De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ROTTERDAM NA DE RAZZIA 2 1 7<br />
als gefluisterd werd. <strong>De</strong> onderduikers konden zich weer op straat begeven, gedekt<br />
door valse papieren, en moesten slechts oppassen voor de Duitsers. Toch was de<br />
vrees voor verraad niet geheel ongerechtvaardigd geweest. Aan Duitse instanties<br />
waren brieven geschreven, waarin verraden werd waar mensen ongergedoken zaten.<br />
Contactpersonen <strong>van</strong> de illegaliteit in de commandobunker <strong>van</strong> Generalmajor<br />
Kistner en bij de posterijen wisten een aantal <strong>van</strong> deze brieven te onderscheppen en<br />
gaven ze door aan de illegaliteit. <strong>De</strong>ze reageerde hier o.a. op door de verraders te<br />
dreigen met het nemen <strong>van</strong> maatregelen. Tegen bijzonder gevaarlijk geachte personen<br />
werd scherp opgetreden. Op een vrouw, die een aantal mannen had verraden (men<br />
spreekt <strong>van</strong> zeven), werd op 19 November door „twee onbekende personen” een<br />
aanslag gepleegd.1 Bovendien werd in de plaatselijke illegale pers in scherp afkeurende<br />
en dreigende bewoordingen over het verraad tijdens en na de <strong>razzia</strong> geschreven.<br />
In <strong>De</strong> Vrije Pers <strong>van</strong> 14 November stond:<br />
„Reeds nu horen wij berichten <strong>van</strong> jaloerse boven-, onder- of naburen die zo afgunstig zijn<br />
over het feit, dat hun buurman door verstoppen o f op andere wijze de dans ontsprongen is,<br />
terwijl hun eigen man of zoon gepakt is („zich heeft laten weghalen o f zich aangemeld heeft”<br />
zal het in deze gevallen wel zijn), dat zij er niet voor terugdeinzen hun vrijgebleven stadgenoot<br />
aan te geven. Wij willen er met grote nadruk op wijzen, dat het verraad <strong>van</strong> landgenoten<br />
aan de vijand, één <strong>van</strong> de meest droevige verschijnselen uit deze bezettingstijd, niet alleen<br />
door de publieke opinie tot de ergste wandaden gerekend wordt, die men begaan kan, maar<br />
ook volgens de nieuwste strafwetsbepalingen op uiterst gestrenge wijze gestraft zal worden.<br />
Wie zich thans tot zo iets verlaagt kan er zeker <strong>van</strong> zijn, zijn gerechte straf te zijner tijd niet<br />
te zullen ontlopen!”” 2<br />
Verder werd in een aantal scherp gestelde pamfletten het „onvaderlandslievende,<br />
liederlijke bedrijf” aan de kaak gesteld en werden ook hierin repressailles aangekon-<br />
digd. „Een ieder, die het verraderssysteem der NSB op een ander toepast, zal als hoogverrader<br />
met de kogel worden gestraft”, zo dreigde een dezer pamfletten.3 En een<br />
ander sprak een even onverzoenlijke taal.1 Door middel <strong>van</strong> de pers gaf de illegaliteit<br />
blijk <strong>van</strong> haar houding tegen de gevaarlijke elementen <strong>van</strong> de bevolking. Daarnaast<br />
bleef zij waakzaam en signaleerde zij, dat op Zondag 12 en Maandag 13 November<br />
nog mensen opgepakt waren. Met de meeste klem waarschuwde zij de mannen, zich<br />
niet zonder bewijs <strong>van</strong> vrijstelling op straat te begeven.5<br />
Inderdaad vonden op Zondag en Maandag in verschillende delen <strong>van</strong> de stad nog<br />
kleinere <strong>razzia</strong>’s plaats. Op pleinen en straten en uit tramwagens werden, hoewel op<br />
1 a. Verslag <strong>van</strong> de bespreking met K. R., blz. 6.<br />
b. Verslag <strong>van</strong> de bespreking met A. J. M. N., blz. 14.<br />
c. Verslag <strong>van</strong> de bespreking met J. P. S. en F. D ., blz. 8, 9.<br />
d. Verslag <strong>van</strong> de bespreking met Ch. P. J. <strong>van</strong> der S., blz. 6.<br />
e. Dagrapport no. 5558 <strong>van</strong> de Staatspolitie <strong>Rotterdam</strong>, 20 November <strong>1944</strong>.<br />
ƒ. Dagboek <strong>van</strong> Mevrouw Th. G. H. <strong>van</strong> R.— M., blz. 45.<br />
2 <strong>De</strong> Vrije Pers, 14 November <strong>1944</strong>.<br />
3 Pamflet Zeer dringende waarschuwing. . .<br />
4 „<strong>De</strong> ondergrondse organisaties waarschuwen allen, <strong>van</strong> oud tot jong, dat ieder, die zich opzettelijk<br />
of onopzettelijk aan dergelijk verraad schuldig maakt, zijn o f haar eigen doodvonnis tekent” .<br />
Pamflet: Scherpe waarschuwing...”<br />
5 <strong>De</strong> Vrije Pers, 14 November <strong>1944</strong>.