KWPN goedgekeurde en erkende hengsten
KWPN goedgekeurde en erkende hengsten
KWPN goedgekeurde en erkende hengsten
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bij de fokwaard<strong>en</strong>-sport bevindt zich 68,2%<br />
van alle dier<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de 80 punt<strong>en</strong> <strong>en</strong> 120<br />
punt<strong>en</strong>. Dat is ongeveer tweederde deel.<br />
Ruwweg kunn<strong>en</strong> fokwaard<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 80 <strong>en</strong><br />
120 als gemiddeld bestempeld word<strong>en</strong>,<br />
dier<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> fokwaarde bov<strong>en</strong> de 120<br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangeduid als + vererver, die<br />
met e<strong>en</strong> fokwaarde van 140 of meer als ++<br />
vererver. Verder is het goed te meld<strong>en</strong> dat<br />
e<strong>en</strong> h<strong>en</strong>gst met e<strong>en</strong> fokwaarde spring<strong>en</strong> van<br />
160 punt<strong>en</strong>, die de lijst aanvoert, niet wez<strong>en</strong>lijk<br />
beter is dan e<strong>en</strong> h<strong>en</strong>gst op de tweede<br />
plaats met 158 punt<strong>en</strong>. Beide h<strong>en</strong>gst<strong>en</strong><br />
vererv<strong>en</strong> simpelweg erg sterk. Deze voorbeeld<strong>en</strong><br />
gev<strong>en</strong> aan dat de fokwaarde niet te<br />
pietluttig moet word<strong>en</strong> bekek<strong>en</strong>.<br />
De overige fokwaard<strong>en</strong> gaan uit van e<strong>en</strong><br />
gemiddelde van 100 punt<strong>en</strong>, maar daarbij is<br />
de gebruikte spreiding 4 punt<strong>en</strong>, het gemiddelde<br />
valt dus tuss<strong>en</strong> de 96 <strong>en</strong> 104. Als e<strong>en</strong><br />
h<strong>en</strong>gst e<strong>en</strong> ‘kruisligging’ vererft van 103 valt<br />
deze binn<strong>en</strong> het gemiddelde beeld. Vererft hij<br />
e<strong>en</strong> ‘kruisligging’ van meer dan 104, dan wijkt<br />
die kruisligging dus duidelijk af van het<br />
gemiddelde beeld <strong>en</strong> is dus plat te noem<strong>en</strong>. Is<br />
de fokwaarde 108, dan wijkt de kruisligging<br />
twee keer de standaardafwijking af. Bij e<strong>en</strong><br />
vaststelling, drie keer de standaardafwijking<br />
Figuur 1.<br />
Voorbeeld interpretatie fokwaarde-exterieur ‘kruisligging’<br />
(dat is dus 112) is er sprake van e<strong>en</strong> extreem<br />
sterke vererving van e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk. Omgekeerd<br />
gaat dit voorbeeld uiteraard ook op. Bij<br />
96 punt<strong>en</strong> of minder is er sprake van e<strong>en</strong><br />
duidelijk hell<strong>en</strong>d kruis <strong>en</strong> in geval van 88<br />
punt<strong>en</strong> is er sprake van e<strong>en</strong> extreem hell<strong>en</strong>d<br />
kruis. Figuur 1 geeft nog e<strong>en</strong>s gra sch weer<br />
hoe e<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk, anders dan het sportk<strong>en</strong>merk,<br />
geïnterpreteerd moet word<strong>en</strong>.<br />
Betrouwbaarheid<br />
De g<strong>en</strong>etische aanleg van e<strong>en</strong> paard voor<br />
e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk is nooit exact te<br />
met<strong>en</strong>. Gelukkig kunn<strong>en</strong> we die wel goed<br />
schatt<strong>en</strong> (de fokwaarde is die schatting),<br />
maar dan is het wel belangrijk om bij iedere<br />
schatting e<strong>en</strong> betrouwbaarheid te k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />
Hoe hoger de betrouwbaarheid van e<strong>en</strong><br />
fokwaarde is, hoe meer de geschatte g<strong>en</strong>etische<br />
aanleg overe<strong>en</strong>komt met de werkelijke<br />
g<strong>en</strong>etische aanleg. De betrouwbaarheid<br />
is feitelijk e<strong>en</strong> maat voor de hoeveelheid<br />
informatie die beschikbaar is voor het<br />
berek<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> fokwaarde. Als veel<br />
meetgegev<strong>en</strong>s beschikbaar zijn is de<br />
betrouwbaarheid hoog <strong>en</strong> omgekeerd. Bij<br />
lage betrouwbaarhed<strong>en</strong> tred<strong>en</strong> nog gemakkelijk<br />
wijziging<strong>en</strong> op in de fokwaarde na het<br />
Zeer hell<strong>en</strong>d Hell<strong>en</strong>d Normaal Normaal Plat Zeer plat<br />
2,2%<br />
92 96 100 104 108<br />
13,6%<br />
34,1% 34,1%<br />
13,6%<br />
2,2%<br />
beschikbaar kom<strong>en</strong> van nieuwe <strong>en</strong> meer<br />
informatie. Echter, als de betrouwbaarheid<br />
hoger wordt, word<strong>en</strong> de schommeling<strong>en</strong><br />
duidelijk kleiner <strong>en</strong> kom<strong>en</strong> ze minder vaak<br />
voor. Om e<strong>en</strong> indruk te gev<strong>en</strong> hoe betrouwbaarheid<br />
moet word<strong>en</strong> geïnterpreteerd, kan<br />
tabel 2 meer inzicht gev<strong>en</strong>.<br />
Als de betrouwbaarheid ongeveer 60% is,<br />
dan is deze voor het grootste deel gebaseerd<br />
op nakomeling<strong>en</strong>informatie. De afstammingsinformatie<br />
<strong>en</strong> de eig<strong>en</strong> prestaties van<br />
het dier drag<strong>en</strong> dan weinig meer bij aan de<br />
hoogte van de fokwaarde.<br />
Tabel 2. Interpretatie van de<br />
betrouw baarheid van<br />
e<strong>en</strong> fokwaarde<br />
Betrouwbaarheid Interpretatie<br />
minder dan 30 % nog weinig betrouwbaar<br />
30-55 % matig betrouwbaar<br />
55-65 % voldo<strong>en</strong>de betrouwbaar<br />
65-75 % behoorlijk betrouwbaar<br />
75-90 % goed betrouwbaar<br />
meer dan 90 % zeer betrouwbaar<br />
Toeval<br />
Als e<strong>en</strong> vaderdier e<strong>en</strong> hoge fokwaarde heeft<br />
voor bijvoorbeeld spring<strong>en</strong>, dan zegt dat<br />
iets over het ‘gemiddelde’ van zijn nakomeling<strong>en</strong>groep,<br />
niet over iedere individuele<br />
nakomeling. Lat<strong>en</strong> we als voorbeeld nem<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> Concorde x Nimmerdor x Lucky Boy xx.<br />
Van paard<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> dergelijke afstamming<br />
mag word<strong>en</strong> verwacht dat ze goed zull<strong>en</strong><br />
spring<strong>en</strong>. Dat zal dikwijls ook het geval zijn.<br />
Maar het is ev<strong>en</strong>zo e<strong>en</strong> feit dat zowel<br />
vaders als moeders kunn<strong>en</strong> ‘strooi<strong>en</strong>’ in hun<br />
nafok. Het is e<strong>en</strong> toevaleffect dat bepaalt<br />
welke helft van de g<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ouder in<br />
het veul<strong>en</strong> terecht kom<strong>en</strong>. Het kan e<strong>en</strong><br />
gemiddelde helft zijn, e<strong>en</strong> soort g<strong>en</strong>etische<br />
afspiegeling van de ouder dus. Het kan ook<br />
e<strong>en</strong> betere of slechtere set g<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn die in<br />
de zaadcel of eicel terecht kom<strong>en</strong>. Dit laatste,<br />
het feit dat e<strong>en</strong> dier e<strong>en</strong> set g<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
doorgeeft die afwijkt van zijn/haar eig<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong><strong>en</strong>patroon zal minder vaak voor kom<strong>en</strong>,<br />
maar het kan wel. Dit toevalsprincipe blijft<br />
altijd van toepassing in de fokkerij, hoe<br />
betrouwbaar de fokwaard<strong>en</strong> ook zijn. Zoals<br />
gezegd: fokwaard<strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> wat over het<br />
‘gemiddelde’ verervingsbeeld van e<strong>en</strong><br />
h<strong>en</strong>gst of merrie. Er zijn individuele nakomeling<strong>en</strong><br />
die bov<strong>en</strong> dit gemiddelde zitt<strong>en</strong>,<br />
maar ook die er onder zitt<strong>en</strong>.<br />
Model fokwaardeschatting<br />
Sinds 1993 word<strong>en</strong> de fokwaard<strong>en</strong> van alle<br />
paard<strong>en</strong> geschat met behulp van het diermodel.<br />
De ess<strong>en</strong>tie van het diermodel is dat bij<br />
de berek<strong>en</strong>ing van de fokwaarde van e<strong>en</strong><br />
paard standaard alle d<strong>en</strong>kbare informatie<br />
meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt. Figuur 2 illustreert dit.<br />
In deze guur 2 valt te zi<strong>en</strong> dat bij de berek<strong>en</strong>ing<br />
van fokwaard<strong>en</strong> drie groep<strong>en</strong> informatie<br />
word<strong>en</strong> gebruikt: informatie gemet<strong>en</strong><br />
aan de ouders van het dier (inclusief alle<br />
familieled<strong>en</strong>, zoals ooms, tantes, grootouders<br />
etc.), informatie gemet<strong>en</strong> aan het dier<br />
zelf <strong>en</strong> informatie die is gemet<strong>en</strong> aan de<br />
nakomeling<strong>en</strong> van het dier.<br />
Door vader <strong>en</strong> moeder mee te nem<strong>en</strong> wordt<br />
automatisch de informatie van alle verwant<strong>en</strong><br />
meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Springt bijvoorbeeld e<strong>en</strong> halfbroer<br />
van het paard zelf internationaal (zie<br />
guur) dan werkt dit door in de fokwaarde<br />
van de moeder <strong>en</strong> via haar weer in de<br />
fokwaarde van het bewuste dier dat c<strong>en</strong>traal<br />
in het schema geplaatst is. E<strong>en</strong> ander voordeel<br />
van het diermodel is dat de betrouwbaarheid<br />
van iedere fokwaarde steeds optimaal<br />
is omdat alle beschikbare informatie<br />
wordt gebruikt.