CONTEXT

CONTEXT CONTEXT

context.aanhet.net
from context.aanhet.net More from this publisher
13.07.2013 Views

−−→ 13 Figuren 13.1 Definiëren 233 13.2 Oproepen 235 13.3 Opmerkingen 237 \externfiguur 235 \gebruikexternfiguur 233 \naam 235 \presetexternfiguur 233 \stelexternefigurenin 233 \toonexternefiguren 235 \toonexternfiguur 235 inhoud definities index commando’s sources CONTEXT 232 ◭ ◭ ◮ ◮ inleiding documenten vlakverdeling layout typografie kleurgebruik afbreken onderdelen verwijzingen beschrijvingen lijnen blokken figuren tabellen formules files interactie commandos diversen positioneren instellingen opmerkingen

−−→ 13.1 Definiëren Figuren In andere programma’s aangemaakte figuren kunnen worden geïntegreerd in TEX--teksten. Op dit moment beperkt deze integratie zich tot zogenaamde Encapsulated PostScript files, die in de regel de extensie eps hebben. Enkele kenmerken van de op te nemen figuren dienen eerst te worden vastgelegd, voordat men de figuren kan gebruiken. [setup presetexternfiguur is niet gedefinieerd] Het programma TEXUTIL kan een file genereren met de figuur--definities van de figuren die op een bepaald gebied staan. Het bovenstaande commando zal men dus zelden of nooit hoeven gebruiken. De door TEXUTIL gegenereerde definities worden geladen met behulp van het volgende commando: \stelexternefigurenin[..=..] optie kader leeg test hokjes aan uit ymax getal xmax getal gebied tekst lokatie lokaal globaal Er zijn twee opties mogelijk: leeg en kader. In het eerste geval worden geen figuren geplaatst, maar wordt wel de noodzakelijke ruimte gereserveerd. Bovendien worden de wezenlijke figuurkenmerken in de gereserveerde ruimte gezet. Het printen van files waarin de figuren nog niet daadwerkelijk zijn opgenomen gaat aanzienlijk sneller dan wanneer de figuren moeten worden meegezonden. Zodra de eerste figuur wordt geplaatst, worden de figuurdefinities geladen uit de file texutil.tuf. Er wordt gezocht naar een algemene file (globaal) en een file op het huidige gebied (lokaal). Standaard heeft lokatie de waarde {lokaal,globaal}, zodat op beide gebieden wordt gezocht. Het gebied bestaat uit een padnaam, waarbij de \ is vervangen door een /. Het algemene gebied kan per computer verschillen en wordt dan ook bij voorkeur ingesteld in de file cont-sys. Na het bovenstaande commando moeten de te gebruiken figuren worden gedefinieerd. Dit gebeurt met het commando: inhoud definities index commando’s sources CONTEXT Definiëren 233 ◭ ◭ ◮ ◮ inleiding documenten vlakverdeling layout typografie kleurgebruik afbreken onderdelen verwijzingen beschrijvingen lijnen blokken figuren tabellen formules files interactie commandos diversen positioneren instellingen opmerkingen

−−→ 13 Figuren<br />

13.1 Definiëren 233<br />

13.2 Oproepen 235<br />

13.3 Opmerkingen 237<br />

\externfiguur 235<br />

\gebruikexternfiguur 233<br />

\naam 235<br />

\presetexternfiguur 233<br />

\stelexternefigurenin 233<br />

\toonexternefiguren 235<br />

\toonexternfiguur 235<br />

inhoud<br />

definities<br />

index<br />

commando’s<br />

sources<br />

<strong>CONTEXT</strong> 232 ◭ ◭ ◮ ◮<br />

inleiding<br />

documenten<br />

vlakverdeling<br />

layout<br />

typografie<br />

kleurgebruik<br />

afbreken<br />

onderdelen<br />

verwijzingen<br />

beschrijvingen<br />

lijnen<br />

blokken<br />

figuren<br />

tabellen<br />

formules<br />

files<br />

interactie<br />

commandos<br />

diversen<br />

positioneren<br />

instellingen<br />

opmerkingen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!