Dirk D'Ase | L'Intruse Muzikale leiding | Yannis ... - Vlaamse Opera
Dirk D'Ase | L'Intruse Muzikale leiding | Yannis ... - Vlaamse Opera
Dirk D'Ase | L'Intruse Muzikale leiding | Yannis ... - Vlaamse Opera
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
in muziek en beeld. Die Wagneriaanse beelden van dikke vrouwen en helmen met Viking-hoorns, het<br />
groteske van Le Grand Macabre van Ligeti of de donkere fantasy van Pelléas et Mélissande van Maeterlinck<br />
(op muziek gezet door Debussy): heerlijk! Om nog maar te zwijgen van de grote machinerieën, dat zware<br />
doek dat opgaat en een spectaculair decor onthult… Ze zeggen wel the size doesn’t matter, maar in het geval<br />
van opera durf ik dat tegen te spreken,‟ bulderlacht Lernous. „L’intruse wordt op dat vlak echte old school<br />
opera: met een waanzinnig decor met alles erop en eraan, zoals het vandaag de dag volgens de goede smaak<br />
eigenlijk niet meer mag: hyperrealistisch met een kasteelpoort en een woonkamer en al.‟<br />
Een grote machinerie vraagt echter ook om een andere voorbereiding. „Het is wel raar, dit is de eerste maal<br />
dat ik een stuk regisseer waarbij het decor al op voorhand klaar is. Bij de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Opera</strong> heb je ook een heel<br />
systeem van verschillende soorten repetities: kostuumrepetitie, lichtrepetitie, figurantenrepetities, repeteren<br />
met de solisten. En hebben we bij Abattoir één technicus, dan heb je hier zelfs een technicus voor het<br />
lichtplan terwijl een andere het lichtpaneel bedient. Alles gebeurt veel autonomer, meer los van elkaar. Dat<br />
geldt ook voor de muziek. Bij de Abattoir-voorstellingen, waarvoor Kreng (acteur Pepijn Caudron) de<br />
soundscores maakt, wordt de muziek tijdens het werkproces gecreëerd. Wat betreft L’intruse heb ik de<br />
componist, <strong>Dirk</strong> D‟Ase, niet eens in levende lijve ontmoet. We hebben enkele malen via skype contact gehad,<br />
hij woont in Wenen en heeft het bijzonder druk om deze compositie op tijd klaar te krijgen. Aangezien de<br />
eerder aangezochte componist, Luc Brewaeys, afhaakte om persoonlijke redenen, moet <strong>Dirk</strong> werken tegen<br />
een helse deadline. Momenteel repeteren we dan ook voorlopig zonder muziek. Dat is soms al bijna even<br />
bevreemdend als de stilte in Maeterlincks L’intruse,‟ lacht Lernous.<br />
„Het is een uitdaging om in zo‟n grote organisatie mee te stappen, maar omgekeerd gaat de <strong>Vlaamse</strong> <strong>Opera</strong><br />
ook in op mijn wensen. Waar er normaal gezien zes weken aan een opera gewerkt wordt, heb ik tien weken<br />
gevraagd én – wat hoogst ongewoon is – de zangers repeteren niet in de opera maar in Abattoirs thuisbasis,<br />
Mechelen. Ik heb dat nodig, dat thuisgevoel. Ik moet op mijn gemak kunnen zijn. Want zonder zeveren, het<br />
afgelopen jaar ben ik elke dag bang geweest. Voor dit project, jawel. Het is ook niet niks, hé: een OPERA!<br />
De druk ligt hoog. De lat ook. Het mag niet louter esthetiek zijn, ik wil dat deze opera zindert van leven. Tot<br />
op de achterste rijen, tot het bovenste balkon.”<br />
Schizofrenie<br />
Abattoirs voorstelling „Hard-boiled‟ (2007), met drie actrices en elf muzikanten, was volgens Lernous een<br />
goede oefening wat betreft de verhouding muziek-spel en hoe dat op scène te laten spreken. „Maar ik heb<br />
toen meteen ook de beperkingen gevoeld. Zangers zijn geen acteurs, en acteurs geen zangers. Voor L’intruse<br />
werk ik met een zanger en een zangeres: Omar Ebrahim als de man, Hannah Esther Minutillo als de vrouw.<br />
Daarnaast staan er dertien acteurs op scène: ze spreken geen woord – zo heb ik mijn acteurs het liefst – maar<br />
zijn wel wezenlijk meer dan figuranten. Ik speel met het idee om te werken met ontdubbeling en<br />
dubbelrollen om zo de schizofrenie uit Maeterlincks werk totaal te maken.‟<br />
Ook Lernous zelf getuigt van gemengde gevoelens als het over zijn verdere opera-ambities gaat. „Los van het<br />
voorbije jaar van angstige dagen en slapeloze nachten, is het heerlijk om eens met veel geld, veel artistiek<br />
talent en een welhaast onbeperkt aantal technische mogelijkheden mijn fantasie te mogen botvieren. Als<br />
L’intruse goed onthaald wordt, dan zijn ze bij de opera nog niet van mij af!‟