De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
46 DE ARBEIDSINZET IN NEDERLAND<br />
arbeidsbureau worden ontbonden. In de overige bedrijven moest men zich na het<br />
verlaten <strong>van</strong> zijn betrekking bij het arbeidsbureau melden. Op 15 Maart werd in het<br />
Verordeningenblad afgekondigd, dat in beginsel slechts die bedrijven mochten blijven<br />
werken, welke „oorlogs- of levensnoodzakelijk” waren.1 Met het inwerkingtreden<br />
<strong>van</strong> deze verordening werd de sluiting bevolen <strong>van</strong> bedrijven in een aantal met name<br />
genoemde bedrijfstakken.<br />
Al deze maatregelen hadden tot strekking de Arbeitseinsatz straffer te leiden, zodat<br />
de Duitsers de vrijgekomen arbeidskrachten uit de gesloten bedrijven direct zouden<br />
kunnen op<strong>van</strong>gen en op het geschikte moment via de bedrijven beslag zouden<br />
kunnen leggen op de nog werkende arbeiders. Ook deze maatregelen werden door de<br />
Nederlandse bevolking grondig gesaboteerd. Tallozen die zonder werk kwamen en<br />
opgeroepen werden, meldden zich niet, maar doken onder. Seyss-Inquart kon dus<br />
wel in een schrijven aan Lammers berichten, dat hij vast besloten was alle maatregelen,<br />
zoals die in Duitsland genomen waren, ook in Nederland uit te voeren, maar hij<br />
moest er bij opmerken, dat hij geen bestuurs- en partijapparaat zoals Lammers<br />
„im Reiche" tot zijn beschikking had, doch met een „im Wesentlichen widerstrebende<br />
Bevölkerung mit unzulanglichen Exekutivmitteln” te doen had.2<br />
<strong>De</strong> bovengenoemde verordeningen en besluiten betreffende de arbeidsinzet waren<br />
het directe gevolg <strong>van</strong> de slechtere militaire positie, waarin Duitsland was gekomen.<br />
<strong>De</strong>ze schiep echter ook problemen, die betrekking hadden op de militaire veiligheid<br />
<strong>van</strong> de Westeuropese kust. Daar een Geallieerde landing in 1943 volgens de Duitsers<br />
tot de mogelijkheden behoorde en de kustverdediging vrij zwak was, overwoog de<br />
. Wehrmacht in Februari 1943 uit veiligheidsoverwegingen de Nederlandse ex-militai-<br />
ren, voor zover deze in het Westen <strong>van</strong> het land woonden, te interneren.3<br />
Uit het feit, dat de hierboven genoemde verordening <strong>van</strong> de Dreierausschuss (29<br />
Januari 1943) mede-ondertekend was door Keitel blijkt, dat de leiders <strong>van</strong> de Wehrmacht<br />
ook in hoge mate geïnteresseerd waren bij het economisch leven, voor zover dit<br />
betrekking had op de „Reichsverteidigung”. Het oproepen <strong>van</strong> Duitse mannen voor<br />
de militaire dienst kon alleen plaats vinden, als er voldoende arbeidskrachten waren<br />
om deze mannen in de oorlogsindustrie te ver<strong>van</strong>gen. En de oorlogsindustrie zou<br />
slechts wapens voor de nieuwe lichtingen kunnen verstrekken, indien nog meer<br />
arbeidskrachten werden aangevoerd. Bij het overwegen <strong>van</strong> de vraag of men de<br />
Nederlandse militairen in krijgsge<strong>van</strong>genschap zou terugvoeren, heeft het veiligheids-<br />
motief voor de Wehrmacht gegolden, maar even dwingend was de behoefte, deze<br />
krijgsge<strong>van</strong>genen als arbeidskrachten in de oorlogsindustrie in te schakelen.<br />
<strong>De</strong> vraagstukken die betrekking hadden op de oorlogvoering in Afrika en Rusland,<br />
de militaire veiligheid in West-Europa en de aanvoer <strong>van</strong> nieuwe arbeidskrachten<br />
1 Verordening <strong>van</strong> den Rijkscommissaris... betreffende de sluiting <strong>van</strong> de bedrijven. Verordeningenblad,<br />
15 Maart 1943, No. 30/1943.<br />
2 Brief <strong>van</strong> Seyss-Inquart aan Lammers, <strong>De</strong>n Haag, 13 April 1942 (Archief Reichskanzlei, no. 664).<br />
3 Nota <strong>van</strong> Staatssekretar Kritzinger betreffende het resultaat <strong>van</strong> besprekingen <strong>van</strong> 22 en 23<br />
Februari, Berlijn, 24 Februari 1943. Zie voor herkomst noot 2.