SINUMERIK 840D Sl ShopTurn - Boelens Machines

5 08/2005 ShopTurn-functies
5.6 Contourfrezen
C0
X0
X1
DYZ
DX
UYZ
UX
Mantel Y:
Referentiepunt
Referentiepunt in X-richting (abs)
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)
Maximale aanloop in het YZ-vlak
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en
freesdiameter (mm)
Maximale aanloop in de diepte (X-richting)
Nabewerkingsovermaat in het vlak
Nabewerkingsovermaat in de diepte
Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere benaderingspunten vereist zijn, moet de
terugtrekhoogte worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het
volgende benaderingspunt wordt teruggetrokken:
• op terugtrekvlak
• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of
X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)
Als zich binnen het bewerkingsbereik geen tappen of andere elementen bevinden
die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand (X0 +
veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.
5.6.13 Nabewerking contourtap
Tap
frezen
Contour-
frezen >
© Siemens AG 2005 All rights reserved.
SINUMERIK 840D sl Bedienen/Programmeren ShopTurn (BAT) - Uitgave 08/2005 5-307
5
graden
mm
mm
mm
%
mm
mm
mm
Als u bij het frezen van de tap een nabewerkingsovermaat voor de
bodem resp. de rand van de tap geprogrammeerd hebt, moet u de tap
nog nabewerken.
Voor de nabewerking van de bodem resp. de rand moet u telkens een
afzonderlijk blok programmeren. Daarbij wordt de tap telkens slechts
éénmaal bewerkt.
Als alternatief voor "Nabewerking rand" kunt u ook "Baanfrezen"
programmeren. Daarbij bestaan er ook optimalisatiemogelijkheden
voor de naderings-/verwijderingsstrategie resp. de naderings-
/verwijderingsmodus. Bij de programmering gaat u als volgt te werk:
1. Contour basisdeel
2. Contour tap
3. Tap frezen (voorbewerking)
4. Contour basisdeel
5. Baanfrezen (nabewerking)
6. Contour tap
7. Baanfrezen (nabewerking)
Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen" en "Tap frezen".
Kies het bewerkingstype "Nabewerking op de bodem" of
"Nabewerking aan de rand".