Bestand (1.6 MB) - VVOG
Bestand (1.6 MB) - VVOG
Bestand (1.6 MB) - VVOG
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
224<br />
de spieren voor zorgen. De spierkracht zorgt voor de<br />
grootste meerbelasting: alleen al springen op één been<br />
vermenigvuldigt de belasting met 30 (d.i. 2,1 ton voor een<br />
persoon van 70kg).<br />
Die extra belasting leidt tot een vervorming van het bot<br />
waardoor een evenwicht ontstaat tussen de botvorming<br />
en de botresorptie. Als de extra belasting afneemt,<br />
neemt de resorptie toe. Het bot verliest zijn elasticiteit<br />
en consistentie. Dat proces verloopt heel snel (een<br />
paraplegiepatiënt heeft in het eerste jaar na zijn ongeval<br />
17% botverlies, daarna verloopt het zeer traag en continu,<br />
nagenoeg zoals bij de algemene bevolking). Omgekeerd<br />
bevorderen spieroefeningen, omdat ze het bot meer<br />
vervormen, de botvorming. Dat is heel belangrijk, temeer<br />
omdat we weten dat het botverlies veroorzaakt door de<br />
leeftijd wordt gecompenseerd als het bot een grotere<br />
diameter krijgt.<br />
Andere uitstekende oefeningen zijn triltechnieken of<br />
oefeningen op een plank met wisselend steunpunt. Omdat<br />
ze de spierspanningen van het lopen nabootsen, kan de<br />
patiënt snel revalideren. Lopen is immers het belangrijkste<br />
aspect van mobiliteit…<br />
Er bestaat overigens een zeer sterk verband tussen de<br />
spiermassa en de botmassa. Het fractuurrisico bij atleten<br />
is meer het gevolg van verlies van vermogen dan van een<br />
verlies van spierkracht (spierkracht is de kracht die nodig is<br />
om een weerstand te bestrijden) omdat de notie vermogen<br />
ook een notie snelheid inhoudt. Een hoge leeftijd is niet<br />
bevorderlijk, waarschijnlijk door de vermindering van<br />
het aantal spiervezels en hun volume, maar ook van de<br />
verbindingen tussen de spiervezels. Dat vrouwen fragieler<br />
zijn dan mannen, wordt waarschijnlijk verklaard door het<br />
GUNAIKEIA ■ VOL 15 Nr 7 ■ 2010<br />
“Vandaag is duidelijk dat het corticaal bot het meest bijdraagt<br />
tot de stevigheid van het hele bot. Dat geldt vooral voor de<br />
radius en de heup, en voor bejaarden. Het corticaal bot zou<br />
dus een specifiek therapeutisch doelwit kunnen worden. Op<br />
het vlak van de vermindering van het fractuurrisico is er nog<br />
heel wat vooruitgangsmarge. Het is niet uitgesloten dat we<br />
subgroepen zullen kunnen bepalen die meer baat hebben<br />
bij een bepaalde behandeling, en specifieke behandelingen<br />
zullen kunnen ontwikkelen voor elk soort fractuur…”<br />
Mary Bouxsein<br />
feit dat ze tijdens hun vruchtbare periode in verhouding<br />
meer bot produceren dan spieren. Dat proces verdwijnt<br />
na de menopauze en de ‘spierschaarste’ veroorzaakt een<br />
sneller botverlies.<br />
Niet alle botten zijn hetzelfde (e)<br />
Omdat veel fracturen bij mensen zonder osteoporose<br />
optreden, zonder dat een duidelijke fragiliteit de oorzaak<br />
is, wordt heel wat onderzoek verricht naar de relatieve<br />
rol van het corticaal en het trabeculair bot voor de<br />
botstevigheid en het ontstaan van fracturen. “Eerste<br />
vaststelling, zegt Mary Bouxsein (Boston): het belang<br />
van de botcomponenten (trabeculair bot dat het interne<br />
compartiment vormt en compacter corticaal bot dat<br />
de externe component is) werd zwaar onderschat. Nu<br />
beseffen we dat het corticaal bot doorslaggevend is, maar<br />
dat overwicht verschilt naargelang de plaats.”<br />
Een studie van de microarchitectuur ter hoogte van de<br />
radius leidt tot de vaststelling dat de parameters van het<br />
corticaal bot meer zeggen over de botstevigheid dan de<br />
parameters van het trabeculair bot (22). Ter hoogte van<br />
de wervels daarentegen is de situatie veel complexer: het<br />
belang van het corticaal bot voor de stevigheid varieert<br />
volgens de studies van 10 tot 80%. Dat lijkt logisch<br />
aangezien de dikte van het corticaal bot op dit niveau<br />
moeilijk kan worden gemeten met de gewone technieken.<br />
In dit kader werpt de ontwikkeling van nieuwe technieken<br />
zoals de microscanner een nieuw licht op de zaak. De<br />
bijdrage van het corticaal bot tot de botstevigheid is<br />
kleiner aan de uiteinden van het wervelplateau en groter<br />
in het midden (23).