De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
De razzia van Rotterdam. 10-11 november 1944 - KNAW
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>10</strong>4 IN DE BINNENSTAD OP <strong>10</strong> NOVEMBER<br />
zien, dat iets zou uitlekken en de bevolking in de binnenstad zou verontrusten. Blijkbaar<br />
om de gemoederen te kalmeren gaven zij aan de hoofdambtenaren opzettelijk<br />
leugenachtige verklaringen af. Op een vraag <strong>van</strong> een der aanwezige hoofden <strong>van</strong> dienst<br />
of de mannen naar plaatsen buiten ons land zouden worden weggevoerd, werd n.1.<br />
geantwoord, dat zulks niet zou geschieden.1 Veel indruk heeft deze toezegging op hen,<br />
die de onheilspellende tijding vernamen, echter niet gemaakt. Voor zover het bericht<br />
uit de kamer <strong>van</strong> Burgemeester en Wethouders tot anderen doordrong, werd<br />
alleen doorgegeven, dat de mannen weg moesten. Reeds tijdens de bespreking waarschuwde<br />
iemand <strong>van</strong> de afdeling Personeelszaken zijn collega’s met de mededeling:<br />
„Neem de benen. Van de SS zijn ze in het voorgebouw en op de kamer <strong>van</strong> Burgemeester<br />
en Wethouders aan het onderhandelen over het oppikken <strong>van</strong> mensen.<br />
Ga w eg.. . ” 2<br />
<strong>De</strong> bespreking op het Raadhuis en het uitschrijven <strong>van</strong> de vrijstellingspapieren op<br />
de gemeentelijke bureaux hadden ten gevolge, dat via vele kanalen verschillenden op<br />
de hoogte werden gesteld en hun maatregelen konden nemen. Aan een bijkantoor<br />
<strong>van</strong> het Gewestelijk Arbeidsbureau, waar men <strong>van</strong> het Hoofdkantoor vernam, dat een<br />
<strong>razzia</strong> gaande was, besloten de chefs de ambtenaren naar huis te laten gaan.3 Een arts,<br />
werkzaam aan de G.G.D., liet, nadat hij <strong>van</strong> de bespreking op het Raadhuis had gehoord,<br />
zijn zoon halen en in het gebouw onderduiken.4 Een hoofdambtenaar <strong>van</strong> de<br />
RET, die aanwezig was geweest bij het aanhoren <strong>van</strong> de verklaringen <strong>van</strong> Völckers,<br />
vertelde op het kantoor <strong>van</strong> zijn bevindingen, hetgeen anderen aanleiding gaf zich in<br />
eerste opwelling daar te verbergen.5<br />
Berichten uit de buitenwijken drongen echter slechts zelden door. Het gelukte een<br />
vrouw in verpleegsterscostuum de controles bij de Maasbruggen te passeren.6 Een<br />
agent <strong>van</strong> politie en een verpleegster slaagden er in met een Duitse auto via de Maastunnel<br />
de rechteroever <strong>van</strong> de Maas te bereiken. Maar dergelijke „grensoverschrijdingen”<br />
waren toch uiterst gering in aantal en hadden meestal vroeg in de morgen<br />
plaats, toen de passanten zelf soms nog niet eens wisten, wat er precies aan de hand<br />
was. <strong>De</strong> zoëven genoemde agent <strong>van</strong> politie bijv. kwam op het bureau aan de Duiven-<br />
voordestraat, maar hoorde daar alleen wat hij zelf ook reeds wist n.1. „dat niemand<br />
de stad in of uit kon”. Na overleg met zijn commandant probeerde hij naar huis<br />
(in Zuid) terug te keren. Eerst toen hij er na veel vergeefse pogingen eindelijk in was<br />
geslaagd met een motorbootje aan het Charloisse Hoofd te komen en een politiebureau<br />
te bereiken, vernam hij wat er gaande was en las hij de oproep.7<br />
1 Verslag <strong>van</strong> de bespreking met K., blz. 5.<br />
2 Verslag <strong>van</strong> de bespreking met W. v. A., blz. 1.<br />
3 a. Verslag <strong>van</strong> de bespreking met A. B., blz. 1.<br />
b. Verslag <strong>van</strong> de bespreking met B., blz. 1 en 2.<br />
4 Verslag <strong>van</strong> de bespreking met S., blz. 1 en 2.<br />
5 <strong>De</strong>n B. ging ’s avonds weer naar huis en werd de volgende dag gegrepen. Verslag <strong>van</strong> de<br />
bespreking met R. den B., blz. 1.<br />
6 Verslag <strong>van</strong> de bespreking met G. W. B., blz. 1.<br />
7 Brief <strong>van</strong> Th. H. E., <strong>Rotterdam</strong>, Juni 1948.