseling betreffende het verhuren <strong>van</strong> de zaal boven café Liberator aan Antwerpse<br />
liberale <strong>verenigingen</strong>. 1949-1957. 1 omslag.<br />
273-274. Briefwisseling met NIR/BRT betreffende de verhuur <strong>van</strong> een zaal voor repetities. Met<br />
bijlagen. 1956-1964. 2 omslagen.<br />
273. NIR. 1956-1959.<br />
274. NIR/BRT. 1960-1964.
3.2.4. Stukken betreffende café Liberator<br />
3.2.4.1. Stukken betreffende de uitbating<br />
275-277. Briefwisseling betreffende de aanstelling <strong>van</strong> een nieuwe gerant. 1949, 1955, 1960.<br />
HET LIBERAAL HUIS CCC -<br />
3 omslagen.<br />
275. 1949.<br />
276. 1955. Met retroactum. 1950.<br />
277. 1960.<br />
278. Dossier betreffende de belastingaanslagen. 1949-1951. 1 omslag.<br />
279. Dossier betreffende aankoop en onderhoud <strong>van</strong> het kasregister. 1949-1954. 1 omslag.<br />
280. Dossier betreffende het voeren <strong>van</strong> publiciteit. 1949, 1951-1952, 1954-1956. 1 omslag.<br />
281. Dossier betreffende gerant op proef Louis Van den Bosch. 1950. 1 omslag.<br />
Met retroactum. 1949.<br />
282. Dossier betreffende gerant Frans Seldenslach. 1950, 1952, 1954-1955. 1 omslag.<br />
283. Briefwisseling betreffende toelatingen met betrekking tot de uitbating. Met bijlagen.<br />
1950-1951, 1953, 1959. 1 omslag.<br />
284. Briefwisseling betreffende klachten over het gebruik <strong>van</strong> losse, onverpakte suiker bij<br />
het op<strong>die</strong>nen <strong>van</strong> warme dranken. 1953. 1 omslag.<br />
285. Dossier betreffende de huur <strong>van</strong> een biljarttafel. 1953-1954. 1 omslag.<br />
286. Dossier betreffende het proces tegen NV Brouwerij Maes inzake het geschil omtrent de<br />
verhoging <strong>van</strong> de huurprijs bij de hernieuwing <strong>van</strong> het huurcontract. 1972-1974.<br />
1 omslag.<br />
3.2.4.3. Boekhoudkundige stukken 139<br />
287. Register waarin per produkt de leveringen zijn opgetekend. Aangevat in 1951,<br />
gedeeltelijk bijgehouden tot in 1958. 1 deel.<br />
Met inhoudsopgave. [1951].<br />
288. Dagboeken betreffende de ont<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> café Liberator. 1/12/1950-8/2/1956,<br />
1/5/1960-1964. 1 deel.<br />
---. 12/1950-21/12/1952 140 .<br />
---. 1953-8/1954 141 .<br />
---. 9/1954-2/1956 142 .<br />
288. 5/1960-1964.<br />
289. Register waarin per dag en per soort aantekening werd gehouden <strong>van</strong> het verbruik.<br />
1/5/1957-31/1/1959. 1 deel.<br />
290-298. Rekeningen betreffende de uitgaven en de per dag naar soort, hoeveelheid en bedrag<br />
gespecificeerde inkomsten per dag. 1949-1950. 9 omslagen.<br />
290. November 1949.<br />
291. December 1949.<br />
292. Januari 1950.<br />
293. Februari 1950.<br />
294. Maart 1950.<br />
295. April 1950.<br />
296. Mei 1950.<br />
297. Juni 1950.<br />
298. Juli 1950 143 .<br />
139 De meeste series vertonen lacunes.<br />
140 Zie inventarisnummer 155.<br />
141 Zie inventarisnummer 156.<br />
142 Zie inventarisnummer 157.<br />
143 Door vocht aangetast.
HET LIBERAAL HUIS DDD -<br />
299-302. Dagelijkse rekeningen betreffende de naar soort, hoeveelheid en bedrag gespecificeerde<br />
inkomsten. 1950. 4 omslagen.<br />
299. Augustus 1950 144 .<br />
300. September 1950.<br />
301. Oktober 1950.<br />
302. November 1950.<br />
303. Maandelijkse staten betreffende het naar hoeveelheid en soort gespecifieerde verbruik.<br />
1950-1957. 1 omslag.<br />
304. Dagelijkse staten betreffende het naar hoeveelheid en soort gespecificeerde verbruik.<br />
1957-4/1960. 1 pak.<br />
305-318. Dagelijkse rekeningen betreffende de naar soort, hoeveelheid en prijs gespecificeerde<br />
ont<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> café Liberator. 1960-1964. 12 pakken, 2 omslagen.<br />
305. 6/7-31/12/1960. 1 pak.<br />
306. 1ste kwartaal 1961. 1 pak.<br />
307. 2de kwartaal 1961. 1 pak.<br />
308. 3de kwartaal 1961. 1 pak.<br />
309. 4de kwartaal 1961. 1 pak.<br />
310. 1ste helft 1962. 1 pak.<br />
311. 2de helft 1962. 1 pak.<br />
312. 1ste kwartaal 1963. 1 pak.<br />
313. 2de kwartaal 1963. 1 pak.<br />
314. 2de helft 1963. 1 pak.<br />
315. 1ste kwartaal 1964. 1 pak.<br />
316. 2de kwartaal 1964. 1 omslag.<br />
317. 3de kwartaal 1964. 1 omslag.<br />
318. 4de kwartaal 1964. 1 pak.<br />
319-325. Dagelijkse borderellen betreffende de ont<strong>van</strong>gsten <strong>van</strong> café Liberator. 1959-1964.<br />
7 pakken.<br />
319. 1958.<br />
320. 1959-1/5/1960.<br />
321. 2/5-31/12/1960.<br />
322. 1961.<br />
323. 1962.<br />
324. 1963.<br />
325. 1964.<br />
4. Stukken waar<strong>van</strong> het verband met het archief onduidelijk is<br />
326. Ontwerp <strong>van</strong> doorsnede, gezien <strong>van</strong>af de voorgevel aan het Kome<strong>die</strong>plein, <strong>van</strong><br />
architectenbureau Hugo Van Hoecke met het oog op uit te voeren verbouwingswerken.<br />
1992 145 .<br />
1 stuk.<br />
327. Dossier betreffende de inkomstenbelasting <strong>van</strong> Antoon Crab. 1961. 1 omslag.<br />
2.3.1.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie<br />
1. Documentatie betreffende de sociale zekerheidsbijdragen op het loon. [Jaren 1950].<br />
1 omslag.<br />
144 In lichte mate aangetast door vocht.<br />
145 Werd gebruikt tijdens de werken zelf. Dit is af te leiden <strong>van</strong> de vlekken <strong>die</strong> er op voorkomen. Voor meer uitleg verwijzen<br />
we naar de inleiding.
2.3.2. DE ARCHIEFINVENTARIS VAN DE LP-ARRONDISSEMENTSFEDERATIE ANTWERPEN<br />
2.3.2.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />
1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard.<br />
1.1. Stukken betreffende de bestuurswerking<br />
1.2. Briefwisseling<br />
2. Stukken <strong>van</strong> administratieve aard<br />
2.1. Stukken betreffende de financiën<br />
2.2. Stukken betreffende de ledenadministratie<br />
3. Stukken betreffende de interne partijwerking<br />
3.1. Stukken betreffende de partijwerking in zijn geheel<br />
3.1.1. Stukken betreffende de nationale partijorganen<br />
3.1.2. Stukken betreffende de leden<br />
3.1.3. Stukken betreffende het provinciaal niveau<br />
3.2. Stukken betreffende de arrondissementele partijwerking<br />
3.2.1. Stukken betreffende de afdelingen en korpsen in het algemeen<br />
3.2.2. Stukken betreffende de uitbouw <strong>van</strong> het liberalisme<br />
3.2.3. Stukken betreffende de controle op korpsen en afdelingen<br />
3.2.4. Stukken betreffende de ledenactiviteiten<br />
3.2.5. Stukken betreffende het informeren <strong>van</strong> de leden<br />
4. Stukken betreffende de externe werking<br />
4.1. Stukken betreffende de wetgevende verkiezingen<br />
4.2. Stukken betreffende het sociaal <strong>die</strong>nstbetoon<br />
2.3.2.2. Inleiding<br />
2.3.2.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling 146 .<br />
HET LIBERAAL HUIS EEE -<br />
Tot aan de vooravond <strong>van</strong> de tweede wereldoorlog werd de Belgische Liberale Partij gekenmerkt door<br />
een geringe mate <strong>van</strong> organisatie. De meeste liberale <strong>verenigingen</strong> waren ontstaan als plaatselijke<br />
organisaties, voornamelijk in de grotere steden <strong>van</strong> België. Niet zelden zagen verschillende liberale<br />
<strong>verenigingen</strong> in één en dezelfde plaats het levenslicht. Vaak waren deze <strong>verenigingen</strong> rivalen <strong>van</strong> elkaar<br />
<strong>die</strong> dan ook geregeld met getrokken messen tegenover mekaar stonden, vooral in verkiezingsperiodes.<br />
Op nationaal vlak verenigden de liberalen zich in de Landsraad, <strong>die</strong> voor het eerst in 1919 echt<br />
vergaderde. Op het plaatselijke niveau bleef een echte organisatie echter uit. Om daaraan te verhelpen<br />
werden meteen na de tweede wereldbrand arrondissementsfederaties opgericht en ontstond onder meer<br />
de Antwerpse arrondissementsfederatie <strong>van</strong> de Liberale Partij (LP). Haar bestaan was echter <strong>van</strong> relatief<br />
korte duur. Op 17 oktober 1961 werd - in navolging <strong>van</strong> het nationale partijniveau tien dagen voor<strong>die</strong>n -<br />
overgegaan tot de oprichting <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen 147 . De PVV-arrondissementsfederatie<br />
Antwerpen viel in de eerste maanden echter nog volledig terug op de structuren uit de LPperiode.<br />
De belangrijkste wijzigingen hadden te maken met het aantrekken <strong>van</strong> nieuwe leden <strong>die</strong> vooral<br />
uit katholieke hoek afkomstig waren, gezien de anti-katholieke lijn werd afgewezen. Toch werd de<br />
oprichting <strong>van</strong> de PVV veeleer door continuïteit dan door vernieuwing gekenschetst 148 .<br />
146 Werking, organisatie en geschiedenis <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen loopt grotendeels gelijk met <strong>die</strong><br />
<strong>van</strong> haar opvolger onder de PVV. We beschikken niet over statuten of andere reglementen <strong>van</strong> de LParrondissementsfederatie<br />
Antwerpen, zodat we de taken eerder uit de gevormde archiefbestanddelen <strong>die</strong>nden af te<br />
leiden. Daarenboven moet worden gesteld dat het archiefmateriaal waarover we konden beschikken voornamelijk de<br />
periode 1958-1961 omvat. Stukken <strong>van</strong> voor 1956 ontbreken zelfs nagenoeg. We beschikken echter wel over meer<br />
gegevens aangaande de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. Functies, bevoegdheden en taken liepen voorzover<br />
wij dit konden achterhalen grotendeels gelijk. Daarom verwijzen we hier ook naar het tweede hoofdstuk <strong>van</strong> dit deel<br />
waarin de werking <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen uitvoerig is beschreven.<br />
147 Zie Inventarisnummer 8.<br />
148 Zie ook de structuurstu<strong>die</strong> in het tweede hoofdstuk <strong>van</strong> dit deel.
HET LIBERAAL HUIS FFF -<br />
De Antwerpse LP-federatie verenigde alle liberale korpsen uit het arrondissement. <strong>Het</strong> opzet<br />
was de doelstellingen <strong>van</strong> de Liberale Partij te verspreiden en doorgang te laten vinden binnen het<br />
arrondissement. De federatie stond echter niet totaal onafhankelijk, was daarentegen één <strong>van</strong> de vele<br />
geledingen binnen de Liberale Partij. Men zou kunnen zeggen dat een arrondissementsfederatie aan de<br />
ene kant fungeerde als een soort <strong>van</strong> tussenniveau, een verbindingsorgaan tussen de top of de nationale<br />
partijorganisatie enerzijds en de basis of de plaatselijke afdelingen en leden anderzijds. Aan de andere<br />
kant had de federatie als taak de doelstellingen <strong>van</strong> de Liberale Partij binnen haar ressort in de praktijk te<br />
trachten om te zetten. Vanuit deze laatste doelstelling werd de werking <strong>van</strong> de federatie vooral<br />
toegespitst op haar ondergeschikte partijgeledingen. Belangrijk lijkt ons nog aan te geven dat nagenoeg<br />
alle partijen en hun respectievelijke afdelingen in België niet over een juridisch statuut beschikten en<br />
beschikken. Net als de Antwerpse arrondissementsfederatie <strong>van</strong> de PVV waren en zijn het immers alle<br />
feitelijke <strong>verenigingen</strong>.<br />
De federatie werd geleid door een Bureel en een Bestuurraad. <strong>Het</strong> Bureel fungeerde als<br />
dagelijks bestuur en had een beperkte samenstelling. De belangrijkste functionarissen zoals de<br />
voorzitter, de ondervoorzitters, de algemeen secretaris en de penningmeester waren er lid <strong>van</strong>. De<br />
Bestuurraad <strong>die</strong>nde veeleer als overlegorgaan. Alle liberale korpsen uit het arrondissement hadden er<br />
hun vertegenwoordigers. De samenstelling er<strong>van</strong> was dan ook veel uitgebreider, zijn bevoegdheid<br />
algemener en dus feitelijk beperkter. Tot slot vond jaarlijks nog een speciale vergadering <strong>van</strong> de<br />
Bestuurraad plaats <strong>die</strong> Jaarvergadering <strong>van</strong> de Bestuurraad of ook wel eens Algemene Vergadering<br />
werd genoemd. Tijdens deze vergadering werden jaar- en financieel verslag gehoord. Wanneer een<br />
mandaat vacant was kon <strong>die</strong> plaats worden ingevuld. De <strong>verenigingen</strong> <strong>die</strong> toegang hadden tot de<br />
Bestuurraad waren niet alleen de plaatselijke afdelingen maar ook allerhande korpsen, waaronder<br />
<strong>die</strong>gene <strong>die</strong> nog dateerden uit de periode <strong>van</strong> voor de tweede wereldoorlog zoals de Liberale Volkspartij-<br />
HUZ of de Liberale en Grondwettelijke Vereniging <strong>van</strong> Antwerpen. Deze laatste <strong>verenigingen</strong> stonden op<br />
hetzelfde niveau als gelijk welke plaatselijke afdeling <strong>van</strong> de LP. De plaatselijke afdelingen en korpsen<br />
<strong>van</strong> hun kant waren verenigd in districts<strong>verenigingen</strong>. Een laatste, maar niet minder belangrijk orgaan<br />
was het Propagandakomiteit. Dit comité had in tegenstelling tot de vorige organen een meer specifieke<br />
en dus minder algemene taakstelling. Haar verantwoordelijkheden lagen in het gebied <strong>van</strong> de politieke<br />
actie, de propaganda, de ledenwerving en zo meer.<br />
Over de belangrijkste bestuurders <strong>van</strong> de federatie weten we nagenoeg niets. Naar analogie <strong>van</strong><br />
de PVV-periode vermoeden we dat de voorzitter verantwoordelijk moet zijn geweest voor de goede<br />
werking <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie. Duidelijk is in elk geval dat de federatie zich bezig hield met<br />
de oprichting <strong>van</strong> allerhande liberale <strong>verenigingen</strong> en recht <strong>van</strong> handelen bezat wanneer een vereniging<br />
bv. met interne moeilijkheden kampte. Deze taken sproten naar alle waarschijnlijkheid voort uit de<br />
verantwoordelijkheid <strong>van</strong> de voorzitter, <strong>die</strong> ongetwijfeld de belangrijkste en meest machtige bestuurder<br />
was. De bevoegdheden <strong>van</strong> de ondervoorzitters bleven in het duister. Wellicht bestond hun enige of<br />
althans belangrijkste taak erin de voorzitter bij <strong>die</strong>ns afwezigheid te ver<strong>van</strong>gen. De algemeen secretaris<br />
<strong>van</strong> zijn kant kan best vergeleken worden met de secretaris-generaal <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie<br />
Antwerpen. In de archiefvorming kwam zijn taakstelling echter niet tot uiting. Anders is het gesteld met<br />
de penningmeester. Hij was het <strong>die</strong> het financieel jaarverslag opstelde en voorlegde aan de<br />
Jaarvergadering. <strong>Het</strong> was immers zijn taak de financiën zorgvuldig te beheren en een boekhouding aan<br />
te leggen. Ook de ledenadministratie behoorde gedeeltelijk tot zijn bevoegdheid. Dit had te maken met<br />
het feit dat de arrondissementsfederatie recht had op een deel <strong>van</strong> het lidgeld, maar vooral omwille <strong>van</strong><br />
de verzameling en de verdeling er<strong>van</strong> op arrondissementeel niveau. De ledenadministratie was echter<br />
ook één <strong>van</strong> de verantwoordelijkheden <strong>van</strong> de permanente secretaris <strong>die</strong> de louter administratieve kant<br />
er<strong>van</strong> voor zijn rekening nam. De verdeling <strong>van</strong> de lidmaatschapsbewijzen verliep immers net als de<br />
inning <strong>van</strong> de gelden langs de arrondissementsfederatie om. De permanente secretaris beheerde<br />
overigens zowat het hele archief. Als enige niet-verkozen functionaris werd hij immers aangesteld door<br />
het arrondissementeel bestuur om de dagelijkse leiding <strong>van</strong> het secretariaat op zich te nemen. Op <strong>die</strong><br />
manier was zijn invloed op archiefvorming en -ordening meer dan aanzienlijk. De permanente
HET LIBERAAL HUIS GGG -<br />
secretaris uitgezonderd werden de andere opgesomde bestuursleden door de Jaarvergadering <strong>van</strong> de<br />
Bestuurraad aangeduid 149 .<br />
BIJLAGE 6 : Lijst <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen<br />
PERMANENTE OF BESTENDIGE SECRETARIS<br />
05/11/1949 - 05/01/1956 Fr. GRIELENS<br />
17/02/1956 - 22/03/1960 Jackie ADRIAENSSENS<br />
15/04/1960 - 16/10/1961 Charles DE WEZE<br />
PENNINGMEESTER OF SCHATBEWAARDER<br />
15/01/1956 - 26/01/1958 (Au)gust DE RAEYMAEKERS<br />
23/12/1959 - 16/10/1961 G. SIRTAINE<br />
VOORZITTER<br />
06/10/1947 Robert GODDING<br />
17/10/1947 - 16/10/1961 150 Albert LILAR<br />
ALGEMEEN SECRETARIS<br />
16/02/1952 - 02/03/1958 Frans GROOTJANS<br />
02/03/1958 - 16/10/1961 151 Fernand Boey<br />
VOORZITTER PROPAGANDAKOMITEIT<br />
06/12/1956 Jean Sellicaerts<br />
28/04/1959 - 22/04/1961 Fernand Boey<br />
149 Volgens inventarisnummer 14 werden naast de voorzitter nog 12 personen verkozen.<br />
150<br />
Albert Lilar was minister <strong>van</strong> Justitie in de regeringen Huysmans (03/08/1946-12/03/1947), Eyskens I<br />
(11/08/1949-06/06/1950), Van Acker IV (22/04/1954-02/06/1958) en Eyskens III (06/11/1958-27/03/1961).<br />
Luyckx en Platel, Politieke geschiedenis <strong>van</strong> België, 943-944. Dit had tot gevolg dat hij vaak afwezig was en<br />
door waarnemende voorzitters <strong>die</strong>nde ver<strong>van</strong>gen. Zo was ondermeer Fr. Holsters in de jaren 1949-1958 vaak<br />
waarnemend voorzitter.<br />
151<br />
Fernand Boey nam de functie <strong>van</strong> secretaris reeds waar sinds begin 1957.
HET LIBERAAL HUIS HHH -<br />
De arrondissementsfederatie bestond - zoals eerder werd gesteld - niet los <strong>van</strong> de Liberale Partij.<br />
Om haar taak <strong>van</strong> doorgever <strong>van</strong> informatie beter te kunnen uitoefenen mochten in een aantal nationale<br />
partijorganen afgevaardigden worden aangeduid 152 . In Uitvoerend Bureau en Bureau beschikte de<br />
arrondissementsfederatie over geen afgevaardigden. Deze twee organen <strong>die</strong> het dagelijkse bestuur <strong>van</strong><br />
de LP waarnamen werden geleid door de voorzitter. Op <strong>die</strong> manier hadden de federaties toch nog enige<br />
invloed gezien de voorzitter door het Congres werd verkozen. <strong>Het</strong> aantal afgevaardigden daarin hing af<br />
<strong>van</strong> het aantal behaalde stemmen tijdens de laatste wetgevende verkiezingen en het aantal aangesloten<br />
leden. <strong>Het</strong> statutair hoogste orgaan <strong>van</strong> de LP had als voornaamste taak het programma en de algemene<br />
politieke standpunten <strong>van</strong> de partij te bepalen. Tussen Congres en Bureau in bevond zich nog het<br />
Permanent Comité waarin naast een kleiner aantal afgevaardigden <strong>van</strong> de federaties gebaseerd op het<br />
behaalde aantal stemmen bij de jongste verkiezingen, ook de arrondissementsvoorzitters zitting hadden.<br />
Binnen de LP werden regelmatig eretekens uitgereikt aan ver<strong>die</strong>nstelijke personen. <strong>Het</strong> waren de<br />
arrondissementsfederaties <strong>die</strong> de kandidaturen uit hun gebied verzamelden en doorstuurden naar het<br />
nationaal niveau. Zoals reeds eerder werd aangehaald waren de federaties echter vooral gericht op de<br />
lagere geledingen. De federaties konden niet alleen controle uitoefenen op de werking <strong>van</strong> de<br />
afdelingen en korpsen; om de samenhorigheid hechter en de werking doeltreffender te maken, werden<br />
ook allerlei ledenactiviteiten georganiseerd. In het kader <strong>van</strong> de voorlichting <strong>van</strong> de leden kon een<br />
ledentijdschrift worden uitgegeven.<br />
Belangrijkst voor de uiteindelijke doelstellingen <strong>van</strong> de LP was echter het uitdragen en<br />
bekendmaken <strong>van</strong> haar standpunten naar de buitenwereld toe. Om dit doel te verwezenlijken beschikte<br />
de federatie over een aantal middelen, zoals voordrachten, verkiezingspropaganda of sociaal<br />
<strong>die</strong>nstbetoon. Voor wat de verkiezingen betreft was de arrondissementsfederatie overigens<br />
verantwoordelijk voor het opstellen <strong>van</strong> de verkiezingslijsten voor Kamer, Senaat en provincie. In de<br />
praktijk gebeurde de aanstelling er<strong>van</strong> aan de hand <strong>van</strong> een lijst waarover de leden zich via een poll<br />
konden uitspreken. De poll kan vergeleken worden met een interne verkiezing met het oog op het<br />
bepalen <strong>van</strong> de volgorde <strong>van</strong> de kandidatenlijst 153 . <strong>Het</strong> sociaal <strong>die</strong>nstbetoon werd eveneens op<br />
arrondissementeel vlak georganiseerd. De liberale verkozenen <strong>van</strong> Kamer, Senaat en provincie uit het<br />
arrondissement Antwerpen hielden zich immers ter beschikking <strong>van</strong> de bevolking op vooraf<br />
vastgestelde sociale zitdagen <strong>die</strong> op verschillende locaties in het arrondissement plaatsvonden.<br />
2.3.2.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief 154 .<br />
<strong>Het</strong> archieffonds dat in 1992 naar het Liberaal Archief werd overgebracht bevat meerdere stukken <strong>van</strong><br />
vóór 1962 <strong>die</strong> werden gevormd door de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen. Dit is behoorlijk<br />
verbazingwekkend gezien het feit dat de PVV-arrondissementsfederatie in 1977 beslist had alle stukken <strong>die</strong><br />
dateerden <strong>van</strong> voor 1962 over te maken aan het AMVC 155 . Toen we dat overgebrachte archief op het<br />
AMVC raadpleegden, bleken daar geen archivalia <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie te berusten 156 . <strong>Het</strong><br />
archiefmateriaal dat hieronder wordt beschreven en geordend bevat grote leemten. Uit de periode 1946-<br />
1955 kwamen nauwelijks stukken tot ons. <strong>Het</strong> archief uit de periode 1958-1961 daarentegen kan als<br />
nagenoeg volledig worden beschouwd. Waar <strong>die</strong> oudere archiefstukken zich bevinden of wat ermee<br />
gebeurde, is ons echter niet bekend. Een mogelijkheid bestaat erin dat een aantal personen zoals<br />
permanente secretaris, voorzitter en/of penningmeester (delen <strong>van</strong>) het archief als persoonlijk bezit<br />
aanzagen en bij hen thuis bewaarden. In verband daarmee moet zeker worden verwezen naar het<br />
archief <strong>van</strong> Albert Lilar - arrondissementeel voorzitter sinds eind 1947 - dat zich op het Liberaal Archief<br />
bevindt. Voor wat de archivalia betreft <strong>die</strong> betrekking hebben op de arrondissementsfederatie kan<br />
worden gesteld dat het in hoofdzaak om persoonlijke archiefstukken <strong>van</strong> Albert Lilar gaat. In enkele<br />
152 Deschouwer, Organiseren of bewegen ?, 89-92.<br />
153 De te volgen procedure wordt omstandig uiteengezet in het Pollreglement : inventarisnummer 107.<br />
154 Hiervoor verwijzen we naar het inleidende hoofdstuk <strong>van</strong> deel 2.<br />
155 Archief PVV-Arrondissementsfederatie Antwerpen, notulen Partijbestuur 1977.<br />
156 Voor meer uitleg verwijzen we naar het inleidende hoofdstuk <strong>van</strong> deel 2.
HET LIBERAAL HUIS III -<br />
bestanddelen werd ons inziens persoonlijk archief met instellingsarchief vermengd 157 . Hoe dan ook<br />
bevat dit archief aanvullende gegevens. De oudste stukken dateren <strong>van</strong> 1947, maar opnieuw is de<br />
periode rond het jaar 1960 het best vertegenwoordigd 158 .<br />
Over de geschiedenis <strong>van</strong> dit archief kan verder zeer weinig worden gezegd. Voorzover bekend<br />
was de arrondissementsfederatie sinds de opening <strong>van</strong> het Liberaal Huis in de loop <strong>van</strong> 1949 gevestigd<br />
op het Kome<strong>die</strong>plein 17. Voor<strong>die</strong>n zetelde de federatie op de Mechelsesteenweg 17. In het Liberaal Huis<br />
moet tijdens de eerste jaren alleszins een overaanbod aan ruimte voorhanden geweest zijn. Dit<br />
garandeert echter niet dat <strong>van</strong> <strong>die</strong> opslagplaats <strong>van</strong> bij het begin gebruik werd gemaakt. De stukken <strong>die</strong><br />
er werden opgeslagen, maakten in de loop <strong>van</strong> meer dan dertig jaar verschillende verbouwingswerken<br />
mee 159 . Eén en ander moet zijn invloed hebben gehad op archiefordening en -bewaring. Toch valt de<br />
schade aan de stukken <strong>van</strong> dit archief in de praktijk best mee 160 .<br />
Een echte planning lag niet ten grondslag aan de ordening <strong>van</strong> dit archief. Echte<br />
ordeningsstelstels komen overigens niet voor. De basis voor de ordening werd daarentegen gefundeerd<br />
<strong>van</strong>uit de dagelijkse praktijk. Dat kan zeer eenvoudig worden afgeleid uit de verschillen in ordening <strong>die</strong><br />
optraden naar gelang nieuwe permanente secretarissen in <strong>die</strong>nst werden genomen. Eenzelfde<br />
vaststelling kon ook reeds worden gedaan tijdens het bestuderen <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de PVVarrondissementsfederatie<br />
Antwerpen. Geen geplande, maar dus wel een historisch gegroeide ordening<br />
kenmerkte dit archief.<br />
Op de stukken komen merktekens - cijfers en letters - voor, maar enkel en alleen in de periode<br />
1956-1958. Jackie Adriaenssens was permanent secretaris <strong>van</strong> februari 1956 tot maart 1960. We kunnen<br />
er m.a.w. <strong>van</strong> uitgaan dat hij aan de basis lag <strong>van</strong> dit systeem <strong>van</strong> kentekens op ingekomen en<br />
uitgaande stukken dat zijn hoogtepunt kende in 1957. In dat jaar kwam bovenaan in het midden een<br />
cijfer <strong>van</strong> 1 tot 9 of één <strong>van</strong> de letters H of P voor. In de rechterbovenhoek stonden twee getallen <strong>die</strong> <strong>van</strong><br />
elkaar werden gescheiden met een schuine streep. <strong>Het</strong> eerste getal was een gewoon volgnummer. <strong>Het</strong><br />
betrof immers een doorlopende nummering <strong>die</strong> elk jaar <strong>van</strong> vooraf aan werd begonnen. <strong>Het</strong> getal na de<br />
schuine streep dat uit twee cijfers bestond, duidde het jaartal aan 161 . Tijdens de jaren 1956 en 1958 werd<br />
hetzelfde systeem toegepast, maar de getallen in de rechterbovenhoek waren vaak onvolledig of<br />
ontbraken zelfs. Vanaf maart 1958 werd enkel nog het kenmerk bovenaan in het midden vermeld. Vanaf<br />
1959 verdween ook dat laatste element. De betekenis <strong>van</strong> de tekens was - op uitzondering <strong>van</strong> de cijfers<br />
6 en 7 - vrij makkelijk te achterhalen. De meeste kentekens vormden immers min of meer de basis voor<br />
de ordening <strong>die</strong> door Jackie Adriaenssens werd toegepast. De cijfers 6 en 7 daarentegen komen in<br />
meerdere archiefbestanddelen voor. We vonden echter geen gemeenschappelijk punt tussen de<br />
verschillende stukken <strong>die</strong> deze kenmerken dragen. Misschien was het feit dat het ontworpen systeem<br />
niet volledig toepasbaar was of althans in de praktijk niet altijd even consequent werd nageleefd, de<br />
reden waarom J. Adriaenssens uiteindelijk <strong>van</strong> het systeem <strong>van</strong> merktekens afstapte.<br />
157 Onderzoeken of dit zo is en zo ja, het restauratiebeginsel toepassen op het volledige bestand Albert Lilar, zou onderwerp<br />
kunnen zijn <strong>van</strong> een afzonderlijke stu<strong>die</strong>. De archiefvorming is immers zo duister dat dit voor ons, binnen het kader <strong>van</strong><br />
deze stu<strong>die</strong>, onbegonnen werk bleek.<br />
158 LA, Archief Albert Lilar, afdelingen 3.1. en 3.2.<br />
159 Hiervoor verwijzen we naar de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis.<br />
160 De voetnoten bij de beschrijvingen vermelden in bepaalde gevallen dat stukken door vocht werden aangetast.<br />
161 Bv. 263/57.
HET LIBERAAL HUIS JJJ -<br />
BIJLAGE 8 : verklaring <strong>van</strong> de op de briefwisseling voorkomende kenmerken<br />
1. stukken betreffende de liberale <strong>verenigingen</strong> uit het district Antwerpen<br />
2. stukken betreffende de liberale <strong>verenigingen</strong> uit het district Berchem-Borgerhout<br />
3. stukken betreffende de liberale <strong>verenigingen</strong> uit het district Boom-Kontich<br />
4. stukken betreffende de liberale <strong>verenigingen</strong> uit het district Ekeren<br />
5. stukken betreffende de ledenadministratie<br />
6. komt voor op ingekomen en uitgaande stukken betreffende diverse onderwerpen. Deze<br />
stukken zitten niet allemaal samen, ze werden soms per onderwerp samengebracht.<br />
7. ook dit cijfer komt in uiteenlopende archiefbestanddelen voor : o.a. bij de briefwisseling<br />
over diverse onderwerpen, dossiers betreffende activiteiten, toekenning <strong>van</strong> de<br />
eretekens en zo meer.<br />
8. stukken betreffende de afgevaardigden in de Landsraad<br />
9. stukken betreffende de afgevaardigden in de Bestuurraad<br />
H. stukken betreffende de officiële kiezerslijsten<br />
P. stukken betreffende de wijziging <strong>van</strong> het pollreglement<br />
Besluiten we met de vaststelling dat het archiefmateriaal gekenmerkt werd door twee<br />
breuklijnen. Aan de ene kant waren er de archivalia tot en met maart 1960 <strong>die</strong> voorlopig werden<br />
beschreven in schenking 1992/250. <strong>Het</strong> archiefmateriaal daarentegen dat opgemaakt werd <strong>van</strong>af het<br />
moment dat Charles De Weze tot permanent secretaris werd aangesteld, sluit aan bij het archief <strong>van</strong> de<br />
PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. Dit valt te verklaren <strong>van</strong>uit het feit dat C. De Weze in functie<br />
bleef tot in het jaar 1975. Dit gedeelte <strong>van</strong> het hierna geïnventariseerde archief werd voor een eerste keer<br />
ontsloten in schenking 1992/249 waarin het arrondissementsarchief <strong>van</strong> 1960 tot ca. 1975 werd<br />
beschreven. Een tweede belangrijke breuk <strong>die</strong> vooral bij de financiële stukken vastgesteld kon worden<br />
situeerde zich in mei 1962. Dit had alles te maken met de Algemene Vergadering <strong>die</strong> toen plaatsvond en<br />
definitief afrekende met de structuren uit de LP-tijd.<br />
2.3.2.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />
Bij de inventarisatie <strong>die</strong>nde in de eerste plaats komaf te worden gemaakt met het probleem dat<br />
hierboven zopas geschetst werd. Vele oorspronkelijke archiefbestanddelen liepen immers over de grens<br />
tussen LP en PVV. De gekozen oplossing werd gebaseerd op een aantal uitgangspunten. Ten eerste<br />
werd getracht bestaande bestanddelen zo mogelijk niet op te splitsen. Hierbij werd wel een<br />
uitzondering gemaakt voor bestanddelen <strong>die</strong> naar alle waarschijnlijkheid pas gevormd werden na de<br />
dynamische fase of voor pakken losse stukken <strong>die</strong> door Geertrui Coppens al dan niet min of meer<br />
samen werden gebracht op basis <strong>van</strong> gelijke redactie en dergelijke meer. <strong>Het</strong> tweede uitgangspunt<br />
stelde dat archiefbestanddelen <strong>die</strong> betrekking hadden op en/of gevormd werden door beide<br />
archiefvormers in principe behandeld werden in de archiefinventaris <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie<br />
Antwerpen, mits verwijzingen bij de beschrijving <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie<br />
Antwerpen. We namen deze beslissing omwille <strong>van</strong> het feit dat voorlopig enkel het eerstgenoemde<br />
archief door een inventaris werd ontsloten, zodat zoveel mogelijk informatie met betrekking tot deze<br />
archiefvormer voor de gebruiker beschikbaar zou kunnen worden gesteld. Toch <strong>die</strong>nde ook hier een<br />
uitzondering te worden gemaakt voor <strong>die</strong> bestanddelen <strong>die</strong> door Charles De Weze werden aangevat in<br />
april 1960 en vaak doorliepen tot circa 1975; toen hij ontslag nam uit zijn functie. Twee series vallen<br />
onder deze categorie, met name de briefwisseling over diverse onderwerpen en de briefwisseling met<br />
de afdelingen. In <strong>die</strong> gevallen werd geopteerd voor een verwijzing in voetnoot bij het betreffende<br />
onderdeel <strong>van</strong> de inventaris naar het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. Om deze<br />
scheidingen duidelijk te maken werd er bij de beschrijvingen voor geopteerd om in <strong>die</strong><br />
overgangsperiode naast het jaartal eveneens maand en - zo nodig - dag op te geven.<br />
Voor de rangschikking <strong>van</strong> de bestanddelen kon grotendeels verder worden gebouwd op het<br />
model uit deel 1 en op het voorstel <strong>van</strong> archiefschema dat bij de behandeling <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de
HET LIBERAAL HUIS KKK -<br />
PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen werd uitgewerkt. Gezien dit archief duidelijk minder<br />
om<strong>van</strong>grijk is dan dat <strong>van</strong> de PVV-federatie lag de belangrijkste wijziging <strong>die</strong> werd doorgevoerd in het<br />
verminderen <strong>van</strong> het aantal onderdelen binnen de hoofdafdelingen. Helemaal vooraan komen nog<br />
steeds de stukken <strong>van</strong> algemene aard, uitgesplitst in bestuurswerking en briefwisseling over diverse<br />
onderwerpen. In het onderdeel bestuurswerking komt ook briefwisseling voor <strong>die</strong> in grote mate<br />
overlappend is met de briefwisseling over diverse onderwerpen, waarin dan ook belangrijke leemten<br />
voorkomen.<br />
De tweede afdeling omvat de stukken <strong>van</strong> administratieve aard, <strong>die</strong> hier beperkt blijven tot de<br />
financiën en de ledenadministratie. De boekhoudingsstukken werden geplaatst in een volgorde <strong>van</strong><br />
algemeen naar bijzonder. De boeken zijn de meest algemene stukken. Opvallend is dat in 1959<br />
overgeschakeld werd <strong>van</strong> een dagboek naar een journaal. Die overgang zou kunnen worden verklaard<br />
<strong>van</strong>uit de vaststelling dat we met een feitelijke vereniging te maken hebben <strong>die</strong> dus niet gebonden was<br />
aan wetgeving terzake. Een andere mogelijkheid is dat een aantal boeken verloren zijn gegaan.<br />
Vervolgens worden de bijlagen beschreven; <strong>die</strong> bij de kas gaan vooraf aan de stukken betreffende de<br />
algemene postrekening. Als laatste volgen de stukken met betrekking tot de rekening <strong>van</strong> het kiesfonds,<br />
<strong>die</strong> m.a.w. als meer specifiek kan worden beschouwd. Een gedeelte <strong>van</strong> de dagafschriften kwam voor in<br />
de vorm <strong>van</strong> losse stukken. Deze werden <strong>van</strong>uit het oogpunt <strong>van</strong> de handelbaarheid per jaar als één<br />
bestanddeel samengebracht. De stukken betreffende de ledenadministratie werden slechts in lichte mate<br />
herordend zodat kleine foutjes in de serie ongedaan werden gemaakt.<br />
Vervolgens komt de interne partijwerking aan bod. De stukken worden daar in een<br />
organisatorisch kader <strong>van</strong> hoog naar laag geplaatst. Een eerste onderdeel behandelt de stukken <strong>die</strong> de<br />
partijwerking in zijn geheel betreffen : nationale congressen, het eren <strong>van</strong> leden en het provinciale<br />
niveau. <strong>Het</strong> tweede onderdeel beperkt zich tot de eigenlijke interne werking <strong>van</strong> de<br />
arrondissementsfederatie. Naast briefwisseling met de verschillende afdelingen en korpsen komen een<br />
aantal belangrijke taken <strong>van</strong> de federatie aan bod. We denken daarbij aan de organisatorische uitbouw,<br />
de controle op de ondergeschikte geledingen, de organisatie <strong>van</strong> ledenactiviteiten en het informeren <strong>van</strong><br />
de leden.<br />
De vierde en laatste archiefafdeling kent slechts twee onderdelen; te weten stukken betreffende<br />
de wetgevende verkiezingen en betreffende het sociaal <strong>die</strong>nstbetoon. Activiteiten <strong>die</strong> gericht waren op<br />
de bevolking in het algemeen en dus niet beperkt bleven tot de eigen leden, zoals in archiefafdeling 3.<br />
<strong>Het</strong> leeuweaandeel <strong>van</strong> de stukken wordt ingenomen door de wetgevende verkiezingen. De dossiers<br />
betreffende de kiezerslijsten <strong>die</strong>nden te worden herordend. Oorspronkelijk besloegen <strong>die</strong> documenten 4<br />
omslagen. De stukken zaten echter kriskras door mekaar. Enkel de stukken betreffende de <strong>van</strong> 1960 tot<br />
1962 geldende kiezerslijst zaten samen in één omslag en vormden een duidelijk geheel. Daarom<br />
herordenden we de andere stukken volgens dat voorbeeld wat in totaal zes bestanddelen opleverde.<br />
Stukken met betrekking tot de deelname aan het beleid of de verspreiding <strong>van</strong> de partijstandpunten<br />
ontbreken. Dat hangt enigszins samen met het feit dat op arrondissementeel vlak nauwelijks openbare<br />
bestuursorganen aanwezig zijn.<br />
De eigenlijke inventaris wordt nog gevolgd door een lijst <strong>van</strong> documentatie. <strong>Het</strong> betreft hier<br />
vooral handboeken en wetteksten in verband met de kieswetgeving. Ons inziens zijn deze voldoende<br />
verwant met de werking <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen om de opname in een lijst <strong>van</strong><br />
documentatie te verantwoorden.
2.3.2.3. Eigenlijke inventaris 162<br />
HET LIBERAAL HUIS LLL -<br />
1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
1.1. Stukken betreffende de bestuurswerking<br />
1-2. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het Bureel. [1958]-1961. 2 omslagen.<br />
1. [1958-1959].<br />
2. Met bijlagen. 1960-11/1961 163 .<br />
3-4. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> de Bestuurraad. Met bijlagen. [1958], 1960-<br />
1962. 2 omslagen.<br />
3. [1958].<br />
4. 1960-3/1962 11 .<br />
5-8. Briefwisseling betreffende de bestuursorganen. Met bijlagen. 1951-1963.<br />
2 pakken en 2 omslagen.<br />
5. 1951-2/1957. 1 pak.<br />
6. 3/1957-1/1959. 1 pak.<br />
7. 2/1959-2/1960. 1 omslag.<br />
8. 4/1960-1963 11 . 1 omslag.<br />
9-13. Jaarverslagen voorgelegd aan de jaarvergaderingen <strong>van</strong> de Bestuurraad. 1953-[1957]. 4<br />
ontwerpen. 5 stukken.<br />
9. Over 1952. 1953. Ontwerp.<br />
10. Over 1953. 1954. Ontwerp.<br />
11. Over 1954. [1955].<br />
12. Over 1955. [1956]. Ontwerp.<br />
13. Over 1956. [1957]. Ontwerp.<br />
14-17. Dossiers betreffende de jaarvergaderingen <strong>van</strong> de Bestuurraad. 1958, 1960-1962.<br />
4 omslagen.<br />
14. Over 1957. [1958].<br />
15. Over 1959. 1960.<br />
16. Over 1960. 1961.<br />
17. Over 1961. 1962 11 .<br />
18-21. Dossiers betreffende het <strong>van</strong> 5 tot 7 juni gehouden arrondissementeel congres. 1959.<br />
4 omslagen.<br />
18. Voorbereiding. 1959.<br />
19. Thema Liberale Doctrine. [1959].<br />
20. Thema Liberalisme en Gods<strong>die</strong>nst. [1959].<br />
21. Thema Economisch Liberalisme en De Staat. [1959].<br />
22. Briefwisseling betreffende werking en samenstelling <strong>van</strong> het Propagandakomiteit.<br />
1959-1961. 1 omslag.<br />
23. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het Propagandakomiteit. Met bijlagen. 1959-<br />
1961. 1 omslag.<br />
24. Briefwisseling betreffende de Commissie Haven. 1959. 1 omslag.<br />
162 In de beschrijvingen komt meermaals de omschrijving «met bijlagen» voor. Briefwisseling met bijlagen betekent dat het<br />
om allerhande ingekomen en kopies <strong>van</strong> uitgaande stukken gaat. Komt de omschrijving voor bij notulen dan betekent dit<br />
dat het betreffende bestanddeel naast notulen ook stukken als convocatiebrieven, presentielijsten en dergelijke meer<br />
bevat. Meer uitleg daaromtrent werd verschaft in de algemene verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie in het inleidend<br />
hoofdstuk <strong>van</strong> deel 2.<br />
163 Dit bestanddeel bevat een aantal stukken <strong>die</strong> eigenlijk door de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen gevormd zijn.<br />
Die federatie werd immers op 17 oktober 1961 opgericht. De dateringen bestaan in de regel enkel uit het jaartal.<br />
Wanneer bestanddelen uit series echter midden in een bepaald jaar werden gesplitst wordt ook de maand opgegeven.<br />
Datzelfde geldt voor de gevallen waarin de maand de betekenis <strong>van</strong> de betreffende archiefstukken kan verduidelijken;<br />
zoals dat het geval is in de overgangsperiode <strong>van</strong> LP naar PVV.
HET LIBERAAL HUIS MMM -<br />
1.2. Briefwisseling<br />
25. Briefwisseling over diverse onderwerpen. Met bijlagen. 1955-1957, 1959-3/1960 164 .<br />
1 pak.<br />
2. Stukken <strong>van</strong> administratieve aard<br />
2.1. Stukken betreffende de financiën<br />
26. Dagboek <strong>van</strong> inkomsten en uitgaven. 1957-1958 165 . 1 deel.<br />
27. Journaal <strong>van</strong> inkomsten en uitgaven. 1959-31/5/1962 11 . 1 deel.<br />
28-30. Kasstukken betreffende uitgaven. 1959-1961. 3 omslagen.<br />
28. 1959.<br />
29. 1960.<br />
30. 1-12/1961 11 .<br />
31-32. Bewijsstukken <strong>van</strong> uitgaven via postrekening 4853.04. 1959-1961. 2 omslagen.<br />
31. 1959-1960.<br />
32. 1-12/1961 11 .<br />
33-36. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 4853.04. Met bijlagen. 1958-1961. 4 pakken.<br />
33. 1958.<br />
34. 1959.<br />
35. 1960.<br />
36. 1-12/1961 11 .<br />
37-39. Stroken <strong>van</strong> overschrijvingen uitgeschreven op postrekening 4853.04. 1959-1962.<br />
3 delen.<br />
37. 19/2-9/10/1959.<br />
38. 9/10/1959-29/8/1960.<br />
39. 14/9/1960-2/5/1962 11 .<br />
40. Stroken <strong>van</strong> cheques uitgeschreven op postrekening 4853.04. 1959-2/5/1962 11 . 1 deel.<br />
41. Bewijsstukken betreffende de uitgaven voor de wetgevende verkiezingen <strong>van</strong> 26 maart<br />
1961 via postrekening 5180.28 <strong>van</strong> het kiesfonds. 1961. 1 omslag.<br />
42. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 5180.28 <strong>van</strong> het kiesfonds. Met bijlagen. 1959-<br />
28/2/1964 11 . 1 omslag.<br />
43. Stroken <strong>van</strong> overschrijvingen uitgeschreven op postrekening 5180.28 <strong>van</strong> het kiesfonds.<br />
1955, 1957-1958, 1961-2/5/1962 11 . 1 deel.<br />
2.2. Stukken betreffende de ledenadministratie 166<br />
44-47. Briefwisseling betreffende de ledenadministratie. Met bijlagen. 1956-1959.<br />
4 omslagen.<br />
44. Voor het jaar 1957. 1956-1958.<br />
45. Voor het jaar 1958. 1958-1959.<br />
46. Voor het jaar 1959. 1959.<br />
47. Voor het jaar 1960. 1959-1960 167 .<br />
48. Register waarin uitreiking <strong>van</strong> en betaling voor de lidmaatschapsbewijzen werden<br />
opgetekend. 1961-1962 11 . 1 deel.<br />
49-50. Lidmaatschapsbewijzen. [1960-1961]. 2 pakken.<br />
49. Van 1960. [1960].<br />
50. Van 1961. [1961].<br />
164 Deze briefwisseling vertoont opvallende lacunes. Voor de briefwisseling <strong>van</strong> na maart 1960 verwijzen we naar het archief<br />
<strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen, briefwisseling over diverse onderwerpen.<br />
165 Aan de hand <strong>van</strong> de voorkomende bedragen en vergelijking met de bijlagen bij de boekhouding kon worden opgemaakt<br />
dat dit dagboek door de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen werd gevormd.<br />
166 In het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen bevindt zich een alfabetisch ledenregister dat de periode<br />
ca. 1955-1991 omvat.<br />
167 De serie wordt in het begin <strong>van</strong> 1960 plots afgebroken. Pas na 1961 - intussen PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen<br />
- wordt de serie heropgenomen.
HET LIBERAAL HUIS NNN -<br />
51-55. Staten betreffende de ledenaantallen. 1955-[1960]. 5 omslagen.<br />
51. In 1956. 1955-1956.<br />
52. In 1957. 1957.<br />
53. In 1958. [1958].<br />
54. In 1959. [1959].<br />
55. In 1960. [1960].<br />
3. Stukken betreffende de interne partijwerking<br />
3.1. Stukken betreffende de partijwerking in zijn geheel<br />
3.1.1. Stukken betreffende de nationale partijorganen<br />
56-58. Dossiers betreffende de nationale congressen. 1956, 1959, 1961. 3 omslagen.<br />
56. <strong>Het</strong> op 27 en 28 oktober 1956 gehouden algemeen congres. 1956.<br />
57. <strong>Het</strong> <strong>van</strong> 6 tot 8 november 1959 gehouden algemeen congres. 1959.<br />
58. <strong>Het</strong> op 7 en 8 oktober 1961 gehouden PVV-stichtinscongres. 1961 168 .<br />
59-60. Briefwisseling betreffende de afgevaardigden in de nationale partijorganen. Met bij-<br />
lagen. 1947-1961. 1 pak en 1 omslag.<br />
59. 1947-1/1959 169 . 1 pak.<br />
60. 11/1959-1961. 1 omslag.<br />
3.1.2. Stukken betreffende de leden<br />
61-68. Briefwisseling betreffende de toekenning <strong>van</strong> partijmedailles aan ver<strong>die</strong>nstelijke leden door<br />
de LP-Commissie voor de Eretekens. Met bijlagen. 1956-1961 170 . 7 omslagen.<br />
61. De zitting <strong>van</strong> 1956. 1956.<br />
62. De gewone zitting <strong>van</strong> 1957. 1957.<br />
63. De buitengewone zitting «Verkiezingen 1958». 1957-1958.<br />
64. De eerste zitting <strong>van</strong> 1959. 1959.<br />
65. De tweede zitting <strong>van</strong> 1959. 1959-1960.<br />
66. De eerste zitting <strong>van</strong> 1960. 1960.<br />
67. De tweede zitting <strong>van</strong> 1960. 1960.<br />
68. De eerste zitting <strong>van</strong> 1961. 1961.<br />
3.1.3. Stukken betreffende het provinciaal niveau<br />
69. Briefwisseling betreffende de contactvergaderingen <strong>van</strong> de afgevaardigden <strong>van</strong> de<br />
liberale arrondissementsfederaties uit de provincie Antwerpen. Met bijlagen. 1957-<br />
1959 171 . 1 omslag.<br />
3.2. Stukken betreffende de arrondissementele partijwerking<br />
3.2.1. Stukken betreffende afdelingen en korpsen in het algemeen 172<br />
70-74. Briefwisseling met liberale <strong>verenigingen</strong>. Met bijlagen. 1956-1959.<br />
70. Uit district Antwerpen. 1956-11/1957.<br />
4 omslagen en 1 pak.<br />
1 omslag.<br />
71.<br />
72.<br />
Uit district Antwerpen. 12/1957-1959.<br />
Uit district Berchem-Borgerhout. 1956-1959<br />
1 pak.<br />
173 . 1 omslag.<br />
168 Dit dossier werd gevormd door zowel LP- als PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen en hoort dus in beider<br />
inventarissen thuis.<br />
169 Vele stukken zijn aangetast door roest. Dit is te wijten aan geoxydeerde nietjes en paperclips.<br />
170 Alle aangetast door vocht.<br />
171 Eén stuk door vocht aangetast.<br />
172 Voor wat de briefwisseling met de korpsen betreft, verwijzen we naar het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie<br />
Antwerpen. Vanaf april 1960 begon de nieuwe permanente secretaris Charles De Weze met een nieuwe serie briefwisseling,<br />
waarvoor bestanddelen werden gevormd per afdeling en niet langer per district. Deze bestanddelen liepen vaak door<br />
tot ca. 1976 en werden daarom bij het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen gehouden.<br />
173 Door vocht aangetast.
HET LIBERAAL HUIS OOO -<br />
73. Uit district Boom-Kontich. 1956-1959 20 . 1 omslag.<br />
74. Uit district Ekeren. 1956-1959 20 . 1 omslag.<br />
3.2.2. Stukken betreffende de uitbouw <strong>van</strong> het liberalisme<br />
75. Register dat inlichtingen bevat betreffende in het arrondissement werkzame liberale<br />
<strong>verenigingen</strong>. [Ca. 1957]. 1 Kaartsysteem.<br />
76. Dossier betreffende de resultaten <strong>van</strong> de enquête naar samenstelling en werking <strong>van</strong> de<br />
aangesloten korpsen. 1959-1960. 1 omslag.<br />
77. Dossier betreffende de heroprichting <strong>van</strong> een Verbond der Liberale Toneel<strong>verenigingen</strong> <strong>van</strong><br />
het arrondissement Antwerpen. 1955-1956. 1 omslag.<br />
78. Dossier betreffende de oprichting <strong>van</strong> plaatselijke afdelingen met het oog op de<br />
verkiezingen. 1956-1957, z.d. 1 omslag.<br />
79. Briefwisseling betreffende de oprichting <strong>van</strong> een liberale arrondissementele middenstandsorganisatie.<br />
1956-1957. 1 omslag.<br />
80. Dossier betreffende de statutenwijziging, ter aanvaarding <strong>van</strong> vertegenwoordigers <strong>van</strong><br />
de Federatie <strong>van</strong> de Belgische Liberale Middenklasse en de Federatie der Vrijzinnige Mutualiteiten<br />
<strong>van</strong> de provincie Antwerpen in de Bestuurraad. 1956-1957. 1 omslag.<br />
81-82. Briefwisseling met het oog op het opstellen <strong>van</strong> een agenda <strong>van</strong> de door de<br />
arrondissementele liberale <strong>verenigingen</strong> georganiseerde activiteiten. Met bijlagen. 1957,<br />
1959-1960. 2 omslagen.<br />
81. 1957.<br />
82. 1959-1960.<br />
3.2.3. Stukken betreffende de controle op korpsen en afdelingen<br />
83. Briefwisseling betreffende het onderzoek naar de interne problemen in de LP-afdeling<br />
Deurne. 1957. 1 omslag.<br />
84. Briefwisseling betreffende enkele uit de Bestuurraad gesloten leden. 1958. 1 omslag.<br />
3.2.4. Stukken betreffende de ledenactiviteiten<br />
85. Dossier betreffende de liberale meeting <strong>van</strong> 4 mei 1956. 1956. 1 omslag.<br />
86. Dossier betreffende de liberale meeting <strong>van</strong> 14 juni 1956, ter ere <strong>van</strong> de ministers Omer<br />
Vanaudenhove en Albert Lilar. 1956. 1 omslag.<br />
87. Dossier betreffende de «huldeviering Albert Lilar» op 23 september 1956, ter<br />
gelegenheid <strong>van</strong> de tweede Dag <strong>van</strong> de Vrijheid. 1956. 1 omslag.<br />
88-91. Dossiers betreffende de partijfeesten. 4 omslagen.<br />
88. <strong>Het</strong> op 7 februari 1957 gehouden tweede partijfeest. 1956-1957.<br />
89. <strong>Het</strong> op 16 januari 1958 gehouden derde partijfeest. 1957-1958 174 .<br />
90. <strong>Het</strong> op 15 oktober 1959 gehouden partijfeest. 1959.<br />
91. <strong>Het</strong> op 15 mei 1960 gehouden partijfeest. 1960.<br />
92. Dossier betreffende de Jan Van Rijswijck-herdenking. 1957. 1 omslag.<br />
93. Dossier betreffende het filmgala <strong>van</strong> 11 juni 1959 in zaal Majestic, n.a.v. het arrondissementeel<br />
congres. 1959. 1 omslag.<br />
3.2.5. Stukken betreffende het informeren <strong>van</strong> de leden<br />
94. Dossier betreffende de op 4 december 1959 gehouden spreekbeurt <strong>van</strong> Omer<br />
Vanaudenhove over de liberalen in de regering. 1959. 1 omslag.<br />
95. Dossier betreffende de uitgave <strong>van</strong> het tijdschrift De Liberale Gids. 1960-1961.<br />
1 omslag.<br />
4. Stukken betreffende de externe werking<br />
4.1. Stukken betreffende de wetgevende verkiezingen<br />
96. Stukken betreffende de verkiezingen. 1946, [1949-1950, 1952], 1954, z.d. 1 omslag.<br />
174 Gedeeltelijk door vocht en stof aangetast.
HET LIBERAAL HUIS PPP -<br />
97-102. Dossiers betreffende de herzieningen <strong>van</strong> de gemeentelijke officiële kiezerslijsten. Met<br />
bijlagen. 1947-1949, 1951, 1953-1959. 6 omslagen.<br />
97. De <strong>van</strong> 1948 tot 1950 geldende kiezerslijsten. 1947-1949.<br />
98. De <strong>van</strong> 1952 tot 1954 geldende kiezerslijsten. 1951.<br />
99. De <strong>van</strong> 1954 tot 1956 geldende kiezerslijsten. 1953-1954.<br />
100. De <strong>van</strong> 1956 tot 1958 geldende kiezerslijsten. 1955-1956.<br />
101. De <strong>van</strong> 1958 tot 1960 geldende kiezerslijsten. 1957-1958.<br />
102. De <strong>van</strong> 1960 tot 1962 geldende kiezerslijsten. 1959.<br />
103. Briefwisseling betreffende de bestelling <strong>van</strong> publikaties i.v.m. verkiezingen. 1956-<br />
1958. 1 omslag.<br />
104. Dossier betreffende de wijziging <strong>van</strong> het pollreglement. 1957. 1 omslag.<br />
105. Register waarin de uitslagen <strong>van</strong> de parlementsverkiezingen <strong>van</strong> 1 juni 1958, per bureel<br />
en per kandidaat zijn opgetekend. [1958]. Kopie. 1 deel.<br />
106. Staten <strong>van</strong> de liberale kandidaten voor Kamer, Senaat en provincie. Z.d. 1 omslag.<br />
107. Ontwerp (?) <strong>van</strong> circulaire aan de individuele leden betreffende de werving <strong>van</strong> gelden<br />
met het oog op een betere propaganda. [Ca. 1946]. 1 stuk.<br />
4.2. Stukken betreffende het sociaal <strong>die</strong>nstbetoon<br />
108. Dossier betreffende de door de arrondissementsfederatie in 1959 en 1960 georganiseerde<br />
sociale zitdagen. 1958-1960. 1 omslag.<br />
2.3.2.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie<br />
1. Documentatiemap met gegevens over allerhande organisaties <strong>van</strong> buiten het<br />
Antwerpse arrondissement. [ca. 1957]. 1 omslag.<br />
2. Documentatiemap met gegevens over de liberale organisaties en personen uit het<br />
Antwerpse arrondissement. 1955-1959. 1 omslag.<br />
3. Knipselmap betreffende wetgeving i.v.m. ouderdomspensioenen. 1956-1957.<br />
1 omslag.<br />
4. Publikaties i.v.m. wetgeving betreffende verkiezingen.<br />
BOON, V. <strong>Het</strong> Belgisch staatsrecht. Boek I. <strong>Het</strong> grondwettelijk recht. Lier, z.d. 2 dln.<br />
* DE BEUS, P. Korte samenvatting <strong>van</strong> den leergang in het burgerlijk recht.<br />
Antwerpen, 1933.<br />
* DE JONGH, R. Syllabus <strong>van</strong> den leergang over bestuurlijk recht. Antwerpen,<br />
1932.<br />
* DELCROIX, A. Handboek voor de wetgevende en provinciale verkiezingen. Brussel,<br />
1936.<br />
* DELCROIX, A. Receuil des lois électorales belges concernant les élections législatives<br />
et provinciales coordonnées et annotées. Brussel, 1946.<br />
* DELCROIX, A. Verzameling der Belgische kieswetten over kamer- en provincieraadsverkiezingen,<br />
samengevoegd en aangetekend. Brussel, 1936.<br />
* DELCROIX, A; VANDENBULCKE, G. en VAN HOUTTE, E. Handboek voor de<br />
parlements- en provincieraadsverkiezingen. Brussel, 1954.<br />
* DE RUYTER, T. Provinciale wet <strong>van</strong> 30 april 1836 met aanvullende wetten en<br />
syllabus <strong>van</strong> den leergang. Antwerpen, 1931.<br />
* <strong>Het</strong> gemeentekorps. Regelen <strong>van</strong> kiesrecht. Brugge, 1952.<br />
* VANDENBULCKE, G. Code électoral et textes coordonnées des lois et arrêtés<br />
relatifs aux élections législatives, provinciales, communales, consulaires et<br />
prud'homales. Brussel, 1938.<br />
5. Documentatiemappen (voornamelijk uittreksels uit het Belgisch Staatsblad) betreffende<br />
de kieswetgeving.
2.3.3. ARCHIEFINVENTARIS VAN DE PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD<br />
2.3.3.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />
1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
1.1. Stukken <strong>van</strong> algemeen regelgevende aard<br />
1.2. Stukken betreffende de bestuurswerking<br />
2. Stukken <strong>van</strong> financiële en administratieve aard<br />
2.1. Stukken <strong>van</strong> financiële aard<br />
2.1.1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
2.1.2. Boekhoudkundige stukken<br />
2.1.3. Bijlagen bij de boekhouding<br />
2.2. Stukken betreffende de ledenadministratie<br />
2.3. Stukken betreffende de administratie <strong>van</strong> de bijdragen <strong>van</strong> mandatarissen en<br />
vertegenwoordigers<br />
2.4. Stukken betreffende de werking <strong>van</strong> het secretariaat<br />
3. Stukken betreffende de interne partijwerking<br />
3.1. Stukken betreffende de partijwerking in het algemeen<br />
3.1.1. Stukken betreffende het nationale niveau<br />
3.1.2. Stukken betreffende het arrondissementeel niveau<br />
3.2. Stukken betreffende de plaatselijke partijwerking<br />
3.2.1. Briefwisseling met betrekking tot het plaatselijk liberalisme<br />
3.2.2. Stukken betreffende de wijkkernen<br />
3.2.3. Stukken betreffende de ledenactiviteiten<br />
3.2.4. Stukken betreffende het informeren <strong>van</strong> de leden<br />
4. Stukken betreffende de externe werking<br />
4.1. Stukken betreffende de gemeenteraadsverkiezingen<br />
4.2. Stukken betreffende het stedelijk beleid<br />
5. Stukken waar<strong>van</strong> het verband met het archief onduidelijk is<br />
2.3.3.2. Inleiding<br />
2.3.3.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />
De PVV-afdeling Antwerpen-stad volgde in navolging <strong>van</strong> de omvorming <strong>van</strong> LP tot PVV op nationaal<br />
vlak, de LP-afdeling Antwerpen-stad op. Wanneer de oprichting precies plaatsvond is ons niet bekend,<br />
maar dat gebeurde alleszins ten laatste in de loop <strong>van</strong> 1962 274 . Aan het bestaan <strong>van</strong> deze afdeling<br />
kwam een einde ten gevolge <strong>van</strong> de fusie <strong>van</strong> Groot Antwerpen op 1 januari 1983. De nieuw opgerichte<br />
<strong>verenigingen</strong> PVV-afdeling Groot-Antwerpen en PVV-districtsvereniging Antwerpen-stad kunnen beide als<br />
opvolgers beschouwd worden 275 .<br />
De stadsafdeling groepeerde alle personen <strong>die</strong> het PVV-programma onderschreven en hun<br />
woonplaats in de stad hadden. Volgens het reglement <strong>van</strong> deze afdeling was het belangrijkste doel de<br />
vlotte werking <strong>van</strong> de Antwerpse PVV te verzekeren en <strong>die</strong> <strong>van</strong> de erkende onderafdelingen te<br />
harmoniseren met het oog op de verdediging en de verspreiding <strong>van</strong> de door de PVV erkende<br />
stellingen 276 . De plaatselijke afdeling was binnen de partij m.a.w. <strong>die</strong> geleding <strong>die</strong> het liberalisme op<br />
het niveau <strong>van</strong> de gemeente had uit te dragen.<br />
274 De PVV werd onder impuls <strong>van</strong> LP-voorzitter Omer Vanaudenhove opgericht tijdens het stichtingscongres <strong>van</strong> 7 en 8<br />
oktober 1961. Volgens inventarisnummer 35 werd de PVV-afdeling Antwerpen-stad pas op 15 oktober 1962 gesticht.<br />
275 Voor meer informatie daarover verwijzen we naar de inleidingen op de inventarissen <strong>van</strong> <strong>die</strong> <strong>verenigingen</strong>.<br />
276 LA, Archief mevrouw Vogels-De Loose, reglement PVV-Antwerpen, z.d., art. 2.
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD GGG -<br />
Voor het toelichten <strong>van</strong> de werking vertrekken we <strong>van</strong>uit de situatie zoals ze zich in 1982<br />
voordeed 277 . <strong>Het</strong> bestuur <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad bestond op dat moment uit Dagelijks<br />
Bestuur, Partijbestuur, Partijraad, Algemene Vergadering, Politiek Comité en CAPR. <strong>Het</strong> Dagelijks<br />
Bestuur had zoals de naam het zegt de dagelijkse leiding over de afdeling en werd in de eerste jaren <strong>van</strong><br />
haar bestaan Bureel genoemd. Ten laatste <strong>van</strong>af 1967 werd het ook al eens Bestuur genoemd en iets later<br />
ook wel eens Dagelijks Bestuur. Pas <strong>van</strong>af 1973 echter werd deze laatste naam definitief. Naast de<br />
voorzitter zetelden hierin 2 ondervoorzitters, een secretaris, een penningmeester en 2 leden <strong>die</strong> door het<br />
Comité werden aangeduid. De gemeentelijke mandatarissen hadden slechts een raadgevende stem. <strong>Het</strong><br />
Partijbestuur telde iets meer leden dan het Dagelijks Bestuur. Ook de benaming <strong>van</strong> dit orgaan maakte<br />
een hele evolutie mee. Wellicht <strong>van</strong>af 1962, maar in elk geval tot 1973 werd het Comité genoemd, <strong>van</strong><br />
1973 tot 1980 Uitgebreid Bestuur en tot slot slechts tijdens de laatste twee jaar Partijbestuur. <strong>Het</strong> Comité<br />
bestond ca. 1972 uit de voorzitter, 1 afgevaardigde per 50 leden en minimum 20 door de Algemene<br />
Vergadering verkozen leden, gemeenteraads- en COO-leden en de voorzitters of hun afgevaardigden<br />
<strong>van</strong> de erkende liberale <strong>verenigingen</strong>. <strong>Het</strong> comité kwam slechts éénmaal per maand samen, met<br />
uitzondering <strong>van</strong> de vakantiemaanden juli en augustus. De Partijraad kwam enkel en alleen in het<br />
reglement voor. Notulen of andere stukken hierover ontbreken. Wellicht bestond dit orgaan enkel op<br />
papier 278 . Met de Algemene Vergadering wordt het rijtje traditionele vergaderorganen afgesloten.<br />
Deze vergadering <strong>die</strong> minimaal éénmaal per jaar samenkwam verenigde alle leden <strong>die</strong> hun lidgeld<br />
betaald hadden. De bevoegdheden lagen vooral op het vlak <strong>van</strong> de goedkeuring <strong>van</strong> programma,<br />
jaarverslag en rekeningen. Daarenboven werden er de voorzitter en de 20 leden <strong>van</strong> het Partijbestuur<br />
verkozen voor een mandaat <strong>van</strong> vier jaar. Om verkozen te worden moest een kandidatuur worden<br />
inge<strong>die</strong>nd <strong>die</strong> de handtekeningen droeg <strong>van</strong> 20 andere leden <strong>die</strong> de gegadigde steunden. Naast de<br />
gewone jaarlijkse vergaderingen, <strong>die</strong>nde de Algemene Vergadering te worden bijeengeroepen wanneer<br />
50 leden er om verzochten. <strong>Het</strong> Politiek Comité was een belangrijk orgaan dat in 1967 werd opgericht<br />
met het oog op de deelname aan het stedelijk beleid. Die oprichting was één <strong>van</strong> de eerste beleidsdaden<br />
<strong>van</strong> de nieuwe voorzitter Paul Bludts 279 . De vergadering bestond uit de gemeenteraads- en OCMWleden.<br />
<strong>Het</strong> voornaamste doel behelsde de voorbereiding <strong>van</strong> de gemeenteraden en de opvolging <strong>van</strong> de<br />
OCMW-werking. Tot slot beschikte ook de PVV-afdeling Antwerpen-stad over een CAPR 280 . Dit orgaan<br />
werd door een afzonderlijke voorzitter geleid <strong>die</strong> door het Dagelijks Bestuur was verkozen 281 . Onder<br />
de leden <strong>van</strong> dit comité werden een secretaris en een schatbewaarder aangesteld. Met hun drieën<br />
vormden zij samen met de plaatselijke voorzitter en secretaris-generaal het dagelijks bestuur <strong>van</strong> het<br />
CAPR. <strong>Het</strong> uitgebreid CAPR trad tegelijkertijd als adviserend en uitvoerend orgaan <strong>van</strong> het CAPR op.<br />
Naast de leden <strong>van</strong> het dagelijks CAPR-bestuur bestond deze vergadering uit de leden <strong>van</strong> het Dagelijks<br />
Bestuur, de voorzitters <strong>van</strong> de wijkcomités, de voorzitters en secretarissen <strong>van</strong> de onderafdelingen en de<br />
voorzitters <strong>van</strong> de door de PVV erkende liberale <strong>verenigingen</strong>. De bevoegdheden <strong>van</strong> het CAPR lagen<br />
op het vlak <strong>van</strong> de actie en propaganda. Eén <strong>van</strong> de concrete opdrachten was de uitgave <strong>van</strong> het<br />
Kaderblad.<br />
Zoals gezegd waren ook plaatselijke afdelingen slechts een onderdeel <strong>van</strong> het nationale PVVgeheel.<br />
De PVV-afdeling Antwerpen-stad maakte integraal deel uit <strong>van</strong> de Antwerpse districtsvereniging<br />
en <strong>van</strong> de Antwerpse arrondissementsfederatie en kon dan ook vertegenwoordigers aanduiden in een<br />
aantal besturen <strong>van</strong> <strong>die</strong> niveaus, waaronder het arrondissementele Federaal Comité. Ook de<br />
onderafdelingen hadden recht op minimaal één vertegenwoordiger in het Federaal Comité. Via de<br />
arrondissementsfederaties had de plaatselijke afdeling overigens ook onrechtstreeks afgevaardigden in<br />
het PVV-Congres. Boven<strong>die</strong>n was de voorzitter vertegenwoordigd in alle partij-instanties. <strong>Het</strong> was<br />
277 Meer informatie over de wijzigingen in de werking volgt in de volgende alinea's. De gegevens voor dit gedeelte komen<br />
hoofdzakelijk uit inventarisnummer 1 en uit het reglement <strong>van</strong> PVV-afdeling Antwerpen-stad (LA, archief mevrouw<br />
Vogels-De Loose).<br />
278 LA, Archief mevrouw Vogels-De Loose, reglement PVV-Antwerpen, z.d., art. 11.<br />
279 Inventarisnummer 16.<br />
280 Tussen 1962 en 1965 werd dit orgaan ACC genoemd.<br />
281 Hiervoor verwijzen we naar het CAPR-reglement : inventarisnummer 7.
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD HHH -<br />
namelijk zijn bevoegdheid de richtlijnen <strong>die</strong> uitgingen <strong>van</strong> het PVV-Directiecomité of <strong>van</strong> het<br />
arrondissement toe te passen. De plaatselijke afdelingen konden niet alleen invloed uitoefenen op de<br />
federatie, maar werden er ook door gecontroleerd. De statuten <strong>van</strong> de plaatselijke afdeling bv. <strong>die</strong>nden<br />
steeds door het arrondissement goedgekeurd. De leden <strong>van</strong> het arrondissementeel bestuur mochten<br />
daarom te allen tijde de vergaderingen <strong>van</strong> de afdelingen bijwonen.<br />
De plaatselijke afdelingen zelf bestonden meestal nog uit een aantal onderafdelingen. In<br />
Antwerpen waren dit enerzijds oude korpsen en afdelingen <strong>van</strong> erkende organisaties en anderzijds<br />
wijkkernen. Elke vereniging mocht overigens door een plaatselijke afdeling worden erkend in<strong>die</strong>n<br />
voldaan werd aan de voorwaarden : de PVV-ideologie te erkennen en naleven. In een stad met de<br />
om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> Antwerpen waren wijkafdelingen een noodzaak om de goede werking <strong>van</strong> de afdeling te<br />
verzekeren. Tegenover de onderafdelingen had het Dagelijks Bestuur het recht één <strong>van</strong> haar leden te<br />
sturen om interne problemen te trachten op te lossen. Activiteiten <strong>die</strong> door de onderafdelingen werden<br />
georganiseerd <strong>die</strong>nden door het afdelingsbestuur goedgekeurd met het oog op een bredere weerklank<br />
<strong>van</strong> <strong>die</strong> manifestaties. Om als onderafdeling te worden erkend, moest een hele procedure worden<br />
gevolgd waartoe onder andere het in<strong>die</strong>nen <strong>van</strong> een dossier behoorde. Wanneer men het er over eens<br />
werd dat een vereniging in aanmerking kwam, werd het voorstel <strong>van</strong> het Partijbestuur ter goedkeuring<br />
voorgelegd aan de Algemene Vergadering. De erkenning als onderafdeling hield het automatische recht<br />
in <strong>van</strong> een afgevaardigde in de Partijraad. De erkenning kon echter op elk moment weer worden<br />
ingetrokken. Eén <strong>van</strong> de gronden daarvoor kon zijn dat de bewuste vereniging zich manifest niet hield<br />
aan de liberale ideologie. Naast dergelijke onderafdelingen, konden ook onderafdelingen worden<br />
opgericht <strong>die</strong> een bepaalde wijk vertegenwoordigden en een socio-economische entiteit vormden. Ook<br />
hier ging een hele procedure aan vooraf. In dichtbevolkte gebieden kon het Dagelijks Bestuur op<br />
voorstel <strong>van</strong> het Comité overgaan tot het oprichten <strong>van</strong> onderafdelingen of districten. Deze <strong>verenigingen</strong><br />
<strong>die</strong>nden binnen hun invloedssfeer de politieke contacten tussen de leden <strong>van</strong> een grote afdeling te<br />
bevorderen, de partijpropaganda te intensifiëren en een meer doelmatige hulp te verstrekken aan het<br />
Comité. Dit Comité <strong>die</strong>nde op de hoogte te worden gehouden <strong>van</strong> elke activiteit <strong>van</strong> gelijk welke<br />
onderafdeling. De leden <strong>van</strong> het Comité konden daartoe de vergaderingen bijwonen. In de tweede helft<br />
<strong>van</strong> de jaren zeventig werd door de afdeling een vernieuwde activiteit aan de dag gelegd, nieuwe<br />
inspanningen gedaan om opnieuw wijkkernen op te richten. Dit had dezelfde bedoeling als voorheen,<br />
maar er werd wel een plan opgesteld, waardoor de actie - zoals uit het archief bleek - meer kans op<br />
slagen had 282 .<br />
De plaatselijke voorzitter concentreerde de meeste macht. Boven<strong>die</strong>n beschikte hij over de<br />
residuaire bevoegdheid. De administratieve secretaris <strong>van</strong> zijn kant had als opdracht het opstellen <strong>van</strong><br />
de notulen <strong>van</strong> het Dagelijks Bestuur. De notulen <strong>van</strong> de andere vergaderingen werden opgemaakt door<br />
een door het Partijbestuur aangestelde verslaggever, op uitzondering <strong>van</strong> het Politiek Comité waar de<br />
politieke secretaris <strong>die</strong> opdracht vervulde. De administratieve secretaris coördineerde voorts de door de<br />
erkende onderafdelingen georganiseerde activiteiten en stond de voorzitter bij de uitoefening <strong>van</strong> zijn<br />
taken op administratief vlak bij. De penningmeester was verantwoordelijk voor het financieel beheer.<br />
Dit betekende in de praktijk het bijhouden <strong>van</strong> een boekhouding en het verslag uitbrengen <strong>van</strong> de<br />
financiële toestand aan het Dagelijks Bestuur. Aan <strong>die</strong> vergadering en aan de voorzitter was hij<br />
verantwoording verschuldigd. Samen met de administratieve secretaris beheerde hij nog het<br />
ledenbestand. De public relations had tot taak de verspreiding <strong>van</strong> de liberale gedachte onder de<br />
bevolking te bevorderen. Deze technicus kon worden aangesteld om het ledenblad op technisch vlak uit<br />
te werken. Wanneer zo iemand werd aangesteld, zorgde hij samen met de administratieve secretaris<br />
voor de coördinatie <strong>van</strong> de activiteiten der onderafdelingen. Verantwoording was hij verschuldigd aan<br />
het Dagelijks Bestuur. <strong>Het</strong> Partijbestuur kon boven<strong>die</strong>n iemand aanwijzen om zich bezig te houden met<br />
de werking en coördinatie <strong>van</strong> de plaatselijke afdeling. Deze man zetelde om <strong>die</strong> reden in het<br />
arrondissementele CAPR. De politieke secretaris was belast met het opvolgen <strong>van</strong> de beslissingen en<br />
activiteiten <strong>van</strong> de gemeenteraad en de rapportering er<strong>van</strong> aan het Dagelijks Bestuur. In het kader <strong>van</strong><br />
<strong>die</strong> functie zetelde hij in zowel gemeenteraad, Politiek Comité als Dagelijks Bestuur.<br />
282 Inventarisnummer 152.
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD III<br />
-
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD JJJ -<br />
BIJLAGE 8 : lijst <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad<br />
ADMINISTRATIEF, BESTENDIG OF PERMANENT SECRETARIS<br />
24/03/1972 - 26/04/1972 R. COP<br />
09/04/1973 - 26/02/1980 A. WAGEMANS<br />
03/04/1980 - 26/10/1981 Fernand DE BORGHER<br />
29/01/1982 - 06/04/1983 E. VAN DEN BOSCH 283<br />
VOORZITTER<br />
30/07/1964 - 21/04/1965 A. KINSBERGEN<br />
05/01/1967 - 09/03/1971 P. BLUDTS<br />
10/03/1971 - 22/09/1982 Piet VAN ROE<br />
12/04/1983 Corneel MASSON<br />
PENNINGMEESTER OF SCHATBEWAARDER<br />
05/01/1967 - 02/08/1970 Julia DORIKENS-VAN GASTEL<br />
09/03/1971 - 10/1972 Julien COPPENS<br />
02/02/1973 - 09/04/1973 J. WESTHAVENS<br />
26/11/1974 - 26/01/1977 H. VAN DE PERRE 284<br />
05/09/1977 - 25/09/1980 Charles DE WEZE<br />
04/06/1981 - Eddy UYTGEERTS<br />
SECRETARIS(-GENERAAL)<br />
09/03/1971 - 26/11/1974 J. BLONDE<br />
26/11/1974 - 05/09/1977 G. VAN DER LINDEN<br />
23/03/1979 - 06/04/1983 Charles DE WEZE 285<br />
283<br />
Opvallend is dat hij nog steeds deze functie uitoefende in 1983.<br />
284<br />
Nam ontslag.<br />
285<br />
In 1979 en 1980 waarnemend.
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD KKK -<br />
Iedereen kon lid worden <strong>van</strong> een plaatselijke afdeling, zolang hij of zij akkoord ging met het<br />
PVV-programma. Wanneer leden de PVV-statuten en -reglementen niet naleefden of wanneer tussen<br />
leden <strong>van</strong> een bepaalde afdeling onderling <strong>die</strong>pgaande geschillen rezen, dan konden op<br />
arrondissementeel niveau via een arbitrageprocedure tuchtmaatregelen worden genomen. De<br />
tuchtprocedure was zeer ingewikkeld, behoorlijk sterk uitgewerkt en liep via verschillende federale<br />
bestuursorganen. De mogelijke tuchtmaatregelen waren : verwittiging, blaam en voorlopige of<br />
definitieve uitsluiting. <strong>Het</strong> bleef echter steeds mogelijk beroep aan te tekenen bij het PVV-Directiecomité.<br />
Net zoals de arrondissementsfederatie speelde de plaatselijke afdeling een belangrijke rol in de<br />
verspreiding <strong>van</strong> de lidmaatschapsbewijzen. De kaarten werden ont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong>uit de arrondissementsfederatie<br />
en over de onderafdelingen verspreid. De administratie <strong>van</strong> verkoop en ledenaantallen<br />
werd gecentraliseerd in het plaatselijke secretariaat. De verdeling <strong>van</strong> de ont<strong>van</strong>gen lidgelden onder de<br />
verschillende partijgeledingen gebeurde door het plaatselijk bestuur. Een andere belangrijke<br />
inkomstenbron <strong>van</strong> de plaatselijke afdelingen werd behelsde de bijdragen <strong>van</strong> de plaatselijke<br />
mandatarissen : gemeenteraads- en OCMW-leden en leden <strong>van</strong> intercommunales en<br />
huisvestingsmaatschappijen. Deze personen betaalden een door het Dagelijks Bestuur vastgesteld<br />
percentage <strong>van</strong> hun ont<strong>van</strong>gen zitpenningen aan de afdeling af.<br />
De voorbereiding <strong>van</strong> de gemeenteraadsverkiezingen kan als één <strong>van</strong> de belangrijkste<br />
bevoegdheden <strong>van</strong> de plaatselijke afdelingen worden beschouwd. Die activiteit werd vooral<br />
gekenmerkt door de samenstelling <strong>van</strong> de lijst. Over de binnengekomen kandidaturen <strong>die</strong> eventueel<br />
reeds in een bepaalde volgorde waren geplaatst kon via een poll door alle leden uitspraak gedaan<br />
worden in een geheime stemming. De gemeenteraadsverkiezingen <strong>van</strong> 1982 behoorden echter niet meer<br />
tot de bevoegdheid <strong>van</strong> de afdeling. Dit had alles te maken met de nakende Antwerpse fusie. Tijdens de<br />
verkiezingen <strong>die</strong>nden namelijk gemeenteraadsleden te worden verkozen voor de nieuwe gemeente. Die<br />
gemeente overtrof echter het machtsgebied <strong>van</strong> de Antwerpse PVV-afdeling. Om de fusiebesprekingen<br />
te volgen werd daarom binnen de arrondissementsfederatie een speciaal comité opgericht. Dit OCGA<br />
telde vertegenwoordigers uit alle afdelingen <strong>die</strong> bij de fusie waren betrokken. <strong>Het</strong> was dan ook het<br />
OCGA - als onderdeel <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie - dat de voorbereiding <strong>van</strong> de<br />
gemeenteraadsverkiezingen 1982 voor haar rekening nam.<br />
De PVV-afdeling <strong>van</strong> Antwerpen onderging een aantal grondige herstructureringen. Deze<br />
veranderingen vallen opvallend vaak samen met het aantreden <strong>van</strong> nieuwe besturen en een gelijktijdige<br />
naamsverandering <strong>van</strong> de organen. Opdrachten en werking bleven echter grosso modo gelijk aan de<br />
hierboven geschetste toestand. Een eerste belangrijke breuk deed zich voor in 1967 toen Paul Bludts tot<br />
nieuwe voorzitter werd verkozen. Zoals gezegd leidde dit tot de oprichting <strong>van</strong> het Politiek Comité.<br />
Veel ingrijpender echter was de volledige bestuurswissel <strong>die</strong> in maart 1971 plaatsvond omdat<br />
de werking <strong>van</strong> de afdeling te wensen over liet. De nieuwe bewindsploeg met voorzitter Piet Van Roe<br />
op kop, stond echter wel onder toezicht <strong>van</strong> het controlecomité. Dit comité <strong>die</strong>nde te verifiëren of de<br />
nieuwe bewindsploeg wel degelijk een nieuw elan gaf aan de afdeling. De effectiviteit <strong>van</strong> het nieuwe<br />
bestuur vertaalde zich in tal <strong>van</strong> nieuwe initiatieven, zoals persconferenties, het volgen <strong>van</strong> de<br />
plaatselijke politieke toestand en samenwerking met het PKI. Deze verhoogde activiteit valt zeer goed af<br />
te leiden uit het archief.<br />
2.3.3.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief<br />
<strong>Het</strong> archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad werd voorlopig ontsloten in schenkingslijst 1992/207.<br />
Hieruit bleek meteen dat de documenten voornamelijk de periode 1972-1982 betroffen. Stukken <strong>van</strong><br />
voor 1967 komen zelfs nauwelijks voor. Twee belangrijke feiten liggen ons inziens hieraan ten<br />
grondslag. Ten eerste het nieuwe bestuur dat in maart 1971 aantrad. Belangrijker nog was de verhuis<br />
<strong>van</strong> de administratieve zetel. Minstens tot januari 1972 was deze gevestigd op de Kome<strong>die</strong>plaats 17. Ten<br />
laatste <strong>van</strong>af oktober <strong>van</strong> dat jaar was de zetel gevestigd in de Hertoginstraat 16. In januari of februari<br />
<strong>van</strong> het jaar 1982 ten slotte keerde men naar de oorspronkelijk vestigingsplaats terug 286 . Deze<br />
286 Afgeleid uit de tijdschriftnummers <strong>van</strong> Antwerpen 1980, Antwerpen Vandaag en Antwerpen Morgen.
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD LLL -<br />
verplaatsingen moeten consequenties hebben gehad op het vlak <strong>van</strong> de archiefvorming. Eén <strong>van</strong> de<br />
gevolgen is alleszins dat archief <strong>van</strong> de periode voor 1972 grotendeels, maar zeker niet volledig<br />
ontbreekt. Samenvattend kan worden gesteld dat het archief voor de periode 1972-1982 quasi volledig<br />
is, terwijl de jaren daarvoor slechts sporadisch zijn vertegenwoordigd.<br />
De nieuwe bewindsploeg <strong>die</strong> in 1971 aantrad had blijkbaar enige aandacht voor het archief dat<br />
de vereniging aanmaakte. Twee feiten illustreren dat. Enerzijds besliste het Dagelijks Bestuur in 1974<br />
alle persmededelingen te bewaren op het archief 287 . Anderzijds vonden we tussen de archivalia een los<br />
stuk dat een genummerde lijst <strong>van</strong> onderwerpen bevat 288 . Op dat document waren nog tekenen te<br />
vinden <strong>die</strong> erop wezen dat men het ooit omhooggehangen moet hebben. Samen met de vermelde<br />
rubrieken op de lijst leek dit te wijzen op een depotlijst <strong>die</strong> gebruikt werd om het archief <strong>van</strong> de<br />
vereniging materieel te ordenen. In<strong>die</strong>n nodig kon dezelfde lijst worden gebruikt voor het terugvinden<br />
<strong>van</strong> benodigde documenten. Wellicht werd het archiefmateriaal aan de hand <strong>van</strong> de lijst materieel<br />
geordend in de archiefruimte <strong>van</strong> de Hertoginstraat. Aan de hand <strong>van</strong> de vermelde onderwerpen en de<br />
aanvullingen <strong>die</strong> achteraf werden aangebracht kon worden afgeleid dat het oorspronkelijke stuk tussen<br />
februari 1978 en mei 1980 moet zijn opgesteld 289 . Wellicht was het systeem zelf wel al langer in voege,<br />
want de bestanddelen <strong>die</strong> dateren <strong>van</strong> 1972 en later passen duidelijk binnen het plan. Dit in<br />
tegenstelling tot de stukken <strong>van</strong> voor <strong>die</strong> datum. Benamingen voor vergaderingen <strong>die</strong> typisch waren<br />
voor <strong>die</strong> vroege periode komen trouwens niet voor, zodat kan worden verondersteld dat de archivalia<br />
uit <strong>die</strong> periode zich toen al elders bevonden.<br />
Ondanks het hulpmiddel waarover de secretaris in de vorm <strong>van</strong> de depotlijst beschikte, bleek<br />
het systeem vooral in de jaren 1981 en 1982 niet steeds even consequent te zijn gevolgd. Voor <strong>die</strong> jaren<br />
vonden we meerdere omslagen met niet geordende stukken terug. Op de documenten was dan vaak<br />
«cl.» of «kl.» aangebracht ter aanduiding dat deze stukken nog <strong>die</strong>nden te worden geclasseerd. Wellicht<br />
niet toevallig werden in <strong>die</strong> periode nieuwe administratieve secretarissen - eerst Fernand De Borger en<br />
na<strong>die</strong>n E. Van den Bosch - aangesteld en werd de zetel opnieuw naar het Kome<strong>die</strong>plein overgebracht.<br />
Dat lijkt er boven<strong>die</strong>n op te wijzen dat de aangemaakte stukken in een eerste stadium bij elkaar werden<br />
gehouden en pas achteraf binnen de bestaande series en bestanddelen werden weggeborgen.<br />
287 Inventarisnummer 11.<br />
288 Inventarisnummer 138; zie bijlage 10.<br />
289 <strong>Het</strong> eerste stuk betreffende bibliotheekwezen dateert <strong>van</strong> 29 april 1980. Deze term werd pas later op het stuk<br />
toegevoegd. <strong>Het</strong> moet m.a.w. dateren <strong>van</strong> vóór <strong>die</strong> datum. <strong>Het</strong> tijdschrift Antwerpen Vandaag dat ten vroegste sinds<br />
februari 1978 werd uitgegeven, behoorde wel tot de oorspronkelijke termen. <strong>Het</strong> stuk moet dus zijn opgesteld na januari<br />
<strong>van</strong> dat jaar.
BIJLAGE 9 : de depotlijst<br />
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD MMM -
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD NNN -<br />
De secretarissen <strong>die</strong> bevoegd waren voor het beheer <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de afdeling maakten<br />
niet altijd het nodige onderscheid tussen de verschillende archiefvormers of tussen archief en<br />
documentatie 290 . Dit probleem deed zich manifest voor in de Hertoginstraat waar naast de<br />
stadsafdeling ook het Jan Van Rijswijckcentrum bv. gevestigd was. Voor wat de financiële stukken betreft,<br />
kan de vermenging zeer concreet worden aangetoond. In een verslag <strong>van</strong> 16 april 1975 dat door<br />
controleur <strong>van</strong> de boekhouding Hilda Blondé werd opgesteld, meende zij er te moeten op aandringen<br />
om de boekhouding <strong>van</strong> de beide instellingen strikt gescheiden te houden 291 . Wellicht werd deze<br />
instructie opgevolgd, gezien de bewijsstukken uit 1973 en 1974 vooraan een aantal stukken omvatten<br />
<strong>die</strong> voorafgegaan werden door een scheidingsblad met het opschrift «JVR-Centrum». De erop<br />
aangebrachte nummering doet echter sterk het vermoeden rijzen dat deze stukken oorspronkelijk op<br />
hun plaats in de chronologische serie waren ondergebracht 292 . Dat wordt bevestigd door de<br />
aantekeningen in het kasboek waarin de bestaande toestand niet meer zo eenvoudig kon worden<br />
gewijzigd. Deze vermenging <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> hangt nauw samen met de hechte band <strong>die</strong> tussen beide<br />
<strong>verenigingen</strong> bestond. <strong>Het</strong> Jan Van Rijswijckcentrum dat in 1972 werd opgericht, was immers het<br />
geesteskind <strong>van</strong> toenmalig voorzitter <strong>van</strong> de Antwerpse PVV, Piet Van Roe. De verstrengeling wordt<br />
nogmaals aangetoond door inventarisnummer 52. Dat bestanddeel bevat bewijsstukken betreffende het<br />
telefoonverbruik <strong>van</strong> de verschillende liberale <strong>verenigingen</strong> <strong>die</strong> in de Hertoginstraat 16 waren<br />
gehuisvest. De facturen werden door de RTT verstuurd aan het Jan Van Rijswijckcentrum. De betaling<br />
gebeurde door de PVV-afdeling Antwerpen-stad. De andere <strong>verenigingen</strong> betaalden aan de plaatselijke<br />
PVV-afdeling wat zij verschuldigd waren.<br />
Zoals hierboven reeds werd aangegeven kan dit archief op geen volledigheid bogen. Waar de<br />
overige archivalia zich bevinden is ons niet bekend. <strong>Het</strong> is echter niet onmogelijk dat voorzitters en/of<br />
administratieve secretarissen <strong>van</strong> voor maart 1971 delen <strong>van</strong> het archief bij hen thuis bewaarden.<br />
Aanvullende informatie kan alvast worden gevonden in het persoonlijk archief <strong>van</strong> Charles De Weze,<br />
het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen en het documentatiebestand plaatselijk<br />
liberalisme. Al dat materiaal is te vinden op het Liberaal Archief. Ook de tijdschriften <strong>die</strong> door de PVVafdeling<br />
<strong>van</strong> Antwerpen - Kaderblad, Antwerpen 1980, Antwerpen Vandaag, Antwerpen Morgen,... - werden<br />
uitgegeven kunnen daar worden geraadpleegd.<br />
2.3.3.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />
De toestand waarin het archief zich bevond toen wij onze opdracht aanvingen was als volgt. <strong>Het</strong> archief<br />
bestond grotendeels uit duidelijk afgelijnde bestanddelen. Een aantal omslagen bevatten echter diverse<br />
documenten, terwijl binnen de bestanddelen in een aantal gevallen totaal geen orde aanwezig was. Voor<br />
het gros <strong>van</strong> het materiaal konden we terugvallen op een gekende, maar te reconstrueren oude orde. De<br />
depotlijst gaf echter niet meer dan een structuur aan en kon daarenboven om meerdere redenen niet als<br />
richtlijn voor de herordening worden gebruikt. Ten eerste was de lijst slechts de basis voor de materiële<br />
ordening <strong>van</strong> het archief, zonder dat daaraan een duidelijk plan ten grondslag lag dat gefundeerd was<br />
op de werking <strong>van</strong> de plaatselijke afdeling. Daarenboven werd geen enkel onderscheid gemaakt tussen<br />
archief en documentatie. In de depotlijst vinden we bv. de rubrieken «Antwerpen 1980 - Antwerpen<br />
Morgen - Antwerpen Vandaag» en «Kaderblad - Koerier» <strong>die</strong> in werkelijkheid nagenoeg enkel de tijdschriftnummers<br />
zelf omvatten. De rubriek «PKI-Persconferenties - Colloquiums» bevatte voor een groot deel<br />
knipsels. Boven<strong>die</strong>n - en zo komen we tot het derde argument - bestond een gedeelte <strong>van</strong> <strong>die</strong> laatste<br />
rubriek uit stukken <strong>die</strong> gevormd werden door het PKI. Ook de rubrieken 3 en 4 behelsden vreemde<br />
archiefvormers. Meer bepaald de PVV-Vrouwen <strong>van</strong> de stad Antwerpen en de PVV-districtsvereniging<br />
Antwerpen. Nummer 3 bv. bestond uit één classeur waarbij aan de hand <strong>van</strong> scheidingsbladen de<br />
deelrubrieken werden aangegeven. De stukken <strong>die</strong> voorkwamen na de pagina met opschrift<br />
290 Zie ook de verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie.<br />
291 Inventarisnummmer 34.<br />
292 Inventarisnummers 37 en 40-44.
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD OOO -<br />
«DISTRICT» bleken duidelijk te zijn gevormd door de PVV-districtsvereniging Antwerpen 293 . Tenslotte<br />
nog een woordje over rubriek 23 : «Beheer Hertoginstraat». We vonden geen enkel bestanddeel dat<br />
onder <strong>die</strong> noemer zou kunnen ressorteren 294 . Die opdracht lijkt overigens niet meteen te passen binnen<br />
het takenpakket <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad. Andere rubrieken waar<strong>van</strong> archief lijkt te<br />
ontbreken zijn de nummers 4 en 9. Anderzijds ontbreekt zeer opvallend een rubriek waaronder de<br />
stukken met betrekking tot de verkiezingen konden worden geplaatst.<br />
Uit dit alles werd besloten om niet zomaar beroep te doen op de lijst en de in het archief nog<br />
voorhanden zijnde relicten <strong>van</strong> <strong>die</strong> materiële ordening, zoals de scheidingsbladen bv. Daarentegen<br />
poogden we een compromis te vinden tussen de bestaande, overgeleverde orde en het theoretisch<br />
archiefschema dat in deel 1 werd opgesteld. Vooraleer deze herordening <strong>van</strong> de bestanddelen kon<br />
worden aangevat, <strong>die</strong>nden echter eerst de archivalia <strong>die</strong> door andere <strong>verenigingen</strong> - PKI, PVV-Vrouwen<br />
Antwerpen-stad, PVV-districtsvereniging Antwerpen en Jan Van Rijswijckcentrum - werden gevormd te<br />
worden afgescheiden. De andere moeilijkheden, oplossingen en ingrepen worden hierna behandeld<br />
samen met de uiteenzetting <strong>van</strong> het archiefschema.<br />
De eerste archiefafdeling wordt gevormd door stukken <strong>van</strong> algemene aard. <strong>Het</strong> betreft hier de<br />
stukken <strong>die</strong> op de werking <strong>van</strong> de vereniging in haar geheel betrekking hebben. Helemaal vooraan<br />
komen de statuten en reglementen <strong>die</strong> oorspronkelijk in één classeur zaten en rubriek 1 vormden. <strong>Het</strong><br />
gaat hier niet alleen om de statuten <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad, maar ook om <strong>die</strong> <strong>van</strong> de<br />
nationale, arrondissementele en kantonale niveaus. Al deze regelgevende stukken <strong>die</strong>nden immers te<br />
worden nageleefd door de PVV-afdeling Antwerpen-stad en moeten daarom als algemene stukken<br />
worden beschouwd. <strong>Het</strong>zelfde geldt ons inziens voor de statuten <strong>van</strong> het CAPR en <strong>van</strong> de PVV-<br />
Vrouwen Antwerpen-stad. Alhoewel deze stukken feitelijk niet de algemene werking <strong>van</strong> de plaatselijke<br />
afdeling betreffen, werden ze door de archiefvormer toch samen bewaard. In hun samenhang hadden<br />
ze als dusdanig een algemene functie. Daarom opteerden we ervoor deze stukken toch samen te<br />
houden, zonder ze daarom als één bestanddeel te beschrijven. Deze keuze noodzaakte wel het gebruik<br />
<strong>van</strong> verwijzingen bij de afdelingen waar deze bestanddelen eveneens zouden kunnen thuishoren.<br />
Een tweede onderdeel <strong>van</strong> de algemene stukken betreft de bestuurswerking. <strong>Het</strong> gaat<br />
hoofdzakelijk om notulen, aangevuld met bijlagen zoals briefwisseling en presentielijsten. Om de<br />
verschillende bestuursorganen te rangschikken baseerden we ons op de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de bevoegdheden.<br />
Op basis daar<strong>van</strong> werden de vergaderingen <strong>van</strong> hoog naar laag geordend. Dat betekent dat het<br />
Dagelijks Bestuur helemaal bovenaan werd geplaatst, terwijl werd afgesloten met meer concrete<br />
organen als controlecomité en Politiek Comité. We besloten dus om alle organen onder de hoofding<br />
bestuurswerking te plaatsen, ongeacht hun werking al dan niet de afdeling in haar geheel betrof. Dit<br />
biedt immers een voordeel voor de gebruiker <strong>die</strong> zo alle beslissingsorganen samen beschreven ziet. De<br />
uitzondering <strong>die</strong> de spreekwoordelijke regel bevestigt betreft vergaderingen <strong>die</strong> in het teken stonden<br />
<strong>van</strong> één bepaalde zaak, waarover meer wanneer de laatste archiefafdeling ter sprake komt.<br />
De tweede afdeling betreft stukken <strong>van</strong> meer administratieve aard. <strong>Het</strong> handelt daarbij om <strong>die</strong><br />
functies <strong>die</strong> <strong>van</strong> belang waren voor het instandhouden <strong>van</strong> de afdeling : te weten het beheer en de<br />
inning <strong>van</strong> de inkomsten. Een eerste onderdeel is gewijd aan de financiën in het algemeen, waarin de<br />
eigenlijke boekhouding de belangrijkste plaats inneemt. Voor wat de bijlagen bij de boekhouding betreft<br />
<strong>die</strong>nden we een lichte herordening door te voeren. De bewijsstukken en de dagafschriften vormden<br />
namelijk twee series. Vóór 1972 zaten stukken <strong>van</strong> verschillende redactie echter samen in één omslag.<br />
Op basis <strong>van</strong> de ordening <strong>die</strong> <strong>van</strong>af 1972 consequent werd volgehouden werden de andere stukken<br />
herordend. De ledenadministratie past eveneens binnen de tweede archiefafdeling vermits ze<br />
aanleiding gaf tot een uitgebreide administratie en dito archiefvorming. De ledenadministratie speelde<br />
overigens een belangrijke rol in de inkomstenvoorziening <strong>van</strong> de afdeling, gezien een bepaald<br />
percentage <strong>van</strong> het lidgeld aan de verkopende plaatselijke afdeling ten goede kwam. De stukken<br />
werden zoveel als mogelijk <strong>van</strong> algemeen naar bijzonder geordend. Dat betekent dat organisatie,<br />
briefwisseling en eigenlijke administratie <strong>van</strong> de verdeling en verkoop der lidmaatschapsbewijzen<br />
293 Hiervoor verwijzen we naar de inventarissen <strong>van</strong> <strong>die</strong> archiefvormers.<br />
294 Tenzij inventarisnummer 52 misschien.
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD PPP -<br />
voorafgaan aan ledenregisters en staten <strong>die</strong> vaak al meer gericht waren op administratief gebruik <strong>van</strong> de<br />
ledenbestanden voor mailings en dergelijke meer. De waarde <strong>van</strong> de vele registers en staten wordt<br />
echter sterk gehypothekeerd door een gebrek aan datering en gegevens over de leden. De briefwisseling<br />
betreffende het lidmaatschap werd alfabetisch geordend, maar <strong>van</strong>af 1982 werd op een chronologisch<br />
systeem overgeschakeld. We vonden het niet opportuun het jongste bestanddeel aan het oudste en<br />
langst toegepaste aan te passen. <strong>Het</strong> alfabetische systeem vertoonde immers behoorlijk wat<br />
mankementen. Opvallend is overigens dat de briefwisseling tot een heel eind in 1983 doorloopt,<br />
onafgezien <strong>van</strong> het feit dat de fusie toen eigenlijk reeds had plaatsgevonden. Wellicht werden door de<br />
oude afdeling nog een aantal lopende zaken afgehandeld. Vanaf 1973 werd de ledenadministratie door<br />
de nieuwe administratieve secretaris Alfons Wagemans hervormd 295 . Dat had een verschil in<br />
archiefvorming tot gevolg in de serie «briefwisseling betreffende de administratie <strong>van</strong> de<br />
lidmaatschapsbewijzen. Met bijlagen». Vanaf dat moment werden bestanddelen per jaar gevormd. De<br />
bestanddelen <strong>van</strong> vóór dit datum werden door ons herordend naar het voorbeeld <strong>van</strong> het nieuwe<br />
systeem. Binnen de bestanddelen werden de stukken geordend op basis <strong>van</strong> de verschillende<br />
onderafdelingen. Om het onderscheid tussen de leden <strong>van</strong> de verschillende onderafdelingen overzichtelijk<br />
te maken werd overigens gebruik gemaakt <strong>van</strong> een handige cijfer- en lettercode <strong>die</strong> zowel op de<br />
registers als op staten en zo meer werd aangebracht.<br />
<strong>Het</strong> derde onderdeel omvat de stukken betreffende de bijdragen <strong>van</strong> de mandatarissen. Alle<br />
personen <strong>die</strong> in naam <strong>van</strong> de plaatselijke afdeling een openbare functie uitoefenden en daarvoor een<br />
bepaald bedrag opstreken, <strong>die</strong>nden immers een deel daar<strong>van</strong> aan de afdeling af te staan. Dat resulteerde<br />
in twee mappen. In elke map zaten vooraan een aantal algemene stukken <strong>die</strong> als basis <strong>die</strong>nden voor de<br />
berekening <strong>van</strong> de te innen bedragen en ter controle <strong>van</strong> de betaling er<strong>van</strong>. Achteraan waren per<br />
mandataris een soort <strong>van</strong> (sub)dossiers gevormd. Soms werden in één zo'n dossier meerdere personen<br />
behandeld. De tweede map - betreffende de periode 1979-1983 - week qua ordening enigszins <strong>van</strong> de<br />
eerste map af en behandelde gedeeltelijk dezelfde mandatarissen 296 . Om de wat duistere situatie te<br />
verhelderen kozen we voor de volgende oplossing. De meer algemene stukken uit de beide mappen<br />
werden samengebracht in één dossier. De overige stukken werden omgevormd tot werkelijke<br />
persoonsdossiers. <strong>Het</strong> is m.a.w. <strong>van</strong> belang dat de oorspronkelijke samenhang tussen de verschillende<br />
dossiers niet uit het oog verloren wordt. De tweede archiefafdeling wordt afgesloten door een aantal<br />
stukken <strong>die</strong> betrekking hadden op de werking <strong>van</strong> het secretariaat. Hieronder begrepen is de depotlijst.<br />
De derde afdeling betreft de interne partijwerking. Hieronder verstaan we enerzijds de<br />
partijwerking in het algemeen en anderzijds de werking <strong>van</strong> de stedelijke afdeling naar leden en<br />
onderafdelingen toe. <strong>Het</strong> eerste onderdeel omvat de relatie met respectievelijk PVV-nationaal en PVVarrondissementsfederatie<br />
Antwerpen. Een opvallende afwezige is hier de Antwerpse districtsvereniging.<br />
Onder de stukken betreffende de arrondissementsfederatie is het dossier betreffende de OCGA<br />
opmerkelijk. Dat dossier wordt hier behandeld omwille <strong>van</strong> het feit dat het OCGA in het kader <strong>van</strong> de<br />
Antwerpse fusie onder de federatie ressorteerde.<br />
Veel uitgebreider is het onderdeel dat de plaatselijke partijwerking aangaat. We starten met de<br />
meest algemene stukken betreffende de Antwerpse liberale <strong>verenigingen</strong>, <strong>die</strong> gevolgd worden door het<br />
meer specifieke thema <strong>van</strong> de organisatorische opbouw <strong>die</strong> zich in dit geval beperken tot oprichting <strong>van</strong><br />
wijkkernen. Vervolgens komen de ledenactiviteiten aan bod <strong>die</strong> moeten worden gezien in het kader <strong>van</strong><br />
het smeden <strong>van</strong> een hechtere band tussen de leden onderling. Volledig achteraan tot slot volgen de<br />
stukken <strong>die</strong> betrekking hebben op het informeren <strong>van</strong> de leden over de standpunten en<br />
werkzaamheden <strong>van</strong> de partij. Eerst komen de tijdschriften aan bod <strong>die</strong> aan alle leden werden<br />
verstuurd, daarna de activiteiten <strong>die</strong> samen met het PKI werden georganiseerd.<br />
De vierde en laatste archiefafdeling betreft de werking naar de buitenwereld toe en omvat<br />
twee onderdelen. Voor een plaatselijke afdeling gaat <strong>die</strong> externe werking in de eerste plaats uit naar de<br />
gemeenteraadsverkiezingen. <strong>Het</strong> aantal stukken <strong>die</strong>nsaangaande is echter zeer beperkt. Boven<strong>die</strong>n was<br />
<strong>van</strong> enige ordening terzake hoegenaamd geen sprake. Daarom zagen we ons verplicht een aantal<br />
stukken over hetzelfde onderwerp samen te voegen tot één bestanddeel. Hier bevinden zich ook een<br />
295 Inventarisnummer 82.<br />
296 Opnieuw valt op dat de archiefvorming tot in 1983 voortliep.
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD QQQ -<br />
aantal notulen en andere documenten <strong>van</strong> vergaderorganen <strong>die</strong> enkel en alleen in het teken stonden <strong>van</strong><br />
<strong>die</strong> verkiezingen. Om <strong>die</strong> reden leek het ons beter deze stukken in afwijking <strong>van</strong> de archivalia <strong>van</strong> de<br />
andere bestuursorganen, hier te behandelen.<br />
Een andere belangrijke factor in de doelstelling <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad was te<br />
vinden in de verspreiding <strong>van</strong> de liberale standpunten onder de plaatselijke bevolking. De Antwerpse<br />
afdeling hanteerde daarbij voornamelijk de formule <strong>van</strong> de persmededeling. Deze activiteiten <strong>die</strong> een<br />
hoge vlucht namen <strong>van</strong>af de bestuursvernieuwing in 1971, leverde een verzameling op <strong>van</strong> omslagen<br />
met dan eens alleen archiefstukken, dan alleen documentatie en dan weer documentatie en archief.<br />
Vaak, maar niet altijd, werden de stukken per persmedeling in één omslag gestopt. Soms werden zelfs<br />
stukken betreffende één en dezelfde zaak in meerdere omslagen ondergebracht. Opnieuw zagen wij ons<br />
verplicht in te grijpen door archief en documentatie <strong>van</strong> elkaar te scheiden, door alle persmededelingen<br />
- samen met eventuele bijlagen - te groeperen en om bepaalde stukken in andere bestanddelen <strong>van</strong> het<br />
archief onder te brengen. <strong>Het</strong> resultaat is grotendeels af te leiden uit onderdeel 4.2.<br />
Op het einde <strong>van</strong> de inventaris plaatsten we nog een stuk dat de namen <strong>van</strong> alle PVV-leden in<br />
1982 uit de te fuseren gemeenten omvat. Deze ledenstaat bevond zich tussen de overige archivalia, maar<br />
het lijkt ons waarschijnlijker dat het werd gevormd in het kader <strong>van</strong> het OCGA. Dat zou betekenen dat<br />
het tot het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen behoort. Vandaar een afzonderlijke<br />
onderdeel <strong>van</strong> stukken waar<strong>van</strong> het verband met het archief onduidelijk is.<br />
Hierboven kwam reeds het afscheiden <strong>van</strong> documentatie ter sprake. <strong>Het</strong> betreft stukken <strong>die</strong><br />
duidelijk <strong>van</strong> belang zijn bij de raadpleging <strong>van</strong> dit archief, gezien ze vaak een aantal lacunes kunnen<br />
opvullen en meer informatie verstrekken over de persmededelingen bv. Daarnaast verzamelde de<br />
Antwerpse afdeling nog andere documentatie- en knipselmappen <strong>die</strong> een uitdrukking zijn <strong>van</strong> de<br />
werking er<strong>van</strong>.
2.3.3.3. Eigenlijke inventaris 297 .<br />
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD RRR -<br />
1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
1.1. Stukken <strong>van</strong> algemeen regelgevende aard<br />
1. Dossier betreffende de nationale PVV-statuten. 1963, 1966, [ca. 1971], [na 1971].<br />
1 omslag.<br />
2. Dossier betreffende de statuten <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. 1957,<br />
1967, 1972, 1979. 1 omslag.<br />
3. Dossier betreffende het arrondissementeel pollreglement. 1960. Kopies. 1 omslag.<br />
4. Modelstatuten voor de kantonale <strong>verenigingen</strong>. [ca. 1966]. Kopie. 1 stuk.<br />
5. Dossier betreffende de herziening <strong>van</strong> de plaatselijke statuten naar aanleiding <strong>van</strong> de<br />
arrondissementele statutenwijziging. 1972-1973. Met retroacta. [Jaren 1960].<br />
1 omslag.<br />
6. Dossier betreffende de wijziging <strong>van</strong> de statuten. 1979-1980. Met retroacta. [Jaren 1960].<br />
1 omslag.<br />
7. Reglement betreffende het plaatselijk CAPR. [Ca. 1977]. Kopie. 1 stuk.<br />
8. Dossier betreffende de wijziging <strong>van</strong> de statuten <strong>van</strong> de PVV-Vrouwen Antwerpen-stad.<br />
1977. Met retroactum. 1965. 1 omslag.<br />
1.2. Stukken betreffende de bestuurswerking 298<br />
9-12. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het Dagelijks Bestuur. Met bijlagen. 1967-1981.<br />
2 omslagen en 2 pakken.<br />
9. 1964. 1 omslag.<br />
10. 1967-1969. 1 omslag.<br />
11. 1970-1974. 1 pak.<br />
12. 1975-1981. 1 pak.<br />
13-15. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het Partijbestuur. Met bijlagen. 1967-1968,<br />
1970, 1972-1982. 3 omslagen.<br />
13. 1967-1968.<br />
14. 1970.<br />
15. 1972-1980.<br />
16-25. Dossiers betreffende de jaarlijkse Algemene Ledenvergaderingen. 1968-1969, 1972-1974,<br />
1976-1980. 10 omslagen.<br />
16. 1968.<br />
17. 1969.<br />
18. 1972.<br />
19. 1973.<br />
20. 1974.<br />
21. 1976.<br />
22. 1977.<br />
23. 1978.<br />
24. 1979.<br />
25. 1980.<br />
26. Jaarverslag over 1969. [ca. 1970]. Doorslag. 1 stuk.<br />
27-28. Stemformulieren voor de bestuursverkiezingen. [1973]-1974. 1 omslag en 1 pak.<br />
27. [1973]. 1 omslag.<br />
28. 1974. 1 pak.<br />
297 In de beschrijvingen komt meermaals de omschrijving «met bijlagen» voor. Briefwisseling met bijlagen betekent dat het<br />
om allerhande ingekomen en kopies <strong>van</strong> uitgaande stukken gaat. Komt de omschrijving voor bij notulen dan betekent dit<br />
dat het betreffende bestanddeel naast notulen ook stukken als convocatiebrieven, presentielijsten en dergelijke meer<br />
bevat. Meer uitleg daaromtrent werd verschaft in de algemene verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie in het inleidend<br />
hoofdstuk <strong>van</strong> deel 2.<br />
298 Voor wat de bestuursorganen betreft, werd geopteerd voor de meest recente benaming.
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD SSS -<br />
29. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het CAPR. Met bijlagen. 1973-1976.<br />
1 omslag.<br />
30. Briefwisseling betreffende het CAPR. Met bijlagen. 1977-1979. 1 omslag.<br />
31. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het Politiek Comité. Met bijlagen. 1967,<br />
1970-1978, 1980. 1 pak.<br />
32. Dossier betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het controlecomité. 1971-1972. 1 omslag.<br />
33. Briefwisseling betreffende de evaluatievergaderingen. 1978. 1 omslag.<br />
2. Stukken <strong>van</strong> financiële en administratieve aard<br />
2.1. Stukken <strong>van</strong> financiële aard<br />
2.1.1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
34. Dossier betreffende de financiën <strong>van</strong> de vereniging. [Ca. 1971, 1974-1980], 1982.<br />
1 omslag.<br />
2.1.2. Boekhoudkundige stukken<br />
35. Journaal <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 14/2/1958-2/8/1970. 1 deel.<br />
36. Dagboek <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven betreffende postrekening 000-0144207-65. 1973.<br />
1 deel.<br />
37-38. Kasboeken <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven betreffende het administratief secretariaat.<br />
1973-1977. 2 delen.<br />
37. 4/1973-12/1975.<br />
38. 2/1/1976-20/6/1977.<br />
39. Ont<strong>van</strong>gstenboek betreffende giften voor het Kiesfonds. 1982. 1 stuk.<br />
2.1.3. Bijlagen bij de boekhouding<br />
40-49. Bewijsstukken <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1971-1977. 4 pakken en 6 omslagen.<br />
40. 1971. 1 omslag.<br />
41. 1972. 1 omslag.<br />
42. 1973. 1 omslag.<br />
43. 1974. 1 pak.<br />
44. 1975. 1 pak.<br />
45. 5/1-31/5/1976. 1 pak.<br />
46. 6/1976-1/1977. 1 pak.<br />
47. 2-12/1977. 1 omslag.<br />
48. 1978. 1 omslag.<br />
49. 1979. 1 omslag.<br />
50. Bewijsstukken betreffende de ont<strong>van</strong>gsten voor publiciteit in de programmaboekjes<br />
voor de PVV-meifeesten. 1966-1972. 1 omslag.<br />
51. Bewijsstukken betreffende uitgaven in het kader <strong>van</strong> de gemeenteraadsverkiezingen<br />
<strong>van</strong> 1970. 1969-1970. 1 omslag.<br />
52. Bewijsstukken betreffende het aandeel <strong>van</strong> de andere liberale <strong>verenigingen</strong> in de<br />
telefoonkosten. 1975. 1 omslag.<br />
53. Bewijsstukken betreffende de uitgave <strong>van</strong> Antwerpen Vandaag. 1980-1982. 1 omslag.<br />
54-61. Dagafschriften <strong>van</strong> Postrekening 000-0144207-65. 1969-1976, 1979.<br />
4 omslagen en 4 pakken.<br />
54. Met bijlagen. 1969-1970. 1 omslag.<br />
55. Met bijlagen. 1971. 1 omslag.<br />
56. Met bijlagen. 1972. 1 pak.<br />
57. Met bijlagen. 1973. 1 pak.<br />
58. 1974. 1 pak.<br />
59. 1975. 1 omslag.<br />
60. 1976. 1 omslag.<br />
61. 1979. 1 pak.<br />
62-67. Dagafschriften <strong>van</strong> bankrekening 320-0540407-90. Met bijlagen. 1974-1979.
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD TTT -<br />
6 omslagen.<br />
62. 1974.<br />
63. 1975.<br />
64. 1976.<br />
65. 1977.<br />
66. 1978.<br />
67. 1979.<br />
68. Dagafschrift <strong>van</strong> depositorekening Y01.653 bij de NV Handelsbank. 1968. 1 stuk.<br />
69. Dagafschriften <strong>van</strong> depositorekening Y01.454188 bij de NV Handelsbank. 1970.<br />
1 omslag.<br />
70. Dagafschriften <strong>van</strong> termijnrekening Y01.454188 op drie maand bij de NV Handelsbank.<br />
1970. 1 omslag.<br />
2.2. Stukken betreffende de ledenadministratie<br />
71. Dossier betreffende richtlijnen i.v.m. de organisatie <strong>van</strong> de ledenadministratie. 1971-<br />
1973. 1 omslag.<br />
72. Dossier betreffende de organisatie <strong>van</strong> de ledenadministratie. [1ste helft jaren 1970].<br />
1 omslag.<br />
73-74. Alfabetisch geordende briefwisseling betreffende lidmaatschap. 1971-1982. 2 pakken.<br />
73. A tot en met H.<br />
74. J tot en met W.<br />
75. Chronologisc<br />
76-90. Briefwisseling betreffende de administratie <strong>van</strong> de jaarlijkse nationale PVVlidmaatschapsbewijzen.<br />
1967-1981. 7 pakken en 8 omslagen.<br />
76. 1967. 1967-1969. 1 omslag.<br />
77. 1968. 1968-1969. 1 omslag.<br />
78. 1969. 1969-1970. 1 omslag.<br />
79. 1970. 1970. 1 omslag.<br />
80. 1971. 1971. 1 omslag.<br />
81. 1972. 1972-1973. 1 omslag.<br />
82. 1973. 1973-1974. 1 pak.<br />
83. 1974. 1974-1975. 1 pak.<br />
84. 1975. 1975-1976. 1 pak.<br />
85. 1976. 1976-1977. 1 pak.<br />
86. 1977. 1977. 1 pak.<br />
87. 1978. 1978-1979. 1 pak.<br />
88. 1979. 1979-1980. 1 pak.<br />
89. 1980. 1980. 1 omslag.<br />
90. 1981. 1980-1981. 1 omslag.<br />
91. Staten betreffende de ledenaantallen. 1970-1979. 1 omslag.<br />
92. Ledenregister betreffende nieuw aangeworven leden. 1973-1975. 1 deel.<br />
93-95. Alfabetisch gerangschikte lidmaatschapsbewijzen. 1973-1975. 3 pakken.<br />
93. 1973.<br />
94. 1974.<br />
95. 1975.<br />
96. Register <strong>van</strong> per stadswijk alfabetisch geordende leden. [Ca. 1963]. 1 kaartsysteem.<br />
97. Aantekeningen betreffende de grenzen <strong>van</strong> de stadswijken. [ca. 1963]. 1 stuk.<br />
98. Staat met codes betreffende de verschillende korpsen. [Ca. 1981]. 1 stuk.<br />
99-107. Alfabetische registers. [opgemaakt in 1981, bijgehouden tot 1982]. 9 kaartsystemen.<br />
99. Van individueel aangesloten leden.<br />
100. Van via ALCA aangesloten leden.<br />
299 Opvallend doorlopend tot na 1982 !
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD UUU -<br />
101. Van via de Liberale Bond 1° wijk aangesloten leden.<br />
102. Van via de Liberale Vlaamse Bond aangesloten leden.<br />
103. Van via de Liberale Mutualiteiten aangesloten leden.<br />
104. Van via ALV aangesloten leden.<br />
105. Van via LEV aangesloten leden.<br />
106. Van via de PVV-Jongeren aangesloten leden.<br />
107. Van via HUZ aangesloten leden.<br />
108-109. Registers <strong>van</strong> ex-leden. [Ca. 1973 - ca. 1981]. 2 kaartsystemen.<br />
108. [Ca. 1973 - ca. 1980].<br />
109. [Ca. 1976 - ca. 1981].<br />
110. Alfabetische staat <strong>van</strong> aangesloten leden. 30/11/1981. Uitdraai. Met aantekeningen.<br />
[1982?]. 1 stuk.<br />
111. Staat <strong>van</strong> de per stadswijk alfabetisch geordende leden. [Voor 1982]. 1 omslag.<br />
112. Lijst <strong>van</strong> leden uit Antwerpen-Zuid. [Voor 1982]. Doorslag. 1 stuk.<br />
113. Ledenstaten. 12/1982. 2 stukken.<br />
114. Staat <strong>van</strong> de vrouwelijke leden. 25/12/1982. Uitdraai. 1 stuk.<br />
2.3. Stukken betreffende de administratie <strong>van</strong> de bijdragen <strong>van</strong> mandatarissen en vertegenwoordigers<br />
115. Dossier betreffende de berekening <strong>van</strong> de te innen bedragen. 1971-[1983]. 1 pak.<br />
116-136. Dossiers per mandataris. 1967, 1971, 1973-[1983]. 21 omslagen.<br />
116. Jef Aertbeliën. 1980-[1983].<br />
117. Edward Beysen. 1976, 1980, 1982.<br />
118. Paul Bludts. 1971, 1974-1977, 1979[-1983].<br />
119. Henriette Buysaert. 1973-1976, 1980[-1983].<br />
120. Jan Cortvriend. 1973-1977.<br />
121. Jacques De Rey. 1980-[1983].<br />
122. Charles De Weze. 1980.<br />
123. L. Gepts. 1967, 1973-1977.<br />
124. Frans Grootjans. 1980-1982.<br />
125. Antoinette Helsmoortel-Pecher. 1979-[1982].<br />
126. Frederik Hopff. 1973-1977, 1979-1983.<br />
127. L. Janssens. 1973-1978, 1980[-1983].<br />
128. René Noerens. [1980-1982].<br />
129. Jaak Nutkewitz. 1980-1982.<br />
130. Sonja Pieters-Voet. 1982.<br />
131. Louis Soudan. 1973-1977, 1980-1982.<br />
132. Leo Steigrad. 1973-1977.<br />
133. Willy Van Grieken. [1982 ?].<br />
134. Mevrouw Van Hentenrijk. 1973-1976.<br />
135. Piet Van Roe. 1973-1976, 1979-[1982].<br />
136. Raymond Vereecken. 1980.<br />
2.4. Stukken betreffende de werking <strong>van</strong> het secretariaat<br />
137. Alfabetische adressenregister. [opgemaakt ca. 1982, aangevuld na 1982 1 deel.<br />
138. Depotlijst aan de hand waar<strong>van</strong> archief en documentatie materieel werd geordend.<br />
[Tussen 1978 en 1980]. 1 stuk.<br />
3. Stukken betreffende de interne partijwerking<br />
3.1. Stukken betreffende de partijwerking in het algemeen<br />
3.1.1. Stukken betreffende het nationale niveau<br />
139-141. Briefwisseling met de PVV. met bijlagen. 1971-1972, 1974-1982. 3 omslagen.<br />
139. 1971-1972.<br />
140. 1974-1978.<br />
141. 1978-1982.
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD VVV -<br />
3.1.2. Stukken betreffende het arrondissementeel niveau<br />
142. Briefwisseling betreffende de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. Met bijlagen.<br />
1971-1981. 1 omslag.<br />
143. Briefwisseling betreffende de afgevaardigden in het Federaal Comité. 1971-1982.<br />
1 omslag.<br />
144. Dossier betreffende de samenstelling <strong>van</strong> het Overlegcomité Groot-Antwerpen. 1978,<br />
1982. 2 stukken.<br />
3.2. Stukken betreffende de plaatselijke partijwerking 300<br />
3.2.1. Briefwisseling met betrekking tot het plaatselijk liberalisme<br />
145. Briefwisseling met prominente liberalen uit Antwerpen. Met bijlagen. 1971-1979.<br />
1 omslag.<br />
146. Briefwisseling betreffende de Antwerpse liberale <strong>verenigingen</strong> en korpsen. Met<br />
bijlagen. 1971-1973, 1975-1977. 1 omslag.<br />
147. Briefwisseling met de Antwerpse liberale vrouwen. Met bijlagen. 1973-1978.<br />
1 omslag.<br />
148. Briefwisseling betreffende de Antwerpse liberale jongeren. 1971-1980, [1982]. Met<br />
bijlagen. [Jaren 1960]. 1 omslag.<br />
149. Briefwisseling betreffende het PKI. Met bijlagen. 1971-1972, [1974], 1980. Met retroacta.<br />
1961, 1966, z.d. 1 omslag.<br />
3.2.2. Stukken betreffende de wijkkernen<br />
150. Circulaires <strong>van</strong> het ACC betreffende wijkvergaderingen. 1962-1963. 1 omslag.<br />
151. Dossier betreffende de werking <strong>van</strong> de wijkkern Linkeroever. 1973-1974. 1 omslag.<br />
152. Plan betreffende de oprichting en werking <strong>van</strong> de wijkkernen. [ca. 1978]. Kopie ?<br />
1 stuk.<br />
153. Dossier betreffende de oprichting <strong>van</strong> de PVV-Kern Antwerpen-Zuid. 1978. 1 omslag.<br />
154. Formulieren betreffende de oprichting <strong>van</strong> de PVV-kern Kiel. 1978. 2 stukken.<br />
3.2.3. Stukken betreffende de ledenactiviteiten<br />
155. Dossier betreffende het PVV-feest «We halen het wel» op 6 oktober 1964. 1964.<br />
1 omslag.<br />
156-163. Dossiers betreffende de lentefeesten. 1966-1973. 8 omslagen.<br />
156. Van 29 april 1966. 1966.<br />
157. Van 28 april 1967. 1967.<br />
158. Van 26 april 1968. 1968.<br />
159. Van 9 mei 1969. 1969.<br />
160. Van 24 april 1970. 1970.<br />
161. Van 6 mei 1971. 1970-1971.<br />
162. Van 21 april 1972. 1971-1972.<br />
163. Van 18 mei 1973. 1971-1973.<br />
164-165. Polissen afgesloten met NV De Belgische Phenix in het kader <strong>van</strong> het 1-meifeest <strong>van</strong> 21<br />
april 1972. 1972. Doorslagen. 2 stukken.<br />
164. Burgerlijke Aansprakelijkheid. Afgesloten op 13/3/1972.<br />
165. Arbeidsongevallen. Afgesloten op 10/3/1972.<br />
166. Dossier betreffende de voorstellingen <strong>van</strong> «Trijntje <strong>van</strong> Saardam» in de Koninklijke<br />
Nederlande Schouwburg. 1973-1974. 1 omslag.<br />
167. Dossier betreffende het jaarlijkse diner in Salons Cavens <strong>van</strong> 7 november 1975. 1975.<br />
1 omslag.<br />
168-171. Dossier betreffende bals. 1977-1982. 4 omslagen.<br />
168. <strong>Het</strong> op 21 oktober 1977 gehouden groot herfstbal. 1977-1978.<br />
300 Zie ook inventarisnummer 8.
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD WWW -<br />
169. <strong>Het</strong> op 20 oktober 1978 gehouden tweede herfstbal. 1978-1979.<br />
170. De op 29 februari 1980 gehouden Blauwe Nacht <strong>van</strong> Antwerpen. 1979-<br />
1981.<br />
171. De op 24 september 1982 gehouden derde Blauwe Nacht <strong>van</strong><br />
Antwerpen. 1982.<br />
172. Dossier betreffende de uitreiking en bedeling <strong>van</strong> toegangskaarten voor de op 24<br />
september 1982 gehouden derde Blauwe Nacht <strong>van</strong> Antwerpen. 1982. 1 pak.<br />
3.2.4. Stukken betreffende het informeren <strong>van</strong> de leden<br />
173. Dossier betreffende de uitgave <strong>van</strong> het ledentijdschrift. 1969-1978. 1 pak.<br />
174. Dossier betreffende het Kaderblad. [ca. 1978]. 1 omslag.<br />
175-180. Dossiers betreffende activiteiten i.s.m. het PKI. 1971-1972. 6 omslagen.<br />
175. De Antwerpse luchthaven. 1971.<br />
176. Persconferentie «Antwerpen 1980. Een stad voor de mens». 1971.<br />
177. Colloquium «Financiële problemen <strong>van</strong> grote steden». 1972.<br />
178. Debat «Pro en contra de gemeenschapsschool». 1972.<br />
179. Wedstrijd «Wat met de Grote Markt ?». 1972.<br />
180. Oprichting Jan Van Rijswijckcentrum. 1972.<br />
4. Stukken betreffende de externe werking<br />
4.1. Stukken betreffende de gemeenteraadsverkiezingen<br />
181. Stukken betreffende de gemeenteraadsverkiezingen <strong>van</strong> 1964. 1964. 1 pak.<br />
182. Stukken betreffende de verkiezingsmeetings. 1964. 1 omslag.<br />
183. Dossier betreffende het Federaal Comité <strong>van</strong> 30 juli 1964. 1964. 1 omslag.<br />
184. Dossier betreffende de gemeenteraadsverkiezingen <strong>van</strong> 1970. 1969-1970. 1 omslag<br />
185. Notulen betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> de Programmacommissie. Met bijlagen.<br />
1968-1969. 1 omslag.<br />
186. Notulen betreffende de Propagandacommissie. Met bijlagen. 1968-1969. 1 omslag.<br />
187. Notulen betreffende het Redactiecomité Programma 1970. Met bijlagen. 1969.<br />
1 omslag.<br />
188. Notulen betreffende het Selectiecomité. Met bijlagen. 1970. 1 omslag.<br />
189. Register <strong>van</strong> uitslagen per stemopnemingsbureau en per kandidaat. [1970]. Fotocopie.<br />
1 deel.<br />
4.2. Stukken betreffende het stedelijk beleid<br />
190. Briefwisseling betreffende het politiek beleid en Antwerpen. Met bijlagen. 1971, 1973-<br />
1976. 1 omslag.<br />
191. Persmededelingen betreffende het politieke beleid en Antwerpen. Met bijlagen. 1971-<br />
1980. 1 omslag.<br />
192. Dossier betreffende de vergaderingen <strong>van</strong> het Comité Onderwijs. 1973. 1 omslag.<br />
193. Dossier betreffende de vertegenwoordiging in de Culturele Raad <strong>van</strong> de Vaste<br />
Commissie voor advies voor het Beheer <strong>van</strong> de Stedelijke Openbare Bibliotheken <strong>van</strong> de Stad<br />
Antwerpen. 1977, 1980. 1 omslag.<br />
5. Stukken waar<strong>van</strong> het verband met het archief onduidelijk is<br />
194. Alfabetische staten <strong>van</strong> leden respectievelijk woonachtig in de gemeenten Antwerpen,<br />
Berchem, Borgerhout, Deurne, Merksem en Wilrijk. 11/06/1982. Uitdraai. 1 omslag.<br />
2.3.3.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie 301<br />
301 In de inventaris <strong>van</strong> de LP-afdeling Antwerpen-stad is documentatie opgenomen <strong>die</strong> misschien nog werd gebruikt door<br />
de stadsafdeling.
PVV-AFDELING ANTWERPEN-STAD XXX -<br />
1. Documentatiemap met gegevens over diverse liberale en niet-liberale instellingen en<br />
personen. [Ca. 1980]. 1 omslag.<br />
2. Knipsels betreffende liberale activiteiten in Antwerpen. 1974-1975. 1 omslag.<br />
3. Documentatiemap betreffende de organisatie <strong>van</strong> activiteiten. 1975, 1977-1980.<br />
1 omslag.<br />
4. Documentatiemap betreffende de verkiezingen. 1970, 1971, 1976, z.d. 1 omslag.<br />
5. Knipsels betreffende het politieke beleid en Antwerpen. 1971-1977. 1 omslag.<br />
6. Knipsels betreffende de Antwerpse politiek. 1974-1978. 1 pak.<br />
7. Knipsels <strong>van</strong> artikels <strong>van</strong> Piet Van Roe en P. Sterckx betreffende de Antwerpse politiek.<br />
[ca. 1975]. 1 omslag.
2.3.4. DE ARCHIEFINVENTARIS VAN EERST VRIJHEID EN EERST VRIJ<br />
2.3.4.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />
1. Archief <strong>van</strong> maandblad Eerst Vrijheid<br />
1.1. Briefwisseling over diverse onderwerpen<br />
1.2. Stukken betreffende de financiën<br />
1.3. Stukken betreffende de abonnementen en de verdeling er<strong>van</strong><br />
1.4. Stukken betreffende werking en redactie <strong>van</strong> het maandblad<br />
2. Archief <strong>van</strong> maandblad Eerst Vrij<br />
2.3.4.2. Inleiding<br />
2.3.4.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instellingen<br />
<strong>Het</strong> bestaan <strong>van</strong> het liberale maandblad Eerst Vrijheid was <strong>van</strong> zeer korte duur; namelijk slechts een<br />
tweetal jaren. Over de geschiedenis er<strong>van</strong> is ons echter nauwelijks iets bekend. We beschikken immers<br />
over geen statuten, reglementen of instructies, noch over andere belangrijke stukken. We konden<br />
evenmin één enkele stu<strong>die</strong> opsporen waarin het tijdschrift nog maar ter sprake kwam. Ook in de Bijlagen<br />
bij het Belgisch Staatsblad kon niets worden gevonden. Eerst Vrijheid moet namelijk een feitelijke<br />
vereniging geweest zijn, zonder rechtspersoonlijkheid m.a.w. Onze informatie kwam dus volledig uit<br />
het archief zelf en uit een aantal nummers <strong>van</strong> het tijdschrift 302 .<br />
Tot de oprichting <strong>van</strong> het tijdschrift moet ten laatste in april 1956 besloten zijn. Eén maand later<br />
rolde het allereerste nummer <strong>van</strong> de persen. Precies twee jaar later verscheen het eerste en meteen ook<br />
laatste nummer <strong>van</strong> de derde jaargang. Nog datzelfde jaar ontstond en verscheen het liberale<br />
maandblad Eerst Vrij dat het resultaat was <strong>van</strong> een fusie tussen het opgedoekte Eerst Vrijheid enerzijds<br />
en Vrij - het orgaan <strong>van</strong> de Antwerpse federatie <strong>van</strong> de Liberale Jeugd - anderzijds.<br />
De redacties <strong>van</strong> Eerst Vrijheid en Eerst Vrij waren gevestigd op de Kome<strong>die</strong>plaats 17. Beide<br />
tijdschriften kunnen trouwens vooral als een éénmansonderneming worden omschreven. Ze werden<br />
immers hoofdzakelijk door één en dezelfde hoofdredacteur geschreven; met name Karel Poma,<br />
respectievelijk Paul Bludts. Beiden waren vooraanstaande leden <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie<br />
Antwerpen. <strong>Het</strong> tijdschrift werd dan ook met de steun <strong>van</strong> <strong>die</strong> federatie uitgegeven. Dat valt onder meer<br />
af te leiden uit de aanbevelingsbrief <strong>van</strong> het arrondissementeel Bureel, <strong>die</strong> met de eerste<br />
abonnementsformulieren werd meegezonden 303 . Toch kende Eerst Vrijheid een zekere<br />
onafhankelijkheid <strong>die</strong> tot uiting kwam in de inhoud. De opzet beperkte zich immers niet tot het<br />
behandelen <strong>van</strong> louter Antwerpse onderwerpen. De themata betroffen voornamelijk de algemeen<br />
Belgische politieke toestand. Een belangrijk gevolg daar<strong>van</strong> met het oog op de archiefvorming was dat<br />
de abonnenten niet tot het Antwerpse beperkt bleven. De lezers waren daarentegen verspreid over heel<br />
Vlaanderen, tot in Wallonië toe. Deze situatie en het feit dat de onderwerpen ondanks alles <strong>van</strong>uit een<br />
Antwerps standpunt werden behandeld, leidden in januari 1957 tot de uitgave <strong>van</strong> aparte edities voor<br />
Antwerpen en Mechelen 304 .<br />
In de loop <strong>van</strong> 1958 stierf het maandblad een stille dood. De derde jaargang was echter nog<br />
maar pas ingezet en vele abonnementen waren reeds betaald. Vele klachten over het uitblijven <strong>van</strong><br />
nieuwe nummers volgden en o.a. Frans Grootjans - lid <strong>van</strong> het Directiecomité - vond dat het belangrijke<br />
initiatief niet zomaar kon verdwijnen 305 . De oplossing werd gevonden in een samengaan met Vrij,<br />
maar dan wel onder een nieuwe naam en met een nieuwe hoofdredacteur. Op het inhoudelijke vlak<br />
302<br />
Enkele nummers bevinden zich in de tijdschriftencollectie <strong>van</strong> het Liberaal Archief.<br />
303 Zie het eerste nummer in de tijdschriftencollectie <strong>van</strong> het Liberaal Archief.<br />
304 Op 19 december 1956 werd met de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen een overeenkomst gesloten geldend voor<br />
één jaar; inventarisnummer 14.<br />
305 Of nog meer bestuursorganen bestonden en over welke bevoegdheden <strong>die</strong> dan wel beschikten, is ons niet bekend.
EERST VRIJ(HEID) GGG -<br />
bleef deze opvolger voortwerken in de geest <strong>van</strong> Eerst Vrijheid. De onderwerpen beperkten zich dus niet<br />
tot het lokale. Eerst Vrij bleef minimaal tot in 1960 bestaan. Na<strong>die</strong>n verdween echter elk spoor er<strong>van</strong> 306 .<br />
2.3.4.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief<br />
Vermoedelijk is dit archief relatief volledig. <strong>Het</strong> omspant alleszins de volledige periode <strong>van</strong> bestaan <strong>van</strong><br />
het liberale maandblad Eerst Vrijheid. De beperkte om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het archief is dan te verklaren <strong>van</strong>uit de<br />
korte bestaansperiode. Nochtans <strong>die</strong>nt opgemerkt dat i.v.m. de redactie en de samenstelling <strong>van</strong> het<br />
blad nagenoeg geen archief voorhanden is. Een zelfde opmerking kan worden gemaakt aangaande de<br />
bestuurswerking. Van het Directiecomité dat een aantal keren in de stukken opduikt, ontbreken bv. de<br />
notulen. Naast stukken <strong>die</strong> door Eerst Vrijheid werden gevormd, bevatte dit archief ook materiaal <strong>van</strong><br />
opvolger Eerst Vrij. Wat dat orgaan betreft kunnen we vermoeden dat een deel <strong>van</strong> het archief elders<br />
bewaard moet zijn geweest 307 .<br />
Aanvullende informatie <strong>die</strong> voor het onderzoek over Eerst Vrijheid <strong>van</strong> belang kan zijn, zal in de<br />
eerste plaats gezocht moeten worden in de tijdschriftnummers. Anderzijds mag ook het archief <strong>van</strong> de<br />
LP-arrondissementsfederatie Antwerpen niet worden vergeten.<br />
2.3.4.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />
De archiefstukken <strong>die</strong> hieronder worden geïnventariseerd, bevonden zich tussen de archivalia <strong>van</strong> de<br />
LP-arrondissementsfederatie Antwerpen, beschreven in schenkingslijst 1992/250. Nadat we deze stukken<br />
<strong>van</strong> de rest <strong>van</strong> het archief hadden kunnen afscheiden, bleken deze archivalia stukken te bevatten <strong>die</strong><br />
gevormd werden door Eerst Vrijheid en Eerst Vrij. Eén mogelijke optie; de beide archiefvormers<br />
afzonderlijk behandelen, werd afgewezen <strong>van</strong>wege de verstrengeling <strong>van</strong> beide archiefvormers in de<br />
overgangsperiode 308 . Dit fenomeen doet sterk denken aan de overlappingen <strong>die</strong> bestonden in de<br />
<strong>archieven</strong> <strong>van</strong> LP- en PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. In dit geval werd de moeilijkheid echter<br />
vooral bepaald door het gebrek aan kennis over de beide archiefvormers en over Eerst Vrij in het<br />
bijzonder. Om <strong>die</strong> reden leek het ons onzinnig om zomaar bestanddelen waarin stukken <strong>van</strong> beide<br />
archiefvormers figureerden <strong>van</strong> elkaar te scheiden. <strong>Het</strong> leek ons logischer daarmee te wachten tot aan<br />
de hand <strong>van</strong> meer gegevens of door het opsporen <strong>van</strong> de rest <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> een betere kijk zou<br />
kunnen worden verkregen. Nog andere elementen bemoeilijkten het afzonderen <strong>van</strong> beide <strong>archieven</strong>.<br />
We denken hierbij aan het verderzetten <strong>van</strong> de reeds betaalde abonnementen door Eerst Vrij, het<br />
gebruik <strong>van</strong> hetzelfde rekeningnummer, ... Daarom ook oordeelden we het verstandiger beide <strong>archieven</strong><br />
in één inventaris te behandelen. In <strong>die</strong> inventaris komt het onderscheid tussen de beide archiefvormers<br />
uiteindelijk toch duidelijk tot zijn recht. De eerste afdeling behandelt immers <strong>die</strong> bestanddelen <strong>die</strong><br />
enkelen alleen betrekking hadden op en gevormd werden door Eerst Vrijheid. Onder de tweede afdeling<br />
vindt men de stukken <strong>die</strong> het oprichten <strong>van</strong> maandblad Eerst Vrij aangaan - gevormd door beide bladen<br />
- en/of stukken <strong>die</strong> enkel door Eerst Vrij werden gevormd. Op deze wijze werd zo goed mogelijk het<br />
onderscheid aangegeven tussen beide archiefvormers, zonder de oorspronkelijk gevormde<br />
bestanddelen geweld aan te doen.<br />
De oorspronkelijke orde <strong>van</strong> dit archief was qua kwaliteit ongelijk. Sommige bestanddelen<br />
vormden een duidelijke eenheid. andere mappen daarentegen konden niet anders dan worden<br />
opgesplitst. Belangrijker en vaak moeilijker was echter het herstellen <strong>van</strong> de band tussen de<br />
archiefbestanddelen en het achterhalen <strong>van</strong> de betekenis er<strong>van</strong>. Enkele stukken zoals de klappers op de<br />
briefwisseling en abonnentenregister en dit register zelf, vormden hierbij belangrijke stukken in de<br />
puzzel. De briefwisseling werd gewoon chronologisch bewaard. In de rechterbovenhoek <strong>van</strong> de brieven<br />
werd een volgnummer in zwarte inkt aangebracht, ongeacht het uitgaande dan wel ingekomen stukken<br />
306 De tijdschriftnummers op het Liberaal Archief zijn zelfs beperkt tot het allereerste nummer. Mogelijk werd het al precaire<br />
bestaan <strong>van</strong> het blad volledig beëindigd door de omvorming <strong>van</strong> de LP tot PVV.<br />
307 Mogelijk bewaarde hoofdredacteur Paul Bludts het archief.<br />
308 Inventarisnummer 18.
EERST VRIJ(HEID) HHH -<br />
betrof 309 . In eerste instantie werden uitgaande en ingekomen brieven bij elkaar gehouden en kregen<br />
dan ook hetzelfde nummer. Algauw werd ingezien dat dit systeem de chronologie niet <strong>die</strong>nde en werd<br />
voor een puur chronologische ordening geopteerd. De nummers op de brieven komen terug in de<br />
klapper op de briefwisseling, <strong>die</strong> enkel correspondenten vermelde. Omwille <strong>van</strong> het feit dat de brieven<br />
op volgorde <strong>van</strong> dat doorlopende nummer werden geordend, leek het ons niet opportuun om <strong>die</strong> eerste<br />
brieven <strong>die</strong> tegen de chronologie ingaan, te herordenen. Zo zou het nummeringssysteem voor <strong>die</strong><br />
enkele brieven immers onbruikbaar worden. De briefwisseling zat dus puur chronologisch, waardoor<br />
de verbanden tussen de verschillende stukken natuurlijk verloren gingen. Deze verbanden werden door<br />
de archiefvormer enigszins hersteld door de alfabetische naamindex, maar boven<strong>die</strong>n bedacht <strong>die</strong>genen<br />
<strong>die</strong> voor het archief verantwoordelijk was nog een ander handigheidje, waardoor het constante<br />
raadplegen <strong>van</strong> de index niet nodig was. Op de brieven werden in een later stadium immers nog andere<br />
nummers in rood of zwart opgegeven, <strong>van</strong> elkaar gescheiden door een breukstreep. <strong>Het</strong> bovenste cijfer<br />
verwijst naar de vorige brief <strong>van</strong> of aan dezelfde correspondent. <strong>Het</strong> nummer onder de breukstreep<br />
naar de volgende brief met dezelfde correspondent. Dit betekent dat wanneer één <strong>van</strong> of beide cijfers<br />
ontbreken, geen voorgaande en/of volgende brieven meer voorkomen.<br />
De stukken <strong>die</strong> de briefwisseling betreffen zijn het meest algemeen en komen dan ook bovenaan<br />
in de ordening in een eerste onderdeel voor. Ze worden gevolgd door de financiële stukken : dagboeken<br />
en bijlagen bij de boekhouding. Eén en hetzelfde deel werd gebruikt voor twee dagboeken; dat <strong>van</strong> de<br />
kas en dat <strong>van</strong> de postrekening. De bewijsstukken werden door de archiefvormer in tegenstelling met<br />
de dagboeken opgesplitst volgens ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. Beide bestanddelen zaten in één omslag,<br />
maar werden wel door een scheidingsblad uit mekaar gehouden. Dezelfde omslag bevatte overigens<br />
nog andere stukken <strong>die</strong> alles te maken hadden met de eigenlijke werking <strong>van</strong> het maandblad, met name<br />
het redigeren <strong>van</strong> een tijdschrift. De dagelijkse afschriften <strong>van</strong> de postrekening bevatten zoals steeds<br />
bewijsstukken in bijlage. Zoals hoger in de inleiding werd gesteld, bleef de redactie <strong>van</strong> Eerst Vrij<br />
gebruik maken <strong>van</strong> hetzelfde rekeningnummer als haar voorganger. De dagafschriften eindigden dan<br />
ook niet in het midden <strong>van</strong> 1958. De geperforeerde stukken <strong>die</strong> dus ooit in één of andere map moeten<br />
hebben samengezeten, waren zoals wij ze aantroffen echter volledig los. Vermits de originele orde niet<br />
meer te achterhalen valt, besloten we de dagafschriften op te splitsen naar gelang ze gevormd werden<br />
door de ene of de andere archiefvormer. In juli 1958 was overigens een duidelijke breuk aanwezig. Voor<br />
<strong>die</strong> maand werd immers geen enkel dagafschrift aangemaakt. Verder splitsten we de dagafschriften <strong>van</strong><br />
Eerst Vrijheid om reden <strong>van</strong> handelbaarheid op per jaar.<br />
In een derde afdeling volgen de stukken <strong>die</strong> de abbonering betreffen. Net zoals dat bij de<br />
briefwisseling het geval was vonden we een klapper waar<strong>van</strong> we via de gegevens <strong>die</strong> erin waren<br />
vermeld, konden achterhalen dat <strong>die</strong> op het abonnentenregister betrekking had. Hierin werden de<br />
personen en <strong>verenigingen</strong> aangeduid <strong>die</strong> op het tijdschrift hadden ingeschreven met opgave <strong>van</strong> datum<br />
en wijze <strong>van</strong> betaling. Met dat laatste werd via codes duidelijk gemaakt of cash aan de kas (K) betaald<br />
was of daarentegen via een overschrijving op de postrekening (C). Boven <strong>die</strong> code werd meestal ook de<br />
datum <strong>van</strong> betaling opgetekend. Al deze gegevens verwijzen m.a.w. naar de data <strong>die</strong> zijn vastgelegd in<br />
kasboek, respectievelijk dagboek <strong>van</strong> de postrekening.<br />
Vervolgens komen de stukken <strong>die</strong> de eigenlijke werking <strong>van</strong> het maandblad betreffen, met<br />
name de redactie <strong>van</strong> een krant, aan bod. Hierbij werden verschillende bestanddelen door ons<br />
samengesteld. In één omslag zaten, samen met de reeds vermelde bewijsstukken, immers meerdere<br />
archiefstukken <strong>van</strong> diverse redactie èn documentatie. <strong>Het</strong> resultaat daar<strong>van</strong> is te vinden in<br />
inventarisnummers 15, 16 en 17 en in de lijst <strong>van</strong> documentatie. Deze creatie <strong>van</strong> bestanddelen valt op<br />
diverse wijzen te verantwoorden. Ten eerste waren een aantal nieuwe bestanddelen reeds in de<br />
oorspronkelijke staat <strong>van</strong> elkaar gescheiden door scheidingsbladen. Documentatiemateriaal zat zomaar<br />
tussen andere stukken zonder dat er een duidelijke inhoudelijke band bestond. Tot slot behoorden een<br />
aantal stukken overduidelijk niet samen en andere wel. Zo bevatte de originele map naast curricula<br />
vitae <strong>die</strong> duidelijk waren ont<strong>van</strong>gen met het oog op de redactie <strong>van</strong> artikels; modelstukken of<br />
formulieren <strong>die</strong> waren opgemaakt ter vereenvoudiging <strong>van</strong> de dagelijkse werking.<br />
309 Inventarisnummers 1-3.
EERST VRIJ(HEID) III -<br />
<strong>Het</strong> tweede archiefje bestaat uit stukken <strong>die</strong> betrekking hebben op maandblad Eerst Vrij. Naast<br />
de dagafschriften <strong>van</strong> na juli 1958, vinden we hier ook een dossier terug dat door beide bladen samen<br />
werd gevormd. <strong>Het</strong> dossier betreft de overgangsperiode <strong>van</strong> het ene tijdschrift naar het andere en de<br />
eerste levensmaanden <strong>van</strong> Eerst Vrij. We opteerden ervoor dit bestanddeel niet op te splitsen, gezien de<br />
reden <strong>van</strong> de vorming er<strong>van</strong> niet helemaal duidelijk is. Vermits het grootste aantal stukken door Eerst<br />
Vrij werden gevormd en omdat de stukken <strong>die</strong> oorspronkelijk door Eerst Vrijheid werden gevormd<br />
misschien als retroacta kunnen worden beschouwd, beslisten we dit bestanddeel hier te plaatsen. Zoals<br />
reeds hoger werd aangehaald, kan eventuele bijkomende informatie nieuw licht werpen op de<br />
archiefvorming. Dientengevolge is deze ordening voor verbetering vatbaar en onder enig voorbehoud.
2.3.4.3. De eigenlijke inventaris<br />
EERST VRIJ(HEID) JJJ -<br />
1. ARCHIEF VAN MAANDBLAD EERST VRIJHEID<br />
1.1. Briefwisseling over diverse onderwerpen<br />
1-3. Briefwisseling over diverse onderwerpen. 1956-1958. 3 omslagen.<br />
1. 1956.<br />
2. 3/1-24/12/1957.<br />
3. 28/12/1957-24/4/1958.<br />
4. Klapper op de briefwisseling. [1956, aangevuld tot 1958]. 1 deel.<br />
1.2. Stukken betreffende de financiën<br />
5. Kasboek <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1956-1958. 1 deel.<br />
--- Postrekeningboek <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1956-1958 310 .<br />
6-7. Bewijsstukken. 1956-1958. 2 omslagen.<br />
6. Betreffende ont<strong>van</strong>gsten. 1956-1958.<br />
7. Betreffende uitgaven. 1956-1958.<br />
8-10. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 586925. Met bijlagen. 1956-1958. 3 omslagen.<br />
8. 1956.<br />
9. 1957 311 .<br />
10. 1958.<br />
11. Reçu's betreffende betalingen voor jaarabonnementen. 23/4/1958. 1 omslag.<br />
1.3. Stukken betreffende de abonnementen en de verdeling er<strong>van</strong><br />
12. Abonnentenregister met vermelding <strong>van</strong> datum en wijze <strong>van</strong> betaling. Opgemaakt in 1956,<br />
aangevuld tot in 1958. 1 deel.<br />
13. Klapper op het abonnentenregister. [1956-1958]. 1 deel.<br />
14. Dossier betreffende de per gemeente via de post bedeelde exemplaren. 1958. 1 pak.<br />
15. Formulieren. [ca. 1956]. 1 omslag.<br />
1.4. Stukken betreffende werking en redactie <strong>van</strong> het maandblad<br />
16. Staten <strong>van</strong> liberale mandatarissen en leden <strong>van</strong> de bestuursorganen uit het Antwerpse<br />
arrondissement. [ca. 1956]. 1 omslag.<br />
--- Adressenlijst <strong>van</strong> krantenredacties. Z.d 312 . 1 deel.<br />
17. Curricula vitae <strong>van</strong> een aantal vooraanstaande liberalen met het oog op publikatie <strong>van</strong> artikels.<br />
1958. 1 omslag.<br />
2. ARCHIEF VAN MAANDBLAD EERST VRIJ<br />
10. Dossier betreffende het heropstarten <strong>van</strong> Eerst Vrijheid onder de naam Eerst Vrij. 1958-1959.<br />
1 pak.<br />
11b. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 586925. Met bijlagen. 1958-1960. 1 omslag.<br />
310 Zie inventarisnummer 5.<br />
311 De dagafschriften <strong>van</strong> mei tot en met december 1957 ontbreken.<br />
312 Zie inventarisnummer 6.
2.3.4.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie<br />
EERST VRIJ(HEID) KKK -<br />
1. Knipsels met betrekking tot de weerklank <strong>van</strong> Eerst Vrijheid in de schrijvende pers. 1956-1957.<br />
1 omslag.<br />
2. Foto's <strong>van</strong> liberalen, gebruikt voor publicatie. Z.d. Negatieven.
2.3.5. DE ARCHIEFINVENTARIS VAN HET PROVINCIAAL KADERINSTITUUT ANTWERPEN<br />
2.3.5.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />
1. <strong>Het</strong> deelarchief <strong>van</strong> de penningmeester-schatbewaarder<br />
1.1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
1.2. Stukken betreffende de bankrekening<br />
2. <strong>Het</strong> deelarchief <strong>van</strong> het Voorlichtingscentrum<br />
2.3.5.2. Inleiding<br />
2.3.5.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling 313<br />
<strong>Het</strong> Provinciaal Kaderinstituut Antwerpen - kortweg PKI - werd opgericht op 7 januari 1966 als een VZW.<br />
Tijdens de stichtingsvergadering werden onder meer de statuten goedgekeurd en een bestuur<br />
aangesteld. De doelstelling <strong>van</strong> het PKI bestond in «...het inrichten <strong>van</strong> cursussen over alle sociale,<br />
economische en culturele onderwerpen. <strong>Het</strong> uitgeven <strong>van</strong> stu<strong>die</strong>s en perio<strong>die</strong>ken. <strong>Het</strong> uitvoeren <strong>van</strong><br />
stu<strong>die</strong>opdrachten. <strong>Het</strong> inrichtingen <strong>van</strong> tentoonstellingen en culturele activiteiten. <strong>Het</strong> oprichten <strong>van</strong><br />
een Kaderschool, een Voorlichtingscentrum en een Stu<strong>die</strong>centrum» 314 . Dit derde artikel <strong>van</strong> de statuten<br />
werd in de loop der jaren een aantal keer gewijzigd, maar nooit fundamenteel. Door de Algemene<br />
Vergadering <strong>van</strong> 5 oktober 1974 werd deze opsomming nog aangevuld en boven<strong>die</strong>n vermeld dat ze<br />
niet limitatief was 315 . <strong>Het</strong> PKI leunde sterk aan bij de PVV en nu nog steeds bij de VLD <strong>van</strong> de<br />
Antwerpse arrondissementsfederatie. Zo werden de nieuw verkozen gemeenteraadsleden bv. door het<br />
PKI opgeleid. Sinds 5 februari 1970 was het trouwens bij het Instituut voor Kadervorming (IVK)<br />
aangesloten. Een instelling met een gelijkaardige opdracht op nationaal niveau 316 .<br />
<strong>Het</strong> PKI werd bestuurd door een Raad <strong>van</strong> Beheer waar<strong>van</strong> het ledental tussen 3 en 20 <strong>die</strong>nde te<br />
bedragen. Deze beheerders werden door de Algemene Vergadering verkozen voor 4 jaar. De Raad <strong>van</strong><br />
Beheer zelf stelde in zijn midden een voorzitter, een secretaris, een penningmeester en eventueel een<br />
ondervoorzitter aan. De belangrijkste bevoegdheden <strong>van</strong> deze raad lagen in het leiden <strong>van</strong> de<br />
vereniging, alsook in het vertegenwoordigen <strong>van</strong> de vereniging in geval <strong>van</strong> rechtszaak. De secretaris<br />
<strong>van</strong> zijn kant werd belast met het dagelijks bestuur. Dit hield, naast het tekenen <strong>van</strong> kwitanties en<br />
ont<strong>van</strong>gstbewijzen, het verzorgen <strong>van</strong> de lopende zaken en de dagelijkse briefwisseling in. Voor<br />
geldverhandelingen daarentegen waren voorzitter en penningmeester samen bevoegd.<br />
Zoals in de doelstelling aangegeven had men de intentie om een aantal instellingen op te richten<br />
binnen het PKI. Precies binnen Kaderschool, Voorlichtingscentrum en Stu<strong>die</strong>centrum <strong>die</strong>nden de<br />
eigenlijke opdrachten <strong>van</strong> de vereniging te worden verwezenlijkt. Alledrie de instellingen werden door<br />
een directeur geleid. Samen met de archivaris hadden zij raadgevende stem in het Bestuurscomité. <strong>Het</strong><br />
betrof hier een adviesorgaan dat vooral op het vlak <strong>van</strong> de practische werking <strong>van</strong> deze instellingen<br />
bevoegdheid had. Een apart reglement dat door de Raad <strong>van</strong> Beheer werd opgemaakt, regelde de<br />
werking <strong>van</strong> Bestuurscomité, de drie genoemde instellingen en het archief 317 . Dat reglement gaat<br />
<strong>die</strong>per in op de practische en eigenlijke werking <strong>van</strong> het PKI. De Kaderschool <strong>die</strong>nde o.a. voor het<br />
vormen <strong>van</strong> personen in <strong>die</strong>nst <strong>van</strong> de PVV; het Voorlichtingscentrum voor het verspreiden <strong>van</strong> en het<br />
organiseren <strong>van</strong> voordrachten i.v.m. de PVV-standpunten en -programma's. Alleen bij de doelen <strong>van</strong><br />
het Stu<strong>die</strong>centrum werd de PVV niet expliciet vernoemd. Een laatste activiteit waarmee het PKI zich<br />
onledig hield, was het bewaren en rangschikken <strong>van</strong> alle documenten <strong>die</strong> tot één <strong>van</strong> de drie<br />
instellingen behoorden. Die taak werd door de archivaris - sinds 1966 Charles De Weze - behartigd.<br />
313 De meeste gegevens komen uit inventarisnummer 1, waarin o.a. de statuten en andere belangrijke stukken.<br />
314 Inventarisnummer 1, statuten 1966, art. 3.<br />
315 Bijlagen BS, 1975, nrs. 131-132.<br />
316 Liberale VZW's, 256.<br />
317 Inventarisnummer 1, z.d.
PROVINCIAAL KADERINSTITUUT MMM -<br />
<strong>Het</strong> derde en laatste vergaderorgaan <strong>van</strong> het PKI was de Algemene Vergadering. Haar<br />
belangrijkste taken waren het wijzigen <strong>van</strong> statuten, benoemen en ontslaan <strong>van</strong> beheerders, goedkeuren<br />
<strong>van</strong> begroting en rekeningen, de ontbinding <strong>van</strong> de vereniging en uitsluiting <strong>van</strong> leden. Minstens<br />
éénmaal per jaar werden alle leden in deze vergadering samengeroepen.<br />
Volgens artikel 2 <strong>van</strong> de statuten was de zetel <strong>van</strong> het PKI <strong>van</strong> in den beginne gevestigd op het<br />
Kome<strong>die</strong>plein 17. Ook in december 1993 had de vereniging haar kantoren in het Liberaal Huis 318 .<br />
Tussen deze twee data in werd echter enkele malen <strong>van</strong> adres veranderd. In 1984 werd de zetel naar de<br />
Constitutiestraat 53 overgebracht 319 . Slechts drie jaar later werd de Jan <strong>van</strong> Rijswijcklaan 164 als zetel<br />
uitgekozen 320 . Sinds 1980 konden overigens ook plaatselijke kernen worden opgericht 321 .<br />
2.3.5.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief<br />
Ons inziens werd het archief door minimum drie verschillende personen bewaard. Enerzijds was er<br />
<strong>van</strong>zelfsprekend de archivaris, maar zijn opdracht beperkte zich tot de drie stu<strong>die</strong>- en<br />
voorlichtingsinstellingen. Belangrijker voor de meer algemene stukken, moet de secretaris geweest zijn.<br />
Uit de archiefstukken blijkt echter dat de penningmeester <strong>van</strong>uit zijn bevoegdheid ook een deel <strong>van</strong> het<br />
archief vormde en bewaarde. De archivalia <strong>die</strong> hieronder worden beschreven betreffen naar alle<br />
waarschijnlijkheid immers het deelarchief <strong>van</strong> penningmeester Robert Bellens, 1966-1978 322 .<br />
Over de rest <strong>van</strong> het archief en de geschiedenis er<strong>van</strong> is ons nagenoeg niets bekend. We weten<br />
enkel dat de <strong>archieven</strong> in 1993 in principe werden bewaard in het gebouw aan de Jan <strong>van</strong> Rijswijcklaan<br />
waar de zetel een tijdlang gevestigd was, terwijl de jaarverslagen worden bewaard op de Cultuur<strong>die</strong>nst<br />
<strong>van</strong> de Provincie Antwerpen 323 . <strong>Het</strong> was dus wellicht niet de bedoeling dat het deelarchief <strong>van</strong> de<br />
penningmeester in het archieffonds dat door deze verzamelinventaris wordt ontsloten, terechtkwam.<br />
Deze stukken werden immers een eerste maal beschreven in schenkingslijst 1992/249 <strong>die</strong> archief <strong>van</strong> de<br />
PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen behandelde. De verklaring hiervoor zou kunnen te vinden zijn in<br />
het feit dat bij de verhuis <strong>van</strong> het PKI naar de Constitutiestraat niet alle stukken werden meegenomen.<br />
<strong>Het</strong> archief <strong>van</strong> de penningmeester dateert immers <strong>van</strong> voor <strong>die</strong> verhuis, <strong>die</strong> pas in 1984 plaatsvond.<br />
In het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad konden we nog een aantal archiefstukken<br />
afsplitsen en volgens het principe <strong>van</strong> het restauratiebeginsel naar het PKI-archief terugbrengen. Dat<br />
deze stukken in dat archief terechtkwamen is te wijten aan de hechte samenwerking tussen beide<br />
<strong>verenigingen</strong> in de jaren zeventig, vooral op het vlak <strong>van</strong> de persconferenties.<br />
Aanvullende informatie i.v.m. het PKI kan onder meer gevonden worden in de<br />
documentatiedossiers <strong>die</strong> over deze vereniging in het Liberaal Archief worden aangelegd. Voorts mogen<br />
de publicaties <strong>die</strong> het PKI zelf uitgaf, zoals het tijdschrift <strong>Het</strong> Keerpunt niet over het hoofd worden<br />
gezien.<br />
2.3.5.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />
De oorspronkelijke ordening <strong>van</strong> het archief dat gevormd werd door de penningmeester bestond<br />
hoofdzakelijk uit twee series. Enerzijds de mappen met dagafschriften, anderzijds een aantal omslagen<br />
met allerlei documenten <strong>van</strong> diverse redactie. We behielden deze twee series <strong>die</strong> duidelijk de<br />
hoofdordening vormden. Enigzins afwijkend daar<strong>van</strong> was de omslag met stukken uit 1966 tot en met<br />
1969 waarin naast allerhande stukken ook dagafschriften voorkwamen. Die stukken werden uit deze<br />
map verwijderd zodat over de volledige periode twee series konden worden gevormd. De<br />
318 <strong>Het</strong> blauwe vademecum <strong>van</strong> het arrondissement Antwerpen, 1. Dit vademecum was overigens één <strong>van</strong> de regelmatig<br />
terugkerende publikaties <strong>die</strong> door het PKI i.s.m. de PVV/VLD werd uitgegeven ten <strong>die</strong>nste <strong>van</strong> het Antwerpse liberale<br />
verenigingsleven.<br />
319 Bijlagen BS 1985, nr. 12832.<br />
320 Bijlagen BS 1987, nr. 9569.<br />
321 Bijlagen BS 1980, nr. 2420.<br />
322 M.a.w. de volledige periode waarin hij deze functie uitoefende. Zie de lijst <strong>van</strong> functionarissen.<br />
323 Liberale VZW, 255-256.
PROVINCIAAL KADERINSTITUUT NNN -<br />
dagafschriften uit de eerste jaren ontbraken echter. De mappen met stukken <strong>van</strong> diverse redactie<br />
vertoonden op het eerste zicht geen echte eenheid. <strong>Het</strong> is mogelijk dat penningmeester Robert Bellens<br />
alle archiefstukken <strong>die</strong> door hem in het kader <strong>van</strong> het PKI werden gevormd, bewaarde. Ongeacht of ze<br />
ten persoonlijken titel of <strong>van</strong>uit zijn functie <strong>van</strong> penningmeester werden gevormd. <strong>Het</strong> is echter<br />
evenzeer mogelijk dat <strong>die</strong> bestanddelen enkel stukken bevatten <strong>die</strong> in de loop <strong>van</strong> een bepaalde periode<br />
door de penningmeester werden gebruikt in het kader <strong>van</strong> zijn taken, dat ze m.a.w. alle rechtstreeks of<br />
onrechtstreeks verband hielden met het opmaken <strong>van</strong> de financiële documenten. De bestanddelen<br />
waren intern nauwelijks geordend. Kwam wel enige ordening voor dan was <strong>die</strong> chronologisch. Bij<br />
gebrek aan ander archiefmateriaal en informatie lieten we de bestaande ordening zoveel als mogelijk<br />
zoals ze was.<br />
De tweede archiefafdeling bevat enkele dossiers <strong>die</strong> gevormd werden in het kader <strong>van</strong> het<br />
Voorlichtingscentrum. Deze stukken werden uit het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad gelicht.<br />
Opmerkelijk is dat toenmalig voorzitter <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad - Piet Van Roe - tevens<br />
directeur was <strong>van</strong> dat centrum 324 .<br />
324 Zie de lijsten <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> beide instellingen.
2.3.5.3. De eigenlijke inventaris<br />
PROVINCIAAL KADERINSTITUUT OOO -<br />
1. <strong>Het</strong> deelarchief <strong>van</strong> de penningmeester-schatbewaarder<br />
1.1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
1-9. Dossiers betreffende de financiën. 1966-1978. 9 omslagen.<br />
1. <strong>van</strong> 1966 tot 1969. 1966-1970.<br />
2. <strong>van</strong> 1970. 1970.<br />
3. <strong>van</strong> 1971. 1971.<br />
4. <strong>van</strong> 1972. 1972.<br />
5. <strong>van</strong> 1973. 1972-1974.<br />
6. <strong>van</strong> 1974 tot 1975. 1974-1976.<br />
7. <strong>van</strong> 1976. 1974-1976.<br />
8. <strong>van</strong> 1977. 1976-1977.<br />
9. <strong>van</strong> 1978. 1978.<br />
1.2. Stukken betreffende de bankrekening<br />
10-19. Dagafschriften betreffende rekening 610-4706060-02 bij de NV Handelsbank. Met bijlagen.<br />
1969-1978. 7 omslagen en 2 pakken.<br />
10. 11-12/1969. 1 omslag.<br />
11. 1970. 1 pak.<br />
12. 1971-1972. 1 pak.<br />
13. 1973. 1 omslag.<br />
14. 1/1-23/9/1974. 1 omslag.<br />
15. 25/9/1974-19/9/1975. 1 omslag.<br />
16. 29/9-31/12/1975. 1 omslag.<br />
17. 1976. 1 omslag.<br />
18. 16/12/1976-7/11/1977. 1 omslag.<br />
19. 1978. 1 omslag.<br />
2. <strong>Het</strong> deelarchief <strong>van</strong> het Voorlichtingscentrum<br />
20-24. Dossiers betreffende de PKI-forumgesprekken. 1974-1975, 1977-1978. 5 omslagen.<br />
20. De toekomst <strong>van</strong> de pre-metro te Antwerpen. 1974.<br />
21. De moeilijke taak <strong>van</strong> de stedelijke politie. 1975.<br />
22. De situatie <strong>van</strong> het Antwerpse theater. 1977.<br />
23. De balans <strong>van</strong> het Rubensjaar. 1977.<br />
24. De sociale huisvesting. 1978.
2.3.6. ARCHIEFINVENTARIS VAN DE SOCIALE DIENST HULP AAN PATROON VZW<br />
2.3.6.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />
1. Stukken <strong>van</strong> financiële aard<br />
2. Stukken betreffende de aangesloten werkgevers<br />
2.3.6.2. Inleiding<br />
2.3.6.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />
De VZW Hulp aan Patroon werd op 13 maart 1943 te Mechelen opgericht als een vereniging <strong>die</strong> tot doel<br />
had «alle bemiddeling en <strong>die</strong>nstbetoon in sociaal, fiscaal, economisch, corporatief en alle ander opzicht<br />
dat verband houdt met de wetgeving of met instellingen <strong>die</strong> bij de wetgeving aanleunen; het oprichten,<br />
besturen, bevorderen, ontwikkelen en uitbreiden <strong>van</strong> hierbij aangepaste <strong>die</strong>nsten en werken, ermede<br />
samenwerken» 325 . In meer menselijke taal betrof het, zoals de gevormde archiefstukken aantonen, een<br />
sociaal secretariaat dat in eerste instantie gericht was op de christelijke middenstand 326 . De vereniging<br />
was volgens artikel 1 <strong>van</strong> haar statuten immers op christelijke grondslag gevestigd. Volgens artikel 28<br />
zou het vermogen bij ontbinding worden overgedragen aan het arrondissementeel secretariaat <strong>van</strong> de<br />
Christelijke Middenstand te Mechelen.<br />
De VZW moet dan lange tijd op een laag pitje hebben gebrand, want op 18 juni 1960 werd door<br />
de Beheerraad beslist om de activiteiten terug op te nemen. De laatste Algemene Vergadering dateerde<br />
toen overigens reeds <strong>van</strong> 22 mei 1945. In tussentijd waren twee beheerders en de voorzitter <strong>van</strong> Hulp aan<br />
Patroon overleden 327 . In hun ver<strong>van</strong>ging was echter niet voorzien. De beheerraad <strong>van</strong> 18 juni 1960<br />
besloot een aantal nieuwe leden te aanvaarden, terwijl tijdens de Algemene Vergadering <strong>van</strong> 30 juni<br />
1960 werd overgegaan tot de verkiezing <strong>van</strong> een nieuwe voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en<br />
afgevaardigde-beheerder. Deze personen waren - op voorzitter Hubert De Ley na - nieuwe leden. Ze<br />
waren eveneens lid en vertegenwoordigers <strong>van</strong> het LEV - een feitelijke Antwerpse vereniging - toen op 5<br />
juli 1960 een «protocol <strong>van</strong> overeenkomst» tussen beide werd opgesteld. Deze overeenkomst omvatte<br />
een zestal bepalingen waar<strong>van</strong> de belangrijkste waren : Hulp aan Patroon onder de bescherming <strong>van</strong> het<br />
LEV plaatsen; de zetel overbrengen naar de Kome<strong>die</strong>plaats 17; en het vermogen bij ontbinding overdragen<br />
aan het LEV of aan een andere liberale vereniging in<strong>die</strong>n het LEV niet meer zou bestaan. Op<br />
dezelfde dag vond een nieuwe Algemene Ledenvergadering plaats <strong>die</strong> overging tot een<br />
statutenwijziging volgens de bepalingen uit de gesloten overeenkomst. De vereniging bleef dezelfde<br />
naam dragen - met name Hulp aan Patroon, Sociale Dienst - maar de bepaling dat de activiteiten op<br />
christelijke grondslag gevestigd waren, verdween. Verder werden artikel 3 en 28 gewijzigd. In<br />
eerstgenoemd artikel werd de vestigingsplaats gewijzigd : Antwerpen in plaats <strong>van</strong> Mechelen. In de<br />
plaats <strong>van</strong> het oude artikel 28 dat de ontbinding betrof, kwam een zeer neutrale passage. Voortaan<br />
heette het dat de Beheerraad vrij een maatschappelijke instelling kon aanduiden.<br />
Pas <strong>van</strong>af dit stadium leunde de VZW Hulp aan Patroon bij het Antwerpse liberale<br />
verenigingsleven aan. <strong>Het</strong> LEV <strong>van</strong> haar kant keurde de overname goed op 20 juni 1960 tijdens een<br />
bureelvergadering. Sinds begin 1963 bleek de samenwerking tussen beide <strong>verenigingen</strong> echter virtueel<br />
onbestaande zodat voorzitter Hubert De Ley toenadering zocht tot de PVV-arrondissementsfederatie<br />
Antwerpen met de vraag of men het sociaal secretariaat als sociale nevenorganisatie zou willen erkennen.<br />
De statuten zouden dan ook worden aangepast; in <strong>die</strong> zin dat het vermogen bij een eventuele<br />
ontbinding zou worden overgedragen aan de arrondissementsfederatie. Naar alle waarschijnlijkheid<br />
werden <strong>die</strong> plannen ook realiteit, vermits Hulp aan Patroon als vereniging werd ingekapseld binnen het<br />
PVV-Middenstandsbureau. De oprichting <strong>van</strong> <strong>die</strong> instelling werd binnen de PVVarrondissementsfederatie<br />
Antwerpen voorbereid en vond uiteindelijk in de loop <strong>van</strong> 1966 plaats. <strong>Het</strong> PVV-<br />
325 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 3.2., dossier betreffende Hulp aan Patroon, statuten 1943, art. 2.<br />
326 Hulp aan Patroon wordt expliciet vermeld als een sociaal secretariaat op de toetredingsformulieren, zoals in<br />
inventarisnummer 33.<br />
327 Bijlagen BS 1960, nr. 4618.
PROVINCIAAL KADERINSTITUUT GGG -<br />
Middenstandsbureau overkoepelde en coördineerde de vroegere particuliere initiatieven in verband<br />
met sociaal <strong>die</strong>nstbetoon naar de zelfstandige middenstand toe 328 .<br />
De vereniging werd <strong>van</strong> in den beginne bestuurd door een Algemene Vergadering, een Beheerraad<br />
en een Dagelijks Bestuur 329 . De Beheerraad had de meest uitgebreide macht inzake het beheer <strong>van</strong><br />
de VZW. Hij bestond uit minimum drie leden <strong>die</strong> werden verkozen door de Algemene Vergadering<br />
voor een duur <strong>van</strong> zes jaar. Binnen de Beheerraad werden een voorzitter, ondervoorzitter en secretaris<br />
gekozen. Verder duidde deze raad een dagelijks bestuur aan. De leden <strong>van</strong> dat bestuur vulden uit eigen<br />
midden dezelfde drie functies in. De Beheerraad vergaderde wanneer dit noodzakelijk was of wanneer<br />
drie beheerders erom vroegen. De notulen <strong>die</strong>nden volgens de statuten worden bijgehouden in een<br />
register dat op de zetel <strong>van</strong> de vereniging <strong>die</strong>nde te worden bewaard. Verder konden allerlei be<strong>die</strong>nden<br />
of afgevaardigde-beheerders worden benoemd. Rechtszaken behoorden steeds tot de verantwoordelijkheid<br />
<strong>van</strong> de voorzitter. De voorzitter <strong>van</strong> de Beheerraad zat naast <strong>die</strong> vergaderingen ook de<br />
Algemene Ledenvergaderingen voor. Bij zijn afwezigheid werd hij door ondervoorzitter, respectievelijk<br />
oudste beheerder ver<strong>van</strong>gen.<br />
De Algemene Vergadering kwam minimaal éénmaal per jaar samen en verenigde alle leden.<br />
Haar bevoegdheden waren meer algemeen; zoals het wijzigen <strong>van</strong> de statuten, het verkiezen bij<br />
geheime stemming <strong>van</strong> de leden <strong>van</strong> de Beheerraad of Beheerders, het goedkeuren <strong>van</strong> rekeningen en<br />
begroting en het eventueel ontbinden <strong>van</strong> de vereniging. De notulen <strong>van</strong> deze vereniging werden<br />
eveneens in een verplicht op de zetel berustend register ingeschreven.<br />
Tot de vereniging konden twee soorten leden toetreden <strong>die</strong> steeds door Beheerraad of dagelijks<br />
bestuur <strong>die</strong>nden te worden aanvaard. Naast gewone leden waren er toetredende leden. Alleen <strong>die</strong><br />
laatsten konden gebruik maken <strong>van</strong> de <strong>die</strong>nsten <strong>die</strong> de vereniging aanbood. Daartoe <strong>die</strong>nden ze een<br />
door een huishoudelijk reglement vastgestelde bijdrage te betalen. Een belangrijke bepaling <strong>die</strong> de<br />
eigenlijke werking <strong>van</strong> Hulp aan Patroon als sociaal secretariaat impliciet aangeeft is artikel 12 : «De<br />
vereniging kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de gevolgen voortspruitende uit onvolledige,<br />
laattijdige of valse aangifte der leden...». Hulp aan Patroon was m.a.w. een sociaal secretariaat dat haar<br />
<strong>die</strong>nsten i.v.m. de sociale zekerheidsbijdragen op de werknemerslonen aan werkgevers aanbood, wat<br />
ook uit de gevormde archivalia blijkt.<br />
Dat deze vereniging werkelijk een liberale achterban had verworven, kan eenvoudig worden<br />
afgeleid uit de aangesloten werkgevers, waaronder meerdere leden <strong>van</strong> de belangrijke Antwerpse<br />
liberale familie Speth 330 .<br />
2.3.6.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief<br />
<strong>Het</strong> archiefmateriaal waarover we hier beschikken heeft slechts gedeeltelijk betrekking op de werking<br />
<strong>van</strong> de VZW. Stukken i.v.m. de vergaderorganen bv. komen immers niet voor. Nochtans was het<br />
bijvoorbeeld statutair verplicht het notulenregister op de zetel te bewaren. <strong>Het</strong> archief beperkt zich<br />
echter tot bescheiden <strong>die</strong> dateren uit de periode 1962-1974 en de financiën en de eigenlijke werking als<br />
sociaal secretariaat naar werkgevers toe betreffen. Wellicht werd dit deel <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> Hulp aan<br />
Patroon gevormd door afgevaardigde-beheerder Charles De Weze. Waarom dit gedeelte wel en de rest<br />
<strong>van</strong> het archief niet naar het Liberaal Archief werd overgebracht is onduidelijk. Wellicht verzeilden ze<br />
eerder toevallig in het behandelde archieffonds, meer bepaald bij de stukken <strong>die</strong> gevormd werden door<br />
<strong>Het</strong> Liberaal Huis 331 . Waar het overige archief <strong>van</strong> deze vereniging gebleven is, is ons voorlopig dus niet<br />
bekend.<br />
Belangrijke, zelfs onontbeerlijke informatie over deze archiefvormer is te vinden in het archief<br />
<strong>van</strong> Albert Lilar 332 . Deze man vormde een dossier over Hulp aan Patroon dat voornamelijk stukken<br />
bevat <strong>die</strong> hem werden toegestuurd in het kader <strong>van</strong> de toenadering <strong>van</strong> Hulp aan Patroon tot de PVV-<br />
328 Archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen, notulen Partijbestuur 1965-1966.<br />
329 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 3.2, statuten 1943.<br />
330 Verhelst, De Antwerpse hoge burgerij, 45 en 137.<br />
331 Schenkingslijst 1992/251.<br />
332 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 3.2.
PROVINCIAAL KADERINSTITUUT HHH -<br />
arrondissementfederatie Antwerpen. Bij de ingekomen brieven <strong>van</strong> voorzitter Hubert De Ley zitten een<br />
aantal bijlagen <strong>die</strong> een goed overzicht geven <strong>van</strong> de evolutie <strong>van</strong> de VZW zoals wij <strong>die</strong> schetsten in het<br />
eerste deel <strong>van</strong> de inleiding.<br />
2.3.6.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />
De inventarisatie <strong>van</strong> dit archief gaf tot betrekkelijk weinig problemen aanleiding. <strong>Het</strong> archief in de staat<br />
waarin het door ons werd aangetroffen beperkte zich tot slechts enkele series. De grootste moeilijkheid<br />
was echter dit archief af te zonderen <strong>van</strong> dat <strong>van</strong> <strong>Het</strong> Liberaal Huis. Er ging immers heel wat tijd over<br />
vooraleer duidelijk werd dat dit een afzonderlijk archief betrof. Dit onderkennen vereiste immers al een<br />
behoorlijk goed inzicht in de werking <strong>van</strong> <strong>Het</strong> Liberaal Huis.<br />
Niet enkel de ordening, ook de bewaring <strong>van</strong> het archiefmateriaal liet weinig te wensen over.<br />
De meeste stukken waren in redelijk goede staat. Nood aan een echte herordening <strong>van</strong> de stukken was<br />
er nauwelijks. Toch besloten we tot een kleine herordening <strong>van</strong> twee series. De jaarrekeningen en de<br />
dagafschriften zaten immers dan eens bij mekaar, dan weer los <strong>van</strong> elkaar als aparte bestanddelen.<br />
Omwille <strong>van</strong> de consequentie en de raadpleegbaarheid opteerden we ervoor over te gaan tot de<br />
vorming <strong>van</strong> twee volwaardige series. Hiervoor <strong>die</strong>nden we wel een aantal liassen te verbreken.<br />
Een ander probleem werd gevormd door de serie doorslagen <strong>van</strong> loonstaten. In de periode 1962<br />
tot en met 1970 werden deze per aangesloten werkgever bewaard in omslagen 333 . Vanaf december 1970<br />
werden de loonstaten, ongeacht om welke werkgever het ging, omgekeerd chronologisch tot een lias<br />
samengebonden. Aangezien de omslagen uit de periode 1962 tot en met 1970 ook nog andere stukken in<br />
bijlage bevatten, opteerden we ervoor de bestaande situatie te laten zoals ze was. De lias werd niet<br />
verbroken gezien geen beschadiging <strong>van</strong> het materiaal optrad en de praktische handelbaarheid <strong>van</strong> de<br />
stukken zolang ze niet worden geraadpleegd op deze wijze het meest optimaal was, is en blijft. De<br />
stukken betreffende langer aangesloten werkgevers werden verdeeld over meerdere mappen.<br />
Oorspronkelijk kunnen de mappen m.b.t. één werkgever niet samen gezeten hebben. Dit valt af te leiden<br />
uit een archiefdoos waarop het opschrift «SD Hulp aan Patroon 1969». Dit betekent echter niet dat alle<br />
stukken aangaande 1969 samen bewaard werden. 1969 was wel het jaar waarin voor elke werkgever<br />
nieuwe omslagen werden aangelegd vooraleer eind 1970 zou worden overgestapt op het nieuwe<br />
systeem <strong>van</strong> chronologisch geordende loonstaten. Wij opteerden ervoor de verschillende omslagen <strong>die</strong><br />
één en dezelfde werkgever betroffen samen te beschrijven.<br />
333 De werkgevers stuurden loonstaten op aan Hulp aan Patroon, wat deze VZW toeliet de nodige maatregelen te nemen<br />
met het oog op het regelen <strong>van</strong> de betaling der sociale zekerheidsbijdragen.
2.3.6.3. De eigenlijke inventaris<br />
PROVINCIAAL KADERINSTITUUT III -<br />
1. Stukken <strong>van</strong> financiële aard<br />
1-12. Jaarrekeningen betreffende gemaakte onkosten, aan de openbare sociale <strong>die</strong>nst betaalde en <strong>van</strong><br />
aangesloten werkgevers ont<strong>van</strong>gen bedragen over 1962-1973. 12 omslagen.<br />
1. 1962.<br />
2. 1963.<br />
3. 1964.<br />
4. 1965.<br />
5. 1966.<br />
6. 1967.<br />
7. 1968.<br />
8. 1969.<br />
9. 1970.<br />
10. 1971.<br />
11. 1972.<br />
12. 1973.<br />
13-23. Dagafschriften betreffende postrekening Y00.416590. Met bijlagen. 1962-1973. 11 omslagen.<br />
13. 1962-1963.<br />
14. 1964.<br />
15. 1965.<br />
16. 1966.<br />
17. 1967.<br />
18. 1968.<br />
19. 1969.<br />
20. 1970.<br />
21. 1971.<br />
22. 1972.<br />
23. 1973.<br />
24-25. Stroken <strong>van</strong> overschrijvingen via postrekening Y00.416590. 1962-1968. 2 delen.<br />
24. 1962-10/1965.<br />
25. 11/1965-1968.<br />
26. Stroken <strong>van</strong> uitgeschreven bankcheques <strong>van</strong> de Handelsbank NV. 1966-1971. 1 deel.<br />
2. Stukken betreffende de aangesloten werkgevers<br />
27-51. Dossiers betreffende de administratie <strong>van</strong> de sociale zekerheidsbijdragen. 1962-1970.<br />
4 pakken en 20 omslagen.<br />
27-28. Vleeswaren- en conservenfabriek PVBA/NV Etn. J. Cools. 1962-1966 334 .<br />
2 pakken.<br />
27. Van juni 1962 tot december 1963. 1962-1964.<br />
28. Van januari 1963 tot december 1965. 1963-1966.<br />
29-32. VZW Speciale Vakschool voor Haartooi. 1962-1970. 4 omslagen.<br />
29. Van september 1962 tot december 1963. 1962-1964.<br />
30. Van januari 1964 tot december 1965. 1964-1966.<br />
31. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969].<br />
32. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />
33-36. PVBA Coiffure Cleerbaut. 1963-1970. 4 omslagen.<br />
33. Van september 1962 tot december 1963. 1963-[1964].<br />
34. Van januari 1964 tot december 1965. 1964-1966.<br />
35. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969].<br />
36. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />
334 Deze PVBA veranderde in de loop <strong>van</strong> december 1965 in een NV.
PROVINCIAAL KADERINSTITUUT JJJ -<br />
37. Coiffure «Charme» <strong>van</strong> zaakvoerder mevrouw L. De Meyere <strong>van</strong> juli 1964 tot<br />
mei 1965. 1964-1965. 1 omslag.<br />
38-39. Charles Speth. 1966-1970. 2 omslagen.<br />
12. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969].<br />
13. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />
40-41. Marie-Jeanne Bauss, weduwe <strong>van</strong> Jean Speth. 1966-1970. 1 pak en 1 omslag.<br />
40. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969]. 1 pak.<br />
41. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970. 1 omslag.<br />
42-43. Frederic Speth. 1966-1970. 1 pak en 1 omslag.<br />
42. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969]. 1 pak.<br />
43. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970. 1 omslag.<br />
44-45. Maria Cooymans. 1966-1969. 2 omslagen.<br />
44. Van maart 1966 tot december 1968. 1966-[1969].<br />
45. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />
46-47. Firma Suma. 1966-1969. 2 omslagen.<br />
46. Van januari 1967 tot december 1968. 1966-[1969].<br />
47. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />
48-49. Kapster Hortensia Ekkart. 1967[-1968], 1970. 2 omslagen.<br />
48. Van januari tot oktober 1967. 1967[-1968].<br />
49. Van oktober tot november 1970. 1970.<br />
50. PVBA Mover <strong>van</strong> augustus 1968 tot november 1968. 1967-1969. 1 omslag.<br />
51. Horeca-uitbaatster Leopoldine Vinck <strong>van</strong> januari 1969 tot april 1970. 1969-1970.<br />
1 omslag.<br />
52. Loonstaten <strong>van</strong> de aangesloten werkgevers betreffende de periode <strong>van</strong> december 1970 tot<br />
december 1974. 1970-[1975]. Doorslagen. 1 lias.<br />
Met in bijlage kopie <strong>van</strong> een brief <strong>van</strong> de Sociale Dienst der Compensatiekas voor Sociale Werken aan<br />
Frederic Speth betreffende een uitstaande schuld. 1972.
Hoofdstuk 4 : Fragmentaire <strong>archieven</strong> 335<br />
2.4.0. INLEIDING<br />
In dit onderdeel worden een aantal fragmenten <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> beschreven <strong>die</strong> werden<br />
afgezonderd <strong>van</strong> de grotere gehelen <strong>die</strong> hierboven werden geïnventariseerd. Vaak betrof het<br />
hier slechts een beperkt aantal stukken. Om <strong>die</strong> reden en ook omwille <strong>van</strong> het feit dat meestal<br />
de nodige informatie omtrent de archiefvormers ontbrak, zullen deze beschrijvingen niet<br />
worden voorafgegaan door een wetenschappelijke inleiding. We beperken ons enkel tot een<br />
korte inleiding waarin zal gepoogd worden betekenis en doelstelling <strong>van</strong> de instellingen en<br />
archiefvormers kort te schetsen. In de gevallen waarin iets meer over het specifieke verleden<br />
<strong>van</strong> de archivalia kan worden gezegd, zullen we dat niet nalaten. Algemene opmerkingen<br />
blijven echter achterwege, vermits <strong>die</strong> aan bod kwamen in het algemeen inleidende hoofdstuk<br />
<strong>van</strong> deel 2. Dezelfde bemerking geldt voor wat de verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie betreft.<br />
In vele gevallen werd overigens bij gebrek aan een kijk op het geheel <strong>van</strong> het archief niet op de<br />
oude orde ingegrepen. Aanvullende informatie aangaande deze archiefvormers is overigens<br />
vaak bij één of meerdere andere behandelde <strong>archieven</strong> te vinden.<br />
Vermits meestal niet meer kon worden nagegaan welke bestanddelen in welk archief<br />
waren terechtgekomen kozen we ervoor de opvolging <strong>van</strong> de verschillende <strong>archieven</strong> te laten<br />
afhangen <strong>van</strong> de volgende indeling : 1) <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> partijpolitieke <strong>verenigingen</strong>, 2)<br />
persoonlijke <strong>archieven</strong>, 3) <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> niet-partijpolitieke liberale <strong>verenigingen</strong>, 4) Archieven<br />
<strong>van</strong> min of meer onafhankelijke <strong>verenigingen</strong>. Binnen deze subrubrieken werden de<br />
archiefvormers <strong>van</strong> hoog naar laag geordend op basis <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> hun werkingsveld.<br />
335 In de beschrijvingen komt soms de omschrijving «met bijlagen» voor. Briefwisseling met bijlagen betekent dat het om<br />
allerhande ingekomen en kopies <strong>van</strong> uitgaande stukken gaat. Komt de omschrijving voor bij notulen dan betekent dit dat<br />
het betreffende bestanddeel naast notulen ook stukken als convocatiebrieven, presentielijsten en dergelijke meer bevat.<br />
Meer uitleg daaromtrent werd verschaft in de algemene verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie in het inleidend hoofdstuk<br />
<strong>van</strong> deel 2.
2.4.1. STUKKEN VAN DE PVV-DISTRICTSVERENIGING ANTWERPEN<br />
2.4.1.1. Inleiding<br />
INDICES LLL -<br />
Naast nationale, eventuele provinciale, arrondissementele en lokale geledingen kende de PVV nog een<br />
kantonaal niveau dat zich tussen arrondissementsfederatie en plaatselijke afdeling in bevond 336 . <strong>Het</strong><br />
Antwerpse arrondissement vormde hierop echter een uitzondering in de zin dat geen kantonale, maar<br />
wel districts<strong>verenigingen</strong> werden opgericht. De reden hiervoor was nauw verbonden met de<br />
belangrijkste doelstelling <strong>van</strong> deze intermediaire <strong>verenigingen</strong>, met name de voorbereiding <strong>van</strong> de<br />
provinciale verkiezingen. De kiesomschrijvingen daarvoor vielen immers samen met de grenzen <strong>van</strong> de<br />
kantons 337 . De PVV-districtsvereniging Antwerpen werd opgericht na de stichting <strong>van</strong> de PVV op het<br />
einde <strong>van</strong> 1961. Haar bestaan eindigde op 31 december 1982, op de vooravond <strong>van</strong> de fusie <strong>van</strong> Groot-<br />
Antwerpen.<br />
De beperkte bevoegdheden <strong>van</strong> de PVV-districtsvereniging Antwerpen hadden tot gevolg dat dit<br />
niveau niet volledig uitgebouwd werd. De bestuursploeg telde overigens nogal wat elementen <strong>die</strong> ook<br />
in het bestuur <strong>van</strong> de stedelijke afdeling zetelden. Piet Van Roe was zelfs een tijdlang voorzitter <strong>van</strong><br />
beide geledingen 338 . Dat de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de twee instellingen vermengd raakten, hoeft m.a.w. niet te<br />
verwonderen. De stukken <strong>die</strong> hieronder worden beschreven, werden dan ook afgezonderd uit het<br />
archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-Stad. De depotlijst aan de hand waar<strong>van</strong> dat archief materiaal<br />
werd bewaard vermelde onder nummer 3 onder meer het district 339 . De enige stukken <strong>die</strong> onder dat<br />
nummer konden ressorteren, bleken echter door het districtsvereniging zelf te zijn gevormd. De reden<br />
<strong>van</strong> de vermenging moet worden gezocht in de beperkte uitbouw <strong>van</strong> het districtsniveau waardoor<br />
functionarissen <strong>van</strong> de Antwerpse stadsafdeling zoals administratief secretaris Fernand De Borger en<br />
secretaris-generaal Charles De Weze geregeld brieven ondertekenden in naam <strong>van</strong> de<br />
districtsvoorzitter.<br />
Dat de stukken wel degelijk door het district werden gevormd, was moeilijk uit te maken<br />
vermits meermaals briefpapier <strong>van</strong> de stadsafdeling werd gebezigd. Daarom kon slechts worden<br />
uitgemaakt wie archiefvormer was via het onderscheid tussen doorslagen <strong>van</strong> uitgaande stukken en<br />
ingekomen net-exemplaren. Eén en ander houdt overigens ook een gevaar in voor de vorser. Deze kan<br />
niet steeds afgaan op de briefhoofdingen <strong>die</strong> vaak niet overeenstemmen met de werkelijke opsteller <strong>van</strong><br />
het document.<br />
Aan de ordening zoals ze werd aangetroffen, werden bij de inventarisatie geen wijzigingen<br />
aangebracht vermits het archief allerminst volledig is.<br />
2.4.1.2. Inventaris<br />
1. Notulen <strong>van</strong> de bestuursvergaderingen. Met bijlagen. 1966-1969, 1971, 1973-1974. 1 omslag.<br />
2-5. Dossiers betreffende de Algemene Vergaderingen. 1967, 1969. 4 omslagen.<br />
2. Van 20 maart 1967. 1967.<br />
3. De gewone Algemene Vergadering <strong>van</strong> 7 december 1967. 1967.<br />
4. De buitengewone Algemene Vergadering <strong>van</strong> 7 december 1967. 1967.<br />
5. Van 16 mei 1969. 1969.<br />
6. Notulen betreffende de Statutaire Algemene Ledenvergadering <strong>van</strong> 5 december 1969. 1969.<br />
1 stuk.<br />
336 Boeykens, De Vlaamse PVV, 69.<br />
337 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 2.3, brief betreffende de amendementen op het ontwerp <strong>van</strong> de nieuwe statuten <strong>van</strong> de<br />
PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen 1961.<br />
338 Meer bepaald <strong>van</strong> 1974 tot en met 1980.<br />
339 We verwijzen hiervoor naar de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-Stad.
INDICES MMM -<br />
7-10. Dossiers betreffende de Algemene Vergaderingen. 1971-1974. 4 omslagen.<br />
7. Van 19 februari 1971. 1971.<br />
8. Van 1972. 1972.<br />
9. <strong>van</strong> 12 januari 1973. 1972-1973.<br />
10. Van 8 januari 1974. 1974.<br />
11. Briefwisseling met partijgeledingen uit het Antwerpse arrondissement. 1971-1981 340 .<br />
1 omslag.<br />
340 Slechts op te maken aan de uitgaande brieven (doorslagen) dat het om archief <strong>van</strong> de PVV-districtsvereniging<br />
Antwerpen gaat.
2.4.2. STUKKEN VAN HET KANTONAAL ACTIE- EN COÖRDINATIECOMITÉ (ACC) BERCHEM<br />
2.4.2.1. Inleiding<br />
INDICES NNN -<br />
In de inleiding op de inventaris <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen merkten we op dat<br />
binnen het Antwerpse arrondissement geen kantonale PVV-geledingen bestonden. Toch werd tussen<br />
1962 en 1965 in onder meer het kanton Berchem een ACC opgericht. De ACC's waren de voorlopers <strong>van</strong><br />
de CAPR's <strong>die</strong> wel op districtsniveau bestonden 341 . De ACC's waren - zoals de naam suggereert -<br />
bevoegd voor de coördinatie <strong>van</strong> de liberale activiteiten binnen het kanton. Daarom waren de<br />
activiteiten vooral geconcentreerd in verkiezingsperiodes.<br />
Dit archieffragment bevat slechts één bestanddeel en moet vermits het niet meteen iets met<br />
Antwerpen te maken heeft, eerder toevallig op het Liberaal Huis en in dit archieffonds terecht zijn<br />
gekomen. Misschien ligt de oplossing bij Charles De Weze <strong>die</strong> zijn carrière binnen de liberale beweging<br />
aanving in Mortsel, een gemeente <strong>die</strong> toen deel uitmaakte <strong>van</strong> het Berchemse kanton 342 . Overigens was<br />
het identificeren <strong>van</strong> de stukken eerder makkelijk. Op de omslag stond bv. «PVV Kanton» vermeld. Aan<br />
de hand <strong>van</strong> de stukken kon de puzzel worden vervolledigd. Op de bewijsstukken <strong>die</strong> in bijlage bij de<br />
dagafschriften gevoegd zijn, stonden immers vaak afzender, begunstigde en reden <strong>van</strong> de stortingen<br />
vermeld.<br />
2.4.2.2. Inventaris<br />
1. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 615033. Met bijlagen. 1962-1963. 1 omslag.<br />
341 Voor meer informatie verwijzen we naar de structuurstu<strong>die</strong> uit het vorig hoofdstuk.<br />
342 Archief Charles De Weze, nummer 1.
2.4.3. STUKKEN VAN PVV-GROOT-ANTWERPEN<br />
2.4.3.1. Inleiding<br />
INDICES OOO -<br />
Op 1 januari 1983 fuseerden een aantal Antwerpse gemeenten tot de gemeente Groot-Antwerpen. Eén<br />
en ander had tot gevolg dat binnen de PVV een nieuwe afdeling <strong>die</strong>nde gevormd met het oog op de<br />
gemeenteraadsverkiezingen : PVV-Groot-Antwerpen. Deze afdeling had dezelfde bevoegdheden als<br />
andere afdelingen, maar nam toch een wat aparte plaats in door haar om<strong>van</strong>g. De afdeling omvatte<br />
immers de ex-afdelingen Antwerpen-stad, Berchem, Borgerhout, Deurne, Ekeren, Hoboken, Merksem<br />
en Wilrijk 343 . In deze plaatsen werden districtsafdelingen opgericht <strong>die</strong> als onderafdeling <strong>van</strong> de PVV-<br />
Groot-Antwerpen fungeerden. De negende districtsafdeling werd gevormd door de reeds sinds lang met<br />
Antwerpen gefuseerde dorpen Berendrecht en Zandvliet. Boven<strong>die</strong>n had dit de afschaffing <strong>van</strong> de<br />
districten Antwerpen en Berchem-Borgerhout en de wijziging <strong>van</strong> het district Ekeren in district Kapellen<br />
tot gevolg 344 .<br />
Deze archiefstukken bevonden zich tussen het archiefmateriaal dat in 1993 naar het Liberaal<br />
Archief werden overgebracht. Uit de stukken komen de belangrijkste bevoegdheden zeer goed tot uiting,<br />
met name de voorbereiding <strong>van</strong> de gemeenteraadsverkiezingen en het aanduiden <strong>van</strong><br />
vertegenwoordigers in stedelijke instellingen.<br />
Voor de gebruikers <strong>van</strong> dit archief moet worden gewaarschuwd voor verwarring tussen de<br />
PVV-afdeling Antwerpen-stad, de PVV-Groot-Antwerpen en de PVV-districtsafdeling Antwerpen-stad. Voor<br />
1982 is de situatie vrij duidelijk, vermits op dat moment enkel de PVV-afdeling Antwerpen-stad bestond.<br />
Pas na de Antwerpse fusie wordt de toestand ingewikkelder. Voor Antwerpen in zijn geheel werd de<br />
PVV-Groot-Antwerpen opgericht, terwijl de districtsafdeling alle inwoners verenigde <strong>van</strong> de vroegere<br />
gemeente Antwerpen. De verwarring nam echter vooral toe door het gebruik <strong>van</strong> verschillende<br />
benamingen. Zo werd de districtsafdeling ook PVV-stad Antwerpen of PVV-afdeling Antwerpen-stad<br />
genoemd. PVV-Groot-Antwerpen dan weer werd zeer vaak kortweg PVV-Antwerpen genoemd.<br />
2.4.3.2. Inventaris<br />
1. Dossier betreffende de voorbereiding <strong>van</strong> de in 1988 gehouden gemeenteraadsverkiezingen.<br />
1988. 1 omslag.<br />
2. Roosters betreffende de uitslagen per stemopnemingsbureau <strong>van</strong> de gemeenteraadsverkiezingen.<br />
1988. 1 omslag.<br />
3. Ingekomen brieven betreffende de door de districtsafdelingen aangeduide vertegen-woordigers<br />
voor de Toezichtscommissie Stedelijk Kunstonderwijs. 1984 345 . 2 stukken.<br />
343 Voor bevoegdheden en werking <strong>van</strong> PVV-Groot-Antwerpen, verwijzen we naar het reglement : LA, Plaatselijk<br />
Liberalisme, Antwerpen 133; en de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad.<br />
344 Hiervoor verwijzen we naar de structuurstu<strong>die</strong> (vorig hoofdstuk) en naar Malvoz en Verbist, 589 gemeenten, 5 en 33.<br />
345 Deze stukken zaten in het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen-Arrfed. De reden daarvoor is wellicht<br />
te zoeken in het feit dat ze aan Lode Stieltjens - de bestendige secretaris <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie - werden<br />
toegestuurd met de vraag om de namen <strong>van</strong> de vertegenwoordigers door te geven aan de schepen.
2.4.4. STUKKEN VAN LP-AFDELING ANTWERPEN-STAD<br />
2.4.4.1. Inleiding<br />
INDICES PPP -<br />
De LP-afdeling Antwerpen-stad was de voorloper <strong>van</strong> de gelijknamige afdeling <strong>van</strong> de PVV. Organisatie<br />
en werking waren grotendeels gelijklopend met <strong>die</strong> <strong>van</strong> de PVV-afdeling 346 .<br />
De documenten <strong>die</strong> in de lijst <strong>van</strong> documentatie zijn opgenomen bevonden zich oorspronkelijk<br />
in het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad. Voor wat het adressenregister betreft moet enig<br />
voorbehoud worden gemaakt. Aan de hand <strong>van</strong> de datering en de woonplaatsen <strong>van</strong> de voorkomende<br />
personen lijkt het er sterk op dat dit archiefbestanddeel moet zijn gevormd door de Antwerpse afdeling<br />
<strong>van</strong> de LP. Zekerheid hieromtrent is er echter geenszins.<br />
De documentatie- en knipselmappen <strong>van</strong> hun kant werden naar alle waarschijnlijkheid<br />
bijeengebracht ten tijde <strong>van</strong> de LP, maar werden mogelijk nog gebruikt door de PVV-afdeling. Temeer<br />
daar de stukken dateren uit de periode 1958-1962; vlak voor en tijdens de omvorming <strong>van</strong> LP tot PVV<br />
dus. We opteerden ervoor de stukken hier te beschrijven gezien het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling<br />
Antwerpen-Stad in hoofdzaak bestaat uit archiefmateriaal uit de periode 1967-1982.<br />
2.4.4.2. Inventaris<br />
1. Alfabetisch adressenregister. [Opgesteld ca. 1945, bijgehouden tot ca. 1956]. 1 deel.<br />
---. Journaal <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 14/2/1958-2/8/1970 347 .<br />
2.4.4.3. Lijst <strong>van</strong> documentatie<br />
1. Documentatiemap betreffende socialistische partij en vakbond. 1960-1961. 1 omslag.<br />
2. Knipselmap betreffende de wetgevende verkiezingen <strong>van</strong> 1961. 1961. 1 omslag.<br />
3. Knipselmap betreffende de verkiezingsuitslagen. 1961. 1 omslag.<br />
4. Documentatiemap betreffende de politieke actualiteit. 1961-1962. 1 omslag.<br />
5. Documentatiemap betreffende de stad Antwerpen. 1958-1961. 1 omslag.<br />
346 Voor meer informatie verwijzen we naar de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-Stad.<br />
347 Archief PVV-afdeling Antwerpen-stad, nummer 35.
2.4.5. STUKKEN VAN DE PVV-VROUWEN VAN ANTWERPEN-STAD<br />
2.4.5.1. Inleiding<br />
INDICES QQQ -<br />
De PVV beschikte eveneens over een vrouwenorganisatie, <strong>die</strong> vooral de vrouwenbelangen binnen de<br />
liberale beweging verdedigde. Op het plaatselijke vlak was deze vaak weinig uitgebouwd. Dat komt<br />
onder meer tot uiting in Antwerpen. Een aantal stukken <strong>die</strong> door de vrouwenafdeling werden gevormd,<br />
werden immers bewaard door de PVV-afdeling Antwerpen-Stad. <strong>Het</strong> gaat echter duidelijk om stukken <strong>die</strong><br />
door de vrouwen werden gevormd en <strong>die</strong> te vinden waren in twee verschillende omslagen uit dat<br />
archief. Vermits het om de originele stemformulieren gaat moeten en kunnen deze niet anders worden<br />
beschouwd dan als archief dat gevormd werd door de vrouwenafdeling.<br />
2.4.5.2. Inventaris<br />
1. Dossier betreffende de tijdens de Algemene Vergadering <strong>van</strong> 16 maart 1975 gehouden<br />
bestuursverkiezing. 1975. 1 omslag.<br />
2. Stemformulieren betreffende de op 16 maart 1975 gehouden bestuursverkiezing. 16/3/1975.<br />
1 omslag.
2.4.6. STUKKEN VAN DE LIBERALE EN GRONDWETTELIJKE VERENIGING VAN ANTWERPEN<br />
2.4.6.1. Inleiding 348<br />
INDICES RRR -<br />
In 1857 werd de franskiljonse Association Libérale et Constitionelle d'Anvers - kortweg Association Libérale -<br />
opgericht 349 . <strong>Het</strong> betrof meer bepaald de oudste politieke liberale vereniging te Antwerpen <strong>die</strong> in eerste<br />
instantie de verfranste Antwerpse burgerij vertegenwoordigde. Vele actieve leden waren overigens <strong>van</strong><br />
vreemde komaf. Haar invloed reikte verder dan de stadsgrenzen, waardoor ALCA - naast andere - als<br />
een soort <strong>van</strong> arrondissementele vereniging kon worden gezien. Binnen de Vereenigde Liberalen vormde<br />
zij de machtigste groep, wat onder meer tot uiting kwam in de plaatsen op de verkiezingslijsten <strong>die</strong> door<br />
haar werden bezet. Na de tweede wereldoorlog verdween de onafhankelijke status, <strong>die</strong> tot dan in stand<br />
was gehouden, door de oprichting <strong>van</strong> de Antwerpse arrondissementsfederatie <strong>van</strong> de Liberale Partij <strong>die</strong><br />
de oude liberale korpsen als LGVA en Liberale Volkspartij HUZ bv. onder haar verenigde als afdelingen.<br />
Toch bleef de Liberale Assocatie meestal de voorzitter <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie leveren. Pas met<br />
de oprichting <strong>van</strong> de PVV werd LGVA een onderafdeling <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-Stad en nam<br />
haar belang sterk af.<br />
De stukken <strong>die</strong> hieronder worden beschreven en door deze vereniging werden gevormd<br />
moeten precies gezien worden in de tanende macht <strong>van</strong> <strong>die</strong> franstalige burgerij in de loop <strong>van</strong> de jaren<br />
vijftig. <strong>Het</strong> gaat om stukken <strong>die</strong> door de vereniging aan haar leden waren opgestuurd, maar wegens<br />
foute, onvolledige adressen en dergelijke meer door de post naar de afzender werden teruggestuurd. De<br />
betekenis <strong>van</strong> de bescheiden kon maar met moeite worden achterhaald. Slechts één document immers<br />
was een circulaire <strong>van</strong> LGVA. Voor het overige ging het om een circulaire <strong>van</strong> de LParrondissementsfederatie<br />
Antwerpen en diverse stukken zonder aanduiding <strong>van</strong> een vereniging :<br />
verkiezingspropaganda voor jonge liberalen, een circulaire betreffende de poll en een modelstemformulier.<br />
Wij reconstrueerden dit als volgt. Ten gevolge <strong>van</strong> de kiescampagne <strong>van</strong> 1958 was er een<br />
tweestrijd ontstaan tussen de oude behoudsgezinde Liberale Associatie en jongere Vlaamse kandidaten<br />
<strong>die</strong> door anderen werden gesteund. Om haar eigen kandidaat nogmaals een hart onder de riem te<br />
steken werden alle leden aangeschreven om ze te overtuigen voor de juiste persoon te stemmen. De<br />
verkiezingspropaganda <strong>die</strong> tegen haar kandidaat was gericht, werd als bewijsmateriaal mee<br />
opgezonden. Pas nadat deze betekenis was achterhaald, kon dit bestanddeel worden afgescheiden.<br />
2.4.6.2. Inventaris<br />
1. Circulaire aan de leden betreffende de poll <strong>van</strong> 19 januari 1958 in het kader <strong>van</strong> de verkiezingen.<br />
Met bijlagen. [1958]. 1 omslag.<br />
348 Zie ook de structuurstu<strong>die</strong>.<br />
349 De Nederlandstalige benaming was Liberale en Grondwettelijke Vereniging <strong>van</strong> Antwerpen of Liberale Vereniging. Voor<br />
meer informatie verwijzen we naar Goovaerts, De radikale liberalen, 1 en 68; Luyten, De 'vereenigde Liberalen <strong>van</strong><br />
Antwerpen', 38.
2.4.7. STUKKEN VAN DE BELGISCHE LIBERALE MIDDENKLASSE, ANTWERPEN<br />
2.4.7.1. Inleiding<br />
INDICES SSS -<br />
De Belgische Liberale Middenklasse was de nationale liberale organisatie voor de middenstand met als<br />
doelstelling de verdediging <strong>van</strong> de belangen <strong>van</strong> industrie, handel, ambachten, vrije beroepen,<br />
eigenaars en burgerij. Dit was overigens ook de ondertitel <strong>van</strong> het maandelijkse tijdschrift dat door de<br />
Antwerpse geleding <strong>van</strong> deze vereniging werd uitgegeven onder de benaming Liberale Middenklasse<br />
<strong>van</strong>af 1958. Net zoals zovele andere <strong>verenigingen</strong> was zij gevestigd op de Kome<strong>die</strong>plaats 17 en één <strong>van</strong><br />
de vele korpsen <strong>die</strong> deel uitmaakten <strong>van</strong> de liberale arrondissementsfederatie.<br />
De stukken <strong>die</strong> hieronder worden beschreven, hadden initieel niet het opzet te berusten onder<br />
deze vereniging. <strong>Het</strong> gaat immers om brieven en circulaires <strong>die</strong> werden verstuurd naar leden, maar<br />
<strong>van</strong>wege overlijden, foutief of onvolledig adres naar de afzender werden teruggestuurd. Juist omdat ze<br />
werden teruggestuurd zullen ze niet echt als archief zijn beschouwd door de archiefvormer en wellicht<br />
raakten ze mede daardoor afgedwaald 350 .<br />
De ordening riep enige moeilijkheden op vermits niet elke geadresseerde dezelfde stukken<br />
moet hebben gekregen, maar niet helemaal meer kon worden achterhaald welke stukken wel en welke<br />
niet samen werden verzonden. Aangezien alle stukken het BLM-congres <strong>van</strong> 17 december 1958 en de er<br />
onmiddellijk op volgende poll <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen betroffen, besloten we één<br />
bestanddeel te vormen. Daarnaast vonden we ook nog een aantal fotonegatieven terug <strong>die</strong> werden<br />
gebruikt voor publicatie in het tijdschrift.<br />
2.4.7.2. Inventaris<br />
1. Stukken betreffende BLM-congres en arondissementele poll <strong>van</strong> de Liberale Partij. 1958.<br />
1 omslag.<br />
2.4.7.3. Documentatie<br />
1. Foto's. Z.d. Negatieven.<br />
350 De bescheiden bevonden zich tussen de archiefstukken <strong>van</strong> de PVV-arrondissemensfederatie Antwerpen, beschreven in<br />
schenkingslijst 1992/249.
2.4.8. STUKKEN VAN CHARLES DE WEZE<br />
2.4.8.1. Inleiding 351<br />
INDICES TTT -<br />
De figuur <strong>van</strong> Charles De Weze speelde bij de totstandkoming <strong>van</strong> dit archieffonds een centrale rol. Hij<br />
bekleedde immers één of meerdere functies bij de meeste <strong>van</strong> de hier aangehaalde archiefvormers. De<br />
belangrijkste voor dit archieffonds was ongetwijfeld de functie <strong>van</strong> permanent secretaris <strong>van</strong> de<br />
arrondissementsfederatie <strong>van</strong> achtereenvolgens LP en PVV, <strong>die</strong> hij <strong>van</strong> 1960 tot 1975 uitoefende. Voor<br />
de arrondissementsfederatie werd hij in de jaren tachtig secretaris-generaal, respectievelijk voorzitter.<br />
Binnen de PVV-afdeling Antwerpen-stad was zijn rol iets bescheidener. De functies <strong>die</strong> hij daar waarnam<br />
waren ondermeer penningmeester en secretaris-generaal. Zijn invloed op een aantal <strong>archieven</strong> kan<br />
m.a.w. moeilijk worden onderschat.<br />
Hieronder volgt een gedeelte <strong>van</strong> zijn persoonlijk archief dat werd gerecupereerd uit het archief<br />
<strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis en nog iets meer over zijn carrière prijsgaf. Charles De Weze begon zijn<br />
loopbaan als voorzitter <strong>van</strong> de Liberale Jonge Wacht <strong>van</strong> Mortsel. Sinds 1977 zetelt hij als<br />
provincieraadslid. Een functie <strong>die</strong> hij nog steeds bekleedt. In 1985 bv. waren zijn functies de volgende :<br />
commissaris bij de huisvestingsmaatschappij De Goede Woning, penningmeester <strong>van</strong> het Algemeen<br />
Kledingwerk voor Antwerpen's Scholen, penningmeester <strong>van</strong> het Antwerpse Willemsfonds en als<br />
fractieleider lid <strong>van</strong> de toezichtscommissie <strong>van</strong> het UZ-Antwerpen 352 .<br />
Aan de ordening <strong>van</strong> de archivalia werd geen verandering aangebracht omdat we over te<br />
weinig materiaal en gegevens beschikten om dit op een gefundeerde wijze te doen. Nochtans kan<br />
worden gesteld dat de huidige ordening hoegenaamd geen toonbeeld <strong>van</strong> duidelijkheid is. De<br />
briefwisseling <strong>van</strong> de jaren zeventig bv. werd <strong>van</strong>af eind 1976 alfabetisch geclasseerd in twee<br />
verschillende series <strong>die</strong> mekaar qua periode voor meer dan de helft overlappen. Boven<strong>die</strong>n bevinden<br />
zich hierin zowat alle ingekomen of kopies <strong>van</strong> uitgaande stukken. Anderzijds maakte Charles De Weze<br />
evenmin onderscheid tussen persoonlijk en verenigingsarchief. De vermenging is echter te groot om ze<br />
op een relatief eenvoudige manier ongedaan te maken.<br />
2.4.8.2. Inventaris<br />
1-6. Briefwisseling over diverse onderwerpen. Met bijlagen. 1961, 1974-1979.<br />
2 pakken en 4 omslagen.<br />
1. 1961-1962. 1 omslag.<br />
2. Chronologisch geordend. 2/1974-12/1976. 1 pak.<br />
3. Alfabetisch geordend, A-J. 4/1977-4/1979. 1 pak.<br />
4. Alfabetisch geordend, J-Z. 10/1976-3/1979. 1 omslag.<br />
5. Alfabetisch geordend, A-P. 5/1976-3/1978. 1 omslag.<br />
6. Alfabetisch geordend, P-Z. 9-1976-12/1977. 1 omslag.<br />
7. Dossier betreffende de kiescampagne <strong>van</strong> 1978. [ca. 1978]. 1 omslag.<br />
351 Voor meer informatie over de rol <strong>van</strong> Charles De Weze in dit archieffonds, verwijzen we naar de eerste twee<br />
hoofdstukken <strong>van</strong> deel 2 en naar deel 3.<br />
352 Zie Antwerpen Metropool <strong>van</strong> 13/10/1985, p. 4.
2.4.9. STUKKEN VAN CAMILLE PAULUS<br />
2.4.9.1. Inleiding<br />
INDICES UUU -<br />
Camille Paulus was voorzitter <strong>van</strong> de Antwerpse arrondissementsfederatie <strong>van</strong> de PVV <strong>van</strong> 15<br />
september 1973 tot 3 februari 1978. <strong>Het</strong> is in dat verband dat we de aanwezigheid <strong>van</strong> de beschreven<br />
stukken moeten zien. De stukken onder inventarisnummer 1 dateren uit de periode <strong>van</strong> zijn<br />
voorzitterschap. De brieven waren specifiek aan hem en zijn familie gericht, het is echter niet<br />
denkbeeldig dat hij deze <strong>van</strong>uit zijn functie en in naam <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie beantwoordde.<br />
Dit kan echter niet gelden voor de nieuwjaarswensen voor 1979, toen hij de functie al bijna een vol jaar<br />
had afgelegd. <strong>Het</strong> is meer bepaald om <strong>die</strong> reden dat we besloten deze stukken toch als persoonlijk<br />
archief te beschouwen. Deze stukken werden neergelegd in 1992 en werden samen met de stukken <strong>van</strong><br />
PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen beschreven in schenkingslijst 1992/249.<br />
2.4.9.2. Inventaris<br />
1. Nieuwjaarskaarten voor 1977 aan de familie Paulus. [1976-1977]. 1 pak.<br />
2. Nieuwjaarskaarten voor 1979 aan de familie Paulus. [1978-1979]. 1 omslag.
2.4.10. STUKKEN VAN HET JAN VAN RIJSWIJCKCENTRUM VZW<br />
2.4.10.1. Inleiding<br />
INDICES VVV -<br />
<strong>Het</strong> Jan Van Rijswijckcentrum werd in 1972 opgericht als een onafhankelijk centrum voor sociaal<br />
hulpbetoon en maatschappelijk welzijn. In de eerste jaren was de maatschappelijke zetel gevestigd in de<br />
Hertoginstraat. M.a.w. in hetzelfde gebouw als de PVV-afdeling Antwerpen Stad. Pas <strong>van</strong>af 1981<br />
scheidden de wegen <strong>van</strong> deze twee instellingen toen het Jan Van Rijswijckcentrum naar de<br />
Minderbroedersrui verhuisde. <strong>Het</strong> verband tussen de beide was overigens aanzienlijk, vermits het Jan<br />
Van Rijswijckcentrum juist onder de impuls <strong>van</strong> de plaatselijke afdeling werd opgericht 353 .<br />
<strong>Het</strong> hoeft dan ook niet te verwonderen dat een aantal stukken <strong>die</strong> door het sociaal centrum<br />
werden gevormd vermengd raakten met archivalia <strong>van</strong> de stadsafdeling of minstens samen bewaard<br />
bleven. Dat is in eerste instantie het geval met het steekkaartenregister <strong>van</strong> de bibliotheek. Aan de hand<br />
<strong>van</strong> een publikatie waarop een stempel <strong>van</strong> het Jan <strong>van</strong> Rijswijckcentrum en codes <strong>die</strong> overeenkwamen<br />
met de fiche <strong>van</strong> <strong>die</strong> publikatie kon worden achterhaald dat dit bestanddeel gevormd werd door het<br />
centrum in het kader <strong>van</strong> haar opdrachten, met name sociaal <strong>die</strong>nstbetoon 354 . De bewijsstukken waren<br />
verkeerdelijk terechtgekomen in het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad. Maar reeds in 1975<br />
werd daarop gewezen door de controleur <strong>van</strong> de boekhouding <strong>van</strong> de stadsafdeling 355 .<br />
Voor meer informatie kunnen de jaarverslagen worden geraadpleegd <strong>die</strong> gedeeltelijk op het<br />
Liberaal Archief worden bewaard 356 .<br />
2.4.10.2. Inventaris<br />
1. Bewijsstukken <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1973-1974. 1 omslag.<br />
2. Catalogus <strong>van</strong> de bibliotheek. Z.d. 1 kaartsysteem.<br />
353 Piet Van Roe - voorzitter <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad - was tevens voorzitter <strong>van</strong> het Jan Van Rijswijckcentrum<br />
<strong>van</strong>af zijn ontstaan : Liberale VZW's, 11.<br />
354 <strong>Het</strong> blijft echter mogelijk dat de bibliotheek gezamenlijk bezit was <strong>van</strong> verschillende <strong>verenigingen</strong> met zetel in de<br />
Hertoginstraat 16.<br />
355 Zie de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> PVV-afdeling Antwerpen-stad.<br />
356 Liberale VZW's, 13.
2.4.11. STUKKEN VAN DE ANTWERPSE CULTURELE KRING<br />
2.4.11.1. Inleiding<br />
INDICES WWW -<br />
Er bestaat absoluut geen zekerheid over de identiteit <strong>van</strong> de archiefvormer <strong>van</strong> de hieronder beschreven<br />
archivalia. Een aantal archiefbestanddelen <strong>die</strong> tussen de andere archiefstukken zaten bleken enkele galaavonden<br />
te betreffen <strong>die</strong> werden ingericht ten voordele <strong>van</strong> de liberale jeugdorganisatie De Knapzak/La<br />
Besace. Deze feesten vonden alle plaats in de Koningin Elisabethzaal aan het Koningin Astridplein te<br />
Antwerpen. De Antwerpse Culturele Kring was wellicht een éénmansorganisatie <strong>van</strong> de liberaal<br />
Raymond Remael. Wellicht richtte deze man allerhande feesten in, waarvoor hij een drijfveer nodig had;<br />
in dit geval De Knapzak.<br />
Hoe deze stukken in het Liberaal Huis verzeilden is ons niet erg duidelijk. Zowel Raymond<br />
Remael als het ACK bleken immers gehuisvest te zijn op de Jan Van Rijswijcklaan, 191. Raymond<br />
Remael was echter wel lid <strong>van</strong> de Antwerpse arrondissementsfederatie 357 .<br />
2.4.11.2. inventaris<br />
1-4. Dossiers betreffende gala-avonden. 1962-1964. 4 omslagen.<br />
1. De op 5 december 1962 gehouden Edith Piaf-avond. 1962-1963.<br />
2 De op 8 mei 1963 gehouden Gala-avond Yves Montand. 1963.<br />
3. De op 13 december 1963 gehouden Charles Aznavour-avond. 1962-1963.<br />
4. <strong>Het</strong> op 16 april 1964 gehouden optreden <strong>van</strong> vader en zoon Fernandel. 1964.<br />
357 Archief PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen, ledenstaten.
2.4.12. STUKKEN VAN HET REISAGENTSCHAP LOTUS<br />
2.4.12.1. Inleiding<br />
INDICES XXX -<br />
Volgens gegevens <strong>die</strong> ons werden meegedeeld dooor Luc Pareyn - archivaris <strong>van</strong> het Liberaal Archief -<br />
zou Lotus een reisagentschap zijn geweest dat nauw verbonden was met de familie Hoste en dus met de<br />
krant <strong>Het</strong> Laatste Nieuws. Volgens onze bron waren de kantoren er<strong>van</strong> veelal gevestigd in de onmiddellijke<br />
omgeving <strong>van</strong> <strong>die</strong> <strong>van</strong> het dagblad. De familie Hoste zou doorgaans beroep gedaan hebben op<br />
deze maatschappij, zowel voor persoonlijke als voor zakelijke reizen.<br />
Aangezien deze archiefstukken in dit archieffonds voorkomen kunnen we er <strong>van</strong> uitgaan dat<br />
Lotus een tijdlang op de Kome<strong>die</strong>plaats gevestigd moet geweest zijn. Een andere mogelijkheid is<br />
evenwel dat de stukken mee werden verhuisd met de <strong>archieven</strong> <strong>die</strong> <strong>van</strong> de Hertoginstraat kwamen. <strong>Het</strong><br />
achtergelaten materiaal beperkt zich immers tot 1 deel, bestaande uit 2 bestanddelen. De redactie <strong>van</strong> de<br />
stukken is echter allerminst duidelijk of éénvormig. Wellicht werden ze gebruikt als klad, onder meer<br />
met het oog op het opstellen <strong>van</strong> de boekhouding.<br />
3.4.12.2. Inventaris<br />
1. Klantenregister. Ca. 1980. Klad (?). 1 deel.<br />
--- Staat <strong>van</strong> klanten. Klad (?) 358 .<br />
358 Zie inventarisnummer 1.
2.3.4. DE ARCHIEFINVENTARIS VAN EERST VRIJHEID EN EERST VRIJ<br />
2.3.4.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />
1. Archief <strong>van</strong> maandblad Eerst Vrijheid<br />
1.1. Briefwisseling over diverse onderwerpen<br />
1.2. Stukken betreffende de financiën<br />
1.3. Stukken betreffende de abonnementen en de verdeling er<strong>van</strong><br />
1.4. Stukken betreffende werking en redactie <strong>van</strong> het maandblad<br />
2. Archief <strong>van</strong> maandblad Eerst Vrij<br />
2.3.4.2. Inleiding<br />
2.3.4.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instellingen<br />
EERST VRIJ(HEID) A -<br />
<strong>Het</strong> bestaan <strong>van</strong> het liberale maandblad Eerst Vrijheid was <strong>van</strong> zeer korte duur; namelijk slechts een<br />
tweetal jaren. Over de geschiedenis er<strong>van</strong> is ons echter nauwelijks iets bekend. We beschikken immers<br />
over geen statuten, reglementen of instructies, noch over andere belangrijke stukken. We konden<br />
evenmin één enkele stu<strong>die</strong> opsporen waarin het tijdschrift nog maar ter sprake kwam. Ook in de Bijlagen<br />
bij het Belgisch Staatsblad kon niets worden gevonden. Eerst Vrijheid moet namelijk een feitelijke<br />
vereniging geweest zijn, zonder rechtspersoonlijkheid m.a.w. Onze informatie kwam dus volledig uit<br />
het archief zelf en uit een aantal nummers <strong>van</strong> het tijdschrift 260 .<br />
Tot de oprichting <strong>van</strong> het tijdschrift moet ten laatste in april 1956 besloten zijn. Eén maand later<br />
rolde het allereerste nummer <strong>van</strong> de persen. Precies twee jaar later verscheen het eerste en meteen ook<br />
laatste nummer <strong>van</strong> de derde jaargang. Nog datzelfde jaar ontstond en verscheen het liberale<br />
maandblad Eerst Vrij dat het resultaat was <strong>van</strong> een fusie tussen het opgedoekte Eerst Vrijheid enerzijds<br />
en Vrij - het orgaan <strong>van</strong> de Antwerpse federatie <strong>van</strong> de Liberale Jeugd - anderzijds.<br />
De redacties <strong>van</strong> Eerst Vrijheid en Eerst Vrij waren gevestigd op de Kome<strong>die</strong>plaats 17. Beide<br />
tijdschriften kunnen trouwens vooral als een eenmansonderneming worden omschreven. Ze werden<br />
immers hoofdzakelijk door één en dezelfde hoofdredacteur geschreven; met name Karel Poma,<br />
respectievelijk Paul Bludts. Beiden waren vooraanstaande leden <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie<br />
Antwerpen. <strong>Het</strong> tijdschrift werd dan ook met de steun <strong>van</strong> <strong>die</strong> federatie uitgegeven. Dat valt onder meer<br />
af te leiden uit de aanbevelingsbrief <strong>van</strong> het arrondissementeel Bureel, <strong>die</strong> met de eerste<br />
abonnementsformulieren werd meegezonden 261 . Toch kende Eerst Vrijheid een zekere<br />
onafhankelijkheid <strong>die</strong> tot uiting kwam in de inhoud. De opzet beperkte zich immers niet tot het<br />
behandelen <strong>van</strong> louter Antwerpse onderwerpen. De themata betroffen voornamelijk de algemeen<br />
Belgische politieke toestand. Een belangrijk gevolg daar<strong>van</strong> met het oog op de archiefvorming was dat<br />
de abonnenten niet tot het Antwerpse beperkt bleven. De lezers waren daarentegen verspreid over heel<br />
Vlaanderen, tot in Wallonië toe. Deze situatie en het feit dat de onderwerpen ondanks alles <strong>van</strong>uit een<br />
Antwerps standpunt werden behandeld, leidden in januari 1957 tot de uitgave <strong>van</strong> aparte edities voor<br />
Antwerpen en Mechelen 262 .<br />
In de loop <strong>van</strong> 1958 stierf het maandblad een stille dood. De derde jaargang was echter nog<br />
maar pas ingezet en vele abonnementen waren reeds betaald. Vele klachten over het uitblijven <strong>van</strong><br />
nieuwe nummers volgden en o.a. Frans Grootjans - lid <strong>van</strong> het Directiecomité <strong>van</strong> de Antwerpse<br />
federatie - vond dat het belangrijke initiatief niet zomaar kon verdwijnen 263 . De oplossing werd<br />
260<br />
In de tijdschriftencollectie <strong>van</strong> het Liberaal Archief bevinden zich enkele nummers.<br />
261 Zie het eerste nummer in de tijdschriftencollectie <strong>van</strong> het Liberaal Archief.<br />
262 Op 19 december 1956 werd met de LP-arrondissementsfederatie Mechelen een overeenkomst gesloten geldend voor<br />
één jaar; inventarisnummer 14.<br />
263 Of nog meer bestuursorganen bestonden en over welke bevoegdheden <strong>die</strong> dan wel beschikten, is ons niet bekend.
EERST VRIJ(HEID) B -<br />
gevonden in een samengaan met Vrij, maar dan wel onder een nieuwe naam en met een nieuwe<br />
hoofdredacteur. Op het inhoudelijke vlak bleef deze opvolger voortwerken in de geest <strong>van</strong> Eerst<br />
Vrijheid. De onderwerpen beperkten zich dus niet tot het lokale. Eerst Vrij bleef minimaal tot in 1960<br />
bestaan. Na<strong>die</strong>n verdween echter elk spoor er<strong>van</strong> 264 .<br />
2.3.4.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief<br />
Vermoedelijk is dit archief relatief volledig. <strong>Het</strong> omspant alleszins de volledige periode <strong>van</strong> bestaan <strong>van</strong><br />
het liberale maandblad Eerst Vrijheid. De beperkte om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> het archief is dan te verklaren <strong>van</strong>uit de<br />
korte bestaansperiode. Nochtans <strong>die</strong>nt opgemerkt dat i.v.m. de redactie en de samenstelling <strong>van</strong> het<br />
blad nagenoeg geen archief voorhanden is. Een zelfde opmerking kan worden gemaakt aangaande de<br />
bestuurswerking. Van het Directiecomité dat een aantal keren in de stukken opduikt, ontbreken bv. de<br />
notulen. Naast stukken <strong>die</strong> door Eerst Vrijheid werden gevormd, bevatte dit archief ook materiaal <strong>van</strong><br />
opvolger Eerst Vrij. Wat dat orgaan betreft kunnen we vermoeden dat een deel <strong>van</strong> het archief elders<br />
bewaard moet zijn geweest 265 .<br />
Aanvullende informatie <strong>die</strong> voor het onderzoek over Eerst Vrijheid <strong>van</strong> belang kan zijn, zal in de<br />
eerste plaats gezocht moeten worden in de tijdschriftnummers. Anderzijds mag ook het archief <strong>van</strong> de<br />
LP-arrondissementsfederatie Antwerpen niet worden vergeten.<br />
2.3.4.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />
De archiefstukken <strong>die</strong> hieronder worden geïnventariseerd, bevonden zich tussen de archivalia <strong>van</strong> de<br />
LP-arrondissementsfederatie Antwerpen, beschreven in schenkingslijst 1992/250. Nadat we deze stukken<br />
<strong>van</strong> de rest <strong>van</strong> het archief hadden kunnen afscheiden, bleken deze archivalia stukken te bevatten <strong>die</strong><br />
gevormd werden door Eerst Vrijheid en Eerst Vrij. Eén mogelijke optie; de beide archiefvormers<br />
afzonderlijk behandelen, werd afgewezen <strong>van</strong>wege de verstrengeling <strong>van</strong> beide archiefvormers in de<br />
overgangsperiode 266 . Dit fenomeen doet sterk denken aan de overlappingen <strong>die</strong> bestonden in de<br />
<strong>archieven</strong> <strong>van</strong> LP- en PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. In dit geval werd de moeilijkheid echter<br />
vooral bepaald door het gebrek aan kennis over de beide archiefvormers en over Eerst Vrij in het<br />
bijzonder. Om <strong>die</strong> reden leek het ons onzinnig om zomaar bestanddelen waarin stukken <strong>van</strong> beide<br />
archiefvormers figureerden <strong>van</strong> elkaar te scheiden. <strong>Het</strong> leek ons logischer daarmee te wachten tot aan<br />
de hand <strong>van</strong> meer gegevens of door het opsporen <strong>van</strong> de rest <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> een betere kijk zou<br />
kunnen worden verkregen. Nog andere elementen bemoeilijkten het afzonderen <strong>van</strong> beide <strong>archieven</strong>.<br />
We denken hierbij aan het verderzetten <strong>van</strong> de reeds betaalde abonnementen door Eerst Vrij, het<br />
gebruik <strong>van</strong> hetzelfde rekeningnummer, ... Daarom ook oordeelden we het verstandiger beide <strong>archieven</strong><br />
in één inventaris te behandelen. In <strong>die</strong> inventaris komt het onderscheid tussen de beide archiefvormers<br />
uiteindelijk toch duidelijk tot zijn recht. De eerste afdeling behandelt immers <strong>die</strong> bestanddelen <strong>die</strong> enkel<br />
en alleen betrekking hadden op en gevormd werden door Eerst Vrijheid. Onder de tweede afdeling vindt<br />
men de stukken <strong>die</strong> het oprichten <strong>van</strong> maandblad Eerst Vrij aangaan - gevormd door beide bladen -<br />
en/of stukken <strong>die</strong> enkel door Eerst Vrij werden gevormd. Op deze wijze werd zo goed mogelijk het<br />
onderscheid aangegeven tussen beide archiefvormers, zonder de oorspronkelijk gevormde<br />
bestanddelen geweld aan te doen.<br />
De oorspronkelijke orde <strong>van</strong> dit archief was qua kwaliteit ongelijk. Sommige bestanddelen<br />
vormden een duidelijke eenheid. andere mappen daarentegen konden niet anders dan worden<br />
opgesplitst. Belangrijker en vaak moeilijker was echter het herstellen <strong>van</strong> de band tussen de<br />
archiefbestanddelen en het achterhalen <strong>van</strong> de betekenis er<strong>van</strong>. Enkele stukken zoals de klappers op<br />
briefwisseling en abonnentenregister en dit register zelf, vormden hierbij belangrijke stukken in de<br />
puzzel. De briefwisseling werd gewoon chronologisch bewaard. In de rechterbovenhoek <strong>van</strong> de brieven<br />
264 De tijdschriftnummers op het Liberaal Archief zijn zelfs beperkt tot het allereerste nummer. Mogelijk werd het al precaire<br />
bestaan <strong>van</strong> het blad totaal onmogelijk door de omvorming <strong>van</strong> de LP tot PVV.<br />
265 Mogelijk bewaarde hoofdredacteur Paul Bludts het archief.<br />
266 Inventarisnummer 18.
EERST VRIJ(HEID) C -<br />
werd een volgnummer in zwarte inkt aangebracht, ongeacht het uitgaande dan wel ingekomen stukken<br />
betrof 267 . In eerste instantie werden uitgaande en ingekomen brieven bij elkaar gehouden en ze kregen<br />
dan ook hetzelfde nummer. Algauw werd ingezien dat dit systeem de chronologie niet <strong>die</strong>nde en werd<br />
voor een puur chronologische ordening geopteerd. De nummers op de brieven komen terug in de<br />
klapper op de briefwisseling, <strong>die</strong> enkel correspondenten vermeldde. Omwille <strong>van</strong> het feit dat de brieven<br />
op volgorde <strong>van</strong> dat doorlopende nummer werden geordend, leek het ons niet opportuun om <strong>die</strong> eerste<br />
brieven <strong>die</strong> tegen de chronologie ingaan, te herordenen. Zo zou het nummeringssysteem voor <strong>die</strong><br />
enkele brieven immers onbruikbaar worden. De briefwisseling zat dus puur chronologisch, waardoor<br />
de verbanden tussen de verschillende stukken natuurlijk verloren gingen. Deze verbanden werden door<br />
de archiefvormer enigszins hersteld door de alfabetische naamindex, maar boven<strong>die</strong>n bedacht <strong>die</strong>gene<br />
<strong>die</strong> voor het archief verantwoordelijk was nog een ander handigheidje, waardoor het constante<br />
raadplegen <strong>van</strong> de index niet nodig was. Op de brieven werden in een later stadium immers nog andere<br />
nummers in rood of zwart opgegeven, <strong>van</strong> elkaar gescheiden door een breukstreep. <strong>Het</strong> bovenste cijfer<br />
verwijst naar de vorige brief <strong>van</strong> of aan dezelfde correspondent, het nummer onder de breukstreep naar<br />
de volgende brief met dezelfde correspondent. Dit betekent dat wanneer één <strong>van</strong> of beide cijfers<br />
ontbreken, geen voorgaande en/of volgende brieven meer voorkomen.<br />
De stukken <strong>die</strong> de briefwisseling betreffen zijn het meest algemeen en komen dan ook bovenaan<br />
in de ordening in een eerste onderdeel voor. Ze worden gevolgd door de financiële stukken : dagboeken<br />
en bijlagen bij de boekhouding. Eén en hetzelfde deel werd gebruikt voor twee dagboeken; dat <strong>van</strong> de<br />
kas en dat <strong>van</strong> de postrekening. De bewijsstukken werden door de archiefvormer in tegenstelling met<br />
de dagboeken opgesplitst volgens ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. Beide bestanddelen zaten in één omslag,<br />
maar werden wel door een scheidingsblad uit mekaar gehouden. Dezelfde omslag bevatte overigens<br />
nog andere stukken <strong>die</strong> alles te maken hadden met de eigenlijke werking <strong>van</strong> het maandblad, met name<br />
het redigeren <strong>van</strong> een tijdschrift. De dagelijkse afschriften <strong>van</strong> de postrekening bevatten zoals steeds<br />
bewijsstukken in bijlage. Zoals hoger in de inleiding werd gesteld, bleef de redactie <strong>van</strong> Eerst Vrij<br />
gebruik maken <strong>van</strong> hetzelfde rekeningnummer als haar voorganger. De dagafschriften eindigden dan<br />
ook niet in het midden <strong>van</strong> 1958. De geperforeerde stukken <strong>die</strong> dus ooit in één of andere map moeten<br />
hebben samengezeten, waren zoals wij ze aantroffen echter volledig los. Vermits de originele orde niet<br />
meer te achterhalen valt, besloten we de dagafschriften op te splitsen naar gelang ze gevormd werden<br />
door de ene of de andere archiefvormer. In juli 1958 was overigens een duidelijke breuk aanwezig. Voor<br />
<strong>die</strong> maand werd immers geen enkel dagafschrift aangemaakt. Verder splitsten we de dagafschriften <strong>van</strong><br />
Eerst Vrijheid om reden <strong>van</strong> handelbaarheid op per jaar.<br />
In een derde afdeling volgen de stukken <strong>die</strong> de abonering betreffen. Net zoals dat bij de<br />
briefwisseling het geval was vonden we een klapper waar<strong>van</strong> we via de gegevens <strong>die</strong> erin waren<br />
vermeld, konden achterhalen dat <strong>die</strong> op het abonnentenregister betrekking had. Hierin werden de<br />
personen en <strong>verenigingen</strong> aangeduid <strong>die</strong> op het tijdschrift hadden ingeschreven met opgave <strong>van</strong> datum<br />
en wijze <strong>van</strong> betaling. In <strong>die</strong> laatste kolom werd via codes duidelijk gemaakt of cash aan de kas (K)<br />
betaald was of daarentegen via een overschrijving op postrekening (C). Boven <strong>die</strong> code werd meestal<br />
ook de datum <strong>van</strong> betaling opgetekend. Al deze gegevens verwijzen m.a.w. naar de data <strong>die</strong> zijn<br />
vastgelegd in kasboek, respectievelijk dagboek <strong>van</strong> de postrekening.<br />
Vervolgens komen de stukken <strong>die</strong> de eigenlijke werking <strong>van</strong> het maandblad betreffen, met<br />
name de redactie <strong>van</strong> een krant, aan bod. Hierbij werden verschillende bestanddelen door ons<br />
samengesteld. In één omslag zaten, samen met de reeds vermelde bewijsstukken, immers meerdere<br />
archiefstukken <strong>van</strong> diverse redactie èn documentatie. <strong>Het</strong> resultaat daar<strong>van</strong> is te vinden in<br />
inventarisnummers 15, 16 en 17 en in de lijst <strong>van</strong> documentatie. Deze creatie <strong>van</strong> bestanddelen valt op<br />
diverse wijzen te verantwoorden. Ten eerste waren een aantal nieuwe bestanddelen reeds in de<br />
oorspronkelijke staat <strong>van</strong> elkaar gescheiden door scheidingsbladen. Documentatiemateriaal zat zomaar<br />
tussen andere stukken zonder dat er een duidelijke inhoudelijke band bestond. Tot slot behoorden een<br />
aantal stukken overduidelijk niet samen en andere wel. Zo bevatte de originele map naast curricula<br />
vitae <strong>die</strong> duidelijk waren ont<strong>van</strong>gen met het oog op de redactie <strong>van</strong> artikels, modelstukken of<br />
formulieren <strong>die</strong> waren opgemaakt ter vereenvoudiging <strong>van</strong> de dagelijkse werking.<br />
267 Inventarisnummers 1-3.
EERST VRIJ(HEID) D -<br />
<strong>Het</strong> tweede archiefje bestaat uit stukken <strong>die</strong> betrekking hebben op maandblad Eerst Vrij. Naast<br />
de dagafschriften <strong>van</strong> na juli 1958, vinden we hier ook een dossier terug dat door beide bladen samen<br />
werd gevormd. <strong>Het</strong> dossier betreft de overgangsperiode <strong>van</strong> het ene tijdschrift naar het andere en de<br />
eerste levensmaanden <strong>van</strong> Eerst Vrij. We opteerden ervoor dit bestanddeel niet op te splitsen, gezien de<br />
reden <strong>van</strong> de vorming er<strong>van</strong> niet helemaal duidelijk is. Vermits het grootste aantal stukken door Eerst<br />
Vrij werden gevormd en omdat de stukken <strong>die</strong> oorspronkelijk door Eerst Vrijheid werden gevormd<br />
misschien als retroacta kunnen worden beschouwd, beslisten we dit bestanddeel hier te plaatsen. Zoals<br />
reeds hoger werd aangehaald, kan eventuele bijkomende informatie nieuw licht werpen op de<br />
archiefvorming. Dientengevolge is deze ordening voor verbetering vatbaar en onder enig voorbehoud.
2.3.4.3. Eigenlijke inventaris<br />
EERST VRIJ(HEID) E -<br />
1. ARCHIEF VAN MAANDBLAD EERST VRIJHEID<br />
1.1. Briefwisseling over diverse onderwerpen<br />
1-3. Briefwisseling over diverse onderwerpen. 1956-1958. 3 omslagen.<br />
1. 1956.<br />
2. 3/1-24/12/1957.<br />
3. 28/12/1957-24/4/1958.<br />
4. Klapper op de briefwisseling. [1956, aangevuld tot 1958]. 1 deel.<br />
1.2. Stukken betreffende de financiën<br />
5. Kasboek <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1956-1958. 1 deel.<br />
--- Postrekeningboek <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1956-1958 268 .<br />
6-7. Bewijsstukken. 1956-1958. 2 omslagen.<br />
6. Betreffende ont<strong>van</strong>gsten. 1956-1958.<br />
7. Betreffende uitgaven. 1956-1958.<br />
8-10. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 586925. Met bijlagen. 1956-1958. 3 omslagen.<br />
8. 1956.<br />
9. 1957 269 .<br />
10. 1958.<br />
11. Reçu's betreffende betalingen voor jaarabonnementen. 23/4/1958. 1 omslag.<br />
1.3. Stukken betreffende de abonnementen en de verdeling er<strong>van</strong><br />
12. Abonnentenregister met vermelding <strong>van</strong> datum en wijze <strong>van</strong> betaling. Opgemaakt in 1956,<br />
aangevuld tot in 1958. 1 deel.<br />
13. Klapper op het abonnentenregister. [1956-1958]. 1 deel.<br />
14. Dossier betreffende de per gemeente via de post bedeelde exemplaren. 1958. 1 pak.<br />
15. Formulieren. [ca. 1956]. 1 omslag.<br />
1.4. Stukken betreffende werking en redactie <strong>van</strong> het maandblad<br />
16. Staten <strong>van</strong> liberale mandatarissen en leden <strong>van</strong> de bestuursorganen uit het Antwerpse<br />
arrondissement. [ca. 1956]. 1 omslag.<br />
--- Adressenlijst <strong>van</strong> krantenredacties. Z.d 270 .<br />
17. Curricula vitae <strong>van</strong> een aantal vooraanstaande liberalen met het oog op publikatie <strong>van</strong> artikels.<br />
1958. 1 omslag.<br />
2. ARCHIEF VAN MAANDBLAD EERST VRIJ<br />
18. Dossier betreffende het heropstarten <strong>van</strong> Eerst Vrijheid onder de naam Eerst Vrij. 1958-1959.<br />
1 pak.<br />
19. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 586925. Met bijlagen. 1958-1960. 1 omslag.<br />
268 Zie inventarisnummer 5.<br />
269 De dagafschriften <strong>van</strong> mei tot en met december 1957 ontbreken.<br />
270 Zie inventarisnummer 12.
2.3.4.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie<br />
EERST VRIJ(HEID) F -<br />
1. Knipsels met betrekking tot de weerklank <strong>van</strong> Eerst Vrijheid in de schrijvende pers. 1956-1957.<br />
1 omslag.<br />
2. Foto's <strong>van</strong> liberalen, gebruikt voor publikatie. Z.d. Negatieven.
2.3.5. DE ARCHIEFINVENTARIS VAN HET PROVINCIAAL KADERINSTITUUT ANTWERPEN<br />
2.3.5.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />
1. <strong>Het</strong> deelarchief <strong>van</strong> de penningmeester-schatbewaarder<br />
1.1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
1.2. Stukken betreffende de bankrekening<br />
2. <strong>Het</strong> deelarchief <strong>van</strong> het Voorlichtingscentrum<br />
2.3.5.2. Inleiding<br />
2.3.5.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling 473<br />
<strong>Het</strong> Provinciaal Kaderinstituut Antwerpen - kortweg PKI - werd opgericht op 7 januari 1966 als een VZW.<br />
Tijdens de stichtingsvergadering werden onder meer de statuten goedgekeurd en werd een bestuur<br />
aangesteld. De doelstelling <strong>van</strong> het PKI bestond in «...het inrichten <strong>van</strong> cursussen over alle sociale,<br />
economische en culturele onderwerpen. <strong>Het</strong> uitgeven <strong>van</strong> stu<strong>die</strong>s en perio<strong>die</strong>ken. <strong>Het</strong> uitvoeren <strong>van</strong><br />
stu<strong>die</strong>opdrachten. <strong>Het</strong> inrichten <strong>van</strong> tentoonstellingen en culturele activiteiten. <strong>Het</strong> oprichten <strong>van</strong> een<br />
Kaderschool, een Voorlichtingscentrum en een Stu<strong>die</strong>centrum» 474 . Dit derde artikel <strong>van</strong> de statuten<br />
werd in de loop der jaren een aantal keer gewijzigd, maar nooit fundamenteel. Door de Algemene<br />
Vergadering <strong>van</strong> 5 oktober 1974 werd deze opsomming nog aangevuld en boven<strong>die</strong>n werd vermeld dat<br />
ze niet limitatief was 475 . <strong>Het</strong> PKI leunde sterk aan bij de PVV en nu nog steeds bij de VLD <strong>van</strong> de<br />
Antwerpse arrondissementsfederatie. Zo werden de nieuw verkozen gemeenteraadsleden bv. door het<br />
PKI opgeleid. Sinds 5 februari 1970 was het trouwens bij het Instituut voor Kadervorming (IVK)<br />
aangesloten. Een instelling met een gelijkaardige opdracht op nationaal niveau 476 .<br />
<strong>Het</strong> PKI werd bestuurd door een Raad <strong>van</strong> Beheer waar<strong>van</strong> het ledental tussen 3 en 20 <strong>die</strong>nde te<br />
bedragen. Deze beheerders werden door de Algemene Vergadering verkozen voor 4 jaar. De Raad <strong>van</strong><br />
Beheer zelf stelde in zijn midden een voorzitter, een secretaris, een penningmeester en eventueel een<br />
ondervoorzitter aan. De belangrijkste bevoegdheden <strong>van</strong> deze raad lagen in het leiden <strong>van</strong> de<br />
vereniging, alsook in het vertegenwoordigen <strong>van</strong> de vereniging in geval <strong>van</strong> rechtszaak. De secretaris<br />
<strong>van</strong> zijn kant werd belast met het dagelijks bestuur. Dit hield, naast het tekenen <strong>van</strong> kwitanties en<br />
ont<strong>van</strong>gstbewijzen, het verzorgen <strong>van</strong> de lopende zaken en de dagelijkse briefwisseling in. Voor<br />
geldverhandelingen daarentegen waren voorzitter en penningmeester samen bevoegd.<br />
Zoals in de doelstelling aangegeven had men de intentie om een aantal instellingen op te richten<br />
binnen het PKI. Precies binnen Kaderschool, Voorlichtingscentrum en Stu<strong>die</strong>centrum <strong>die</strong>nden de<br />
eigenlijke opdrachten <strong>van</strong> de vereniging te worden verwezenlijkt. De drie instellingen werden door één<br />
directeur geleid. Samen met de archivaris hadden zij raadgevende stem in het Bestuurscomité. <strong>Het</strong><br />
betrof hier een adviesorgaan dat vooral op het vlak <strong>van</strong> de practische werking <strong>van</strong> deze instellingen<br />
bevoegdheid had. Een apart reglement dat door de Raad <strong>van</strong> Beheer werd opgemaakt, regelde de<br />
werking <strong>van</strong> Bestuurscomité, de drie genoemde instellingen en het archief 477 . Dat reglement gaat<br />
<strong>die</strong>per in op de practische en eigenlijke werking <strong>van</strong> het PKI. De Kaderschool <strong>die</strong>nde o.a. voor het<br />
vormen <strong>van</strong> personen in <strong>die</strong>nst <strong>van</strong> de PVV; het Voorlichtingscentrum voor het verspreiden <strong>van</strong> en het<br />
organiseren <strong>van</strong> voordrachten i.v.m. de PVV-standpunten en -programma's. Alleen bij de doelen <strong>van</strong><br />
het Stu<strong>die</strong>centrum werd de PVV niet expliciet vernoemd. Een laatste activiteit waarmee het PKI zich<br />
onledig hield, was het bewaren en rangschikken <strong>van</strong> alle documenten <strong>die</strong> tot één <strong>van</strong> de drie<br />
instellingen behoorden. Die taak werd door de archivaris - sinds 1966 Charles De Weze - behartigd.<br />
473 De meeste gegevens komen uit inventarisnummer 1, waarin o.a. de statuten en andere belangrijke stukken.<br />
474 Inventarisnummer 1, statuten 1966, art. 3.<br />
475 Bijlagen BS, 1975, nrs. 131-132.<br />
476 Liberale VZW's, 256.<br />
477 Inventarisnummer 1, z.d.
PROVINCIAAL KADERINSTITUUT H -<br />
<strong>Het</strong> derde en laatste vergaderorgaan <strong>van</strong> het PKI was de Algemene Vergadering. Haar<br />
belangrijkste taken waren het wijzigen <strong>van</strong> statuten, benoemen en ontslaan <strong>van</strong> beheerders, goedkeuren<br />
<strong>van</strong> begroting en rekeningen, de ontbinding <strong>van</strong> de vereniging en uitsluiting <strong>van</strong> leden. Minstens<br />
eenmaal per jaar werden alle leden in deze vergadering samengeroepen.<br />
Volgens artikel 2 <strong>van</strong> de statuten was de zetel <strong>van</strong> het PKI <strong>van</strong> in den beginne gevestigd op het<br />
Kome<strong>die</strong>plein 17. Ook in december 1993 had de vereniging haar kantoren in het Liberaal Huis 478 .<br />
Tussen deze twee data in werd echter enkele malen <strong>van</strong> adres veranderd. In 1984 werd de zetel naar de<br />
Constitutiestraat 53 overgebracht 479 . Slechts drie jaar later werd de Jan <strong>van</strong> Rijswijcklaan 164 als zetel<br />
uitgekozen 480 . Sinds 1980 konden overigens ook plaatselijke kernen worden opgericht 481 .<br />
2.3.5.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief<br />
Ons inziens werd het archief door minimum drie verschillende personen bewaard. Enerzijds was er<br />
<strong>van</strong>zelfsprekend de archivaris, maar zijn opdracht beperkte zich tot de drie stu<strong>die</strong>- en<br />
voorlichtingsinstellingen. Belangrijker voor de meer algemene stukken, moet de secretaris geweest zijn.<br />
Uit de archiefstukken blijkt echter dat de penningmeester <strong>van</strong>uit zijn bevoegdheid ook een deel <strong>van</strong> het<br />
archief vormde en bewaarde. De archivalia <strong>die</strong> hieronder worden beschreven betreffen naar alle<br />
waarschijnlijkheid immers het deelarchief <strong>van</strong> penningmeester Robert Bellens, 1966-1978 482 .<br />
Over de rest <strong>van</strong> het archief en de geschiedenis er<strong>van</strong> is ons nagenoeg niets bekend. We weten<br />
enkel dat de <strong>archieven</strong> in 1993 in principe werden bewaard in het gebouw aan de Jan <strong>van</strong> Rijswijcklaan<br />
waar de zetel een tijdlang gevestigd was, terwijl de jaarverslagen worden bewaard op de Cultuur<strong>die</strong>nst<br />
<strong>van</strong> de Provincie Antwerpen 483 . <strong>Het</strong> was dus wellicht niet de bedoeling dat het deelarchief <strong>van</strong> de<br />
penningmeester in het archieffonds dat door deze verzamelinventaris wordt ontsloten, terechtkwam.<br />
Deze stukken werden immers een eerste maal beschreven in schenkingslijst 1992/249 <strong>die</strong> archief <strong>van</strong> de<br />
PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen behandelde. De verklaring hiervoor zou kunnen te vinden zijn in<br />
het feit dat bij de verhuis <strong>van</strong> het PKI naar de Constitutiestraat niet alle stukken werden meegenomen.<br />
<strong>Het</strong> archief <strong>van</strong> de penningmeester dateert immers <strong>van</strong> voor <strong>die</strong> verhuis, <strong>die</strong> pas in 1984 plaatsvond.<br />
In het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad konden we nog een aantal archiefstukken<br />
afsplitsen en volgens het principe <strong>van</strong> het restauratiebeginsel naar het PKI-archief terugbrengen. Dat<br />
deze stukken in dat archief terechtkwamen is te wijten aan de hechte samenwerking tussen beide<br />
<strong>verenigingen</strong> in de jaren zeventig, vooral op het vlak <strong>van</strong> de persconferenties.<br />
Aanvullende informatie i.v.m. het PKI kan onder meer gevonden worden in de<br />
documentatiedossiers <strong>die</strong> over deze vereniging in het Liberaal Archief worden aangelegd. Voorts mogen<br />
de publikaties <strong>die</strong> het PKI zelf uitgaf, zoals het tijdschrift <strong>Het</strong> Keerpunt niet over het hoofd worden<br />
gezien.<br />
2.3.5.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />
De oorspronkelijke ordening <strong>van</strong> het archief dat gevormd werd door de penningmeester bestond<br />
hoofdzakelijk uit twee series. Enerzijds de mappen met dagafschriften, anderzijds een aantal omslagen<br />
met allerlei documenten <strong>van</strong> diverse redactie. We behielden deze twee series <strong>die</strong> duidelijk de<br />
hoofdordening vormden. Enigzins afwijkend daar<strong>van</strong> was de omslag met stukken uit 1966 tot en met<br />
1969 waarin naast allerhande stukken ook dagafschriften voorkwamen. Die stukken werden uit deze<br />
map verwijderd zodat over de volledige periode twee series konden worden gevormd. De<br />
478 <strong>Het</strong> blauwe vademecum <strong>van</strong> het arrondissement Antwerpen, 1. Dit vademecum was overigens één <strong>van</strong> de regelmatig<br />
terugkerende publikaties <strong>die</strong> door het PKI i.s.m. de PVV/VLD werd uitgegeven ten <strong>die</strong>nste <strong>van</strong> het Antwerpse liberale<br />
verenigingsleven.<br />
479 Bijlagen BS 1985, nr. 12832.<br />
480 Bijlagen BS 1987, nr. 9569.<br />
481 Bijlagen BS 1980, nr. 2420.<br />
482 M.a.w. de volledige periode waarin hij deze functie uitoefende.<br />
483 Liberale VZW, 255-256.
PROVINCIAAL KADERINSTITUUT - I<br />
dagafschriften uit de eerste jaren ontbraken echter. De mappen met stukken <strong>van</strong> diverse redactie<br />
vertoonden op het eerste zicht geen echte eenheid. <strong>Het</strong> is mogelijk dat penningmeester Robert Bellens<br />
alle archiefstukken <strong>die</strong> door hem in het kader <strong>van</strong> het PKI werden gevormd, bewaarde. Ongeacht of ze<br />
ten persoonlijken titel of <strong>van</strong>uit zijn functie <strong>van</strong> penningmeester werden gevormd. <strong>Het</strong> is echter<br />
evenzeer mogelijk dat <strong>die</strong> bestanddelen enkel stukken bevatten <strong>die</strong> in de loop <strong>van</strong> een bepaalde periode<br />
door de penningmeester werden gebruikt in het kader <strong>van</strong> zijn taken, dat ze m.a.w. alle rechtstreeks of<br />
onrechtstreeks verband hielden met het opmaken <strong>van</strong> de financiële documenten. De bestanddelen<br />
waren intern nauwelijks geordend. Kwam wel enige ordening voor dan was <strong>die</strong> chronologisch. Bij<br />
gebrek aan ander archiefmateriaal en andere informatie lieten we de bestaande ordening zoveel als<br />
mogelijk zoals ze was.<br />
De tweede archiefafdeling bevat enkele dossiers <strong>die</strong> gevormd werden in het kader <strong>van</strong> het<br />
Voorlichtingscentrum. Deze stukken werden uit het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad gelicht.<br />
Opmerkelijk is dat toenmalig voorzitter <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad - Piet Van Roe - tevens<br />
directeur was <strong>van</strong> dat centrum 484 .<br />
484 Zie de lijsten <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad; bijlage 8.
2.3.5.3. Eigenlijke inventaris<br />
PROVINCIAAL KADERINSTITUUT - J<br />
1. <strong>Het</strong> deelarchief <strong>van</strong> de penningmeester-schatbewaarder<br />
1.1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
1-9. Dossiers betreffende de financiën. 1966-1978. 9 omslagen.<br />
1. <strong>van</strong> 1966 tot 1969. 1966-1970.<br />
2. <strong>van</strong> 1970. 1970.<br />
3. <strong>van</strong> 1971. 1971.<br />
4. <strong>van</strong> 1972. 1972.<br />
5. <strong>van</strong> 1973. 1972-1974.<br />
6. <strong>van</strong> 1974 tot 1975. 1974-1976.<br />
7. <strong>van</strong> 1976. 1974-1976.<br />
8. <strong>van</strong> 1977. 1976-1977.<br />
9. <strong>van</strong> 1978. 1978.<br />
1.2. Stukken betreffende de bankrekening<br />
10-19. Dagafschriften betreffende rekening 610-4706060-02 bij de NV Handelsbank. Met bijlagen.<br />
1969-1978. 7 omslagen en 2 pakken.<br />
10. 11-12/1969. 1 omslag.<br />
11. 1970. 1 pak.<br />
12. 1971-1972. 1 pak.<br />
13. 1973. 1 omslag.<br />
14. 1/1-23/9/1974. 1 omslag.<br />
15. 25/9/1974-19/9/1975. 1 omslag.<br />
16. 29/9-31/12/1975. 1 omslag.<br />
17. 1976. 1 omslag.<br />
18. 16/12/1976-7/11/1977. 1 omslag.<br />
19. 1978. 1 omslag.<br />
2. <strong>Het</strong> deelarchief <strong>van</strong> het Voorlichtingscentrum<br />
20-24. Dossiers betreffende de PKI-forumgesprekken. 1974-1975, 1977-1978. 5 omslagen.<br />
20. De toekomst <strong>van</strong> de pre-metro te Antwerpen. 1974.<br />
21. De moeilijke taak <strong>van</strong> de stedelijke politie. 1975.<br />
22. De situatie <strong>van</strong> het Antwerpse theater. 1977.<br />
23. De balans <strong>van</strong> het Rubensjaar. 1977.<br />
24. De sociale huisvesting. 1978.
2.3.6. ARCHIEFINVENTARIS VAN DE SOCIALE DIENST HULP AAN PATROON VZW<br />
2.3.6.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris<br />
1. Stukken <strong>van</strong> financiële aard<br />
2. Stukken betreffende de aangesloten werkgevers<br />
2.3.6.2. Inleiding<br />
2.3.6.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />
INDICES A -<br />
De VZW Hulp aan Patroon werd op 13 maart 1943 te Mechelen opgericht als een vereniging <strong>die</strong> tot doel<br />
had «alle bemiddeling en <strong>die</strong>nstbetoon in sociaal, fiscaal, economisch, corporatief en alle ander opzicht<br />
dat verband houdt met de wetgeving of met instellingen <strong>die</strong> bij de wetgeving aanleunen; het oprichten,<br />
besturen, bevorderen, ontwikkelen en uitbreiden <strong>van</strong> hierbij aangepaste <strong>die</strong>nsten en werken, ermede<br />
samenwerken» 283 . In meer menselijke taal betrof het, zoals de gevormde archiefstukken aantonen, een<br />
sociaal secretariaat dat in eerste instantie gericht was op de christelijke middenstand 284 . De vereniging<br />
was volgens artikel 1 <strong>van</strong> haar statuten immers op christelijke grondslag gevestigd. Volgens artikel 28<br />
zou het vermogen bij ontbinding worden overgedragen aan het arrondissementeel secretariaat <strong>van</strong> de<br />
Christelijke Middenstand te Mechelen.<br />
De VZW moet dan lange tijd op een laag pitje hebben gebrand, want op 18 juni 1960 werd door<br />
de Beheerraad beslist om de activiteiten terug op te nemen. De laatste Algemene Vergadering dateerde<br />
toen overigens reeds <strong>van</strong> 22 mei 1945. In tussentijd waren twee beheerders en de voorzitter <strong>van</strong> Hulp aan<br />
Patroon overleden 285 . In hun ver<strong>van</strong>ging was echter niet voorzien. De beheerraad <strong>van</strong> 18 juni 1960<br />
besloot een aantal nieuwe leden te aanvaarden, terwijl tijdens de Algemene Vergadering <strong>van</strong> 30 juni<br />
1960 werd overgegaan tot de verkiezing <strong>van</strong> een nieuwe voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en<br />
afgevaardigde-beheerder. Deze personen waren - op voorzitter Hubert De Ley na - nieuwe leden. Ze<br />
waren eveneens lid en vertegenwoordigers <strong>van</strong> het LEV - een feitelijke Antwerpse vereniging - toen op 5<br />
juli 1960 een «protocol <strong>van</strong> overeenkomst» tussen beide werd opgesteld. Deze overeenkomst omvatte<br />
een zestal bepalingen waar<strong>van</strong> de belangrijkste waren : Hulp aan Patroon onder de bescherming <strong>van</strong> het<br />
LEV plaatsen; de zetel overbrengen naar de Kome<strong>die</strong>plaats 17; en het vermogen bij ontbinding overdragen<br />
aan het LEV of aan een andere liberale vereniging in<strong>die</strong>n het LEV niet meer zou bestaan. Op<br />
dezelfde dag vond een nieuwe Algemene Ledenvergadering plaats <strong>die</strong> overging tot een<br />
statutenwijziging volgens de bepalingen uit de gesloten overeenkomst. De vereniging bleef dezelfde<br />
naam dragen - met name Hulp aan Patroon, Sociale Dienst - maar de bepaling dat de activiteiten op<br />
christelijke grondslag gevestigd waren, verdween. Verder werden artikel 3 en 28 gewijzigd. In<br />
eerstgenoemd artikel werd de vestigingsplaats gewijzigd : Antwerpen in plaats <strong>van</strong> Mechelen. In de<br />
plaats <strong>van</strong> het oude artikel 28 dat de ontbinding betrof, kwam een zeer neutrale passage. Voortaan<br />
heette het dat de Beheerraad vrij een maatschappelijke instelling kon aanduiden.<br />
Pas <strong>van</strong>af dit stadium leunde de VZW Hulp aan Patroon bij het Antwerpse liberale<br />
verenigingsleven aan. <strong>Het</strong> LEV <strong>van</strong> haar kant keurde de overname goed op 20 juni 1960 tijdens een<br />
bureelvergadering. Sinds begin 1963 bleek de samenwerking tussen beide <strong>verenigingen</strong> echter virtueel<br />
onbestaande zodat voorzitter Hubert De Ley toenadering zocht tot de PVV-arrondissementsfederatie<br />
Antwerpen met de vraag of men het sociaal secretariaat als sociale nevenorganisatie zou willen erkennen.<br />
De statuten zouden dan ook worden aangepast; in <strong>die</strong> zin dat het vermogen bij een eventuele<br />
ontbinding zou worden overgedragen aan de arrondissementsfederatie. Naar alle waarschijnlijkheid<br />
werden <strong>die</strong> plannen ook realiteit, vermits Hulp aan Patroon als vereniging werd ingekapseld binnen het<br />
PVV-Middenstandsbureau. De oprichting <strong>van</strong> <strong>die</strong> instelling werd binnen de PVV-<br />
283 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 3.2., dossier betreffende Hulp aan Patroon, statuten 1943, art. 2.<br />
284 Hulp aan Patroon wordt expliciet vermeld als een sociaal secretariaat op de toetredingsformulieren, zoals in<br />
inventarisnummer 33.<br />
285 Bijlagen BS 1960, nr. 4618.
INDICES B -<br />
arrondissementsfederatie Antwerpen voorbereid en vond uiteindelijk in de loop <strong>van</strong> 1966 plaats. <strong>Het</strong> PVV-<br />
Middenstandsbureau overkoepelde en coördineerde de vroegere particuliere initiatieven in verband<br />
met sociaal <strong>die</strong>nstbetoon naar de zelfstandige middenstand toe 286 .<br />
De vereniging werd <strong>van</strong> in den beginne bestuurd door een Algemene Vergadering, een Beheerraad<br />
en een Dagelijks Bestuur 287 . De Beheerraad had de meest uitgebreide macht inzake het beheer <strong>van</strong><br />
de VZW. Hij bestond uit minimum drie leden <strong>die</strong> werden verkozen door de Algemene Vergadering<br />
voor een duur <strong>van</strong> zes jaar. Binnen de Beheerraad werden een voorzitter, ondervoorzitter en secretaris<br />
gekozen. Verder duidde deze raad een dagelijks bestuur aan. De leden <strong>van</strong> dat bestuur vulden uit eigen<br />
midden dezelfde drie functies in. De Beheerraad vergaderde wanneer dit noodzakelijk was of wanneer<br />
drie beheerders erom vroegen. De notulen <strong>die</strong>nden volgens de statuten worden bijgehouden in een<br />
register dat op de zetel <strong>van</strong> de vereniging <strong>die</strong>nde te worden bewaard. Verder konden allerlei be<strong>die</strong>nden<br />
of afgevaardigde-beheerders worden benoemd. Rechtszaken behoorden steeds tot de verantwoordelijkheid<br />
<strong>van</strong> de voorzitter. De voorzitter <strong>van</strong> de Beheerraad zat naast <strong>die</strong> vergaderingen ook de<br />
Algemene Ledenvergaderingen voor. Bij zijn afwezigheid werd hij door ondervoorzitter, respectievelijk<br />
oudste beheerder ver<strong>van</strong>gen.<br />
De Algemene Vergadering kwam minimaal eenmaal per jaar samen en verenigde alle leden.<br />
Haar bevoegdheden waren meer algemeen; zoals het wijzigen <strong>van</strong> de statuten, het verkiezen bij<br />
geheime stemming <strong>van</strong> de leden <strong>van</strong> de Beheerraad of Beheerders, het goedkeuren <strong>van</strong> rekeningen en<br />
begroting en het eventueel ontbinden <strong>van</strong> de vereniging. De notulen <strong>van</strong> deze vereniging werden<br />
eveneens in een verplicht op de zetel berustend register ingeschreven.<br />
Tot de vereniging konden twee soorten leden toetreden <strong>die</strong> steeds door Beheerraad of dagelijks<br />
bestuur <strong>die</strong>nden te worden aanvaard. Naast gewone leden waren er toetredende leden. Alleen <strong>die</strong><br />
laatsten konden gebruik maken <strong>van</strong> de <strong>die</strong>nsten <strong>die</strong> de vereniging aanbood. Daartoe <strong>die</strong>nden ze een<br />
door een huishoudelijk reglement vastgestelde bijdrage te betalen. Een belangrijke bepaling <strong>die</strong> de<br />
eigenlijke werking <strong>van</strong> Hulp aan Patroon als sociaal secretariaat impliciet aangeeft is artikel 12 : «De<br />
vereniging kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de gevolgen voortspruitende uit onvolledige,<br />
laattijdige of valse aangifte der leden...». Hulp aan Patroon was m.a.w. een sociaal secretariaat dat haar<br />
<strong>die</strong>nsten i.v.m. de sociale zekerheidsbijdragen op de werknemerslonen aan werkgevers aanbood, wat<br />
ook uit de gevormde archivalia blijkt.<br />
Dat deze vereniging werkelijk een liberale achterban had verworven, kan eenvoudig worden<br />
afgeleid uit de aangesloten werkgevers, onder wie meerdere leden <strong>van</strong> de belangrijke Antwerpse<br />
liberale familie Speth 288 .<br />
2.3.6.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief<br />
<strong>Het</strong> archiefmateriaal waarover we hier beschikken heeft slechts gedeeltelijk betrekking op de werking<br />
<strong>van</strong> de VZW. Stukken i.v.m. de vergaderorganen bv. komen immers niet voor. Nochtans was het bv.<br />
statutair verplicht het notulenregister op de zetel te bewaren. <strong>Het</strong> archief beperkt zich echter tot<br />
bescheiden <strong>die</strong> dateren uit de periode 1962-1974 en de financiën en de eigenlijke werking als sociaal<br />
secretariaat naar werkgevers toe betreffen. Wellicht werd dit deel <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> Hulp aan Patroon<br />
gevormd door afgevaardigde-beheerder Charles De Weze. Waarom dit gedeelte wel en de rest <strong>van</strong> het<br />
archief niet naar het Liberaal Archief werd overgebracht is onduidelijk. Wellicht verzeilden ze eerder<br />
toevallig in het behandelde archieffonds, meer bepaald bij de stukken <strong>die</strong> gevormd werden door <strong>Het</strong><br />
Liberaal Huis 289 . Waar het overige archief <strong>van</strong> deze vereniging gebleven is, is ons voorlopig dus niet<br />
bekend.<br />
Belangrijke, zelfs onontbeerlijke informatie over deze archiefvormer is te vinden in het archief<br />
<strong>van</strong> Albert Lilar 290 . Deze man vormde een dossier over Hulp aan Patroon dat voornamelijk stukken<br />
286 Archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen, notulen Partijbestuur 1965-1966.<br />
287 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 3.2, statuten 1943.<br />
288 Verhelst, De Antwerpse hoge burgerij, 45 en 137.<br />
289 Schenkingslijst 1992/251.<br />
290 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 3.2.
INDICES C -<br />
bevat <strong>die</strong> hem werden toegestuurd in het kader <strong>van</strong> de toenadering <strong>van</strong> Hulp aan Patroon tot de PVVarrondissementfederatie<br />
Antwerpen. Bij de ingekomen brieven <strong>van</strong> voorzitter Hubert De Ley zitten een<br />
aantal bijlagen <strong>die</strong> een goed overzicht geven <strong>van</strong> de evolutie <strong>van</strong> de VZW zoals wij <strong>die</strong> schetsten in het<br />
eerste deel <strong>van</strong> de inleiding.<br />
2.3.6.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie<br />
De inventarisatie <strong>van</strong> dit archief gaf tot betrekkelijk weinig problemen aanleiding. <strong>Het</strong> archief in de staat<br />
waarin het door ons werd aangetroffen beperkte zich tot slechts enkele series. De grootste moeilijkheid<br />
was echter dit archief af te zonderen <strong>van</strong> dat <strong>van</strong> <strong>Het</strong> Liberaal Huis. Er ging immers heel wat tijd over<br />
vooraleer duidelijk werd dat dit een afzonderlijk archief betrof. Dit onderkennen vereiste immers al een<br />
behoorlijk goed inzicht in de werking <strong>van</strong> <strong>Het</strong> Liberaal Huis.<br />
Niet enkel de ordening, ook de bewaring <strong>van</strong> het archiefmateriaal liet weinig te wensen over.<br />
De meeste stukken waren in redelijk goede staat. Nood aan een echte herordening <strong>van</strong> de stukken was<br />
er nauwelijks. Toch besloten we tot een kleine herordening <strong>van</strong> twee series. De jaarrekeningen en de<br />
dagafschriften zaten immers dan eens bij mekaar, dan weer los <strong>van</strong> elkaar als aparte bestanddelen.<br />
Omwille <strong>van</strong> de consequentie en de raadpleegbaarheid opteerden we ervoor over te gaan tot de<br />
vorming <strong>van</strong> twee volwaardige series. Hiervoor <strong>die</strong>nden we wel een aantal liassen te verbreken.<br />
Een ander probleem werd gevormd door de serie doorslagen <strong>van</strong> loonstaten. In de periode 1962<br />
tot en met 1970 werden deze per aangesloten werkgever bewaard in omslagen 291 . Vanaf december 1970<br />
werden de loonstaten, ongeacht om welke werkgever het ging, omgekeerd chronologisch tot een lias<br />
samengebonden. Aangezien de omslagen uit de periode 1962 tot en met 1970 ook nog andere stukken in<br />
bijlage bevatten, opteerden we ervoor de bestaande situatie te laten zoals ze was. De lias werd niet<br />
verbroken gezien geen beschadiging <strong>van</strong> het materiaal optrad en de praktische handelbaarheid <strong>van</strong> de<br />
stukken zolang ze niet worden geraadpleegd op deze wijze het meest optimaal was, is en blijft. De<br />
stukken betreffende langer aangesloten werkgevers werden verdeeld over meerdere mappen.<br />
Oorspronkelijk kunnen de mappen m.b.t. één werkgever niet samen gezeten hebben. Dit valt af te leiden<br />
uit een archiefdoos waarop het opschrift «SD Hulp aan Patroon 1969». Dit betekent echter niet dat alle<br />
stukken aangaande 1969 samen bewaard werden. 1969 was wel het jaar waarin voor elke werkgever<br />
nieuwe omslagen werden aangelegd vooraleer eind 1970 zou worden overgestapt op het nieuwe<br />
systeem <strong>van</strong> chronologisch geordende loonstaten. Wij opteerden ervoor de verschillende omslagen <strong>die</strong><br />
één en dezelfde werkgever betroffen samen te beschrijven.<br />
291 De werkgevers stuurden loonstaten op aan Hulp aan Patroon, wat deze VZW toeliet de nodige maatregelen te nemen<br />
met het oog op het regelen <strong>van</strong> de betaling der sociale zekerheidsbijdragen.
2.3.6.3. Eigenlijke inventaris<br />
INDICES D -<br />
1. Stukken <strong>van</strong> financiële aard<br />
1-12. Jaarrekeningen betreffende gemaakte onkosten, aan de openbare sociale <strong>die</strong>nst betaalde en <strong>van</strong><br />
aangesloten werkgevers ont<strong>van</strong>gen bedragen over 1962-1973. 12 omslagen.<br />
1. 1962.<br />
2. 1963.<br />
3. 1964.<br />
4. 1965.<br />
5. 1966.<br />
6. 1967.<br />
7. 1968.<br />
8. 1969.<br />
9. 1970.<br />
10. 1971.<br />
11. 1972.<br />
12. 1973.<br />
13-23. Dagafschriften betreffende postrekening Y00.416590. Met bijlagen. 1962-1973. 11 omslagen.<br />
13. 1962-1963.<br />
14. 1964.<br />
15. 1965.<br />
16. 1966.<br />
17. 1967.<br />
18. 1968.<br />
19. 1969.<br />
20. 1970.<br />
21. 1971.<br />
22. 1972.<br />
23. 1973.<br />
24-25. Stroken <strong>van</strong> overschrijvingen via postrekening Y00.416590. 1962-1968. 2 delen.<br />
24. 1962-10/1965.<br />
25. 11/1965-1968.<br />
26. Stroken <strong>van</strong> uitgeschreven bankcheques <strong>van</strong> de Handelsbank NV. 1966-1971. 1 deel.<br />
2. Stukken betreffende de aangesloten werkgevers<br />
27-51. Dossiers betreffende de administratie <strong>van</strong> de sociale zekerheidsbijdragen. 1962-1970.<br />
4 pakken en 20 omslagen.<br />
27-28. Vleeswaren- en conservenfabriek PVBA/NV Etn. J. Cools. 1962-1966 292 .<br />
2 pakken.<br />
27. Van juni 1962 tot december 1963. 1962-1964.<br />
28. Van januari 1963 tot december 1965. 1963-1966.<br />
29-32. VZW Speciale Vakschool voor Haartooi. 1962-1970. 4 omslagen.<br />
29. Van september 1962 tot december 1963. 1962-1964.<br />
30. Van januari 1964 tot december 1965. 1964-1966.<br />
31. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969].<br />
32. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />
33-36. PVBA Coiffure Cleerbaut. 1963-1970. 4 omslagen.<br />
33. Van september 1962 tot december 1963. 1963-[1964].<br />
34. Van januari 1964 tot december 1965. 1964-1966.<br />
35. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969].<br />
36. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />
292 Deze PVBA veranderde in de loop <strong>van</strong> december 1965 in een NV.
INDICES E -<br />
37. Coiffure «Charme» <strong>van</strong> zaakvoerder mevrouw L. De Meyere <strong>van</strong> juli 1964 tot<br />
mei 1965. 1964-1965. 1 omslag.<br />
38-39. Charles Speth. 1966-1970. 2 omslagen.<br />
12. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969].<br />
13. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />
40-41. Marie-Jeanne Bauss, weduwe <strong>van</strong> Jean Speth. 1966-1970. 1 pak en 1 omslag.<br />
40. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969]. 1 pak.<br />
41. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970. 1 omslag.<br />
42-43. Frederic Speth. 1966-1970. 1 pak en 1 omslag.<br />
42. Van januari 1966 tot december 1968. 1966-[1969]. 1 pak.<br />
43. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970. 1 omslag.<br />
44-45. Maria Cooymans. 1966-1969. 2 omslagen.<br />
44. Van maart 1966 tot december 1968. 1966-[1969].<br />
45. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />
46-47. Firma Suma. 1966-1969. 2 omslagen.<br />
46. Van januari 1967 tot december 1968. 1966-[1969].<br />
47. Van januari 1969 tot november 1970. 1969-1970.<br />
48-49. Kapster Hortensia Ekkart. 1967[-1968], 1970. 2 omslagen.<br />
48. Van januari tot oktober 1967. 1967[-1968].<br />
49. Van oktober tot november 1970. 1970.<br />
50. PVBA Mover <strong>van</strong> augustus 1968 tot november 1968. 1967-1969. 1 omslag.<br />
51. Horeca-uitbaatster Leopoldine Vinck <strong>van</strong> januari 1969 tot april 1970. 1969-1970.<br />
1 omslag.<br />
52. Loonstaten <strong>van</strong> de aangesloten werkgevers betreffende de periode <strong>van</strong> december 1970 tot<br />
december 1974. 1970-[1975]. Doorslagen. 1 lias.<br />
Met in bijlage kopie <strong>van</strong> een brief <strong>van</strong> de Sociale Dienst der Compensatiekas voor Sociale Werken aan<br />
Frederic Speth betreffende een uitstaande schuld. 1972.<br />
Hoofdstuk 4 : Fragmentaire <strong>archieven</strong> 293<br />
2.4.0. INLEIDING<br />
In dit onderdeel worden een aantal fragmenten <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> beschreven <strong>die</strong> werden<br />
afgezonderd <strong>van</strong> de grotere gehelen <strong>die</strong> hierboven werden geïnventariseerd. Vaak betrof het<br />
hier slechts een beperkt aantal stukken. Om <strong>die</strong> reden en ook omwille <strong>van</strong> het feit dat meestal<br />
de nodige informatie omtrent de archiefvormers ontbrak, zullen deze beschrijvingen niet<br />
worden voorafgegaan door een wetenschappelijke inleiding. We beperken ons enkel tot een<br />
korte inleiding waarin zal gepoogd worden betekenis en doelstelling <strong>van</strong> de instellingen en<br />
archiefvormers kort te schetsen. In de gevallen waarin iets meer over het specifieke verleden<br />
<strong>van</strong> de archivalia kan worden gezegd, zullen we dat niet nalaten. Algemene opmerkingen<br />
blijven echter achterwege, vermits <strong>die</strong> aan bod kwamen in het algemeen inleidende hoofdstuk<br />
<strong>van</strong> deel 2. Dezelfde bemerking geldt voor wat de verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie betreft.<br />
In vele gevallen werd overigens bij gebrek aan een kijk op het geheel <strong>van</strong> het archief niet op de<br />
oude orde ingegrepen. Aanvullende informatie aangaande deze archiefvormers is overigens<br />
vaak bij één of meerdere andere behandelde <strong>archieven</strong> te vinden.<br />
293 In de beschrijvingen komt soms de omschrijving «met bijlagen» voor. Briefwisseling met bijlagen betekent dat het om<br />
allerhande ingekomen en kopies <strong>van</strong> uitgaande stukken gaat. Komt de omschrijving voor bij notulen dan betekent dit dat<br />
het betreffende bestanddeel naast notulen ook stukken als convocatiebrieven, presentielijsten en dergelijke meer bevat.<br />
Meer uitleg daaromtrent werd verschaft in de algemene verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie in het inleidend hoofdstuk<br />
<strong>van</strong> deel 2.
INDICES F -<br />
Vermits meestal niet meer kon worden nagegaan welke bestanddelen in welk archief<br />
waren terechtgekomen kozen we ervoor de opvolging <strong>van</strong> de verschillende <strong>archieven</strong> te laten<br />
afhangen <strong>van</strong> de volgende indeling : 1) <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> partijpolitieke <strong>verenigingen</strong>, 2)<br />
persoonlijke <strong>archieven</strong>, 3) <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> niet-partijpolitieke liberale <strong>verenigingen</strong>, 4) Archieven<br />
<strong>van</strong> min of meer onafhankelijke <strong>verenigingen</strong>. Binnen deze subrubrieken werden de<br />
archiefvormers <strong>van</strong> hoog naar laag geordend op basis <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> hun werkingsveld.
2.4.1. STUKKEN VAN DE PVV-DISTRICTSVERENIGING ANTWERPEN<br />
2.4.1.1. Inleiding<br />
INDICES G -<br />
Naast nationale, eventuele provinciale, arrondissementele en lokale geledingen kende de PVV nog een<br />
kantonaal niveau dat zich tussen arrondissementsfederatie en plaatselijke afdeling in bevond 294 . <strong>Het</strong><br />
Antwerpse arrondissement vormde hierop echter een uitzondering in de zin dat geen kantonale, maar<br />
wel districts<strong>verenigingen</strong> werden opgericht. De reden hiervoor was nauw verbonden met de<br />
belangrijkste doelstelling <strong>van</strong> deze intermediaire <strong>verenigingen</strong>, met name de voorbereiding <strong>van</strong> de<br />
provinciale verkiezingen. De kiesomschrijvingen daarvoor vielen immers samen met de grenzen <strong>van</strong> de<br />
kantons 295 . De PVV-districtsvereniging Antwerpen werd opgericht na de stichting <strong>van</strong> de PVV op het<br />
einde <strong>van</strong> 1961. Haar bestaan eindigde op 31 december 1982, op de vooravond <strong>van</strong> de fusie <strong>van</strong> Groot-<br />
Antwerpen.<br />
De beperkte bevoegdheden <strong>van</strong> de PVV-districtsvereniging Antwerpen hadden tot gevolg dat dit<br />
niveau niet volledig uitgebouwd werd. De bestuursploeg telde overigens nogal wat elementen <strong>die</strong> ook<br />
in het bestuur <strong>van</strong> de stedelijke afdeling zetelden. Piet Van Roe was zelfs een tijdlang voorzitter <strong>van</strong><br />
beide geledingen 296 . Dat de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> de twee instellingen vermengd raakten, hoeft m.a.w. niet te<br />
verwonderen. De stukken <strong>die</strong> hieronder worden beschreven, werden dan ook afgezonderd uit het<br />
archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-Stad. De depotlijst aan de hand waar<strong>van</strong> dat archief materiaal<br />
werd bewaard vermelde onder nummer 3 onder meer het district 297 . De enige stukken <strong>die</strong> onder dat<br />
nummer konden ressorteren, bleken echter door het districtsvereniging zelf te zijn gevormd. De reden<br />
<strong>van</strong> de vermenging moet worden gezocht in de beperkte uitbouw <strong>van</strong> het districtsniveau waardoor<br />
functionarissen <strong>van</strong> de Antwerpse stadsafdeling zoals administratief secretaris Fernand De Borger en<br />
secretaris-generaal Charles De Weze geregeld brieven ondertekenden in naam <strong>van</strong> de<br />
districtsvoorzitter.<br />
Dat de stukken wel degelijk door het district werden gevormd, was moeilijk uit te maken<br />
vermits meermaals briefpapier <strong>van</strong> de stadsafdeling werd gebezigd. Daarom kon slechts worden<br />
uitgemaakt wie archiefvormer was via het onderscheid tussen doorslagen <strong>van</strong> uitgaande stukken en<br />
ingekomen net-exemplaren. Eén en ander houdt overigens ook een gevaar in voor de vorser. Deze kan<br />
niet steeds afgaan op de briefhoofdingen <strong>die</strong> vaak niet overeenstemmen met de werkelijke opsteller <strong>van</strong><br />
het document.<br />
Aan de ordening zoals ze werd aangetroffen, werden bij de inventarisatie geen wijzigingen<br />
aangebracht vermits het archief allerminst volledig is.<br />
2.4.1.2. Inventaris<br />
1. Notulen <strong>van</strong> de bestuursvergaderingen. Met bijlagen. 1966-1969, 1971, 1973-1974. 1 omslag.<br />
2-5. Dossiers betreffende de Algemene Vergaderingen. 1967, 1969. 4 omslagen.<br />
2. Van 20 maart 1967. 1967.<br />
3. De gewone Algemene Vergadering <strong>van</strong> 7 december 1967. 1967.<br />
4. De buitengewone Algemene Vergadering <strong>van</strong> 7 december 1967. 1967.<br />
5. Van 16 mei 1969. 1969.<br />
6. Notulen betreffende de Statutaire Algemene Ledenvergadering <strong>van</strong> 5 december 1969. 1969.<br />
1 stuk.<br />
294 Boeykens, De Vlaamse PVV, 69.<br />
295 LA, Archief Albert Lilar, afdeling 2.3, brief betreffende de amendementen op het ontwerp <strong>van</strong> de nieuwe statuten <strong>van</strong> de<br />
PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen 1961.<br />
296 Meer bepaald <strong>van</strong> 1974 tot en met 1980.<br />
297 We verwijzen hiervoor naar de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-Stad.
INDICES H -<br />
7-10. Dossiers betreffende de Algemene Vergaderingen. 1971-1974. 4 omslagen.<br />
7. Van 19 februari 1971. 1971.<br />
8. Van 1972. 1972.<br />
9. <strong>van</strong> 12 januari 1973. 1972-1973.<br />
10. Van 8 januari 1974. 1974.<br />
11. Briefwisseling met partijgeledingen uit het Antwerpse arrondissement. 1971-1981 298 .<br />
1 omslag.<br />
298 Slechts op te maken aan de uitgaande brieven (doorslagen) dat het om archief <strong>van</strong> de PVV-districtsvereniging<br />
Antwerpen gaat.
2.4.2. STUKKEN VAN HET KANTONAAL ACTIE- EN COÖRDINATIECOMITÉ (ACC) BERCHEM<br />
2.4.2.1. Inleiding<br />
INDICES - I<br />
In de inleiding op de inventaris <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen merkten we op dat<br />
binnen het Antwerpse arrondissement geen kantonale PVV-geledingen bestonden. Toch werd tussen<br />
1962 en 1965 in onder meer het kanton Berchem een ACC opgericht. De ACC's waren de voorlopers <strong>van</strong><br />
de CAPR's <strong>die</strong> wel op districtsniveau bestonden 299 . De ACC's waren - zoals de naam suggereert -<br />
bevoegd voor de coördinatie <strong>van</strong> de liberale activiteiten binnen het kanton. Daarom waren de<br />
activiteiten vooral geconcentreerd in verkiezingsperiodes.<br />
Dit archieffragment bevat slechts één bestanddeel en moet vermits het niet meteen iets met<br />
Antwerpen te maken heeft, eerder toevallig op het Liberaal Huis en in dit archieffonds terecht zijn<br />
gekomen. Misschien ligt de oplossing bij Charles De Weze <strong>die</strong> zijn carrière binnen de liberale beweging<br />
aanving in Mortsel, een gemeente <strong>die</strong> toen deel uitmaakte <strong>van</strong> het Berchemse kanton 300 . Overigens was<br />
het identificeren <strong>van</strong> de stukken eerder makkelijk. Op de omslag stond bv. «PVV Kanton» vermeld. Aan<br />
de hand <strong>van</strong> de stukken kon de puzzel worden vervolledigd. Op de bewijsstukken <strong>die</strong> in bijlage bij de<br />
dagafschriften gevoegd zijn, stonden immers vaak afzender, begunstigde en reden <strong>van</strong> de stortingen<br />
vermeld.<br />
2.4.2.2. Inventaris<br />
1. Dagafschriften <strong>van</strong> postrekening 615033. Met bijlagen. 1962-1963. 1 omslag.<br />
299 Voor meer informatie verwijzen we naar de structuurstu<strong>die</strong> uit hoofdstuk 2.<br />
300 Archief Charles De Weze, nummer 1.
2.4.3. STUKKEN VAN PVV-GROOT-ANTWERPEN<br />
2.4.3.1. Inleiding<br />
INDICES - J<br />
Op 1 januari 1983 fuseerden een aantal Antwerpse gemeenten tot de gemeente Groot-Antwerpen. Eén<br />
en ander had tot gevolg dat binnen de PVV een nieuwe afdeling <strong>die</strong>nde gevormd met het oog op de<br />
gemeenteraadsverkiezingen : PVV-Groot-Antwerpen. Deze afdeling had dezelfde bevoegdheden als<br />
andere afdelingen, maar nam toch een wat aparte plaats in door haar om<strong>van</strong>g. De afdeling omvatte<br />
immers de ex-afdelingen Antwerpen-stad, Berchem, Borgerhout, Deurne, Ekeren, Hoboken, Merksem<br />
en Wilrijk 301 . In deze plaatsen werden districtsafdelingen opgericht <strong>die</strong> als onderafdeling <strong>van</strong> de PVV-<br />
Groot-Antwerpen fungeerden. De negende districtsafdeling werd gevormd door de reeds sinds lang met<br />
Antwerpen gefuseerde dorpen Berendrecht en Zandvliet. Boven<strong>die</strong>n had dit de afschaffing <strong>van</strong> de<br />
districten Antwerpen en Berchem-Borgerhout en de wijziging <strong>van</strong> het district Ekeren in district Kapellen<br />
tot gevolg 302 .<br />
Deze archiefstukken bevonden zich tussen het archiefmateriaal dat in 1993 naar het Liberaal<br />
Archief werden overgebracht. Uit de stukken komen de belangrijkste bevoegdheden zeer goed tot uiting,<br />
met name de voorbereiding <strong>van</strong> de gemeenteraadsverkiezingen en het aanduiden <strong>van</strong><br />
vertegenwoordigers in stedelijke instellingen.<br />
Voor de gebruikers <strong>van</strong> dit archief moet worden gewaarschuwd voor verwarring tussen de<br />
PVV-afdeling Antwerpen-stad, de PVV-Groot-Antwerpen en de PVV-districtsafdeling Antwerpen-stad. Voor<br />
1982 is de situatie vrij duidelijk, vermits op dat moment enkel de PVV-afdeling Antwerpen-stad bestond.<br />
Pas na de Antwerpse fusie wordt de toestand ingewikkelder. Voor Antwerpen in zijn geheel werd de<br />
PVV-Groot-Antwerpen opgericht, terwijl de districtsafdeling alle inwoners verenigde <strong>van</strong> de vroegere<br />
gemeente Antwerpen. De verwarring nam echter vooral toe door het gebruik <strong>van</strong> verschillende<br />
benamingen. Zo werd de districtsafdeling ook PVV-stad Antwerpen of PVV-afdeling Antwerpen-stad<br />
genoemd. PVV-Groot-Antwerpen dan weer werd zeer vaak kortweg PVV-Antwerpen genoemd.<br />
2.4.3.2. Inventaris<br />
1. Dossier betreffende de voorbereiding <strong>van</strong> de in 1988 gehouden gemeenteraadsverkiezingen.<br />
1988. 1 omslag.<br />
2. Roosters betreffende de uitslagen per stemopnemingsbureau <strong>van</strong> de gemeenteraadsverkiezingen.<br />
1988. 1 omslag.<br />
3. Ingekomen brieven betreffende de door de districtsafdelingen aangeduide vertegen-woordigers<br />
voor de Toezichtscommissie Stedelijk Kunstonderwijs. 1984 303 . 2 stukken.<br />
301 Voor bevoegdheden en werking <strong>van</strong> PVV-Groot-Antwerpen, verwijzen we naar het reglement : LA, Plaatselijk<br />
Liberalisme, Antwerpen 133; en de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad.<br />
302 Hiervoor verwijzen we naar de structuurstu<strong>die</strong> uit hoofdstuk 2 en naar Malvoz en Verbist, 589 gemeenten, 5 en 33.<br />
303 Deze stukken zaten in het archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. De reden daarvoor is wellicht te<br />
zoeken in het feit dat ze aan Lode Stieltjens - de bestendige secretaris <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie - werden<br />
toegestuurd met de vraag om de namen <strong>van</strong> de vertegenwoordigers door te geven aan de schepen.
2.4.4. STUKKEN VAN LP-AFDELING ANTWERPEN-STAD<br />
2.4.4.1. Inleiding<br />
INDICES K -<br />
De LP-afdeling Antwerpen-stad was de voorloper <strong>van</strong> de gelijknamige afdeling <strong>van</strong> de PVV. Organisatie<br />
en werking waren grotendeels gelijklopend met <strong>die</strong> <strong>van</strong> de PVV-afdeling 304 .<br />
De documenten <strong>die</strong> in de lijst <strong>van</strong> documentatie zijn opgenomen bevonden zich oorspronkelijk<br />
in het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad. Voor wat het adressenregister betreft moet enig<br />
voorbehoud worden gemaakt. Aan de hand <strong>van</strong> de datering en de woonplaatsen <strong>van</strong> de voorkomende<br />
personen lijkt het er sterk op dat dit archiefbestanddeel moet zijn gevormd door de Antwerpse afdeling<br />
<strong>van</strong> de LP. Zekerheid hieromtrent is er echter geenszins.<br />
De documentatie- en knipselmappen <strong>van</strong> hun kant werden naar alle waarschijnlijkheid<br />
bijeengebracht ten tijde <strong>van</strong> de LP, maar werden mogelijk nog gebruikt door de PVV-afdeling. Temeer<br />
daar de stukken dateren uit de periode 1958-1962; vlak voor en tijdens de omvorming <strong>van</strong> LP tot PVV<br />
dus. We opteerden ervoor de stukken hier te beschrijven gezien het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling<br />
Antwerpen-Stad in hoofdzaak bestaat uit archiefmateriaal uit de periode 1967-1982.<br />
2.4.4.2. Inventaris<br />
1. Alfabetisch adressenregister. [Opgesteld ca. 1945, bijgehouden tot ca. 1956]. 1 deel.<br />
---. Journaal <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 14/2/1958-2/8/1970 305 .<br />
2.4.4.3. Lijst <strong>van</strong> documentatie<br />
1. Documentatiemap betreffende socialistische partij en vakbond. 1960-1961. 1 omslag.<br />
2. Knipselmap betreffende de wetgevende verkiezingen <strong>van</strong> 1961. 1961. 1 omslag.<br />
3. Knipselmap betreffende de verkiezingsuitslagen. 1961. 1 omslag.<br />
4. Documentatiemap betreffende de politieke actualiteit. 1961-1962. 1 omslag.<br />
5. Documentatiemap betreffende de stad Antwerpen. 1958-1961. 1 omslag.<br />
304 Voor meer informatie verwijzen we naar de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-Stad.<br />
305 Archiefinventaris PVV-afdeling Antwerpen-stad, nummer 35.
2.4.5. STUKKEN VAN DE PVV-VROUWEN VAN ANTWERPEN-STAD<br />
2.4.5.1. Inleiding<br />
INDICES L -<br />
De PVV beschikte eveneens over een vrouwenorganisatie, <strong>die</strong> vooral de vrouwenbelangen binnen de<br />
liberale beweging verdedigde. Op het plaatselijke vlak was deze vaak weinig uitgebouwd. Dat komt<br />
onder meer tot uiting in Antwerpen. Een aantal stukken <strong>die</strong> door de vrouwenafdeling werden gevormd,<br />
werden immers bewaard door de PVV-afdeling Antwerpen-Stad. <strong>Het</strong> gaat echter duidelijk om stukken <strong>die</strong><br />
door de vrouwen werden gevormd en <strong>die</strong> te vinden waren in twee verschillende omslagen uit dat<br />
archief. Vermits het om de originele stemformulieren gaat moeten en kunnen deze niet anders worden<br />
beschouwd dan als archief dat gevormd werd door de vrouwenafdeling.<br />
2.4.5.2. Inventaris<br />
1. Dossier betreffende de tijdens de Algemene Vergadering <strong>van</strong> 16 maart 1975 gehouden<br />
bestuursverkiezing. 1975. 1 omslag.<br />
2. Stemformulieren betreffende de op 16 maart 1975 gehouden bestuursverkiezing. 1975.<br />
1 omslag.
2.4.6. STUKKEN VAN DE LIBERALE EN GRONDWETTELIJKE VERENIGING VAN ANTWERPEN<br />
2.4.6.1. Inleiding 306<br />
INDICES M -<br />
In 1857 werd de franskiljonse Association Libérale et Constitionelle d'Anvers - kortweg Association Libérale -<br />
opgericht 307 . <strong>Het</strong> betrof meer bepaald de oudste politieke liberale vereniging te Antwerpen <strong>die</strong> in eerste<br />
instantie de verfranste Antwerpse burgerij vertegenwoordigde. Vele actieve leden waren overigens <strong>van</strong><br />
vreemde komaf. Haar invloed reikte verder dan de stadsgrenzen, waardoor ALCA - naast andere - als<br />
een soort <strong>van</strong> arrondissementele vereniging kon worden gezien. Binnen de Vereenigde Liberalen vormde<br />
zij de machtigste groep, wat onder meer tot uiting kwam in de plaatsen op de verkiezingslijsten <strong>die</strong> door<br />
haar werden bezet. Na de tweede wereldoorlog verdween de onafhankelijke status, <strong>die</strong> tot dan in stand<br />
was gehouden, door de oprichting <strong>van</strong> de Antwerpse arrondissementsfederatie <strong>van</strong> de Liberale Partij <strong>die</strong><br />
de oude liberale korpsen als LGVA en Liberale Volkspartij HUZ bv. onder haar verenigde als afdelingen.<br />
Toch bleef de Liberale Assocatie meestal de voorzitter <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie leveren. Pas met<br />
de oprichting <strong>van</strong> de PVV werd LGVA een onderafdeling <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-Stad en nam<br />
haar belang sterk af.<br />
De stukken <strong>die</strong> hieronder worden beschreven en door deze vereniging werden gevormd<br />
moeten precies gezien worden in de tanende macht <strong>van</strong> <strong>die</strong> franstalige burgerij in de loop <strong>van</strong> de jaren<br />
vijftig. <strong>Het</strong> gaat om stukken <strong>die</strong> door de vereniging aan haar leden waren opgestuurd, maar wegens<br />
foute, onvolledige adressen en dergelijke meer door de post naar de afzender werden teruggestuurd. De<br />
betekenis <strong>van</strong> de bescheiden kon maar met moeite worden achterhaald. Slechts één document immers<br />
was een circulaire <strong>van</strong> LGVA. Voor het overige ging het om een circulaire <strong>van</strong> de LParrondissementsfederatie<br />
Antwerpen en diverse stukken zonder aanduiding <strong>van</strong> een vereniging :<br />
verkiezingspropaganda voor jonge liberalen, een circulaire betreffende de poll en een modelstemformulier.<br />
Wij reconstrueerden dit als volgt. Ten gevolge <strong>van</strong> de kiescampagne <strong>van</strong> 1958 was er een<br />
tweestrijd ontstaan tussen de oude behoudsgezinde Liberale Associatie en jongere Vlaamse kandidaten<br />
<strong>die</strong> door anderen werden gesteund. Om haar eigen kandidaat nogmaals een hart onder de riem te<br />
steken werden alle leden aangeschreven om ze te overtuigen voor de juiste persoon te stemmen. De<br />
verkiezingspropaganda <strong>die</strong> tegen haar kandidaat was gericht, werd als bewijsmateriaal mee<br />
opgezonden. Pas nadat deze betekenis was achterhaald, kon dit bestanddeel worden afgescheiden.<br />
2.4.6.2. Inventaris<br />
1. Circulaire aan de leden betreffende de poll <strong>van</strong> 19 januari 1958 in het kader <strong>van</strong> de verkiezingen.<br />
Met bijlagen. [1958]. 1 omslag.<br />
306 Zie ook de structuurstu<strong>die</strong>.<br />
307 De Nederlandstalige benaming was Liberale en Grondwettelijke Vereniging <strong>van</strong> Antwerpen of Liberale Vereniging. Voor<br />
meer informatie verwijzen we naar Goovaerts, De radikale liberalen, 1 en 68; Luyten, De 'vereenigde Liberalen <strong>van</strong><br />
Antwerpen', 38.
2.4.7. STUKKEN VAN DE BELGISCHE LIBERALE MIDDENKLASSE, ANTWERPEN<br />
2.4.7.1. Inleiding<br />
INDICES N -<br />
De Belgische Liberale Middenklasse was de nationale liberale organisatie voor de middenstand met als<br />
doelstelling de verdediging <strong>van</strong> de belangen <strong>van</strong> industrie, handel, ambachten, vrije beroepen,<br />
eigenaars en burgerij. Dit was overigens ook de ondertitel <strong>van</strong> het maandelijkse tijdschrift dat door de<br />
Antwerpse geleding <strong>van</strong> deze vereniging werd uitgegeven onder de benaming Liberale Middenklasse<br />
<strong>van</strong>af 1958. Net zoals zovele andere <strong>verenigingen</strong> was zij gevestigd op de Kome<strong>die</strong>plaats 17 en één <strong>van</strong><br />
de vele korpsen <strong>die</strong> deel uitmaakten <strong>van</strong> de liberale arrondissementsfederatie.<br />
De stukken <strong>die</strong> hieronder worden beschreven, hadden initieel niet het opzet te berusten onder<br />
deze vereniging. <strong>Het</strong> gaat immers om brieven en circulaires <strong>die</strong> werden verstuurd naar leden, maar<br />
<strong>van</strong>wege overlijden, foutief of onvolledig adres naar de afzender werden teruggestuurd. Juist omdat ze<br />
werden teruggestuurd zullen ze niet echt als archief zijn beschouwd door de archiefvormer en wellicht<br />
raakten ze mede daardoor afgedwaald 308 .<br />
De ordening riep enige moeilijkheden op vermits niet elke geadresseerde dezelfde stukken<br />
moet hebben gekregen, maar niet helemaal meer kon worden achterhaald welke stukken wel en welke<br />
niet samen werden verzonden. Aangezien alle stukken het BLM-congres <strong>van</strong> 17 december 1958 en de er<br />
onmiddellijk op volgende poll <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen betroffen, besloten we één<br />
bestanddeel te vormen. Daarnaast vonden we ook nog een aantal fotonegatieven terug <strong>die</strong> werden<br />
gebruikt voor publicatie in het tijdschrift.<br />
2.4.7.2. Inventaris<br />
1. Stukken betreffende BLM-congres en arondissementele poll <strong>van</strong> de Liberale Partij. 1958.<br />
1 omslag.<br />
2.4.7.3. Documentatie<br />
1. Foto's. Z.d. Negatieven.<br />
308 De bescheiden bevonden zich tussen de archiefstukken <strong>van</strong> de PVV-arrondissemensfederatie Antwerpen, beschreven in<br />
schenkingslijst 1992/249.
2.4.8. STUKKEN VAN CHARLES DE WEZE<br />
2.4.8.1. Inleiding 309<br />
INDICES O -<br />
De figuur <strong>van</strong> Charles De Weze speelde bij de totstandkoming <strong>van</strong> dit archieffonds een centrale rol. Hij<br />
bekleedde immers één of meerdere functies bij de meeste <strong>van</strong> de hier aangehaalde archiefvormers. De<br />
belangrijkste voor dit archieffonds was ongetwijfeld de functie <strong>van</strong> permanent secretaris <strong>van</strong> de<br />
arrondissementsfederatie <strong>van</strong> achtereenvolgens LP en PVV, <strong>die</strong> hij <strong>van</strong> 1960 tot 1975 uitoefende. Voor<br />
de arrondissementsfederatie werd hij in de jaren tachtig secretaris-generaal, respectievelijk voorzitter.<br />
Binnen de PVV-afdeling Antwerpen-stad was zijn rol iets bescheidener. De functies <strong>die</strong> hij daar waarnam<br />
waren ondermeer penningmeester en secretaris-generaal. Zijn invloed op een aantal <strong>archieven</strong> kan<br />
m.a.w. moeilijk worden onderschat.<br />
Hieronder volgt een gedeelte <strong>van</strong> zijn persoonlijk archief dat werd gerecupereerd uit het archief<br />
<strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis en nog iets meer over zijn carrière prijsgaf. Charles De Weze begon zijn<br />
loopbaan als voorzitter <strong>van</strong> de Liberale Jonge Wacht <strong>van</strong> Mortsel. Sinds 1977 zetelt hij als<br />
provincieraadslid. Een functie <strong>die</strong> hij nog steeds bekleedt. In 1985 bv. waren zijn functies de volgende :<br />
commissaris bij de huisvestingsmaatschappij De Goede Woning, penningmeester <strong>van</strong> het Algemeen<br />
Kledingwerk voor Antwerpen's Scholen, penningmeester <strong>van</strong> het Antwerpse Willemsfonds en als<br />
fractieleider lid <strong>van</strong> de toezichtscommissie <strong>van</strong> het UZ-Antwerpen 310 .<br />
Aan de ordening <strong>van</strong> de archivalia werd geen verandering aangebracht omdat we over te<br />
weinig materiaal en gegevens beschikten om dit op een gefundeerde wijze te doen. Nochtans kan<br />
worden gesteld dat de huidige ordening hoegenaamd geen toonbeeld <strong>van</strong> duidelijkheid is. De<br />
briefwisseling <strong>van</strong> de jaren zeventig bv. werd <strong>van</strong>af eind 1976 alfabetisch geclasseerd in twee<br />
verschillende series <strong>die</strong> mekaar qua periode voor meer dan de helft overlappen. Boven<strong>die</strong>n bevinden<br />
zich hierin zowat alle ingekomen of kopies <strong>van</strong> uitgaande stukken. Anderzijds maakte Charles De Weze<br />
evenmin onderscheid tussen persoonlijk en verenigingsarchief. De vermenging is echter te groot om ze<br />
op een relatief eenvoudige manier ongedaan te maken.<br />
2.4.8.2. Inventaris<br />
1-6. Briefwisseling over diverse onderwerpen. Met bijlagen. 1961, 1974-1979.<br />
2 pakken en 4 omslagen.<br />
1. 1961-1962. 1 omslag.<br />
2. Chronologisch geordend. 2/1974-12/1976. 1 pak.<br />
3. Alfabetisch geordend, A-J. 4/1977-4/1979. 1 pak.<br />
4. Alfabetisch geordend, J-Z. 10/1976-3/1979. 1 omslag.<br />
5. Alfabetisch geordend, A-P. 5/1976-3/1978. 1 omslag.<br />
6. Alfabetisch geordend, P-Z. 9-1976-12/1977. 1 omslag.<br />
7. Dossier betreffende de kiescampagne <strong>van</strong> 1978. [ca. 1978]. 1 omslag.<br />
309 Voor meer informatie over de rol <strong>van</strong> Charles De Weze in dit archieffonds, verwijzen we naar de eerste twee<br />
hoofdstukken <strong>van</strong> deel 2 en naar deel 3.<br />
310 Zie Antwerpen Metropool <strong>van</strong> 13/10/1985, p. 4.
2.4.9. STUKKEN VAN CAMILLE PAULUS<br />
2.4.9.1. Inleiding<br />
INDICES P -<br />
Camille Paulus was voorzitter <strong>van</strong> de Antwerpse arrondissementsfederatie <strong>van</strong> de PVV <strong>van</strong> 15<br />
september 1973 tot 3 februari 1978. <strong>Het</strong> is in dat verband dat we de aanwezigheid <strong>van</strong> de beschreven<br />
stukken moeten zien. De stukken onder inventarisnummer 1 dateren uit de periode <strong>van</strong> zijn<br />
voorzitterschap. De brieven waren specifiek aan hem en zijn familie gericht, het is echter niet<br />
denkbeeldig dat hij deze <strong>van</strong>uit zijn functie en in naam <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie beantwoordde.<br />
Dit kan echter niet gelden voor de nieuwjaarswensen voor 1979, toen hij de functie al bijna een vol jaar<br />
had afgelegd. <strong>Het</strong> is meer bepaald om <strong>die</strong> reden dat we besloten deze stukken toch als persoonlijk<br />
archief te beschouwen. Deze stukken werden neergelegd in 1992 en werden samen met de stukken <strong>van</strong><br />
PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen beschreven in schenkingslijst 1992/249.<br />
2.4.9.2. Inventaris<br />
1. Nieuwjaarskaarten voor 1977 aan de familie Paulus. [1976-1977]. 1 pak.<br />
2. Nieuwjaarskaarten voor 1979 aan de familie Paulus. [1978-1979]. 1 omslag.
2.4.10. STUKKEN VAN HET JAN VAN RIJSWIJCKCENTRUM VZW<br />
2.4.10.1. Inleiding<br />
INDICES Q -<br />
<strong>Het</strong> Jan Van Rijswijckcentrum werd in 1972 opgericht als een onafhankelijk centrum voor sociaal<br />
hulpbetoon en maatschappelijk welzijn. In de eerste jaren was de maatschappelijke zetel gevestigd in de<br />
Hertoginstraat. M.a.w. in hetzelfde gebouw als de PVV-afdeling Antwerpen Stad. Pas <strong>van</strong>af 1981<br />
scheidden de wegen <strong>van</strong> deze twee instellingen toen het Jan Van Rijswijckcentrum naar de<br />
Minderbroedersrui verhuisde. <strong>Het</strong> verband tussen de beide was overigens aanzienlijk, vermits het Jan<br />
Van Rijswijckcentrum juist onder de impuls <strong>van</strong> de plaatselijke afdeling werd opgericht 311 .<br />
<strong>Het</strong> hoeft dan ook niet te verwonderen dat een aantal stukken <strong>die</strong> door het sociaal centrum<br />
werden gevormd vermengd raakten met archivalia <strong>van</strong> de stadsafdeling of minstens samen bewaard<br />
bleven. Dat is in eerste instantie het geval met het steekkaartenregister <strong>van</strong> de bibliotheek. Aan de hand<br />
<strong>van</strong> een publikatie waarop een stempel <strong>van</strong> het Jan <strong>van</strong> Rijswijckcentrum en codes <strong>die</strong> overeenkwamen<br />
met de fiche <strong>van</strong> <strong>die</strong> publikatie kon worden achterhaald dat dit bestanddeel gevormd werd door het<br />
centrum in het kader <strong>van</strong> haar opdrachten, met name sociaal <strong>die</strong>nstbetoon 312 . De bewijsstukken waren<br />
verkeerdelijk terechtgekomen in het archief <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad. Maar reeds in 1975<br />
werd daarop gewezen door de controleur <strong>van</strong> de boekhouding <strong>van</strong> de stadsafdeling 313 .<br />
Voor meer informatie kunnen de jaarverslagen worden geraadpleegd <strong>die</strong> gedeeltelijk op het<br />
Liberaal Archief worden bewaard 314 .<br />
2.4.10.2. Inventaris<br />
1. Bewijsstukken <strong>van</strong> ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven. 1973-1974. 1 omslag.<br />
2. Catalogus <strong>van</strong> de bibliotheek. Z.d. 1 kaartsysteem.<br />
311 Piet Van Roe - voorzitter <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad - was tevens voorzitter <strong>van</strong> het Jan Van Rijswijckcentrum<br />
<strong>van</strong>af zijn ontstaan : Liberale VZW's, 11.<br />
312 <strong>Het</strong> blijft echter mogelijk dat de bibliotheek gezamenlijk bezit was <strong>van</strong> verschillende <strong>verenigingen</strong> met zetel in de<br />
Hertoginstraat 16.<br />
313 Zie de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> PVV-afdeling Antwerpen-stad.<br />
314 Liberale VZW's, 13.
2.4.11. STUKKEN VAN DE ANTWERPSE CULTURELE KRING<br />
2.4.11.1. Inleiding<br />
INDICES R -<br />
Er bestaat absoluut geen zekerheid over de identiteit <strong>van</strong> de archiefvormer <strong>van</strong> de hieronder beschreven<br />
archivalia. Een aantal archiefbestanddelen <strong>die</strong> tussen de andere archiefstukken zaten bleken enkele galaavonden<br />
te betreffen <strong>die</strong> werden ingericht ten voordele <strong>van</strong> de liberale jeugdorganisatie De Knapzak/La<br />
Besace. Deze feesten vonden alle plaats in de Koningin Elisabethzaal aan het Koningin Astridplein te<br />
Antwerpen. De Antwerpse Culturele Kring was wellicht een éénmansorganisatie <strong>van</strong> de liberaal<br />
Raymond Remael. Wellicht richtte deze man allerhande feesten in, waarvoor hij een drijfveer nodig had;<br />
in dit geval De Knapzak.<br />
Hoe deze stukken in het Liberaal Huis verzeilden is ons niet erg duidelijk. Zowel Raymond<br />
Remael als het ACK bleken immers gehuisvest te zijn op de Jan Van Rijswijcklaan, 191. Raymond<br />
Remael was echter wel lid <strong>van</strong> de Antwerpse arrondissementsfederatie 315 .<br />
2.4.11.2. inventaris<br />
1-4. Dossiers betreffende gala-avonden. 1962-1964. 4 omslagen.<br />
1. De op 5 december 1962 gehouden Edith Piaf-avond. 1962-1963.<br />
2 De op 8 mei 1963 gehouden Gala-avond Yves Montand. 1963.<br />
3. De op 13 december 1963 gehouden Charles Aznavour-avond. 1962-1963.<br />
4. <strong>Het</strong> op 16 april 1964 gehouden optreden <strong>van</strong> vader en zoon Fernandel. 1964.<br />
315 Archief PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen, ledenstaten.
2.4.12. STUKKEN VAN HET REISAGENTSCHAP LOTUS<br />
2.4.12.1. Inleiding<br />
INDICES S -<br />
Volgens gegevens <strong>die</strong> ons werden meegedeeld dooor Luc Pareyn - archivaris <strong>van</strong> het Liberaal Archief -<br />
zou Lotus een reisagentschap zijn geweest dat nauw verbonden was met de familie Hoste en dus met de<br />
krant <strong>Het</strong> Laatste Nieuws. Volgens onze bron waren de kantoren er<strong>van</strong> veelal gevestigd in de onmiddellijke<br />
omgeving <strong>van</strong> <strong>die</strong> <strong>van</strong> het dagblad. De familie Hoste zou doorgaans beroep gedaan hebben op<br />
deze maatschappij, zowel voor persoonlijke als voor zakelijke reizen.<br />
Aangezien deze archiefstukken in dit archieffonds voorkomen kunnen we er <strong>van</strong> uitgaan dat<br />
Lotus een tijdlang op de Kome<strong>die</strong>plaats gevestigd moet geweest zijn. Een andere mogelijkheid is<br />
evenwel dat de stukken mee werden verhuisd met de <strong>archieven</strong> <strong>die</strong> <strong>van</strong> de Hertoginstraat kwamen. <strong>Het</strong><br />
achtergelaten materiaal beperkt zich immers tot 1 deel, bestaande uit 2 bestanddelen. De redactie <strong>van</strong> de<br />
stukken is echter allerminst duidelijk of éénvormig. Wellicht werden ze gebruikt als klad, onder meer<br />
met het oog op het opstellen <strong>van</strong> de boekhouding.<br />
3.4.12.2. Inventaris<br />
1. Klantenregister. Ca. 1980. Klad (?). 1 deel.<br />
-- Staat <strong>van</strong> klanten. Klad (?) 316 .<br />
316 Zie inventarisnummer 1.
INDICES T<br />
-
Hoofdstuk 5 : Indices<br />
2.5.1. INDEX OP PERSOONSNAMEN<br />
2.5.2. INDEX OP NAMEN VAN VERENIGINGEN<br />
Hoofdstuk 5 : Indices<br />
INDICES A -<br />
Dit hoofdstuk bevat twee indices; één op persoonsnamen en één op namen <strong>van</strong> instellingen,<br />
<strong>verenigingen</strong> en dergelijke meer. In deze indices werden enkel namen opgenomen <strong>die</strong> in de<br />
beschrijvingen zelf uit de inventarissen <strong>van</strong> hoofdstukken 3 en 4 voorkomen. Wanneer bv. in het archief<br />
<strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen <strong>die</strong> benaming is opgenomen, werd dat <strong>van</strong>wege de<br />
<strong>van</strong>zelfsprekendheid niet geregistreerd in de indices. Voorts werden evenmin namen opgenomen <strong>van</strong><br />
de bestuursorganen <strong>van</strong> de behandelde archiefvormers.<br />
2.5.1. INDEX OP PERSOONSNAMEN<br />
Aertbeliën, J. 102<br />
Ameels, A. 73<br />
Antonsen, F. 68<br />
Aznavour, C. 132<br />
Baneux, F. 68<br />
Baneux-Bertrand, S. 68<br />
Bauchet, A. 68<br />
Bauss, C. 68<br />
Bauss, M.-J. 119<br />
Beckers, G. 68<br />
Beuckeleers-Mattues, C. 68<br />
Beuckeleers, J. 67<br />
Beysen, E. 102<br />
Bludts, P. 102<br />
Buysaert, H. 102<br />
Coelen, A. 68<br />
Cooymans, M. 118<br />
Cortvriend, J. 102<br />
Crab, A. 75<br />
De Baecker, L. 68<br />
De Belder, A. 68<br />
De Heel, F. 67<br />
de Léon, E. 68<br />
De Meyere, L. 118<br />
De Potter J. 68<br />
de Raeymaekers, A. 68<br />
De Rey, J. 102<br />
Dessertaine, mevrouw 69<br />
De Weze, C. 102<br />
De Winter, R. 68<br />
De Winter, W. 68<br />
Diels, F. 73<br />
Ekkart, H 119<br />
Fernandel 132<br />
Gepts, L. 102<br />
Gigot, A. 68<br />
Good, F. 68<br />
Grootjans, F. 102<br />
Helsmoortel-Pecher, A. 102<br />
Hopff, F. 102<br />
Hoslet 68, 69<br />
Janssens, L. 102<br />
Joosten, A. 69<br />
Kegeleers-Herreman, mevrouw 68<br />
Le Beck, H. 69<br />
Le Beck-Ceulemans, F. 69<br />
Lheureux, A. Baron 68<br />
Lhonneux, A. 69<br />
Lilar, A. 86<br />
Mafa, M. 73<br />
Martougin, A. 68, 69<br />
Massaux 73<br />
Meerbergen, F. 68<br />
Mols-De Cock, A. 68<br />
Montand, Y. 132<br />
Noerens, R. 102<br />
Nutkewitz, J. 102<br />
Nys, G. 68<br />
Paulus, familie 130<br />
Pecher, E. 69
Pecher, J. 68<br />
Petrionati 73<br />
Piaf, E. 132<br />
Pieters-Voet, S. 102<br />
Pirotte-Thoen, M. 68<br />
Potikian 73<br />
Resseler, V. 68<br />
Roten, E. 68<br />
Russinger Claessens, M. 68<br />
Sampers, P. 68<br />
Schauw, A. 68<br />
Schutters, E. 68<br />
Segers, A. 68<br />
Sel, V. 69<br />
Seldenslach, F. 74<br />
Sielens, H. 68<br />
Sielens-Snoeckx, L. 68<br />
Soethout-Breens, mevrouw 68<br />
Soudan, L. 102<br />
Speth, C. 119<br />
Speth, F. 119<br />
Speth, J. 119<br />
Spiliers, A. 68<br />
Steigrad, L. 102<br />
Sterckx, P. 104<br />
Sweerts, J. 68<br />
Vanaudenhove, O. 86<br />
Van Caneghem, J. 73<br />
Van den Bosch, L. 74<br />
Van den Eynden, A. 68<br />
Van der Aa, M. 68<br />
Van de Woestijne, J. 68<br />
Van der Vorst, J. 73<br />
Van Grieken, W. 102<br />
Van Ham, J. 68<br />
Van Ham-Steenberghs, J. 69<br />
Van Hentenrijk, mevrouw 102<br />
Van Hoecke, H. 75<br />
Van Loock, A. 68<br />
2.5.2. INDEX OP NAAM VAN VERENIGINGEN, INSTELLINGEN EN BEDRIJVEN<br />
AGRA PVBA 68<br />
ALCA 101<br />
ALV 101<br />
ASLK 69<br />
Bakkerij SV HUZ 68<br />
Bank <strong>van</strong> Antwerpen 69<br />
Banque d'Anvers 69<br />
Brouwerij Alken NV 73<br />
Brouwerij Maes NV 74<br />
BRT 73<br />
Coiffure «Charme» 118<br />
INDICES EEEEEE -<br />
Van Meel, G. 68<br />
Van Riel, K. 68<br />
Van Rijswijck, J. 86<br />
Van Roe, P 102, 104<br />
Van Snick-Kennes, mevrouw 68<br />
Vereecken, R. 102<br />
Verhelst, C. 68<br />
Verhelst, J. 69<br />
Vermeulen, A. 69<br />
Verschuren, J. 69<br />
Vinck, L. 119<br />
Vos, R. 68<br />
Werner, R. 68, 69<br />
Wil<strong>die</strong>rs, F. 68, 69<br />
Wil<strong>die</strong>rs, P. 69<br />
Wybauw, J. 69<br />
Coiffure Cleerbaut PVBA 118<br />
Culturele Raad <strong>van</strong> de Vaste Commissie voor Advies<br />
voor het Beheer <strong>van</strong> de Stedelijke Openbare<br />
Bibliotheken <strong>van</strong> de Stad Antwerpen 104<br />
De Belgische Phenix NV 103<br />
Etn. J. Cools PVBA/NV 118<br />
Federatie <strong>van</strong> de BLM 86<br />
Federatie der Vrijzinnige Mutualiteiten <strong>van</strong> de<br />
provincie Antwerpen 86<br />
Financière Anversoise SA 68<br />
Handelsbank NV 71, 101, 114, 118
HUZ 102<br />
Jan Van Rijswijckcentrum 104<br />
Koninklijke Nederlandse Schouwburg 103<br />
INDICES FFFFFF -<br />
LEV 101<br />
Liberale Bond 1° wijk 101<br />
Liberale Mutualiteiten 101<br />
Liberale Vlaamse Bond 101<br />
LP 85, 86, 128<br />
Maltex PVBA 73<br />
Mover PVBA 119<br />
NIR 73<br />
PKI 103, 104, 114<br />
PVV 85, 99-103<br />
PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen 102<br />
PVV-Jongeren 102<br />
PVV-Vrouwen Antwerpen-stad 99<br />
PVV-Kern Antwerpen-Zuid 103<br />
PVV-Kern Kiel 103<br />
PVV-Kern Linkeroever 103<br />
Salons Cavens 103<br />
Sociale Dienst der Compensatiekas voor Maatschappelijke<br />
Werken 72, 119<br />
Speciale Vakschool voor Haartooi VZW 118<br />
Verbond der Liberale Toneel<strong>verenigingen</strong> <strong>van</strong> het<br />
arrondissement Antwerpen 86<br />
Suma 119<br />
Toezichtscommissie Stedelijk Kunstonderwijs 124
Inleiding<br />
DEEL 3 :<br />
ARCHIEFTHEORETISCHE CONCLUSIES<br />
INHOUDSTAFEL A -<br />
In dit derde deel worden een aantal conclusies getrokken uit de in deel 2 opgedane ervaringen <strong>die</strong> een<br />
antwoord zouden moeten betekenen op de vragen <strong>die</strong> in deel 1 werden gesteld. In een eerste paragraaf<br />
gaan we na in hoeverre het model <strong>van</strong> archiefschema de eigenlijke inventarisatie doorstond. Kon het<br />
model-archiefschema in zijn geheel worden toegepast of <strong>die</strong>nden belangrijke wijzigingen te worden<br />
aangebracht ? Vervolgens komen oorzaken en gevolgen <strong>van</strong> vermenging <strong>van</strong> diverse <strong>archieven</strong> aan bod.<br />
Een belangrijke vraag hierbij is overigens waar precies de grens lag tussen de verschillende<br />
archiefvormers. In een derde luik pogen we een systeem uit te werken aan de hand waar<strong>van</strong> men in een<br />
archief- en documentatiecentrum als het Liberaal Archief zowel documentatie als archief kan verwerken<br />
en tegelijkertijd op een zo efficiënt mogelijke wijze kan ontsluiten zonder afbreuk te moeten doen aan<br />
een aantal wetenschappelijke verworvenheden. Afsluiten doen we met de invloed <strong>van</strong> het gebrek aan<br />
wetgeving voor niet-overheidsarchief in het algemeen en partijarchief in het bijzonder op het vlak <strong>van</strong><br />
onder meer openbaarheid en selectie. Bij dat laatste thema zal een lijst <strong>van</strong> voor vernietiging in<br />
aanmerking komende stukken worden afgedrukt, vermits bij de eigenlijke inventarisatie om hoger<br />
vermelde redenen geen selectie werd doorgevoerd 317 . Voor de eindconclusies verwijzen we naar het<br />
algemeen besluit.<br />
3.1. Evaluatie <strong>van</strong> het model-archiefschema voor de inventarisatie <strong>van</strong> partijarchief<br />
Alle <strong>archieven</strong> waarmee wij werden geconfronteerd, bevonden zich in een voornamelijk ongeordende<br />
staat. Meestal was de oorspronkelijke orde wel enigszins te reconstrueren, al was de waarde er<strong>van</strong> niet<br />
zo groot gezien de vele naast mekaar bestaande systemen en ordeningen. Aan de basis <strong>van</strong> <strong>die</strong><br />
ordeningen lag trouwens nooit een doordacht systeem. Dat was zelfs niet het geval voor het archief <strong>van</strong><br />
de PVV-afdeling Antwerpen-stad waarvoor wel een soort depotlijst voorhanden was. Die moet echter<br />
worden beschouwd als een schema voor de materiële plaatsing <strong>van</strong> de stukken; zowel archief als<br />
documentatie. In zo'n situatie mag - of liever : moet - de archivaris zelf een archiefschema opstellen,<br />
waarbij hij tracht de historisch bepaalde structuur <strong>van</strong> het archief daarin te integreren 318 . Om <strong>die</strong> reden<br />
ontwikkelden wij in deel 1 een model <strong>van</strong> archiefschema voor partij<strong>archieven</strong> <strong>van</strong>uit de achterliggende<br />
idee dat gelijksoortige <strong>verenigingen</strong>, gelijkaardige <strong>archieven</strong> zouden moeten vormen. Bij toepassing <strong>van</strong><br />
dit schema op de ongeordende partij<strong>archieven</strong> waarmee wij werden geconfronteerd, bleken zich erg<br />
weinig moeilijkheden voor te doen. <strong>Het</strong> functionele schema paste erg goed. Natuurlijk was het<br />
noodzakelijk om het archiefschema telkens aan te passen aan de typische karakteristieken <strong>van</strong> elk<br />
archief en elke archiefvormer. Zo was het archiefschema <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen<br />
bv. duidelijk beperkter dan dat <strong>van</strong> de opvolger onder de PVV. De reden hiervoor ligt in het feit dat het<br />
archief zelf ook veel minder om<strong>van</strong>grijk was. Wat dan weer het gevolg was <strong>van</strong> twee oorzaken. Ten<br />
eerste beschikken we slechts over het archief uit de laatste jaren <strong>van</strong> bestaan <strong>van</strong> de<br />
317<br />
Hiervoor verwijzen we naar delen 1 en 2.<br />
318 Haegeman, Waarschoot, 31; Archiefbeheer, 4510/26-27.
INHOUDSTAFEL B -<br />
arrondissementsfederatie. Ten tweede was de LP-federatie duidelijk nog niet zo uitgebreid als zijn<br />
opvolger onder de PVV het geval zou zijn. Dat impliceerde meteen dat minder activiteiten aan de dag<br />
werden gelegd.<br />
Toch bleek bij de inventarisatie dat het modelschema op enkele punten <strong>die</strong>nde te worden<br />
aangepast. Zaken m.a.w. <strong>die</strong> voor elk <strong>van</strong> de bestudeerde <strong>archieven</strong> naar voren kwamen. Die<br />
aanpassingen resulteerden in het nu volgende «definitieve» model-archiefschema voor partijarchief.
BIJLAGE 10 : Bijgesteld model <strong>van</strong> archiefschema voor partijarchief<br />
I. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
A. Stukken <strong>van</strong> regelgevende aard<br />
B. Stukken betreffende de bestuurswerking<br />
C. Briefwisseling over diverse onderwerpen<br />
II. Stukken betreffende de administratie<br />
D. Stukken betreffende de eigenlijke financiële administratie<br />
E. Stukken betreffende de ledenadministratie<br />
F. Stukken betreffende de bijdragen <strong>van</strong> afgevaardigden<br />
III. Stukken betreffende de interne werking<br />
G. Stukken betreffende de partijwerking in het algemeen<br />
G1. Stukken betreffende de eigenlijke partijwerking<br />
G2. Stukken betreffende de aanverwante organisaties<br />
H. Stukken betreffende de partijwerking in het eigen ressort<br />
H1. Stukken betreffende de ondergeschikte geledingen in het algemeen<br />
H2. Stukken betreffende de uitbouw <strong>van</strong> het liberale verenigingsleven<br />
H3. Stukken betreffende de juridische rol<br />
H4. Stukken betreffende de ledenactiviteiten<br />
H5. Stukken betreffende het informeren <strong>van</strong> de leden<br />
IV. Stukken betreffende de externe werking<br />
I. Stukken betreffende de politieke standpunten<br />
J. Stukken betreffende de verkiezingen<br />
K. Stukken betreffende het sociaal <strong>die</strong>nstbetoon<br />
L. Stukken betreffende de deelname aan het beleid.<br />
INHOUDSTAFEL C -<br />
Op een aantal kleinere en minder belangrijke wijzigingen na, moet vooral op twee belangrijkere<br />
correcties in archiefafdeling drie, nader worden ingegaan. Deze afdeling omvatte in het oorspronkelijke<br />
model vier gelijkwaardige onderdelen. De praktijk wees echter uit dat er een duidelijk onderscheid<br />
moet worden gemaakt tussen de partijwerking in zijn geheel - waarin ook de aanverwante <strong>verenigingen</strong><br />
aan bod komen - en de werking <strong>van</strong> de partijgeleding <strong>die</strong> het archief vormde. <strong>Het</strong> is echter duidelijk dat<br />
deze indeling voor het nationale partijarchief niet helemaal op kan gaan, waardoor het modelarchiefschema<br />
dus enkel <strong>van</strong> toepassing kan zijn op lagere echelons <strong>van</strong> een partij. <strong>Het</strong> onderscheid<br />
tussen de eigenlijke geleding en de rest <strong>van</strong> de partij bleef trouwens steeds het moeilijkste en meest<br />
cruciale ordeningsprobleem dat vooral tot uiting kwam bij de behandeling <strong>van</strong> de stukken betreffende<br />
de uitreiking <strong>van</strong> de medailles. <strong>Het</strong> betrof hier een nationale activiteit <strong>die</strong> op arrondissementeel niveau<br />
administratief werd opgevolgd. Dat maakt het vergelijkbaar met de ledenadministratie. <strong>Het</strong> ging echter<br />
om veel meer dan louter administratie, vermits de gelauwerden ook op arrondissementeel vlak werden<br />
gevierd. Die extra dimensie maakte dat we ervoor opteerden de stukken daaromtrent te beschouwen als<br />
nationale ledenactiviteiten<br />
Een andere nieuwigheid is de juridische taak. Een aantal partijgeledingen fungeerden immers<br />
ook als een soort rechtbank voor lagere geledingen waar zowel zaken in eerste aanleg als<br />
beroepsprocedures werden behandeld. Naast het puur juridische speelden de geledingen ook een<br />
controlerende rol, wat tot uiting kwam in het bijwonen <strong>van</strong> vergaderingen <strong>van</strong> lagere partijgeledingen<br />
of de goedkeuring der statuten. Archivalia <strong>die</strong> in dat kader werden gevormd, konden in dat nieuwe<br />
onderdeel worden ondergebracht.<br />
In de tweede archiefafdeling bestaat de belangrijkste toevoeging uit de stukken betreffende de<br />
bijdragen <strong>van</strong> afgevaardigden. Hiermee worden onder meer de mandatarissen in provincieraad,<br />
OCMW,... bedoeld, maar ook eventuele vertegenwoordigers in partijorganen <strong>die</strong> een bepaalde som<br />
<strong>die</strong>nden af te dragen aan de partij. Hierrond werden vaak aparte series gevormd <strong>die</strong> dan ook in een<br />
afzonderlijk onderdeel moeten worden ondergebracht.
INHOUDSTAFEL D -<br />
Toch blijven rond het archiefschema een aantal problemen aanwezig <strong>die</strong> reeds aan bod kwamen<br />
in de structuurstu<strong>die</strong> <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen. Zoals gezegd opteerden we in deel<br />
1 reeds voor een ordening naar functies, vermits uit de bestaande inventarissen een voorkeur voor <strong>die</strong><br />
optie bleek. Uit de stu<strong>die</strong> <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> bleek overduidelijk dat we bij deze <strong>archieven</strong> te maken<br />
hebben met een secretaris <strong>die</strong> zowat verantwoordelijk was voor de gehele archiefvorming, op de<br />
boekhouding en een deel <strong>van</strong> de ledenadministratie na. Dat neemt echter niet weg dat een gedeelte <strong>van</strong><br />
de archivalia zeker aan hem moet zijn ontglipt. Zulke gevallen deden zich wellicht voor wanneer een<br />
bepaald lid met een bijzondere opdracht werd belast en de daaruit voortvloeiende archivalia als zijn<br />
persoonlijke stukken aanzag. Dat zou overigens één <strong>van</strong> de redenen kunnen zijn voor de onvolledigheid<br />
<strong>die</strong> elk <strong>van</strong> de partij<strong>archieven</strong> kenmerkt.<br />
Aan de andere kant stelde zich het probleem <strong>van</strong> ACC en CAPR. Deze instellingen beschikten<br />
vaak over een afzonderlijk secretariaat of werden in de boekhouding min of meer afzonderlijk<br />
behandeld 319 . De oorspronkelijke orde bracht echter te weinig indicaties aan om hiervoor het<br />
samenstellen <strong>van</strong> een deelarchief te verantwoorden. <strong>Het</strong> gebeurde zelfs zeer vaak dat stukken gevormd<br />
door CAPR in één bestanddeel zaten met archivalia <strong>die</strong> door andere organen waren opgemaakt. Ook<br />
voor de stukken <strong>die</strong> door de penningmeester werden gevormd, besloten we om gelijkaardige redenen<br />
geen deelarchief aan te maken.<br />
Als algemeen besluit kan dus gelden dat het modelschema zeer goed toepasbaar was, mits de<br />
nodige aanpassingen, rekening houdend met de specifieke opdrachten <strong>van</strong> elke archiefvormer en met<br />
de bestaande ordening. Dat houdt m.a.w. in dat de schema's <strong>van</strong> de inventarissen in deel 2 steeds licht<br />
afwijken <strong>van</strong> het bijgewerkte modelschema dat hierboven te vinden is.<br />
3.2. De oorzaken en gevolgen <strong>van</strong> de vermenging <strong>van</strong> <strong>archieven</strong><br />
Ons inziens liggen een aantal oorzaken ten grondslag aan de vermenging <strong>die</strong> het behandelde<br />
archieffonds kenmerkte. In eerste instantie is er natuurlijk het Liberaal Huis dat fungeerde als een<br />
liberale ontmoetingsplaats waar diverse <strong>verenigingen</strong> hun zetel hadden en/of vergaderden en/of<br />
allerhande activiteiten plaats lieten vinden. <strong>Het</strong> feit nu dat in tweede instantie zeer veel personen <strong>van</strong> de<br />
meest uiteenlopende liberale <strong>verenigingen</strong> lid waren of er zelfs functies uitoefenden en tegelijker tijd als<br />
vrijwilliger werkten, zorgde ervoor dat de notie archiefvormer een onbekend begrip was. Dat had onder<br />
meer tot gevolg dat meerdere personen archiefstukken als persoonlijk bezit aanzagen of althans toch bij<br />
hen persoonlijk bewaarden. Dat fenomeen valt voornamelijk af te leiden uit de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> Albert<br />
Lilar en Charles De Weze <strong>die</strong> bestanddelen bevatten waarin persoonlijk en verenigingsarchief door<br />
elkaar voorkomen. Een laatste negatieve factor is te vinden in de verschillende verbouwingen <strong>die</strong> het<br />
gebouw aan de Kome<strong>die</strong>plaats onderging. Dat had onder meer als gevolg dat de stukken <strong>die</strong> in 1977<br />
aan het AMVC werden overgemaakt tussen het puin lagen. Tussen de archivalia <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal<br />
Huis dan weer, konden vele puinresten worden gevonden.<br />
De enige positieve factor met het oog op een degelijke ordening <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> was te vinden<br />
in de persoon <strong>van</strong> de secretaris. Vaak was dit de enige figuur binnen een vereniging <strong>die</strong> min of meer<br />
full-time met zijn opdracht bezig was. <strong>Het</strong> belang <strong>van</strong> de secretaris kwam duidelijk tot uiting in periodes<br />
waarin een aantal nieuwe secretarissen elkaar in snel tempo opvolgden. Op <strong>die</strong> momenten steeg over<br />
het algemeen de chaos. <strong>Het</strong> was overigens reeds voldoende dat een bepaalde secretaris ontslag nam<br />
opdat de ordening <strong>van</strong> een aantal series zou wijzigen. Dat had te maken met het feit dat elke secretaris<br />
het archief volgens zijn eigen, wijzigende inzichten ordende. Dat impliceert dat de <strong>archieven</strong> niet <strong>van</strong>uit<br />
een bepaald vooropgezet plan werden geordend. Veeleer kan worden gesproken <strong>van</strong> een historisch<br />
gegroeide orde, waarbij de ordening <strong>die</strong> de laatste secretaris toepaste, niet noodzakelijk beter hoefde te<br />
zijn dan <strong>die</strong> <strong>van</strong> de eerste.<br />
319 Archief PVV-afdeling Antwerpen-stad, nummer 35 : hier werden gedurende een korte periode aparte pagina's gebruikt<br />
voor de ont<strong>van</strong>gsten en uitgaven <strong>van</strong> het ACC.
INHOUDSTAFEL E -<br />
De belangrijkste factor is echter te vinden in de persoon <strong>van</strong> Charles De Weze <strong>die</strong> een aantal<br />
genoemde factoren in zich verenigde en in <strong>die</strong> zin symptomatisch is voor het archieffonds in zijn geheel.<br />
Hij was <strong>van</strong> 1960 tot in 1975 de permanente secretaris <strong>van</strong> eerst LP- en later PVV-arrondissementsfederatie<br />
Antwerpen. Vanuit <strong>die</strong> functie, handelde hij echter ook vaak in naam <strong>van</strong> andere <strong>verenigingen</strong> zoals SV<br />
<strong>Het</strong> Liberaal Huis, de PVV-districtsvereniging Antwerpen en zo meer.
INHOUDSTAFEL F -<br />
Boven<strong>die</strong>n oefende deze man tal <strong>van</strong> andere functies uit bij diverse liberale <strong>verenigingen</strong> <strong>die</strong> in het<br />
Liberaal Huis hun zetel hadden. In <strong>die</strong> zin had hij op de ordening <strong>van</strong> meerdere <strong>archieven</strong> een soms<br />
behoorlijk grote invloed. <strong>Het</strong> feit dat hij quasi overal aanwezig was, zorgde er echter niet voor dat de<br />
notie archiefvormer doordrong. Charles De Weze zelf vormde namelijk mappen waarin naast<br />
persoonlijke stukken ook archief <strong>van</strong> <strong>verenigingen</strong> voorkwam 320 . Een positief gevolg <strong>van</strong> zijn grote<br />
invloed lag in de gelijkaardige ordening <strong>die</strong> in verschillende <strong>archieven</strong> kon worden waargenomen. Dat<br />
nam echter niet weg dat binnen de bestanddelen zelf, lang niet altijd een gelijke rangschikking <strong>van</strong> de<br />
documenten aanwezig was. Zoals reeds gezegd ordende de secretaris de stukken grotendeels volgens<br />
eigen inzichten; de opvattingen <strong>van</strong> Charles De Weze moeten wanneer we de oorspronkelijke ordening<br />
in ogenschouw nemen, regelmatig zijn gewijzigd.<br />
In de literatuur vonden we een aantal sterk verschillende archieffondsen met toch opvallende<br />
gelijkenissen inzake de redenen voor de vermenging. <strong>Het</strong> Nieuwpoortse stadhuis bv. fungeerde volgens<br />
Xavier Lesage als een soort <strong>van</strong> open huis waarin tal <strong>van</strong> <strong>verenigingen</strong> en instellingen huisden. De<br />
belangrijkste factor in dit alles was te vinden in de persoon <strong>van</strong> de stadssecretaris <strong>die</strong> archief vormde<br />
voor liefst 20 vreemde archiefvormers 321 . De oude <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> Budingen dateren weliswaar uit het<br />
Ancien Régime, maar vertonen toch ook een aantal opvallende gelijkenissen 322 . In dit geval had men te<br />
maken met een totaal vermengd archieffonds <strong>van</strong> een vijftal archiefvormers. De oorzaak daar<strong>van</strong> lag<br />
enerzijds in het feit dat verschillende functies in één en dezelfde persoon - met name de leenheer -<br />
waren verenigd. Anderzijds was er de secretaris/griffier <strong>van</strong> de schepenbank <strong>die</strong> een centrale rol<br />
vervulde, zelfs de spilfiguur was. Hij was immers verantwoordelijk voor de registratie en bewaring <strong>van</strong><br />
het archiefmateriaal. We zien hier m.a.w. sterke gelijkenissen tussen drie groepen <strong>van</strong> sterk<br />
uiteenlopende archiefvormers <strong>die</strong> in hoofdzaak één ding gemeen hebben, met name de belangrijke rol<br />
<strong>van</strong> de secretaris. Boven<strong>die</strong>n was in het geval <strong>van</strong> Nieuwpoort ook de vestigingsplaats uitermate<br />
belangrijk.<br />
<strong>Het</strong> archieffonds waarmee wij werden geconfronteerd, kan als volgt worden omschreven. <strong>Het</strong><br />
betreft een conglomeraat <strong>van</strong> <strong>archieven</strong>, deel<strong>archieven</strong>, fragmenten <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> en documentatie dat<br />
in sterke mate vermengd geraakt was. De oorzaken daar<strong>van</strong> lagen in de jarenlange opslag in één en<br />
hetzelfde gebouw dat een aantal verbouwingswerken onderging en in het feit dat het om sterk verwante<br />
archiefvormers ging met vaak dezelfde functionarissen en een gemeenschappelijke zetel. De<br />
belangrijkste impact op de <strong>archieven</strong> ging uit <strong>van</strong> de respectievelijke secretarissen <strong>die</strong> het archief<br />
ordenden naar eigen goeddunken. Dat had tot gevolg dat de rangschikking <strong>van</strong> de stukken vooral<br />
binnen series vaak sterk varieerde. Vele bestanddelen waren overigens gekenmerkt door een gebrek aan<br />
orde; een orde <strong>die</strong> misschien na verloop <strong>van</strong> tijd verloren was gegaan.<br />
Een dergelijk conglomeraat vereist <strong>van</strong>zelfsprekend een bijzondere aanpak. In eerste instantie<br />
werd een onderzoek ingesteld naar de archiefvormers. Vermits meestal geen literatuur voorhanden was<br />
- typisch voor plaatselijke liberale <strong>verenigingen</strong> - waren we genoodzaakt het archiefmateriaal zelf aan<br />
een stu<strong>die</strong> te onderwerpen. Dat leidde tot de ontdekking <strong>van</strong> nog meer archiefvormers zodat we op een<br />
totaal <strong>van</strong> 19 uitkwamen. Vervolgens werd de documentatie afgescheiden, waarover in het volgende<br />
onderdeel meer. Dan <strong>die</strong>nden de stukken <strong>van</strong> de verschillende archiefvormers <strong>van</strong> elkaar te worden<br />
gescheiden. Dat leverde de vraag op wat precies een archiefvormer was.<br />
Dat probleem kwam vooral aan bod bij de behandeling <strong>van</strong> LP- en PVV-arrondissementsfederatie<br />
Antwerpen en bij Eerst Vrijheid en Eerst Vrij. Wat het eerste geval betreft besloten we dat we te maken<br />
hadden met twee afzonderlijke archiefvormers. Ook al is het onderscheid tussen LP en PVV niet erg<br />
groot, toch betreft het twee afzonderlijke <strong>verenigingen</strong>, zodat ook hun respectievelijke geledingen als<br />
zodanig moeten worden beschouwd. De moeilijkheid was echter dat <strong>die</strong>genen <strong>die</strong> de archiefstukken<br />
hadden opgesteld en bewaard helemaal geen onderscheid maakten. Dat was vooral te wijten aan<br />
Charles De Weze <strong>die</strong> in april 1960 - meer dan een jaar voor de oprichting <strong>van</strong> de PVV - benoemd werd<br />
tot de nieuwe permanente secretaris. Ten gevolge daar<strong>van</strong> liepen vele series en/of bestanddelen <strong>van</strong><br />
320 Zie de inventaris <strong>van</strong> zijn archief.<br />
321 Lesage, Nieuwpoort, 51-54.<br />
322 Smets, Budingen, 33-35.
INHOUDSTAFEL G -<br />
1960 tot 1975, het jaar waarin hij ontslag nam. Dat betekende dat vele bestanddelen in feite door twee<br />
verschillende <strong>verenigingen</strong> waren gevormd. <strong>Het</strong> leek ons niet zinvol om dergelijke bestanddelen <strong>die</strong> een<br />
duidelijke eenheid vormden, te gaan scheiden. <strong>Het</strong> is daarentegen veel beter om <strong>die</strong> stukken samen te<br />
laten en te werken via verwijzingen in de inventarissen 323 .<br />
Een gelijkaardig probleem deed zich voor bij het maandblad Eerst Vrijheid. Dit onvolledige<br />
archief bevatte een aantal stukken <strong>die</strong> gevormd werden door opvolger Eerst Vrij. Gezien we over te<br />
weinig informatie beschikten werd voor een voorlopige oplossing gekozen, <strong>die</strong> er in bestond de beide<br />
archiefgedeelten in één inventaris te behandelen. Een dergelijke oplossing kan niet definitief zijn vermits<br />
afzonderlijke archiefvormers via aparte inventarissen moeten worden ontsloten.<br />
Voor elk <strong>van</strong> de afgescheiden <strong>archieven</strong> maakten we vervolgens archiefschema's op <strong>die</strong> nauw<br />
aansloten bij de eigen taakstelling en bevoegdheden <strong>van</strong> de verschillende archiefvormers. De ordening<br />
<strong>van</strong> de partij<strong>archieven</strong> kon gebeuren op basis <strong>van</strong> het model <strong>van</strong> archiefschema uit deel 1. De ordening<br />
<strong>van</strong> een archief als SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis daarentegen <strong>die</strong>nde aan eigen wetmatigheden te voldoen. Voor<br />
de kleinere <strong>archieven</strong> en archieffragmenten ontbraken veelal voldoende gegevens om sterk op de oude<br />
orde in te grijpen. Ook al leek <strong>die</strong> soms niet erg bruikbaar.<br />
Als besluit zouden we kunnen stellen dat fondsen <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> <strong>verenigingen</strong> en personen<br />
<strong>die</strong> in één en hetzelfde gebouw aanwezig waren, overeenkomsten vertonen. Vaak gaat het immers om<br />
<strong>archieven</strong> waarbij één bepaalde figuur een determinerende rol speelde. Boven<strong>die</strong>n lijkt het opportuun<br />
dergelijke archieffondsen in fondsinventarissen te ontsluiten. <strong>Het</strong> zou daarom misschien niet onzinnig<br />
zijn om - in navolging <strong>van</strong> begrippen als familie- en huisarchief - de archiefterminologie terzake bij te<br />
schaven. Een mogelijkheid zou kunnen zijn de bestaande term huisarchief uit te breiden zodat ook dit<br />
soort <strong>van</strong> archieffondsen erin zou kunnen passen. Een tweede mogelijkheid zou er in kunnen bestaan<br />
een nieuwe term te creëren. We denken daarbij in de eerste plaats aan lokaalarchief. De defintie zou dan<br />
kunnen luiden als volgt : een lokaalarchief is een al dan niet overgeleverde combinatie <strong>van</strong> <strong>archieven</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>verenigingen</strong> en personen <strong>die</strong> hetzelfde lokaal als zetel hadden.<br />
3.3. Oplossingen voor de verwerking en ontsluiting <strong>van</strong> archief en documentatie<br />
binnen één instelling<br />
In deel 1 gingen we uitgebreid in op de problematiek waarmee archief- en documentatiecentra worden<br />
geconfronteerd. Daar zagen we dat zij meer dan klassieke archiefinstellingen of documentatiecentra te<br />
maken krijgen met archief en documentatie samen. Deze twee soorten documenten vereisen echter een<br />
nogal tegenstrijdige aanpak bij de ontsluiting er<strong>van</strong>. De klassiseke manier voor het ontsluiten <strong>van</strong><br />
<strong>archieven</strong> - via inventarissen - bemoeilijkt daarenboven een efficiënte doorstroming <strong>van</strong> de informatie<br />
naar de gebruiker toe. Boven<strong>die</strong>n hebben de zuilgebonden centra een zekere verplichting tegenover hun<br />
achterban. De <strong>die</strong>nstverlening <strong>die</strong> daaruit voortvloeit, bemoeilijkt de selectiepolitiek <strong>die</strong> bij een modern<br />
archiefbeleid hoort. Tenslotte moet worden opgemerkt dat in archief- en documentatiecentra zoals het<br />
Liberaal Archief het eerder regel dan uitzondering is dat men te maken krijgt met conglomeraten <strong>van</strong><br />
<strong>archieven</strong>, losse archiefstukken en documentatie. Daarom gingen wij op zoek naar een aanpak <strong>van</strong><br />
archief en documentatie <strong>die</strong> rekening houdt met de verschillende eisen <strong>die</strong> qua verwerking aan beide<br />
worden gesteld, maar de tegenstellingen tegelijk tracht te verzoenen met het oog op de best mogelijke<br />
ontsluiting er<strong>van</strong>.<br />
<strong>Het</strong> belangrijkste uitgangspunt is dat archief en documentatie best beschreven en verwerkt<br />
worden volgens de wetenschappelijke geëigende methodes. Wanneer men dan te maken krijgt met een<br />
conglomeraat <strong>van</strong> archiefmateriaal en documentatie dan zal het in de eerste plaats zaak zijn de<br />
documentatie te scheiden <strong>van</strong> de archivalia. Een dergelijke ingreep zal echter slechts mogelijk zijn na<br />
een grondige stu<strong>die</strong> <strong>van</strong> de archiefvormende instellingen <strong>die</strong> in het conglomeraat voorkomen. Pas dan<br />
323 We verwijzen hiervoor naar de structuurstu<strong>die</strong> en naar de inleiding op de archiefinventaris <strong>van</strong> de LP-arrondisse-<br />
mentsfederatie Antwerpen.
INHOUDSTAFEL H -<br />
zal men kunnen uitmaken welke archivalia door één bepaalde archiefvormer werden aangemaakt en<br />
welke documentatie door welke instelling werd aangelegd.<br />
De wijze <strong>van</strong> verwerking <strong>van</strong> de documentatie <strong>die</strong> uit het conglomeraat werd gedistilleerd,<br />
hangt <strong>van</strong> een aantal elementen af. In eerste instantie zal men in een archief- en documentatiecentrum<br />
waar archief en documentatie op een gelijkwaardige wijze wordt behandeld, pogen alle documentatie<br />
zoveel mogelijk onder te brengen in de bestaande documentaire verzamelingen. Er zijn echter enkele<br />
uitzonderingen. Ten eerste is het zeer goed mogelijk dat bepaalde documenten niet passen in het opzet<br />
<strong>van</strong> het archief- en documentatiecentrum. Men kan stellen dat dergelijke documentatie voor deze<br />
instelling <strong>van</strong> geenerlei waarde is. In dergelijke gevallen kan men besluiten tot vernietiging. Een andere<br />
en soms interessantere mogelijkheid is echter het ruilen <strong>van</strong> de documenten met andere instellingen.<br />
Ten tweede kan documentatie <strong>die</strong> uit een conglomeraat afkomstig is, nauw aansluiten bij de taakstelling<br />
<strong>van</strong> de vereniging door wie ze werd verzameld. Wanneer in dat geval de documentatie niet past binnen<br />
het kader <strong>van</strong> de documentaire verzamelingen, kan besloten worden de documenten te bewaren bij het<br />
archief zelf. In elk geval zal men bij dergelijke documentatie steeds moeten overgaan tot een<br />
beschrijving er<strong>van</strong> in de archiefinventaris.<br />
Archieven <strong>die</strong> <strong>van</strong> het conglomeraat konden worden afgescheiden, worden ontsloten in een<br />
inventaris volgens de principes <strong>van</strong> de archivistiek. Dat geldt evenzeer voor onvolledige <strong>archieven</strong> <strong>die</strong><br />
duidelijk door een bepaalde vereniging werden gevormd. Heel anders is het gesteld met echte losse<br />
stukken waar<strong>van</strong> in eerste instantie niet kan worden achterhaald door wie ze werden gevormd of zelfs<br />
of ze nu archief dan wel documentatie zijn. Dergelijke stukken komen immers met de regelmaat <strong>van</strong> de<br />
klok voor. Vaak zelfs bestaan bepaalde - veelal kleinere - schenkingen uit niet veel meer dan losse<br />
stukken archief en documentatie. Dergelijke documenten kunnen ons inziens het beste worden<br />
ondergebracht in een afzonderlijk daarvoor gecreëerd bestand, waarin de stukken kunnen worden<br />
geordend op de vereniging of persoon waarop ze betrekking hebben. Voor archiefstukken moet - met<br />
het oog op een latere toepassing <strong>van</strong> het restauratiebeginsel - steeds nauwkeurig alle informatie worden<br />
opgenomen.<br />
Dubbele archiefstukken worden in een archief- en documentatiecentrum niet zomaar<br />
vernietigd. Ze kunnen daarentegen worden behandeld als documentatie en zo mogelijk worden<br />
ondergebracht in de documentaire verzamelingen. Wanneer ze daarin niet passen, kunnen ze worden<br />
bewaard in het aparte documentaire bestand waarover we het zopas hadden. Een andere mogelijkheid<br />
zou kunnen zijn de stukken materieel te bewaren bij het archief <strong>van</strong> de betreffende vereniging. Die<br />
laatste optie is vooral interessant in het kader <strong>van</strong> de <strong>die</strong>nstverlening naar de achterban toe. Op <strong>die</strong><br />
wijze kunnen immers alle documenten <strong>van</strong> een bepaalde vereniging of persoon samen worden<br />
bewaard.<br />
Op deze wijze kunnen archief en documentatie elk op hun eigen manier worden verwerkt en<br />
ontsloten, terwijl toch zoveel mogelijk aan de specifieke opdrachten <strong>van</strong> een archief- en<br />
documentatiecentrum wordt tegemoetgekomen. Toch blijft er het probleem <strong>van</strong> de toegankelijkheid<br />
wanneer diverse bronnen op uiteenlopende wijze worden beschreven en materieel geordend. Om<br />
daaraan te verhelpen lijkt ons de enige oplossing te vinden in het toepassen <strong>van</strong> een arbeidsintensieve<br />
en tijdrovende bezigheid als het toekennen <strong>van</strong> trefwoorden uit een thesaurus aan zowel archivalia als<br />
boeken, tijdschriften, foto's, knipsels, documentatiemappen en zo meer. <strong>Het</strong> lijkt ons daarbij <strong>van</strong> het<br />
allergrootste belang om in het trefwoordensysteem alle gekende <strong>verenigingen</strong>, hun afdelingen en alle<br />
gekende personen op te nemen <strong>die</strong> voor de betreffende instelling <strong>van</strong> belang zijn. Om één en ander<br />
beheersbaar, overzichtelijk en gebruiksvriendelijk te houden, zou best worden geopteerd voor een<br />
verwerking, ontsluiting en consultatie via de computer. Op <strong>die</strong> wijze zou men in staat kunnen zijn<br />
allerhande gegevens onmiddellijk te ontsluiten via trefwoorden, zodat geen tijd zou worden verspild<br />
met het telkens opnieuw invoeren <strong>van</strong> gegevens.
3.4. Conclusies i.v.m. het gebrek aan wetgeving<br />
INHOUDSTAFEL - I<br />
Zoals in het eerste deel werd aangegeven worden partrij<strong>archieven</strong> gekenmerkt door een gebrek aan<br />
wetgeving. De archiefwet is daarop niet <strong>van</strong> toepassing zolang ze in particuliere archiefinstellingen<br />
worden bewaard en boven<strong>die</strong>n bezitten ze als feitelijke <strong>verenigingen</strong> geen rechtspersoonlijkheid. Dat<br />
kwam in de <strong>archieven</strong> <strong>die</strong> wij hierboven behandelden onder meer sterk tot uiting in de boekhouding.<br />
Deze was vaak onvolledig en slordig bijgehouden. Boven<strong>die</strong>n schakelde de LP-arrondissementsfederatie<br />
Antwerpen bv. over <strong>van</strong> een dagboek op een journaal, zonder dat daarvoor een duidelijk aanwijsbare<br />
reden was 324 . Bij de bestanddelen i.v.m. de verkiezingen vonden we veel officiële documenten. Invloed<br />
op de archiefordening was er echter hoegenaamd niet. Een aantal andere archiefvormers bezaten wel<br />
degelijk rechtspersoonlijkheid. Bij het archief <strong>van</strong> Hulp aan Patroon is dat ook duidelijk te merken aan de<br />
archiefvorming in de vorm <strong>van</strong> officiële, erkende loonstaatformulieren bv. Voor het overige blijft ook<br />
daar de invloed <strong>van</strong> de wetgeving eerder beperkt.<br />
Een ander belangrijk gevolg <strong>van</strong> het gebrek aan wetgeving ligt op het terrein <strong>van</strong> de<br />
openbaarheidstermijnen. In een archief- en documentatiecentrum moet boven<strong>die</strong>n een<br />
vertrouwensrelatie worden opgebouwd met de achterban, zodat wel zeer voorzichtig moet worden<br />
omgesprongen met materiaal dat de privacy betreft. Aan de andere kant bestaat er een tendens de<br />
openbaarheidstermijnen steeds korter te maken. Dat heeft alles te maken met het feit dat steeds meer<br />
onderzoek wordt verricht naar het zeer recente verleden, terwijl nieuwe wetten in verband met privacy<br />
ontstaan. Dat impliceert dat er een waar spanningsveld ontstaat tussen de drang naar een zo snel<br />
mogelijke openbaarheid en de wens tot bescherming <strong>van</strong> de persoonlijke levenssfeer 325 .<br />
Rekening houdend met de specificiteit <strong>van</strong> archief- en documentatiecentra kozen we voor de<br />
volgende oplossing. Als algemene regel houden we ons aan een openbaarheidstermijn <strong>van</strong> dertig jaar.<br />
Op <strong>die</strong> regel bestaan echter twee belangrijke uitzonderingen. Ten eerste blijven alle stukken <strong>die</strong> bij de<br />
opmaak er<strong>van</strong> reeds openbaar waren, openbaar. Ten tweede krijgen documenten <strong>die</strong> de privacy in het<br />
gedrang kunnen brengen een openbaarheidstermijn <strong>van</strong> minimum honderd jaar, zonodig langer.<br />
Vermits de archivaris, bij gebrek aan een wettelijke regeling, voor deze termijnen<br />
verantwoordelijk is, heeft hij altijd het recht uitzonderingen toe te staan. Boven<strong>die</strong>n werd er in het geval<br />
<strong>van</strong> liberaal partijarchief om praktische redenen voor gekozen de openbaarheidstermijn voorlopig te<br />
verbinden aan de datum <strong>van</strong> 8 oktober 1961, de dag waarop de LP werd omgezet in PVV.<br />
In het vorige onderdeel en in deel 1 gaven we reeds aan dat het voor een archief- en<br />
documentatiecentrum niet zo <strong>van</strong>zelfsprekend is om een selectie- en vernietigingspolitiek te voeren.<br />
Onder meer om <strong>die</strong> reden werd in de inventarissen uit deel 2 niet overgegaan tot een selectie. Hierna<br />
zullen we kort aangeven welke archiefbestanddelen wel in aanmerking zouden komen wanneer de<br />
stukken niet langer zouden moeten worden bewaard met het oog op de <strong>die</strong>nstverlening naar de<br />
achterban toe. <strong>Het</strong> is niet de bedoeling concreet aan te geven welke bestanddelen precies in aanmerking<br />
komen om te worden vernietigd. Veeleer zullen we proberen op een eerder globale wijze aan te geven<br />
welke soorten archiefbestanddelen daarvoor in aanmerking komen 326 . We beperken ons overigens tot<br />
de vier grootste en meest volledige <strong>archieven</strong>. De andere waren te beperkt in om<strong>van</strong>g om over selectie<br />
en vernietiging gefundeerde uitspraken te kunnen doen.<br />
324 Archief LP-arrondissementsfederatie Antwerpen, inventarisnummers 26-27.<br />
325 «Archiefwet of openbaarheid», 101.<br />
326 We maakten hiervoor gebruik <strong>van</strong> het al wat oudere, maar nog steeds actuele artikel <strong>van</strong> H. Coppejans-Desmedt over de<br />
noodzaak <strong>van</strong> selectie en vernietiging en <strong>van</strong> het Nederlandse werkje Praktische aanwijzingen voor de selectie en<br />
vernietiging <strong>van</strong> stukken <strong>van</strong> een archief <strong>van</strong> een particukiere instelling uit 1987.
INHOUDSTAFEL - J<br />
A. De <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> LP- en PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen en de PVV-afdeling Antwerpen-stad<br />
1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
Onder geen enkel beding mogen statuten of notulen <strong>van</strong> deze <strong>verenigingen</strong> worden vernietigd.<br />
Enigszins anders is het gesteld met de statuten <strong>van</strong> andere partijgeledingen, wanneer <strong>die</strong> reeds<br />
in andere <strong>archieven</strong> worden bewaard. Ook de bijlagen bij de notulen en de dossiers betreffende<br />
de Algemene Vergaderingen mogen niet worden vernietigd. <strong>Het</strong> betreft hier stukken <strong>die</strong> alle<br />
informatie bevatten <strong>die</strong> <strong>van</strong> wezenlijk belang zijn voor het doorgronden en bestuderen <strong>van</strong> deze<br />
<strong>verenigingen</strong>. De briefwisseling over diverse onderwerpen zal stuk voor stuk moeten worden<br />
bekeken, maar wellicht grotendeels te bewaren zijn.<br />
2. Stukken <strong>van</strong> administratieve aard<br />
In<strong>die</strong>n de dagboeken en/of journalen een volledige serie uitmaken en de bijlagen geen extra<br />
informatie verschaffen kunnen deze laatste zonder uitzondering worden vernietigd. Alleen dit<br />
al zou de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> kunnen decimeren. <strong>Het</strong> probleem is echter dat de<br />
samenvattende stukken vaak onvolledig zijn. Wat de ledenadministratie betreft werden diverse<br />
series bestanddelen gevormd <strong>die</strong> bijna altijd dezelfde informatie bevatten. Vooral voor wat het<br />
archief <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen betreft zou grotendeels kunnen volstaan<br />
worden met het behoud <strong>van</strong> het ledenregister op steekkaarten. Tijdsgebonden ledenstaten<br />
zouden dan kunnen worden vernietigd, net zoals een groot deel <strong>van</strong> de briefwisseling<br />
betreffende de ledenadministratie. Instructies kunnen natuurlijk niet worden vernietigd.<br />
3. Stukken betreffende de interne partijwerking.<br />
Uit de dossiers betreffende de nationale congressen zouden zeker de congresdocumenten<br />
kunnen worden geselecteerd, vermits <strong>die</strong> op elk niveau aanwezig zijn en in het Liberaal Archief<br />
ook reeds in een documentaire verzameling worden bewaard. De andere stukken betreffende<br />
het nationale niveau moeten ons inziens wel worden bewaard, tenzij dezelfde stukken ook op<br />
andere bewaarniveaus zouden worden bewaard, zoals briefwisseling en circulaires bv.<br />
<strong>Het</strong>zelfde geldt voor de stukken aangaande de interne partijwerking <strong>van</strong> de betreffende<br />
geleding. Al zou kunnen worden besloten <strong>van</strong> een aantal series, zoals de dossiers betreffende de<br />
ledenactiviteiten, slechts één of een paar bestanddelen als voorbeeld te bewaren.<br />
4. Stukken betreffende de externe werking<br />
Gezien ook hier de eigenlijke doelstellingen <strong>van</strong> de partij aan bod komen, kan <strong>van</strong> vernietiging<br />
nauwelijks sprake zijn. Toch treffen we bij de archivalia m.b.t. de verkiezingen zeker stukken<br />
aan <strong>die</strong> ook in andere geledingen zullen voorkomen, zodat voor archiefafdelingen drie en vier<br />
de vraag <strong>van</strong> het bewaarniveau zou kunnen worden gesteld. Voorlopig is <strong>die</strong> vraag echter nog<br />
niet aan de orde bij gebrek aan bewaarde <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> andere partijgeledingen.<br />
B. <strong>Het</strong> archief <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis<br />
1. Stukken <strong>van</strong> algemene aard<br />
Voor de stukken <strong>van</strong> algemene aard gelden hier dezelfde opmerkingen.<br />
2. Stukken <strong>van</strong> financiële en administratieve aard.<br />
Wat de stukken betreffende de aandeelhouders betreft, zouden in de regel enkel het register en<br />
de briefwisseling moeten worden bewaard. De archiefvorming daaromtrent is echter verre <strong>van</strong><br />
volledig, zodat <strong>van</strong> vernietiging geen sprake kan zijn. De briefwisseling bevat zelfs niet alle<br />
gegevens i.v.m. de annulatie <strong>van</strong> de aandeelbewijzen, zodat zelfs <strong>die</strong> genannuleerde aandelen<br />
moeten worden bewaard. Wat de boekhouding betreft lijkt het ons noodzakelijk enkel de<br />
dossiers betreffende de jaarrekeningen en de aangifte <strong>van</strong> de vennootschapsbelasting, samen<br />
met de samenvattende boekhoudkundige stukken te bewaren. Dat betekent dat journalen,<br />
dagboeken en bijlagen bij de boekhouding integraal kunnen worden vernietigd. <strong>Het</strong>zelfde kan<br />
gelden voor de stukken betreffende de bankrekening, vermits <strong>die</strong> globaal aan bod komen in
INHOUDSTAFEL K -<br />
saldibalans- en grootboek. Ook in de stukken betreffende personeel en sociale zekerheid kan<br />
verregaand worden gesnoeid. Opnieuw zou kunnen worden volstaan met de meest algemene<br />
stukken, met name de personeelsregisters en de jaarlijkse loonstaten. Voor de tweede groep<br />
moet echter enig voorbehoud worden gemaakt, vermits <strong>die</strong> stukken onvolledig zijn. Uiteraard<br />
<strong>die</strong>nen ook de briefwisseling en de dossiers betreffende de rechtszaken te worden bewaard.<br />
3. Stukken betreffende aankoop en uitbating <strong>van</strong> het gebouw.<br />
Hier kunnen in principe slechts zeer weinig stukken worden vernietigd, omdat ze bijna alle<br />
werden opgemaakt in het kader <strong>van</strong> de eigenlijke doelstellingen <strong>van</strong> de vereniging. Een<br />
belangrijke uitzondering moet hier worden gemaakt voor de boekhoudingsstukken aangaande<br />
café Liberator. Hier kan het volstaan het register en de dagboeken te bewaren, plus de bijlagen<br />
uit de jaren 1949-1950 en 1956-1960, waarvoor geen dagboeken voorhanden zijn. Anderzijds is<br />
het wel zo dat de gegevens uit deze dagboeken ook werden overgebracht naar de algemene<br />
boekhouding uit archiefafdeling 3. Daaruit zou de conclusie kunnen worden getrokken dat ook<br />
de dagboeken mogen worden vernietigd. Maar omwille <strong>van</strong> het feit dat deze boekhouding een<br />
dubbele functie had - controlemiddel voor zowel SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis als voor de uitbater <strong>van</strong><br />
café Liberator - lijkt het ons meer opportuun geen selectie in overweging te nemen.<br />
Als besluit zou kunnen worden gesteld dat vooral kan worden geselecteerd in de archiefafdelingen <strong>die</strong><br />
de administratie als onderwerp hebben. <strong>Het</strong> volledig doorvoeren <strong>van</strong> een dergelijke selectie wordt<br />
echter bemoeilijkt door de onvolledigheid <strong>van</strong> de series samenvattende en kwantitatieve stukken.<br />
ALGEMEEN BESLUIT<br />
Deze stu<strong>die</strong> vertrok <strong>van</strong> een aantal uitgangspunten <strong>die</strong> te maken hadden met het<br />
conglomeraat <strong>van</strong> archief en documentatie dat <strong>die</strong>nde ontsloten. De belangrijkste waren<br />
enerzijds dat i.v.m. partijarchief nauwelijks enig archiefwetenschappelijk werk werd verricht.<br />
Anderzijds kon evenmin worden voorbijgegaan aan de constatatie dat het te behandelen<br />
archieffonds zowel archief als documentatie bevatte. Dat leidde ons tot een aantal<br />
probleemstellingen <strong>die</strong> wij in de loop <strong>van</strong> deze stu<strong>die</strong> aan de hand <strong>van</strong> achtereenvolgens<br />
theorie en praktijk trachtten op te lossen.<br />
Om een antwoord te bieden op de vragen i.v.m. het <strong>inventariseren</strong> <strong>van</strong> partijarchief<br />
stelden we een model <strong>van</strong> archiefschema op, waarbij we uitgingen <strong>van</strong> de stelling dat<br />
gelijkaardige archiefvormers een gelijkaardige archiefstructuur zouden moeten hebben. Na<br />
raadpleging <strong>van</strong> de literatuur opteerden we voor een ordening naar functie. Deze keuze bleek,<br />
in confrontatie met de praktijk, meer dan verantwoord te zijn. We <strong>die</strong>nden immers slechts hier<br />
en daar enkele aanpassingen door te voeren. De fundamenten <strong>van</strong> het modelschema bleven<br />
echter meer dan overeind. Natuurlijk moet zo'n modelschema steeds worden bijgesteld op<br />
basis <strong>van</strong> de taken <strong>van</strong> de betreffende archiefvormers, zoals dat in deel 2 tot uiting kwam. <strong>Het</strong><br />
blijft echter de vraag of het modelschema kan worden toegepast op de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> alle
INHOUDSTAFEL L -<br />
geledingen <strong>van</strong> alle politieke partijen. Verder onderzoek zal daarover uitsluitsel moeten<br />
brengen.<br />
Wat de oorzaak <strong>van</strong> de vermenging <strong>van</strong> de <strong>archieven</strong> uit het fonds betreft, kon worden<br />
achterhaald dat er meerdere redenen waren. In eerste instantie was er het gebouw waarin de<br />
meeste <strong>verenigingen</strong> gedurende korte of langere tijd hun zetel hadden en/of vergaderden.<br />
Veel belangrijker nog is dat het om sterk verwante liberale <strong>verenigingen</strong> ging met vaak<br />
hetzelfde politieke personeel. Gevolgen daar<strong>van</strong> waren dat men absoluut geen notie had <strong>van</strong><br />
wat een archiefvormer is en dat de verschillende <strong>archieven</strong> in een aantal lokalen samen<br />
werden bewaard. De figuur waarin de oorzakelijkheden culmineerden, was Charles De Weze<br />
<strong>die</strong> diverse functies uitoefende voor de meest uiteenlopende <strong>verenigingen</strong>.<br />
We konden vaststellen dat ook de vermenging <strong>van</strong> andere archieffondsen - zoals het<br />
stadsarchief <strong>van</strong> Nieuwpoort - vaak veroorzaakt werd door dezelfde factoren. Dat zou er op<br />
kunnen wijzen dat dergelijke archieffondsen als een afzonderlijke groep zouden kunnen<br />
worden beschouwd, in navolging <strong>van</strong> huis- en familie<strong>archieven</strong>. Onder meer om <strong>die</strong> reden<br />
lijkt het ons opportuun dergelijke archieffondsen zoveel mogelijk in verzamelinventarissen te<br />
beschrijven.<br />
Uiteraard wordt daarbij voor elke vereniging een afzonderlijke inventaris geredigeerd.<br />
Om <strong>die</strong> verschillende archiefvormers <strong>van</strong> mekaar te kunnen scheiden en om de betekenis <strong>van</strong><br />
de documentatie te kunnen vatten, is een grondige voorstu<strong>die</strong> echter noodzakelijk. Dat heeft te<br />
maken met de vaak enorme verstrengeling <strong>van</strong> bepaalde <strong>archieven</strong>.<br />
De tweede grote problematiek had betrekking op de behandeling en ontsluiting <strong>van</strong><br />
archief en documentatie en de specifieke rol in dat verband <strong>die</strong> door archief- en<br />
documentatiecentra wordt gespeeld. We vertrokken <strong>van</strong>uit de vaststelling dat archief en<br />
documentatie wel degelijk verschillende soorten stukken zijn <strong>van</strong>wege de reden <strong>van</strong> hun<br />
ontstaan. Daarom moeten ze ook op andere wijzen worden ontsloten. In archief- en<br />
documentatiecentra worden beide soorten documenten ontsloten en aan de gebruiker<br />
aangeboden. Om <strong>die</strong> zo efficiënt en helder mogelijk de weg naar zijn bronnen te wijzen is ons<br />
inziens een geïntegreerde aanpak <strong>van</strong> archief en documentatie noodzakelijk. We werkten in<br />
deel 3 een methode uit waartoe archief- en documentatiecentra hun toevlucht zouden kunnen<br />
zoeken en <strong>die</strong> in een aantal instellingen reeds grotendeels wordt toegepast. Aan de ene kant<br />
worden zowel archief als documentatie op de traditionele wijze ontsloten. Anderzijds echter<br />
kan via de computer een eenduidig systeem worden ontworpen dat een toegang biedt tot alle<br />
bronnen.<br />
Archief- en documentatiecentra als het Liberaal Archief krijgen echter ook vaak te maken<br />
met hopen losse stukken, waar<strong>van</strong> de context vaak voorlopig of zelfs definitief verloren is<br />
gegaan. Dergelijke probleemgevallen kunnen vaak niet worden ontsloten op de klassieke<br />
wijze. Daarom stellen wij voor <strong>die</strong> stukken als documentatie te beschouwen en ze te ordenen<br />
in een apart bestand. Weliswaar moet voor elk stuk zoveel mogelijk informatie worden<br />
vergaard, zodat de stukken naderhand nog zouden kunnen worden ingepast in het archief<br />
waartoe ze naar hun aard bestemd zijn.
INHOUDSTAFEL M -<br />
De particuliere archief- en documentatiecentra hebben ook een wat karakteristieke<br />
verhouding met hun achterban. Ze hangen voor het leveren <strong>van</strong> documenten af <strong>van</strong> <strong>die</strong><br />
achterban. Daarom zullen zij genoodzaakt zijn een <strong>die</strong>nstverlening te organiseren. Dat<br />
impliceert eveneens dat meer aandacht moet worden besteed aan de privacy. Wij stelden dan<br />
ook een systeem <strong>van</strong> openbaarheidstermijnen voor dat lichtjes afwijkt <strong>van</strong> de gangbare<br />
praktijk. De archivaris heeft terzake overigens toch een grote vrijheid, vermits feitelijk zowat<br />
nergens regels zijn vastgelegd.<br />
Voor het overige bleef de invloed <strong>van</strong> het gebrek aan wetgeving voor nietoverheidsarchief<br />
op de archiefvorming zelf eerder beperkt. Wellicht is de verwaarlozing <strong>van</strong><br />
en de wanordelijke staat in het archief voor een deel daaraan te wijten. Toch moet dit worden<br />
genuanceerd, vermits de <strong>archieven</strong> <strong>van</strong> <strong>verenigingen</strong> met rechtspersoonlijkheid er vaak even<br />
chaotisch uitzagen. Ondanks het feit dat zij voor bepaalde archiefbestanddelen wel degelijk<br />
aan wetgeving onderworpen waren.
INHOUDSTAFEL N -<br />
Tot slot kunnen we nog meegeven dat het archief niet werd geselecteerd. Enerzijds zijn<br />
de archiefstukken nog zodanig recent, dat een groot deel er<strong>van</strong> nog (semi-)dynamisch kan<br />
worden genoemd. Anderzijds hebben de zuilgebonden archief- en documentatiecentra vaak<br />
de opdracht archief te beheren in de plaats <strong>van</strong> de archiefvormende instelling. Dat impliceert<br />
dat de stukken vaak nog over een langere periode kunnen worden opgevraagd. In<strong>die</strong>n wel tot<br />
selectie en vernietiging zou worden overgegaan, zijn er twee zaken <strong>die</strong> dat zouden<br />
bemoeilijken. In eerste instantie zijn voorlopig slechts zeer weinig <strong>archieven</strong> <strong>van</strong><br />
partijgeledingen bewaard. De waarde <strong>van</strong> een dergelijk quasi uniek archief is natuurlijk veel<br />
groter. Boven<strong>die</strong>n kan evenmin worden geselecteerd naar het bewaarniveau <strong>van</strong> de stukken<br />
toe. Ten tweede vertonen de meeste archiefseries vele lacunes. Op <strong>die</strong> wijze volstaat het vaak<br />
niet enkel samenvattende en kwantitatieve stukken te bewaren.<br />
LIJST VAN BIJLAGEN EN ILLUSTRATIES<br />
BIJLAGE 1 : Theoretisch model <strong>van</strong> archiefschema voor partijarchief 19<br />
BIJLAGE 2 : Lijst <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen 37<br />
BIJLAGE 3 : Lijst <strong>van</strong> de series 43<br />
BIJLAGE 4 : Voorstel <strong>van</strong> archiefschema 44<br />
BIJLAGE 5 : Lijst <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis 60<br />
BIJLAGE 6 : Lijst <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen 78<br />
BIJLAGE 7 : Verklaring <strong>van</strong> de op de briefwisseling voorkomende kenmerken 81<br />
BIJLAGE 8 : Lijst <strong>van</strong> functionarissen <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad 91<br />
BIJLAGE 9 : De depotlijst 94<br />
BIJLAGE 10 : Bijgesteld model <strong>van</strong> archiefschema voor partijarchief<br />
ILLUSTRATIE 1 : Ligging <strong>van</strong> de liberale lokalen 26<br />
ILLUSTRATIE 2 : Administratieve kaart <strong>van</strong> de provincie Antwerpen in 1976 31<br />
ILLUSTRATIE 3 : Administratieve kaart <strong>van</strong> de provincie Antwerpen in 1983 32
INHOUDSTAFEL<br />
INHOUDSTAFEL A -<br />
Algemene inleiding 1<br />
Lijst <strong>van</strong> afkortingen 4<br />
Bibliografie 5<br />
Bronnen 5<br />
Tijdschriften en bibliografieën 5<br />
Tijdschriften 5<br />
Bibliografieën en repertoria 5<br />
Werken en Artikels 6<br />
Deel 1 : Archieftheoretische probleemstellingen 10<br />
Enkele inleidende vaststellingen 10<br />
1.1. Waar ligt het onderscheid tussen archief en documentatie en hoe gaan archief- en<br />
documentatiecentra met <strong>die</strong> problematiek om ? 11<br />
1.2. Welke specifieke problemen stelt partijarchief ? 13<br />
1.2.1. Status quaestionis 13<br />
1.2.2. De inventarissen i.v.m. partijarchief 16<br />
1.2.3. Uitwerking <strong>van</strong> een model <strong>van</strong> archiefschema voor de inventarisatie <strong>van</strong> een<br />
partijarchief 17<br />
1.3. Partijarchief en wetgeving 19<br />
Besluit 21<br />
Deel 2 : Stu<strong>die</strong> en ontsluiting <strong>van</strong> het archieffonds 22<br />
Inleiding 22<br />
Hoofdstuk 1 : Inleidend gedeelte 23<br />
2.1.1. Voorstelling <strong>van</strong> het archief 23<br />
2.1.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archieffonds 23<br />
2.1.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie 28<br />
2.1.4. Aanwijzingen voor raadplegers 29<br />
Hoofdstuk 2 : Structuurstu<strong>die</strong> <strong>van</strong> de PVV-arrondissementsfederatie Antwerpen 30<br />
2.2.1. Inleiding en werkwijze 30<br />
2.2.2. Geschiedenis, organisatie en werking 30<br />
2.2.2.1. Wat is een arrondissementsfederatie eigenlijk ? 33<br />
2.2.2.2. Voorgeschiedenis 33<br />
2.2.2.3. Oprichting 34<br />
2.2.2.4. Doelstelling(en) <strong>van</strong> de arrondissementsfederatie 34<br />
2.2.2.5. De bestuursorganen 34<br />
2.2.2.6. De belangrijkste functionarissen 35<br />
2.2.2.7. De verhouding met de andere partijgeledingen 39<br />
2.2.2.8. De administratieve functies 41<br />
2.2.2.9. De politieke functies 41<br />
2.2.2.10. Enkele conclusies met het oog op een voorstel <strong>van</strong> archiefschema 42<br />
2.2.3. De oorspronkelijke orde en het voorstel <strong>van</strong> archiefschema 42<br />
2.2.3.1. De staat waarin het archief zich bevond 42<br />
2.2.3.2. <strong>Het</strong> voorstel <strong>van</strong> archiefschema 43<br />
2.2.3.3. Uitleg en voorbeelden bij het archiefschema 44<br />
2.2.4. Conclusies en slotbedenkingen 56<br />
Hoofdstuk 3 : Inventarissen <strong>van</strong> (deel)<strong>archieven</strong> 58<br />
2.3.1. De archiefinventaris <strong>van</strong> SV <strong>Het</strong> Liberaal Huis 58<br />
2.3.1.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris 58
INHOUDSTAFEL B -<br />
2.3.1.2. Inleiding 58<br />
2.3.1.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />
58<br />
2.3.1.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief 61<br />
2.3.1.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie 63<br />
2.3.1.3. Eigenlijke inventaris 67<br />
2.3.1.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie 75<br />
2.3.2. De archiefinventaris <strong>van</strong> de LP-arrondissementsfederatie Antwerpen 76<br />
2.3.2.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris 76<br />
2.3.2.2. Inleiding 76<br />
2.3.2.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />
76<br />
2.3.2.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief 79<br />
2.3.2.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie 81<br />
2.3.2.3. Eigenlijke inventaris 83<br />
2.3.2.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie 87<br />
2.3.3. De archiefinventaris <strong>van</strong> de PVV-afdeling Antwerpen-stad 88<br />
2.3.3.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris 88<br />
2.3.3.2. Inleiding 88<br />
2.3.3.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />
88<br />
2.3.3.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief 92<br />
2.3.3.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie 95<br />
2.3.3.3. Eigenlijke inventaris 99<br />
2.3.3.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie 104<br />
2.3.4. De archiefinventaris <strong>van</strong> Eerst Vrijheid en Eerst Vrij 105<br />
2.3.4.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris 105<br />
2.3.4.2. Inleiding 105<br />
2.3.4.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />
105<br />
2.3.4.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief 106<br />
2.3.4.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie 106<br />
2.3.4.3. Eigenlijke inventaris 109<br />
2.3.4.4. Lijst <strong>van</strong> bij het archief aangetroffen documentatie 110<br />
2.3.5. De archiefinventaris <strong>van</strong> het Provinciaal Kaderinstituut Antwerpen 111<br />
2.3.5.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris 111<br />
2.3.5.2. Inleiding 111<br />
2.3.5.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />
111<br />
2.3.5.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief 112<br />
2.3.5.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie 112<br />
2.3.5.3. Eigenlijke inventaris 114<br />
2.3.6. De archiefinventaris <strong>van</strong> de Sociale Dienst Hulp aan Patroon VZW 115<br />
2.3.6.1. Schema <strong>van</strong> de inventaris 115<br />
2.3.6.2. Inleiding 115<br />
2.3.6.2.1. Beknopte geschiedenis <strong>van</strong> de archiefvormende instelling<br />
115<br />
2.3.6.2.2. Geschiedenis <strong>van</strong> het archief 116<br />
2.3.6.2.3. Verantwoording <strong>van</strong> de inventarisatie 117<br />
2.3.6.3. Eigenlijke inventaris 118<br />
Hoofdstuk 4 : Fragmentaire <strong>archieven</strong> 120<br />
2.4.0. Inleiding 120<br />
2.4.1. Stukken <strong>van</strong> de PVV-districtsvereniging Antwerpen 121<br />
2.4.1.1. Inleiding 121
INHOUDSTAFEL C -<br />
2.4.1.2. Inventaris 121<br />
2.4.2. Stukken <strong>van</strong> het Kantonaal Actie- en Coördinatiecomité (ACC) Berchem 123<br />
2.4.2.1. Inleiding 123<br />
2.4.2.2. Inventaris 123<br />
2.4.3. Stukken <strong>van</strong> de PVV-Groot-Antwerpen 124<br />
2.4.3.1. Inleiding 124<br />
2.4.3.2. Inventaris 124
INHOUDSTAFEL D -<br />
2.4.4. Stukken <strong>van</strong> de LP-afdeling Antwerpen-stad 125<br />
2.4.4.1. Inleiding 125<br />
2.4.4.2. Inventaris 125<br />
2.4.4.3. Lijst <strong>van</strong> documentatie 125<br />
2.4.5. Stukken <strong>van</strong> de PVV-Vrouwen Antwerpen-stad 126<br />
2.4.5.1. Inleiding 126<br />
2.4.5.2. Inventaris 126<br />
2.4.6. Stukken <strong>van</strong> de Liberale en Grondwettelijke Vereniging <strong>van</strong> Antwerpen 127<br />
2.4.6.1. Inleiding 127<br />
2.4.6.2. Inventaris 127<br />
2.4.7. Stukken <strong>van</strong> de Belgische Liberale Middenklasse, Antwerpen 128<br />
2.4.7.1. Inleiding 128<br />
2.4.7.2. Inventaris 128<br />
2.4.7.3. Liist <strong>van</strong> documentatie 128<br />
2.4.8. Stukken <strong>van</strong> Charles De Weze 129<br />
2.4.8.1. Inleiding 129<br />
2.4.8.2. Inventaris 129<br />
2.4.9. Stukken <strong>van</strong> Camille Paulus 130<br />
2.4.9.1. Inleiding 130<br />
2.4.9.2. Inventaris 130<br />
2.4.10. Stukken <strong>van</strong> het Jan Van Rijswijckcentrum 131<br />
2.4.10.1. Inleiding 131<br />
2.4.10.2. Inventaris 131<br />
2.4.11. Stukken <strong>van</strong> de Antwerpse Culturele Kring 132<br />
2.4.11.1. Inleiding 132<br />
2.4.11.2. Inventaris 132<br />
2.4.12. Stukken <strong>van</strong> reisagentschap Lotus 133<br />
2.4.12.1. Inleiding 133<br />
2.4.12.2. Inventaris 133<br />
Hoofdstuk 5 : Indices 134<br />
2.5.1. Index op persoonsnamen 134<br />
2.5.2. Index op namen <strong>van</strong> <strong>verenigingen</strong>, instellingen en bedrijven 135<br />
Deel 3 : Archieftheoretische conclusies 136<br />
Inleiding 136<br />
3.1. Evaluatie <strong>van</strong> het model-archiefschema voor de inventarisatie <strong>van</strong> partijarchief 136<br />
3.2. De oorzaken en gevolgen <strong>van</strong> de vermenging <strong>van</strong> <strong>archieven</strong> 138<br />
3.3. Oplossingen voor de verwerking en ontsluiting <strong>van</strong> archief en documentatie binnen één<br />
instelling 140<br />
3.4. Conclusies i.v.m. het gebrek aan wetgeving 142<br />
Algemeen besluit 145<br />
Lijst <strong>van</strong> illustraties en bijlagen 148<br />
Inhoudstafel 149