De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
DE RAZZIA IN DE BUITENWIJKEN 75<br />
in de klem. Ieder moet absoluut zelfstandig handelen, zoals parachutisten dat moeten, wanneer<br />
zij zijn neergelaten in vijandelijk gebied. Alleen dit verschil is er, wij hebben daarvoor<br />
geen opleiding gehad. Zolang wij nog niets definitiefs weten wachten wij maar gelaten af.<br />
D e spanning wordt echter steeds groter. In de buurt horen wij steeds maar geweerschoten<br />
knallen. Wat gebeurt er toch allemaal?” 1<br />
Toen echter langzamerhand meer Duitsers op de hoeken <strong>van</strong> de straten verschenen,<br />
biljetten werden uitgereikt en de luidsprekerwagens soms straten ver te horen waren,<br />
sprong de Jobstijding de Duitsers als het ware vooruit en probeerden de <strong>Rotterdam</strong>mers<br />
nog zo snel mogelijk overleg met elkaar te plegen. Daar waar de Duitsers te<br />
ver waren opgedrongen, was men aangewezen op buur of dichtbij wonende vriend.<br />
H. die <strong>van</strong> zijn vader gehoord had, dat soldaten een <strong>razzia</strong> uitvoerden, ging de tuin in<br />
en zocht een buurjongen op. Daar zij niet meer weg konden komen, besloten zij maar<br />
af te wachten.2<br />
In sommige buitenwijken <strong>van</strong> <strong>Rotterdam</strong> was omstreeks het aanbreken <strong>van</strong> de dag<br />
nog wel gelegenheid om elders onder te duiken. <strong>De</strong> strijd, die er tussen verschillende<br />
personen is gevoerd, om <strong>van</strong> deze mogelijkheid wel of niet gebruik te maken, schetst<br />
L. als volgt:<br />
,,Ik was Vrijdag <strong>10</strong> November <strong>1944</strong> tijdig opgestaan, om de nieuwsberichten <strong>van</strong> 7 uur <strong>van</strong><br />
de B.B.C. Home Service niet te missen en om mijn schoonmoeder, die tijdens de afwezigheid<br />
<strong>van</strong> mijn vrouw en mijn jonggeboren tweede zoon de huishouding zo’n beetje bijhield, nog<br />
even te kunnen helpen voor ik naar kantoor zou gaan. Radionieuws was er niet en ik was dus<br />
nogal verwonderd toen een collega op de toen nog functionerende electrische bel drukte en<br />
met een opgewonden stem vroeg „of ik het ook al gehoord had” . Toen ik hem vertelde, dat<br />
er niets te horen viel, omdat het ochtendnieuws weer eens volkomen negatief was geweest,<br />
werd hij duidelijker en zei: „Man, heel Hillegersberg is afgezet; er kan geen muis meer in<br />
o f uit, alle mannen tussen 17 en 40 jaar gaan voor de bijl. We gaan naar Moffrika, daar kun<br />
je vast op rekenen!” Onnodig te zeggen, dat ik er minder dan niets voor voelde en dat vertelde<br />
ik hem dan ook in beslist niet gekuiste taal. Maar er was volgens hem niets meer aan te doen.<br />
We zouden naar Moffenland gaan en daarmee was alles gezegd. Nu was daarmee volgens<br />
mij lang nog niet alles gezegd en dus gingen we op verkenning. We waren nog maar enkele<br />
straten ver, toen het ons duidelijk werd, dat er inderdaad iets broeide en al gauw kwamen<br />
we aan een wijkafzetting waar iedereen, ook vrouwen en kinderen, door Duitsers naar huis<br />
werden gestuurd met de welgemeende raad maar rustig af te wachten, want we zouden allemaal<br />
heus wel aan de beurt komen. Nu moet ik even opmerken dat de hele geschiedenis nogal<br />
gemoedelijk ging, daar in de noordelijke buitenwijken <strong>van</strong> <strong>Rotterdam</strong>, veel gemoedelijker<br />
inderdaad dan de volgende dag toen gebleken was, dat er in de buitenwijken nogal wat<br />
door de mazen <strong>van</strong> het net geslipt waren en het stadscentrum veel venijniger werd aangepakt,<br />
waarbij natuurlijk de gebruikelijke intimidatiemiddelen — machinegeweren en handgranaten<br />
— niet ontbraken. We begrepen dat we bij die militaire afzetting op een bar ongezond<br />
stukje <strong>Rotterdam</strong> stonden en hebben het daarom maar, om met de tijd mee te gaan, volgens<br />
de plannen ontruimd. We zijn toen naar het huis <strong>van</strong> mijn collega gelopen, die even als ik in<br />
de omgeving <strong>van</strong> het kantoor en werkplaats annex magazijnen <strong>van</strong> onze werkgever woont.<br />
Ik vond daar tot mijn niet geringe verbazing zijn vrouw bezig een grote rugzak met kleding<br />
en wat levensmiddelen te vullen, met het kennelijke doel hem die mee te geven als hij straks<br />
in de loop <strong>van</strong> de morgen of middag persoonlijk uitgenodigd zou worden zijn krachten aan de<br />
„Führer aller Germanen” te gaan wijden. We begonnen onmiddellijk te bekvechten, want ik<br />
had al voor me zelf uitgemaakt, dat ik beslist die vriendelijke uitnodiging zou moeten afslaan,<br />
terwijl hij blijkbaar een andere opvatting had. Na enig argument zijn we het dan eens geworden<br />
over de zaak en heeft ook hij besloten, dat hij liever thuis zou blijven. Toen we zo ver<br />
1 Relaas <strong>van</strong> de belevenissen <strong>van</strong> P. L. <strong>van</strong> Z., blz. 8 en 9.<br />
2 Bijlage bij de vragenlijst ingevuld door P. J. J. <strong>van</strong> der H.