DoMUS handleiding versie 1.0 - Rijksuniversiteit Groningen

DoMUS handleiding versie 1.0 - Rijksuniversiteit Groningen DoMUS handleiding versie 1.0 - Rijksuniversiteit Groningen

ivem.eldoc.ub.rug.nl
from ivem.eldoc.ub.rug.nl More from this publisher
14.07.2013 Views

DoMUS De energie-inhoud van het huis is de energie die nodig was voor de productie van de gebruikte bouwmaterialen en het bouwen van het huis. Dit is de indirecte energie. De energetische waarde voor een vrijstaand huis is het hoogst daar dit type huis geen enkele met een ander huis gedeelde buitenmuur heeft. IV.2.2 Verwarming en Brandstoffen Figuur 22 toont het venster van de menuoptie [Verwarming etc.]. In dit venster is naast het type verwarming dat aanwezig is in een woning, een aantal andere variabelen dat betrekking heeft op de directe energievoorziening in een woning opgenomen. Figuur 22 Het invoervenster voor verwarmingsapparatuur en energiebronnen De zonneboiler en de zonnecellen hebben in bovenstaand voorbeeld een oppervlak van respectievelijk 1 en 4 m 2 . Voor de zonneboiler is de opbrengst (Op/geb) warm water uitgedrukt in GJ en voor de zonnecel elektriciteit in kWhe per jaar. Voor de warmteterugwinningsinstallatie betreft het gebruik in kWhe per jaar (onder Op/geb). Onder rend. wordt hier de fractie van de ventilatieverliezen die teruggewonnen wordt, ingevuld. De indirecte energie (Ind. E.) is in GJ per jaar. De ERE-waarden (Energy Requirements for Energy) geven aan wat de hoeveelheid primaire energie is die benodigd is voor de levering van één eenheid energie bij de eindverbruiker. Voor elektriciteit bijvoorbeeld zijn hierin de energieverliezen van een elektriciteitscentrale verrekend. 60

IV. Handleiding voor de manager De vaste kosten voor gas en elektriciteit zijn de vastrechtbedragen die we in Nederland moeten betalen. De variabele kosten spreken voor zich en zijn uitgedrukt in Fl per m 3 (gas) en per kWhe (elektriciteit). Voor motorbrandstoffen worden de kosten niet hier meegenomen, deze zijn in de kilometerprijs van transport meeberekend (zie IV.2.6 Transport). Er zijn verschillende typen verwarming mogelijk, bijvoorbeeld: lokale verwarming, centrale verwarming, stadsverwarming en warmtepompen. De hierbij in te vullen variabelen zijn: het benodigde type brandstof, het rendement (Eff.), de indirecte energie (Ind. en.), de kosten van de installatie en de levensduur (Lduur). De aanwezigheid van een pompschakelaar zorgt ervoor dat de pomp van een CV-installatie niet constant draait. Het benodigde elektriciteitsgebruik is dan ook beduidend lager bij aanwezigheid van een pomp. IV.2.3 Isolatie In Figuur 23 is het venster dat hoort bij menuoptie [Isolatie] weergegeven. Figuur 23 Het invoervenster voor isolatiematerialen De isolatieopties kunnen per type oppervlak (muur, vloer, dak, ramen in woonkamer en overige vertrekken van deze woonlaag en ramen in de slaapkamers) worden gespecificeerd (maximaal 10 per type). Voor de interne muren wordt in het model een k-waarde van 1,8 gehanteerd. Per isolatieoptie moeten de k-waarde, de indirecte energie, de kosten per m 2 en de levensduur van het isolatiemateriaal ingevoerd worden. Voor de kosten en de indirecte 61

IV. Handleiding voor de manager<br />

De vaste kosten voor gas en elektriciteit zijn de vastrechtbedragen die we in Nederland<br />

moeten betalen. De variabele kosten spreken voor zich en zijn uitgedrukt in Fl per m 3 (gas) en<br />

per kWhe (elektriciteit). Voor motorbrandstoffen worden de kosten niet hier meegenomen,<br />

deze zijn in de kilometerprijs van transport meeberekend (zie IV.2.6 Transport).<br />

Er zijn verschillende typen verwarming mogelijk, bijvoorbeeld: lokale verwarming, centrale<br />

verwarming, stadsverwarming en warmtepompen. De hierbij in te vullen variabelen zijn: het<br />

benodigde type brandstof, het rendement (Eff.), de indirecte energie (Ind. en.), de kosten van<br />

de installatie en de levensduur (Lduur).<br />

De aanwezigheid van een pompschakelaar zorgt ervoor dat de pomp van een CV-installatie<br />

niet constant draait. Het benodigde elektriciteitsgebruik is dan ook beduidend lager bij<br />

aanwezigheid van een pomp.<br />

IV.2.3 Isolatie<br />

In Figuur 23 is het venster dat hoort bij menuoptie [Isolatie] weergegeven.<br />

Figuur 23 Het invoervenster voor isolatiematerialen<br />

De isolatieopties kunnen per type oppervlak (muur, vloer, dak, ramen in woonkamer en<br />

overige vertrekken van deze woonlaag en ramen in de slaapkamers) worden gespecificeerd<br />

(maximaal 10 per type). Voor de interne muren wordt in het model een k-waarde van 1,8<br />

gehanteerd. Per isolatieoptie moeten de k-waarde, de indirecte energie, de kosten per m 2 en de<br />

levensduur van het isolatiemateriaal ingevoerd worden. Voor de kosten en de indirecte<br />

61

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!