Toelichting - Gemeente West Maas en Waal
Toelichting - Gemeente West Maas en Waal
Toelichting - Gemeente West Maas en Waal
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Altforst<br />
<strong>Geme<strong>en</strong>te</strong><br />
<strong>West</strong><br />
<strong>Maas</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>Waal</strong><br />
Bestemmingsplan<br />
‘Altforst, Kerkstraat’<br />
Alph<strong>en</strong> Appeltern B<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>-Leeuw<strong>en</strong> Bov<strong>en</strong>-Leeuw<strong>en</strong> Dreumel <strong>Maas</strong>bommel Wamel
Bestemmingsplan Altforst, Kerkstraat<br />
<strong>Geme<strong>en</strong>te</strong> <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong><br />
Rapportnummer: 211x03684.054667_1<br />
Datum: 10 maart 2010<br />
Contactpersoon opdrachtgever: mevrouw N. Straatman<br />
Projectteam BRO: Chantal Zegers<br />
Concept: september 2009<br />
Voorontwerp: 15 augustus 2007<br />
Ontwerp: maart 2010<br />
Vaststelling:<br />
Trefwoord<strong>en</strong>: bestemmingsplan Altforst, Kerkstraat, geme<strong>en</strong>te<br />
<strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong><br />
Bron foto kaft: Hollandse Hoogte<br />
Beknopte inhoud: -<br />
BRO<br />
Hoofdvestiging<br />
Postbus 4<br />
5280 AA Boxtel<br />
Bosscheweg 107<br />
5282 WV Boxtel<br />
T +31 (0)411 850 400<br />
F +31 (0)411 850 401
<strong>Toelichting</strong>
Inhoudsopgave pagina<br />
1. INLEIDING 3<br />
1.1 Aanleiding 3<br />
1.2 Ligging <strong>en</strong> begr<strong>en</strong>zing plangebied 3<br />
1.3 Leeswijzer 4<br />
2. BESTAANDE SITUATIE 5<br />
2.1 Algeme<strong>en</strong> 5<br />
2.2 Beschrijving huidige situatie plangebied 5<br />
2.3 Viger<strong>en</strong>de regeling 6<br />
3. BELEIDSKADER 1<br />
3.1 Inleiding 1<br />
3.2 Rijksbeleid 1<br />
3.3 Provinciaal <strong>en</strong> regionaal beleid 2<br />
3.4 <strong>Geme<strong>en</strong>te</strong>lijk beleid 5<br />
4. PLANBESCHRIJVING 9<br />
5. MILIEUASPECTEN 13<br />
5.1 Inleiding 13<br />
5.2 Geluid 13<br />
5.3 Bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> milieuzonering 13<br />
5.4 Bodem 14<br />
5.5 Archeologische <strong>en</strong> cultuurhistorische waard<strong>en</strong> 16<br />
5.6 Watertoets 18<br />
5.7 Flora <strong>en</strong> fauna 20<br />
5.8 Luchtkwaliteit 22<br />
5.9 Externe veiligheid 22<br />
6. JURIDISCHE PLANOPZET 25<br />
6.1 Inleiding 25<br />
6.2 Systematiek van de planregels 25<br />
6.2.1 Inleid<strong>en</strong>de regels 25<br />
6.2.2 Bestemmingsregels 26<br />
Inhoudsopgave<br />
1
6.2.3 Algem<strong>en</strong>e regels 28<br />
6.2.4 Overgangs- <strong>en</strong> slotregels 29<br />
6.3 Beschrijving per bestemming 29<br />
7. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID 31<br />
8. OVERLEG EN INSPRAAK 33<br />
8.1 Inspraak 33<br />
8.2 Overleg 33<br />
8.3 Vaststellingsprocedure 33<br />
BIJLAGEN<br />
Bijlage 1: Bodem<br />
Onderzoek oranjewoud 2001<br />
Onderzoek EnviroPlan 31 maart 2006<br />
Saneringsplan EnviroPlan april 2006<br />
Bijlage 2: Brief GS 18 september 2006<br />
Bijlage 3: Archeologie<br />
Inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>d veldonderzoek SOB maart 2006<br />
Proefsleuv<strong>en</strong>onderzoek AGVU-HBS 2007<br />
Bijlage 4: Water<br />
Watertoets Royal Haskoning 19 juni 2006<br />
Bijlage 5: Flora <strong>en</strong> faunaonderzoek<br />
Quickscan flora- <strong>en</strong> fauna SAB Arnhem 19 april 2006<br />
Vleermuiz<strong>en</strong>onderzoek Mert<strong>en</strong>s juli 2007<br />
Bijlage 6: Luchtkwaliteitonderzoek BRO<br />
Bijlage 7: Inspraakverslag<br />
2<br />
Inhoudsopgave
1. INLEIDING<br />
1.1 Aanleiding<br />
De geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> heeft de int<strong>en</strong>tie om in de kern Altforst 9 woning<strong>en</strong><br />
op het perceel behor<strong>en</strong>de bij het adres Kerkstraat 17 te ontwikkel<strong>en</strong>. Deze ontwikkeling<br />
is niet mogelijk op basis van het viger<strong>en</strong>de bestemmingsplan “Kom Altforst”.<br />
BRO is gevraagd om voor het plangebied e<strong>en</strong> bestemmingsplan op te stell<strong>en</strong><br />
waarmee bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde ontwikkeling mogelijk gemaakt wordt.<br />
1.2 Ligging <strong>en</strong> begr<strong>en</strong>zing plangebied<br />
Het plangebied ligt c<strong>en</strong>traal in de bebouwde kom van de kern Altforst (geme<strong>en</strong>te<br />
<strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong>).<br />
Luchtfoto plangebied <strong>en</strong> omgeving<br />
Hoofdstuk 1<br />
3
Globaal wordt het plangebied als volgt begr<strong>en</strong>sd: t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van het plangebied<br />
ligt ’t Gangske, t<strong>en</strong> west<strong>en</strong> de Torsdam <strong>en</strong> t<strong>en</strong> oost<strong>en</strong> de Kerkstraat. In het zuid<strong>en</strong><br />
gr<strong>en</strong>st het plangebied aan de kavel van de woning aan Kerkstraat 15.<br />
1.3 Leeswijzer<br />
De toelichting van het bestemmingsplan gaat in het eerste <strong>en</strong> tweede hoofdstuk in<br />
op de ligging van het plangebied <strong>en</strong> de beschrijving van de huidige situatie van het<br />
plangebied <strong>en</strong> directe omgeving.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s kom<strong>en</strong> in hoofdstuk 3 de beleidskaders aan bod. Hierbij wordt ingegaan<br />
op zowel rijks-, provinciaal als geme<strong>en</strong>telijk beleid.<br />
Hoofdstuk 4 geeft e<strong>en</strong> beschrijving van de toekomstige situatie, waarbij aandacht<br />
geschonk<strong>en</strong> wordt aan de ruimtelijke <strong>en</strong> functionele opzet. In hoofdstuk 5 tot <strong>en</strong><br />
met 8 wordt de haalbaarheid van de ontwikkeling beschrev<strong>en</strong> op de aspect<strong>en</strong> milieu,<br />
flora <strong>en</strong> fauna, water <strong>en</strong> archeologische waard<strong>en</strong>. Hoofdstuk 9 laat de juridische<br />
opzet van de voorschrift<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoofdstuk 10 gaat in op de financiële haalbaarheid<br />
van het bestemmingsplan. De laatste twee hoofdstukk<strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> procedurele<br />
aspect<strong>en</strong> als het overleg, de inspraak <strong>en</strong> vaststelling van het bestemmingsplan.<br />
4<br />
Hoofdstuk 1
2. BESTAANDE SITUATIE<br />
2.1 Algeme<strong>en</strong><br />
De kern Altforst maakt deel uit van de geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> <strong>en</strong> ligt aan de<br />
oostzijde van de geme<strong>en</strong>te, t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van de kern<strong>en</strong> <strong>Maas</strong>bommel <strong>en</strong> Appeltern.<br />
Altforst heeft 566 inwoners. 1<br />
Altforst ontstond op drie dorpsheuvels die van elkaar gescheid<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> door e<strong>en</strong><br />
lager geleg<strong>en</strong> gebied waaruit materiaal opgegrav<strong>en</strong> werd voor de ophoging<strong>en</strong>. Op<br />
één van de heuvels rondom de Kerkstraat ontwikkelde het dorp zich verder. De historische<br />
structuur van de kern Altforst wordt bepaald door de in noord-zuidrichting<br />
lop<strong>en</strong>de Kerkstraat. Aan deze straat ligt de karakteristieke historische bebouwing,<br />
waaronder twee kerk<strong>en</strong>, (T-)boerderij<strong>en</strong> <strong>en</strong> dorpshuis ‘De uithof’.<br />
De bebouwing aan de Kerkstraat bestaat uit e<strong>en</strong> aantal beeldbepal<strong>en</strong>de pand<strong>en</strong>,<br />
waaronder de twee kerk<strong>en</strong>, (T-)boerderij<strong>en</strong> <strong>en</strong> dorpshuis ‘De Uithof’. De bebouwing<br />
heeft e<strong>en</strong> wissel<strong>en</strong>de bouwhoogte, één of twee lag<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de kapvorm<strong>en</strong>,<br />
zowel in de langsrichting als de dwarsrichting. Het materiaal- <strong>en</strong> kleurgebruik is<br />
traditioneel, voornamelijk bakste<strong>en</strong> <strong>en</strong> hout. Bij de historische boerderij<strong>en</strong> zijn voornamelijk<br />
gestuukte gevels toegepast.<br />
Aan de Torsdam ligt e<strong>en</strong> klein nieuw woongebied met e<strong>en</strong> ruime opzet. De naoorlogse<br />
bebouwing bestaat voornamelijk uit vrijstaande <strong>en</strong> twee-onder-één-kap woning<strong>en</strong><br />
van twee bouwlag<strong>en</strong> met kap. Het materiaal- <strong>en</strong> kleurgebruik is traditioneel.<br />
2.2 Beschrijving huidige situatie plangebied<br />
Het plangebied bestaat mom<strong>en</strong>teel uit grasland <strong>en</strong> e<strong>en</strong> braakligg<strong>en</strong>d terrein. Het<br />
grasland wordt nog gebruikt als paard<strong>en</strong>wei. Het bestaande gebruik zal word<strong>en</strong><br />
beëindigd. In het noord<strong>en</strong> van het plangebied is e<strong>en</strong> elz<strong>en</strong>singel aanwezig. Naast<br />
deze singel zijn e<strong>en</strong> afwateringssloot <strong>en</strong> e<strong>en</strong> knotbom<strong>en</strong>rij geleg<strong>en</strong>. De huidige ontsluiting<br />
van het gebied vindt plaats via de Torsdam <strong>en</strong> de Kerkstraat.<br />
1 Peildatum 31 december 2008.<br />
Hoofdstuk 2<br />
5
2.3 Viger<strong>en</strong>de regeling<br />
Op dit mom<strong>en</strong>t is het bestemmingsplan “Kom Altforst” van de geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong><br />
<strong>en</strong> <strong>Waal</strong> het viger<strong>en</strong>de bestemmingsplan voor het onderhavige plangebied. Dit bestemmingsplan<br />
is vastgesteld door de geme<strong>en</strong>teraad van <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> op 13<br />
december 2007 <strong>en</strong> goedgekeurd door Gedeputeerde Stat<strong>en</strong> van de provincie Gelderland<br />
op 21 april 2008.<br />
Het plangebied heeft in het viger<strong>en</strong>de bestemmingsplan de bestemming ‘Won<strong>en</strong>-1’.<br />
De voorgestane ontwikkeling past functioneel gezi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> dit bestemmingsplan.<br />
Ruimtelijk gezi<strong>en</strong> past het echter niet binn<strong>en</strong> deze regels, waardoor het opstell<strong>en</strong><br />
van onderhavige partiële herzi<strong>en</strong>ing van het bestemmingsplan noodzakelijk is.<br />
6<br />
Hoofdstuk 2
3. BELEIDSKADER<br />
3.1 Inleiding<br />
Zowel op rijks-, provinciaal als geme<strong>en</strong>telijk niveau zijn diverse beleidsnota’s versch<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
die kaderstell<strong>en</strong>d zijn voor het ruimtelijk beleid. Deze word<strong>en</strong> in dit hoofdstuk kort besprok<strong>en</strong>.<br />
3.2 Rijksbeleid<br />
Nota Ruimte 2<br />
Algem<strong>en</strong>e uitgangspunt<strong>en</strong> van de Nota Ruimte zijn: ontwikkelingsplanologie, dec<strong>en</strong>tralisatie,<br />
deregulering <strong>en</strong> uitvoeringsgerichtheid. Ook de internationale context is van belang.<br />
C<strong>en</strong>traal elem<strong>en</strong>t in het rijksbeleid is dat de maatschappij zich ontwikkelt tot e<strong>en</strong> netwerksam<strong>en</strong>leving<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> netwerkeconomie. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is<br />
ruimte te schepp<strong>en</strong> voor de verschill<strong>en</strong>de ruimtevrag<strong>en</strong>de functies. Meer specifiek richt het<br />
kabinet zich hierbij op vier doel<strong>en</strong>:<br />
• versterking van de internationale concurr<strong>en</strong>tiepositie van Nederland;<br />
• bevordering van krachtige sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vitaal platteland;<br />
• borging <strong>en</strong> ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waard<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
• borging van de veiligheid.<br />
Deze vier doel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in onderlinge sam<strong>en</strong>hang nagestreefd, met teg<strong>en</strong> de achtergrond<br />
de algem<strong>en</strong>e w<strong>en</strong>s om de economische, ecologische <strong>en</strong> sociaal-culturele waard<strong>en</strong><br />
van de ruimte te versterk<strong>en</strong> <strong>en</strong> duurzaam te ontwikkel<strong>en</strong>. Van duurzame ruimtelijke ontwikkeling<br />
is in de og<strong>en</strong> van het Rijk sprake als elk van deze waard<strong>en</strong> gelijkwaardig <strong>en</strong> in<br />
onderlinge sam<strong>en</strong>hang recht wordt gedaan <strong>en</strong> daarmee de aantrekkelijkheid van de ruimte<br />
voor bewoners, bezoekers <strong>en</strong> ondernemers to<strong>en</strong>eemt.<br />
Het ruimtelijk beleid moet ervoor zorg<strong>en</strong> dat de verhouding tuss<strong>en</strong> bouw<strong>en</strong> in stedelijke<br />
gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> in landelijke gebied<strong>en</strong> in balans blijft. E<strong>en</strong> precieze invulling van deze balans<br />
kan volg<strong>en</strong>s het rijk het beste plaatsvind<strong>en</strong> door de provincie, de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> het<br />
voortouw bij het bepal<strong>en</strong> van het precieze aantal woning<strong>en</strong>. Bundeling van verstedelijking<br />
(won<strong>en</strong>, werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>) staat voorop, echter geconstateerd wordt dat er zowel<br />
vraag is naar c<strong>en</strong>trumstedelijke milieus, gro<strong>en</strong>stedelijke milieus <strong>en</strong> naar meer ruimte in <strong>en</strong><br />
om de woning. Voorkom<strong>en</strong> moet daarnaast word<strong>en</strong> dat de landelijke gebied<strong>en</strong> leeglop<strong>en</strong><br />
2 Deel 3 van de PKB Nationaal Ruimtelijk Beleid, VROM, april 2004. Op grond van artikel 9.1.2 lid 1 Overgangsrecht<br />
Wro is bepaald dat e<strong>en</strong> planologische kernbeslissing (zoals de Nota Ruimte) gelijkgesteld wordt met e<strong>en</strong><br />
structuurvisie. Het recht van de planologische kernbeslissing zoals gold voor het tijdstip van inwerkingtreding<br />
van de Wro blijft van toepassing.<br />
Hoofdstuk 3<br />
1
doordat te beperkte ontwikkelingsruimte wordt gebod<strong>en</strong>. Strev<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> multifunctioneel<br />
<strong>en</strong> vitaal platteland.<br />
3.3 Provinciaal <strong>en</strong> regionaal beleid<br />
Streekplan ‘Kans<strong>en</strong> voor de regio’s’<br />
Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing (Wro) in werking getred<strong>en</strong>. Het provinciale<br />
streekplan is vervang<strong>en</strong> door de provinciale structuurvisie. De provincie Gelderland heeft<br />
ge<strong>en</strong> nieuwe provinciale structuurvisie gemaakt, maar het streekplan van rechtswege, beleidsneutraal,<br />
omgezet. Hierdoor is het beleid, zoals opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het streekplan, nog<br />
steeds van toepassing.<br />
Het streekplan ‘Gelderland 2005’ kiest voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit in Gelderland.<br />
Dat gebeurt door op provinciaal niveau te stur<strong>en</strong> op k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong> waard<strong>en</strong> die<br />
van provinciaal belang word<strong>en</strong> geacht: natuur <strong>en</strong> water (‘gro<strong>en</strong>blauw raamwerk’), maar<br />
ook de ruimtelijke ontwikkeling<strong>en</strong> in het ‘rode raamwerk’ van stedelijke functies <strong>en</strong> infrastructuur.<br />
De rest van de provincie, het ‘multifunctioneel gebied’, wordt meer dan in het<br />
verled<strong>en</strong> het domein van de geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Zij werk<strong>en</strong> daartoe sam<strong>en</strong> in regionaal verband.<br />
De bemoei<strong>en</strong>is van de provincie met dit multifunctioneel gebied is beperkt.<br />
De vitaliteit van de kern<strong>en</strong> in het landelijk gebied staat ook onder druk door ‘ontgro<strong>en</strong>ing’.<br />
Verhoudingsgewijs veel jonger<strong>en</strong> vestig<strong>en</strong> zich elders. In combinatie met schaalvergrotingst<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
in voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> tast dit de leefbaarheid aan. De betek<strong>en</strong>is van de<br />
vrijetijdseconomie neemt toe. Er is behoefte aan nieuwe economische dragers. De omgevingskwaliteit<br />
is van grote betek<strong>en</strong>is als toeristisch-recreatief product. De ‘gro<strong>en</strong>e’ <strong>en</strong> cultuurhistorische<br />
rijkdom van Gelderland biedt aanknopingspunt<strong>en</strong> voor verdere ontplooiing<br />
van het toeristisch <strong>en</strong> recreatieve profiel. Door het ruimtelijk beleid voor stad <strong>en</strong> land<br />
op regionale schaal af te stemm<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> regio’s meer als complete woon-, recreatie- <strong>en</strong><br />
werkmilieus gaan functioner<strong>en</strong>.<br />
Het Gelders kwalitatief woonbeleid richt zich zowel op bestaand bebouwd gebied (herstructurering,<br />
transformatie) als op nieuw stedelijk gebied (uitbreiding). Het aanbod aan<br />
woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> woonmilieus moet beter aansluit<strong>en</strong> bij de voorkeur<strong>en</strong> van bewoners. Om<br />
deze red<strong>en</strong> bevordert de provincie vooral de realisatie van woning<strong>en</strong> voor ouder<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
starters <strong>en</strong> van de woonmilieus c<strong>en</strong>trum-stedelijk <strong>en</strong> landelijk won<strong>en</strong>. Voorts wil de provincie<br />
e<strong>en</strong> versnelling bevorder<strong>en</strong> van herstructurering <strong>en</strong> transformatie van bestaand bebouwd<br />
gebied, het aanpakk<strong>en</strong> van de stagner<strong>en</strong>de (nieuwbouw)productie, het vergrot<strong>en</strong><br />
van het aanbod aan lev<strong>en</strong>sloopbest<strong>en</strong>dige woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> wijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> het versterk<strong>en</strong> van verscheid<strong>en</strong>heid<br />
<strong>en</strong> id<strong>en</strong>titeit.<br />
2<br />
Hoofdstuk 3
Streekplanuitwerking ‘Zoekzones stedelijke functies <strong>en</strong> landschappelijke versterking’<br />
Als uitwerking van het Gelderse streekplan zijn door Gedeputeerde Stat<strong>en</strong> van Gelderland<br />
‘Zoekzones stedelijke functies <strong>en</strong> landschappelijke versterking‘ 3<br />
vastgesteld. Zoekzones<br />
voor stedelijke functies gev<strong>en</strong> de gebied<strong>en</strong> aan die word<strong>en</strong> gereserveerd voor won<strong>en</strong> (huiz<strong>en</strong>),<br />
werk<strong>en</strong> (bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>) <strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (schol<strong>en</strong>, kerk<strong>en</strong>, sportveld<strong>en</strong> e.d.). De<br />
zoekzones voor ‘landschappelijke versterking’ zijn gebied<strong>en</strong> waar het landschap moet<br />
word<strong>en</strong> versterkt <strong>en</strong> waar slechts incid<strong>en</strong>teel <strong>en</strong> op beperkte schaal woning<strong>en</strong> mog<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> gebouwd. Voor deze gebied<strong>en</strong> moet ook e<strong>en</strong> gebiedsplan word<strong>en</strong> gemaakt. Met<br />
deze streekplanuitwerking wil de provincie voorzi<strong>en</strong> in de ruimtebehoefte voor de kom<strong>en</strong>de<br />
jar<strong>en</strong> (tot 2015).<br />
De Gelderse regio’s hebb<strong>en</strong> zelf de zoekzones opgesteld. Bij het bepal<strong>en</strong> van de zoekzones<br />
hebb<strong>en</strong> zij rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met de programma’s voor regionale woningbouw <strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong>terrein<strong>en</strong>.<br />
Bij het bepal<strong>en</strong> van de zoekzones is rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met mogelijkhed<strong>en</strong><br />
binn<strong>en</strong> bestaand bebouwd gebied. <strong>Geme<strong>en</strong>te</strong>lijke plann<strong>en</strong> voor stedelijke functies<br />
kunn<strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong>d binn<strong>en</strong> de zoekzones word<strong>en</strong> gelokaliseerd. Met betrekking tot het<br />
Experim<strong>en</strong>t Ruimtelijk Beleid Rivier<strong>en</strong>land (waarop de structuurvisie voor de regio Rivier<strong>en</strong>land<br />
uit januari 2004 gebaseerd is) zijn de resultat<strong>en</strong> daarvan in de streekplanuitwerking<br />
opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De betek<strong>en</strong>is van het experim<strong>en</strong>t als basis voor ruimtelijke planvorming<br />
<strong>en</strong> beoordeling is kom<strong>en</strong> te vervall<strong>en</strong>.<br />
Regio Rivier<strong>en</strong>land gaat uit van 10.000 woning<strong>en</strong> (waarvan 16% gebundeld in Tiel) <strong>en</strong> 215<br />
hectare bedrijv<strong>en</strong>terrein. Het bedrijv<strong>en</strong>terrein Medel nabij Tiel voorziet in ruimte voor<br />
grotere, milieuhinderlijke bedrijv<strong>en</strong>. De provincie wil bijzondere aandacht bested<strong>en</strong> aan<br />
de zoekzone Overlinge t<strong>en</strong> west<strong>en</strong> van Tiel. De regio wil daar e<strong>en</strong> flink aantal woning<strong>en</strong><br />
bouw<strong>en</strong>. Het is echter e<strong>en</strong> kwetsbaar gebied. Daarom wil de provincie afsprak<strong>en</strong> mak<strong>en</strong><br />
om <strong>en</strong>erzijds recht te do<strong>en</strong> aan de landschappelijke kwaliteit<strong>en</strong> <strong>en</strong> anderzijds mogelijkhed<strong>en</strong><br />
voor woningbouw te schepp<strong>en</strong>.<br />
De kern<strong>en</strong> van de geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> hebb<strong>en</strong> ieder hun eig<strong>en</strong> zoekzone voor<br />
won<strong>en</strong>. In de kern Altforst is het gebied rondom de boerderij aan de Midd<strong>en</strong> Heuvelstraat<br />
1 (gebied tuss<strong>en</strong> Torsdam <strong>en</strong> Midd<strong>en</strong> Heuvelstraat) <strong>en</strong> de strook aan de zuidoostzijde van<br />
de Boonakker <strong>en</strong> westzijde van Brand<strong>en</strong>hof aangewez<strong>en</strong> als ‘Zoekzone voor won<strong>en</strong>’.<br />
Structuurvisie Rivier<strong>en</strong>land<br />
De geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> maakt onderdeel uit van de regio Rivier<strong>en</strong>land. De<br />
Structuurvisie Rivier<strong>en</strong>land 2004-2015 (januari 2004) formuleert als hoofdopgave het behoud<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> versterk<strong>en</strong> van het unieke karakter van de regio rond de ruimtelijke structuurdragers<br />
die de eig<strong>en</strong>heid van dit landschap bepal<strong>en</strong>. De ruimtelijke structuurdragers zijn<br />
de uiterwaard<strong>en</strong>, dijk<strong>en</strong>, oeverwall<strong>en</strong> <strong>en</strong> komm<strong>en</strong> <strong>en</strong> het cultuurhistorische landschap.<br />
3<br />
Streekplanuitwerking ‘Zoekzones stedelijke functies <strong>en</strong> landschappelijke versterking’, provincie Gelderland,<br />
vastgesteld door GS op 12 december 2006.<br />
Hoofdstuk 3<br />
3
De ruimtelijke structuurdragers gev<strong>en</strong> de richting aan waarin verstedelijking, de functies<br />
van het landelijk gebied, verkeer <strong>en</strong> vervoer, recreatie <strong>en</strong> toerisme zich in het Rivier<strong>en</strong>land<br />
mog<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>, zodat het unieke landschap met haar contrast<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong> blijft dan<br />
wel wordt versterkt. De hoofdinfrastructuur wordt door de regio mede als leid<strong>en</strong>d gezi<strong>en</strong><br />
voor toekomstige ruimtelijke ontwikkeling<strong>en</strong>.<br />
Voor het realiser<strong>en</strong> van de bundeling van verstedelijking kiest de regio voor voortzetting<br />
van de huidige kern<strong>en</strong>hiërarchie waarin Tiel e<strong>en</strong> regionale opvangfunctie heeft voor won<strong>en</strong>,<br />
werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> de kern<strong>en</strong> Zaltbommel, Geldermals<strong>en</strong>, Culemborg,<br />
Drut<strong>en</strong> e<strong>en</strong> subregionale functie hebb<strong>en</strong>. De regio wil de mogelijke toepassing van de<br />
netwerkgedachte gaan onderzoek<strong>en</strong>. Het ruimtelijk beeld op basis van de eerder g<strong>en</strong>oemde<br />
structuurdragers <strong>en</strong> de opgav<strong>en</strong> voor het gebied leid<strong>en</strong> tot de volg<strong>en</strong>de koers<br />
voor ruimtelijke ontwikkeling<strong>en</strong>:<br />
• Water als structurer<strong>en</strong>d elem<strong>en</strong>t: meervoudig ruimtegebruik met verbreding van watergang<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> concretiser<strong>en</strong> zoekgebied<strong>en</strong> waterberging;<br />
• Contour<strong>en</strong> voor zoekruimte verstedelijking tot 2015 volg<strong>en</strong>s experim<strong>en</strong>t ‘e<strong>en</strong> lijn voor<br />
kwaliteit’ blijft uitgangspunt;<br />
• Aanvull<strong>en</strong>de zoekruimte voor bedrijvigheid met meerwaarde voor Rivier<strong>en</strong>land als<br />
vestigingscriterium;<br />
• Acc<strong>en</strong>t op impuls voor op<strong>en</strong>baar vervoer;<br />
• Structurele maatregel<strong>en</strong> voor doorstroming bij brug Rh<strong>en</strong><strong>en</strong> (N233);<br />
• Functieverandering in het landelijk gebied voor komm<strong>en</strong> <strong>en</strong> oeverwall<strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiër<strong>en</strong>;<br />
• Structuurversterk<strong>en</strong>de bebouwing aan de dijk;<br />
• Voor het landelijk gebied is de landbouw richtinggev<strong>en</strong>d. E<strong>en</strong> landbouwvisie wordt<br />
opgesteld;<br />
• Glastuinbouw herstructurer<strong>en</strong> <strong>en</strong> conc<strong>en</strong>trer<strong>en</strong> in de Bommelerwaard <strong>en</strong> Tuil (Neerijn<strong>en</strong>);<br />
• Ontwikkeling meer sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d toeristisch-recreatief aanbod rond “boegbeeld<strong>en</strong>”<br />
<strong>en</strong> conc<strong>en</strong>tratiepunt<strong>en</strong>;<br />
• Uitvoering door middel van e<strong>en</strong> ruimtelijke project<strong>en</strong>ag<strong>en</strong>da.<br />
Gebiedseig<strong>en</strong> water<br />
Gebiedseig<strong>en</strong> water zal moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> opgevang<strong>en</strong> <strong>en</strong> geborg<strong>en</strong> in de regio. Op natuurlijke<br />
wijze zal dit gebeur<strong>en</strong> in de meest laag geleg<strong>en</strong> del<strong>en</strong> van het gebied.<br />
Dit is e<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>. De vraag vervolg<strong>en</strong>s is hoe hier in de regio mee kan word<strong>en</strong> omgegaan.<br />
In de stroomgebiedvisie Rivier<strong>en</strong>gebied zijn twee oplossing<strong>en</strong> aangedrag<strong>en</strong>; verbred<strong>en</strong><br />
van de watergang<strong>en</strong> <strong>en</strong> waterberging in gebied<strong>en</strong>. Voor deze tweede optie zijn vooralsnog<br />
zoekgebied<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong>. De polders rondom Altforst zijn aangewez<strong>en</strong> als waterbergingszoekgebied<strong>en</strong>.<br />
Deze zijn de van nature al lager geleg<strong>en</strong> del<strong>en</strong> waar vroeger<br />
het water he<strong>en</strong> stroomde <strong>en</strong> waardoor de karakteristieke op<strong>en</strong>heid van de komm<strong>en</strong> werd<br />
gewaarborgd.<br />
4<br />
Hoofdstuk 3
Waterberging leidt er in deze toe dat de op<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> daarmee één van de ruimtelijke<br />
hoofdstructuurdragers verder wordt gewaarborgd. Voor de gebied<strong>en</strong> geldt namelijk dat<br />
de huidige agrarische functie niet mag word<strong>en</strong> belemmerd <strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> andere kapitaalint<strong>en</strong>sieve<br />
investering<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedaan. De regio wil voor 1 januari 2007 de waterbergingsgebied<strong>en</strong><br />
planologisch vastlegg<strong>en</strong> in de bestemmingsplann<strong>en</strong>. Als eerste stap<br />
wordt de definitieve begr<strong>en</strong>zing door het waterschap in sam<strong>en</strong>werking met regio <strong>en</strong> provincie<br />
bepaald. Richtinggev<strong>en</strong>d bij het zoek<strong>en</strong> naar de juiste locatie voor de waterbergingsgebied<strong>en</strong><br />
zijn, volg<strong>en</strong>s de regio, veiligheid <strong>en</strong> oude structur<strong>en</strong> in het landschap. Te<br />
d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> valt hierbij aan oude dorpspolders. Op deze wijze wordt water weer als structurer<strong>en</strong>d<br />
elem<strong>en</strong>t aan de regio toegevoegd <strong>en</strong> kan het contrast tuss<strong>en</strong> de oeverwall<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
komm<strong>en</strong>, <strong>en</strong> daarmee de kwaliteit van de regio, word<strong>en</strong> versterkt.<br />
Agrarische bedrijvigheid<br />
Het is de verwachting dat binn<strong>en</strong> de planperiode van de regionale structuurvisie ongeveer<br />
de helft van de huidige agrarische bedrijv<strong>en</strong> hun functie zal hebb<strong>en</strong> verlor<strong>en</strong>. Uit de landbouwvisie<br />
die de provincie opstelt voor de regio zull<strong>en</strong> hierover concretere gegev<strong>en</strong>s kom<strong>en</strong>.<br />
De vraag is welke functie de vrijkom<strong>en</strong>de gebouw<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong>. Bij het bepal<strong>en</strong><br />
van die functie is het onderscheid tuss<strong>en</strong> oeverwall<strong>en</strong> <strong>en</strong> komm<strong>en</strong> van belang, maar ook<br />
de cultuurhistorisch landschappelijke vlakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de waterbergingszoekgebied<strong>en</strong>. De<br />
komm<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>merkt door hun op<strong>en</strong>heid met daar door he<strong>en</strong> lint<strong>en</strong> van agrarische<br />
bedrijv<strong>en</strong> die zijn ontstaan in de ruilverkaveling<strong>en</strong> van de jar<strong>en</strong> ‘50 <strong>en</strong> ‘60 van de vorige<br />
eeuw.<br />
Het functieveranderingbeleid is gericht op het versterk<strong>en</strong> van het contrast tuss<strong>en</strong> de oeverwall<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de komm<strong>en</strong>. Om de komm<strong>en</strong> meer op<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>, is het w<strong>en</strong>selijk zoveel<br />
mogelijk vrijkom<strong>en</strong>de agrarische bedrijfsbebouwing te saner<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>opslag teg<strong>en</strong> te<br />
gaan. Op de oeverwall<strong>en</strong> is dit ook w<strong>en</strong>selijk, maar minder noodzakelijk. Daarom wordt er<br />
e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> functieveranderingbeleid voor de komm<strong>en</strong> <strong>en</strong> voor de<br />
oeverwall<strong>en</strong>. De geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> nader invulling gev<strong>en</strong> aan het functieveranderingbeleid<br />
zoals hier geformuleerd.<br />
3.4 <strong>Geme<strong>en</strong>te</strong>lijk beleid<br />
Woningbehoefte <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> 2005 – 2015<br />
In 2004 is er, in sam<strong>en</strong>werking met Woningstichting Rivier<strong>en</strong>gebied, onder alle inwoners<br />
van de geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> e<strong>en</strong> woningbehoefte-onderzoek gehoud<strong>en</strong>. De resultat<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> geleid tot e<strong>en</strong> woningbouwprogramma voor de geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>Waal</strong> voor de periode 2005 – 2015.<br />
Uit het woningbehoefte-onderzoek is geblek<strong>en</strong> dat de vraag naar woning<strong>en</strong> in de geme<strong>en</strong>te<br />
wederom gesteg<strong>en</strong> is vergelek<strong>en</strong> met het vorige onderzoek dat in 1999 is gehoud<strong>en</strong>.<br />
Tot 2015 bedraagt de woningbehoefte in de geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> ± 1500<br />
Hoofdstuk 3<br />
5
woning<strong>en</strong>. In verband met de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de vergrijzing in het gehele land is het daarom<br />
ook niet verwonderlijk dat er in de geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> e<strong>en</strong> grote behoefte is<br />
aan zorggeschikte woning<strong>en</strong>. Daarnaast blijkt ook dat betaalbaarheid e<strong>en</strong> belangrijke<br />
factor is voor met name de starters. Door het stijg<strong>en</strong> van de prijz<strong>en</strong> voor koopwoning<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
het gebrek aan kleine compacte betaalbare koopwoning<strong>en</strong>, stijgt ook de vraag naar<br />
huurwoning<strong>en</strong>, als betaalbaar alternatief, explosief.<br />
In alle kern<strong>en</strong> in de geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> is de behoefte naar woning<strong>en</strong> gesteg<strong>en</strong>.<br />
Dat betek<strong>en</strong>t ook dat er tot 2015 e<strong>en</strong> bouwopgave ligt om in al deze kern<strong>en</strong> te bouw<strong>en</strong><br />
voor de eig<strong>en</strong> woningbehoefte. Door middel van het nieuwe Toewijzingssysteem<br />
voor bouwkavels <strong>en</strong> woning<strong>en</strong>, dat eind 2004 door het college is vastgesteld, probeert de<br />
geme<strong>en</strong>te in de kom<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> de behoefte te monitor<strong>en</strong> om zodo<strong>en</strong>de te kunn<strong>en</strong> anticiper<strong>en</strong><br />
op de verander<strong>en</strong>de vraag in de diverse kern<strong>en</strong>, om hiermee te kunn<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong> aan<br />
de juiste woning op de juiste plek, voor de juiste persoon op het juiste mom<strong>en</strong>t.<br />
Welstandsnota geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> 4<br />
In de welstandsnota van <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> staat beschrev<strong>en</strong> aan welke eis<strong>en</strong> het uiterlijk<br />
van e<strong>en</strong> bouwwerk moet voldo<strong>en</strong>. Bij de behandeling van bouwaanvrag<strong>en</strong> speelt deze<br />
nota dus e<strong>en</strong> belangrijke rol. De welstandsnota is e<strong>en</strong> duidelijk <strong>en</strong> objectief toetsingskader<br />
voor de welstandscommissie. En voor de inwoners van <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> biedt de nota<br />
meer inzicht in deze toetsing door de commissie <strong>en</strong> – minst<strong>en</strong>s zo belangrijk - meer zekerheid<br />
vooraf over de haalbaarheid van bouwplann<strong>en</strong>. Naast algem<strong>en</strong>e <strong>en</strong> gebiedsgerichte<br />
criteria zijn in de welstandsnota voorwaard<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voor veel voorkom<strong>en</strong>de, kleine<br />
bouwplann<strong>en</strong>.<br />
De kern Altforst is in de welstandsnota verdeeld in deelgebied<strong>en</strong>. Er wordt onderscheid<br />
gemaakt in:<br />
1. Historische dorps- <strong>en</strong> lintbebouwing<br />
• Dorpskern<strong>en</strong><br />
2. Woongebied<strong>en</strong><br />
• Introverte woningbouw<br />
• Individuele woningbouw<br />
Voor elk gebied zijn gebiedsgerichte criteria opgesteld. Het plangebied valt binn<strong>en</strong> de<br />
typologie Dorpskern<strong>en</strong>. De dorpskern<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> onder het welstandsniveau 2, bijzondere<br />
welstandsgebied<strong>en</strong>. De Kerkstraat vormt hierop e<strong>en</strong> uitzondering <strong>en</strong> valt onder welstandsniveau<br />
1, e<strong>en</strong> zeer waardevol welstandsgebied. Belangrijke criteria waaraan nieuwbouwplann<strong>en</strong><br />
getoetst word<strong>en</strong> zijn:<br />
- behoud<strong>en</strong>/interpreter<strong>en</strong> van de cultuurhistorische waarde van de historische dorpskern<strong>en</strong>;<br />
- interpreter<strong>en</strong> van het individuele karakter <strong>en</strong> de herk<strong>en</strong>baarheid van bebouwing binn<strong>en</strong><br />
het sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de dorpsbeeld;<br />
4 Welstandsnota <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong>, Schout, juli 2004.<br />
6<br />
Hoofdstuk 3
- interpreter<strong>en</strong> van de aanwezige relatie (op<strong>en</strong>heid, contrast, doorzicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> dergelijke)<br />
tuss<strong>en</strong> dorpskern<strong>en</strong> <strong>en</strong> het omligg<strong>en</strong>de landschap;<br />
- interpreter<strong>en</strong> van de aanwezige variatie in positie <strong>en</strong> oriëntatie van de bebouwing op<br />
de kavel;<br />
- interpreter<strong>en</strong> van de karakteristiek van e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige hoofdmassa afgedekt met e<strong>en</strong><br />
kap;<br />
- detaillering uitvoer<strong>en</strong> in harmonie met gebouw <strong>en</strong> omgeving.<br />
Waterplan <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> 5<br />
De geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> heeft sam<strong>en</strong> met Waterschap Rivier<strong>en</strong>land e<strong>en</strong> Waterplan<br />
opgesteld. Het Waterplan formuleert de doelstelling<strong>en</strong> die deze partij<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> voor<br />
het toekomstige waterbeheer binn<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>te. Het strev<strong>en</strong> is gericht op het realiser<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> gezond <strong>en</strong> veerkrachtig watersysteem <strong>en</strong> e<strong>en</strong> duurzame waterket<strong>en</strong>. Daarnaast<br />
di<strong>en</strong>t het oplossing<strong>en</strong> te formuler<strong>en</strong> voor bestaande knelpunt<strong>en</strong> t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van waterkwantiteits-<br />
<strong>en</strong> kwaliteitsproblem<strong>en</strong>. Tot slot moet het Waterplan de geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong><br />
<strong>en</strong> <strong>Waal</strong> voorbereid<strong>en</strong> op het toekomstige waterbeheer.<br />
Het huidige waterhuishoudkundige systeem is in beeld gebracht. De belangrijkste knelpunt<strong>en</strong><br />
uit de analyse zijn:<br />
• Optred<strong>en</strong> van (grond)wateroverlast in de Fruitbuurt te B<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>-Leeuw<strong>en</strong> <strong>en</strong> omgeving<br />
Viaductstraat te Wamel;<br />
• Onvoldo<strong>en</strong>de ruimte voor berging in bestaand watersysteem;<br />
• Onvoldo<strong>en</strong>de afvoercapaciteit op <strong>en</strong>kele locaties binn<strong>en</strong> het huidige watersysteem;<br />
• Spanning tuss<strong>en</strong> ruimtelijke ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> het aspect water;<br />
• Capaciteitsproblem<strong>en</strong> in het rioolstelsel <strong>en</strong> hierdoor voorkom<strong>en</strong> van watercapaciteitsproblem<strong>en</strong><br />
door overstorting<strong>en</strong>.<br />
In het Waterplan is e<strong>en</strong> splitsing gemaakt in twee fases. Fase I van het waterplan richt zich<br />
op de noordrand van de geme<strong>en</strong>te, de zog<strong>en</strong>aamde <strong>Waal</strong>dorp<strong>en</strong>. Fase II zal ingaan op de<br />
<strong>Maas</strong>dorp<strong>en</strong>, ook wel zuidrand g<strong>en</strong>oemd. Voor deze splitsing is gekoz<strong>en</strong> vanwege het feit<br />
dat de meest urg<strong>en</strong>te knelpunt<strong>en</strong> zich voordo<strong>en</strong> in de noordrand. De kern Altforst maakt<br />
onderdeel uit van deze zuidrand. In het Waterplan Fase II 6<br />
zijn voor de zuidrand e<strong>en</strong> aantal<br />
knelpunt<strong>en</strong> geanalyseerd.<br />
De belangrijkste knelpunt<strong>en</strong> zijn:<br />
• Optred<strong>en</strong> van (grond)wateroverlast in e<strong>en</strong> aantal wijk<strong>en</strong> in Alph<strong>en</strong> <strong>en</strong> in Blauwe Sluis<br />
bij Appeltern.<br />
• Onvoldo<strong>en</strong>de ruimte voor berging in bestaand watersysteem.<br />
• Onvoldo<strong>en</strong>de afvoercapaciteit <strong>en</strong> onduidelijkheid over de verantwoordelijkhed<strong>en</strong> bij<br />
het onderhoud van C-watergang<strong>en</strong>.<br />
• Spanning tuss<strong>en</strong> ruimtelijke ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>en</strong> het aspect water.<br />
5<br />
Waterplan <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong>, <strong>Geme<strong>en</strong>te</strong> <strong>West</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong>/DHV Ruimte <strong>en</strong> Mobiliteit BV, maart 2005.<br />
6<br />
Waterplan <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong>, Fase II Zuidrand, <strong>Geme<strong>en</strong>te</strong> <strong>West</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong>/DHV Ruimte <strong>en</strong> Mobiliteit BV, juni<br />
2006.<br />
Hoofdstuk 3<br />
7
• E<strong>en</strong> slechte waterkwaliteit door met name riooloverstorting<strong>en</strong>.<br />
Voor de kern Altforst zijn ge<strong>en</strong> knelpunt<strong>en</strong> in het waterhuishoudkundige systeem aanwezig.<br />
Met het waterplan wil de geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> de knelpunt<strong>en</strong> in de planperiode<br />
2006-2010 binn<strong>en</strong> de geme<strong>en</strong>tegr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> oploss<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee voorbereid<strong>en</strong> op de toekomst.<br />
De geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> doorloopt hierbij de volg<strong>en</strong>de stapp<strong>en</strong>:<br />
1. Aanpakk<strong>en</strong> urg<strong>en</strong>te knelpunt<strong>en</strong>;<br />
2. Op orde br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> infrastructuur watersysteem;<br />
3. Afkoppelkans<strong>en</strong> b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong>;<br />
4. Waar mogelijk bij realisatie aandacht sch<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan verbeter<strong>en</strong> van de belevingswaarde,<br />
natuurontwikkeling <strong>en</strong> recreatieve mogelijkhed<strong>en</strong>.<br />
In onderhavig bestemmingsplan is e<strong>en</strong> waterparagraaf (paragraaf 5.6) opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> waarin<br />
is aangev<strong>en</strong> hoe in onderhavige ontwikkelingslocatie wordt omgegaan met de verschill<strong>en</strong>de<br />
aspect<strong>en</strong> uit het Waterplan.<br />
Ontwikkelingsvisie Won<strong>en</strong> & Werk<strong>en</strong><br />
Met de ontwikkelingsvisie Won<strong>en</strong> & Werk<strong>en</strong> wil de geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> inzicht<br />
bied<strong>en</strong> in de te ontwikkel<strong>en</strong> locaties voor woningbouw <strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong> tot 2010 met e<strong>en</strong><br />
doorkijk naar e<strong>en</strong> langere termijn. Doel van de ontwikkelingsvisie is het mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
integrale ruimtelijke afweging voor de ontwikkeling van woon- <strong>en</strong> werklocaties binn<strong>en</strong> de<br />
geme<strong>en</strong>te op korte <strong>en</strong> middellange termijn, zowel in als aansluit<strong>en</strong>d aan het bestaande<br />
stedelijk gebied (bebouwde kom). Verder wordt e<strong>en</strong> kwantificering <strong>en</strong> de verwachte uitvoeringstermijn<br />
aangegev<strong>en</strong> van de te ontwikkel<strong>en</strong> woon- <strong>en</strong> werklocaties.<br />
Bij de keuze voor de verschill<strong>en</strong>de locaties is het behoud <strong>en</strong> de versterking van de bestaande<br />
waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> kwaliteit<strong>en</strong> uitgangspunt geweest voor het stedelijk gebied <strong>en</strong> haar<br />
directe omgeving.<br />
In de visie wordt de locatie Kerkstraat als woningbouwlocatie aangewez<strong>en</strong>. De locatie is<br />
geschikt voor woning<strong>en</strong> in de bestaande waardevolle bebouwing, ev<strong>en</strong>tueel aangevuld<br />
met e<strong>en</strong> bijzondere woning pass<strong>en</strong>d binn<strong>en</strong> de karakteristieke historische kern. Gezi<strong>en</strong> de<br />
bijzondere waard<strong>en</strong> zal hier sprake moet<strong>en</strong> zijn van e<strong>en</strong> zorgvuldige inpassing in de bestaande<br />
structuur.<br />
De locatie biedt ruimte aan in totaal 9 woning<strong>en</strong> (3 vrijstaande woning<strong>en</strong> langs de Torsdam,<br />
2 twee-aane<strong>en</strong>gebouwde woning<strong>en</strong> aan de Kerkstraat <strong>en</strong> 4 aane<strong>en</strong>gebouwde woning<strong>en</strong><br />
aan ’t Gangske).<br />
8<br />
Hoofdstuk 3
4. PLANBESCHRIJVING<br />
4.1 Algeme<strong>en</strong><br />
Het plan voorziet in 9 woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> gaat uit van e<strong>en</strong> goede inpassing in de bestaande<br />
structur<strong>en</strong> van het gebied. De nu nog lege ruimte tuss<strong>en</strong> de woning<strong>en</strong> Kerkstraat 15 <strong>en</strong> 17<br />
wordt opgevuld met twee twee-onder-e<strong>en</strong>-kapwoning<strong>en</strong> in de heers<strong>en</strong>de rooilijn word<strong>en</strong><br />
geplaatst. Deze woning<strong>en</strong> zijn met de voorzijde naar de Kerkstraat gericht. Aan de Torsdam<br />
wordt voorzi<strong>en</strong> in drie vrijstaande woning<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> slotte word<strong>en</strong> aan het pad ’t<br />
Gangske vier rijtjeswoning<strong>en</strong> gerealiseerd. Parker<strong>en</strong> door de bewoners van de vrijstaande<br />
<strong>en</strong> twee-onder-e<strong>en</strong>-kap woning<strong>en</strong> vindt plaats op eig<strong>en</strong> terrein, voor de bewoners van de<br />
rijtjeswoning<strong>en</strong> <strong>en</strong> bezoekers word<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s parkeerplaats<strong>en</strong> in het op<strong>en</strong>bare gebied gerealiseerd.<br />
Binn<strong>en</strong> het plangebied wordt e<strong>en</strong> watergang aangelegd om zo te voorzi<strong>en</strong> in voldo<strong>en</strong>de<br />
waterberging.<br />
In het bestemmingsplan bedraagt de maximale goothoogte voor de vrijstaande woning<strong>en</strong><br />
7 meter. De maximale nokhoogte bedraagt 10 meter. Voor de halfvrijstaande <strong>en</strong> aane<strong>en</strong>gebouwde<br />
woning<strong>en</strong> bedraagt de goothoogte maximaal 4 meter <strong>en</strong> de bouwhoogte<br />
maximaal 8 meter. In de verdere uitwerking van het plan zal bekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong> of deze<br />
maximale hoogtes b<strong>en</strong>ut zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Mogelijk dat er gekoz<strong>en</strong> gaat word<strong>en</strong> voor lagere<br />
hoogtes.<br />
Hoofdstuk 4<br />
9
verkavelingsschets<br />
4.2 Beeldkwaliteit<br />
Woning<strong>en</strong> aan de Torsdam<br />
De vrijstaande woning<strong>en</strong> aan de Torsdam word<strong>en</strong> gebouwd in 2 bouwlag<strong>en</strong> met kap (kaprichting<br />
haaks op de straat). De woning<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebouwd met rode st<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> zwarte<br />
dakpann<strong>en</strong>.<br />
Woning<strong>en</strong> aan de Kerkstraat<br />
De twee-onder-e<strong>en</strong>-kap woning<strong>en</strong> aan de Kerkstraat word<strong>en</strong> gebouwd in 1 bouwlaag met<br />
kap (kaprichting ev<strong>en</strong>wijdig aan de straat). De woning<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebouwd met rode st<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> zwarte dakpann<strong>en</strong>.<br />
10<br />
Hoofdstuk 4
Woning<strong>en</strong> aan ‘t Gangske<br />
De rijtjeswoning<strong>en</strong> aan de ‘t Gangske word<strong>en</strong> gebouwd in 1 bouwlaag met kap (kaprichting<br />
ev<strong>en</strong>wijdig aan de straat). De aanbouw van de hoekwoning nabij de op<strong>en</strong>bare parkeerplaats<strong>en</strong><br />
heeft ge<strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> zijgevel. De woning<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebouwd met rode st<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> zwarte dakpann<strong>en</strong>.<br />
Hoofdstuk 4<br />
11
12<br />
Hoofdstuk 4
5. MILIEUASPECTEN<br />
5.1 Inleiding<br />
De ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing moet nadrukkelijk rek<strong>en</strong>ing houd<strong>en</strong> met de gevolg<strong>en</strong> van ruimtelijke<br />
ingrep<strong>en</strong> voor het milieu <strong>en</strong> de beperking<strong>en</strong> die milieuaspect<strong>en</strong> oplegg<strong>en</strong>. In de praktijk<br />
is e<strong>en</strong> bestemmingsplan vaak het belangrijkste middel voor afstemming tuss<strong>en</strong> milieuaspect<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing.<br />
5.2 Geluid<br />
In de Wet geluidhinder (Wgh) is vastgesteld dat, indi<strong>en</strong> in het plangebied geluidgevoelige<br />
functies (zoals woning<strong>en</strong>) zijn voorzi<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de invloedssfeer van (weg)verkeerslawaai,<br />
akoestisch onderzoek uitgevoerd di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> bij vaststelling of herzi<strong>en</strong>ing van bestemmingsplan.<br />
Dit geldt voor alle strat<strong>en</strong> <strong>en</strong> weg<strong>en</strong>, met uitzondering van:<br />
- weg<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> als ‘woonerf’ aangeduid gebied ligg<strong>en</strong>;<br />
- weg<strong>en</strong> waarvoor e<strong>en</strong> maximum snelheid van 30 km/uur geldt.<br />
De strat<strong>en</strong> in de omgeving van het plangebied hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> maximumsnelheid van 30<br />
km/uur. E<strong>en</strong> akoestisch onderzoek is dan ook niet noodzakelijk.<br />
5.3 Bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> milieuzonering<br />
Zowel de ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing als het milieubeleid stell<strong>en</strong> zich t<strong>en</strong> doel e<strong>en</strong> goede kwaliteit<br />
van het leefmilieu te handhav<strong>en</strong> <strong>en</strong> te bevorder<strong>en</strong>. Om te kom<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> verantwoorde,<br />
ruimtelijk relevante toetsing in milieuhygiënisch opzicht van bedrijfsvestiging<strong>en</strong>, wordt<br />
gebruik gemaakt van de zog<strong>en</strong>aamde milieuzonering. Hieronder wordt verstaan het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de ruimtelijke scheiding tuss<strong>en</strong> <strong>en</strong>erzijds milieubelast<strong>en</strong>de bedrijv<strong>en</strong><br />
of inrichting<strong>en</strong> anderzijds milieugevoelige functies als won<strong>en</strong> <strong>en</strong> recreër<strong>en</strong>. Daarnaast<br />
is de milieuwetgeving van toepassing.<br />
Bij de milieuzonering wordt gebruik gemaakt van de door de Ver<strong>en</strong>iging van Nederlandse<br />
<strong>Geme<strong>en</strong>te</strong>n (VNG) opgestelde Lijst van Bedrijv<strong>en</strong> 7 . Hierin wordt per bedrijfssoort aangegev<strong>en</strong><br />
welke milieu-invloed (in de vorm van geur, stof, geluid <strong>en</strong> gevaar) hiervan kan uitgaan<br />
<strong>en</strong> welke afstand hierbij (minimaal) in acht g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>. Hierbij onderscheidt<br />
de VNG diverse omgevingstyp<strong>en</strong>. Het achterligg<strong>en</strong>de idee is dat de gevoeligheid van e<strong>en</strong><br />
gebied voor bepaalde hinder afhankelijk is van het omgevingstype. De door de VNG aangegev<strong>en</strong><br />
afstand<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rustige woonwijk. De mate van milieuhinder bepaalt in<br />
7 Milieuzonering op basis van: ‘Bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> Milieuzonering’, Uitgave VNG, D<strong>en</strong> Haag, 2009.<br />
Hoofdstuk 5<br />
13
welke van de zes milieucategorieën e<strong>en</strong> bedrijfssoort is ingedeeld. Daarbij omvat categorie<br />
1 de lichtste <strong>en</strong> categorie 6 de zwaarste vorm<strong>en</strong> van bedrijvigheid. In principe is bedrijvigheid<br />
behor<strong>en</strong>de tot de categorie 1 goed te m<strong>en</strong>g<strong>en</strong> met de functie won<strong>en</strong>, dit geldt in de<br />
meeste gevall<strong>en</strong> ook voor de categorie 2-bedrijv<strong>en</strong>. Het is w<strong>en</strong>selijk om de bedrijvigheid in<br />
de categorie 3 te cluster<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zonering in acht te nem<strong>en</strong>. Vanaf categorie 4 is m<strong>en</strong>ging<br />
met milieugevoelige functies niet mogelijk.<br />
In de omgeving van het plangebied is één maatschappelijke voorzi<strong>en</strong>ing. Het betreft<br />
Dorpshuis de Uithof aan Kerkstraat 12. Deze voorzi<strong>en</strong>ing is op e<strong>en</strong> dermate afstand (ruim<br />
35 meter) van de locatie geleg<strong>en</strong> dat deze ge<strong>en</strong> hinder veroorzaakt voor de ontwikkeling<strong>en</strong><br />
binn<strong>en</strong> het plangebied. Andersom lever<strong>en</strong> de te realiser<strong>en</strong> woning<strong>en</strong> ook ge<strong>en</strong> belemmering<strong>en</strong><br />
op voor de bedrijfsvoering van het dorpshuis.<br />
In het viger<strong>en</strong>de bestemmingsplan is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat op de locatie tuss<strong>en</strong> Torsdam 5 <strong>en</strong><br />
Torsdam 7 e<strong>en</strong> bedrijf gesitueerd kan word<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s de regels van dat bestemmingsplan<br />
mag e<strong>en</strong> categorie 1 of 2 bedrijf zich er vestig<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat er e<strong>en</strong> afstand van 30<br />
meter tuss<strong>en</strong> deze locatie <strong>en</strong> het plangebied di<strong>en</strong>t te zijn. De afstand is circa 50 meter,<br />
waardoor er ge<strong>en</strong> belemmering<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>.<br />
Daarnaast word<strong>en</strong> er binn<strong>en</strong> het plangebied alle<strong>en</strong> woning<strong>en</strong> gerealiseerd waardoor er<br />
ge<strong>en</strong> sprake is van ev<strong>en</strong>tuele hinder vanuit het plangebied op de omligg<strong>en</strong>de woning<strong>en</strong>.<br />
Er zijn vanuit bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> milieuzonering dan ook ge<strong>en</strong> belemmering<strong>en</strong> voor de voorgestane<br />
ontwikkeling<strong>en</strong>.<br />
5.4 Bodem<br />
De bodemkwaliteit vormt e<strong>en</strong> belangrijk aspect bij bouwontwikkeling<strong>en</strong>. In het kader van<br />
het bestemmingsplan speelt de bodemkwaliteit bij ontwikkeling van ruimtelijke functies<br />
e<strong>en</strong> belangrijke afweging. Er hebb<strong>en</strong> dan ook e<strong>en</strong> aantal bodemonderzoek<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>.<br />
Hieronder word<strong>en</strong> de conclusies van deze onderzoek<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong>. De volledige<br />
rapportages zijn separate bijlag<strong>en</strong> bij dit bestemmingsplan.<br />
Er is door ing<strong>en</strong>ieursbureau Oranjewoud B.V. in de periode juni tot <strong>en</strong> met september<br />
2001 e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van het terrein aan de<br />
Kerkstraat 17. 8<br />
In het uitgevoerde bodemonderzoek is, overe<strong>en</strong>komstig de NEN-5740, door middel van<br />
e<strong>en</strong> steekproef de milieuhygiënische bodemkwaliteit ter plaatse van de onderzoekslocatie<br />
vastgesteld.<br />
Ter plaatse <strong>en</strong> t<strong>en</strong> noordwest<strong>en</strong> van de voormalige bov<strong>en</strong>grondse brandstoftank zijn in de<br />
ondergrond licht tot sterk verhoogde gehal<strong>en</strong> aan minerale olie gemet<strong>en</strong>. Verder zijn op<br />
het overige terrein in de bov<strong>en</strong>- <strong>en</strong> ondergrond licht verhoogd gehalte aan zware metal<strong>en</strong><br />
8<br />
Verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d bodemonderzoek terrein Kerkstraat 17 te Altforst, doc.nr. 15009-108235. Oranjewoud, 10 september<br />
2001.<br />
14<br />
Hoofdstuk 5
<strong>en</strong> PAK gemet<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is in de ondergrond e<strong>en</strong> licht verhoogd gehalte aan minerale<br />
olie aangetoond.<br />
In het grondwater is e<strong>en</strong> licht verhoogd gehalte aan xyl<strong>en</strong><strong>en</strong> gemet<strong>en</strong>. Daarnaast is in<br />
peilbuis 13, nabij de voormalige olietank, ook e<strong>en</strong> licht verhoogd gehalte aan naftale<strong>en</strong><br />
aangetoond. Waarschijnlijk hangt deze lichte verontreiniging sam<strong>en</strong> met de hier aangetoonde<br />
minerale olieverontreiniging.<br />
Op basis van het onderzoek, wordt op basis van de criteria uit de wet bodembescherming<br />
verwacht dat er sprake is van e<strong>en</strong> geval van ernstige bodemverontreiniging, aangezi<strong>en</strong> de<br />
hoeveelheid verontreinig<strong>en</strong>de grond bij de voormalige dieseltank met e<strong>en</strong> gehalte tot<br />
bov<strong>en</strong> de interv<strong>en</strong>tiewaarde wordt geschat op circa 30 m³. Geschat wordt dat circa 130 m³<br />
grond is verontreinigd met gehalt<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de streefwaarde.<br />
De onderzoeksresultat<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> aanleiding tot het uitvoer<strong>en</strong> van vervolgonderzoek <strong>en</strong><br />
saner<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong>, omdat het gehalte aan minerale olie de betreff<strong>en</strong>de tuss<strong>en</strong>/interv<strong>en</strong>tiewaarde<br />
overschrijdt. Het vervolgonderzoek di<strong>en</strong>t uitsluitsel te gev<strong>en</strong> over<br />
de definitieve mate <strong>en</strong> omvang van het geval <strong>en</strong> de aanwezigheid van risico’s.<br />
Door EnviroPlan is e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d bodemonderzoek uitgevoerd volg<strong>en</strong>s NEN 5740 voor<br />
<strong>en</strong>kele deellocaties op <strong>en</strong> in de directe omgeving van de locatie Kerkstraat 17 te Altforst. 9<br />
Uit laboratoriumonderzoek blijk<strong>en</strong> voor de bov<strong>en</strong>grond overschrijding<strong>en</strong> van de streefwaard<strong>en</strong><br />
voor de zware metal<strong>en</strong> cadmium, koper, kwik, nikkel <strong>en</strong> zink. Voor deellocatie 4<br />
(zie de volledige rapportage voor de situering van de locaties) is ook e<strong>en</strong> lichte verontreiniging<br />
met PAK aangetroff<strong>en</strong>. In de bov<strong>en</strong>grond van deellocatie 2 is e<strong>en</strong> matige verontreiniging<br />
met koper aangetroff<strong>en</strong>. Uit aanvull<strong>en</strong>d laboratoriumonderzoek van de individuele<br />
monsters waaruit het betreff<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>gmonster is sam<strong>en</strong>gesteld, blijk<strong>en</strong> overschrijding<strong>en</strong><br />
van de streefwaarde echter géén overschrijding<strong>en</strong> van de tuss<strong>en</strong>waarde.<br />
In de ondergrond zijn overschrijding<strong>en</strong> van de streefwaard<strong>en</strong> voor de zware metal<strong>en</strong> cadmium,<br />
koper <strong>en</strong> zink aangetroff<strong>en</strong>.<br />
In het grondwater zijn plaatselijk overschrijding<strong>en</strong> van de streefwaard<strong>en</strong> vastgesteld voor<br />
arse<strong>en</strong> <strong>en</strong> xyl<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Omdat in zowel de grond als in het grondwater e<strong>en</strong> aantal van de onderzochte stoff<strong>en</strong> is<br />
aangetroff<strong>en</strong> in gehalt<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> de streefwaard<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t de in aanvang opgestelde hypothese<br />
“onverdachte locatie” te word<strong>en</strong> verworp<strong>en</strong>. De mate van verhoging van de gehalt<strong>en</strong><br />
is niet dusdanig dat e<strong>en</strong> nader onderzoek noodzakelijk moet word<strong>en</strong> geacht.<br />
Op basis van onderhavig bodemonderzoek bestaan er, vanuit milieuhygiënisch oogpunt,<br />
ge<strong>en</strong> bezwar<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de voorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> onroer<strong>en</strong>d goedtransacties.<br />
Naar aanleiding van de resultat<strong>en</strong> uit het onderzoek van Oranjewoud B.V. uit 2001 is door<br />
EnviroPlan e<strong>en</strong> saneringsplan opgesteld voor sanering van het op de locatie Kerkstraat 17<br />
te Altforst aanwezige geval van bodemverontreiniging. 10<br />
In verband met het voornem<strong>en</strong> om op de locatie woning<strong>en</strong> te realiser<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> saneringsplan<br />
te word<strong>en</strong> opgesteld dat ter goedkeuring aan provincie Gelderland moet wor-<br />
9<br />
Verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d bodemonderzoek (NEN 5740) Kerkstraat 17 te Altforst, P-054101/R01. EnviroPlan, 31 maart 2006.<br />
10<br />
Saneringsplan bodemverontreiniging Kerkstraat 17 te Altforst, P-054101/R03. EnviroPlan B.V., 26 april 2006.<br />
Hoofdstuk 5<br />
15
d<strong>en</strong> voorgelegd. Eerst na goedkeuring van dit saneringsplan kan door geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong><br />
<strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> e<strong>en</strong> bouwvergunning word<strong>en</strong> afgegev<strong>en</strong>.<br />
Het saneringsplan heeft tot doel inzicht te gev<strong>en</strong> in de noodzakelijke werkzaamhed<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
de te volg<strong>en</strong> procedures bij de sanering. Het uitgangspunt voor de sanering is dat de toekomstige<br />
eig<strong>en</strong>ar<strong>en</strong> niet word<strong>en</strong> geconfronteerd met gebruiksbeperking<strong>en</strong> of zorgverplichting<strong>en</strong>.<br />
De verontreiniging di<strong>en</strong>t derhalve geheel te word<strong>en</strong> verwijderd. De sanering<br />
van de verontreiniging in de vaste bodem vindt op conv<strong>en</strong>tionele wijze plaats door afgraving<br />
van de met minerale olie verontreinigde bodemlag<strong>en</strong> <strong>en</strong> afvoer van de verontreinigde<br />
grond naar e<strong>en</strong> grondreinigingsbedrijf.<br />
Op 18 september 2006 heeft Gedeputeerde Stat<strong>en</strong> van provincie e<strong>en</strong> brief gestuurd aan<br />
EnviroPlan B.V. 11<br />
In deze brief staan twee besluit<strong>en</strong> die op de verontreiniging geleg<strong>en</strong> aan<br />
de locatie Kerkstraat 17 in Altforst betrekking hebb<strong>en</strong>. In het “Besluit vaststelling ernst <strong>en</strong><br />
spoedeis<strong>en</strong>dheid” staat dat het hier gaat om e<strong>en</strong> niet-spoedeis<strong>en</strong>d geval van ernstige bodemverontreiniging.<br />
In het “Besluit instemming saneringsplan” staat dat de provincie Gelderland<br />
instemt met het saneringsplan. De asbest sanering is inmiddels uitgevoerd.<br />
De sanering van de minerale olie is inmiddels uitgevoerd. De provincie Gelderland heeft<br />
het bijbehor<strong>en</strong>de evaluatieverslag goedgekeurd.<br />
5.5 Archeologische <strong>en</strong> cultuurhistorische waard<strong>en</strong><br />
Op de Indicatieve Kaart Archeologische Waard<strong>en</strong> (IKAW, 2 e g<strong>en</strong>eratie) van de Rijksdi<strong>en</strong>st<br />
voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek is te zi<strong>en</strong> dat het gehele plangebied in e<strong>en</strong><br />
gebied met hoge trefkans valt.<br />
Om deze verwachting<strong>en</strong> vast te stell<strong>en</strong>, moet inzicht word<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong> in de gaafheid<br />
(mate van intactheid) van de bodem. Met e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>d archeologisch onderzoek 12<br />
is<br />
e<strong>en</strong> concreet inzicht ontstaan in de daadwerkelijk aanwezige archeologische waard<strong>en</strong>.<br />
Hieronder word<strong>en</strong> de conclusies uit dit onderzoek weergegev<strong>en</strong>. De gehele rapportage is<br />
e<strong>en</strong> separate bijlage bij dit bestemmingsplan.<br />
Door SOB Research is e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>d veldonderzoek door middel van grondboring<strong>en</strong><br />
(IVO) uitgevoerd, met het doel de geologische opbouw, de aardkundige waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
archeologische <strong>en</strong> cultuurhistorische waard<strong>en</strong> ter plaatse van het onderzoeksgebied vast<br />
te stell<strong>en</strong>.<br />
Op basis van de nu beschikbare onderzoeksgegev<strong>en</strong>s kan word<strong>en</strong> gesteld dat zich binn<strong>en</strong><br />
het onderzoeksgebied tot op e<strong>en</strong> diepte van circa 4.0 meter +NAP bewoningsrest<strong>en</strong> uit de<br />
Midd<strong>en</strong> IJzertijd <strong>en</strong>/of Late IJzertijd bevind<strong>en</strong>. Op basis van de beschikbare gegev<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong><br />
nog ge<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gedaan over de aard van deze rest<strong>en</strong>, of over e<strong>en</strong> zone-<br />
11<br />
Brief van Gedeputeerd Stat<strong>en</strong> van provincie Gelderland, zaaknummer 2006-011875.18 september 2006.<br />
12<br />
Inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>d veldonderzoek door middel van grondboring<strong>en</strong> woningbouwproject Kerkstraat, Altforst<br />
(1224-0602). SOB Research. Hein<strong>en</strong>oord, maart 2006.<br />
16<br />
Hoofdstuk 5
ing. Het lijkt erop dat binn<strong>en</strong> het gehele onderzoeksgebied archeologische rest<strong>en</strong> uit deze<br />
periode aanwezig zijn.<br />
Tev<strong>en</strong>s zijn binn<strong>en</strong> het gehele onderzoeksgebied archeologische indicator<strong>en</strong> uit de Late<br />
Middeleeuw<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong>, tot op e<strong>en</strong> maximale diepte van circa 5.0 meter +NAP. Ook<br />
hiervoor geldt dat op basis van de beschikbare gegev<strong>en</strong>s nog ge<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> gedaan over de aard van deze rest<strong>en</strong>, of over e<strong>en</strong> zonering. Het lijkt erop dat binn<strong>en</strong><br />
het gehele onderzoeksgebied archeologische rest<strong>en</strong> uit deze periode aanwezig zijn.<br />
In het c<strong>en</strong>traal-noordelijke deel van het onderzoeksgebied <strong>en</strong> in het oostelijke deel van<br />
het onderzoeksgebied bevind<strong>en</strong> zich (mede op basis van historische gegev<strong>en</strong>s) bewoningsspor<strong>en</strong><br />
uit de Nieuwe Tijd (in ieder geval vanaf de neg<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>de eeuw).<br />
Het vermoed<strong>en</strong> bestaat dat zich ter plaatse van het onderzoeksgebied e<strong>en</strong> zelfde situatie<br />
voordoet als die ter plaatse van twee terrein<strong>en</strong> t<strong>en</strong> zuidwest<strong>en</strong> van het onderzoeksgebied,<br />
die op de Archeologische Monum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>kaart van de provincie Gelderland word<strong>en</strong> gewaardeerd.<br />
Daar werd geconstateerd dat er bewoningsspor<strong>en</strong> uit de Ijzertijd/Romeinse<br />
Tijd aanwezig war<strong>en</strong>, die werd<strong>en</strong> afgedekt door ophooglag<strong>en</strong> uit de Middeleeuw<strong>en</strong>, met<br />
daarin bewoningsspor<strong>en</strong> uit de Nieuwe Tijd, <strong>en</strong> dan met name in het oostelijke deel van<br />
het onderzoeksgebied.<br />
Door de geplande ingrep<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het onderzoeksgebied kunn<strong>en</strong> archeologische spor<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> aangetast. Daarom wordt de uitvoering van e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>d veldonderzoek<br />
door middel van proefsleuv<strong>en</strong> noodzakelijk geacht om tot e<strong>en</strong> betrouwbare waardestelling<br />
te kom<strong>en</strong>. Voorafgaand aan dit onderzoek di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> programma van eis<strong>en</strong> te word<strong>en</strong><br />
opgesteld, dat vervolg<strong>en</strong>s wordt geautoriseerd door het bevoegd gezag.<br />
Van maandag 5 tot <strong>en</strong> met wo<strong>en</strong>sdag 7 februari 2007 heeft de H<strong>en</strong>drik Brunsting Stichting<br />
van het Archeologisch C<strong>en</strong>trum van de Vrije Universiteit (ACVU-HBS) e<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>d<br />
veldonderzoek door middel van proefsleuv<strong>en</strong> uitgevoerd in het plangebied Altforst-<br />
Kerkstraat. 13<br />
Hieronder word<strong>en</strong> de conclusies uit dit onderzoek weergegev<strong>en</strong>. De gehele<br />
rapportage is e<strong>en</strong> separate bijlage bij dit bestemmingsplan.<br />
In totaal zijn twee sleuv<strong>en</strong> in het vlak aangelegd, parallel aan de Kerkstraat. Tev<strong>en</strong>s zijn<br />
vier profielkolomm<strong>en</strong> gegrav<strong>en</strong>. Hieruit bleek dat zich in het hele plangebied spor<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong><br />
in meerdere spor<strong>en</strong>niveaus. In het bov<strong>en</strong>ste niveau bevind<strong>en</strong> zich in de oostelijke<br />
sleuf spor<strong>en</strong> uit de Volle <strong>en</strong> Late Middeleeuw<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de westelijke sleuf spor<strong>en</strong> uit de<br />
Nieuwe Tijd. In de oostelijke sleuf ligg<strong>en</strong> de spor<strong>en</strong> vermoedelijk op e<strong>en</strong> rivierduin. In de<br />
westelijke sleuf zijn lag<strong>en</strong> aanwezig die niet e<strong>en</strong>duidig te interpreter<strong>en</strong> zijn: afvallag<strong>en</strong>,<br />
ophogingslag<strong>en</strong> of door de m<strong>en</strong>s bewerkte natuurlijke afzetting<strong>en</strong>. De oudste spor<strong>en</strong> te<br />
dater<strong>en</strong> in de Romeinse tijd. Oudere vondst<strong>en</strong> uit de IJzertijd zijn aanwezig, maar zijn<br />
aangetroff<strong>en</strong> in jongere spor<strong>en</strong>. Waarschijnlijk zijn echter in het plangebied ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s spor<strong>en</strong><br />
uit de IJzertijd aanwezig. De oudste laag in de westelijke sleuf is te dater<strong>en</strong> in de Ro-<br />
13<br />
Inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>d veldonderzoek door middel van proefsleuv<strong>en</strong> in het plangebied Altforst-Kerkstraat. Archeologisch<br />
C<strong>en</strong>trum Vrije Universiteit – H<strong>en</strong>drik Brunsting Stichting. Amsterdam, 2007.<br />
Hoofdstuk 5<br />
17
meinse tijd. Vanaf deze tijd zijn de daaropvolg<strong>en</strong>de periodes verteg<strong>en</strong>woordigd tot de<br />
Nieuwe Tijd. Of dit bewoningscontinuïteit betek<strong>en</strong>t is niet duidelijk.<br />
Vanwege het relatief grote aantal archeologische spor<strong>en</strong> uit verschill<strong>en</strong>de period<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />
het plangebied <strong>en</strong> de goede conservering ervan wordt e<strong>en</strong> vervolgonderzoek aanbevol<strong>en</strong><br />
wanneer behoud in situ niet mogelijk is. Door de complexiteit g<strong>en</strong>iet e<strong>en</strong> opgraving<br />
in meerdere vlakk<strong>en</strong> de voorkeur. Dit lijkt ACVU-HBS de <strong>en</strong>ige manier om e<strong>en</strong> goede grip<br />
te krijg<strong>en</strong> op het archeologische bodemarchief in het plangebied. Wanneer de geme<strong>en</strong>te<br />
het advies opvolgt di<strong>en</strong>t voorafgaande aan e<strong>en</strong> opgraving eerst e<strong>en</strong> PvE geschrev<strong>en</strong> te<br />
word<strong>en</strong>.<br />
Inmiddels hebb<strong>en</strong> archeologische opgraving<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong> ter plaatse van de te realiser<strong>en</strong><br />
rijtjeswoning<strong>en</strong> aan ’t Gangske. Deze opgraving<strong>en</strong> zijn gecombineerd uitgevoerd<br />
met e<strong>en</strong> bodemsanering. De vondst<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> nog verder word<strong>en</strong> onderzocht.<br />
Er is voor gekoz<strong>en</strong> om zoveel mogelijk archeologische spor<strong>en</strong> in situ te bewar<strong>en</strong>. In het<br />
plangebied zull<strong>en</strong> slechts minimale opgraving<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. Er zal e<strong>en</strong> verzoek tot vrijstelling<br />
word<strong>en</strong> ingedi<strong>en</strong>d bij de Provincie op grond van max. 5% verstoring van de ondergrond.<br />
De bodem zal uitsluit<strong>en</strong>d word<strong>en</strong> verstoord voor het aanbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van heipal<strong>en</strong>.<br />
Daar waar de aanleg van kabels <strong>en</strong> leiding<strong>en</strong> voor verstoring van de bodem zorgt, zal e<strong>en</strong><br />
archeoloog meelop<strong>en</strong> om onderzoek te verricht<strong>en</strong>.<br />
5.6 Watertoets<br />
E<strong>en</strong> watertoets is e<strong>en</strong> ess<strong>en</strong>tieel onderdeel van ieder ruimtelijk plan. In deze waterparagraaf<br />
word<strong>en</strong> de belangrijkste conclusies van het hydrologisch onderzoek van Royal Haskoning<br />
van 2006 weergegev<strong>en</strong>. Deze conclusies zijn aangevuld <strong>en</strong> waar nodig herzi<strong>en</strong> op<br />
basis van het nieuwe sted<strong>en</strong>bouwkundig plan <strong>en</strong> nieuwe uitgangspunt<strong>en</strong> van het waterschap.<br />
Gevolgd proces<br />
Voor het voorontwerpbestemmingsplan is Waterschap Rivier<strong>en</strong>land in 2006 betrokk<strong>en</strong><br />
geweest bij het uitvoer<strong>en</strong> van de watertoets in de vorm van het aanlever<strong>en</strong> van de norm<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> van het waterschap. Voorts zijn in e<strong>en</strong> overleg de resultat<strong>en</strong> van het onderzoek<br />
besprok<strong>en</strong>. Na het aanpass<strong>en</strong> van het sted<strong>en</strong>bouwkundig plan is het waterschap in 2009<br />
weer betrokk<strong>en</strong> geweest om de herzi<strong>en</strong>e waterbergingsberek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te toets<strong>en</strong>.<br />
W<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> waterbeheerder<br />
De uitgangspunt<strong>en</strong> van het waterschap zijn de volg<strong>en</strong>de:<br />
- Voor het te ontwikkel<strong>en</strong> plangebied geldt het principe van hydrologisch neutraal<br />
bouw<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t dat ge<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> op het grondwater in de omgeving van het<br />
plangebied mog<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. Daarnaast mag de piekafvoer vanuit het plangebied<br />
niet to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de huidige situatie. Om dit te bewerkstellig<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t<br />
de overtollige neerslag van extra verhard oppervlak gecomp<strong>en</strong>seerd te word<strong>en</strong>.<br />
18<br />
Hoofdstuk 5
- Voor de to<strong>en</strong>ame aan verharding zal waterberging aangelegd word<strong>en</strong>. Uitgangspunt<br />
hierbij is dat bij e<strong>en</strong> bui die e<strong>en</strong>maal in de 100 jaar kan voorkom<strong>en</strong> met 10% opslag<br />
vanwege de klimaatsverandering er ge<strong>en</strong> inundatie plaats mag optred<strong>en</strong> (NBW norm).<br />
De afvoer uit het plangebied mag tijd<strong>en</strong>s deze bui 1,5 l/s/ha bedrag<strong>en</strong>. Bij ret<strong>en</strong>tievoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
(droogvall<strong>en</strong>de slot<strong>en</strong>) betek<strong>en</strong>d dit dat 664 m³ per ha verharding geborg<strong>en</strong><br />
di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong>. Het water mag dan stijg<strong>en</strong> tot aan maaiveld.<br />
- De watergang<strong>en</strong> in <strong>en</strong> rondom het plangebied moet<strong>en</strong> goed onderhoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> goede bereikbaarheid <strong>en</strong> toegankelijkheid.<br />
- Het water vanaf verharde oppervlaktes di<strong>en</strong>t zo veel mogelijk afgekoppeld te word<strong>en</strong><br />
van de riolering. Dit betek<strong>en</strong>t voor het plangebied dat het gem<strong>en</strong>gde rioolstelsel<br />
wordt vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong> riolering. Schone dakvlakk<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> hierbij direct<br />
op het oppervlaktewater geloosd word<strong>en</strong>, mits gebruik wordt gemaakt van material<strong>en</strong><br />
die niet uitlog<strong>en</strong>. Gebruik van loodslabb<strong>en</strong>, zink<strong>en</strong> dakgot<strong>en</strong> <strong>en</strong> koper verwerkt<br />
in dak<strong>en</strong> is bij directe lozing op het oppervlaktewater daarom niet gew<strong>en</strong>st. Het wegwater<br />
di<strong>en</strong>t gefilterd te word<strong>en</strong> voordat het uit het plangebied stroomt. Hiervoor is<br />
net zoals bij e<strong>en</strong> verbeterd gescheid<strong>en</strong> stelsel minimaal 4 mm berging nodig voordat<br />
afvoer plaatsvindt.<br />
Gew<strong>en</strong>ste waterhuishouding<br />
B<strong>en</strong>odigde berging<br />
De totale hoeveelheid verharding (inclusief terrass<strong>en</strong>, inritt<strong>en</strong> etc.) bedraagt 1.815 m². De<br />
bestaande verharding van het terrein bedraagt 400 m². De totale to<strong>en</strong>ame aan verharding<br />
bedraagt hiermee 1.415 m². Uitgaande van de 664 m³ per ha extra verharding betek<strong>en</strong>t<br />
dat 94 m³ geborg<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong>.<br />
De berging wordt gerealiseerd door de bestaande B-watergang langs de Torsdam (straat)<br />
over de l<strong>en</strong>gte van 40 meter met ca. 2,75 meter te verbred<strong>en</strong>.<br />
Afvoer van hemelwater<br />
Het water vanaf verharde oppervlaktes wordt afgekoppeld van de riolering. Dit betek<strong>en</strong>t<br />
dat het gem<strong>en</strong>gde rioolstelsel wordt vervang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong> riolering.<br />
Schone dakvlakk<strong>en</strong> loz<strong>en</strong> hierbij direct op het oppervlaktewater. Gebruik van uitlog<strong>en</strong>de<br />
bouwmaterial<strong>en</strong> in dak<strong>en</strong> (loodslabb<strong>en</strong>, zink<strong>en</strong> dakgot<strong>en</strong> <strong>en</strong> koper) is niet gew<strong>en</strong>st. De<br />
geme<strong>en</strong>te zal daarom toezi<strong>en</strong> op de materiaalkeuze bij bouwaanvrag<strong>en</strong>. De geme<strong>en</strong>te zal<br />
tev<strong>en</strong>s het toepass<strong>en</strong> van material<strong>en</strong> conform het DUBO-pakket (pakket voor Duurzaam<br />
Bouw<strong>en</strong>) stimuler<strong>en</strong>. Deze material<strong>en</strong> log<strong>en</strong> niet of nauwelijks uit. Het afgekoppelde hemelwater<br />
vanaf de dak<strong>en</strong> wordt afgevoerd naar de te verbred<strong>en</strong> B-watergang in het plangebied.<br />
Ook het water vanaf terreinverharding<strong>en</strong> wordt afgekoppeld van de riolering <strong>en</strong> wordt<br />
via de B-watergang gedoseerd afgevoerd.<br />
Hoofdstuk 5<br />
19
Het waterschap heeft aangegev<strong>en</strong> dat de <strong>en</strong>ige mogelijkheid om het water af te voer<strong>en</strong><br />
vanuit het plangebied via de nieuwe A- watergang t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van het Kerkepad is. Hiervoor<br />
zal e<strong>en</strong> duiker aangelegd moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om het water van de B-watergang naar de<br />
A-watergang af te lat<strong>en</strong> voer<strong>en</strong>. Deze duiker kan tev<strong>en</strong>s als knijpvoorzi<strong>en</strong>ing/stuw di<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
om de afvoer uit het plangebied op de A-watergang te beperk<strong>en</strong>.<br />
Drooglegging <strong>en</strong> ontwatering<br />
In het plangebied verloopt het maaiveld in westelijke richting van 7,75 m NAP tot 5,50 m<br />
NAP. (gemiddeld NAP 6,5 m ). De GHG ligt op circa NAP 4,9 m. De woning<strong>en</strong> die gebouwd<br />
word<strong>en</strong> aan de Kerkstraat ligg<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de hoog (maaiveld circa NAP 7,5 m). Bij de woning<strong>en</strong><br />
geleg<strong>en</strong> aan de Torsdam wordt het maaiveld wel licht opgehoogd (circa 0,2 m).<br />
Tev<strong>en</strong>s word<strong>en</strong> deze woning<strong>en</strong> kruipruimteloos gebouwd. Hierdoor hebb<strong>en</strong> ook deze woning<strong>en</strong><br />
voldo<strong>en</strong>de ontwateringsdiepte.<br />
Effect<strong>en</strong> op omgeving<br />
In de toekomstige situatie neemt het verharde oppervlak in het plangebied toe met 1415<br />
m². Dit zal niet leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> grotere afvoerpiek naar het omligg<strong>en</strong>de oppervlaktewater,<br />
omdat voldo<strong>en</strong>de waterberging wordt aangelegd. Vanuit het plangebied wordt het water<br />
gedoseerd afgevoerd naar de A-watergang.<br />
De waterkwaliteit in de omgeving zal door de ontwikkeling niet verslechter<strong>en</strong>, doordat<br />
voorzuivering <strong>en</strong> bezinking van afgekoppeld hemelwater in de greppel of B-watergang<br />
plaatsvindt. Grondwaterstand<strong>en</strong> in de omgeving verander<strong>en</strong> niet door de ontwikkeling,<br />
omdat het plangebied deels beperkt wordt opgehoogd.<br />
5.7 Flora <strong>en</strong> fauna<br />
Bij het opstell<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> bestemmingsplan moet rek<strong>en</strong>ing word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met de gevolg<strong>en</strong><br />
voor de natuur. Met het in werking tred<strong>en</strong> van de Flora- <strong>en</strong> faunawet krijgt de<br />
natuurtoets e<strong>en</strong> sterker acc<strong>en</strong>t in de totale beoordeling van de milieuaspect<strong>en</strong> in de bestemmingsplann<strong>en</strong>.<br />
Het gaat hierbij voornamelijk om de gevolg<strong>en</strong> voor de flora <strong>en</strong> fauna<br />
van nieuwe ruimtelijke ontwikkeling<strong>en</strong>.<br />
Er is e<strong>en</strong> quickscan 14<br />
uitgevoerd in het kader van de Flora- <strong>en</strong> Faunawet. Hieronder zijn<br />
<strong>en</strong>kel de conclusies weergegev<strong>en</strong>. De gehele rapportage is e<strong>en</strong> separate bijlage bij onderhavig<br />
bestemmingsplan.<br />
SAB Arnhem heeft e<strong>en</strong> quickscan flora <strong>en</strong> fauna opgesteld, dit geeft e<strong>en</strong> eerste inzicht in<br />
de doorwerking van de natuurwetgeving op het plangebied. Op basis van e<strong>en</strong> gebiedsanalyse<br />
(ruimtelijk ecologisch), beschikbare soortgegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>malige veldverk<strong>en</strong>ning<br />
word<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> gedaan over de mogelijke aanwezigheid van beschermde plant<strong>en</strong><br />
14<br />
Quick scan flora <strong>en</strong> fauna Altforst, Kerkstraat 17 geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong> (projectnummer 61505). SAB<br />
Arnhem, 19 april 2006.<br />
20<br />
Hoofdstuk 5
<strong>en</strong> dier<strong>en</strong> in het plangebied. Het plangebied is beoordeeld op geschiktheid voor beschermde<br />
plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> diersoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> de verwachte effect<strong>en</strong> op deze soort<strong>en</strong>.<br />
Conclusie<br />
Het plangebied is niet geleg<strong>en</strong> in of nabij Natura 2000-gebied<strong>en</strong> of Ecologische Hoofdstructuur.<br />
Gebiedsbescherming in dit kader is niet aan de orde.<br />
Grondgebond<strong>en</strong> zoogdier<strong>en</strong> zijn te verwacht<strong>en</strong>. De soort<strong>en</strong> die te verwacht<strong>en</strong> zijn, zoals<br />
veldmuis, zijn soort<strong>en</strong> die algeme<strong>en</strong> in Nederland voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarvoor ge<strong>en</strong> ontheffingsplicht<br />
geldt. De sloot naast het plangebied is mogelijk geschikt als biotoop voor amfibieën<br />
als gewone pad. Ontheffingsplichtige amfibieën word<strong>en</strong> niet verwacht.<br />
Het is van belang rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong> met artikel 2 van de Flora- <strong>en</strong> faunawet. Iedere<strong>en</strong><br />
moet voldo<strong>en</strong>de zorg in acht nem<strong>en</strong> voor de in het wild lev<strong>en</strong>de dier<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun leefomgeving.<br />
Dit houdt in dat bij het uitvoer<strong>en</strong> van werkzaamhed<strong>en</strong> altijd rek<strong>en</strong>ing moet word<strong>en</strong><br />
gehoud<strong>en</strong> met aanwezige plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> dier<strong>en</strong>. Zo di<strong>en</strong><strong>en</strong> maatregel<strong>en</strong> te word<strong>en</strong> getroff<strong>en</strong><br />
om bijvoorbeeld verstoring tot e<strong>en</strong> minimum te beperk<strong>en</strong>. Dit kan door rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong><br />
met kwetsbare period<strong>en</strong>, bepaalde ess<strong>en</strong>tiële elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> te spar<strong>en</strong> of aanvull<strong>en</strong>de<br />
inrichtingsmaatregel<strong>en</strong> te treff<strong>en</strong>. D<strong>en</strong>k hierbij aan bijvoorbeeld:<br />
- niet in de avondur<strong>en</strong> <strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s schemering werkzaamhed<strong>en</strong> verricht<strong>en</strong> om verstoring<br />
van foerager<strong>en</strong>de vleermuiz<strong>en</strong> <strong>en</strong> rust<strong>en</strong>de vogels te voorkom<strong>en</strong>;<br />
- kort houd<strong>en</strong> van de vegetatie langs slot<strong>en</strong> <strong>en</strong> op veld<strong>en</strong> om vestiging van grondgebond<strong>en</strong><br />
zoogdier<strong>en</strong> te vermijd<strong>en</strong>;<br />
- gefaseerd te werk<strong>en</strong> om soort<strong>en</strong> de kans te gev<strong>en</strong> te vlucht<strong>en</strong>.<br />
Nader onderzoek<br />
Indi<strong>en</strong> de elz<strong>en</strong>singel wordt verwijderd, wordt aanbevol<strong>en</strong> nader onderzoek te verricht<strong>en</strong><br />
naar het gebruik van dit elem<strong>en</strong>t als vliegroute voor vleermuiz<strong>en</strong>. Daarnaast kunn<strong>en</strong> de<br />
knotbom<strong>en</strong> mogelijk di<strong>en</strong><strong>en</strong> als verblijfplaats voor boombewon<strong>en</strong>de vleermuiz<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong><br />
de knotbom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gekapt, verdi<strong>en</strong>t het de aanbeveling nader onderzoek te do<strong>en</strong><br />
naar verblijfplaats<strong>en</strong> van vleermuiz<strong>en</strong>. Vleermuiz<strong>en</strong> zijn soort<strong>en</strong> die behor<strong>en</strong> tot beschermingscategorie<br />
3 <strong>en</strong> zijn g<strong>en</strong>oemd in bijlage IV van Habitatrichtlijn. Indi<strong>en</strong> de soort<strong>en</strong><br />
voorkom<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> ontheffing wettelijk verplicht, waarbij getoetst wordt aan de criteria 1)<br />
sprake van e<strong>en</strong> in of bij wet g<strong>en</strong>oemd belang, 2) alternatief <strong>en</strong> 3) doet ge<strong>en</strong> afbreuk aan<br />
gunstige staat van instandhouding van de soort. Met het voorstell<strong>en</strong> van mitiger<strong>en</strong>de <strong>en</strong><br />
comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> kan e<strong>en</strong> ontheffing word<strong>en</strong> verkreg<strong>en</strong>. De geschikte periode<br />
voor nader onderzoek is april t/m augustus.<br />
Er is e<strong>en</strong> vleermuiz<strong>en</strong>onderzoek 15 uitgevoerd door Adviesbureau Mert<strong>en</strong>s. Hieronder zijn<br />
<strong>en</strong>kel de conclusies weergegev<strong>en</strong>. De gehele rapportage is e<strong>en</strong> separate bijlage bij onderhavig<br />
bestemmingsplan.<br />
Adviesbureau Mert<strong>en</strong>s heeft gedur<strong>en</strong>de één nacht e<strong>en</strong> batdetectoronderzoek uitgevoerd.<br />
Er is gelet op uitvlieg<strong>en</strong>de vleermuiz<strong>en</strong> uit gebouw<strong>en</strong>, vliegroutes <strong>en</strong> foerageerplaats<strong>en</strong>.<br />
15<br />
Het voorkom<strong>en</strong> van vleermuiz<strong>en</strong> in het gebied van de inbreidingslocatie te Altforst).Adviesbureau Mert<strong>en</strong>s,<br />
juli 2007.<br />
Hoofdstuk 5<br />
21
Uit het onderzoek volgt dat het plangebied alle<strong>en</strong> voor vleermuiz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> functie heeft als<br />
foerageergebied voor de Gewone dwergvleermuis, Ruige dwergvleermuis <strong>en</strong> Laatvlieger.<br />
Er zijn géén vliegroutes, verblijfplaats<strong>en</strong> of kolonies vastgesteld. Er hoeft dan ook ge<strong>en</strong><br />
ontheffing aangevraagd te word<strong>en</strong>.<br />
5.8 Luchtkwaliteit<br />
Sinds 15 november 2007 staan de hoofdlijn<strong>en</strong> voor regelgeving rondom luchtkwaliteitseis<strong>en</strong><br />
beschrev<strong>en</strong> in de Wet milieubeheer (hoofdstuk 5 Wm). Bij de start van e<strong>en</strong> project<br />
moet onderzocht word<strong>en</strong> of het effect relevant is voor de luchtkwaliteit. Hierbij moet<br />
aannemelijk gemaakt word<strong>en</strong>, dat luchtkwaliteit “niet in betek<strong>en</strong><strong>en</strong>de mate” aangetast<br />
wordt. Daartoe is e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e maatregel van bestuur ‘Niet in betek<strong>en</strong><strong>en</strong>de mate’ (Besluit<br />
NIBM) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) vastgesteld waarin de uitvoeringsregels<br />
vastgelegd zijn die betrekking hebb<strong>en</strong> op het begrip NIBM.<br />
In de Regeling NIBM is e<strong>en</strong> lijst met categorieën van gevall<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die niet in betek<strong>en</strong>de<br />
mate bijdrag<strong>en</strong> aan de luchtverontreiniging. Deze gevall<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zonder toetsing<br />
aan de gr<strong>en</strong>swaard<strong>en</strong> voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd word<strong>en</strong>. De Regeling<br />
NIBM geeft vooralsnog invulling aan de volg<strong>en</strong>de categorieën:<br />
- woningbouw- <strong>en</strong> kantoorlocaties, alsmede e<strong>en</strong> combinatie daarvan (artikel 3 <strong>en</strong> bijlage<br />
C);<br />
- Inrichting<strong>en</strong> (artikel 1 <strong>en</strong> bijlage A). Hieronder vall<strong>en</strong> landbouwinrichting<strong>en</strong> <strong>en</strong> spoorwegemplacem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
Veehouderij<strong>en</strong> van beperkte omvang zijn nog niet in de Regeling<br />
NIBM opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, dit zal op e<strong>en</strong> later mom<strong>en</strong>t wel gebeur<strong>en</strong>. Daarnaast is e<strong>en</strong> voorschrift<br />
gereserveerd voor def<strong>en</strong>sie-inrichting<strong>en</strong>, maar hieraan is nog ge<strong>en</strong> invulling gegev<strong>en</strong>.<br />
Conclusie<br />
In de Regeling NIBM is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong> plan van 500 woning<strong>en</strong> niet in betek<strong>en</strong>de mate<br />
bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Met onderhavig project wordt de realisatie van 9<br />
woning<strong>en</strong> mogelijk gemaakt. Dit project valt dus onder de Regeling NIBM, e<strong>en</strong> luchtkwaliteitonderzoek<br />
is dan ook niet noodzakelijk.<br />
5.9 Externe veiligheid<br />
Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperk<strong>en</strong> <strong>en</strong> beheers<strong>en</strong> van risico’s<br />
voor de omgeving vanwege:<br />
• het gebruik, de opslag <strong>en</strong> de productie van gevaarlijke stoff<strong>en</strong> (inrichting);<br />
• het transport van gevaarlijke stoff<strong>en</strong> (op<strong>en</strong>bare weg<strong>en</strong>, water- <strong>en</strong> spoorweg<strong>en</strong>, buisleiding<strong>en</strong>);<br />
• het gebruik van luchthav<strong>en</strong>s.<br />
22<br />
Hoofdstuk 5
Externe veiligheid heeft betrekking op de veiligheid van deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die niet bij de risicovolle<br />
activiteit zelf zijn betrokk<strong>en</strong>, maar als gevolg van die activiteit wel risico’s kunn<strong>en</strong> lop<strong>en</strong>,<br />
zoals omwon<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.<br />
Het beleid is verankerd in het Besluit Externe veiligheid inrichting<strong>en</strong> 16<br />
(Bevi), de bijbehor<strong>en</strong>de<br />
Regeling Externe veiligheid inrichting<strong>en</strong> 17<br />
(Revi), <strong>en</strong> verder uitgewerkt / toegelicht in<br />
o.a. de Handleiding Externe Veiligheid Inrichting<strong>en</strong> 18 <strong>en</strong> de Handreiking Verantwoordingsplicht<br />
Groepsrisico 19<br />
. Voor het vervoer van gevaarlijke stoff<strong>en</strong> is het beleid gebaseerd op de<br />
Nota Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoff<strong>en</strong> 20<br />
(RNVGS). Deze is verder geoperationaliseerd<br />
<strong>en</strong> verduidelijkt middels de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoff<strong>en</strong> 21 .<br />
Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekreg<strong>en</strong> in de risicob<strong>en</strong>adering. Op grond van<br />
de risicob<strong>en</strong>adering word<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> gesteld aan de risico’s, gelet op de kwetsbaarheid<br />
van de omgeving <strong>en</strong> vice versa. De toepassing van de risicob<strong>en</strong>adering heeft dus primair<br />
betrekking op de onderdel<strong>en</strong> pro-actie, de prev<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de preparatie van de veiligheidsket<strong>en</strong>.<br />
Het beleid heeft tot doel zowel individuele burgers als groep<strong>en</strong> burgers te bescherm<strong>en</strong><br />
teg<strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ongeval met gevaarlijke stoff<strong>en</strong>. Dit kan door maatregel<strong>en</strong><br />
te treff<strong>en</strong> bij of aan de bron (inrichting<strong>en</strong>, auto’s etc.) <strong>en</strong> door de restrisico’s te<br />
beperk<strong>en</strong>, bijvoorbeeld door zonering. Het doel wordt vertaald naar de begripp<strong>en</strong> plaatsgebond<strong>en</strong><br />
risico <strong>en</strong> groepsrisico.<br />
Plaatsgebond<strong>en</strong> risico<br />
Het plaatsgebond<strong>en</strong> risico (PR) is de kans per jaar dat e<strong>en</strong> persoon die onafgebrok<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
onbeschermd op e<strong>en</strong> bepaalde plaats verblijft, komt te overlijd<strong>en</strong> als rechtstreeks gevolg<br />
van e<strong>en</strong> ongewoon voorval met gevaarlijke stoff<strong>en</strong>. Daarbij is de omvang van het risico<br />
e<strong>en</strong> functie van de afstand waarbij meestal geldt: hoe groter de afstand, des te kleiner het<br />
risico.<br />
Groepsrisico<br />
T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> van het groepsrisico (GR) is e<strong>en</strong> oriënter<strong>en</strong>de waarde vastgelegd. Deze wordt<br />
uitgedrukt in de kans dat per jaar e<strong>en</strong> groep van 10, 100 of 1000 person<strong>en</strong> overlijd<strong>en</strong> als<br />
rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van e<strong>en</strong> inrichting of<br />
transportroute <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ongewoon voorval binn<strong>en</strong> die inrichting of op die transportroute<br />
waarbij e<strong>en</strong> gevaarlijke stof betrokk<strong>en</strong> is. Het groepsrisico kan word<strong>en</strong> weergegev<strong>en</strong> in<br />
e<strong>en</strong> grafiek met op de horizontale as het aantal dodelijke slachtoffers <strong>en</strong> op de verticale as<br />
16 Besluit van 27 mei 2004, houd<strong>en</strong>de milieukwaliteitseis<strong>en</strong> voor externe veiligheid van inrichting<strong>en</strong><br />
milieubeheer (Besluit externe veiligheid inrichting<strong>en</strong>), Staatsblad 2004, 250<br />
17 Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> Milieubeheer van 8 september<br />
2004, nr. EV2004084072, houd<strong>en</strong>de regels met betrekking tot afstand<strong>en</strong> <strong>en</strong> de wijze van berek<strong>en</strong>ing van het<br />
plaatsgebond<strong>en</strong> risico <strong>en</strong> het groepsrisico ter uitvoering van het Besluit externe veiligheid inrichting<strong>en</strong> (Regeling<br />
externe veiligheid inrichting<strong>en</strong>), Staatscourant 2004, 183<br />
18 Handleiding Externe Veiligheid inrichting<strong>en</strong>, InfoMil, juni 2004<br />
19 Handreiking Verantwoordingsplicht Groepsrisico, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong><br />
Milieubeheer, augustus 2004<br />
20 Kamerstukk<strong>en</strong> II, 1995/96, 24 611, nr. 1.<br />
21<br />
Ministerie van Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> Milieubeheer,<br />
Ministerie van Binn<strong>en</strong>landse Zak<strong>en</strong> <strong>en</strong> Koninkrijksrelaties, juli 2004<br />
Hoofdstuk 5<br />
23
de cumulatieve kans<strong>en</strong> per jaar op t<strong>en</strong>minste dat aantal slachtoffers. De kans dat (e<strong>en</strong><br />
groep) slachtoffers vall<strong>en</strong>, wordt weergegev<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> curve (de fN-curve).<br />
E<strong>en</strong> belangrijke factor bij het bepal<strong>en</strong> van het groepsrisico is het aantal person<strong>en</strong> dat zich<br />
in de omgeving van de risicovolle activiteit bevindt. Dit aspect kan vanuit de ruimtelijke<br />
ord<strong>en</strong>ing, door het toestaan of juist uitsluit<strong>en</strong> van functies waarbij e<strong>en</strong> hoge person<strong>en</strong>dichtheid<br />
in e<strong>en</strong> bepaald gebied, word<strong>en</strong> beïnvloed.<br />
Gevolg<strong>en</strong> voor dit bestemmingsplan<br />
In het Bevi is vastgelegd dat voldaan moet word<strong>en</strong> aan de eis<strong>en</strong> van het besluit bij nieuwe<br />
activiteit<strong>en</strong>/situaties. Het gaat daarbij niet alle<strong>en</strong> om het opricht<strong>en</strong> van of verander<strong>en</strong> van<br />
inrichting<strong>en</strong> of projecter<strong>en</strong> van nieuwe bestemming<strong>en</strong>. Ook bij het vaststell<strong>en</strong> of herzi<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> bestemmingsplan di<strong>en</strong>t de externe veiligheid te word<strong>en</strong> beoordeeld.<br />
Voor het plangebied is beoordeeld of sprake is van activiteit<strong>en</strong> met gevaarlijke stoff<strong>en</strong> in<br />
<strong>en</strong> in de omgeving van het plangebied, die mogelijk risico’s zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> oplever<strong>en</strong>.<br />
Meer specifiek is gekek<strong>en</strong> naar de aanwezigheid van bedrijv<strong>en</strong> die zijn aangewez<strong>en</strong> in het<br />
BEVI, waaronder LPG-tankstations, transportroutes over weg/spoor/water <strong>en</strong> buisleiding<strong>en</strong>.<br />
Uit deze inv<strong>en</strong>tarisatie volgt dat ge<strong>en</strong> LPG-tankstation in of nabij het plangebied aanwezig<br />
is. Er zijn in <strong>en</strong> in de nabijheid het plangebied ge<strong>en</strong> transportroutes <strong>en</strong> ondergrondse<br />
buisleiding<strong>en</strong> voor het transport van gevaarlijke stoff<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d die vanuit de veiligheidsbeoordeling<br />
in beschouwing moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Geconcludeerd kan word<strong>en</strong> dat in het kader van de externe veiligheid ge<strong>en</strong> belemmering<strong>en</strong><br />
aanwezig zijn.<br />
24<br />
Hoofdstuk 5
6. JURIDISCHE PLANOPZET<br />
6.1 Inleiding<br />
Het bestemmingsplan bestaat uit e<strong>en</strong> verbeelding (met leg<strong>en</strong>da) <strong>en</strong> planregels, vergezeld<br />
van e<strong>en</strong> toelichting. De verbeelding <strong>en</strong> de planregels vorm<strong>en</strong> het juridisch bind<strong>en</strong>de deel<br />
van het bestemmingsplan. De verbeelding heeft de rol van visualisering van de bestemming<strong>en</strong>.<br />
De planregels regel<strong>en</strong> de gebruiksmogelijkhed<strong>en</strong> van de grond<strong>en</strong>, de bouwmogelijkhed<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de gebruiksmogelijkhed<strong>en</strong> van de aanwezige <strong>en</strong>/of op te richt<strong>en</strong> bebouwing.<br />
De toelichting heeft weliswaar ge<strong>en</strong> bind<strong>en</strong>de werking, maar heeft wel e<strong>en</strong> belangrijke<br />
functie bij de weergave <strong>en</strong> onderbouwing van het bestemmingsplan <strong>en</strong> bij de uitleg<br />
van de verbeelding <strong>en</strong> planregels. In de volg<strong>en</strong>de twee paragraf<strong>en</strong> wordt de systematiek<br />
van de planregels uite<strong>en</strong>gezet <strong>en</strong> wordt e<strong>en</strong> uitleg per bestemming gegev<strong>en</strong>.<br />
6.2 Systematiek van de planregels<br />
De opbouw van het bestemmingsplan is conform het Handboek Bestemmingsplann<strong>en</strong> van<br />
de geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong>. 22<br />
De planregels van het bestemmingsplan ‘Altforst,<br />
Kerkstraat’ bestaan uit vier hoofdstukk<strong>en</strong>, waarin achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s de inleid<strong>en</strong>de regels,<br />
de bestemmingsregels, de algem<strong>en</strong>e regels <strong>en</strong> de overgangs- <strong>en</strong> slotregels aan de orde<br />
kom<strong>en</strong>.<br />
6.2.1 Inleid<strong>en</strong>de regels<br />
In de begripsbepaling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> omschrijving<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> van de in het bestemmingsplan<br />
gebruikte begripp<strong>en</strong>. Deze zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om interpretatieverschill<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>.<br />
Alle<strong>en</strong> die begripsbepaling<strong>en</strong> zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> die gebruikt word<strong>en</strong> in de planregels <strong>en</strong> die<br />
tot verwarring of voor meerdere uitleg vatbaar zijn.<br />
Om op e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige manier afstand<strong>en</strong> <strong>en</strong> oppervlakt<strong>en</strong> te bepal<strong>en</strong> wordt in de wijze<br />
van met<strong>en</strong> uitleg gegev<strong>en</strong> wat onder de diverse begripp<strong>en</strong> wordt verstaan. T<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong><br />
van de wijze van met<strong>en</strong> op de verbeelding geldt steeds dat het hart van e<strong>en</strong> lijn moet<br />
word<strong>en</strong> aangehoud<strong>en</strong>.<br />
22 Handboek bestemmingsplann<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te <strong>West</strong> <strong>Maas</strong> <strong>en</strong> <strong>Waal</strong>, vastgesteld d.d. 28 mei 2009.<br />
Hoofdstuk 6<br />
25
6.2.2 Bestemmingsregels<br />
De grond<strong>en</strong> van het gehele plangebied hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve bestemming. E<strong>en</strong> positieve<br />
bestemming betek<strong>en</strong>d dat gebruik van de grond<strong>en</strong> voor de verschill<strong>en</strong>de bestemming<strong>en</strong><br />
direct mogelijk is. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t het dat oprichting van gebouw<strong>en</strong> direct mogelijk is<br />
nadat burgemeester <strong>en</strong> wethouders e<strong>en</strong> bouwvergunning hebb<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d. E<strong>en</strong> bouwvergunning<br />
wordt verle<strong>en</strong>d indi<strong>en</strong> zij voldoet aan onder meer de planregels van het bestemmingsplan,<br />
het Bouwbesluit <strong>en</strong> de Bouwverord<strong>en</strong>ing.<br />
De opbouw van de bestemming<strong>en</strong> ziet er in beginsel als volgt uit 23 :<br />
• bestemmingsomschrijving;<br />
• bouwregels;<br />
• ontheffing van de bouwregels;<br />
• specifieke gebruiksregels;<br />
• ontheffing van de gebruiksregels;<br />
• aanlegvergunning;<br />
• wijzigingsbevoegdheid.<br />
Hieronder volgt per bestemmingsonderdeel e<strong>en</strong> korte toelichting.<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
De bestemmingsomschrijving bevat de omschrijving van de doeleind<strong>en</strong> die met de bestemming<br />
aan de grond word<strong>en</strong> toegek<strong>en</strong>d. Hierbij gaat het in beginsel om e<strong>en</strong> beschrijving<br />
van de aan de grond toegek<strong>en</strong>de functies zoals won<strong>en</strong>, water, etc. De aard van de<br />
toegelat<strong>en</strong> inrichting<strong>en</strong> van grond<strong>en</strong> (bouwwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> werk<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> bouwwerk<strong>en</strong> zijnde)<br />
vloeit dan voort uit de toegelat<strong>en</strong> functies.<br />
De hoofdfuncties word<strong>en</strong> als eerste g<strong>en</strong>oemd. Indi<strong>en</strong> van toepassing word<strong>en</strong> ook de aan<br />
de hoofdfuncties ondergeschikte functies mogelijk gemaakt. De ondergeschiktheid wordt<br />
weergegev<strong>en</strong> door de zinsnede ‘met daaraan ondergeschikt’. Tev<strong>en</strong>s wordt aangegev<strong>en</strong><br />
welke functies bij de bestemming behor<strong>en</strong> door middel van de zinsnede ‘met daarbij bijbehor<strong>en</strong>de’.<br />
Het betreft hier meestal functies als pad<strong>en</strong>, gro<strong>en</strong>, erv<strong>en</strong>, etc. De bestemmingsomschrijving<br />
is niet alle<strong>en</strong> functioneel, maar bevat ook inrichtingsaspect<strong>en</strong>.<br />
Bouwregels<br />
In de bouwregels wordt aangegev<strong>en</strong> welke bebouwingsmogelijkhed<strong>en</strong> er op e<strong>en</strong> perceel<br />
bestaan. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> bouwwerk<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong><br />
gebouw<strong>en</strong> zijnde.<br />
23<br />
Duidelijk mag zijn, dat e<strong>en</strong> bestemmingsplanbepaling niet alle elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hoeft te bevatt<strong>en</strong>. Dit kan per bestemming<br />
verschill<strong>en</strong>.<br />
26<br />
Hoofdstuk 6
Ontheffing van de bouwregels<br />
Door het opnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ontheffingsregeling bestaat de mogelijkheid af te wijk<strong>en</strong> van<br />
de algeme<strong>en</strong> toegestane bouwregeling<strong>en</strong>. Deze ontheffing<strong>en</strong> zijn niet bedoeld voor afwijking<strong>en</strong><br />
van de bouwregels, waarvan de verwachting is, dat ze in (bijna) alle gevall<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d. In dat geval zijn de bouwregels hierop aangepast. Voor elke ontheffing<br />
wordt aangegev<strong>en</strong> waarvan ontheffing wordt verle<strong>en</strong>d, de maximale afwijking die met de<br />
ontheffing kan word<strong>en</strong> toegestaan <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel de situaties of voorwaard<strong>en</strong> waaronder<br />
ontheffing wordt verle<strong>en</strong>d.<br />
Het gaat hier om ontheffingsbevoegdhed<strong>en</strong> voor specifieke bestemming<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> ontheffingsbevoegdhed<strong>en</strong><br />
geld<strong>en</strong> voor meerdere bestemming<strong>en</strong> dan wel e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e strekking<br />
hebb<strong>en</strong> zijn ze opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in hoofdstuk 3 (de algem<strong>en</strong>e regels).<br />
Specifieke gebruiksregels<br />
In dit onderdeel kan word<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong> welke vorm<strong>en</strong> van gebruik m<strong>en</strong> in ieder geval<br />
strijdig acht met de bestemming. Hierin word<strong>en</strong> niet alle mogelijke strijdig gebruiksvorm<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>oemd, maar alle<strong>en</strong> die waarvan het niet op voorhand duidelijk is dat deze in strijd<br />
zijn met de bestemming. Het gaat hierbij in feite om e<strong>en</strong> aanvulling op de bestemmingsomschrijving.<br />
Ontheffing van de gebruiksregels<br />
E<strong>en</strong> ontheffing van e<strong>en</strong> gebruiksregel mag niet leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> feitelijke wijziging van de<br />
bestemming. Dat wil zegg<strong>en</strong>, dat wel ontheffing kan word<strong>en</strong> verle<strong>en</strong>d t<strong>en</strong> behoeve van<br />
functies, die inher<strong>en</strong>t zijn aan de in de bestemmingsomschrijving opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> functies. Via<br />
ontheffing kunn<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> ‘nieuwe‘ functies word<strong>en</strong> toegestaan. Met andere woord<strong>en</strong>: de<br />
ontheffingsregeling kan word<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voor kleinere, planologisch minder ingrijp<strong>en</strong>de,<br />
onderwerp<strong>en</strong>. Functiewijziging<strong>en</strong> <strong>en</strong> grotere, ingrijp<strong>en</strong>de ruimtelijke ingrep<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> geregeld via e<strong>en</strong> wijzigingsbevoegdheid.<br />
Aanlegvergunning<br />
Specifieke inrichtingsactiviteit<strong>en</strong>, niet bestaande uit bouw<strong>en</strong>, di<strong>en</strong><strong>en</strong> soms aan e<strong>en</strong> aanlegvergunning<br />
gebond<strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. Het gaat daarbij om gevall<strong>en</strong> waarbij er ge<strong>en</strong> noodzaak<br />
bestaat om werk<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> bouwwerk<strong>en</strong> zijnde, of werkzaamhed<strong>en</strong> geheel uit te sluit<strong>en</strong>,<br />
maar waarbij de toelaatbaarheid afhangt van de omstandighed<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> concreet<br />
geval. E<strong>en</strong> aanlegvergunning<strong>en</strong>stelsel wordt opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om extra bescherming aan e<strong>en</strong><br />
specifieke bestemming waarde van de bestemming te bied<strong>en</strong>, zoals landschappelijke of<br />
natuurlijke waard<strong>en</strong>, of de gro<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of waterstructuur.<br />
Hoofdstuk 6<br />
27
Wijzigingsbevoegdheid<br />
Door het opnem<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> wijzigingsbevoegdheid is het mogelijk om het bestemmingsplan<br />
te wijzig<strong>en</strong> (binn<strong>en</strong>planse wijziging). In de meeste gevall<strong>en</strong> zal het gaan om het wijzig<strong>en</strong><br />
van de op e<strong>en</strong> perceel gelegde bestemming, maar deze wijziging kan ev<strong>en</strong>tueel ook<br />
gebruikt word<strong>en</strong> om de bouwmogelijkhed<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> perceel te wijzig<strong>en</strong>.<br />
Het gaat hier om wijzigingsbevoegdhed<strong>en</strong> voor specifieke bestemming<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> wijzigingsbevoegdhed<strong>en</strong><br />
geld<strong>en</strong> voor meerdere bestemming<strong>en</strong> dan wel e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e strekking<br />
hebb<strong>en</strong> zijn ze opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in hoofdstuk 3 (de algem<strong>en</strong>e bepaling<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> gebiedsgebond<strong>en</strong><br />
wijzigingsbevoegdheid is op de verbeelding aangegev<strong>en</strong> door middel van e<strong>en</strong><br />
aanduiding.<br />
6.2.3 Algem<strong>en</strong>e regels<br />
Antidubbeltelregel<br />
Deze bepaling is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om te voorkom<strong>en</strong> dat wanneer volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> bestemmingsplan<br />
bepaalde gebouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> bouwwerk<strong>en</strong> niet meer dan e<strong>en</strong> bepaald deel van e<strong>en</strong> bouwperceel<br />
mog<strong>en</strong> beslaan, het op<strong>en</strong>geblev<strong>en</strong> terrein nog e<strong>en</strong>s meetelt bij het toestaan van<br />
e<strong>en</strong> ander gebouw of bouwwerk, waaraan e<strong>en</strong> soortgelijke eis wordt gesteld.<br />
Algem<strong>en</strong>e bepaling met betrekking tot ondergronds bouw<strong>en</strong><br />
Er is e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e regeling met betrekking tot ondergronds ruimtegebruik opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
met bijbehor<strong>en</strong>de maatvoering, waarbij kelderruimt<strong>en</strong> e.d. in één bouwlaag onder gebouw<strong>en</strong><br />
direct mogelijk word<strong>en</strong> gemaakt. In aanvulling hierop is per bouwperceel één<br />
niet-overdekt zwembad toegestaan onder nadere voorwaard<strong>en</strong>.<br />
Voor ondergronds bouw<strong>en</strong> dat dieper gaat dan één bouwlaag onder de grond di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong><br />
afwegingsmom<strong>en</strong>t plaats te vind<strong>en</strong> (via e<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>planse ontheffing). Dit om ev<strong>en</strong>tuele<br />
negatieve nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> (bijvoorbeeld wat betreft waterstrom<strong>en</strong> <strong>en</strong> aantasting van archeologische<br />
waard<strong>en</strong>) te voorkom<strong>en</strong>.<br />
Algem<strong>en</strong>e ontheffingsregels<br />
In deze bepaling wordt aan Burgemeester <strong>en</strong> Wethouders de bevoegdheid gegev<strong>en</strong> om<br />
ontheffing te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van niet-ingrijp<strong>en</strong>de bouwactiviteit<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> is in<br />
dit artikel e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e ontheffingsbevoegdheid opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van e<strong>en</strong> Bed<br />
and Breakfast. De criteria, die bij toepassing van de ontheffingsbevoegdheid in acht moet<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, zijn daarbij aangegev<strong>en</strong><br />
28<br />
Hoofdstuk 6
Algem<strong>en</strong>e wijzigingsregels<br />
In deze bepaling wordt aan Burgemeester <strong>en</strong> Wethouders de bevoegdheid gegev<strong>en</strong> om<br />
bestemming<strong>en</strong> te wijzig<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van kleine overschrijding<strong>en</strong> van bestemmingsgr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>.<br />
De criteria, die bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid in acht moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, zijn daarbij aangegev<strong>en</strong><br />
Algem<strong>en</strong>e procedureregels<br />
In deze bepaling staat aangegev<strong>en</strong> welke procedure di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> gevolgd bij de voorbereiding<br />
van e<strong>en</strong> besluit tot toepass<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> ontheffings-, wijzigingsbevoegdheid, dan<br />
wel uitwerkingsplicht. Hierbij wordt verwez<strong>en</strong> naar procedures die zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de<br />
Algem<strong>en</strong>e wet bestuursrecht <strong>en</strong> de Wet op de Ruimtelijke Ord<strong>en</strong>ing.<br />
6.2.4 Overgangs- <strong>en</strong> slotregels<br />
Overgangsrecht<br />
In deze bepaling wordt vorm <strong>en</strong> inhoud gegev<strong>en</strong> aan het overgangsrecht, die aansluit bij<br />
het Besluit ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing.<br />
Slotregels<br />
Als laatste is de slotbepaling opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Deze bepaling bevat zowel de titel van het plan<br />
als de vaststellingsbepaling.<br />
6.3 Beschrijving per bestemming<br />
Gro<strong>en</strong><br />
De grond<strong>en</strong> met de bestemming ‘Gro<strong>en</strong>’ zijn bestemd voor onder andere gro<strong>en</strong>voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> berm<strong>en</strong> <strong>en</strong> beplanting. Op deze grond<strong>en</strong> zijn uitsluit<strong>en</strong>d gebouw<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve<br />
van voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van algeme<strong>en</strong> nut toegestaan. Daarnaast zijn bouwwerk<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong><br />
gebouw<strong>en</strong> zijnde toegestaan.<br />
Verkeer - Verblijfsgebied<br />
De weg<strong>en</strong> in het plangebied zijn weg<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hoofdzakelijke verblijfsfunctie <strong>en</strong> daarmee<br />
bestemd voor ‘Verkeer – Verblijfsgebied’. Binn<strong>en</strong> de bestemming zijn voor de verkeers/verblijfsfunctie<br />
b<strong>en</strong>odigde bouwwerk<strong>en</strong> zoals straatmeubilair, bewegwijzering toegestaan.<br />
Kleine bouwwerk<strong>en</strong>, alsmede gebouw<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van voorzi<strong>en</strong>ing van op<strong>en</strong>baar nut<br />
met e<strong>en</strong> beperkt oppervlak zijn binn<strong>en</strong> deze bestemming toegestaan.<br />
Hoofdstuk 6<br />
29
Water<br />
Waterpartij<strong>en</strong> (A-watergang<strong>en</strong>) hebb<strong>en</strong> de bestemming ‘Water’. Binn<strong>en</strong> deze bestemming<br />
zijn naast waterlop<strong>en</strong> <strong>en</strong> waterpartij<strong>en</strong>, ook gro<strong>en</strong>voorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, infiltratievoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>,<br />
overbrugging<strong>en</strong> toegestaan.<br />
De bouwmogelijkhed<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> deze bestemming zijn heel beperkt. Er zijn ge<strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong><br />
toegelat<strong>en</strong>, maar uitsluit<strong>en</strong>d bouwwerk<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong> zijnde.<br />
Won<strong>en</strong> - 1<br />
De grond<strong>en</strong> die bestemd zijn als ‘Won<strong>en</strong> - 1’ zijn primair bedoeld voor het won<strong>en</strong> in<br />
grondgebond<strong>en</strong> woning<strong>en</strong>. In woning<strong>en</strong> zijn naast het won<strong>en</strong> ook kamerbewoning <strong>en</strong><br />
beroepsmatige activiteit<strong>en</strong> rechtstreeks toegestaan over e<strong>en</strong> beperkt oppervlak van de<br />
woning. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat in dit kader e<strong>en</strong> onderscheid wordt<br />
gemaakt in beroeps- <strong>en</strong> bedrijfsmatige activiteit<strong>en</strong>. Onder beroepsmatige activiteit<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> de activiteit<strong>en</strong> verstaan die sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong> met de zog<strong>en</strong>aamd traditionele vrije<br />
beroep<strong>en</strong> (zoals bijvoorbeeld notariss<strong>en</strong>, tandarts<strong>en</strong> <strong>en</strong> advocat<strong>en</strong>) <strong>en</strong> beroep<strong>en</strong> op het<br />
gebied van onder andere de administratieve, juridische <strong>en</strong> medische di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing. Bedrijfsmatige<br />
activiteit<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong> in beginsel algeme<strong>en</strong> ambachtelijke activiteit<strong>en</strong>. Deze<br />
laatste groep van activiteit<strong>en</strong> is alle<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> woning toegestaan door middel van het verl<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> ontheffing.<br />
De regeling voor de uitoef<strong>en</strong>ing van beroepsmatige activiteit<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> woning is er op<br />
gericht om e<strong>en</strong> woning zijn woonfunctie in overweg<strong>en</strong>de mate te lat<strong>en</strong> behoud<strong>en</strong>. De<br />
oppervlakte van e<strong>en</strong> woning, inclusief bijgebouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanbouw<strong>en</strong>, die in gebruik is voor<br />
beroepsmatige activiteit<strong>en</strong> is altijd kleiner dan de oppervlakte die niet voor deze activiteit<strong>en</strong><br />
wordt gebruikt. Naast dit relatieve maximum is e<strong>en</strong> absoluut maximum verbond<strong>en</strong> aan<br />
het gebruik van de woning, inclusief bijgebouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanbouw<strong>en</strong> voor de uitoef<strong>en</strong>ing van<br />
beroepsmatige activiteit<strong>en</strong>.<br />
Gekoz<strong>en</strong> is voor het werk<strong>en</strong> met bouwstrok<strong>en</strong> met aparte aanduiding<strong>en</strong> voor de ‘voortuin’<br />
<strong>en</strong> de ‘achtertuin’. Op de grond<strong>en</strong> met de aanduiding ‘tuin’ (de voortuin) mog<strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong>d<br />
bouwwerk<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebouwd t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste van de bestemming,<br />
ev<strong>en</strong>als erkers (uitbouw<strong>en</strong>).<br />
In de aanduiding ‘bijgebouw<strong>en</strong>’ (de achtertuin) mog<strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong>d bijgebouw<strong>en</strong>, aanbouw<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> bouwwerk<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> gebouw<strong>en</strong> zijnde gebouwd word<strong>en</strong>. Onder bijgebouw<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
alle vrijstaande bijgebouw<strong>en</strong> begrep<strong>en</strong>, onder aanbouw<strong>en</strong> vall<strong>en</strong> alle grondgebond<strong>en</strong><br />
bouwwerk<strong>en</strong>, welke één geheel vorm<strong>en</strong> met het hoofdgebouw, doch hier wel aan ondergeschikt<br />
zijn.<br />
Waarde - Archeologie (dubbelbestemming)<br />
De grond<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> archeologische waarde hebb<strong>en</strong> de dubbelbestemming ‘Waarde –<br />
Archeologie’. Deze grond<strong>en</strong> zijn door middel van g<strong>en</strong>oemde dubbelbestemming met e<strong>en</strong><br />
aanlegvergunning<strong>en</strong>stelsel beschermd. Op deze manier wordt voorkom<strong>en</strong> dat de<br />
archeologische waard<strong>en</strong> aangetast word<strong>en</strong>.<br />
30<br />
Hoofdstuk 6
7. ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID<br />
Dit project is e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>telijk initiatief. De grond<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> het plangebied zijn volledig<br />
in eig<strong>en</strong>dom van de geme<strong>en</strong>te. Het betreft e<strong>en</strong> verliesgev<strong>en</strong>de ontwikkeling, onder andere<br />
t<strong>en</strong> gevolge van de hoge aankoopsom van de grond<strong>en</strong>, archeologische vondst<strong>en</strong>, asbestsanering,<br />
bodemsanering <strong>en</strong> langere doorlooptijd van het plan. Door ontwikkeling<br />
van de woning<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> uitgeefbaarheid van ruim 75% wordt het verlies beperkt. Er zal<br />
naar gestreefd word<strong>en</strong> om het verlies te beperk<strong>en</strong> lop<strong>en</strong>de de uitvoering van het project;<br />
door kritisch te stur<strong>en</strong> op de planning, materiaalgebruik <strong>en</strong> uitvoeringsmethod<strong>en</strong>. Dit verlies<br />
zal gedekt word<strong>en</strong> door de geme<strong>en</strong>telijke reserves.<br />
Hoofdstuk 7<br />
31
32<br />
Hoofdstuk 7
8. OVERLEG EN INSPRAAK<br />
De procedures voor vaststelling van e<strong>en</strong> bestemmingsplan zijn door de wetgever geregeld.<br />
Aangegev<strong>en</strong> is dat tuss<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>te <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de instanties waar nodig overleg over<br />
het plan moet word<strong>en</strong> gevoerd alvor<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> ontwerpplan ter visie gelegd kan word<strong>en</strong>.<br />
Daarnaast is er de geleg<strong>en</strong>heid om in het voortraject belanghebb<strong>en</strong>d<strong>en</strong> te lat<strong>en</strong> insprek<strong>en</strong><br />
conform de geme<strong>en</strong>telijke verord<strong>en</strong>ing. Pas daarna wordt de wettelijke procedure met<br />
betrekking tot vaststelling van het bestemmingsplan opgestart (artikel 3.8 Wro).<br />
8.1 Inspraak<br />
De Wro bevat ge<strong>en</strong> procedurevoorschrift<strong>en</strong> met betrekking tot de inspraak, <strong>en</strong> is in de<br />
Wro zelf niet verplicht gesteld. Dat neemt niet weg dat het de geme<strong>en</strong>te vrij staat toch<br />
inspraak te verl<strong>en</strong><strong>en</strong> bijvoorbeeld op grond van de geme<strong>en</strong>telijke inspraakverord<strong>en</strong>ing. In<br />
relatie daarmee bepaalt artikel 150 van de <strong>Geme<strong>en</strong>te</strong>wet onder meer dat in e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>telijke<br />
inspraakverord<strong>en</strong>ing moet word<strong>en</strong> geregeld op welke wijze bov<strong>en</strong>bedoelde person<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> rechtsperson<strong>en</strong> hun m<strong>en</strong>ing k<strong>en</strong>baar kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>. Inspraak heeft plaatsgevond<strong>en</strong><br />
volg<strong>en</strong>s de in de inspraakverord<strong>en</strong>ing opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> procedure. Het resultaat van de<br />
inspraak is verwoord in e<strong>en</strong> inspraakverslag. Deze is als separate bijlage bij onderhavig<br />
bestemmingsplan gevoegd.<br />
8.2 Overleg<br />
Het Besluit ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing (artikel 3.1.1) geeft aan dat burgemeester <strong>en</strong> wethouders<br />
bij de voorbereiding van e<strong>en</strong> bestemmingsplan overleg voer<strong>en</strong> met de bestur<strong>en</strong> van betrokk<strong>en</strong><br />
geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> waterschapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> met die di<strong>en</strong>st<strong>en</strong> van provincie <strong>en</strong> Rijk die betrokk<strong>en</strong><br />
zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing of belast zijn met de behartiging van<br />
belang<strong>en</strong> welke in het plan in het geding zijn. De instanties die in k<strong>en</strong>nis gesteld moet<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> van dit bestemmingsplan zijn geïnformeerd. De reacties van deze instanties zijn in<br />
dit plan verwerkt.<br />
8.3 Vaststellingsprocedure<br />
De vaststellingsprocedure van het bestemmingsplan zal plaatsvind<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de artikel<strong>en</strong><br />
3.7 t/m 3.9 van de Wet ruimtelijke ord<strong>en</strong>ing. Het bestemmingsplan wordt in dit kader ter<br />
visie gelegd gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> periode van zes wek<strong>en</strong>. Gedur<strong>en</strong>de deze periode kan e<strong>en</strong> ieder<br />
zijn zi<strong>en</strong>swijz<strong>en</strong> k<strong>en</strong>baar mak<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> het plan. Het plan zal daarna, al dan niet gewijzigd,<br />
ter vaststelling word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> aan de geme<strong>en</strong>teraad.<br />
Hoofdstuk 8<br />
33
34<br />
Hoofdstuk 8
BIJLAGEN
Bijlage 1:<br />
Bodem
Onderzoek oranjewoud 2001
Onderzoek EnviroPlan 31 maart 2006
Saneringsplan EnviroPlan april 2006
Bijlage 2:<br />
Brief GS 18 september 2006
Bijlage 3:<br />
Archeologie
Inv<strong>en</strong>tariser<strong>en</strong>d veldonderzoek SOB maart 2006
Proefsleuv<strong>en</strong>onderzoek AGVU-HBS 2007
Bijlage 4:<br />
Water
Watertoets Royal Haskoning 19 juni 2006
Bijlage 5:<br />
Flora <strong>en</strong> faunaonderzoek
Quickscan flora- <strong>en</strong> fauna SAB Arnhem 19 april 2006
Vleermuiz<strong>en</strong>onderzoek Mert<strong>en</strong>s juli 2007
Bijlage 6:<br />
Luchtkwaliteitonderzoek BRO
Bijlage 7:<br />
Inspraakverslag
Regels
BRO heeft vestiging<strong>en</strong> in Boxtel | Amsterdam | Tegel<strong>en</strong> | G<strong>en</strong>k<br />
www.BRO.nl