De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ROTTERDAM NA DE RAZZIA 221<br />
fluisterden als het ware: „Al zouden wij ook alles kwijt raken, als we onze mannen maar<br />
terugkrijgen”.<br />
Het was in zekere zin gemakkelijker om in de ruimte tegenover 20 of 30 vrouwen op een<br />
stoep om je heen in het algemeen te zeggen: „Het kan niet”, „we weten niets”, „wij zullen<br />
zien wat wij kunnen doen”, dan het tegen deze zielige figuren te zeggen, die in de grootste<br />
bescheidenheid hun nood kwamen klagen. Maar ook hieraan moest een eind komen, want<br />
inderdaad wij wisten niets”.1<br />
Op Maandagavond 20 November werden in de pers en op aanplakbiljetten de<br />
eerste maatregelen inzake een nooduitkering bekend gemaakt. <strong>De</strong> mededeling luidde:<br />
„<strong>De</strong> regeling inzake de uitkeringen aan de gezinnen, waar<strong>van</strong> de kostwinners door de<br />
actie <strong>van</strong> de Duitse Weermacht <strong>van</strong> <strong>10</strong> en <strong>11</strong> November <strong>1944</strong> zijn getroffen, kon door de<br />
Overheid nog niet definitief worden vastgesteld. Verwacht mag worden, dat dit binnenkort<br />
wel het geval zal zijn. Doordrongen <strong>van</strong> het feit, dat vele gezinnen <strong>van</strong> hen, die geen werkgever<br />
hadden, thans geen geld hebben om in de noodzakelijkste levensbehoeften te voorzien,<br />
hebben enige <strong>Rotterdam</strong>se burgers, om de materiele nood te lenigen, gelden aan de Scheep-<br />
vaart-Vereniging Zuid te <strong>Rotterdam</strong> ter beschikking gesteld om — in afwachting <strong>van</strong> de tot<br />
standkoming <strong>van</strong> de definitieve regeling — zo nodig tweemaal een bedrag uit te keren aan<br />
die gezinnen, die zonder geldmiddelen zijn.<br />
Dit is uitsluitend bedoeld als een tijdelijke hulpverlening in noodzakelijke gevallen.<br />
Voor deze nooduitkering komen uitsluitend in aanmerking de gezinnen <strong>van</strong> gehuwden en<br />
erkende kostwinners, die geen werkgever hadden (dus niet in loondienst waren) en directe hulp<br />
behoeven. Er wordt hierbij <strong>van</strong> uitgegaan, dat alle werkgevers a ls tijd elijk e m a a treg el<br />
het loon of wachtgeld <strong>van</strong> hun door bovengenoemde maatregelen getroffen werknemers<br />
doorbetalen totdat de definitieve regeling in werking treedt.<br />
Aan deze regeling zal zoveel mogelijk terug werkende kracht worden verleend”.2<br />
Verder werden de adressen genoemd, waar men zich voor de nooduitkering kon<br />
melden.<br />
Van 22 November tot 2 <strong>De</strong>cember werden aan omstreeks 4500 personen twee uitkeringen<br />
<strong>van</strong> f 25,— per gezin verstrekt. In totaal werd f 258.250,— uitbetaald. <strong>De</strong><br />
in het aanplakbiljet genoemde „<strong>Rotterdam</strong>se burgers” waren de <strong>Rotterdam</strong>se Bank-<br />
vereniging, R. Mees & Zoonen, de Kamer <strong>van</strong> Koophandel te <strong>Rotterdam</strong> en de Heineken’s<br />
Bierbrouwerij. Aan<strong>van</strong>kelijk meende men, dat voor de nooduitkeringen<br />
gedurende de eerste weken een bedrag zou noodig zijn <strong>van</strong> f 600.000. Teneinde de<br />
lasten te verdelen werd een consortium samengesteld; de beide banken stelden ieder<br />
f200.000, de andere participanten ieder f <strong>10</strong>0.000 ter beschikking. Na de bevrijding<br />
werd het uitgekeerde geld, f 258.350, aan de beide banken die het geld uitbetaald<br />
hadden, door de Nederlandse Staat terugbetaald.3<br />
Inmiddels werden besprekingen gevoerd om tot een definitieve regeling <strong>van</strong> de<br />
zijde <strong>van</strong> het Gewestelijk Arbeidsbureau te komen. Op Donderdag 23 November<br />
werd in de pers bekend gemaakt dat „binnen afzienbare tijd” overgegaan zou worden<br />
1 Verslag <strong>van</strong> de bespreking met H., blz. 15— 18.<br />
2 Mededelingen inzake nood-uitkering, <strong>Rotterdam</strong>, 20 November <strong>1944</strong>.<br />
3 a. Kort overzicht <strong>van</strong> de door de bureaux <strong>van</strong> R. Mees & Zoonen, de <strong>Rotterdam</strong>se Bankvereniging<br />
N. V. en de Scheepvaart Vereniging Zuid, verrichte uitbetaling <strong>van</strong> nooduitkeringen . . . <strong>Rotterdam</strong>,<br />
8 <strong>De</strong>cember <strong>1944</strong>.<br />
b. Brieven <strong>van</strong> de <strong>Rotterdam</strong>se Bank, <strong>Rotterdam</strong> 2 en 7 Februari 1949, met bijlagen.<br />
c. Brief <strong>van</strong> het Gewestelijk Arbeidsbureau aan de Scheepvaart Vereniging Zuid, <strong>Rotterdam</strong>,<br />
4 April 1946.<br />
d. Brief <strong>van</strong> de Scheepvaart Vereniging Zuid aan R. Mees & Zonen, <strong>Rotterdam</strong>, 17 April 1946.