De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
28 ROTTERDAM, DE GETEISTERDE STAD<br />
mededeling, dat in het vervolg meer en op grotere schaal luchtaanvallen zouden<br />
worden ondernomen, maar ook, dat deze voor de bevolking gevaren met zich mee<br />
zouden kunnen brengen. Toen de gevolgen <strong>van</strong> het bombardement <strong>van</strong> 3 October<br />
in Londen bekend waren, werd op 9 October nogmaals voor Radio-Oranje over de<br />
luchtaanvallen gesproken. <strong>De</strong> motieven voor deze bombardementen werden herhaald,<br />
maar tevens werd, aan de hand <strong>van</strong> de ervaringen <strong>van</strong> de Duitse bombardementen<br />
op Londen, het volgende verklaard:<br />
„In vele gevallen zijn er bommen kilometers ver <strong>van</strong> die doelen terecht gekomen. Het<br />
mikken met bommen wordt nog moeilijker wanneer men te doen heeft met doelen, die zich<br />
minder duidelijk aftekenen dan het water <strong>van</strong> een havenbassin, wanneer men bijv. een<br />
rangeerterrein o f een fabriek moet treffen, die nabij woonwijken liggen. Het is dan vrijwel<br />
onmogelijk om niet tevens schade toe te brengen aan burgereigendommen. Komt daar nog<br />
bij, zoals altijd het geval is, dat het afweergeschut en de zoeklichten <strong>van</strong> de verdediging in<br />
actie treden en de aanvallende bommenwerpers snel moeten handelen, dan wordt het gevaar<br />
voor de burgerbevolking nog groter. Wij zeggen U dit ronduit, wetende dat wij vertrouwen<br />
kunnen op Uw gezonde verstand, en wij voegen hier aan toe: wilt gij dit soort gevaar vermijden,<br />
verlaat dan zoveel mogelijk de omgeving der havens langs de Nieuwe Waterweg en<br />
die der rangeerterreinen <strong>van</strong> <strong>Rotterdam</strong>. Dit zegt Radio-Oranje namens de Nederlandse<br />
Regering en niet alleen tot U, maar ook tot de betrokken Nederlandse autoriteiten. Wij zijn<br />
ons volkomen bewust, dat wij met deze raad aan een deel der bevolking <strong>van</strong> het huidige<br />
<strong>Rotterdam</strong> een soort verhuizing opleggen, maar wij menen, dat U nog beter naar andere<br />
en veiliger plaatsen kunt trekken dan U te blijven blootstellen aan dit soort gevaar, dat zal<br />
voortduren zolang de Duitsers <strong>Rotterdam</strong> gebruiken als een belangrijk transportcentrum<br />
in het kader hunner oorlogvoering.” 1<br />
<strong>De</strong>ze mededeling versterkte de angst voor de bombardementen en vergrootte de<br />
dagelijkse uittocht uit de stad. <strong>De</strong> tienduizenden, die niet in de gelegenheid waren de<br />
stad te verlaten of buiten de stad te overnachten, wachtten in gelatenheid af wat de<br />
toekomst zou brengen.2<br />
Ofschoon angst voor bombardementen vrijwel de gehele bezettingstijd onder de<br />
<strong>Rotterdam</strong>se bevolking aanwezig was, nam dit wegtrekken <strong>van</strong> een deel <strong>van</strong> de bevolking<br />
toch langzamerhand af. Reeds midden 1942 was het aanmerkelijk minder.<br />
Het nam enigszins toe na het bombardement <strong>van</strong> 31 Maart 1943, maar nam daarna<br />
ook weer snel af.<br />
1 Uitzending <strong>van</strong> Radio-Oranje <strong>van</strong> 9 October 1941.<br />
2 Duidelijk komt dit tot uitdrukking in de volgende dagboekaantekeningen daterend uit 1941<br />
en 1942.<br />
a. „8 October. Nerveuze stemming over het bombardement <strong>van</strong> Vrijdag j.1.. . . Er is een drang<br />
om te gaan wonen in de buitengemeenten, maar waar wil men al die mensen gaan laten?<br />
Een aanwijzend o f geruststellend woord <strong>van</strong> de overheid wacht men af.”<br />
„<strong>10</strong> October. Er is nog steeds een nerveuze stemming en angst voor nieuwe onheilen.”<br />
„<strong>11</strong> October. . . . Velen vertrekken o f brengen vrouw en kinderen weg. Onzekere toekomst.”<br />
„13 October. Zeer nerveuze en gespannen toestand in de stad. Ieder voorval kan leiden tot<br />
panieken. Wie uit de stad kan, vertrekt. Maar dit blijft nog maar een fractie <strong>van</strong> de bevolking.”<br />
(Uittreksel uit het dagboek <strong>van</strong> H. de J.)<br />
b. „20 Januari 1942. Uit <strong>Rotterdam</strong> zijn ongeveer 50.000 mensen vertrokken wegens de vele<br />
bombardementen, voor een groot deel zijn dit gegoede burgers.” (H. Mees: Mijn oorlogsdagboek,<br />
blz. 212.)