Bestand (1.6 MB) - VVOG
Bestand (1.6 MB) - VVOG
Bestand (1.6 MB) - VVOG
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
- Het risico op lange termijn van alle gebruikte<br />
geneesmiddelen moet eveneens worden geëvalueerd:<br />
mogelijke risico’s zijn voorkamerfibrilleren en<br />
osteonecrose van de kaak.<br />
Cardiovasculaire ziekten: CHD<br />
- In experimentele en observationele studies werd in<br />
het verleden melding gemaakt van een verlaagd risico<br />
op atherosclerose en CHD bij gebruiksters van H(S)T<br />
(niveau 2, 3).<br />
- Gegevens van observationele (NHS) en gerandomiseerde<br />
(WHI) lijken te wijzen op een verlaagd risico<br />
in de vroege menopauze (ten minste vóór de leeftijd<br />
van 60 jaar en/of minder dan 10 jaar na de menopauze)<br />
(niveau 1, 2). In gerandomiseerde studies met<br />
EPT werd een verhoogd risico op CHD gerapporteerd<br />
bij vrouwen bij wie de behandeling wordt opgestart<br />
op latere leeftijd (ouder dan 70) (WHI) (niveau 1).<br />
- Standaard ET-doses, gebruikt gedurende gemiddeld<br />
6,8 jaar, verlagen de incidentie van CHD bij<br />
vrouwen minder dan 10 jaar na de menopauze (WHI)<br />
(niveau 1).<br />
- Standaard ET-doses, gebruikt gedurende gemiddeld<br />
6,8 jaar, verlagen de incidentie van CHD bij vrouwen<br />
van 50-59 jaar (WHI) (niveau 1).<br />
- Sommige progestagenen kunnen de gunstige effecten<br />
van ET verminderen (bewezen voor MPA) (niveau 1).<br />
- Voorzichtigheid is geboden bij de behandeling<br />
van vrouwen met een hoge LDL-cholesterol; deze<br />
vrouwen lijken een verhoogd risico op CHD door H(S)<br />
T te lopen.<br />
Cerebrovasculaire aandoeningen:<br />
beroerte<br />
- H(S)T (EPT, ET en tibolon) en SERM’s verhogen het<br />
risico op beroerte (niveau 1).<br />
- In afwezigheid van risicofactoren zijn de attributieve<br />
risico’s echter verwaarloosbaar bij vrouwen jonger<br />
dan 60.<br />
- Bij een standaarddosis na de leeftijd van 60 jaar zijn er<br />
8 tot 11 bijkomende gevallen/10.000 vrouwenjaren op<br />
een baseline-incidentie van 26/10.000 vrouwenjaren.<br />
- Observationele studies lijken uit te wijzen dat lage<br />
doses H(S)T gepaard gaan met een lager risico op<br />
beroerte (niveau 2).<br />
- H(S)T is tegenaangewezen bij vrouwen met een<br />
voorgeschiedenis van TIA of beroerte.<br />
- Het individuele cardiovasculaire risico kan worden<br />
geëvalueerd aan de hand van risicomodellen, die we<br />
later zullen bespreken.<br />
Veneuze trombo-embolie (VTE)<br />
- In gerandomiseerde en observationele studies is<br />
gerapporteerd dat HST het risico op VTE verhoogt<br />
(2 tot 3 maal zo hoog) (niveau 1, 2). Dit betekent dat<br />
er in een cohort van 1.000 vrouwen die HST gebruiken<br />
twee extra gevallen optreden per jaar dat HST<br />
wordt gebruikt, dit op een baselinerisico van 1 per<br />
1.000 vrouwenjaren.<br />
- Standaard ET-doses gingen gepaard met een zeldzame<br />
maar significante toename van VTE (WHI) (0,8 extra<br />
gevallen/1.000 vrouwenjaren). De voornaamste<br />
risicofactoren die werden geïdentificeerd, waren<br />
leeftijd, overgewicht, een sedentaire levensstijl en<br />
trombofilie. Het risico is het hoogst gedurende het<br />
eerste behandelingsjaar.<br />
- Dit risico kan lager zijn bij gebruik van lage orale<br />
doses H(S)T of bij gebruik van H(S)T-therapie met<br />
transdermale/percutane oestrogenen (niveau 2).<br />
Risico op borstkanker<br />
- Vrouwen moeten worden geïnformeerd over het feit<br />
dat levensstijlfactoren een invloed hebben op het<br />
borstkankerrisico (postmenopauzale zwaarlijvigheid<br />
en alcoholconsumptie verhogen dit risico; lichaamsbeweging<br />
verlaagt het) (niveau 1, 2).<br />
- Screening op borstkanker moet gebeuren ongeacht of<br />
een vrouw H(S)T gebruikt.<br />
- Sommige geneesmiddelen (EPT) verhogen de mammografische<br />
densiteit. Dit wordt niet vastgesteld bij<br />
andere behandelingen (lage dosis EPT, ET, SERM’s,<br />
tibolon).<br />
- Een hoge mammografische densiteit bij baseline is<br />
een bewezen risicofactor voor borstkanker. Het is<br />
echter niet bekend of een H(S)T-geïnduceerde toename<br />
eveneens gepaard gaat met een verhoogd risico<br />
op borstkanker. Een HST-geïnduceerde toename<br />
kan de nauwkeurigheid van een mammografie wel<br />
verminderen.<br />
- Een hoge mammografische densiteit is geen contraindicatie<br />
voor H(S)T.<br />
- EPT: uit gerandomiseerde studies met gebruik van<br />
één medicatieschema (CEE + MPA) of EPT blijkt het<br />
risico op borstkanker verhoogd te zijn wanneer de behandeling<br />
langer dan 5 jaar wordt toegediend (WHI)<br />
(niveau 1).<br />
- Als we de WHI-gegevens hanteren, betekent dit<br />
bijvoorbeeld dat in een cohort van 1.000 postmenopauzale<br />
vrouwen van 50-79 jaar, die gedurende<br />
10 jaar EPT gebruiken, het berekende absolute risico<br />
op borstkanker 38 bedraagt voor EPT-gebruiksters tegenover<br />
30/1.000 vrouwen die een placebo nemen.<br />
Dit zijn dus 8 bijkomende gevallen. Dit bijkomende<br />
risico is vergelijkbaar met dat van sommige levensstijlfactoren.<br />
- Uit sommige observationele studies is gebleken dat<br />
het verhoogde relatieve risico geassocieerd met<br />
HST vroeger kan beginnen en hoger kan zijn bij<br />
vrouwen met een lage BMI. Dit risico kan verschillen<br />
naargelang het gebruikte progestageen (lager risico<br />
GUNAIKEIA ■ VOL 15 Nr 7 ■ 2010 243