DoMUS handleiding versie 1.0 - Rijksuniversiteit Groningen
DoMUS handleiding versie 1.0 - Rijksuniversiteit Groningen
DoMUS handleiding versie 1.0 - Rijksuniversiteit Groningen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>DoMUS</strong><br />
I.2 Huishoudelijk Energiegebruik in <strong>DoMUS</strong><br />
In het model worden de verschillende functies van energiegebruik in de volgende categorieën<br />
ondergebracht:<br />
• Verwarming<br />
• Huis<br />
• Apparatuur<br />
• Transport<br />
• Voeding<br />
• Vakanties<br />
• Diversen<br />
In de vorige paragraaf is aangegeven dat niet al het energiegebruik van huishoudens in het<br />
model is opgenomen. Categorieën die in het model buiten beschouwing zijn gelaten betreffen<br />
voornamelijk het indirect energiegebruik voor kleding, meubilair, hygiëne en medische<br />
verzorging en onderhoud van huis en tuin. Enerzijds is hier voor gekozen om te zorgen dat het<br />
model niet onnodig groot wordt. Anderzijds omdat voor veel van deze categorieën geldt dat<br />
verschuivingen niet snel zullen leiden tot grote veranderingen in energiegebruik.<br />
Om meer inzicht te krijgen in de energiestromen door een huishouden, worden de in <strong>DoMUS</strong><br />
onderscheiden categorieën hier kort besproken. Tevens wordt daarbij aangegeven hoe deze<br />
energiestromen in het model worden berekend.<br />
I.2.1 Verwarming<br />
De categorie verwarming betreft de directe energie die nodig is om aan de warmtevraag te<br />
voldoen en de indirecte energie die nodig is voor de verwarmingsinstallaties.<br />
Bij de berekening van de warmtevraag wordt in het model gebruik gemaakt van de<br />
graaddagenmethode (Meyer, 1981). Bij deze methode wordt aangenomen dat het gasverbruik<br />
recht evenredig is met het verschil tussen binnen- en buitentemperatuur. De invloeden van<br />
zon en wind worden dus buiten beschouwing gelaten. Uitgangspunt is dat een woning<br />
ruimteverwarming nodig heeft als de gemiddelde etmaaltemperatuur zakt beneden de 15,5 o C.<br />
Door interne warmtebronnen en de zon wordt de woning nog wat extra verwarmd, zodat bij<br />
een buitentemperatuur van 15,5 o C binnen gemiddeld een temperatuur van 18 o C heerst. Het<br />
aantal graaddagen gedurende een bepaalde periode wordt gevonden door de gemiddelde<br />
etmaaltemperaturen beneden 15 o C van deze 15,5 o C af te trekken en vervolgens deze<br />
verschillen te sommeren. Het gasverbruik gedurende zo’n periode gedeeld door het aantal<br />
graaddagen levert het gasverbruik per graaddag voor een woning.<br />
Het aantal graaddagen is het aantal dagen dat per stookseizoen gestookt wordt,<br />
vermenigvuldigd met het tijdens die dagen optredende temperatuursverschil tussen binnen en<br />
buiten.<br />
Deze methode is geschikt voor de berekening van de energievraag over een bepaalde periode,<br />
in dit geval een jaar. Het voordeel van deze methode is de eenvoud en de geringe rekenkracht<br />
die nodig is. Het nadeel is het verlies van chronologische informatie. Dit nadeel is in het<br />
12