De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
188 HET VERVOER PER TREIN<br />
een wagon uit <strong>Rotterdam</strong> vertrok met dertig mannen en later in <strong>De</strong>lft werd volgestopt.<br />
<strong>De</strong> situatie die daarbij ontstond, beschrijft B. in zijn dagboek als volgt:<br />
„Onze deur werd opengegooid en een groot aantal mannen werd onze wagon ingedreven.<br />
Op ’t laatst riepen we: „’t Is hier vol”, maar er werden er steeds meer naar binnen gestuwd.<br />
We werden in een hoek gedrongen, zo dicht tegen elkaar aan dat we ons bijna niet meer bewegen<br />
konden. Toen er werkelijk niemand meer bij kon werd de deur weer afgegrendeld.<br />
Er waren sommigen zo in de verdrukking geraakt, dat ze kermden <strong>van</strong> pijn. Anderen uitten<br />
vreselijke verwensingen. Als het zo doorging werden er vast doodgedrukt. Het was een<br />
hels spektakel totdat er iemand riep: „Licht maken jongens, en bagage ophangen”. Gelukkig<br />
konden we aan haken en balken onze koffers bevestigen en kwam er op die wijze wat ruimte<br />
vrij. Toch bleef onze positie hachelijk: we kregen gebrek aan lucht. Iemand kwam op ’t idee<br />
om de ventilatierekken los te slaan en toen dat met behulp <strong>van</strong> een losse balk gelukt was<br />
kwamen er twee flinke openingen, die ons niet alleen voor verstikking vrijwaarden maar<br />
meteen aan de dichtstbijstaanden vergunden naar buiten te kijken”.1<br />
<strong>De</strong>ze dagboekschrijver vermeldt dat onderweg 8 mannen uit de rijdende trein<br />
sprongen en dat er in Putten nog enige personen verdwenen. Toen kon men zitten,<br />
maar, zo merkt hij op „zoals men op een bobslee doet: achter elkaar, de benen aan<br />
weerszijden langs het lichaam <strong>van</strong> de voorman” . Op den duur was ook deze houding<br />
niet te verdragen en gaven velen de voorkeur aan staan. Zo werd men naar Lehrte<br />
(<strong>10</strong> km voorbij Hannover) vervoerd. <strong>De</strong> reis duurde vier dagen en vier nachten.<br />
In de meeste wagons was geen stro; in sommige lag paardenmest,2 in andere hing<br />
door de vervuiling een verstikkende atmosfeer. Wel trachtte men op allerlei manieren<br />
de faeces en de urine uit de wagons te houden, maar de gebrekkige wijze waarop dit<br />
moest geschieden, had soms onaangename gevolgen. Zo urineerde men wel door de<br />
schuifdeuren <strong>van</strong> de wagon, die soms een eindje open waren of maakte men een gat<br />
in de wand of in de vloer. Maar indien dit niet mogelijk was, werd de urine in blikjes<br />
of pannetjes opge<strong>van</strong>gen en door een ventilatieluikje dat boven in de wagon zat,<br />
weggegooid. <strong>De</strong> ontlasting werd soms opge<strong>van</strong>gen op papier, maar ook tilde men de<br />
mensen op en hield hen buiten het gat en liet de faeces op deze wijze verdwijnen. Bij<br />
het weggooien gebeurde het wel dat door de wind resten <strong>van</strong> de uitwerpselen in de<br />
wagon teruggeslagen werden, zodat de mannen werden bevuild. Er waren ook wagons<br />
waar men de behoeften niet kon weggooien.3 Soms werden de mannen uit de wagons<br />
gelaten en mochten zij langs de spoorbaan vertoeven. Meestal was de tijd dat men<br />
uit de wagons mocht, echter zeer kort en moest men de rest <strong>van</strong> de dag in de wagons<br />
blijven, in enkele gevallen zelfs met de grendels erop.4<br />
1 Dagboek <strong>van</strong> P. B. Zie ook:<br />
Verslag <strong>van</strong> de bespreking met L. de J., blz. 7.<br />
2 a. Brief <strong>van</strong> A. W. J. N., 27 Juni 1948.<br />
b. Brief <strong>van</strong> J. F. den R., 20 Juni 1948.<br />
3 a. Herinneringen uit de vorderingstijd, door J. P., blz. 20.<br />
b. Onze deportatie naar Duitsland, door Th. J., blz. 4, 5.<br />
c. Verslag <strong>van</strong> de bespreking met L. de J., blz. 8.<br />
d. Verslag <strong>van</strong> de bespreking met F. ten K., blz. 5—7.<br />
4 a. Herinneringen uit de vorderingstijd, door J. P., blz. 17.<br />
b. Dagboek <strong>van</strong> R. O., blz. 7.