De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
MOTIEVEN VAN MILITAIRE AARD 53<br />
die hiervoor door de Chefintendant beim WBN op 15 Juni <strong>1944</strong> waren uitgevaardigd,<br />
waren niet meer voldoende. Volgens deze richtlijnen konden de aan de WBN ondergeschikte<br />
troependelen in bepaalde gevallen (b.v. voor het aanleggen <strong>van</strong> verdedigingswerken<br />
en voor opruimingswerk na luchtaanvallen) civiele arbeidskrachten<br />
vorderen. Om zich <strong>van</strong> deze arbeidskrachten te verzekeren kon gebruik gemaakt<br />
worden <strong>van</strong> Feldgendarmerie, Polizei- of Wehrmachtson&ex&élzn. In het algemeen<br />
echter konden deze richtlijnen slechts worden toegepast in overeenstemming met de<br />
Hauptabteilung Soziale Verwaltung <strong>van</strong> het Rijkscommissariaat. Daar dit in bepaalde<br />
gevallen te omslachtig zou kunnen zijn, was tevens bepaald, dat in geval <strong>van</strong> Aus-<br />
nahmezustand of <strong>van</strong> overname <strong>van</strong> het uitvoerend gezag door de WBN, zijn troepen-<br />
commandanten via de Ortskommandanturen hun eis direct tot de burgemeesters<br />
konden richten.1<br />
Nu door het verlies <strong>van</strong> Frankrij k en België de militaire situatie oneindig meer precair<br />
was geworden en er tevens stellingen in Nederland op veel groter schaal geprojecteerd<br />
en uitgevoerd moesten worden dan ooit tevoren, werd op 30 Augustus <strong>1944</strong> een<br />
door Hitler ondertekend bevel uitgevaardigd, waarin de taken en verantwoordelijkheden<br />
waren omschreven <strong>van</strong> hen, die met de uitvoering belast waren. In het bezette<br />
Nederlandse gebied (met uitzondering <strong>van</strong> Limburg) berustte het militaire<br />
gedeelte <strong>van</strong> de werkzaamheden bij de Wehrmachtsbefehlshaber in den Niederlanden.<br />
<strong>De</strong> Organisation Todt moest haar technisch apparaat beschikbaar stellen en vakkundig<br />
toezicht op de werkzaamheden uitoefenen. Aan de Rijkscommissaris Seyss-<br />
Inquart werd opgedragen de nodige arbeidskrachten te verschaffen.2<br />
Behalve het bezettingsleger onder bevel <strong>van</strong> de WBN, bevonden zich in September<br />
<strong>1944</strong> in ons land ook Duitse troepen, die na de ineenstorting <strong>van</strong> het Duitse front<br />
in Frankrijk zich inderhaast op defensieve stellingen in Nederland hadden teruggetrokken.<br />
Voor het snel opwerpen <strong>van</strong> deze stellingen had dit operationele leger<br />
(het 15e) eveneens een onmiddellijke behoefte aan een groot aantal arbeidskrachten.<br />
Door een bevel <strong>van</strong> de Führer <strong>van</strong> September <strong>1944</strong> werd het mogelijk gemaakt,<br />
dat onderdelen <strong>van</strong> dit 15e leger zelfstandig mannen konden vorderen. <strong>De</strong> strekking<br />
<strong>van</strong> dit bevel was n.1., dat in de bezette gebieden het civiele bestuur gehandhaafd<br />
zou blijven, doch de bevelen <strong>van</strong> de bevelhebbers der opererende legercorpsen moesten<br />
uitvoeren. Tevens konden deze commandanten zelfstandig, zonder de WBN er<br />
in te kennen, bevelen geven.3<br />
Omstreeks dezelfde tijd, dat laatstgenoemd decreet <strong>van</strong> kracht werd, kwam een<br />
groep <strong>van</strong> 15 a 20 officieren <strong>van</strong> de Führungsstab des O K W naar ons land. Zij waren<br />
voorzien <strong>van</strong> bijzondere volmachten, ondertekend door Feldmarschaïï Keitel, en<br />
1 Richtlinien für den Einsatz von Arbeitskraften die durch die Gemeinden aufzubringen sind (Ge-<br />
meindeeinsatz), uitgevaardigd door de Chefintendant beim WBN. B. II. Q.U., 15 Juni <strong>1944</strong>.<br />
2 Zie bijlage 1.<br />
3 Het bevel zelf is tot op heden niet gevonden. Wij volgen hier de verklaringen <strong>van</strong> Rauter en<br />
Christiansen, die t.a.v. deze kwestie volledig overeenstemmen. Zie: Politie <strong>Rotterdam</strong> Centraal<br />
Bureau. Ag.G. No. 42/1946, blz. 19 en 26.