Opmerking - Pragma ADE
Opmerking - Pragma ADE Opmerking - Pragma ADE
De meeste soorten rubber zijn gevulcaniseerd. Daarvoor wordt meestal zwavel gebruikt. Esther en Iris willen onderzoeken of het rubber dat zij hebben, zwavel bevat. Zij verbranden een stukje rubber en leiden het gasmengsel dat bij de verbranding ontstaat, in een erlenmeyer met broomwater. De vloeistof in de erlenmeyer blijkt te ontkleuren. Esther beweert dat deze ontkleuring het gevolg is van een reactie tussen zwaveldioxide en broomwater. Zij concludeert hieruit dat het rubber zwavel bevat. Iris vindt ook déze conclusie voorbarig. Iris zegt dat de verbranding van het rubber waarschijnlijk niet volledig is geweest en dat de ontkleuring van de vloeistof in de erlenmeyer ook veroorzaakt kan zijn door ’brokstukken van rubbermolekulen in het gasmengsel’. Volgens haar zou in die ’brokstukken’ bijvoorbeeld substitutie van waterstof door broom kunnen zijn opgetreden. Om na te gaan of in de erlenmeyer zo’n substitutie heeft plaatsgevonden, voegt Iris aan een deel van de (ontkleurde) inhoud van de erlenmeyer een reagens toe waarmee de aanwezigheid van Br − inderdaad wordt aangetoond. Daaruit concludeert zij dat in het ingeleide gasmengsel ’brokstukken van rubbermolekulen’ hebben gezeten. Nu vindt Esther de conclusie van Iris voorbarig. Esther zegt dat het ontstaan van Br − in de erlenmeyer even goed kan wijzen op de aanwezigheid van zwaveldioxide in het ingeleide gasmengsel. 7 Leg uit dat Esther hierin gelijk heeft. examen toelichting instructie vragen antwoorden antwoord Scheikunde 1995–1 VWO ◭ ◭ ◮ ◮
8 Geef de formule van de soort deeltjes die Esther en Iris in de ontkleurde inhoud van de erlenmeyer moeten aantonen om er zeker van te zijn dat in het ingeleide gasmengsel zwaveldioxide zat. examen toelichting instructie vragen antwoorden antwoord Scheikunde 1995–1 VWO ◭ ◭ ◮ ◮
- Page 765 and 766: 3 3 3 Voorbeelden van te noemen abi
- Page 767 and 768: 2 5 In het antwoord moeten de volge
- Page 769 and 770: 3 7 Een voorbeeld van een juist ing
- Page 771 and 772: 2 9 In het antwoord moeten de volge
- Page 773 and 774: 1 1 11 Het antwoord moet de notie b
- Page 775 and 776: 2 13 a 0,78 b 1,00 c 1,22 d niet te
- Page 777 and 778: 2 15 a alcohol b glycogeen c koolst
- Page 779 and 780: 1 1 17 Het antwoord moet de notie b
- Page 781 and 782: 4 20 Voorbeelden van in het antwoor
- Page 783 and 784: 2 2 22 Voorbeelden van te noemen ty
- Page 785 and 786: 2 24 a A van P naar Q b B van Q naa
- Page 787 and 788: 2 26 a grafiek 1 b grafiek 2 c graf
- Page 789 and 790: 2 28 a bewering 1 b bewering 2 c be
- Page 791 and 792: 2 30 a alleen op de plaatsen 1, 2 e
- Page 793 and 794: 2 1 32 groep 3 (enzymen) 1 enzymen
- Page 795 and 796: 2 34 a bewering 1 b bewering 2 c be
- Page 797 and 798: 2 36 a lymfoïde stamcellen b myelo
- Page 799 and 800: 1 1 38 Het antwoord moet de notie b
- Page 801 and 802: 2 40 In het antwoord moeten de volg
- Page 803 and 804: 2 42 a geen van beide beweringen b
- Page 805 and 806: VWO Scheikunde 1995 MAVO HAVO VWO v
- Page 807 and 808: Toelichting Dit examen bestaat uit
- Page 809 and 810: Vragen Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 O
- Page 811 and 812: Een methyloranje--oplossing van pH
- Page 813 and 814: Als aan een oplossing van de verbin
- Page 815: Iris toont met een proefje aan dat
- Page 819 and 820: Opgave 4 Het zaad van de koolzaadpl
- Page 821 and 822: Koolstofdioxide is één van de gas
- Page 823 and 824: Opgave 5 Leidingwater bevat diverse
- Page 825 and 826: Om het gehalte aan Ca 2+ en Mg 2+ i
- Page 827 and 828: 17 Leg aan de hand van het diagram
- Page 829 and 830: 19 Bereken hoeveel % van het oorspr
- Page 831 and 832: De elektrolyse in een membraancel i
- Page 833 and 834: Bij de constante stroomsterkte waar
- Page 835 and 836: 3 2 1 notie dat het evenwicht bij h
- Page 837 and 838: 4 4 3 Het juiste antwoord is: 2-met
- Page 839 and 840: 1 in de vergelijking van de tweede
- Page 841 and 842: 3 3 6 Het juiste antwoord moet neer
- Page 843 and 844: 3 3 8 Het juiste antwoord is: SO 2
- Page 845 and 846: 4 4 10 Een juiste uitleg leidt tot
- Page 847 and 848: 3 3 12 Het juiste antwoord moet de
- Page 849 and 850: 5 5 14 Een juiste afleiding leidt t
- Page 851 and 852: 5 5 16 Een juiste berekening leidt
- Page 853 and 854: 4 4 18 Een juiste berekening leidt
- Page 855 and 856: 4 4 20 Het juiste antwoord kan bijv
- Page 857 and 858: 3 3 22 Een juiste berekening leidt
- Page 859: Afbeeldingen Hierna worden de afbee
8 Geef de formule van de soort deeltjes die Esther en Iris in de ontkleurde inhoud van de erlenmeyer<br />
moeten aantonen om er zeker van te zijn dat in het ingeleide gasmengsel zwaveldioxide zat.<br />
examen<br />
toelichting<br />
instructie<br />
vragen<br />
antwoorden<br />
antwoord<br />
Scheikunde 1995–1 VWO ◭ ◭ ◮ ◮