Toelichting - Gemeente West Maas en Waal

meinse tijd. Vanaf deze tijd zijn de daaropvolgende periodes vertegenwoordigd tot de
Nieuwe Tijd. Of dit bewoningscontinuïteit betekent is niet duidelijk.
Vanwege het relatief grote aantal archeologische sporen uit verschillende perioden binnen
het plangebied en de goede conservering ervan wordt een vervolgonderzoek aanbevolen
wanneer behoud in situ niet mogelijk is. Door de complexiteit geniet een opgraving
in meerdere vlakken de voorkeur. Dit lijkt ACVU-HBS de enige manier om een goede grip
te krijgen op het archeologische bodemarchief in het plangebied. Wanneer de gemeente
het advies opvolgt dient voorafgaande aan een opgraving eerst een PvE geschreven te
worden.
Inmiddels hebben archeologische opgravingen plaatsgevonden ter plaatse van de te realiseren
rijtjeswoningen aan ’t Gangske. Deze opgravingen zijn gecombineerd uitgevoerd
met een bodemsanering. De vondsten moeten nog verder worden onderzocht.
Er is voor gekozen om zoveel mogelijk archeologische sporen in situ te bewaren. In het
plangebied zullen slechts minimale opgravingen plaatsvinden. Er zal een verzoek tot vrijstelling
worden ingediend bij de Provincie op grond van max. 5% verstoring van de ondergrond.
De bodem zal uitsluitend worden verstoord voor het aanbrengen van heipalen.
Daar waar de aanleg van kabels en leidingen voor verstoring van de bodem zorgt, zal een
archeoloog meelopen om onderzoek te verrichten.
5.6 Watertoets
Een watertoets is een essentieel onderdeel van ieder ruimtelijk plan. In deze waterparagraaf
worden de belangrijkste conclusies van het hydrologisch onderzoek van Royal Haskoning
van 2006 weergegeven. Deze conclusies zijn aangevuld en waar nodig herzien op
basis van het nieuwe stedenbouwkundig plan en nieuwe uitgangspunten van het waterschap.
Gevolgd proces
Voor het voorontwerpbestemmingsplan is Waterschap Rivierenland in 2006 betrokken
geweest bij het uitvoeren van de watertoets in de vorm van het aanleveren van de normen
en wensen van het waterschap. Voorts zijn in een overleg de resultaten van het onderzoek
besproken. Na het aanpassen van het stedenbouwkundig plan is het waterschap in 2009
weer betrokken geweest om de herziene waterbergingsberekeningen te toetsen.
Wensen en normen waterbeheerder
De uitgangspunten van het waterschap zijn de volgende:
- Voor het te ontwikkelen plangebied geldt het principe van hydrologisch neutraal
bouwen. Dit betekent dat geen effecten op het grondwater in de omgeving van het
plangebied mogen plaatsvinden. Daarnaast mag de piekafvoer vanuit het plangebied
niet toenemen ten opzichte van de huidige situatie. Om dit te bewerkstelligen dient
de overtollige neerslag van extra verhard oppervlak gecompenseerd te worden.
18
Hoofdstuk 5