11.06.2013 Views

odh-96

odh-96

odh-96

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

‘Het uitmesten van<br />

de stal bleek een<br />

supergoede training’<br />

Op de Hoogte<br />

UITGAVE VAN DE HOOGSTRAAT REVALIDATIE JAARGANG 25 NUMMER <strong>96</strong> JUNI 2013<br />

De keuken van<br />

De Hoogstraat<br />

Eitje pellen met een doel


2<br />

14<br />

3 Kort Op de Hoogte 4 Twee artsen<br />

over dwarslaesierevalidatie Interview<br />

met Floris van Asbeck en Casper van<br />

Koppenhagen. 6 Twitter? Gewoon dóen!<br />

Antwoord op de vraag: Twitter, wat heb je eraan? 8 Een eitje pellen met<br />

een doel Op de mytylschool krijgen sommige leerlingen therapie in de klas.<br />

10 ‘De keuken is 1 van de schatten van De Hoogstraat’ Interview<br />

Colofon<br />

met Jaap van Dijk. 12 Na de Revalidatie:<br />

Ada Veenstra 14 De Hoogstraat Sport:<br />

fitnessbegeleiding voor Hans Kwee<br />

14 De Vriend: Suzanne van der Linde<br />

15 Lokomat: hoe loopt het? Over de<br />

ervaringen met looptraining in de Lokomat.<br />

16 Het Kenniscentrum Met onder andere: Kenniscentrum kijkt over<br />

grenzen. 18 De medewerker: Joke<br />

Heins 19 Bedacht bij De Hoogstraat<br />

Een krukaanpassing voor Annemarieke van<br />

Driessen. 19 Column: Blijf proberen!<br />

20 De achterban: Corrina van de<br />

Velde<br />

Inhoud<br />

4<br />

16<br />

Op de Hoogte <strong>96</strong>, juni 2013 Op de Hoogte is een uitgave van De Hoogstraat Revalidatie in Utrecht en wordt<br />

deels gefinancierd door de Stichting Vriendenkring De Hoogstraat 2600 exemplaren, 4 keer per jaar<br />

Klinische revalidanten, medewerkers, vrijwilligers en relaties van De Hoogstraat ontvangen Op de Hoogte<br />

automatisch. U kunt zich abonneren op het blad voor minimaal €12,50 per jaar. Aanmelden via vriendenkring@dehoogstraat.nl<br />

Adreswijzigingen Redactie@dehoogstraat.nl of De Hoogstraat, t.a.v. redactie Op de<br />

Hoogte Redactie Paulien Bom, Mariëtte Lammers, Annelies van Lonkhuyzen (eindredacteur), Anne Merkies,<br />

Edith Rijnsburger (hoofdredacteur) Medewerkers Ronald Beuker, Rosanne Faber, Wilma Jentink, Jacqueline<br />

Leenders, Yvonne Morsink, Lot Schoonhoven Vormgeving Vriedesign, John de Vries Op het omslag Ada<br />

Veenstra, zie pagina 12. Foto: Jaap de Boer Druk Crezée, Meerkerk<br />

Van de redactie<br />

Met de tijd mee<br />

Nieuwe ontwikkelingen, we hebben<br />

er dagelijks mee te maken. Ben<br />

je net gewend aan een bepaalde<br />

manier van werken, gaat het roer<br />

alweer om. Zolang het om een verbetering<br />

gaat, is dat alleen maar<br />

goed. In dit nummer staan een<br />

paar mooie voorbeelden.<br />

Revalidatiearts Floris van Asbeck<br />

kijkt in dit jubileumjaar terug op de<br />

ontwikkelingen in de dwarslaesierevalidatie.<br />

Hij vertelt dat vroeger<br />

de behandelaars wisten wat goed<br />

was voor de patiënt, terwijl de<br />

huidige revalidant veel meer zélf<br />

op zoek gaat naar oplossingen.<br />

Het artikel over de Lokomat laat<br />

zien hoe de fysiotherapeuten<br />

robotica zijn gaan gebruiken in<br />

hun behandeling. Ook de keuken<br />

en het restaurant gaan met de tijd<br />

mee; zij besteden steeds vaker aandacht<br />

aan de wereldkeuken.<br />

Als je het hebt over nieuwe ontwikkelingen,<br />

horen daar natuurlijk<br />

ook de nieuwe media bij. Dat revalidanten,<br />

medewerkers én De<br />

Hoogstraat als organisatie daarvan<br />

profiteren, leest u op pagina 6. Tot<br />

slot: De Hoogstraat heeft sinds kort<br />

een winkel; geen ouderwetse met<br />

een toonbank, maar een moderne<br />

webwinkel. Nieuwsgierig geworden?<br />

Leest u dan vooral verder!<br />

EDITH RIJNSBURGER<br />

Reacties op ‘Op de Hoogte’ en ideeën<br />

voor artikelen zijn van harte welkom:<br />

redactie@dehoogstraat.nl.<br />

Rembrandtkade 10<br />

3583 TM Utrecht<br />

030 256 1211<br />

www.dehoogstraat.nl<br />

info@dehoogstraat.nl<br />

@dehoogstraat


Kort<br />

Op de Hoogte<br />

Uitslag CQ-index De CQ-index is een landelijk onderzoek naar<br />

ervaringen van revalidanten. Elke 3 jaar versturen alle revalidatiecentra<br />

op hetzelfde moment vragenlijsten naar een grote groep revalidanten.<br />

Een onafhankelijk bureau verwerkt de<br />

resultaten. De Hoogstraat heeft in de<br />

laatste ronde weer mooie scores gehaald,<br />

revalidanten zijn zeer tevreden.<br />

Volwassen revalidanten gaven het rapportcijfer<br />

8,2 en ouders van kinderen<br />

die revalideerden gaven een 8,4. Op 7<br />

van de 10 kwaliteitsdimensies scoort De Hoogstraat gelijk aan of hoger dan het<br />

landelijk gemiddelde. Sportzoeker Stichting Sportservice Midden Nederland<br />

heeft samen met een aantal andere organisaties - waaronder De Hoogstraat<br />

Sport - een website gelanceerd met informatie over aangepast sporten in de<br />

regio Utrecht: www.aangepastsporten.nu. De site heeft bijvoorbeeld een ‘sportzoeker’,<br />

waarmee eenvoudig is na te gaan wat de mogelijkheden zijn voor een<br />

bepaalde doelgroep of sport. Ook sportverenigingen kunnen er terecht voor<br />

informatie over aangepast sporten. Weer op de been De Hoogstraat<br />

Orthopedietechniek heeft een boek uitgegeven met 10 ervaringsverhalen van<br />

mensen die kwamen voor een second opinion. Zij tobden vaak jaren met een<br />

been- of armprothese die niet goed paste en in veel gevallen pijn veroorzaakte. De verhalen laten zien hoe de<br />

second opinion het leven van deze mensen en hun naasten veranderde. Het boek is gratis en kan worden opgevraagd<br />

via 030 258 1811 of oth@dehoogstraat.nl.<br />

Webwinkel revalidatietechniek<br />

Weer op de been<br />

De kracht van een<br />

second opinion<br />

De Hoogstraat Orthopedietechniek<br />

De Hoogstraat start 1 juli met een webwinkel, waar we producten van de afdeling revalidatietechniek<br />

gaan verkopen. De revalidatietechnici hebben de afgelopen jaren allerlei hulpmiddelen ontwikkeld en<br />

een deel daarvan kan nu via www.dehoogstraat.nl/winkel worden aangeschaft. U vindt er producten<br />

die niet-maatgebonden zijn. Klanten kunnen afrekenen via iDeal en krijgen hun bestelling per post<br />

thuisbezorgd. Begonnen is met circa 40 producten. Het is de bedoeling dat het assortiment de<br />

komende jaren wordt uitgebreid.<br />

3


4<br />

Twee artsen over<br />

dwarslaesierevalidatie<br />

Beiden zijn ze revalidatiearts en gepromoveerd op dwarslaesierevalidatie: Floris van Asbeck in 1987,<br />

Casper van Koppenhagen in mei van dit jaar. Floris was jarenlang de enige dwarslaesiearts in<br />

De Hoogstraat, totdat in 2005 Catja Dijkstra de afdeling kwam versterken. Afgelopen september<br />

droeg Floris zijn deel van de klinische revalidatie over aan Casper.<br />

Vragen stellen en naar antwoorden zoeken<br />

Floris van Asbeck (64 jaar) begon zijn loopbaan als<br />

tropenarts, en in de zorg voor leprapatiënten zag hij<br />

hoe belangrijk goede coördinatie tussen verschillende<br />

disciplines was. Er zou, dacht hij, een vak moeten zijn<br />

dat disciplines overstijgt. Dat vak - revalidatiegeneeskunde<br />

- bleek te bestaan, maar stond nog in de kinderschoenen.<br />

Hij vond een opleidingsplek in Groningen.<br />

‘In de tropen heb ik breed en kritisch leren kijken. De<br />

effectiviteit van het werk hing af van prioriteiten stellen<br />

en goed management. Het zijn vaardigheden waar ik<br />

als revalidatiearts veel aan heb, zeker nu de middelen<br />

beperkter raken.’ In Groningen kreeg hij ook de kans te<br />

promoveren. ‘Het was beschrijvend onderzoek naar hoe<br />

dwarslaesiepatiënten thuis functioneerden op de domeinen<br />

waar wij ons tijdens de revalidatie voor hadden ingezet.<br />

Dat was toen nog nooit onderzocht. Ik nam bij de<br />

mensen thuis de vragenlijsten af en kon ter plekke zien<br />

hoe zij functioneerden en of aanpassingen echt werkten.’<br />

Autonomie<br />

Toen Floris van Asbeck bij De Hoogstraat begon, kregen<br />

revalidanten een programma: de arts en zijn team wisten<br />

immers het beste wat goed was voor de patiënt. Nu<br />

draait het veel meer om autonomie: ‘Mensen stellen zich<br />

minder afhankelijk op, denken na over hun problemen<br />

en vinden zelf vaak oplossingen. Dat motiveert. Aan de<br />

andere kant zijn revalidanten soms minder geneigd<br />

adviezen op te volgen, ook als het effect van die adviezen<br />

bewezen is. Wij zeiden vroeger dat dwarslaesierevalidanten<br />

in de eerste fase op hun buik moesten liggen en dat<br />

deden ze dan ook, hoe onaangenaam ze die buikligging<br />

in het begin ook vonden. Nu adviseren we buikligging en<br />

zijn er revalidanten die de raad niet opvolgen, met alle<br />

complicaties van dien. Ook dat hoort bij autonomie.’<br />

De opnametijd van dwarslaesiepatiënten is in de loop<br />

der jaren gehalveerd, vooral door een betere logistiek.<br />

‘Vroeger deden we veel na elkaar, nu lopen processen<br />

parallel en denken we al in een eerder stadium na over<br />

aanpassingen in huis. Rondhangen en wachten is er<br />

bijna niet meer bij. Ook medische technieken, zoals het<br />

operatief stabiliseren van de wervelkolom, hebben het<br />

proces van naar huis gaan versneld. Ik denk dat we de<br />

grens wel ongeveer hebben bereikt. Het lichaam heeft<br />

tijd nodig en ook mentaal kost het tijd voordat mensen<br />

het leven thuis weer aankunnen.’<br />

Koesteren<br />

De sterke kanten van De Hoogstraat moet je koesteren,<br />

vindt Floris. ‘De omgang tussen managers en artsen is bijzonder.<br />

Gelijkwaardigheid en onderling respect behoren<br />

tot de succesfactoren van de afgelopen 25 jaar. Het kenniscentrum<br />

is een unieke prestatie die eruit is voortgekomen.<br />

Door dat centrum is er ook op de afdelingen een<br />

cultuur ontstaan van kritisch kijken en vragen stellen bij<br />

wat je doet. Vragen zijn er altijd wel geweest, maar ze<br />

hebben een structuur nodig waarin ze opgepikt worden.<br />

Die kringloop van vragen stellen en antwoorden die<br />

terugkomen, is van groot belang. Het aantal publicaties is<br />

ongekend hoog voor een niet-universitaire instelling die<br />

zelf voor inkomsten moet zorgen.’<br />

Floris werkt nu nog halftijds, deels in de poliklinische<br />

zorg, deels in projecten. En hoewel hij nog zeker niet van<br />

plan is De Hoogstraat te verlaten, is nu al duidelijk dat de<br />

oogst van zijn inspanningen groot is. Zo was hij oprichter<br />

van het Nederland-Vlaams Dwarslaesie Genootschap en<br />

redacteur van het eerste Handboek Dwarslaesierevalidatie.<br />

‘Ik ben blij dat de ontwikkelingen in ons vakgebied<br />

opgepakt worden en doorgaan.’


Fitheid en kwaliteit van leven<br />

Casper van Koppenhagen (43 jaar) startte zijn geneeskundecarrière<br />

net als Floris van Asbeck in een ander<br />

specialisme. Hij werkte eerst als sportarts, maar stapte<br />

over naar de revalidatiegeneeskunde. Op 15 mei promoveerde<br />

hij op onderzoek naar de relatie tussen welbevinden<br />

en fitheid, waarvoor vanaf 1999 in 8 gespecialiseerde<br />

revalidatiecentra in Nederland data zijn verzameld. 225<br />

mensen met een recent ontstane dwarslaesie zijn geïnterviewd<br />

en getest tijdens hun klinische revalidatie en<br />

1 en 5 jaar na ontslag. Hij vertelt: ‘Ik kwam in 2006 naar<br />

De Hoogstraat voor een promotietraject en mijn opleiding<br />

tot revalidatiearts. Na een jaar heb ik door persoonlijke<br />

omstandigheden het promotieonderzoek moeten<br />

stopzetten. Toen ik de draad van het onderzoek weer kon<br />

oppakken, mocht ik gebruikmaken van de gegevens die<br />

er inmiddels lagen. Op die gegevens is ook Hoogstraatpsycholoog<br />

Christel van Leeuwen gepromoveerd. Zij<br />

onderzocht psychosociale factoren die invloed hebben<br />

op het welbevinden van mensen met een dwarslaesie,<br />

ik lichamelijke. Samen geven deze onderzoeken een<br />

compleet beeld van het beloop van het welbevinden,<br />

en dat is mondiaal gezien uniek. We hebben veel te danken<br />

aan Marcel Post, senior onderzoeker van het kenniscentrum,<br />

en aan collega Van Asbeck, omdat mede door<br />

zijn inzet de samenwerking met andere revalidatiecentra<br />

zo goed is.’<br />

Invloed<br />

Casper onderzocht welke invloed fitheid heeft op de<br />

kwaliteit van leven. ‘Ik wilde weten of mensen met een<br />

dwarslaesie die fit zijn ook tevredener zijn met hun<br />

leven dan mensen die niet fit zijn, en of die tevredenheid<br />

toeneemt als ze fitter worden. Die relatie blijkt er te zijn,<br />

zij het in bescheiden mate. Het grootste deel van de<br />

mensen die wij gevolgd hebben, blijkt in staat een<br />

goed welbevinden op te bouwen en een acceptabele<br />

fitheid. Er is echter ook een groep die het niet lukt om<br />

fit te blijven of een beter welbevinden te creëren. Een<br />

nog kleinere groep gaat zelfs achteruit, wat mogelijk<br />

wordt veroorzaakt door een negatieve spiraal van minder<br />

bewegen, minder fitheid en nog minder bewegen.’<br />

Casper hoopt op vervolgonderzoek bij deze groep, ook<br />

om na te gaan welke effecten de revalidatie daarop<br />

heeft. ‘Voor mij zijn fitheid en een actieve leefstijl pijlers<br />

van het leven, en dat geldt juist ook als je een dwarslaesie<br />

krijgt. Er zijn veel factoren waar je geen invloed<br />

op hebt, zoals de ernst van de laesie of je leeftijd. Maar<br />

ik toon aan dat je door te werken aan fitheid wel degelijk<br />

invloed kunt hebben op je welbevinden. Het kan<br />

dus lonen om daar moeite voor te doen. Toch blijkt het<br />

in de praktijk voor een aantal revalidanten lastig om<br />

die discipline op te brengen. Aan ons dus de taak om<br />

mensen actief te informeren, adviseren en motiveren.<br />

Niemand die dit overkomt, weet wat hij nodig heeft<br />

om over 10 jaar gezond te zijn. Wij weten dat langzamerhand<br />

door onderzoek wel. Bewegen is nodig,<br />

ook als je geen zin hebt; net zoals je vroeger als kind je<br />

tanden moest poetsen, zeg ik wel eens gekscherend.’<br />

Casper heeft een jaar in een dwarslaesiecentrum in<br />

Zwitserland gewerkt en heeft gemerkt dat de Zwitsers<br />

meer naar buiten gaan en bewegen. ‘Ik was daar veel<br />

actiever en merkte hoe gelukkig je daarvan wordt.<br />

De overtuiging dat fit zijn belangrijk is had ik altijd al,<br />

en uit ervaring weet ik ook al dat als het me mentaal<br />

minder gaat, juist bewegen helpt. Uit mijn onderzoek<br />

blijkt dat dat ook geldt voor mensen met een dwarslaesie.’<br />

PAULIEN BOM<br />

Foto: Marieke Harmer-Bosgoed<br />

5


6<br />

Twitter?<br />

Als het in een gesprek over Twitter gaat, wordt er<br />

nogal eens meewarig gekeken: ‘Twitter, dat is toch<br />

waar je kunt lezen dat de buurman net op de wc<br />

is gaan zitten?’ Dat is waar. Maar er zijn ook veel<br />

mensen actief die wél een verhaal te vertellen<br />

hebben, die je kunnen inspireren of die je voor<br />

je werk van informatie kunnen voorzien. Een<br />

revalidant, een behandelaar en de communicatie-<br />

adviseur geven antwoord op de vraag: Twitter,<br />

wat heb je eraan?<br />

Ik bel aan, een jeugdige vrouw doet lachend open. Je ziet<br />

niets aan haar; een buitenstaander zou nooit vermoeden<br />

dat Marloes Juffermans door een ongeluk blijvend hersenletsel<br />

heeft opgelopen en door een volgend ongeluk<br />

haar man verloor. Ze schrijft er indrukwekkend over op<br />

www.marloesjuffermans.nl.<br />

We nemen plaats aan de tafel in haar huiskamer. Het is er<br />

heerlijk rustig. In de hoek, op de grond, staat een tv die<br />

binnenkort de deur uitgaat. Marloes moet namelijk zo<br />

min mogelijk prikkels om zich heen hebben. Ze is hoogopgeleid<br />

en kan daardoor de gevolgen van haar hersenletsel<br />

deels compenseren, maar dat kost wel ontzettend<br />

veel energie. We zullen daarom het interview niet onnodig<br />

lang laten duren.<br />

Koffieautomaat<br />

Marloes schildert, en had al eens een website gemaakt<br />

om haar werk te laten zien. Nadat haar man Pierre in<br />

2009 overleed, besloot ze om de site uit te breiden met<br />

een blog. Het werd een persoonlijk dagboek, waarin Marloes<br />

regelmatig haar ‘lichtpuntjes’ deelt: positieve dingen,<br />

hoe klein ook, die haar helpen om dóór te gaan. Ze inspireert<br />

er anderen mee en helpt de lezers van haar site ook<br />

praktisch: zo worden de tips uit haar artikel 7 tips voor het<br />

organiseren van een bijeenkomst voor mensen met hersenletsel<br />

ook daadwerkelijk in de behandelpraktijk toegepast.<br />

Zo bescheiden als ze is, is ze daar met recht trots op.<br />

Toen Marloes ook met Twitter aan de slag ging, kwam ze<br />

erachter hoe ideaal dat nieuwe medium voor haar is. De<br />

berichten op Twitter zijn maximaal 140 tekens lang, en<br />

Gewoon d<br />

daardoor lekker compact. Bovendien bepaalt ze zelf<br />

wanneer ze tweets - zo heten Twitter-berichten - leest<br />

of plaatst; een dagje niet twitteren is geen probleem.<br />

Dankzij Twitter heeft Marloes (@marloesjufferma) een<br />

heel netwerk opgebouwd, waarbij met een aantal mensen<br />

het contact persoonlijk is. Wat een ander op een verjaardag<br />

of in de wandelgangen op het werk bespreekt,<br />

wisselt Marloes uit via Twitter. Zo werd haar blog haar<br />

venster naar de wereld en Twitter haar koffieautomaat.<br />

Buurman<br />

Ik leg Marloes voor dat het door haar openheid kan<br />

lijken alsof ze álles op haar blog of op Twitter plaatst.<br />

Maar dat is niet zo, vertelt ze: ‘De grens ligt bij de buurman<br />

van 3 deuren verder. Zou je iets in het echt nooit<br />

aan hem vertellen, bijvoorbeeld omdat het te privé is?<br />

Plaats het dan ook niet op internet. Wat je ook nooit<br />

moet doen, is vertellen waar je heen gaat; vertel liever<br />

achteraf wat je hebt gedaan. Je zou niet de eerste zijn<br />

bij wie het huis ondertussen wordt leeggeroofd. En<br />

blijf je persoonlijke grenzen bewaken: als je bijvoorbeeld<br />

een fijn gesprek met een arts achter de rug hebt,<br />

dan kun je ook volstaan met de tweet “fijn gesprek<br />

gehad”. Je hoeft echt niet alle details te geven.’<br />

Het is overduidelijk: Marloes is blij met Twitter. Of ze<br />

nog tips heeft voor revalidanten die het ook willen<br />

proberen? Marloes, enthousiast: ‘Ga het gewoon dóen!<br />

Twitter is heel gemakkelijk. Je kunt klein beginnen,<br />

door eerst maar 1 of een paar mensen te volgen. Misschien<br />

ken je iemand in je omgeving die al twittert?<br />

Natuurlijk mag je mij ook volgen, je vindt me op<br />

twitter.com/marloesjufferma.’<br />

Schaatsen en hengels<br />

Over de meerwaarde van Twitter kan Jaapjan Feenstra<br />

(@JaapjanF) meepraten. Als sporttherapeut bij De<br />

Hoogstraat Sport gebruikt hij Twitter uitsluitend voor<br />

zijn werk. Hij volgt andere revalidatiecentra en sportinstanties<br />

en blijft zo uitstekend op de hoogte van ontwikkelingen<br />

in zijn vakgebied. Dat Twitter ook heel<br />

praktisch is, heeft Jaapjan al meermalen meegemaakt.


en!<br />

‘Toen we bijvoorbeeld een oproep op Twitter plaatsten<br />

om schaatsen te lenen voor een schaatsactiviteit, leidde<br />

dat tot 10 tassen vol met schaatsen! En toen het ijs was<br />

gesmolten en we met revalidanten wilden gaan vissen,<br />

had een oproep om hengels te lenen eveneens veel<br />

succes.’ Ook Jaapjan houdt goed in de gaten wat hij wel<br />

en niet op Twitter plaatst. Als hij een foto plaatst, dan<br />

waakt hij ervoor dat de personen die op die foto staan<br />

niet herkenbaar zijn. ‘Ook kun je je als twitteraar afvragen<br />

of je je berichten openbaar wilt maken. Mijn Twitteraccount<br />

was eerst afgeschermd: alleen degenen waaraan<br />

ik toestemming had gegeven, konden mijn tweets<br />

zien. Later heb ik mijn account openbaar gemaakt,<br />

zodat ik berichten met heel de wereld kan delen.’<br />

Gevraagd naar tips, blijkt Jaapjan het helemaal met<br />

Marloes eens: ‘Ga het zelf uitvinden! Twitter is niet moeilijk.<br />

Je kunt ook zoeken binnen Twitter zelf, zo vind je<br />

mensen die jij weer kunt gaan volgen. Ook erg handig is<br />

de app die ik op mijn mobiele telefoon heb geïnstalleerd:<br />

Flipboard. Daarmee kun je Twitter bekijken in een<br />

soort boekvorm. Ik gebruik het in de trein op weg naar<br />

mijn werk en vind het ideaal!’ Flipboard is gratis op te<br />

halen bij www.flipboard.com en bestaat zowel voor de<br />

iPhone als voor Android.<br />

Open<br />

Het laatste woord is aan Edith Rijnsburger van de afdeling<br />

communicatie & marketing. Zij plaatste 2 jaar geleden<br />

de eerste tweet namens De Hoogstraat. Edith legt<br />

uit: ‘Door actief te zijn op Twitter stellen we ons als organisatie<br />

open op; dat past bij ons. We vragen bijvoorbeeld<br />

om feedback en delen belangrijke activiteiten die zich bij<br />

ons afspelen. We vinden er ook veel informatie en delen<br />

dat intern en ook met onze volgers op Twitter. Verder<br />

kunnen we bepaalde vragen eenvoudig via Twitter<br />

beantwoorden.’ Natuurlijk zijn er ook grenzen. ‘Voor de<br />

medewerkers is een gedragscode voor sociale media<br />

opgesteld. Het doel daarvan is ons bewust te maken van<br />

het nut van nieuwe media zoals Twitter in de zorg, én van<br />

de valkuilen. We vinden het belangrijk dat ook de revalidanten<br />

bewust omgaan met wat ze op internet plaatsen.<br />

In de nieuwe Revalidatiegids wordt er daarom op gewezen<br />

dat het niet de bedoeling is dat zij privacygevoelige<br />

informatie over mederevalidanten op internet zetten.’<br />

Sociale media, zoals Twitter en een eigen blog, hebben<br />

dus een duidelijke meerwaarde. Doe het gewoon, en<br />

begin! En vergeet die buurman van 3 deuren verder niet.<br />

Foto: Robin van den Bergh<br />

RONALD BEUKER<br />

7


8<br />

Therapie in de klas<br />

Een eitje pellen met<br />

Op de Utrechtse Mytylschool Ariane de Ranitz<br />

krijgen kinderen met een motorische of meer-<br />

voudige beperking onderwijs in combinatie<br />

met revalidatiebehandeling. De leerlingen met<br />

de ernstigste beperkingen krijgen Therapie<br />

In de Klas (TIK). Een waardevolle en effectieve<br />

therapievorm, vinden leerkrachten en<br />

behandelaars.<br />

Vrijdagochtend op de mytylschool. In klas EMB-2 zitten<br />

6 kinderen in de kring. ‘1, 2, 3, 4: werken in de klas’, zingen<br />

de kinderen onder leiding van leerkracht Marianne<br />

van Lobberegt. ‘Met wie ga je werken?’ Beau Beerthuizen<br />

(12) kijkt naar een poster met foto’s van haar klasgenoten.<br />

Vandaag werkt ze samen met Caner Dagdelen (14).<br />

Omdat ze niet kan praten, wijst ze Caner aan op haar<br />

spraakcomputer.<br />

De mytylschool stelt elk schooljaar in samenwerking<br />

met De Hoogstraat, waar de behandelaars in dienst zijn,<br />

voor elke leerling onderwijsdoelen en revalidatiedoelen<br />

vast in een ‘kindplan’. Behandelaars en leerkrachten werken<br />

samen met de kinderen aan de doelen, die tijdens<br />

de jaarlijkse kindplanbespreking met ouders en onder<br />

leiding van een revalidatiearts zijn vastgesteld. Om zo<br />

goed mogelijk aan de doelen te kunnen werken, is er<br />

voor leerlingen in de ZML-stroom en de EMB-stroom<br />

sinds een jaar of 2 Therapie In de Klas. Het doel van TIK<br />

is om nieuwe vaardigheden aan te leren en direct toe te<br />

passen, in een dagelijkse setting en op een natuurlijke<br />

en speelse manier. Zowel de behandelaars - logopedist,<br />

ergotherapeut en fysiotherapeut - als het onderwijsteam<br />

- leerkracht en klassenassistent - leren de vaardigheden<br />

op dezelfde manier aan.<br />

Eiersalade<br />

Om 9.30 uur is het voor de leerlingen van EMB-2 tijd voor<br />

TIK. Zij gaan koken. Op het menu staat, passend binnen<br />

het thema lente, een eiersalade. Op de tafel staan bordjes<br />

met frisgroene tuinkers en felgekleurde bakjes met tuinkerszaadjes.<br />

Een teil met water en een handdoek gaat<br />

rond: eerst handen wassen. Dan verdeelt David Mazier<br />

(12) de zaadjes over de plastic bakjes. Ondertussen loopt<br />

Beau rond met haar rollator en deelt de watten uit. Caner<br />

gaat in zijn rolstoel rond met de borden. Mohamad Zuber<br />

(10) brengt de eieren.<br />

Voor een buitenstaander ziet dit er allemaal heel vanzelfsprekend<br />

uit, alsof het vanzelf gaat. Maar de kinderen zijn<br />

hier samen met de 3 behandelaars, leerkracht Marianne<br />

en klassenassistent Liliën Albertszoon al een paar weken<br />

mee bezig. Een activiteit duurt 4 tot 6 weken. Elke week<br />

werken de kinderen tijdens de kookles aan het maken van<br />

de eiersalade. Marianne: ‘De kracht zit vooral in de herhaling<br />

van de taken. Door steeds dezelfde handelingen te<br />

verrichten gaan de kinderen de activiteiten steeds beter<br />

herkennen en in de juiste volgorde uitvoeren. En daar<br />

hebben zij in het dagelijks leven alleen maar profijt van.’<br />

Watje<br />

Het doel voor Beau is bijvoorbeeld dat zij met woord<br />

en gebaar op haar spraakcomputer antwoord geeft op


een doel<br />

vragen die beginnen met wie, wat en waar. Terwijl zij<br />

haar eitje voor de salade tikt en pelt, vraagt logopediste<br />

Sharon Borkes aan haar wat ze aan het maken is. Beau<br />

wijst vervolgens met haar vinger het ei aan. ‘Ei’ zegt de<br />

computer. Mohamad werkt samen met fysiotherapeut<br />

Marleen Sol aan het meedoen in de groep en het uitvoeren<br />

van verschillende taken, zoals het rondbrengen van<br />

de eieren. Hij leert zo om rond te lopen zonder overal<br />

aan te zitten. Bij Caner is Sharon bezig met het uitlokken<br />

van de woorden ‘ja’ en ‘nee’. Hij spuit water op het watje<br />

voor het zaaien van de tuinkers. ‘Is het spuiten klaar<br />

Caner?’ ‘Ja.’ Voor Gwen van Kouwen (10) is beleving heel<br />

belangrijk. Klassenassistent Liliën wrijft zachtjes met<br />

het watje over haar arm om haar te laten ervaren hoe<br />

zo’n droog watje aanvoelt.<br />

Eiland<br />

Ergotherapeut Jorinde Andriessen benadrukt dat deze<br />

manier van werken grote voordelen heeft voor de ontwikkeling<br />

van de kinderen. ‘Voorheen werden leerlingen<br />

uit de klas gehaald om samen met de behandelaar en<br />

apart in een kamer te werken aan hun leerdoelen. We<br />

merkten dat de kinderen het geleerde in die kamer goed<br />

konden toepassen, maar er in de klas of thuis moeite<br />

mee hadden. Dan heeft het nog niet veel zin.’ TIK zorgt<br />

ervoor dat door de intensieve samenwerking van de<br />

therapeuten en het onderwijsteam de kinderen meteen<br />

aan de slag gaan in de praktijk. Jorinde vervolgt: ‘Doordat<br />

we niet meer allemaal op ons eiland zitten, zien we<br />

ieders manier van werken en kunnen we een beetje van<br />

elkaar afkijken. Daardoor krijgen we de kinderen beter<br />

in de vingers. En doordat we op dezelfde manier aan<br />

de doelen werken, biedt dat veel duidelijkheid voor het<br />

kind.’ Marianne: ‘Het is ook ontzettend leuk om elkaar te<br />

inspireren tijdens TIK. Deze vorm van therapie is waardevol<br />

en effectief.’<br />

Plancius<br />

Tijdens de Therapie In de Klas volgt de mytylschool de<br />

leerlijnen van Plancius. Het Plancius-programma biedt<br />

de mogelijkheid om planmatig te werken aan de ontwikkeling<br />

van leerlingen met een IQ tot 35. Bij de leerlingen<br />

van EMB-2 staan 5 domeinen centraal: communicatie,<br />

sociaal-emotionele ontwikkeling, zelfredzaamheid,<br />

sensomotoriek en spelontwikkeling. Naast de kook-TIK<br />

krijgen de kinderen hun Therapie In de Klas ook tijdens<br />

gym, muziekbeleving en plantjes poten.<br />

Inmiddels zijn in de klas de eieren gepeld en gesneden,<br />

is de tuinkers geknipt en zijn de zaadjes op het watje<br />

gezaaid voor de volgende keer. Tijd voor het maken<br />

van de eiersalade. Mét mayonaise. Ergotherapeut Hella<br />

Greuell daagt Kemina Ilunga (11) met behulp van de<br />

pot mayo uit om met 2 woorden of gebaren te spreken.<br />

Hella houdt de pot in de lucht, waarop Kemina wijst en<br />

roept: ‘pot mayonaise!’ Voor Gwen is het leukste inmiddels<br />

begonnen: het zelfstandig leren opeten van de eiersalade<br />

met haar eigen aangepaste lepel. En aan haar<br />

gezichtsuitdrukking te zien, smaakt het haar goed!<br />

MARIËTTE LAMMERS<br />

Voor welke leerlingen?<br />

Op de mytylschool is plaats voor<br />

normaal en moeilijk lerende kinderen<br />

met een motorische handicap (de<br />

zogeheten N- en M-stroom) en voor<br />

zeer moeilijk lerende kinderen (de<br />

ZML-stroom). Verder zijn er leerlingen<br />

met een ernstige meervoudige beperking<br />

(de EMB-stroom).<br />

9


10<br />

‘De keuken is 1 van de schatten van<br />

In de Hoogstraat-keuken verzorgt een team van<br />

11 mensen de broodmaaltijden voor revalidanten<br />

en de lunch voor het personeel. Daarnaast worden<br />

er elke dag ongeveer 150 warme maaltijden<br />

geserveerd. Daarover vertelt Jaap van Dijk. Hij<br />

werkt al ruim 20 jaar als kok bij De Hoogstraat,<br />

en nam eind vorig jaar de leiding over de keuken<br />

over van Wim Gieszen.<br />

‘Mijn werk is erg leuk omdat het een combinatie is van<br />

allerlei dingen, zoals lekker koken, leiding geven en<br />

organiseren. Een goede warme maaltijd houdt voor mij<br />

veel meer in dan dat er eten op je bord ligt. Het is vooral<br />

belangrijk hoe de beleving van de revalidant van het<br />

geheel is. Je moet niet lang op het eten hoeven wachten,<br />

het moet goed warm zijn en het hoort er aantrekkelijk uit<br />

te zien. De maaltijden komen het beste tot hun recht als<br />

wij qua omgeving en sfeer aansluiten bij de wensen van<br />

revalidanten. Door heel goed samen te werken met<br />

anderen, zoals het personeel in het restaurant en achter<br />

de counter, kunnen we dit doen. Wij dragen zelf ook bij<br />

aan een goede sfeer door activiteiten te organiseren. Zo<br />

organiseerden we een Spaanse avond met tapas en een<br />

bingo met Hollandse hapjes. Ook houden we 2 à 3 keer<br />

per jaar een proeverij voor revalidanten en personeel en<br />

hebben we themaweken, bijvoorbeeld over de wereldkeuken<br />

of vergeten groenten.’<br />

Nasi en bami<br />

‘Anders dan bij veel andere instellingen, hebben we er<br />

in De Hoogstraat altijd voor gekozen om ‘gekoppeld’ te<br />

koken. Dat wil zeggen dat we koken vlak voordat het<br />

eten uitgeserveerd wordt, net als bij de meeste mensen<br />

thuis. Elders wordt het eten na het koken vaak gekoeld<br />

en vlak voor het opdienen weer verwarmd. Het voordeel<br />

is dat het voor de keuken veel beter mogelijk is om piek-


Jaap van Dijk (links):<br />

'Lekker eten vinden we heel belangrijk'<br />

De Hoogstraat’<br />

drukte te spreiden, omdat je op andere momenten van<br />

de dag kunt koken. Maar wij kiezen ervoor om zo vers<br />

mogelijk te koken, en dat proef je. Lekker eten vinden<br />

we heel belangrijk, omdat het een ontspannen afleiding<br />

is tijdens de intensieve periode van revalideren. Revalidanten<br />

zijn echt gek op Indonesische gerechten als<br />

nasi en bami, en ook lasagne is heel populair. Maar ze<br />

zijn over al het eten enthousiast. Dat dit zo is, horen<br />

we vaak rechtstreeks van zowel de revalidanten als het<br />

personeel. De waardering is groot, de koks krijgen vaak<br />

complimenten, en daarom denk ik dat de keuken 1 van<br />

de schatten is van De Hoogstraat. En altijd proberen we<br />

het weer beter te doen. Om die reden gaan alle 5 koks<br />

ook 2 keer per jaar naar de klinische afdelingen om<br />

daar aan de hand van een vragenlijst in gesprek te gaan<br />

met revalidanten. Dat vinden we leuk en erg waardevol,<br />

want we krijgen dan goede suggesties. Meer vegetarische<br />

alternatieven voor vlees was bijvoorbeeld een<br />

wens. Daar zijn we naar op zoek gegaan, zodat er nu<br />

vrijwel dagelijks vleesvervangers op het menu staan.<br />

Door de gesprekken op de afdeling krijgt onze gast een<br />

gezicht. Dat maakt ons werk nog persoonlijker en leuker.’<br />

Foto: Steven Snoep<br />

Keuze<br />

‘We willen graag lekker koken, maar natuurlijk is<br />

gezonde voeding de leidraad. Dus zoeken we naar een<br />

goede balans. Niet te vaak frituren bijvoorbeeld, maar er<br />

staat wel eens per week patat op het menu. Daar vragen<br />

mensen om. Voor revalidanten met een speciaal dieet<br />

leveren we maatwerk; er zijn wel 15 verschillende diëten<br />

mogelijk. Elke week hebben we hierover contact met de<br />

diëtist. Ook zijn we steeds meer rekening gaan houden<br />

met mensen die geen champignons, paprika, chocola of<br />

bepaalde e-nummers verdragen. Revalidanten die verblijven<br />

in De Hoogstraat krijgen eenmaal per week een<br />

lijst waarop ze kunnen aangeven wat ze de komende tijd<br />

willen eten. Per dag is er keuze uit 3 menu’s, waarbij er<br />

onderling gewisseld kan worden met de componenten.<br />

Je kunt per dag dus kiezen uit 3 soorten groenten, bijvoorbeeld<br />

een slamix, venkel à la crême of bleekselderij<br />

met kaassaus. En die keuzemogelijkheid is er ook voor<br />

vlees of vleesvervangers en de toetjes. Op dit moment<br />

moeten mensen al 1,5 week van tevoren aangeven wat<br />

ze willen eten. Dat is best een lange periode om te overzien,<br />

en het is ook niet zoals je het thuis doet. We willen<br />

deze periode daarom korter maken; we denken aan<br />

maximaal 1 week. We weten nog niet precies hoe, want<br />

een verandering heeft gevolgen voor de hele logistiek,<br />

maar dát het al heel snel gaat veranderen staat vast.’<br />

Cyclus van 6 weken<br />

‘Voor onze maaltijden gebruiken we altijd vers vlees,<br />

groente en fruit; ingrediënten die we inkopen bij 5 grote<br />

leveranciers. We vinden de kwaliteit heel belangrijk en<br />

net zoals je thuis doet, letten we natuurlijk ook goed<br />

op de prijs. Dat is de laatste jaren steeds belangrijker<br />

geworden. Wat er per dag gekookt wordt, staat voor<br />

een periode van enkele jaren min of meer vast: voor elk<br />

seizoen is er voor 6 weken een menucyclus vastgesteld.<br />

Een seizoensgerecht komt dus elke lente, zomer herfst<br />

en winter in ieder geval 2 keer terug. Favoriete gerechten,<br />

zoals de nasi en bami, komen elk seizoen op tafel.<br />

Tussentijds wordt het menu wel steeds een klein beetje<br />

aangepast, omdat we steeds weer tot nieuwe inzichten<br />

komen. Het bleek bijvoorbeeld moeilijk om mihoen op<br />

een goede manier te bereiden, dus hebben we de<br />

mihoen vervangen door eiermie en dat gaat prima. Na<br />

een aantal jaren gaan de koks aan de slag om het menu<br />

helemaal te vernieuwen. De meesten van hen zijn ook<br />

thuis creatieve koks. Dat is handig, want juist tijdens het<br />

koken worden veel nieuwe ideeën geboren voor een<br />

nieuw menu. En ook voor koks zijn er natuurlijk inspirerende<br />

vakbladen. Zo hebben we ons de laatste keer bij<br />

het opstellen van de menucyclus laten inspireren door<br />

wat de wereldkeuken te bieden heeft en staat er nu<br />

moussaka, wraps en couscous met Marokkaanse runderstoofschotel<br />

op ons menu. Heerlijke toevoegingen, die<br />

erg worden gewaardeerd. En zo gaan we mee met onze<br />

tijd.’<br />

WILMA JENTINK<br />

11


12<br />

Na de revalidatie<br />

Ada Veenstra (39 jaar) revalideerde in 2010 van augustus<br />

tot oktober op de afdeling voor niet-aangeborenhersenletsel.<br />

Door een val liep ze een kneuzing op van<br />

de hersenstam en kleine hersenen. ‘Wat er precies is<br />

gebeurd, weet ik niet. Ik was paarden van de wei naar<br />

hun box aan het brengen en haalde een paard met haar<br />

veulen. Vervolgens werd ik wakker in het ziekenhuis op<br />

de IC. Mij is verteld dat het veulen ergens van schrok en<br />

naar zijn moeder rende. Ik ben omver gelopen.’ Een duidelijke<br />

prognose kon na dit hersenletsel niet worden<br />

gegeven. ‘Ik was vooral blij dat ik het overleefd had. Op<br />

mijn afdeling in De Hoogstraat had ik soms het gevoel<br />

bij ‘de besten’ te horen: ik kon gelukkig praten en was<br />

cognitief goed. Maar staan en lopen lukte niet, ik viel<br />

gewoon om. Mijn evenwicht en balans waren ernstig<br />

verstoord.’ Ada’s hoofddoel was om De Hoogstraat<br />

lopend te verlaten. Dat lukte haar, met stok.<br />

‘Hij voelde het aan’<br />

Maar toen was ze nog niet klaar, vertelt Ada: ‘Het<br />

belangrijkste moest nog komen. Dat had te maken met<br />

mijn paard Thor. Hij betekent heel veel voor mij en ik<br />

had mezelf als doel gesteld om voor 1 januari 2011<br />

weer op zijn rug te zitten. Via De Hoogstraat had ik al de<br />

kans gekregen om weer op een paard te zitten, maar<br />

dat was een heel braaf paard dat gewend was mensen<br />

op zijn rug te hebben die anders zijn. Weer in het zadel<br />

klimmen op mijn eigen paard was beladen, een emotioneel<br />

moment. Het had niet veel gescheeld of dit had ik<br />

nooit meer kunnen doen. Half oktober stapte ik voor de<br />

eerste keer weer op, terwijl een vriendin Thor vasthield.<br />

Mijn paard voelde aan dat ik anders was dan voorheen.<br />

Hij was heel voorzichtig en rustig, waar hij normaal nog<br />

wel eens jolig kan doen.’ De wens om weer zelf voor<br />

Thor te zorgen bracht een grote fysieke inspanning met<br />

zich mee, maar gaf Ada ook een enorme drive. ‘Ik wilde<br />

alles weer zelf doen, niet meer afhankelijk zijn van<br />

anderen. En al ging het lastig in het begin, het uitmesten<br />

van de stal en het lopen op wei en paddock bleek<br />

een supergoede training voor mijn balans.’<br />

‘Ik voel me niet zoals vroeger’<br />

Na de revalidatie was het fijn om weer naar huis te<br />

gaan. ‘Maar dan zit je wel ineens alleen thuis. Ik kon<br />

Revalidatie duurt weken of maanden, voor de revalidant een intensieve en speciale<br />

tijd. Daarna ben je opeens oud-revalidant. Het leven gaat verder. Maar hoe?<br />

Op de Hoogte tekent het verhaal op van oud-revalidanten van De Hoogstraat.<br />

‘Zonder mijn paard was<br />

ik niet zo ver gekomen’<br />

niet veel, was snel moe en moest me bij alles erg<br />

concentreren. Mijn man was aan het werk, autorijden<br />

mocht ik niet door het hersenletsel. Dan wordt je<br />

wereldje heel erg klein. Ik kocht toen een driewielfiets,<br />

zodat ik niet meer afhankelijk was van anderen en weg<br />

kon wanneer ik dat wilde.’ Een jaar na de revalidatie<br />

liep Ada zonder stok en mocht ze weer autorijden.<br />

‘Aan de buitenkant ziet het er weer redelijk normaal<br />

uit. Daardoor denken mensen soms dat alles weer in<br />

orde is. Maar van binnen voel ik me niet zoals vroeger.<br />

Ik moet opletten met lopen, mijn motoriek is niet<br />

geautomatiseerd. De linkerkant van mijn gezicht trekt<br />

en voelt aan zoals na een verdoving bij de tandarts.<br />

Ook in mijn linkerhand en -been is het gevoel anders.<br />

Het verwerken van prikkels gaat moeizamer en ik ben<br />

sneller moe dan vroeger. Ik denk soms dat ik alles kan,<br />

maar moet grenzen in acht nemen, anders kom ik<br />

mezelf tegen. Of ik ooit weer de oude word is de<br />

vraag, artsen weten het niet. Dat accepteren was<br />

moeilijk.’<br />

‘Laat je niet beperken!’<br />

Er zijn dan wel grenzen, maar Ada zit allesbehalve stil.<br />

‘Ik wil mijn leven niet laten bepalen door wat er met<br />

me aan de hand is. Soms is de consequentie dan wel<br />

dat ik een paar dagen uitgeteld ben, maar leuke<br />

dingen doen is ook belangrijk.’ Haar werk voor een<br />

gemeente, waar ze bouwvergunningen verleent,<br />

heeft ze gedeeltelijk weer kunnen oppakken. ‘Ik werk<br />

nu 18 uur, verdeeld over 4 dagen, waarvan ik de helft<br />

thuis werk. Thuis heb ik rust. De drukte op kantoor is<br />

erg vermoeiend.’ Met Thor rijdt ze inmiddels weer dressuurwedstrijden<br />

op haar oude niveau. Via Gehandicaptensport<br />

Nederland heeft ze dispensatie voor het<br />

gebruik van onder meer speciale teugels en stijgbeugels.<br />

‘Zonder mijn paard was ik niet zo ver gekomen.<br />

Dan was ik op de bank gaan zitten en er misschien<br />

niet meer afgekomen. Hij was mijn drijfveer om in een<br />

moeilijke tijd door te gaan. Revalidanten in mijn situatie<br />

zou ik willen meegeven: zeg nooit dat je iets niet<br />

meer kan. Ook al gaat het anders dan vroeger, laat je<br />

niet beperken!’<br />

LOT SCHOONHOVEN


Ada Veenstra<br />

Foto: Jaap de Boer<br />

13


14<br />

De Hoogstraat Sport<br />

De Hoogstraat Sport organiseert de meest uiteenlopende sportactiviteiten<br />

voor mensen met een beperking. We doen een greep:<br />

Fitnessbegeleiding<br />

voor Hans Kwee<br />

In 2000 werd bij de nu 67-jarige Hans Kwee een hersentumor<br />

geconstateerd. Na behandeling in het UMC Utrecht kwam hij naar<br />

De Hoogstraat voor revalidatie. Hans kon op dat moment niet<br />

lopen, had een beperkte spiercoördinatie en kon niet goed spreken.<br />

‘Zo goed mogelijk herstellen, dat is wat ik steeds heb gewild,’<br />

vertelt hij. ‘Hierbij probeer ik me zo min mogelijk te focussen op<br />

de zaken die ik niet meer kan, maar juist op zaken die ik wél kan:<br />

die wil ik nog beter uitvoeren.’<br />

Tijdens de revalidatie leerde hij onder meer opnieuw lopen. ‘Ik<br />

constateerde dat sport een belangrijk onderdeel vormde van<br />

mijn herstel, en daarom ben ik ook na mijn revalidatie wekelijks<br />

te vinden bij De Hoogstraat Sport. Onder begeleiding train ik op<br />

de loopband en op de fitnesstoestellen, om met name mijn<br />

De Vriend<br />

Naast de revalidatie wil De Hoogstraat extra’s bieden, die niet uit het<br />

gewone budget betaald kunnen worden. Werkweken en watersportdagen<br />

voor revalidanten bijvoorbeeld, maar ook wetenschappelijk<br />

onderzoek of een mooie aankleding van het gebouw. Gelukkig zijn er<br />

veel donateurs - de vrienden - die dit mogelijk maken. Maak kennis<br />

met 1 van hen.<br />

Suzanne van der Linde<br />

Suzanne van der Linde is 10 en voetbalt sinds 4 jaar bij FC Delta<br />

Sports in Houten. Elke maandag en donderdag fietst ze naar het<br />

voetbalveld om te trainen voor de wedstrijden op zaterdag. Vorig<br />

jaar voetbalde haar team tijdens het jaarlijkse Delta Dames- en<br />

Meisjestoernooi, samen met 46 andere teams van 15 verenigingen,<br />

voor De Hoogstraat. Suzanne: ‘Op de training kwam een<br />

meisje vertellen hoe het is om in De Hoogstraat te zitten. Ze vertelde<br />

dat De Hoogstraat geld nodig had om speeltoestellen voor<br />

de kinderen te kopen, zodat zij ook goed buiten kunnen spelen.<br />

Met het hele team zijn we toen sponsors gaan zoeken. Ik heb bij<br />

alle huizen in de straat aangebeld en gevraagd of mensen mee<br />

wilden doen. Sommige mensen gaven geld per doelpunt en<br />

andere een totaalbedrag. En iedereen zei: “Wat goed van je!” Het<br />

toernooi was heel leuk. Je kon tussen de wedstrijden door van<br />

alles doen: schminken, je naam op een shirt laten drukken, sporten<br />

in een rolstoel. En er stond een grote bak van De Hoogstraat<br />

Foto: Michel Reij<br />

benen te ontwikkelen. Ook de sociale contacten met lotgenoten<br />

zijn belangrijk voor mij.’<br />

Hans’ droom om ooit een halve marathon te lopen werd meer dan<br />

werkelijkheid, dankzij de juiste begeleiding en zijn eigen doorzettingsvermogen.<br />

Inmiddels heeft hij al 15 keer een marathon gelopen.<br />

‘Sport is een passie voor me geworden, en zonder de hulp van<br />

De Hoogstraat en van mijn gezin was ik nooit zo ver gekomen. Van<br />

mijn doelen is 90 procent behaald; nog een paar procent erbij en<br />

ik ben nog meer tevreden!’<br />

YVONNE MORSINK<br />

om geld in te gooien. Aan<br />

het eind mochten we schieten<br />

op de keepster van het<br />

damesteam van FC Utrecht.<br />

Ik heb gescoord! Weet je<br />

wat ik zo grappig vind: ik<br />

deed iets wat ik zelf leuk<br />

vond en ik hielp daar ook<br />

nog andere mensen mee.’<br />

Tot slot heeft Suzanne<br />

een tip voor De Hoogstraat.<br />

‘Op school vinden we het<br />

fijn om geld te verzamelen<br />

voor goede doelen. Jullie<br />

moeten aan alle scholen<br />

vragen of ze dat ook willen<br />

doen. Bijvoorbeeld met<br />

een sponsorloop.’<br />

Na afloop van het toernooi<br />

ontving De Hoogstraat een<br />

cheque van 2600 euro. Dit<br />

bedrag is de opbrengst van<br />

activiteiten tijdens het toernooi en bijdragen van toeschouwers,<br />

deelnemende teams en tientallen bedrijven en organisaties uit<br />

Houten. Met het geld wordt een buitenspeelplaats ingericht.<br />

Foto: Hans van der Linde<br />

MARIËTTE LAMMERS


Lokomat:<br />

hoe loopt het?<br />

Sinds 2010 heeft De Hoogstraat een Lokomat; een robot om het<br />

lopen te oefenen. Deze werd aangeschaft met steun van het<br />

Revalidatiefonds en de Sponsor Bingo Loterij. Wat zijn de ervaringen?<br />

Sacha van Langeveld is onderzoeker en fysiotherapeut<br />

op de dwarslaesieafdeling. Ze vertelt: ‘Op basis van internationale<br />

studies hebben we bepaald bij wie we de<br />

Lokomat zouden inzetten. Dat zijn om te beginnen volwassenen<br />

en jongeren met een incomplete dwarslaesie<br />

en enige sta- en loopfunctie. Als iemand is opgenomen<br />

met dit beeld, wordt de Lokomat standaard als aanvullende<br />

behandelvorm overwogen. En ook bij poliklinische<br />

revalidanten met een incomplete dwarslaesie zetten<br />

we hem in. We gebruiken de Lokomat daarnaast<br />

bij revalidanten van de neurorevalidatie die veel ondersteuning<br />

nodig hebben bij het lopen. Bij de start van de<br />

revalidatie doen we verschillende testen en bepalen we<br />

met de revalidant wat de doelen zijn op loopgebied.<br />

Later proberen we zo objectief mogelijk te meten wat<br />

het effect is van de training. Mensen trainen als basis<br />

9 keer in de Lokomat; daarna doen we testen en geven<br />

we een advies mee voor het zelf handhaven van de<br />

behaalde winst. Na 3 maanden doen we een controle.’<br />

Lange weg<br />

Er wordt wereldwijd veel onderzoek gedaan, maar er is<br />

nog geen bewijs dat de Lokomat meer effect heeft dan<br />

gewone therapie. Sacha: ‘Ook weten we niet hoe lang<br />

een trainingssessie het beste kan duren, en hoeveel<br />

sessies nodig zijn. Voor bewijs op groepsniveau hebben<br />

we nog een lange weg te gaan. We kijken nu per individu<br />

en meten de verschillen waar dat kan. Dat is vaak<br />

niet eenvoudig, want mensen rapporteren ook positieve<br />

effecten die moeilijk meetbaar zijn. Revalidanten ervaren<br />

bijvoorbeeld meer controle over de buikspieren,<br />

voelen zich sterker of zitten stabieler. Ook zijn er mensen<br />

die aangeven dat ze meer inzicht hebben gekregen in<br />

het afwikkelen van de voeten. Bijna alle revalidanten<br />

geven een veranderd gevoel aan, wat zich bijvoorbeeld<br />

uit in lekkerder slapen of een betere darmwerking. De<br />

behandelaars zijn ook positief, vooral over de extra<br />

mogelijkheden die de Lokomat biedt bij het trainen van<br />

deelaspecten van het looppatroon. Landelijk hebben we<br />

een werkgroep opgericht en afgesproken wat we meten.<br />

We hopen dat we met die gegevens in de toekomst<br />

beter weten voor wie het raadzaam is om gebruik te<br />

maken van de Lokomat.’<br />

Bijan Lotfi is 26 jaar en heeft een incomplete dwarslaesie<br />

ter hoogte van de 5e nekwervel. Hij heeft 6<br />

weken geleden zijn laatste sessie in de Lokomat<br />

gehad. ‘We wilden weten of door het gebruik van de<br />

Lokomat de heffunctie van mijn voet zou verbeteren,<br />

want door een verhoogde spierspanning sleep ik met<br />

mijn rechtervoet. Verder wilde ik mijn looptempo en<br />

mijn conditie verbeteren. Het eerste is niet gelukt,<br />

doordat de spierspanning te hoog bleek. Mijn conditie<br />

en looptempo zijn wél verbeterd. Ik had gedurende<br />

de trainingsperiode ook steeds minder hulp van het<br />

apparaat nodig. Het was voor mij echt een mooie<br />

gedirigeerde loopworkout en ik voelde me fitter. Heel<br />

prettig was dat ik me in de Lokomat goed kon focussen<br />

op het gebruik van mijn benen. Als ik elders loop,<br />

moet ik me concentreren op mijn balans en zorgen<br />

dat ik niet val. In de Lokomat is mijn bekken gefixeerd<br />

en kan ik de beweging van mijn benen gericht trainen.<br />

De voetlanding is daardoor duidelijk verbeterd. Over<br />

een paar weken heb ik mijn controle en dan ga ik<br />

vragen of ik nog een serie van 9 sessies mag, want ik<br />

merk dat ik er veel aan heb.’<br />

EDITH RIJNSBURGER<br />

15


16<br />

Het kenniscentrum<br />

Open de wereld voor een kind met een handicap:<br />

dat is het motto van het Lilianefonds. Het fonds<br />

steunt projecten die ertoe bijdragen dat<br />

gehandicapte kinderen in ontwikkelingslanden<br />

meedoen en meetellen in hun gemeenschap.<br />

Hier wilde De Hoogstraat graag bij helpen.<br />

De Hoogstraat wilde het Lilianefonds steunen; niet door<br />

geld te geven, maar door de aanwezige kennis beschikbaar<br />

te stellen. De ambitie was om wetenschappelijk<br />

onderzoek te doen naar de impact van de projecten van<br />

het fonds. Deze ambitie leidde in 2011 tot het opzetten<br />

van een onderzoek in Oeganda. Frederique Holle, onderzoeker<br />

bij het kenniscentrum, vertelt over de werkwijze<br />

van het Lilianefonds: ‘Het fonds werkt samen met een<br />

lokale partnerorganisatie, zoals een kerk, school of revalidatiecentrum.<br />

Een staflid van deze organisatie treedt<br />

op als mediator die de kinderen begeleidt. In een derdewereldland<br />

wordt een kind met een beperking gezien<br />

als last: emotioneel, sociaal en vooral financieel. Het kind<br />

kan volgens de familie immers niks. De mediators proberen<br />

dit beeld te veranderen en zorgen voor hulp. Medische<br />

zorg heeft daarbij prioriteit, maar daarnaast wordt<br />

Het Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht is het onderzoeksen<br />

innovatiecentrum van De Hoogstraat en het UMC Utrecht.<br />

Het kenniscentrum verricht wetenschappelijk onderzoek en gebruikt<br />

de resultaten van onderzoek voor het verbeteren van de behandeling.<br />

Kenniscentrum kijkt over<br />

er ingezet op scholing en een beroepsopleiding. Zodat<br />

het kind ook brood op de plank kan brengen door bijvoorbeeld<br />

mobieltjes te repareren. Zo verbeter je het<br />

perspectief op de toekomst. Tenminste, dat is het uitgangspunt;<br />

in het onderzoek wilden we nagaan of dit<br />

ook echt zo werkt.’<br />

Vuurtje<br />

In januari vertrok Frederique naar Oeganda om daar<br />

10 maanden veldwerk te doen voor het onderzoek. ‘Ik<br />

heb onder meer interviews gehouden met de kinderen<br />

zelf, hun ouder of verzorger en de mediators van het<br />

Lilianefonds. Vanuit die 3 perspectieven is vervolgens<br />

beschreven welke veranderingen er hebben plaatsgevonden<br />

na het inzetten van hulp door het fonds. Door<br />

de interviews kwam ik dicht bij het echte leven van de<br />

kinderen. Je komt in de lemen huizen met een golfplaten<br />

dak en alleen een vuurtje om te koken. In zo’n ‘keuken’ zat<br />

een gehandicapt jongetje van een jaar of 12 dicht tegen<br />

zijn grootmoeder aangedrukt. Hij pelde een banaan. De<br />

ergotherapeut had hem dit geleerd en zo werd hij steeds<br />

iets zelfstandiger in zijn zelfzorg. Hij leerde bijvoorbeeld<br />

ook zijn bed opmaken en de vloer vegen. Door het leren<br />

van zulke activiteiten wint een kind al aan zelfstandigheid<br />

en respect binnen de familie.’<br />

Zelfvertrouwen<br />

Wat is de uitkomst van het onderzoek? ‘De conclusie is<br />

dat de steun van het Lilianefonds een belangrijk verschil<br />

maakt in het leven van kinderen en gezinnen. Het draagt<br />

bij aan gezondheid en onderwijs, en aan het materiële<br />

en sociale welbevinden. De kinderen voelen zich gesterkt<br />

en krijgen meer zelfvertrouwen. De ouders voelen zich<br />

gehoord en snappen nu beter wat er met hun kind aan<br />

de hand is. De steun wordt als een vangnet gezien en als<br />

kans om boven de armoede uit te komen. Er liggen echter<br />

nog veel kansen voor het Lilianefonds om de steun<br />

te verbeteren en meer kwaliteit te bieden. Er zijn bijvoorbeeld<br />

mogelijkheden op het gebied van organisatie en<br />

coördinatie, en ook de ondersteuning van de mediators<br />

verdient zeker aandacht. Zij spelen zó’n belangrijke<br />

rol. De kennis die ze hebben en de manier waarop ze<br />

communiceren, bepaalt of de juiste hulp op het juiste<br />

moment op de juiste plek komt. Het is van groot belang<br />

om te zorgen dat ze beschikken over de kennis en<br />

kunde om netwerken te kunnen opzetten voor kinderen,<br />

verzorgers, mediators en andere partners, en om zo uitwisseling<br />

van kennis en ervaring mogelijk te maken.’


grenzen<br />

Kennis<br />

in het kort<br />

Plannen<br />

Dit onderzoek was - samen met onderzoek dat gelijktijdig<br />

is uitgevoerd in Zimbabwe - een mijlpaal voor<br />

het Lilianefonds. Voor het eerst werd wetenschappelijk<br />

gekeken naar de impact van de hulp. Het is wellicht<br />

een aanzet tot meer onderzoek naar de investeringen.<br />

Frederique zou graag meewerken aan vervolgonderzoek<br />

in Oeganda: ‘Het moet mogelijk zijn om de kinderen op<br />

langere termijn te volgen en de effecten van hulp te<br />

meten. Het is heel bijzonder om in Oeganda te werken,<br />

het contrast is natuurlijk groot. Ik ben erheen gegaan<br />

zonder verwachtingen over hoe het onderzoek zou gaan<br />

lopen, en dat bleek een goede houding. Er is daar heel<br />

veel ruis, geen dag loopt zoals je vooraf plant. “Ik zie het<br />

wel”, was mijn gedachte. Zo zit ik ook in elkaar. Gelukkig<br />

maar, want als je daar alles strak wilt plannen word je<br />

helemaal gek.’<br />

JACQUELINE LEENDERS<br />

Het onderzoek werd gesponsord door De Hoogstraat<br />

Revalidatie, Rijndam revalidatiecentrum in Rotterdam<br />

en Sophia Revalidatie in Den Haag. Meer informatie:<br />

kenniscentrum@dehoogstraat.nl.<br />

Ontwikkelingen richtlijn CP<br />

Betere zorg voor kinderen met CP, dat is het doel van de Richtlijn<br />

Diagnostiek en Behandeling van kinderen met spastische Cerebrale<br />

Parese. Om de richtlijn beter ingevoerd te<br />

krijgen in de behandelpraktijk, werd het<br />

landelijke project Richtlijn CP in praktijk<br />

opgezet. Door dit project, dat inmiddels is<br />

afgerond en werd geleid vanuit het kenniscentrum,<br />

ontstond een landelijk netwerk<br />

waarin kennis en ervaring wordt uitgewisseld.<br />

Om dit goed functionerende netwerk<br />

na afloop van het project te kunnen<br />

behouden en uitbouwen, werken het kenniscentrum<br />

en de afdeling Revalidatiegeneeskunde<br />

van het VUmc nu aan een plan<br />

van aanpak voor de oprichting van een blijvend<br />

KennisNet CP. Dit gebeurt in goed overleg<br />

met de patiëntenvereniging BOSK. Onlangs is een filmpje uitgebracht<br />

waarin het project Richtlijn CP in praktijk wordt toegelicht.<br />

Het filmpje is te vinden op www.dehoogstraat.nl/richtlijncp.<br />

Krachtenbundeling met UMCG<br />

De Hoogstraat gaat op het gebied van onderzoek en innovatie<br />

intensief samenwerken met het Universitair Medisch Centrum<br />

Groningen. Op 23 mei ondertekenden de 2 academische<br />

revalidatie-instellingen hiertoe een samenwerkingsovereenkomst.<br />

Door de samenwerking verwachten zij op doelmatige en<br />

doeltreffende wijze gebruik te kunnen maken van de expertise<br />

die in wetenschap, innovatie, implementatie en praktisch handelen<br />

in beide organisaties voorhanden is.<br />

UMCG en De Hoogstraat hebben overlap in hun patiëntenpopulatie<br />

en ambities, maar de nadruk in het wetenschappelijk onderzoek<br />

verschilt. In het UMCG-onderzoek ligt de nadruk op aandoeningen<br />

en amputaties van de armen en benen; het Hoogstraat-onderzoek<br />

richt zich vooral op beroerte, dwarslaesie en cerebrale parese.<br />

Doordat het eenvoudig wordt ook elkaars patiëntengroepen in<br />

wetenschappelijk onderzoek te betrekken, wordt het onderzoek<br />

versterkt. Het delen van kennis wordt gestimuleerd.<br />

Ook voor de opleiding biedt de samenwerking kansen. Voortaan<br />

kunnen artsen in opleiding tot specialist (AIOS) in Utrecht en<br />

Groningen voor hun onderzoeksonderwerp ook aansluiten bij<br />

de onderzoeksthema’s van de samenwerkingspartner.<br />

Hoog Hoogstraatgehalte<br />

De verenigingen voor revalidatieartsen in Engeland en Nederland<br />

kwamen in april voor de vierde keer bij elkaar op een congres, dat<br />

dit keer plaatsvond in Harrogate, Engeland. De Hoogstraat was op<br />

het congres sterk vertegenwoordigd, met een posterpresentatie,<br />

bijdragen aan workshops en 3 sprekers. Hester van der Werf hield<br />

een presentatie over fysieke activiteit na CVA, Casper van Koppenhagen<br />

sprak over de relatie tussen kwaliteit van leven en fitheid<br />

en Sanne Meuleman sprak over participatie en psychosociaal<br />

functioneren bij patiënten met myotone dystrofie.<br />

17


18<br />

De medewerker<br />

Aansluiten bij kwaliteiten<br />

Joke Heins<br />

Functie: cognitief therapeut, fulltime.<br />

Werkt bij De Hoogstraat sinds: 2006.<br />

Leeftijd: 59 jaar.<br />

Privé: woont met haar echtgenoot in<br />

Maarssenbroek, 3 volwassen kinderen.<br />

Vrije tijd: 6 kleinkinderen van 0 tot<br />

6 jaar, wandelen, lezen, zeilen.<br />

Te weinig tijd voor: schilderen.<br />

Foto’s: Carolien de Zeeuw<br />

De tijd nemen<br />

Na 32 jaar basisonderwijs en op zoek naar wat anders, zag Joke Heins een<br />

advertentie van De Hoogstraat voor een cognitief therapeut. Met haar onderwijservaring<br />

en achtergrond in remedial teaching voldeed ze aan de voorwaarden.<br />

Joke: ‘Ik vind het interessant om te onderzoeken wat iemands kwaliteiten<br />

zijn en hoe de revalidant na een CVA met nieuwe informatie omgaat,<br />

want daar kan ik dan bij aansluiten. In de neurorevalidatie is het daarbij extra<br />

belangrijk om eerst te zorgen dat iemand zich veilig voelt, want mensen zijn<br />

na een CVA vaak onzeker over hun mogelijkheden.’<br />

Rustig en duidelijk<br />

Joke vertelt duidelijk en rustig over haar werk. Een belangrijk onderdeel daarvan<br />

is uitleggen hoe het brein werkt en wat er in het denken veranderd kan<br />

zijn. Vanuit haar basisschoolervaring kent ze de basisprincipes van het leren<br />

en inprenten. Omdat na een CVA de oude manier van leren vaak niet meer<br />

afdoende is, zoekt ze in haar arsenaal van mogelijkheden naar alternatieven.<br />

Vaak gaat het om kleine stapjes. Als vanzelf pakt Joke er papier en pen bij om<br />

haar boodschap te ondersteunen. ‘De revalidanten die ik begeleid, zijn door<br />

hun CVA vaak prikkelgevoelig en zijn gebaat bij een rustige en geordende<br />

omgeving en een rustige begeleiding. Door hoe ik in elkaar zit, hoef ik daar<br />

niet veel moeite voor te doen.’<br />

Gemeenschappelijk besef<br />

Het contact met revalidanten geeft Joke energie. ‘Ik volg mensen van kliniek<br />

tot dagbehandeling en zie in die tijd het inzicht en zelfvertrouwen groeien.’<br />

Ook de goede samenwerking in de teams motiveert. Joke: ‘In het team is<br />

iedereen ervan doordrongen dat het belangrijk is zorgvuldig om te gaan met<br />

de cognitieve problemen van revalidanten met hersenletsel. Als iemand te<br />

moe is of als er te veel afleidende prikkels zijn, neemt het brein niets meer op<br />

en daar houden alle therapeuten in hun behandeling rekening mee. Vanuit<br />

dat gemeenschappelijke besef werken we samen. Dat is inspirerend, want<br />

cognitieve revalidatie is gebaat bij een teambrede aanpak.’<br />

Ontwikkeling<br />

Joke is enthousiast over wat er binnen de cognitieve therapie ontwikkeld is.<br />

Ze laat trots de agenda zien die de vakgroep ontworpen heeft voor mensen<br />

met een cognitieve beperking. ‘Na een CVA beschikken mensen vaak over een<br />

kortere spanningsboog. De agenda geeft hen een goed overzicht van de dag,<br />

zodat ze hun energie beter kunnen verdelen. Sommige revalidanten vertellen<br />

dat ze wel 20 keer per dag in de agenda kijken.’ Joke heeft meegewerkt aan<br />

het opzetten van cognitiegroepen waarin revalidanten in de kliniek dagelijks<br />

zelfstandig onder begeleiding kunnen werken: ‘Mensen die bij ons revalideren,<br />

moeten noodgedwongen iets leren wat vroeger vanzelf ging. Dat is niet<br />

makkelijk en vraagt veel motivatie. Die groepen blijken een goed hulpmiddel<br />

te zijn. Mensen kunnen hierbij zelf onderzoeken en ervaren wat er veranderd<br />

is in hun aandacht en concentratie. Ze leren nieuwe manieren verkennen en<br />

gaan ervaren dat ze weer grip krijgen. Dat motiveert om er in het dagelijkse<br />

leven mee door te gaan. Ik vind het geweldig om de kracht en het doorzettingsvermogen<br />

van revalidanten te zien en daarbij aan te sluiten!’<br />

PAULIEN BOM


Bedacht bij De Hoogstraat<br />

Een handicap kan allerlei belemmeringen geven in het dagelijks leven. Vaak<br />

biedt een bestaand hulpmiddel uitkomst, maar niet altijd. De Hoogstraat<br />

Revalidatietechniek bedenkt oplossingen voor individuele problemen. Dit<br />

keer: een krukaanpassing voor Annemarieke van Driessen.<br />

Pang, zei mijn interne meterkast op 25-jarige leeftijd. De precieze oorzaak<br />

is nog steeds niet duidelijk, het meest waarschijnlijke is een infarct in mijn<br />

ruggenmerg. Daar lag ik dan: dwarslaesie C4/C5 compleet, na 4 maanden<br />

is dit teruggedraaid naar incompleet. Ik zal nooit vergeten dat de artsen me<br />

kwamen vertellen dat ik de rest van mijn leven in een elektrische rolstoel<br />

zou doorbrengen. Ik kon het niet<br />

geloven, en met mijn liefdevolle<br />

clubje familie en vrienden<br />

ben ik de reis aangegaan. Doel:<br />

goud, dus weer lopen.<br />

Er volgden 3 jaren keihard werken met dikke ups en downs. Ik beweeg me<br />

voort, kan korte afstanden lopen. En hoe fijn dat ik in Nederland woon, waar<br />

je eenvoudig aan een ergonomische standaardkruk kunt komen. En hoe nog<br />

fijner dat er mensen bestaan die deze kruk custom-made voor je kunnen<br />

maken. Aangezien ik een slechte handfunctie heb, is er een beugeltje op<br />

gemaakt door ambachtsman Quido van de revalidatietechniek. Hij luisterde,<br />

keek en voelde feilloos aan wat voor mij belangrijk was. Waar ik ook ben,<br />

ga of sta: de kruk hoort bij mij. Een volgend project wordt daarom om een<br />

mooie kruk te krijgen, die er niet uitziet als een gebruiksvoorwerp. De kruk<br />

hoort bij me en is net zoals een sieraad van emotionele waarde. Vandaar dat<br />

ik dit met een kunstenaar, een product designer én De Hoogstraat zeker nog<br />

eens ga oppakken.<br />

Kijk op www.dehoogstraat.nl/revalidatietechniek.<br />

ANNEMARIEKE VAN DRIESSEN<br />

Column<br />

Blijf proberen!<br />

‘Bewegen is nodig, ook als je er geen<br />

zin in hebt’, zegt revalidatiearts Casper<br />

van Koppenhagen op pagina 5. Hij is<br />

van mening dat het aan behandelaars<br />

is om revalidanten tot bewegen te<br />

motiveren. Dat klinkt eenvoudig, maar<br />

is het niet. Neem mijzelf. Ik heb nooit<br />

serieus gesport. Ik weet dat bewegen<br />

gezond is, dus ik begin wel telkens aan<br />

iets nieuws. Aerobics (te veel pasjes),<br />

spinning (te vermoeiend), hardlopen<br />

(saai), yoga (nog saaier), callanetics<br />

(het allersaaist). Ik heb het in de loop<br />

der jaren allemaal een paar maanden<br />

gedaan.<br />

Op een gegeven moment bedacht ik<br />

dat het beter zou zijn als ik bewegen<br />

integreerde in mijn dagelijks leven en<br />

besloot te gaan fietsen naar het werk.<br />

Ik kocht een nieuwe fiets en fietste een<br />

paar maanden, tot het winter werd.<br />

Sindsdien staat de fiets in de schuur.<br />

Maar nu komt het wonderlijke: sinds<br />

een paar jaar sport ik wel regelmatig.<br />

Ik had al heel lang last van mijn nek en<br />

vaak hoofdpijn. Iemand suggereerde<br />

dat zwemmen zou helpen en sindsdien<br />

zwem ik 3 keer in de week een hoop<br />

baantjes. Soms stop ik even, maar binnen<br />

een maand pak ik het zwemmen<br />

altijd weer op. Waarom het me nu wel<br />

lukt om door te gaan, weet ik eerlijk<br />

gezegd niet. Ik voel me er goed bij en<br />

misschien ben ik met de jaren ook<br />

gewoon beter geworden in het volhouden<br />

van dingen die ik saai vind.<br />

Wat ik zeker weet, is dat ik ben gaan<br />

zwemmen omdat iemand me dat<br />

advies gaf. Dus wat mij betreft blijven<br />

we proberen om mensen te motiveren<br />

meer te bewegen, ook al lukt het ze<br />

de eerste, tweede of zelfs derde keer<br />

niet om het vol te houden. Want wie<br />

weet lukt het de vierde keer wel!<br />

;-)<br />

de_knipoog@hotmail.com<br />

19


De achterban<br />

De achterban<br />

Bij De Hoogstraat draait alles om<br />

de revalidanten, maar hoe gaat<br />

het met de mensen om hen heen?<br />

Hoe is het als je partner, ouder,<br />

kind, broer, zus, kleinkind, vriendin<br />

of vriend revalidant is?<br />

‘Er is ook veel om dankbaar voor te zijn’<br />

Corrina van de Velde werkt als receptionist bij De Hoogstraat<br />

en heeft met haar man Jeroen een restaurant.<br />

Samen hebben ze 2 kinderen: zoon Chris van 6 en dochter<br />

Rosanne van 3. Chris is 9 weken te vroeg geboren, tijdens<br />

een vakantie op Curaçao. Hij liep daar een bacteriële infectie<br />

op met een hersenbeschadiging als gevolg. Chris heeft<br />

een visuele beperking en is spastisch: hij heeft vaak pijn in<br />

zijn spieren en kan niet goed lopen. Voor langere afstanden<br />

heeft hij daarom een rolstoel. Hij bezocht de peutergroep<br />

van De Hoogstraat, en krijgt nu therapie van het<br />

behandelteam op de mytylschool. Corrina: ‘Rosanne fietste<br />

van de week voor het eerst zonder zijwieltjes. Een moment<br />

van trots, maar voor Chris ook moeilijk. Hij zei huilend<br />

tegen mij: “Dat wil ik ook.” Ik antwoord dan dat ik dat goed<br />

snap. En leg vervolgens uit dat het door zijn beperking<br />

voor hem belangrijker is om veilig te fietsen. Rosanne is<br />

lief voor haar broer, maar voor haar is het soms ook lastig.<br />

Stoeien met hem kan bijvoorbeeld wel, maar het moet<br />

altijd voorzichtig want hij valt makkelijk. Rosanne ‘betovert’<br />

op het moment alles met haar toverstafje. Tegen Chris<br />

zei ze: “Als ik het kón, zou ik jouw beentjes beter maken.”<br />

We zijn erg blij dat we met Rosanne ook het ‘normale’ hebben.<br />

Chris ziet daardoor dat niet alles alleen maar om hem<br />

draait in ons gezin. En voor Rosanne is het goed om mee<br />

te krijgen dat het leven niet alleen maar zorgeloos rennen<br />

en springen is.’<br />

Nadenken<br />

‘Het dagelijks leven in ons gezin is intensief, er is veel te<br />

regelen. We hebben een grote kalender thuis, het centrale<br />

punt. Je moet ook veel meer over alles nadenken. Ik ben<br />

van nature vrij impulsief, maar voordat ik nu “ja” op iets<br />

zeg, moet ik goed bedenken of het écht wel kan. We proberen<br />

naast alle regelzaken zoveel mogelijk leuke dingen<br />

te doen. We gaan bijvoorbeeld vaak naar de speeltuin.<br />

Daar kan Chris met hulp heel veel, hij klautert en klimt<br />

graag. Het leven met een kind als Chris is wel moeilijker,<br />

maar ook bijzonder. Je hebt intensief contact en je<br />

bespreekt dingen die anders misschien niet aan de orde<br />

zouden komen. Ik probeer Chris’ vragen zo goed mogelijk<br />

te beantwoorden, uitleggen vind ik belangrijk. Maar soms<br />

heb ik geen antwoord. Dat zeg ik dan ook. Of ik leg de<br />

vraag terug: “Denk jij dat je zonder zijwieltjes zou kunnen<br />

fietsen?” Dan antwoordt hij “nee” en dan bedenken we<br />

samen dat hij wél kan racen met zijn handbike.’<br />

Relativeren<br />

‘Ons vermogen om te relativeren is door het leven met<br />

Chris versterkt. Er kan veel niet en het is vreselijk als je kind<br />

pijn heeft, maar er is ook veel om dankbaar voor te zijn,<br />

bijvoorbeeld dat Chris goed met ons kan communiceren.<br />

Positief blijven is belangrijk, maar je mag ook je gevoelens<br />

aangeven. Veel dingen krijgen toch een schaduw en je<br />

mag best vertellen hoe dat is. Zo heb ik van de week een<br />

Whatsappje rondgestuurd met een foto van Rosanne zonder<br />

zijwieltjes, maar ook een berichtje over Chris’ reactie<br />

dat hij dat ook graag zou willen. Het is belangrijk om als<br />

gezin een team te vormen. Jeroen en ik kunnen gelukkig<br />

goed samen beslissingen nemen. We bespreken alles met<br />

elkaar en daardoor kunnen we er positief in blijven staan.<br />

Daar ben ik blij mee, want Chris heeft een goede achterban<br />

hard nodig om zo ver mogelijk te kunnen komen in<br />

zijn leven.’<br />

ROSANNE FABER<br />

Foto: Robin van den Bergh

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!