Toelichting - Gemeente West Maas en Waal

ing. Het lijkt erop dat binnen het gehele onderzoeksgebied archeologische resten uit deze
periode aanwezig zijn.
Tevens zijn binnen het gehele onderzoeksgebied archeologische indicatoren uit de Late
Middeleeuwen aangetroffen, tot op een maximale diepte van circa 5.0 meter +NAP. Ook
hiervoor geldt dat op basis van de beschikbare gegevens nog geen uitspraken kunnen
worden gedaan over de aard van deze resten, of over een zonering. Het lijkt erop dat binnen
het gehele onderzoeksgebied archeologische resten uit deze periode aanwezig zijn.
In het centraal-noordelijke deel van het onderzoeksgebied en in het oostelijke deel van
het onderzoeksgebied bevinden zich (mede op basis van historische gegevens) bewoningssporen
uit de Nieuwe Tijd (in ieder geval vanaf de negentiende eeuw).
Het vermoeden bestaat dat zich ter plaatse van het onderzoeksgebied een zelfde situatie
voordoet als die ter plaatse van twee terreinen ten zuidwesten van het onderzoeksgebied,
die op de Archeologische Monumentenkaart van de provincie Gelderland worden gewaardeerd.
Daar werd geconstateerd dat er bewoningssporen uit de Ijzertijd/Romeinse
Tijd aanwezig waren, die werden afgedekt door ophooglagen uit de Middeleeuwen, met
daarin bewoningssporen uit de Nieuwe Tijd, en dan met name in het oostelijke deel van
het onderzoeksgebied.
Door de geplande ingrepen binnen het onderzoeksgebied kunnen archeologische sporen
worden aangetast. Daarom wordt de uitvoering van een inventariserend veldonderzoek
door middel van proefsleuven noodzakelijk geacht om tot een betrouwbare waardestelling
te komen. Voorafgaand aan dit onderzoek dient een programma van eisen te worden
opgesteld, dat vervolgens wordt geautoriseerd door het bevoegd gezag.
Van maandag 5 tot en met woensdag 7 februari 2007 heeft de Hendrik Brunsting Stichting
van het Archeologisch Centrum van de Vrije Universiteit (ACVU-HBS) een inventariserend
veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd in het plangebied Altforst-
Kerkstraat. 13
Hieronder worden de conclusies uit dit onderzoek weergegeven. De gehele
rapportage is een separate bijlage bij dit bestemmingsplan.
In totaal zijn twee sleuven in het vlak aangelegd, parallel aan de Kerkstraat. Tevens zijn
vier profielkolommen gegraven. Hieruit bleek dat zich in het hele plangebied sporen bevinden
in meerdere sporenniveaus. In het bovenste niveau bevinden zich in de oostelijke
sleuf sporen uit de Volle en Late Middeleeuwen en in de westelijke sleuf sporen uit de
Nieuwe Tijd. In de oostelijke sleuf liggen de sporen vermoedelijk op een rivierduin. In de
westelijke sleuf zijn lagen aanwezig die niet eenduidig te interpreteren zijn: afvallagen,
ophogingslagen of door de mens bewerkte natuurlijke afzettingen. De oudste sporen te
dateren in de Romeinse tijd. Oudere vondsten uit de IJzertijd zijn aanwezig, maar zijn
aangetroffen in jongere sporen. Waarschijnlijk zijn echter in het plangebied eveneens sporen
uit de IJzertijd aanwezig. De oudste laag in de westelijke sleuf is te dateren in de Ro-
13
Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven in het plangebied Altforst-Kerkstraat. Archeologisch
Centrum Vrije Universiteit – Hendrik Brunsting Stichting. Amsterdam, 2007.
Hoofdstuk 5
17