De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
138 OP DE VERZAMELPLAATSEN<br />
ontziende vijand, en de voortdurende bewaking, waren voldoende om elke neiging<br />
tot verzet in de kiem smoren. Zelfs daar waar het zingen een licht uitdagend karakter<br />
droeg, wist men hoe ver men kon gaan. En wanneer een enkeling zich al mocht willen<br />
verzetten, de wapens die dreigend werden gericht, spraken een te duidelijke taal.<br />
Het incident, dat zich op het Nenijtoterrein afspeelde en waarbij de reserve-luitenant<br />
Boot op staande voet werd neergeschoten, bewijst wel dat de consignes <strong>van</strong> de Duitsers<br />
streng en onverbiddellijk waren.<br />
Het gevaar waarin de <strong>Rotterdam</strong>mers zouden komen te verkeren, wanneer zij hun<br />
berustende houding lieten varen, was hun dan ook wel bekend. G., die met de auteur<br />
<strong>van</strong> dit werk hierover sprak, merkte op:<br />
„U moet niet vergeten, ze liepen met machinepistolen en dat was een beroerd gezicht.” 1<br />
En een ander die in de autobusgarage aan de Sluisjesdijk zat, zei:<br />
„In het algemeen was er geen gevoel <strong>van</strong> verzet aanwezig. Daarvoor zag men te veel Duitse<br />
soldaten, opgestelde mitrailleurs en hoopjes handgranaten liggen alsmede zgn. pantservuisten.<br />
„Uitbreken” zou betekenen, dat men toch weer naar zijn woning terug moest over zwaar<br />
bewaakte straten en onderduiken met alle moeilijkheden, die daarbij kwamen.” 2<br />
<strong>De</strong> opmerking <strong>van</strong> de laatste zegsman, dat men over zwaar bewaakte straten naar<br />
huis zou moeten terugkeren, wijst er op dat <strong>van</strong> de zijde <strong>van</strong> de bevolking niet veel<br />
hulp te verwachten was. Zolang de vorderingsactie nog gaande was, kon men zich<br />
niet op straat bewegen. <strong>De</strong> achtergebleven bevolking was voorts even geïntimideerd en<br />
machteloos als de gevorderden. Men kwam niet op straat voor de Duitsers uit de<br />
buurt verdwenen waren of althans de afzettingen hadden opgeheven. Daarna pas<br />
kwamen de meeste vrouwen en oudere mannen op straat om degenen, die weggevoerd<br />
waren, nog wat na te brengen.<br />
Aan het Nenijtoterrein gooiden vrouwen pakjes voedsel of kleren voor hun mannen<br />
over het hek3. Aan de Marinierskazerne stonden de vrouwen in een weiland en<br />
wierpen pakjes over een sloot4. Aan de Heineken’s Bierbrouwerij werden door enkele<br />
personeelsleden <strong>van</strong> het bedrijf pakjes aangenomen en aan de mannen doorgegeven.5<br />
Andere vrouwen mochten verzamelplaatsen binnen komen en zochten naar hun<br />
mannen om hun voedsel en kleren te brengen of een vrijstellingspapier, dat zij bemachtigd<br />
hadden. Zo op het Nenijtoterrein 6, in het Beursgebouw 7 en aan de Mari-<br />
1 Verslag <strong>van</strong> de bespreking met M. G., blz. 8.<br />
2 a. Verslag <strong>van</strong> de bespreking met L. R., blz. 3.<br />
b. Zie voor de havenloodsen: Verslag <strong>van</strong> de bespreking met C. H., blz. 6.<br />
3 a. Verslag <strong>van</strong> de bespreking met L. C. Van der L., blz. 6.<br />
b. Verslag <strong>van</strong> de bespreking met P. W., blz. 8.<br />
4 a. Verslag <strong>van</strong> de bespreking met K. P. de G., blz. 8.<br />
b. Brief <strong>van</strong> W. M., <strong>Rotterdam</strong>, 30 Januari 1949.<br />
6 Verslag <strong>van</strong> de bespreking met J. S., blz. 2.<br />
6 a. J. B.: Herinneringen aan mijn gedwongen buitenlands verblijf <strong>11</strong> November <strong>1944</strong> — 4 Juli 1945.<br />
b. Brief <strong>van</strong> S. H., 6 Februari 1949.<br />
c. Verslag mej. J. S. E. in: Verslag <strong>van</strong> de bespreking met mej. M. H. T. en mej. J. S. E., blz. 4.<br />
7 a. Verslag <strong>van</strong> de bespreking met W. <strong>van</strong> A., blz. 5.<br />
b. Brief <strong>van</strong> J. S., zomer 1948.