26.06.2013 Views

21. Nieuwe esoterie - René Pieyns - Esoterie : De hogere graden

21. Nieuwe esoterie - René Pieyns - Esoterie : De hogere graden

21. Nieuwe esoterie - René Pieyns - Esoterie : De hogere graden

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Etnisch neopaganisme in Europa<br />

<strong>21.</strong><br />

<strong>Nieuwe</strong> <strong>esoterie</strong><br />

- Etnisch paganisme in Europa<br />

- Feministische <strong>esoterie</strong><br />

- Vrouw en vrijmetselarij<br />

- Vernieuwde <strong>esoterie</strong><br />

Met „etnisch (neo)paganisme‟ bedoelen we hier de verering door een volk van de eigen<br />

prechristelijke cultuur (incl. godsdienst). <strong>De</strong> belangrijkste paganismen in Europa zijn de<br />

Keltische en Germaanse, besproken in vorige hoofdstukken. In het spoor van de grote revivals<br />

bloei(d)en er tal van kleinere (regionale en nationale). <strong>De</strong> meeste zijn verenigd in het<br />

European Congress of Ethnic Religions (ECTR). Overal wordt de natuur geëerd tijdens<br />

seizoensfeesten. <strong>De</strong> paganen staan in ‟t algemeen vijandig tegenover het christendom.<br />

In noordelijk Europa grijpt het etnisch paganisme terug op de oude Noorse en IJslandse<br />

culturen, o.m. behandeld in Historia de gentibus septentrionalibus (Olaus Magnus, 1555),<br />

Gesta Danorum (Saxo Grammaticus, 1514), Edda Islandorum (Peder Resen, 1665). In de<br />

Romantiek ontstond een sterke belangstelling voor de Vikings (Noorse zeerovers) in<br />

Engeland (reeds in de 18 e eeuw), Noorwegen en IJsland. En ook voor hun taal, het Oudnoors.<br />

<strong>De</strong> <strong>De</strong>ense antiquair Carl Christian Rafn kwam met de theorie dat de Vikings Amerika<br />

hadden ontdekt (Antiquitates Americanae, 1837). In 1892 ontstond in Londen de studiegroep<br />

Orkney, Shetland and Northern Society, thans Viking Society for Northern Research, die<br />

regelmatig publiceert over de oude Scandinaafse cultuur.<br />

In alle Scandinavische landen kent het neopaganisme van het hoger besproken Asatrù het<br />

meeste succes. Daarnaast bestaat (een overlapping met) de beweging Forn Sed (oud gebruik),<br />

die de Forn Sior (Oude Weg) wil herstellen. Wordt ook Nordisk Sed (Noors gebruik) geheten.<br />

Men vindt de Oude Weg terug in Noorwegen als Foreningen Forn Sed, in Zweden als<br />

Samfundet Forn Sed Sverige en als Samfälligheten för Nordisk Sed, in <strong>De</strong>nemarken als Forn<br />

Sior. Daarnaast bestaat in deze landen een belangstelling voor de Folketro, dus voor de oude<br />

folklore, o.m. tijdens festivals van folk music.<br />

<strong>De</strong> Finse neopaganen van Taivaannaula zijn geheel afgestemd op het eigen religieus<br />

verleden. Het pantheon wordt hier aangevoerd door de hemelgod Ukko, bijgestaan door zijn<br />

ega en vruchtbaarheidsgodin Akka. Men vindt hun wedervaren in het volkse epos Kalevala en<br />

in Suomen Kansan Vanat Runot, een gigantische verzameling folklore en mythologie. <strong>De</strong>


Finse heidenen verzamelen rond heilige stenen en in heilige bosen. Ze vieren de jaarcyclus<br />

met grote vuren, dansen en offers.<br />

<strong>De</strong> Baltische staten. In Lithouwen zorgt Romuva voor een nieuwe bloei van de Baltische<br />

religie, folklore en oude liederen (dainas). In Letland werkt Dievturiba aan de jaarlijkse<br />

viering van de oude natuurfeesten en familietradities in Letse stijl. In Estland verenigt de<br />

Maavalla Koda (Estlands Huis) de aanhangers van het Taarisme en de Maausk; MK<br />

publiceert jaarlijks een runenkalender. Overal worden de oude heilige sites beschermd.<br />

Het Slavisch paganisme of Rodnovery kende in Oost-Europa een sterk heropbloei na het<br />

ineenstorten van de Sovjet-Unie. En dan vooral in Polen, Rusland, Oekraïne en Slovakije.<br />

Men verwijst daarbij o.m. naar het boek „<strong>De</strong> prechristelijke Slavische beschaving‟ (1818) van<br />

de Poolse archeoloog Zorian Dolega-Chodakovski, dat handelt over de ondermijnende<br />

invloed van het christendom op de Poolse cultuur. Dit thema werd terug opgenomen door Jan<br />

Stachniuk (1905-63), die in zijn tijdschrift „Zadruga‟ (°1937) zwaar uithaalde naar het<br />

katholicisme in Polen. <strong>De</strong> lijn werd hier later doorgetrokken door de vereniging Niklot (1998)<br />

en de extreemrechtse politicus Tomasz Szezepanski.<br />

Het Russische nieuwe heidendom startte officieel in 1994. Men beroept zich o.a. op het<br />

(betwiste) „Boek van Veles‟ (als sacrale tekst) en op de ideeën van de antisemieten Julius<br />

Evola en Alice Bailey. Veel xenofobie. Men viert de grote god Rod. Diverse heidense tempels<br />

in Moskou. In Oekraïne leven de ideeën van Volodymyr Shaian (1908-74) verder, vooral zijn<br />

opus „Het geloof van onze voorouders‟ (postume uitgave in 1887). Halyna Lozko, van de<br />

universiteit te Kiev, speelde een sleutelrol bij het heropleving in 1998, vooral via zijn groep<br />

Provoslavia. Lev Sylenko (°1921) stichtte in Chicago reeds de groep Runvira in 1966;<br />

schrijver van „Maha Vira‟ (1979). Men is hier even xenofoob als in Rusland.<br />

<strong>De</strong> paganengroepering Krug Peruna is vanuit Bratislava actief in heel Slovakije. Idem voor<br />

de recentere groep Geryon, ook werkzaam in de Tsjechische Republiek. Een invloedrijk<br />

auteur is hier Miroslav Svicky (ook: Ziarislav), schrijver van „Nàvrat Slovenov‟, met zijn<br />

aanhangers herstelt hij de oude gebruiken, rituelen en muziek.<br />

Het Slavisch paganisme begint ook te groeien in Bosnië-Herzegovina (de „Cirkel van<br />

Svarog‟), Servië (met Dragan Jovanovic), Croatië („Perunova Svetigja‟). Op de achtergrond<br />

speelt soms het zgh. panslavisme, ontstaan in de 19 e eeuw.<br />

Ook in Hongarije bestaat sedert de jaren-negentig opnieuw een bloeiend paganisme, dat steunt<br />

op de eigen Hongaarse mythen en folklore. Er zijn banden met het oude sjamanisme en een<br />

eigen Hongaarse hekserij. Heelwat Hongaarse paganen geloven in een dubbele ziel (een<br />

lichamelijke en een vrije), hetgeen wel meer voorkomt bij de Oeralvolkeren.<br />

Duitstalig Europa. Vanaf de jaren-tachtig ontstaat in Duitsland enige interesse voor<br />

Asatrù/Odinisme en Wicca, het eerste soms aanluitend bij extreemrechts (völkisch) en het<br />

tweede bij het feminisme (Dianic Wicca). <strong>De</strong> „völkisch‟-groeperingen werden/worden vaak<br />

gestuurd vanuit de USA („white identity‟) en het Amerikaanse bezettingsleger. In Oostenrijk


kreeg de Keltische beweging een sterke weerklank, o.m. via de Europäisch Keltische<br />

Gemeinschaft (sedert 1998). <strong>De</strong> Duitse Eldaring werft hier ook leden. In Zwitserland handelt<br />

het netwerk Alte Sitte als koepelorganisatie sedert 2006.<br />

In het United Kingdom vindt men de grootste concentratie neopaganen ter wereld, nl. ergens<br />

tussen de 50.000 en de 250.000 (naargelang van de schattingsmethode). Het gaat vooral om<br />

Wicca-hekserij en druïdisme, hoger besproken. Ook de neo-völkischbeweging telt hier veel<br />

aanhangers. In Londen werd in 1971 het Pagan Front opgericht, vandaag Pagan Federation<br />

genaamd, met ca. zevenduizend leden gespreid over een veertigtal landen; men helpt bij de<br />

stichting en verdedigt het paganisme in de media.<br />

---<br />

In het mediterrane Europa ontwikkelt het neopaganisme zich minder snel dan in de<br />

noordelijke landen. Frankrijk, Griekenland, Italië, Spanje en Portugal zitten nog stevig in de<br />

greep van de officiële religie. Er bestaan zoals elders regionale verschillen. Het mediterrane<br />

heidendom schept ook een band tussen de uitgewekenen, bv. in de USA.<br />

In Italië grijpen de nieuwe heidenen terug naar het oude Romeinse pantheon onder diverse<br />

benamingen, bv. Religio romana of Cultus deorum of Pax deorum. Een sterke nadruk ligt op<br />

de pietas, de ernst bij het uitvoeren van de rituele handelingen. Drie organisaties behoren tot<br />

de ECTR: Movimento Tradizionale Romano, Federazione Pagana, Societas Hesperiana pro<br />

Culto <strong>De</strong>orum. <strong>De</strong> groep Nova Roma werd in 1998 opgericht in de Amerikaanse staat Maine;<br />

de leden krijgen een oudromeinse naam (idem voor de bestuursfuncties). In Californië werd<br />

een Italiaanse hekserij opgericht door Raven Grimassi in de jaren-tachtig onder de benaming<br />

Stregheria (ook: La Vecchia Religione); men verwijst naar een oude Etruskische traditie en<br />

naar het boek „Aradia or the Gospel of Witches‟ (1899) van Charles Godfrey Leyland. Een<br />

Communità Odinista is actief in Noord-Italië.<br />

Griekenland. Sedert het eind van de vorige eeuw herleeft het oude Griekse pantheon onder<br />

impuls van de Hoge Raad van de Etnische Hellenen. <strong>De</strong> Helleense religie is afgestemd op de<br />

Olympische goden en de hiermee samenhangende waarden en tradities. In de USA is de<br />

interesse voor de beweging gegroeid na het verschijnen in 2000 van „Old Stones, New<br />

Temples‟, een boek van Andrew Campbell. Ook in Brazilië groeit de belangstelling. Er<br />

bestaan tal van splintergroepjes i.v.m. de verwijzing naar een verschillende stadsstaat of naar<br />

diverse antieke mysteriën en filosofische stelsels. Diversiteit is nu eenmaal het kenmerk van<br />

een rijke beschaving.<br />

Frankrijk was voorloper inzake <strong>esoterie</strong> van de 18 e eeuw tot het interbellum, maar moest<br />

daarna afhaken. Een dominante rol wordt in dit land gespeeld door de vrijmetselarij van het<br />

(grotendeels atheïstische) Grand Orient de France. Alleen de krachtige figuur van <strong>René</strong><br />

Guénon (supra, perennialisme) kan hier voor enig tegengewicht zorgen. Het neopaganisme is<br />

in Frankrijk nog het beste vertegenwoordigd door de Bretoense organisaties van druïden:<br />

Gorsed Bretonne (1908), Collège des Gaules (1932), Croyance Celtique (1936). Verder<br />

vinden we hier het khemitisme (oud-egyptisch) van Ta Noutri en de Germaanse traditie van<br />

Les Fils d‟Odin. In 1993 werd door vrijmetselaren van diverse obediënties de oude Rite


Forestier (ook Charbonnerie geheten) opnieuw ingesteld; vier <strong>graden</strong>: Fendeur, Charbonnier,<br />

Forgeron, Maître des passages.<br />

In Spanje zijn de odinisten georganiseerd sedert 1981, eerst als Circulo Odinista Espanol,<br />

vandaag als Communidad Odinista de Espana-Asatrù. <strong>De</strong> hekserij van Wicca is hier eveneens<br />

officieel erkend. Geliefd bij de toeristen zijn de beelden van de Guanche, de autochtone<br />

bevolking van Tenerife. Ook in Portugal is de Wicca-hekserij officieel als religie erkend.<br />

In Armenië groeit het etnische paganisme van de Hetans/Hetanos, dat voortbouwt op de<br />

filosofie van Garegin Nzhdeh. Centraal staat de zonnegod Vahagn. Het paganisme sluit ook<br />

hier sterk aan bij het nationalisme.<br />

Feministische <strong>esoterie</strong><br />

<strong>De</strong> term Ecofeminisme werd in 1974 bedacht door de Franse feministe Françoise d‟Eaubonne.<br />

Het veronderstelt een verband tussen seksisme en milieucrisis, met het patriarchale systeem<br />

als boosdoener in beide gevallen. Gevolg is o.m. de exploitatie van de vrouw als<br />

on(der)betaalde arbeidskracht in het sekstoerisme. Men bestrijdt het „milieuracisme‟, het<br />

exploiteren en vervuilen van de armoedigste delen van de wereld en van culturen die als<br />

„primitief‟ worden beschouwd.<br />

Er wordt gepleit voor veganisme en voor lokale, kleinschalige systemen met een eigen<br />

productie. Volgens de Australische ecofeministe Val Plumwood (1939-2008) zijn de<br />

ecologische crises te wijten aan arrogante culturen, die zich verwijderd hebben van de natuur.<br />

Reeds Plato stelde de goden boven de mensen en de mensen boven de natuur. <strong>De</strong> mens moet<br />

opnieuw een partner van de natuur worden, in harmonie en in uitwisseling ermee. <strong>De</strong> Japanse<br />

Yayoi Aoki ziet het mannelijk beginsel als overeenstemmend met de logos en de moderne<br />

kennis, het vrouwelijke met de (heilige) eros en de gevoelskennis. Vandaar het uitgangspunt:<br />

civilization = repression of nature = alienation of body = gender disdain = emergence of<br />

gender segregation. <strong>De</strong> westerse opvatting van rationaliteit wordt best vervangen door de<br />

ecologische ethiek die steunt op empathie. Sommige radicaal-feministen leggen de nadruk op<br />

de uitstraling van het vrouwenlichaam en op de superieure vrouwencultuur.<br />

Belangrijk zijn ook de standpunten van de Indiase wetenschapper Vanadana Shiva (geb.<br />

1952). Zij stichtte in 1982 The research foundation for science, technology and ecology in<br />

<strong>De</strong>hra Dun, afgestemd op de ecologische en sociale thema‟s van deze tijd en in samenwerking<br />

met lokale gemeenschappen. Shiva gaat uit van de band tussen de derde-wereldvrouwen en de<br />

natuur doorheen hun dagelijks werk. Beiden zijn „producers of life‟. <strong>De</strong>ze vrouwen kunnen<br />

het best worden ingezet voor het behoud van een natuurlijk leefmilieu. Met Tagore gelooft<br />

Shiva in de creatieve macht (in vredelievende vorm) van het vrouwelijk principe (Prakriti).<br />

Daarentegen is de structuur en de ideologie van de westerse wetenschap een permanente<br />

schending van de mensenrechten en van de ecologie (bv. door een patent te nemen op<br />

geneeskrachtige planten). Shiva pleit voor een nieuwe spirituele dimensie, o.a. de viering van<br />

Moeder Aarde met rituelen, dans en zang.


Er bestaat vaak een band tussen het ecofeminisme en de ecologische spiritualiteit, vooral in de<br />

USA. Het spirituele wordt ervaren als een „female spirit‟, als Moeder Aarde, als de<br />

levenskracht in de vrouw, ev. als seksuele energie, als een holisme (wederzijdse<br />

afhankelijkheid onder al het bestaande), als hekserij. Volgens Frithjof Capra berust<br />

feministische spiritualiteit op een bewust één-zijn van alle levensvormen, met hun cyclisch<br />

ritme van geboorte en dood; ecologie is m.a.w. de bewustzijnstoestand waarin de individuele<br />

mens zich met de hele kosmos verbonden voelt.<br />

----<br />

In de jaren-zeventig ontstond een feministische theologie, soms „thealogie‟ (Naomi<br />

Goldenberg, 1979) geheten, die het godsbeeld beschouwt als een menselijk construct, dus tijd-<br />

en cultuurgebonden. Hetgeen aansluit bij de „theologie van de menselijkheid‟ van de Duitser<br />

Eugen Drewermann (geb. 1950) in „<strong>De</strong> dodelijke vooruitgang‟. Feministen zoals de ex-non<br />

Mary Daly (1928-2010) zien het mannelijk godsbeeld als een machtsinstrument tegen de<br />

vrouw; de theologie is voor haar mannenafgoderij. Dan liever een godin uit de oudheid<br />

(Ashera, Gaia/Gaea, Sophia, Chokma, Isis, Cerridwen, Maria (Magdalena), Diana,<br />

Aphrodite/Venus, Freya, Kali, Aradia, Vesta, Lilith, etc.) of een ontpersoonlijking van God.<br />

Daly ijverde ook sterk tegen de genitale verminking in Afrika.<br />

<strong>De</strong> godinnenbeweging (Goddess Movement) is uitgedacht door de Lithouws-Amerikaanse<br />

Marija Gimbutas (1921-1994). Ze werd beroemd in 1974 met de publicatie van „The<br />

Goddesses and Gods of Old Europe‟ en later „The Language of the Goddess‟ (1989). Volgens<br />

Gimbutas was het oude Europa in de Indo-Europese bronstijd overgegaan van een<br />

vredelievend matriarchale cultuur (met godin) naar een hiërarchische androcentrische (met<br />

god). <strong>De</strong>ze theorie was wetenschappelijk onvoldoende onderbouwd en stuitte dan ook op<br />

sterke weerstand in de academische wereld.<br />

Maar het feminisme woog zwaarder door dan de wetenschap en de godinnenbeweging werd<br />

een wereldsucces, vooral bij de heksen. Starhawk: “The model of the Goddess, who is<br />

immanent in nature, fosters respect for the sacredness of all living things. Witchcraft can be<br />

seen as a religion of ecology.”<br />

<strong>De</strong> Engelse Nasa-medewerker James Lovelock (geb. 1919) heeft de Gaia-hypothese<br />

geformuleerd en in modellen uitgewerkt: de aarde is één levend (pantheïstisch)<br />

superorganisme, alles/ieder is onderdeel ervan en onderling afhankelijk. <strong>De</strong> aarde verdedigt<br />

zich als geheel, wanneer één onderdeel wordt bedreigd. Lovelock heeft bijgedragen tot de<br />

ontdekking van het broeikaseffect.<br />

Ook Frithjof Capra („The Tao of Physics‟, 1975) beschouwt Gaia als een levend planetair<br />

wezen, dat verbonden is met het vrouwelijk yin-principe en dat wordt bedreigd. Hij pleit als<br />

remedie voor de mystiek van de oosterse religies.<br />

Het christendom wordt vaak in ecologische middens aangeduid als de vijand van Gaia.<br />

Volgens Lynn White (in Science, 1967) heeft het christendom de natuur ontheiligd; hij


eschuldigt in die zin de bijbel (“bevolk de aarde en onderwerp haar”, Gen. I,28). Ook<br />

volgens Drewermann is het christendom al te antropocentrisch.<br />

In de „metaforische theologie‟ van de Amerikaanse Sallie McFague (geb. 1933) wordt Gaia<br />

het „lichaam van God‟ en zijn wij allen gemaakt uit “the ashes of dead stars”. Zowel levend<br />

als dood bevinden we ons in het goddelijk lichaam, samen met miljarden andere<br />

verschijningsvormen. <strong>De</strong> zonde verwijst naar aanslagen op andere delen van dit lichaam. <strong>De</strong><br />

spiritualiteit van de Schepping veronderstelt een nieuw evenwicht tussen de waardigheid van<br />

de mens en zijn verantwoordelijkheid voor het ecosysteem. <strong>De</strong> richting wordt aangegeven<br />

door de metafoor van de kosmische Christus, die zich beweegt in de richting van Verlossing<br />

die zich in de Schepping voltrekt.<br />

Ashera wordt veertigmaal in de bijbel vermeld – in een negatieve context weliswaar. Ze is de<br />

oudste moedergodin van Kanaän, ook genoemd „de Vrouw die de zee doorkruist‟ en „de<br />

Moeder van de goden‟. Ze is ongetwijfeld verwant met de Mesopotamische Ishtar. Het woord<br />

„ashera‟ verwijst naar een zuil of paal, symbool van een heilige boom. Zeker tot de 6 e eeuw<br />

VC, zo blijkt uit opgravingen, werden in Kanaän huisaltaren gewijd aan Ashera. <strong>De</strong>uteronium<br />

(7:5) in dit verband: “Zo moet gij tegen hen optreden: hun altaren moet ge neerhalen, hun<br />

heilige stenen verbrijzelen, hun heilige bomen omhakken en hun godenbeelden verbranden.”<br />

Waarschijnlijk hield dit ook verband met de strijd tegen de tempelprostitutie, een wijd<br />

verspreid fenomeen in de landen rond de Middellandse Zee tijdens de oudheid – o.m. bij de<br />

priesteressen van Aphrodite, Astarte en Inanna. Maar ook bv. terug te vinden in Indië (de<br />

devadasi) en het Azteekse Mexico. Vaak stonden ook jongens ter beschikking van oudere<br />

mannen. Ook in het oude Israël bestond het, aangezien <strong>De</strong>ut. (23:18) stelt: “Een Israëlitische<br />

man of vrouw mag zich niet lenen voor godsdienstige ontucht. Bij het inlossen van uw<br />

geloften moogt ge geen hoerengeld of hondenloon (voor jongens, RP) in de tempel van Jahwe<br />

uw God brengen.”<br />

<strong>De</strong> Fellowship of Isis, van Ierse origine (1976), vereert exclusief de godin Isis; men wordt<br />

priester-es van Isis. <strong>De</strong> FOI leunt zowel aan bij het feminisme als bij het kemetisme (supra).<br />

Men ziet zichzelf als „multi-faith, multi-racial and multi-cultural‟. Er bestaat in subgroepen<br />

een ritueel systeem van 33 <strong>graden</strong>, geheten Initiate Level System, met een „liturgie‟ ontworpen<br />

door de FOI-stichtster Olivia Robertson. Ongeveer 20.000 leden wereldwijd in 2010.<br />

----<br />

Feministische heksen verenigen zich in het Dianisme en in Reclaiming. Dianic Witchcraft laat<br />

alleen vrouwen toe tot haar covens en vereert haast uitsluitend de Godin Diana (steunend op<br />

de historische vergissing van Marg. Murray). Het dianisme ontleent haar ritus aan diverse<br />

tradities en behoort dus tot het „eclectische‟ genre. Veel lesbiennes. Voor homo‟s bestaat o.a.<br />

de Radical Faeries en de Minoan Brotherhood (met de Minoan Sisterhood als vrouwelijke<br />

tegenhanger).<br />

Het Dianisme werd vooral ontwikkeld door de Hongaars-Amerikaanse Zsusanna Budapest (Z.<br />

Mokcsay, geb. 1940), auteur van „The holy Book of Women‟s Mysteries‟. <strong>De</strong> rationeel-


materialistische wereld van het patriarchaat wordt ook hier verworpen; men vertrekt eerder<br />

van het emotionele, het magische, het fysische, het spontane, het cyclische, het intuïtieve, het<br />

artistieke. God wordt hier gezien als een variant van de Godin. Budapest: “There are only two<br />

kinds of people in the World, mothers and their children”.<br />

Reclaiming, een feministische uitzwerming van Faeri onder impuls van de schrijfster<br />

Starhawk, is een wereldwijd netwerk van heksen, ontstaan in Californië (1980), die solo of in<br />

coven de aardse spiritualiteit, persoonlijke healing en het maatschappelijk activisme (bv.<br />

vrede, antinucleair, anarchisme) beoefenen. Geen hiërarchie, geen uitgesproken doctrine, veel<br />

workshops (in heksenkampen). Er ligt een sterkere nadruk op de Godin dan op de Gehoornde<br />

God. Ze willen erg toegankelijk zijn; mannen zijn ook toegelaten.<br />

Volgens de „Reclaiming Principles of Unity‟ streeft men o.m. eerder naar consensus dan naar<br />

hiërarchie, naar gerechtigheid, naar evenwaardigheid van „alle geslachten, alle rassen, alle<br />

leeftijden en seksuele geaardheden‟. <strong>De</strong> Godin zit in ieder mens. <strong>De</strong> werkwijze van<br />

Reclaiming “arises from a deep spiritual commitment to the earth, to healing and to the<br />

linking of magic with political action”.<br />

Vrouw en vrijmetselarij<br />

In Europa vindt men de actieve feministen vooral terug in de vrijmetselarij, zowel in<br />

vrouwenvrijmetselarij als in de (oudere) gemengde maçonnerie.<br />

Op 14 januari 1882 werd in Frankrijk de antiklerikale feministe Maria <strong>De</strong>raismes (1828-94)<br />

ingewijd door de mannenloge Les Libres-Penseurs in Le Pecq (Yvelines), behorend tot de<br />

Grande Loge Symbolique Écossaise. En een goed jaar later, op 4 april 1893, werd door<br />

vijftien vrouwen o.l.v. Maria <strong>De</strong>raismes en Georges Martin (1844-1916) in Parijs een<br />

gemengde vrijmetselarij opgericht, die op 4 september 1895 de naam Grande Loge Ecossaise<br />

Mixte de France “Le Droit Humain” kreeg. <strong>De</strong> medestichtsters waren in 1882 en 1883<br />

ingewijd door <strong>De</strong>raismes en Martin. Met het oog op een internationale verspreiding werd de<br />

naam in 1899 veranderd in Ordre Maçonnique Mixte International “Le Droit Humain”.<br />

Intern spreekt iedereen over „le D-H‟/„het D-H‟. <strong>De</strong>raismes overleed enkele maanden na de<br />

stichting; ze zou aan het hoofd van de orde worden opgevolgd door Georges Martin en later<br />

door Marie Bonnevial. Martin richtte samen met Joseph Décembre de <strong>hogere</strong> <strong>graden</strong> van het<br />

DH op vanaf 1899; ze behoren tot het ecossisme (hfst. 10).<br />

<strong>De</strong> beroemdste vrouw van het jonge DH was ongetwijfeld Annie Besant (1847-1933), vooral<br />

zeer actief in de Theosophical Society (z.o. Krishnamurti). <strong>De</strong> DH-loge Human Duty, die ze<br />

in 1902 oprichtte in Londen, was het uitgangspunt van de Britse, Nederlandse, Indische,<br />

Australische en Nieuw-Zeelandse DH-federaties. Vanaf omstreeks 1900 waren in Engeland<br />

de feministen ook actief in andere gemengde esoterische bewegingen, zoals de hoger<br />

besproken Golden Dawn en Stella Matutina.<br />

Het Droit Humain geeft 28.000 aan als ledental (in een vijftigtal landen) in het jaar 2010. <strong>De</strong><br />

grootste federatie is de Franse, met ong. de helft van het totaal. <strong>De</strong> sterkste (naar verhouding


tot de bevolking) is de Belgische federatie, met meer dan zesduizend leden. Er bestaat hier<br />

een strakke internationale organisatie, met een Opperraad die waakt over de eenheid van de<br />

orde. <strong>De</strong> gemengde vrijmetselarij word Co-Masonry geheten in de Angelsaksische landen.<br />

Buiten het DH bestaan nog tal van kleine gemengde maçonnerieën. Zo scheurden in 1925 een<br />

aantal Engelse loges (uit onvrede met het oriëntalisme en het theosofisch overwicht) zich af<br />

van de Human Duty om, o.l.v. Aimée Bothwell-Gloss en Marjory C. <strong>De</strong>benham, The Order of<br />

Ancient, Free and Accepted Masonry for Men and Women op te richten. En hieruit ontstond<br />

dan weer in 1982 The Order of Ancient Freemasonry for Men and Women.<br />

Uit de Zwitserse DH-federatie kwam in 1999 een afscheuring van zes (van de twaalf) loges<br />

om de Grande Loge Mixte de Suisse/Gemischte Schweizerische Grossloge op te richten. In<br />

Genève werkt ook de onderstaande OITAR. In Duitsland bestaat de gemengde Universaler<br />

Freimaurerorden „Humanitas‟ <strong>De</strong>utschland (1959) en de Freimaurerbund zur Aufgehende<br />

Sonne (sinds 1995), in Nederland de Nederlandse Grootloge van de Gemengde Vrijmetselarij<br />

(1960). Italië kent de gemengde Gran Loggia Simbolica Mista, evenals de Gran Loggia<br />

d‟Italia degli Antiche Liberi Accettati Muratori (sinds 1950) en de Gran Loggia Simbolica<br />

Unita (sedert 2000). Verder eveneens gemengde maçonnerieën (buiten DH) in Oostenrijk en<br />

Zweden (Ius Humanorum).<br />

Vooral Frankrijk kent een hele resem kleine gemengde vrijmetselaarsorden, o.a. de Grande<br />

Loge Mixte Universelle (1973, onder impuls van Éliane Brault), de Grande Loge Mixte de<br />

France (1982, afscheiding van de vorige), Memphis-Misraïm, de GLISRU (Grande Loge<br />

Indépendante Symbolique des Rites Unis, sedert 1968, gesticht door <strong>René</strong>-Jacques Martin, elf<br />

ritussen), OITAR (Ordre Initiatique et Traditionnel de l‟Art Royal, werkt sedert 1974 met de<br />

Rite Opératif de Salomon). <strong>De</strong> meeste van die obediënties hebben ook kleine buitenlandse<br />

vertakkingen.<br />

----<br />

<strong>De</strong> oudste vrouwenmaçonnerie is de Engelse. In 1908 ontstond uit de gemengde Human Duty<br />

de uitsluitend voor vrouwen bestemde Honourable Fraternity of Ancient Masonry, wegens<br />

onvrede met de theosofische druk op de gemengde vrijmetselarij. <strong>De</strong> werking en structuur<br />

werd grotendeels overgenomen van de (mannelijke) United Grand Lodge. In 1964 werd de<br />

naam gewijzigd in The Order of Women Freemasons, die thans zowat vierhonderd loges en<br />

twaalfduizend leden telt, met een wereldwijde uitzwerming in de anglofone landen. Sinds<br />

1913 bestaat een afscheuring, die de eerste benaming behield, met vandaag een veertigtal<br />

loges, vooral in Londen.<br />

<strong>De</strong> Europese continentale vrouwenmaçonnerie is in de 20 e eeuw ontstaan uit de adoptieloges<br />

van de Grande Loge de France (zie mijn Encyclopedie). Na WO-2 vormden o.l.v. Anne-Marie<br />

Gentily (1882-1972) vijf van de oude adoptieloges in 1945 de Union Maçonnique Féminine,<br />

vanaf 1959 Grande Loge Féminine de France genaamd. Aanvankelijk werd met de<br />

Opperbouwmeester en de Schotse Ritus gewerkt, maar sinds 1973 bestaat een vrije<br />

rituskeuze. <strong>De</strong> jonge obediëntie groeide erg snel (onder impuls van Liberté Morté, 1919-89),<br />

in 1985 waren er in Frankrijk al vijfduizend leden en het dubbele in 2000.


<strong>De</strong> Vrouwengrootloge zwermde bovendien snel uit in Europa, o.m. in België (sinds 1982, een<br />

duizendtal leden). Sedert 1982 bestaat ook een kleine uitzwerming in New York, sedert 1988<br />

in Montréal. Verder driehoeken in alle werelddelen. Sedert 1981 bestaat een internationaal<br />

secretariaat, het CLIMAF (Comité de liaison et d‟information de la maçonnerie féminine); er<br />

zijn zowat 15.000 zusters bij aangesloten via hun grootmachten uit België, Frankrijk,<br />

Zwitserland, Italië, Portugal, Duitsland, Spanje, Turkije, Roemenië en Griekenland.<br />

Wat het percentage vrouwelijke vrijmetselaren in het geheel van de wereldmaçonnerie betreft,<br />

hangt alles ervan af of men de Amerikaanse adoptie-vrijmetselarij Eastern Star beschouwt als<br />

(volwaardige) vrijmetselarij of niet. Zonder de ES (met een half miljoen leden) vormen de<br />

zusters ongeveer 2,6 % van de planetaire vrijmetselarij, met de Eastern Star ca. 15 %.<br />

Vernieuwde <strong>esoterie</strong><br />

Neo-gnostiek<br />

Dankzij de vondst in 1945 te Nag Hammadi (Egypte) van 52 gnostische teksten uit de vierde<br />

eeuw is een hernieuwde belangstelling voor de oude gnostiek (cf. hfst. 6, „Alexandrië‟)<br />

ontstaan. Het gaat om dertien codices waarin 23 teksten over Jezus Christus (o.a. het<br />

„Thomasevangelie‟), drie over Hermes Trismegistos (waaronder de hermetische inwijding<br />

beschreven in het zesde hoofdstuk), zes scheppingsmythen (o.m. het „Geheime boek van<br />

Johannes‟), zeven openbaringen en vijf verlossingsteksten. Plus een fragment uit „<strong>De</strong> Staat‟<br />

van Plato. <strong>De</strong> (Koptische) teksten werden vanaf 1977 in vertaling aangeboden.<br />

Volgens de gnostici heeft de mens een dubbele natuur, een tijdelijke (persoonlijke) en een<br />

tijdloze (goddelijke). <strong>De</strong> laatste heet vaak „de Christus‟; de mens valt aldus samen met de<br />

ultieme werkelijkheid. In latere eeuwen vinden we die opvatting terug bij de mystiekers, de<br />

Katharen, de Rozenkruisers, de theosofen en tal van <strong>hogere</strong> <strong>graden</strong>. En dus, sinds Nag<br />

Hammadi, ook in de neo-gnostiek. Door de zelfkennis vindt men de goddelijke vonk terug en<br />

volgt de verlossing.<br />

Het Thomasevangelie wordt vandaag het meest geciteerd. Het is nl. het oudste van de<br />

(gnostisiche / apocriefe) evangeliën, te dateren ca. 50 NC; het manuscript zelf is van de vierde<br />

eeuw en vermoedelijk vertaald uit het Grieks. I.t.t. de meeste gnostische geschriften is het niet<br />

in dialoogvorm gesteld, maar bestaat het uit 114 logia (uitspraken van Jezus). <strong>De</strong>ze wordt hier<br />

niet „Christus‟ genaamd, maar Levende, Zoon van de Levende, Licht, het Al. Jezus wijst ons<br />

de weg naar het Koninkrijk (zoals in de synoptische evangeliën), alleen de uitverkorenen<br />

zullen toegang verkrijgen. Het Koninkrijk is reeds onder ons, maar de mensen zien het niet.<br />

Sleutel is de zelfkennis: “Wie zichzelf vindt is groter dan de wereld”. Het geheel komt over<br />

als een inwijding. Eerste logion: “Wie de betekenis van deze woorden vindt, zal de dood niet<br />

smaken”.


Ook de belangstelling voor Maria Magdalena is gegroeid door de ontdekking te Nag<br />

Hammadi. We wisten reeds uit het Nieuw Testament dat MM aanwezig was bij de kruisiging,<br />

de graflegging en de opstanding van Jezus. Vogens de gnostische apocriefen is zij de gezellin<br />

van de Heer (“hij kuste haar vaak”), de apostola apostolorum (eerste onder de apostelen).<br />

Volgens het Evangelie van Mara Magdalena (gevonden in Caïro in 1890) is zij in het bezit<br />

van een geheime lering, die de ziel ontdekt tijdens de reis na de dood. In Frankrijk ontstond de<br />

legende die MM naar dit land laat verhuizen als draagster van de H. Graal. In het laatste<br />

logion van het Thomasevangelie wil Petrus MM wegsturen, maar Jezus wijst hem terecht,<br />

want: “Zie, ik zal mij met haar verbinden en haar tot mens maken, opdat ook zij een levende<br />

geest worde, net als jullie mannen. Want ook iedere vrouw die mens wordt zal het koninkrijk<br />

der hemelen binnengaan”.<br />

In de USA bestaan verscheidene gnostische kerken, sommige in het spoor van de Église<br />

Gnostique de France (in 1890 gesticht door Jules Doinel, cf. hfst. 15). Een Gnostic Movement<br />

werd hier vorige eeuw opgericht door Samael Aun Weor (Victor M. Gomez Rodriguez, 1917-<br />

77), een leerling van de rozenkruiser Arnoldo Krumm-Heller (1879-1949). In de Engelstalige<br />

wereld was/is de invloed van Aleister Crowley nog voelbaar via o.m. de Ecclesia Gnostica<br />

Catholica.<br />

In Frankrijk is Raymond Abellio (Georges Soulès, 1907-86) gekend als gnosticus en filosoof;<br />

hij heeft het over de gnosis als la structure absolue, een interdépendance universelle die we<br />

kunnen waarnemen via analogie en symbool. Raymon Ruyer trok in 1974 de aandacht met<br />

„La Gnose de Princeton‟, een mystificatie over een zgh. Amerikaanse wetenschappelijke<br />

benadering van een wereld zonder materie.<br />

G. Quispel en J. Slavenburg zijn in Nederland de prominente gnostici. Volgens de theoloog<br />

Gilles Quispel (1916-2006) bewijzen de vele gnostische bewegingen in de eerste eeuwen van<br />

het christendom op een ondogmatische en anti-autoritaire beleving ervan. Hij gaf het<br />

Thomasevangelie uit en, samen met Roelof van de Broek, het Corpus Hermeticum.<br />

Medewerker van het tijdschrift „Prana‟. Ook cultuurhistoricus Jacob Slavenburg (°1943)<br />

ontwaart in de vroege gnostiek de oorspronkelijke lering van Jezus. Hij wil via de zelfkennis<br />

komen tot Godskennis.<br />

Neo-hermetisme<br />

Het gaat hier om de tweede golf van neo-hermetisme. <strong>De</strong> eerste ontstond in de Italiaanse<br />

Renaissance met de herontdekking van de Hermetica. Vanaf de18e eeuw vertonen<br />

esoteristen/occultisten opnieuw veel belangstelling. <strong>De</strong> Hermetic Order of the Golden Dawn<br />

verwees er uitdrukkelijk naar in de benaming zelf. In 1908 publiceren drie anonieme auteurs<br />

(„three initiates‟) de mystificatie „The Kybalion‟, steunend op zeven hermetische principes<br />

(mentalisme, vibratie, polariteit, etc.). In het Franse taalgebied verspreidde het hermetisme<br />

zich o.m. via „La révélation d‟Hermès Trismégiste‟ (1944-1954, 4 delen) van André-Jean<br />

Festugière (1898-1982). Frances Yates bracht het hermetisme in de academische focus met


„Giordano Bruno and the Hermetic Tradition‟ (1964). In Amsterdam werd in 1984 de<br />

Bibliotheca Philosophica Hermetica opgericht uit een erfenis van Joost R. Ritman.<br />

<strong>De</strong> grens tussen neo-gnostiek en neo-hermetisme is niet altijd erg duidelijk, bv. bij Duncan<br />

Greenless („The Gospel of Hermes‟, 1949) en Jan van Rijckenborgh („<strong>De</strong> Egytische<br />

oergnosis‟, 1960-65). In Engeland ontstond de syncretische strekking hermetic qabalah (op<br />

basis van het Engelse alfabet).<br />

Er bestaat veel interesse voor gnostiek en hermetisme bij de Rozenkruisers (cf. 16 e hfst.). <strong>De</strong><br />

belangrijkste internationale organisaties vandaag zijn: AMORC, SRIA en het Lectorium<br />

Rosicrucianum. Men vindt een goed overzicht van de vele splintergroepen bij Massimo<br />

Introvigne. In de vrijmetselarij heeft het R+C een vaste plaats als 18 e graad van het Ecossisme<br />

(hfst. 10).<br />

<strong>Nieuwe</strong> alchemisten<br />

<strong>De</strong> alchemie werd in Frankrijk de gehele 20 e eeuw druk besproken. <strong>De</strong> pseudo ‟Fulcanelli‟<br />

(kleine vulkaan) maakte indruk met „Le mystère des cathédrales‟ (1926) en „Les demeures<br />

philosophales‟ (1930). Beide boeken waren opgedragen aan „La Fraternité d‟Héliopolis‟. Het<br />

eerste boek handelde over de hermetische en alchemistische symboliek van Franse<br />

bouwwerken (de Notre-Dame in Parijs, de kathedraal van Amiens, twee gebouwen te Bourges<br />

en het Kruis van Hendaye). In dezelfde periode verscheen in Italië het invloedrijke „La<br />

Tradizione hermetica‟ (1931) van Julius Evola, en in Duitsland „Alchymie und Heilkunst‟ van<br />

Alexander baron von Bernus (1880-1965).<br />

In het spoor van Fulcanelli is vooral Eugène Canseliet (1899-1982), die F. in Marseille en<br />

Sevilla zou ontmoet hebben, bekend geworden, o.a. met „<strong>De</strong>ux logis alchimiques‟ (1945). Uit<br />

de kring van Canseliet onthouden we ook de namen van André Savoret (1898-1977) met<br />

„Qu‟est-ce qu‟est que l‟alchimie?‟ (1948) en <strong>René</strong> Alleau (°1917) met „Aspects de l‟alchimie<br />

traditionnelle‟ (1953). In het laatste kwart van de vorige eeuw kwam er een alchemistische<br />

heropbloei met Solazaref (Daniel Winter/Pierre d‟Ouche, °1947), die in 1984 „Introitus ad<br />

Philosophorum Lapidem‟ publiceerde en zich te Riom terugtrok met zijn volgelingen. In 1979<br />

werd de Philosophes de la Nature opgericht door Jean Dubuis (1919-2010), die onderrichten<br />

in de alchemie en de kabbala. Dubuis werkte o.m. samen met Augusto Pancaldi (1918-86),<br />

auteur van „Alchimia pratica‟ (1983).<br />

Ook in de USA groeide tijdens de vorige eeuw een sterke interesse voor de alchemie. Vanuit<br />

de Amorc waren Orval Graves (?-1996) en vooral Albert Riedel (1911-84) actieve leraren en<br />

auteurs. Riedel (Frater Albertus) was een Duitse expat, die het veel gelezen „The Alchimist‟s<br />

Handbook‟ (1960) schreef. Hetzelfde jaar stichtte hij de Paracelsus Research Society. Na zijn<br />

dood verhuisden de activiteiten naar Australië. <strong>De</strong> Schot Adam McLean (°1948) publiceerde<br />

diverse basiswerken over de alchemie („Magnum Opus – Hermetic Sourceworks‟) met de<br />

steun van de Bibliotheca Philosophica Hermetica. En in 1995 begon hij op het internet met<br />

The Alchemy Website.


<strong>Nieuwe</strong> magie<br />

Wie de magie van de 20 e eeuw bestudeert, merkt algauw dat drie magiërs (A. Crowley, Fr.<br />

Bardon, C. Castaneda) vaak worden geciteerd, evenals twee instrumenten: tarot en kabbala.<br />

Het succes van de hekserij en het satanisme (en van de <strong>esoterie</strong> in het algemeen) heeft<br />

ongetwijfeld mede te maken met de magische aspecten ervan. <strong>De</strong> magie wordt reeds eeuwen<br />

bestreden door de grote kerken vanwege de concurrentie inzake het mysterie, en ook wel<br />

vanwege het lage niveau van sommige waarzeggerij en enkele misbruiken van de sexuele<br />

magie. <strong>De</strong> ceremoniële magie bevat elementen die aansluiten bij het niveau van de <strong>hogere</strong><br />

<strong>graden</strong>; men spreekt hier terecht van „<strong>hogere</strong>‟ magie. Zie ook hfst. 4 (<strong>De</strong> magische<br />

leefwereld).<br />

We hebben Aleister Crowley (1875-1947) reeds behandeld als epigoon van de Golden Dawn<br />

in het 16 e hoofdstuk. Voor de uitvoering van hetgeen AC „magick‟ heette werden de volgende<br />

praktijken vooropgesteld, beginnend met vijf rituele handelingen: banishing (om ongewenste<br />

krachten af te houden), purification (loutering van zichzelf, voorbereiding van een tempel),<br />

consecration (van het benodigde instrumentarium), invocation (een goddelijk wezen<br />

aanroepen, bij AC veelal de Engelbewaarder), evocation (een geschikte geest oproepen),<br />

astral travel (verplaatsing in de tussenwereld), eucharist (voeding sacraliseren en inslikken,<br />

zoals in The gnostic Mass), de klassieke yoga (asana, pranayama, dharana, etc.) met samadhi<br />

(vereniging met het Al) als eindpunt, de Levensboom van de kabbala (“The Tree of Life has<br />

got to be learnt by heart”).<br />

Volgens de Tsjechische magiër Franz Bardon (1909-58) moet men, met het oog op de<br />

evocatie van entiteiten, eerst de vereiste (goddelijke) eigenschappen in zichzelf ontwikkelen.<br />

Men kan slechts meester blijven van de opgeroepene, indien men een hoge graad van<br />

spiritualiteit heeft bereikt. Men mediteert dus over almacht, alwetendheid, universele liefde en<br />

onsterfelijkheid. <strong>De</strong> magische evocatie veronderstelt verder een talent voor trance en<br />

helderziendheid, aanleg voor de metafysische taal en vertrouwdheid met de astrale reis. Zijn<br />

boek „Die Praxis der magischer Evokation‟ (1956) is geïllustreerd met de sigil (grafische<br />

uitbeelding) van vijfhonderd planetaire entiteiten. Een entiteit kan zich slechts manifesteren in<br />

vibraties van de eigen sfeer; men bereikt deze via een akasische trance. „<strong>De</strong>r Weg der wahren<br />

Adepten‟ (ook 1956) beschrijft de weg der magische zelfinwijding in tien stappen; pas vanaf<br />

de achtste is men rijp voor de evocatie. <strong>De</strong> beste commentaar op Bardon is te vinden bij<br />

William Mistele, gevestigd te Honolulu en die breedvoerig zijn contacten met entiteiten<br />

beschrijft op het web.<br />

<strong>De</strong> bestseller-auteur Carlos Castaneda (1925-98), van Peruviaanse afkomst, die doctoreerde<br />

aan de UCLA, schreef enkele cultboeken over Yaqui-magie (Noord-Mexiko) die achteraf<br />

mystificaties bleken te zijn. Er is sprake van een initiatie (met de drugs peyotl en datura) door<br />

een mysterieuze sjamaan Don Juan Matus en een systeem van magische oefeningen,<br />

tensegrity geheten (samentrekking van tension en integrity). Men moet het fenomeen-<br />

Castaneda plaatsen in de sfeer van de jaren-zestig in de USA, met tal van drugsexperimenten


(„bewustzijnsverruimers‟), hippies en neo-sjamanisme (supra) rond de native americans (de<br />

Indianen).<br />

Fraternitas Saturni. We hebben in hoofdstuk 16 gezien hoe de Ordo Templi Orientis zich in de<br />

eerste helft van de vorige eeuw ontwikkelde onder Theodor Reuss en Aleister Crowley – met<br />

o.a. interesse voor sexuele magie. In 1926 scheurde een groep o.l.v. Eugen Grosche (1888-<br />

1964, hier Gregor A. Gregorius geheten) zich af en stichtte de Fraternitas Saturni. <strong>De</strong> naam<br />

verwijst naar het „donkere licht‟ van Saturnus; het betreft een rijk symbool dat o.m. verband<br />

houdt met het dodenrijk, met de sol niger (zwarte zon) van de alchemisten, de (spirituele)<br />

middernachtzon van de mystiek, de god van de leegte, de <strong>De</strong>us Absconditus (onbekende God)<br />

– een fase van elke inwijding en meditatie.<br />

<strong>De</strong>ze „broederschap van Saturnus‟ zou in de Duitstalige wereld een behoorlijk (elitair) succes<br />

kennen. Het gaat vandaag om een systeem van 33 <strong>graden</strong> met Latijnse namen; de <strong>graden</strong> 12<br />

tot 20 zijn Rosenkreuzergrade. Men vindt FS-loges in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland.<br />

<strong>De</strong> (geheime) ritualen werden in 1970 gepubliceerd door Adolf Hemberger (1929-91), ook<br />

auteur (onder de naam Dr. Klingsor) van het boek „Experimental-Magie‟ in 1976. Men treft in<br />

de FS tal van maçonnieke werktuigen aan, die hier echter een magische rol vervullen (i.p.v.<br />

een symbolische). <strong>De</strong> FS ziet zichzelf als „pansofisch‟, omdat er wijsheid en magie uit diverse<br />

tradities worden gebruikt in de ritus – met een sterke nadruk op astrologie, tantrisme en<br />

Lucifer.<br />

Chaosmagie, Thanateros. <strong>De</strong> chaosmagie ontstond in Engeland. Men verwijst hier naar een<br />

vader (Peter Carroll) en naar een grootvader (Austin Osman Spare, 1886-1956). <strong>De</strong>ze laatste<br />

was een visionair kunstenaar, gefocust op sigillen. Men zal ook de invloed van Al. Crowley<br />

niet onderschatten. <strong>De</strong> eigenlijke stichters waren Peter Carroll (°1953) en Ray Sherwin<br />

(°1952); in 1978 kondigden zij de oprichting van de Illuminates of Thanateros aan, hierbij<br />

verwijzend naar de chaos magic. „Thanateros‟ is de samentrekking van de Griekse woorden<br />

„thanatos‟ (dood) en „eros‟ (lust).<br />

Carroll was de eigenlijke motor met boeken als „Liber Null‟ (1978) en „Psychonaut‟ (1982).<br />

In 1986 werkte hij met Ralph Tegtmeier (Frater U.D.) aan The magical pact of the Illuminates<br />

of Thanateros; „The Pact‟ werd het jaar daarop publiek gelanceerd. In de jaren-negentig<br />

volgden moeilijke tijden (de ice magick wars) waarna Carroll „Liber Kaos‟ (1992)<br />

publiceeerde en zich terugtrok. In 2006 stichtte hij de Arcaniorum Occult College, m.m.v. de<br />

magiërs Ramsey Dukes, Ian Read en Jaq. D. Hawkins.<br />

<strong>De</strong> rangorde van de <strong>graden</strong> is hier omgedraaid: men wordt achtereenvolgens Novice,<br />

Neophyte (vierde graad), Initiate (derde), Adept (tweede) en Magus (eerste graad). Naast elke<br />

verantwoordelijke wordt een Insubordinate aangeduid, die kritiek levert op hun werk. <strong>De</strong> vrij<br />

autonome temples (loges) zijn geografisch verenigd in satrapies (bv. in Oostenrijk, UK,<br />

Duitsland, Brazilië). Eén side-degree (Priest/Priestess of Chaos, toegevoegd aan de derde<br />

graad) en twee bijzondere <strong>graden</strong> voor ex-bestuursleden: 0=5 en Elder. <strong>De</strong> Amerikaanse<br />

auteurs William S. Burroughs en Timothy Leary waren lid.


<strong>De</strong> uitdrukking chaos magick verschijnt voor ‟t eerst in het boek „Liber Null‟ van P. Carroll<br />

en de inhoud wordt het sterkst beïnvloed door diens boeken en ideeën. <strong>De</strong> hier bedoelde<br />

„chaos‟ is een orde op hoger niveau, de potentialiteit van Tao. Als werkmethode wordt<br />

verwezen naar “niets is waar, alles is toegestaan” (van de Perzische Hassan-Sabbah, 12 e<br />

eeuw) en “de weg van de Tao is niet de ware Tao”.<br />

Chaoten streven naar een gnostic state, hetgeen Spare als een staat van „leegheid‟ omschreef.<br />

Het komt er op neer, ons (door cultuur, media en politiek) gemanipuleerde brein te<br />

deprogrammeren, zodat men het grensgebied bewust-onbewust bereikt. Aldus opent zich een<br />

poort door dewelke gecodeerde berichten naar ons onbewuste kunnen worden gestuurd – bv.<br />

met sigils of runen – om een magisch resultaat te bereiken. We bereiken de gnostische staat<br />

volgens Carroll “trough disordening our belief structures”, o.a. via paradigm shifting<br />

(wisselen van uitgangspunten) – bv. door permanent te hoppen tussen overtuigingen en<br />

tijdperken en godheden. Maar ook via dans, meditatie, kruiden, pijn, orgasme. “If it works,<br />

use it!”.<br />

Left-hand path. Met de LHP wordt verwezen naar de <strong>esoterie</strong> die zich toelegt op magie en die<br />

zich sterk afzet tegen de heersende macht en moraal.We hebben reeds enkele „linkerhandse‟<br />

organisaties ontmoet in dit boek, nl. Crowley‟s Thelema, sommige hekserijen en de<br />

bovenstaande Fraternitas Saturni en Chaos Magic. In het boeddhisme en het hindoeïsme<br />

behoort het tantrisme tot deze weg. In Latijns-Amerika zijn de uit Afrika ingevoerde religies<br />

(macumba, voodoo, santeria, quimbanda, umbanda, candomblé) verwant met LHP. <strong>De</strong><br />

uitdrukking werd in West-Europa ingevoerd door Helena Blavatsky, maar dan in de betekenis<br />

van „zwarte magie‟. Er bestaat een verwantschap met vampiristen, gothics en Black Metal.<br />

Binnen het neo-satanisme is de Church of Satan, in 1966 op Walpurgisnacht gesticht door<br />

Anton Szandor LaVey (Howard Stanton Levy, 1930-97) in San Francisco, vandaag de<br />

sterkste stroming. LaVey publiceerde „The Satanic Bible‟ in 1969 en „The Satanic Rituals‟ in<br />

1972. <strong>De</strong> gehoornde god Baphomet , voorgesteld als een bokkenkop in een omgekeerd<br />

pentagram, werd het symbool. Nietzsche en Crowley gelden als referentie. Men organiseerde<br />

zich aanvankelijk in grotto‟s (spelonken), maar dat is aan het verdwijnen. <strong>De</strong> rituelen zijn<br />

enochiaans en sexueel getint, met nadruk op het individualisme (de belangrijkste verjaardag is<br />

de eigen verjaardag). Vijf <strong>graden</strong>: Satanist I°, Warlock/Witch II°, Priest/Priestess of Mendes<br />

III°, Magister/Magistra IV, Magus/Maga V°.<br />

Men kent drie soorten rituelen: de liefdesbezwering (sexueel ritueel), ritueel van medeleven<br />

(o.a. genezing) en ritueel van destructie (o.a. vervloeking). <strong>De</strong> CoS wordt bestuurd door een<br />

Raad van Negen. Het satanisme is vandaag meer een leefstijl dan een <strong>esoterie</strong>, met de nadruk<br />

op o.m. natuurlijke instincten (zonder schuldgevoelens), zelfbewust en wraakzuchtig<br />

handelen, er bestaat geen god of duivel, geen dogma‟s of hypocrisie of pretentie, bevrediging<br />

i.p.v. onthouding, we zijn een dier onder de dieren, iedereen zoekt zelf zijn waarheid,<br />

“Satanists are born, not made”. Veel info in „The Satanic Scriptures‟ (2007) van Peter<br />

Gilmore.


Uit de CoS ontstond in 1975 de Temple of Set, aangestuurd door Michael Aquino (°1946).<br />

Satan is hier vervangen door de Egyptische god Set. <strong>De</strong> Setians hebben een faustische relatie<br />

met deze Prins der Duisternis. <strong>De</strong> initiatieke organisatie lijkt op die van de CoS, met een<br />

toegevoegde zesde graad van Ipsissimus.<br />

<strong>De</strong> Typhonian Order werd in 1962 opgericht door Kenneth Grant (1924-2011) na een breuk<br />

met OTO. Behoort tot de erfenis van Crowley en Thelema; de orde startte onder de benaming<br />

Typhonian Ordo Templi Orientis (TOTO). Grant had veel interesse voor buitenaards leven en<br />

demonen, ook voor de Cthulhu Mythos van H.P. Lovecraft. T.O. wordt door Simon Hinton<br />

(°1964) voorgesteld als een cosmic network.<br />

Grant had ook invloed op het het ontstaan in Zweden (1989) van de Dragon Rouge (Ordo<br />

Draconis et Atri Adamantis), naast bv. Castaneda en Evola. Doel in de zelfvergoddelijking<br />

(de zgh. apotheosis). Elf inwijdings<strong>graden</strong>, van Lilith tot Thaumiel 11.0°. <strong>De</strong> orde stond<br />

anvankelijk o.l.v. de Zweedse componist en occultist Thomas Karlsson (°1972). <strong>De</strong> opleiding<br />

behelst parapsychologische ervaringen.<br />

Ook de Feri Tradition (hekserij gesticht door de blinde Victor Anderson), de Hellfire Club (in<br />

1719 ontstaan in Londen) en de gnostische satanisten (Promethean Gnostics, Dark Gnostics)<br />

behoren tot het LHP. Volgens de eersten is Jehova de slechte god, Satan de Lichtbrenger; ze<br />

zijn verwant met de Ophiten. <strong>De</strong> Dark Gnostics vereren de duistere krachten in de natuur; het<br />

zijn o.a. de aanbidders van Kali.<br />

<strong>Nieuwe</strong> ketterijen<br />

Het neo-catharisme werd in de 19 e eeuw in Frankrijk op gang gebracht door de dichter<br />

Napoléon Peyrat (1809-81) en de occultist Jules Doinel (1842-1902, cf. supra). Peyrat ligt aan<br />

de basis van alle legendes rond de Katharen en Montségur. Doinel verwerkte de kathaarse<br />

sacramenten (o.a. het consolamentum) in zijn Église Gnostique, hetgeen hij later dan weer<br />

afwees. <strong>De</strong> Pays cathare werd ook bestudeerd door de anthroposoof Déodat Roché (1877-<br />

1978) en Antonin Gadal (1877-1962), die de kathaarse religie wenste te reconstrueren. Gadal<br />

stichtte de Franse afdeling van het elders besproken Lectorium Rosicrucianum. In het Duitse<br />

taalgebied heeft de archeoloog en SS-Unterscharführer Otto Rahn (1904-39) bijgedragen tot<br />

de mythe van de Kathaarse vrijheidshelden. Nederlandse rozenkruisers vergaderen jaarlijks in<br />

een grot te Ussat-les-Bains.<br />

<strong>De</strong> theosofen van de vorige eeuw kwamen vooral uit Oost-Euroa, zoals we hebben gezien in<br />

het 17 e hoofdstuk (Berdjajev, Mouraviev, Tomberg, <strong>De</strong>unov, Gurdjieff, e.a.). Ze verbleven<br />

vaak in Frankrijk, een land dat zelf ook enkele gekende theosofen heeft afgeleverd: Auguste-<br />

Édouard Chauvet („Ésotérisme de la Genèse‟, 1946-48), Robert Amadou („Occident, Orient:<br />

parcours d‟une tradition‟, 1987). Ook Henry Corbin (1903-78) is in de spiritualiteit van islam<br />

en christendom geïnteresseerd, hij deed aan comparatieve theosofie. <strong>De</strong> Duitser Leopold<br />

Ziegler (1881-1958) plaatst de Sophia in het midden van zijn gnosis („Ueberlieferung‟ –<br />

1936, „Menschwerdung‟ – 1948). <strong>De</strong> Italiaanse astroloog Tommaso Palamidessi (1915-83)


stichtte de initiatieke orde Loto + Croce (1948), die in 1968 Associazione Archeosofica werd;<br />

de ascetische techniek van de archeosofie berustte op meditatie, transcendentie en astrale<br />

reizen („Techniche di Risveglio iniziatico‟, 1975).<br />

Neo-templarisme. <strong>De</strong> tempelridders van onze tijd bestaan zowel in katholieke als in<br />

esoterische organisaties. Bij de enen en bij de anderen woekeren de pseudo-tempeliers in alle<br />

<strong>graden</strong> en hoedanigheden. Het gaat zo ver dat het Vaticaan zich verplicht zag om in 1970 in<br />

de Osservatore Romano een lijst van een dertigtal organisaties op te sommen, die<br />

uitdrukkelijk niet werden erkend als reguliere tempelorde (zoals wél het geval is met bv. de<br />

Orde van Malta). Op 25 oktober 2007 werden de oude Tempeliers, door de uitgave in Rome<br />

van het boek „Processus contra Templarios‟, niet langer als ketters beschouwd.<br />

In de vrijmetselarij begint de belangstelling voor de Tempelorde met het fabeltje van Ridder<br />

Ramsay in zijn Discours van 1737 over de kruisvaarders als voorgangers van de<br />

vrijmetselaren (“Nos Ancêtres, les Croisés …”). Daarna kwamen o.m. de ritualen van de<br />

Strikte Observantie (1760), die in 1782 op het Convent van Wilhelmsbad werden opgenomen<br />

in de Rite Ecossais Rectifié (van Willermoz) als hauts grades templiers – zie hfst. 12. Ook<br />

sporen in de Zweedse Ritus. Buiten de vrijmetselarij werd in Parijs een Ordre du Temple<br />

opgericht in 1808 door Bernard-Raymond Fabré-Palaprat (1773-1838), die uitzwermde over<br />

diverse Europese landen; hij steunde daarbij op de Griekse mystificatie Levitikon. In 1890<br />

werd Joséphin Péladan betrokken bij de Tempelorde en in 1904 <strong>René</strong> Guénon. <strong>De</strong> lijn-<br />

Palaprat werd in 1932 doorgetrokken naar Brussel (Ordre Souverain et militaire du Temple,<br />

geleid door Émile Vandenberg). Terug naar Parijs in 1945 (de Portugees Antonio Sousa<br />

Fontes, 1878-1960), dan met diens zoon Fernando naar Porto in 1970.<br />

In het laatste kwart van de vorige eeuw werden diverse nieuwe of afgescheurde tempelorden<br />

gesticht, waronder in 1984 de Ordre du Temple Solaire o.l.v. Jo di Mambro en Luc Jouret, die<br />

berucht werden door de collectieve zelfmoorden van 54 leden in 1994 en 1997.<br />

<strong>De</strong> meeste coherente esoterische verwijzing naar de tempel te Jeruzalem vindt men bij de<br />

Amerikaanse vrijmetselaren, nl. de Chivalric Orders die deel uitmaken van de York Rite. En<br />

dan vooral de bekende Knights Templar (cf. hfst. 11). <strong>De</strong> ritualen getuigen van een christelijk<br />

militantisme.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!