De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
80 DE RAZZIA IN DE BUITENWIJKEN<br />
fen? Zou het huisraad worden vernield of de gehele woning in brand worden gestoken?<br />
<strong>De</strong> <strong>Rotterdam</strong>mers hadden nog niet zo heel lang geleden ervaren, dat de Duitsers<br />
ook daar niet voor terugdeinsden.<br />
Onder deze druk kwamen de Duitsers steeds dichter in de buurt. In menig gezin<br />
was de beslissing dan reeds gevallen. Lang niet overal golden dezelfde overwegingen,<br />
maar wel waren zij bepaald door bovengenoemde factoren. Dit moge aan de hand<br />
<strong>van</strong> enkele voorbeelden worden geïllustreerd.<br />
In de eerste plaats was er dus de angst voor represailles door de Duitsers. Zij hadden<br />
het Bevel niet ondertekend en ook niet precies gezegd, welke straffen uitgevoerd<br />
zouden worden, wanneer zij de mannen bij huiszoeking nog zouden vinden. Het gaf<br />
een gevoel <strong>van</strong> onzekerheid. „Je wist niet wat ze zouden doen, als je niet meeging,<br />
dus ik ging weg”, 1 vertelde een arts. K. was in de gelegenheid weg te kruipen; hij<br />
had het zelfs gedaan. Maar zozeer was de angst voor de Duitsers gekoppeld aan het<br />
beruchte optreden <strong>van</strong> de Grüne Polizei, dat hij zijn schuilplaats weer verliet. „<strong>De</strong><br />
risico, dat de groene politie mij vond”, zo schrijft hij in zijn dagboek, „was te groot<br />
en het liet zich maar raden, wat er dan met mij gebeurde” .2 Wilde verhalen over<br />
terechtstelling op staande voet en voor de deur <strong>van</strong> de eigen woning deden de ronde.3<br />
Het knallen der geweerschoten riep herinneringen wakker aan het onverbiddelijke<br />
optreden der Duitsers, wanneer zij de weerspannige bevolking er onder wilden<br />
houden. Van Z., in Charlois wonende, zegt dit op de volgende wijze:<br />
„Geweerschoten knalden nu onafgebroken. Enige straten verder werden de mannen uit<br />
de huizen gehaald, zo vertelde men. Wij dachten allen aan Apeldoorn en Utrecht en zeiden<br />
tegen elkaar: ,,Er worden vast al verscheidene mannen doodgeschoten en je zult het zien,<br />
straks leggen ze ook in onze straat een paar lijken neer voor afschrikwekkend voorbeeld”.4<br />
Ofschoon de Duitsers tijdens de <strong>razzia</strong> niet zo zijn opgetreden, verlamden deze<br />
geruchten elke weerstand bij hen, die daarvoor vatbaar bleken. Ook Van Z., die later in<br />
zijn straat de Duitsers zag binnendringen, wachtte gelaten af dat hij werd weggehaald.<br />
Niet alleen de angst voor het eigen bestaan, maar ook het onzekere lot <strong>van</strong> de<br />
vrouw wanneer men zich niet ging melden, maakte velen murw. „En als de Moffen<br />
geen man vonden, wat zouden zij dan met de vrouw doen?” 5 Uit angst voor het jonge<br />
kind drong soms de vrouw er bij de man op aan maar te vertrekken. V’s vrouw, die<br />
kort tevoren bevallen was, zei:<br />
„Je moet zelf weten wat je doet, maar denk er aan, we hebben nu een kind, waar wij voor<br />
moeten. . . zorgen, dat het door de oorlog komt. Zie met de buren te overleggen wat je<br />
moet doen”. Ik heb toen gezegd: „Ik wacht af tot zij kom en. . . Misschien halen zij eerst op,<br />
wat buiten komt. Komen zij aan de deur en naar binnen, dan ga ik mee” .6<br />
1 Verslag <strong>van</strong> de bespreking met E., blz. 2.<br />
2 Dagboek <strong>van</strong> H. K.<br />
3 Vragenlijst, ingevuld door L. R.<br />
4 Relaas <strong>van</strong> de belevenissen <strong>van</strong> P. L. <strong>van</strong> Z.<br />
5 a. Verslag <strong>van</strong> de belevenissen <strong>van</strong> H. K.<br />
b. Bijlage bij de vragenlijst, ingevuld door L. M. V.<br />
c. Aantekeningen <strong>van</strong> W. W. H. C., geen datum.<br />
0 Verslag <strong>van</strong> de bespreking met J. H. V., blz. 5.