04.07.2013 Views

De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW

De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW

De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DE RAZZIA IN DE BUITENWIJKEN 91<br />

snel zijn zoon op een fiets te laten wegrijden, toen vele Duitsers bij hem de straat<br />

binnenkwamen en voor zijn huis halt hielden. <strong>De</strong> twee soldaten die bij hem thuis<br />

kwamen, vroegen naar zijn zoon, doch namen genoegen met de mededeling, dat hij<br />

op straat was.1 Bij een arts vroeg een Duitser alleen, of er nog mannen beneden de<br />

veertig jaar in huis waren; huiszoeking vond niet plaats. <strong>De</strong> zoon <strong>van</strong> de dokter zat<br />

verborgen in de kelder.2 Een blijk <strong>van</strong> volkomen medewerking ontving B. uit Schiedam,<br />

die zijn leeftijd op het persoonsbewijs veranderd had. Een Duitser controleerde<br />

het persoonsbewijs en zag kennelijk dat het veranderd was. Toen ondertussen een<br />

tweede Duitser binnenkwam, liet hij het deze niet zien maar zeide, dat Bl. kon thuisblijven.3<br />

Blijk <strong>van</strong> een goede gezindheid jegens de <strong>Rotterdam</strong>mers gaven ook enkele Duitsers,<br />

die bij zieken of pseudo-zieken kwamen. Een vrouw had haar zoon in bed gestopt.<br />

<strong>De</strong> soldaat die zich liet overtuigen dat de jongen ziek was, gaf hem een hand,<br />

wenste beterschap en vertrok.4 Een ander, die geen kans had gehad een attest te<br />

krijgen, daar hij door wachtposten was teruggestuurd, kroop op aanraden <strong>van</strong> zijn<br />

moeder maar in bed. Tegen de Duitser, die huiszoeking verrichtte, zeide hij, dat hij<br />

keelpijn had en nog geen medicijnen; de dokter moest nog komen. Met deze verklaring<br />

nam de Duitser genoegen en vertrok.5 Daarentegen traden Duitsers in soortgelijke<br />

gevallen ook heel anders op. <strong>De</strong> G. had griep en besloot in bed te blijven liggen; de<br />

medicijnen stonden op het nachtkastje. Toen de Duitsers boven kwamen, zei hij, dat<br />

hij al veertig jaar was en waarschijnlijk een besmettelijke ziekte had. <strong>De</strong> G. moest<br />

echter het bed uit en had ternauwernood gelegenheid een broek en jas aan te trekken.6<br />

Dat de Duitsers ook werkelijk ernstige zieken meenamen, blijkt hieruit, dat zich<br />

onder de weggevoerden bevonden: epileptici, t.b.c.-patiënten, geslachtszieken, lijders<br />

aan hartziekten, asthma-patiënten, enz.7<br />

Nadat de huiszoeking was verricht, kwamen in verschillende straten de Duitsers<br />

nog eens terug. Bij een arts was deze controle „veel strenger, onbeschaamd”8. Daarentegen<br />

vertrok een Duitser direct, toen hij zag, dat Mevrouw G. een baby zat te voeden<br />

en zij zeide, dat er geen mannen in huis waren9. Soms, zoals in Tuindorp-Vreewijk,<br />

kwam een luidsprekerwagen opdagen. Er werd bekend gemaakt, dat men zich nu<br />

nog ongestraft kon melden; degene die bij huiszoeking nog zou worden gevonden,<br />

zou doodgeschoten worden. Enkelen die zich ’s morgens verborgen hadden gehouden,<br />

gingen zich daarop melden. In de laan waar S. woonde, vijf man.<strong>10</strong><br />

1 Rapport <strong>van</strong> de hoofdagent <strong>van</strong> politie Th. P. de J., <strong>Rotterdam</strong>, 29 <strong>De</strong>cember 1948.<br />

2 Verslag <strong>van</strong> de bespreking met L., blz. 8.<br />

3 Brief <strong>van</strong> D. J. B., Schiedam, 12 Juni 1948.<br />

4 Brief <strong>van</strong> Mevr. P. W. S. <strong>van</strong> W. aan R. v. O., <strong>Rotterdam</strong>, Juni 1948.<br />

6 Verslag <strong>van</strong> de bespreking met J. W. B., blz. 1 en 2.<br />

6 Verslag <strong>van</strong> de bespreking met D. de G., blz. 1 en 2.<br />

7 „Het Roode Kruis contra Hakenkruis”. Kampen. Blz. 19 tot en met 37.<br />

8 Verslag <strong>van</strong> de bespreking met E., blz. 2.<br />

9 Verslag <strong>van</strong> de bespreking met J. W. G., blz. 3.<br />

<strong>10</strong> Brief <strong>van</strong> C. S. aan R. v. O., <strong>Rotterdam</strong>, 9 Mei 1949.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!