13.07.2013 Views

Dirk D'Ase | L'Intruse Muzikale leiding | Yannis ... - Vlaamse Opera

Dirk D'Ase | L'Intruse Muzikale leiding | Yannis ... - Vlaamse Opera

Dirk D'Ase | L'Intruse Muzikale leiding | Yannis ... - Vlaamse Opera

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Maeterlinck: de auteur zonder muziek<br />

The silence sank like music on my heart.<br />

Samuel Taylor Coleridge<br />

Het predicaat „amuzikaal‟ zou geen belediging geweest zijn voor de auteur Maeterlinck. Hij was er zichzelf<br />

bewust van. Wanneer hij de vraag krijgt van „een zekere meneer Debussy, die me totaal onbekend is‟ om zijn<br />

toneelstuk Pelléas et Mélisande te vertonen, bekent hij aan zijn vriend Camille Mauclair: „Je weet dat de<br />

muziek voor mij net zo onverstaanbaar is als was ik doof‟, en leent Mauclairs oor en authoriteit om Debussy<br />

muzikaal te beoordelen. Later, in november 1893, na het bezoek van Debussy bij Maeterlinck thuis in Gent,<br />

schrijft de componist aan zijn vriend en collega Ernest Chausson: „En wat nu de muziek betreft: hij<br />

[Maeterlinck] zegt dat hij er niets van begrijpt en dat hij door een symfonie van Beethoven stapt als een<br />

blinde door een museum.‟ Maeterlinck had inderdaad geen oor en geen oog voor muziek.<br />

Want ook elders blijkt dat zijn belangstelling voor muziek minimaal of onbestaande is. In zijn literair oeuvre<br />

dat met een indrukwekkende boog een universum overspant met plaats voor het leven van de kleinste mier<br />

tot het meest verheven transcendente verschijnsel, klinkt er nauwelijks één noot muziek. Ook het prachtige<br />

essay Silence in Le trésor des Humbles, waarin Maeterlinck Thomas Carlyle‟s inzicht in de stilte bewondert,<br />

bevat geen enkele referentie naar de muzikale klank – ondanks Carlyle‟s dictum dat muziek de taal van de<br />

engelen is en de mens dichter bij het oneindige brengt, of dat wie diep doordringt in het wezen van de dingen,<br />

uiteindelijk op muziek stoot.<br />

Namen van componisten duiken, zelfs in Maeterlincks filosofisch en essayistisch werk, amper op. Aan<br />

Wagner, op handen gedragen door een groot deel van de Franse symbolisten en met wiens werk Maeterlinck<br />

via collega‟s in contact kwam, komt hij natuurlijk niet voorbij. Maar ook daar valt op dat de interesse beperkt<br />

blijft tot literaire en theatrale componenten en de muziek afwezig blijft. „Hij [Maeterlinck] heeft me onlangs<br />

[…] over Siegfried gesproken. Hij kent er geen noot van, maar heeft het libretto in het Duits gelezen. […]‟,<br />

schrijft Charles Van Lerberghe aan Albert Mockel, woordvoerder van het Belgische symbolisme. Voor<br />

Maeterlinck is er blijkbaar een Wagner zonder muziek – Schopenhauer zou zich verheugd hebben, want die<br />

loofde het libretto van de Ring, maar raadde Wagner aan zijn muziek aan de kapstok te hangen. Maar ook<br />

diezelfde Schopenhauer waardoor Maeterlinck zich diepgaand liet inspireren en waarvan hij naar eigen<br />

zeggen alles gelezen had, heeft niet de interesse voor de muziek kunnen wekken. Zelfs niet met zijn<br />

fundamentele gedachte dat muziek de belichaming van de Wereldwil is, en als hoogste kunst de diepste<br />

wijsheid tot uitdrukking kan brengen.<br />

Wanneer de „amuzikale‟ Maeterlinck in 1895 de première van Carmen bezoekt in de Munt, dan is zijn<br />

voornaamste doel ook niet de opera, maar Georgettes Leblanc, die de hoofdrol zingt en zijn levenspartner<br />

wordt voor bijna vijfentwintig jaar. Want van opera, zeker de Grand Opéra, houdt hij helemaal niet. Volgt hij<br />

kort daarna Georgettes naar Parijs, dan wordt hij overvallen door het kabaal van de stad en doet vooral het<br />

geluid van Georgettes‟ piano hem vluchten naar een andere woning.<br />

Deze quasi horror musicae is des te frappanter en verbazender bij een auteur die als weinig anderen zo<br />

duidelijk in de muziek aanwezig is. Want al klinkt er weinig muziek in het werk van Maeterlinck, des te meer<br />

klinkt zijn werk in de muziek. De auteur zonder muziek is wellicht één van de meest getoonzette auteurs aan<br />

het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Met uitzondering van de jong gestorven<br />

Georg Büchner, wiens drie theaterstukken allen tot opera zijn omgevormd, is er, bij mijn weten, geen auteur<br />

wiens toneelwerk beter gedekt wordt door het muziektheater dan Maeterlinck. Van de ongeveer vijfentwintig<br />

in boekvorm uitgegeven theaterstukken zijn er maar liefst vijftien één keer of meermaals verwerkt tot een<br />

opera. Het in 1901 verschenen stuk Soeur Béatrice haalt het indrukwekkende aantal van elf verschillende<br />

operacomposities. Daarnaast worden er uitgaande van die theaterwerken ook symfonische gedichten,<br />

preludes of ouvertures en toneelmuziek geschreven. Debussy, Schönberg, Fauré, Sibelius, Webern, Martinu,<br />

Vaughan Williams, Dukas, Bartók, Honegger, Orff, Humperdinck, Rachmaninov behoren tot de grote namen<br />

die zich lieten begeesteren door Maeterlinck.<br />

Ook het bescheiden poetische oeuvre van de dichter is duidelijk in de muziekliteratuur opgenomen:<br />

Schönberg, Zemlinsky, Fauré, Ibert, Chausson en Boulanger zijn de bekendste componisten die zijn<br />

gedichten op muziek zetten. Voor wie door nog meer cijfers overtuigd wil worden: de lijst met vertoningen<br />

van literair werk van Maeterlinck bedraagt meer dan 200 stuks, waarvan ongeveer de helft wordt ingenomen<br />

door liederen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!