SINUMERIK 840D Sl ShopTurn - Boelens Machines
SINUMERIK 840D Sl ShopTurn - Boelens Machines
SINUMERIK 840D Sl ShopTurn - Boelens Machines
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl<br />
<strong>ShopTurn</strong><br />
Bedienen/Programmeren<br />
Geldig voor<br />
Besturing<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl/<strong>840D</strong>E sl<br />
Software versie<br />
NCU systeemsoftware voor<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl/<strong>840D</strong>E sl 1.3<br />
met <strong>ShopTurn</strong> 7.1<br />
Uitgave 08/2005<br />
Inleiding 1<br />
Machine instellen 2<br />
Werkstuk bewerken 3<br />
<strong>ShopTurn</strong>-programma<br />
creëren<br />
4<br />
<strong>ShopTurn</strong>-functies 5<br />
Arbeiten met manuele<br />
machine<br />
6<br />
G-code-programma 7<br />
Werktuigen beheren 8<br />
Programma's beheren 9<br />
Meldingen, alarmen,<br />
gebruikersgegevens<br />
10<br />
Voorbeelden 11<br />
Bijlage A<br />
Index B
<strong>SINUMERIK</strong>® -documentatie<br />
Oplagesleutel<br />
De navolgend vermelde uitgaven zijn vóór deze uitgave verschenen.<br />
In de kolom "Opmerking" is d.m.v. een letter aangegeven welke status de tot nu toe verschenen<br />
edities bezitten.<br />
Kenmerken van de status in de kolom "Opmerking":<br />
A .... Nieuwe documentatie.<br />
B .... Onveranderde nadruk met nieuw bestelnummer.<br />
C .... Herziene versie met nieuwe uitgavestand.<br />
Uitgave Bestelnr. Opmerking<br />
03/2001 6FC5 298-6AD50-0JP0 A<br />
01/2002 6FC5 298-6AD50-0JP1 C<br />
06/2003 6FC5 298-6AD50-0JP2 C<br />
08/2005 6FC5 398-5AP10-0JA0 C<br />
Merken<br />
SIMATIC®, SIMATIC HMI®, SIMATIC NET®, SIROTEC®, <strong>SINUMERIK</strong>® en SIMODRIVE® zijn gedeponeerde<br />
merken van Siemens AG. De andere benamingen in dit gedrukte document kunnen merken zijn waarvan het<br />
gebruik door derden voor hun doeleinden de rechten van de eigenaar kan schenden.<br />
Meer informatie vindt u in het internet op:<br />
http://www.siemens.com/motioncontrol<br />
© Siemens AG 2005<br />
Er kunnen eventueel andere in deze documentatie niet beschreven functies in de<br />
besturing lopen. Er bestaat echter geen aanspraak op deze functies bij een nieuwe<br />
levering resp. in een service geval.<br />
Wij hebben de inhoud van dit document gecontroleerd op overeenstemming met de<br />
beschreven hardware en software. Toch kunnen afwijkingen niet worden<br />
uitgesloten. De gegevens in dit gedrukte document worden wel regelmatig<br />
gecontroleerd, en de noodzakelijke correcties zijn in de volgende oplagen<br />
inbegrepen. Voor verbeteringsvoorstellen zijn wij zeer dankbaar.<br />
Technische wijzigingen voorbehouden.<br />
6FC5398-5AP10 – 0JA0 Siemens-Aktiengesellschaft.
0 08/2005 Woord vooraf<br />
Woord vooraf<br />
<strong>SINUMERIK</strong>documentatie<br />
De <strong>SINUMERIK</strong>-documentatie is in 3 niveaus ingedeeld:<br />
• Algemene documentatie<br />
• Gebruikersdocumentatie<br />
• Documentatie van de fabrikant-/Servicedocumentatie<br />
Meer informatie over andere documenten m.b.t. <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl,<br />
die gelden voor alle <strong>SINUMERIK</strong>-besturing (bv. universele interface,<br />
meetcycli…), krijgt u bij uw Siemens-vestiging.<br />
Een maandelijks geactualiseerd documentenoverzicht met de<br />
beschikbare talen vindt u op het internet onder:<br />
http://www.siemens.com/motioncontrol<br />
Volg de menupunten "Support" "Technische documentatie" <br />
"Documentenoverzicht".<br />
De interneteditie van de DOConCD, de DOConWEB, vindt u onder:<br />
http://www.automation.siemens.com/doconweb<br />
Bestemd voor Deze documentatie wendt zich tot de bediener van enkele-slededraaimachines<br />
met <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl.<br />
Standaardomvang Deze bedienings-/programmeerhandleiding beschrijft de functionaliteit<br />
van de bedieningsinterface <strong>ShopTurn</strong>. Uitbreidingen of wijzigingen<br />
uitgevoerd door de fabrikant van de machine worden<br />
gedocumenteerd door de fabrikant van de machine.<br />
Er kunnen in de besturing nog andere, in deze documentatie niet<br />
verklaarde functies aflopen. Er bestaat echter geen aanspraak op<br />
deze functies bij een nieuwe levering resp. in een service geval.<br />
Hotline Met vragen kunt u zich tot de volgende hotlines wenden:<br />
A&D Technical Support<br />
Tel.: +49 (0) 180 5050-222<br />
Fax: +49 (0) 180 5050-223<br />
Email: mailto:adsupport@siemens.com<br />
Internet: http://www.siemens.de/automation/support-request<br />
Technologie-Hotline<br />
Tel.: +49 (0) 2166 5506-115<br />
De hotline is op werkdagen bereikbaar van 8-17 h.<br />
Bij vragen (suggesties, correcties) i.v.m. de documentatie, gelieve een<br />
fax of email aan het volgende adres te zenden:<br />
Fax: +49 (0) 9131 98-63315<br />
Email: mailto:motioncontrol.docu@siemens.com<br />
Faxformulier zie reactieblad op het einde van het document<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 iii<br />
0
0 Woord vooraf 08/2005<br />
Internetadres http://www.siemens.com/motioncontrol<br />
Principe Uw <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl met <strong>ShopTurn</strong> is gebouwd volgens de<br />
nieuwste technische stand en de erkende veiligheidstechnische<br />
reglementeringen, normen en voorschriften.<br />
Bijkomende inrichtingen Met speciale, door SIEMENS aangeboden toestellen,<br />
uitbreidingsinrichtingen en evolutiepakketten kan het<br />
toepassingsbereik van de SIEMENS-besturingen gericht worden<br />
uitgebreid.<br />
Personeel Er mag enkel goed geschoold, bevoegd en betrouwbaar<br />
personeel worden ingezet. Zonder de noodzakelijke opleiding mag<br />
niemand, ook niet voor korte tijd, aan de besturing werken.<br />
De bevoegdheden van het personeel dat verantwoordelijk is voor de<br />
instelling, de bediening en het onderhoud moeten duidelijk<br />
vastgelegd en de naleving ervan gecontroleerd worden.<br />
Gedrag Voor de inbedrijfstelling van de besturing moet verzekerd zijn dat het<br />
bevoegde personeel de bedieningshandleidingen heeft gelezen en<br />
begrepen. Bovendien moet de algemene technische toestand van de<br />
besturing (extern herkenbare gebreken en beschadigingen en<br />
wijzigingen van het bedrijfsgedrag) permanent worden<br />
gecontroleerd..<br />
Service Het herstel mag enkel overeenkomstig de gegevens in de<br />
onderhouds- en instandhoudingsinstructies door speciaal voor ieder<br />
vakgebied geschoolde en gekwalificeerde personen worden<br />
uitgevoerd. Daarbij moeten alle geldende veiligheidsvoorschriften in<br />
acht worden genomen.<br />
Als niet reglementair en elke aansprakelijkheid door de fabrikant<br />
uitsluitend geldt:<br />
• Iedere van de bovengenoemde punten afwijkende applicatie of<br />
verder gebruik.<br />
• Als de besturing niet in technisch onberispelijke toestand, niet<br />
veiligheids- en risicobewust en met inachtneming van alle<br />
instructies in de handleiding wordt gebruikt.<br />
• Als storingen die de veiligheid negatief beïnvloeden niet worden<br />
hersteld voor de besturing in gebruik wordt genomen.<br />
• Ieder veranderen, overbruggen of buiten gebruik zetten van<br />
inrichtingen aan de besturing, die voor het onberispelijke<br />
functioneren, het onbeperkte gebruik evenals de actieve en<br />
passieve veiligheid dienen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
iv <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
0
0 08/2005 Woord vooraf<br />
Structuur van de<br />
documentatie<br />
In deze documentatie worden de volgende door pictogrammen<br />
gemarkeerde informatieblokken gebruikt:<br />
Oriëntatie<br />
Achtergrondinformatie<br />
Bedieningsvolgorde<br />
Verklaring van de parameters<br />
Bijkomende aanwijzingen<br />
Software-optie<br />
Bij de beschreven functie gaat het om een software-optie. D.w.z. dat<br />
de functie op uw besturing alleen werkt wanneer u de betreffende<br />
optie heeft gekocht.<br />
Veiligheidsinstructies Dit handboek bevat instructies die in acht moeten worden genomen<br />
met het oog op uw persoonlijke veiligheid en het vermijden van<br />
materiële schade. De instructies die betrekking hebben op uw<br />
persoonlijke veiligheid zijn gekenmerkt met een gevarendriehoek,<br />
aanwijzingen m.b.t. materiële schade hebben geen gevarendriehoek.<br />
Afhankelijk van het risiconiveau worden de waarschuwingen in<br />
afnemende volgorde als volgt weergegeven.<br />
Gevaar<br />
betekent dat dood of aanzienlijk letsel zal optreden als de<br />
desbetreffende maatregelen niet worden getroffen.<br />
Waarschuwing<br />
betekent dat dood of aanzienlijk letsel kan optreden als de<br />
desbetreffende maatregelen niet worden getroffen.<br />
Voorzichtig<br />
met gevarendriehoek betekent dat lichte letsels kunnen optreden als<br />
de desbetreffende veiligheidsmaatregelen niet worden getroffen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 v<br />
0
0 Woord vooraf 08/2005<br />
Voorzichtig<br />
zonder gevarendriehoek betekent dat materiële schade kan optreden<br />
als de desbetreffende veiligheidsmaatregelen niet worden getroffen.<br />
Opgepast<br />
betekent dat een ongewenst resultaat of een ongewenste toestand<br />
kan optreden als de desbetreffende instructie niet in acht wordt<br />
genomen.<br />
Machinefabrikant Wanneer over bepaalde feiten evt. verklaringen of wijzigingen van de<br />
machinefabrikant bestaan, wordt dit als volgt aangegeven:<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Literatuurverwijzing Wanneer u bepaalde feiten in verder gaande literatuur kunt nalezen,<br />
wordt dit als volgt gemarkeerd:<br />
Literatuur:<br />
Een maandelijks geactualiseerd documentenoverzicht met de<br />
beschikbare talen vindt u op het internet onder:<br />
http://www.siemens.com/motioncontrol<br />
Volg de menupunten "Support" "Technische documentatie" <br />
"Documentenoverzicht".<br />
Begrippen Hieronder wordt de betekenis van enkele fundamentele begrippen in<br />
deze documentatie vastgelegd.<br />
Programma<br />
Een programma is een reeks van aanwijzingen aan de CNC-besturing<br />
die gezamenlijk de productie van een bepaald werkstuk aan de<br />
machine bewerkt.<br />
Contour<br />
Met contour is enerzijds de omtrek van een werkstuk bedoeld.<br />
Anderzijds wordt ook een deel van het programma contour genoemd,<br />
waarin uit verschillende elementen de omtrek van een werkstuk wordt<br />
bepaald.<br />
Cyclus<br />
Een cyclus, bijv. draadboren, is een door <strong>ShopTurn</strong> vastgelegd<br />
onderprogramma voor de uitvoering van een meermaals optredende<br />
bewerkingsprocedure.<br />
(Soms wordt een cyclus ook functie genoemd.)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
vi <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
0
0 08/2005 Woord vooraf<br />
Spillen/assen<br />
De verschillende spillen/assen worden in deze documentatie als volgt<br />
benoemd:<br />
S1: Hoofdspil<br />
S2: Werktuigspil<br />
S3: Tegenspil<br />
C1: C-as hoofdspil<br />
C3: C-as tegenspil<br />
Z3: Bijkomende as (bijv. as voor het verplaatsen van de tegenspil)<br />
De machinefabrikant kan echter andere benamingen gebruiken.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Maateenheid In de beschikbare documentatie worden de eenheden van de<br />
parameters altijd metrisch aangegeven. De overeenkomstige<br />
eenheden in inch vindt u in de volgende tabel.<br />
Metrisch Inch<br />
mm in<br />
mm/tand in/tand<br />
mm/min in/min<br />
mm/o in/o<br />
m/min ft/min<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 vii<br />
0
0 Woord vooraf 08/2005<br />
Voor notities<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
viii <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
0
0 08/2005 Inhoud<br />
Inhoud<br />
Inleiding 1-15<br />
1.1 <strong>ShopTurn</strong> .................................................................................................................. 1-16<br />
1.1.1 Arbeidsprocedure...................................................................................................... 1-17<br />
1.2 Werkplek ................................................................................................................... 1-18<br />
1.2.1 Coördinatensysteem................................................................................................. 1-19<br />
1.2.2 Bedieningspanelen ................................................................................................... 1-20<br />
1.2.3 Toetsen van de bedieningspanelen.......................................................................... 1-23<br />
1.2.4 Machinebesturingspanelen....................................................................................... 1-25<br />
1.2.5 Elementen van de machinebesturingspanelen......................................................... 1-25<br />
1.3 Bedieningsoppervlak................................................................................................. 1-29<br />
1.3.1 Overzicht................................................................................................................... 1-29<br />
1.3.2 Bediening via softkeys en toetsen ............................................................................ 1-32<br />
1.3.3 Programma-aanzichten ............................................................................................ 1-36<br />
1.3.4 Parameters invoeren................................................................................................. 1-40<br />
1.3.5 CNC-ISO-bedieningsmenu ....................................................................................... 1-42<br />
1.3.6 <strong>ShopTurn</strong> Open (PCU 50.3) ..................................................................................... 1-44<br />
Machine instellen 2-45<br />
2.1 In- en uitschakelen.................................................................................................... 2-46<br />
2.2 Naar referentiepunt bewegen ................................................................................... 2-46<br />
2.2.1 Gebruikerstoestemming bij Safety Integrated .......................................................... 2-48<br />
2.3 Bedieningsmodi ........................................................................................................ 2-49<br />
2.4 Instellingen voor de machine .................................................................................... 2-50<br />
2.4.1 Maateenheid (millimeter/inch) omschakelen ............................................................ 2-50<br />
2.4.2 Coördinatensysteem (MCS/WCS) omschakelen...................................................... 2-51<br />
2.4.3 Spillen ....................................................................................................................... 2-52<br />
2.5 Werktuigen................................................................................................................ 2-54<br />
2.5.1 Nieuw werktuig aanleggen........................................................................................ 2-56<br />
2.5.2 Werktuiglijst............................................................................................................... 2-57<br />
2.5.3 Werktuig manueel meten.......................................................................................... 2-64<br />
2.5.4 Werktuig meten met meettaster................................................................................ 2-66<br />
2.5.5 Meettaster afstemmen .............................................................................................. 2-67<br />
2.5.6 Werktuig meten met loep.......................................................................................... 2-69<br />
2.6 Werkstuknulpunt meten ............................................................................................ 2-70<br />
2.7 Nulpuntverschuivingen.............................................................................................. 2-71<br />
2.7.1 Nulpuntverschuiving instellen ................................................................................... 2-72<br />
2.7.2 Nulpuntverschuivingen definiëren............................................................................. 2-74<br />
2.7.3 Nulpuntverschuivingslijst .......................................................................................... 2-75<br />
2.8 Manuele modus ........................................................................................................ 2-77<br />
2.8.1 Werktuig en spil selecteren....................................................................................... 2-77<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 ix<br />
0
0 Inhoud 08/2005<br />
2.8.2 Assen verplaatsen.....................................................................................................2-79<br />
2.8.3 Assen positioneren....................................................................................................2-81<br />
2.8.4 Werkstuk eenvoudig verspanen................................................................................2-82<br />
2.8.5 Instellingen voor de manuele modus ........................................................................2-84<br />
2.9 MDA ..........................................................................................................................2-86<br />
2.10 Looptijden..................................................................................................................2-87<br />
Werkstuk bewerken 3-89<br />
3.1 Bewerking starten/stoppen........................................................................................3-90<br />
3.2 Programma inlopen...................................................................................................3-93<br />
3.3 Actueel programmablok tonen ..................................................................................3-94<br />
3.4 Assen herpositioneren ..............................................................................................3-95<br />
3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt.................................................3-96<br />
3.6 Programmaverloop beïnvloeden.............................................................................3-102<br />
3.7 Overschrijven ..........................................................................................................3-103<br />
3.8 Programma testen...................................................................................................3-105<br />
3.9 Programma corrigeren ............................................................................................3-106<br />
3.10 G- en hulpfuncties tonen .........................................................................................3-107<br />
3.11 Bewerking simuleren...............................................................................................3-108<br />
3.11.1 Simuleren voor de bewerking van het werkstuk .....................................................3-110<br />
3.11.2 Meetekenen voor de bewerking van het werkstuk..................................................3-112<br />
3.11.3 Meetekenen tijdens de bewerking van het werkstuk ..............................................3-113<br />
3.11.4 Uitgangsmateriaalvorm voor een G-code-programma veranderen........................3-113<br />
3.11.5 Verschillende aanzichten van het werkstuk............................................................3-114<br />
3.11.6 Fragment veranderen..............................................................................................3-118<br />
3.12 Instellingen voor de automatische modus...............................................................3-120<br />
3.12.1 Testaanvoer vastleggen..........................................................................................3-120<br />
3.12.2 Werkstukteller parametreren...................................................................................3-121<br />
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 4-123<br />
4.1 Programmastructuur ...............................................................................................4-124<br />
4.2 Basis........................................................................................................................4-126<br />
4.2.1 Bewerkingsvlakken .................................................................................................4-126<br />
4.2.2 Bewerkingscyclus benaderen/verlaten ...................................................................4-128<br />
4.2.3 Absolute en incrementele maat...............................................................................4-130<br />
4.2.4 Poolcoördinaten ......................................................................................................4-132<br />
4.2.5 Rekenmachine ........................................................................................................4-133<br />
4.2.6 Passingen................................................................................................................4-135<br />
4.3 Stappenreeksprogramma........................................................................................4-136<br />
4.3.1 Overzicht .................................................................................................................4-136<br />
4.3.2 Nieuw programma aanleggen.................................................................................4-138<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
x <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
0
0 08/2005 Inhoud<br />
4.3.3 Programmablokken creëren ................................................................................... 4-143<br />
4.3.4 Programmablokken veranderen ............................................................................. 4-147<br />
4.3.5 Programma-editor ................................................................................................... 4-148<br />
4.3.6 Aantal aangeven ..................................................................................................... 4-151<br />
<strong>ShopTurn</strong>-functies 5-153<br />
5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen.................................................................. 5-155<br />
5.1.1 Werktuig en bewerkingsniveau selecteren ............................................................. 5-156<br />
5.1.2 Rechte..................................................................................................................... 5-158<br />
5.1.3 Cirkel met een bekend middelpunt ......................................................................... 5-160<br />
5.1.4 Cirkel met een bekende radius ............................................................................... 5-161<br />
5.1.5 Poolcoördinaten ...................................................................................................... 5-163<br />
5.1.6 Rechte polair........................................................................................................... 5-164<br />
5.1.7 Cirkel polair .............................................................................................................5-166<br />
5.2 Boren.......................................................................................................................5-167<br />
5.2.1 Boren midden.......................................................................................................... 5-168<br />
5.2.2 Schroefdraad midden.............................................................................................. 5-170<br />
5.2.3 Boren en wrijven ..................................................................................................... 5-171<br />
5.2.4 Diepboren ............................................................................................................... 5-173<br />
5.2.5 Schroefdraadboren ................................................................................................. 5-175<br />
5.2.6 Schroefdraadfrezen ................................................................................................ 5-177<br />
5.2.7 Posities en positiepatronen..................................................................................... 5-179<br />
5.2.8 Willekeurige posities ............................................................................................... 5-180<br />
5.2.9 Positiemodel lijn ...................................................................................................... 5-182<br />
5.2.10 Positiepatroon rooster............................................................................................. 5-183<br />
5.2.11 Positiepatroon raam................................................................................................ 5-186<br />
5.2.12 Positiepatroon volledige cirkel ................................................................................ 5-188<br />
5.2.13 Positiepatroon deelcirkel......................................................................................... 5-190<br />
5.2.14 Posities tonen en verbergen ................................................................................... 5-192<br />
5.2.15 Posities herhalen .................................................................................................... 5-193<br />
5.3 Draaien.................................................................................................................... 5-194<br />
5.3.1 Verspaancycli.......................................................................................................... 5-194<br />
5.3.2 Rilcycli ..................................................................................................................... 5-197<br />
5.3.3 Ondersnijdingen vorm E en F ................................................................................. 5-200<br />
5.3.4 Schroefdraadondersnijdingen................................................................................. 5-201<br />
5.3.5 Schroefdraad draaien ............................................................................................. 5-203<br />
5.3.6 Nabewerking schroefdraad..................................................................................... 5-207<br />
5.3.7 Afsteken ..................................................................................................................5-208<br />
5.4 Contourdraaien ....................................................................................................... 5-210<br />
5.4.1 Weergave van de contour....................................................................................... 5-212<br />
5.4.2 Nieuwe contour aanleggen ..................................................................................... 5-214<br />
5.4.3 Contourelementen creëren ..................................................................................... 5-215<br />
5.4.4 Contour wijzigen ..................................................................................................... 5-220<br />
5.4.5 Verspanen............................................................................................................... 5-222<br />
5.4.6 Verspanen restmateriaal......................................................................................... 5-226<br />
5.4.7 Steken ..................................................................................................................... 5-228<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 xi<br />
0
0 Inhoud 08/2005<br />
5.4.8 Steken restmateriaal ...............................................................................................5-230<br />
5.4.9 Steekdraaien ...........................................................................................................5-231<br />
5.4.10 Steekdraaien restmateriaal .....................................................................................5-233<br />
5.5 Frezen .....................................................................................................................5-235<br />
5.5.1 Rechthoekige kamer ...............................................................................................5-236<br />
5.5.2 Cirkelvormige kamer ...............................................................................................5-240<br />
5.5.3 Rechthoekige tap ....................................................................................................5-243<br />
5.5.4 Cirkelvormige tap ....................................................................................................5-247<br />
5.5.5 Langsgroef ..............................................................................................................5-250<br />
5.5.6 Cirkelgroef ...............................................................................................................5-253<br />
5.5.7 Posities....................................................................................................................5-257<br />
5.5.8 Meerkant .................................................................................................................5-258<br />
5.5.9 Gravure ...................................................................................................................5-260<br />
5.6 Contourfrezen..........................................................................................................5-267<br />
5.6.1 Weergave van de contour .......................................................................................5-270<br />
5.6.2 Nieuwe contour aanleggen .....................................................................................5-272<br />
5.6.3 Contourelementen aanleggen.................................................................................5-274<br />
5.6.4 Contour wijzigen......................................................................................................5-281<br />
5.6.5 Baanfrezen ..............................................................................................................5-283<br />
5.6.6 Contourkamer voorboren ........................................................................................5-288<br />
5.6.7 Contourkamer frezen (voorbewerking) ...................................................................5-292<br />
5.6.8 Restmateriaal contourkamer ruimen.......................................................................5-295<br />
5.6.9 Nabewerking contourkamer ....................................................................................5-297<br />
5.6.10 Contourkamer afkanten...........................................................................................5-301<br />
5.6.11 Contourtappen frezen (voorbewerking) ..................................................................5-302<br />
5.6.12 Restmateriaal contourtap ruimen............................................................................5-305<br />
5.6.13 Nabewerking contourtap .........................................................................................5-307<br />
5.6.14 Contourtap afkanten................................................................................................5-310<br />
5.7 Onderprogramma oproepen ...................................................................................5-312<br />
5.8 Programmablokken herhalen..................................................................................5-314<br />
5.9 Bewerking met de tegenspil....................................................................................5-315<br />
5.10 Programma-instellingen wijzigen ............................................................................5-321<br />
5.11 Nulpuntverschuivingen oproepen ...........................................................................5-322<br />
5.12 Coördinatentransformaties definiëren.....................................................................5-323<br />
5.13 Verwijderings-/benaderingscyclus programmeren..................................................5-326<br />
5.14 G-Code invoegen in stappenreeksprogramma.......................................................5-327<br />
5.15 Inleren .....................................................................................................................5-329<br />
5.15.1 Cyclus inleren..........................................................................................................5-329<br />
5.15.2 Positiepatroon inleren .............................................................................................5-330<br />
5.15.3 Contourobject inleren ..............................................................................................5-331<br />
Werken met manuele machine 6-333<br />
6.1 Manuele Machine....................................................................................................6-334<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
xii <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
0
0 08/2005 Inhoud<br />
6.2 Nulpuntverschuivingen............................................................................................ 6-335<br />
6.3 Eenvoudige werkstukbewerking in de modus Hand............................................... 6-335<br />
6.3.1 Assen verplaatsen .................................................................................................. 6-336<br />
6.3.2 Kegeldraaien........................................................................................................... 6-337<br />
6.3.3 Rechte draaien........................................................................................................ 6-338<br />
6.4 Complexere bewerking in de modus Hand............................................................. 6-339<br />
6.4.1 Boren met manuele machine.................................................................................. 6-340<br />
6.4.2 Draaien met manuele machine............................................................................... 6-340<br />
6.4.3 Frezen met manuele machine ................................................................................ 6-341<br />
6.5 Simulatie ................................................................................................................. 6-341<br />
G-Code-programma 7-343<br />
7.1 G-Code-programma creëren .................................................................................. 7-344<br />
7.2 G-Code-programma uitvoeren................................................................................ 7-347<br />
7.3 G-Code-editor ......................................................................................................... 7-349<br />
7.4 Rekenparameter ..................................................................................................... 7-352<br />
Werktuigen beheren 8-353<br />
8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn .......................................... 8-354<br />
8.2 Werktuigen in de werktuiglijst opnemen ................................................................. 8-360<br />
8.2.1 Nieuw werktuig aanleggen...................................................................................... 8-360<br />
8.2.2 Meerdere snijkanten per werktuig aanleggen......................................................... 8-362<br />
8.2.3 Zusterwerktuig aanleggen ...................................................................................... 8-363<br />
8.3 Werktuigen sorteren................................................................................................ 8-364<br />
8.4 Werktuigen uit de werktuiglijst wissen .................................................................... 8-364<br />
8.5 Werktuig in het magazijn laden resp. uit het magazijn ontladen ............................ 8-365<br />
8.6 Werktuig verplaatsen .............................................................................................. 8-367<br />
8.7 Magazijn positioneren............................................................................................. 8-369<br />
8.8 Werktuigslijtagegevens invoeren ............................................................................ 8-369<br />
8.9 Werktuigbewaking activeren................................................................................... 8-370<br />
8.10 Magazijnplaatsen beheren...................................................................................... 8-372<br />
Programma's beheren 9-373<br />
9.1 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> .................................................................... 9-374<br />
9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded).......................... 9-375<br />
9.2.1 Programma openen ................................................................................................ 9-377<br />
9.2.2 Programma uitvoeren ............................................................................................. 9-378<br />
9.2.3 G-Code-programma afwerken van USB-/netwerk-drive......................................... 9-379<br />
9.2.4 Directory/programma aanleggen ............................................................................ 9-380<br />
9.2.5 Meerdere programma's markeren .......................................................................... 9-381<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 xiii<br />
0
0 Inhoud 08/2005<br />
9.2.6 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen........................................................9-382<br />
9.2.7 Directory/Programma wissen..................................................................................9-383<br />
9.2.8 Werktuig-/nulpuntgegevens opslaan/inlezen ..........................................................9-384<br />
9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)..........................................9-387<br />
9.3.1 Programma openen ................................................................................................9-389<br />
9.3.2 Programma uitvoeren..............................................................................................9-390<br />
9.3.3 Programma laden/ontladen.....................................................................................9-391<br />
9.3.4 G-Code-programma van harddisk resp. diskdrive/USB-/netwerk-drive afwerken..9-392<br />
9.3.5 Directory/Programma nieuw aanleggen..................................................................9-394<br />
9.3.6 Meerdere programma's markeren...........................................................................9-395<br />
9.3.7 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen/verschuiven ...................................9-396<br />
9.3.8 Directory/Programma wissen..................................................................................9-398<br />
9.3.9 Werktuig-/nulpuntgegevens opslaan/inlezen ..........................................................9-398<br />
Meldingen, alarmen, gebruikersgegevens 10-401<br />
10.1 Meldingen..............................................................................................................10-402<br />
10.2 Alarmen .................................................................................................................10-402<br />
10.3 Gebruikersgegevens .............................................................................................10-403<br />
10.4 Versie-indicatie......................................................................................................10-405<br />
Voorbeelden 11-407<br />
11.1 Standaardbewerkingen .........................................................................................11-408<br />
11.2 Contour frezen.......................................................................................................11-420<br />
Bijlage A-429<br />
A Afkortingen ............................................................................................................. A-430<br />
B Index.........................................................................................................................I-433<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
xiv <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
0
1 08/2005 Inleiding<br />
Inleiding<br />
1.1 <strong>ShopTurn</strong>................................................................................................................... 16<br />
1.1.1 Arbeidsprocedure....................................................................................................... 17<br />
1.2 Werkplek.................................................................................................................... 18<br />
1.2.1 Coördinatensysteem .................................................................................................. 19<br />
1.2.2 Bedieningspanelen .................................................................................................... 20<br />
1.2.3 Toetsen van de bedieningspanelen ........................................................................... 23<br />
1.2.4 Machinebesturingspanelen ........................................................................................ 25<br />
1.2.5 Elementen van de machinebesturingspanelen........................................................... 25<br />
1.3 Bedieningsoppervlak.................................................................................................. 29<br />
1.3.1 Overzicht.................................................................................................................... 29<br />
1.3.2 Bediening via softkeys en toetsen.............................................................................. 32<br />
1.3.3 Programma-aanzichten.............................................................................................. 36<br />
1.3.4 Parameters invoeren.................................................................................................. 40<br />
1.3.5 CNC-ISO-bedieningsmenu ........................................................................................ 42<br />
1.3.6 <strong>ShopTurn</strong> Open (PCU 50.3)....................................................................................... 44<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-15<br />
1
Inleiding 08/2005<br />
1 1.1 <strong>ShopTurn</strong><br />
1.1 <strong>ShopTurn</strong><br />
<strong>ShopTurn</strong> is een bedienings- en programmeersoftware voor<br />
draaimachines, die u een comfortabele bediening van de machine en<br />
een eenvoudig programmering van werkstukken mogelijk maakt.<br />
Hier enkele kenmerken van de software:<br />
Machine instellen Speciale meetcycli vergemakkelijken het opmeten van de werktuigen<br />
en van het werkstuk.<br />
Programma afwerken De afwerking van het programma kunt u driedimensionaal weergeven<br />
op het beeldscherm.<br />
U kunt zo op eenvoudige wijze het resultaat van de programmering<br />
controleren resp. gemakkelijk de bewerking van het werkstuk op de<br />
machine volgen (software-optie).<br />
Voor het afwerken van een stappenreeksprogramma heeft u schrijf-<br />
en leesrechten nodig.<br />
Het afwerken van stappenreeksprogramma's is een software-optie.<br />
Programma aanleggen De programmering van het werkstuk met <strong>ShopTurn</strong> is moeiteloos uit<br />
te voeren omdat deze grafisch wordt ondersteund en geen G-codekennis<br />
vergt.<br />
<strong>ShopTurn</strong> toont het programma in een overzichtelijk arbeidsplan en<br />
geeft de afzonderlijke cycli en contourelementen in een dynamische<br />
grafiek weer.<br />
De krachtige contourcomputer maakt het invoeren van willekeurige<br />
contouren mogelijk.<br />
Een verspaningscyclus met restmateriaal-detectie bespaart<br />
overbodige bewerkingen.<br />
Werktuigen beheren <strong>ShopTurn</strong> slaat uw werktuiggegevens op. De software kan daarbij ook<br />
data van werktuigen beheren, die zich niet in de revolver bevinden.<br />
Programma's beheren Vergelijkbare programma's hoeft u niet extra nieuw aan te leggen,<br />
maar u kunt deze gemakkelijk kopiëren en wijzigen.<br />
Afstandsdiagnose Verder kunt u vanuit <strong>ShopTurn</strong> wisselen naar het CNC-ISObedieningsmenu.<br />
Daar kunt u ook een afstandsdiagnose activeren,<br />
die de bediening van de machine via een externe computer mogelijk<br />
maakt.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
1-16 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
1
08/2005 Inleiding<br />
1 1.1 <strong>ShopTurn</strong><br />
1.1.1 Arbeidsprocedure<br />
In deze handleiding wordt tussen de volgende twee typische<br />
arbeidssituaties onderscheiden.<br />
• U wilt een programma afwerken om een werkstuk automatisch te<br />
laten bewerken<br />
• U wilt een programma ter bewerking van een werkstuk eerst<br />
aanleggen.<br />
Programma afwerken Voordat u een programma kunt afwerken, moet u uw machine eerst<br />
afstellen. Hiervoer moet u de volgende stappen uitvoeren, waarbij u<br />
door <strong>ShopTurn</strong> wordt ondersteund (zie hfdst. "Machine instellen"):<br />
• Referentiepunt van de machine innemen<br />
(alleen bij incrementeel wegmeetsysteem)<br />
• Werktuigen opmeten<br />
• Werkstuknulpunt vastleggen<br />
• evtl. verdere nulpuntverschuivingen invoeren<br />
Zodra u de machine heeft ingesteld, kunt u een programma selecteren<br />
en automatisch laten afwerken (zie hfdst. "Werkstuk bewerken").<br />
Programma aanleggen Als u een nieuw programma aanlegt, heeft u de keuze of u een<br />
stappenreeks- of een G-Code-programma wilt aanleggen (zie<br />
"Stappenreeksprogramma aanleggen" resp. "G-Code-programma").<br />
Bij het aanleggen van een stappenreeksprogramma verzoekt<br />
<strong>ShopTurn</strong> u om alle relevante parameters in te voeren. De<br />
programmavoortgang wordt telkens automatisch in een<br />
streepjesgrafiek weergegeven. Daarnaast wordt u bij de<br />
programmering door helpvelden ondersteund, die de afzonderlijke<br />
parameters van de bewerkingsstappen toelichten.<br />
Natuurlijk kunt u ook G-code-commando's invoegen in een<br />
stappenreeksprogramma.<br />
Een G-code-programma daarentegen moet u compleet uit G-Codecommando's<br />
samenstellen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-17<br />
1
Inleiding 08/2005<br />
1 1.2 Werkplek<br />
1.2 Werkplek<br />
Bij een <strong>ShopTurn</strong>-werkplek horen naast de draaimachine met<br />
CNC-/positioneringsbesturing nog een bedieningspaneel en een<br />
machinebesturingspaneel.<br />
Draaimachine met<br />
besturing<br />
Schets van de werkplek<br />
Bedieningspaneel<br />
Machinebestu-<br />
ringspaneel<br />
Draaimachine U kunt <strong>ShopTurn</strong> op een draaimachine met een enkele slede met drie<br />
assen, een hoofd- een werktuig- en een tegenspil toepassen.<br />
Besturing <strong>ShopTurn</strong> loopt op de CNC-besturing <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl met<br />
<strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded) en PCU 50.3 (HMI Advanced).<br />
Bedieningspaneel Via het bedieningspaneel vindt de communicatie plaats met<br />
<strong>ShopTurn</strong>.<br />
Machinebesturingspaneel<br />
Met het machinebesturingspaneel bedient u de draaimachine.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
1-18 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
1
08/2005 Inleiding<br />
1 1.2 Werkplek<br />
1.2.1 Coördinatensysteem<br />
Bij de bewerking van een werkstuk op een draaimachine gaat men<br />
principieel uit van een haaks coördinatensysteem. Dit bestaat uit de<br />
drie t.o.v. de machine parallelle coördinatenassen X, Y en Z. De<br />
coördinatenas Y hoeft niet ingesteld te zijn. De in een willekeurige<br />
hoek draaibare spilas Z is een eigen draaias en wordt met C<br />
aangeduid.<br />
De positie van het coördinatensysteem en van het machinenulpunt<br />
zijn afhankelijk van het machinetype.<br />
M = machinenulpunt<br />
W = werkstuknulpunt<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-19<br />
M<br />
Y+<br />
W<br />
Positie van het coördinatensysteem, van het machinenulpunt en van het<br />
werkstuknulpunt (voorbeeld)<br />
X+<br />
C<br />
Z+<br />
1
Inleiding 08/2005<br />
1 1.2 Werkplek<br />
1.2.2 Bedieningspanelen<br />
Bedieningspaneel<br />
OP 010<br />
Voor de PCU's kunt u alternatief één van de volgende<br />
bedieningspanelen gebruiken:<br />
OP 010<br />
OP 010C<br />
OP 010S<br />
OP 012<br />
OP 015<br />
2<br />
Bedieningspaneel OP 010<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
1-20 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
1<br />
3<br />
1 Beeldscherm<br />
2 Beeldschermtoetsen<br />
3 Horizontale softkey-balk<br />
4 Verticale softkey-balk<br />
5 Alfa-/numeriek blok<br />
correctie-/cursorblok met besturingstoetsenbord en input-toets<br />
6 USB-interface<br />
4<br />
2<br />
.<br />
5<br />
6<br />
1
08/2005 Inleiding<br />
1 1.2 Werkplek<br />
Bedieningspaneel<br />
OP 010C<br />
Smal bedieningspaneel<br />
OP 010S<br />
2<br />
Bedieningspaneel OP 010C<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-21<br />
1<br />
3<br />
1 Beeldscherm<br />
2 Beeldschermtoetsen<br />
3 Horizontale softkey-balk<br />
4 Verticale softkey-balk<br />
5 Alfa-/numeriek blok<br />
correctie-/cursorblok met besturingstoetsenbord en input-toets<br />
6 USB-interface<br />
A2<br />
5<br />
Bedieningspaneel OP 010S<br />
1 Beeldscherm<br />
2 Beeldschermtoetsen<br />
3 Horizontale softkey-balk<br />
4 Verticale softkey-balk<br />
5 USB-interface<br />
1<br />
A3<br />
2<br />
4<br />
.<br />
A2<br />
A4<br />
6<br />
5<br />
1
Inleiding 08/2005<br />
1 1.2 Werkplek<br />
Bedieningspaneel<br />
OP 012<br />
Bedieningspaneel<br />
OP 015<br />
A2<br />
A4<br />
Bedieningspaneel OP 012<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
1-22 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
1<br />
A3<br />
1 Beeldscherm 12''<br />
2 Beeldschermtoetsen<br />
3 Horizontale softkey-balk<br />
4 Verticale softkey-balk<br />
5 Alfa-/numeriek blok<br />
correctie-/cursorblok met besturingstoetsenbord en input-toets<br />
6 USB-interface<br />
7 Muis<br />
5<br />
A2<br />
Bedieningspaneel OP 015<br />
1 Beeldscherm 15''<br />
2 Beeldschermtoetsen<br />
3 Horizontale softkey-balk<br />
4 Verticale softkey-balk<br />
5 USB-interface<br />
1<br />
A3<br />
A4<br />
A4<br />
A2<br />
A2<br />
7<br />
A5<br />
1<br />
6
08/2005 Inleiding<br />
1 1.2 Werkplek<br />
1.2.3 Toetsen van de bedieningspanelen<br />
Alarm Cancel<br />
Alarm wissen dat met dit symbool gemarkeerd is.<br />
Channel<br />
Niet van belang voor <strong>ShopTurn</strong>.<br />
Help<br />
Omschakelen tussen arbeidsplan en programmeergrafiek alsook<br />
tussen het parameterscherm met programmeergrafiek en<br />
parameterscherm met Help-venster.<br />
Next Window<br />
Niet van belang voor <strong>ShopTurn</strong>.<br />
Page Up resp. Page Down<br />
In de directory of in het arbeidsplan omhoog of omlaag bladeren.<br />
Cursor<br />
Tussen verschillende velden resp. regels bewegen.<br />
Met cursor rechts directory of programma openen.<br />
Met cursor links naar hoger directory-niveau wisselen.<br />
Select<br />
Tussen meerdere vastgelegde mogelijkheden kiezen.<br />
De toets stemt overeen met de softkey "Alternatief".<br />
End<br />
Cursor naar het laatste invoerveld van een parameterscherm<br />
bewegen.<br />
Backspace<br />
• Waarde in het invoerveld wissen.<br />
• In de invoermodus het voor de cursor staande teken wissen.<br />
Tab<br />
Niet van belang voor <strong>ShopTurn</strong>.<br />
Shift<br />
Met ingedrukte shift-toets het bovenste teken op toetsen met twee<br />
tekens invoeren.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-23<br />
1
Inleiding 08/2005<br />
1 1.2 Werkplek<br />
Ctrl<br />
Met de volgende toetsencombinatie bewegen in het arbeidsplan en de<br />
G-code-editor:<br />
• Ctrl + Pos1: Naar het begin springen.<br />
• Ctrl + End: Naar het einde springen.<br />
Alt<br />
Niet van belang voor <strong>ShopTurn</strong>.<br />
Del<br />
• Waarde in het parameterveld wissen.<br />
• In de invoermodus het met de cursor gemarkeerde teken wissen.<br />
• Bewerkingslijnen bij het meetekenen en in de simulatie wissen.<br />
Insert<br />
Invoegmodus of rekenmachine activeren.<br />
Input<br />
• Invoeren van een waarde in het invoerveld afsluiten.<br />
• Directory of programma openen.<br />
Alarm - alleen OP 010 en OP 010C<br />
Bedieningsbereik "Meldingen/Alarmen" oproepen.<br />
De toets stemt overeen met de softkey "Alarmlijst".<br />
Program - alleen OP 010 en OP 010C<br />
Bedieningsbereik "Programma" oproepen.<br />
De toets stemt overeen met de softkey "Prog. edit".<br />
Offset - alleen OP 010 en OP 010C<br />
Bedieningsbereik "Werktuigen/Nulpuntverschuivingen" oproepen.<br />
De toets stemt overeen met de softkey "Werkt. nulp.".<br />
Program manager - alleen OP 010 en OP 010C<br />
Bedieningsbereik "Programmamanager" oproepen.<br />
De toets stemt overeen met de softkey "Programma".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
1-24 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
1
08/2005 Inleiding<br />
1 1.2 Werkplek<br />
1.2.4 Machinebesturingspanelen<br />
1.2.5 Elementen van de machinebesturingspanelen<br />
Reset<br />
Jog<br />
Teach In<br />
MDA<br />
Auto<br />
De draaimachine kan uitgerust zijn met een machinebesturingspaneel<br />
van Siemens of met een specifiek machinebesturingspaneel van de<br />
machinefabrikant.<br />
Via het machinebesturingspaneel start u acties aan de draaimachine,<br />
bijvoorbeeld het verplaatsen van de assen of de bewerking van het<br />
werkstuk.<br />
Voor de actieve functies gaan de LED's van de bijhorende toetsen op<br />
het machinebesturingspaneel branden.<br />
Noodstop-schakelaar<br />
Druk deze schakelaar in noodsituaties in, bv. als mensenlevens in<br />
gevaar zijn of als het risico bestaat dat de machine of het werkstuk<br />
beschadigd worden.<br />
Alle aandrijvingen worden met het maximale remmoment gestopt.<br />
Andere gevolgen van de bediening van de noodstop-schakelaar vindt<br />
u in de documenten van de machinefabrikant.<br />
Reset (terugzetten)<br />
• Bewerking van het actuele programma annuleren.<br />
De CNC-besturing blijft synchroon met de machine. Ze bevindt<br />
zich in de basispositie en is gereed voor een nieuwe programmauitvoering.<br />
• Alarm wissen<br />
Jog<br />
Bedieningmodus Machine Manueel selecteren.<br />
Teach In<br />
Niet van belang voor <strong>ShopTurn</strong>.<br />
MDA<br />
Bedieningsmodus MDA selecteren.<br />
Auto<br />
Bedieningsmodus Machine Auto selecteren.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-25<br />
1
Inleiding 08/2005<br />
1 1.2 Werkplek<br />
Single Block<br />
Repos<br />
Ref Point<br />
VAR<br />
1<br />
Cycle Start<br />
Cycle Stop<br />
+X ...<br />
Rapid<br />
WCS MCS<br />
... 10000<br />
Z<br />
Single Block<br />
Programma blok per blok afwerken (afzonderlijk blok).<br />
Repos<br />
Terugpositioneren, opnieuw naar contour bewegen.<br />
Ref Point<br />
Naar referentiepunt bewegen.<br />
Inc Var (Incremental Feed Variable)<br />
Stapmaat met variabele stapbreedte bewegen.<br />
Inc (Incremental Feed)<br />
Stapmaat met vastgelegde stapbreedte van<br />
1, ..., 10000 incrementen bewegen.<br />
De beoordeling van de incrementwaarde is afhankelijk van een<br />
machine gegevensblok.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Cycle Start<br />
Afwerking van een programma starten.<br />
Cycle Stop<br />
Afwerking van een programma stoppen.<br />
Astoetsen<br />
As in de betreffende richting verplaatsen.<br />
Rapid<br />
As in ijlgang (hoogste snelheid) verplaatsen.<br />
WCS MCS<br />
Omschakelen tussen werktuigcoördinatensysteem (WCS) en<br />
machinecoördinatensysteem (MCS).<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
1-26 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
1
08/2005 Inleiding<br />
1 1.2 Werkplek<br />
Feed Stop<br />
Feed Start<br />
%<br />
Spindle Dec.<br />
Spindle Inc.<br />
100%<br />
Spindle Stop<br />
Spindle Start<br />
%<br />
Aanvoer-/ijlgang-override<br />
Geprogrammeerde ijlgang verminderen of verhogen.<br />
De geprogrammeerde aanvoer resp. ijlgang beantwoordt aan 100%<br />
en kan van 0% tot 120% worden geregeld, in ijlgang alleen tot 100%.<br />
De nieuw ingestelde aanvoer verschijnt als absolute waarde en in<br />
procent in de aanvoerstatusindicatie op het beeldscherm.<br />
Feed Stop<br />
Bewerking van het lopende programma stoppen en asaandrijvingen<br />
stilzetten.<br />
Feed Start<br />
Afwerking van het programma in het actuele blok voortzetten en<br />
aanvoer verhogen op de door het programma vastgelegde waarde.<br />
Spil-override<br />
Geprogrammeerd spiltoerental verlagen of verhogen.<br />
Het geprogrammeerde spiltoerental stemt overeen met 100% en kan<br />
tussen 50 en 120% worden geregeld. De nieuwe spiltoerentalinstelling<br />
verschijnt als absolute waarde en in procent in de spilstatusweergave<br />
op het scherm.<br />
Spindle Dec. – alleen machinebedieningspaneel OP032S<br />
Geprogrammeerd spiltoerental verlagen.<br />
Spindle Inc. – alleen machinebedieningspaneel OP032S<br />
Geprogrammeerd spiltoerental verhogen.<br />
100% – alleen machinebesturingspaneel OP032S<br />
Geprogrammeerd spiltoerental opnieuw instellen.<br />
Spindle Stop<br />
Spil stoppen.<br />
Spindle Start<br />
Spil starten.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-27<br />
1
Inleiding 08/2005<br />
1 1.2 Werkplek<br />
<strong>Sl</strong>eutelschakelaar<br />
Met de sleutelschakelaar kunt u verschillende toegangsrechten<br />
instellen. De sleutelschakelaar beschikt over vier posities, die<br />
toegewezen zijn aan de veiligheidsniveaus 4 tot 7.<br />
Via de machinegegevens kan de toegang tot programma's, gegevens<br />
en functies met verschillende veiligheidsniveaus worden vergrendeld.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
Bij de sleutelschakelaar horen drie sleutels met verschillende kleur,<br />
die u in de aangegeven posities kunt aftrekken:<br />
Positie 0<br />
Geen sleutel<br />
Veiligheidsniveau 7<br />
Positie 1<br />
<strong>Sl</strong>eutel 1 zwart<br />
Veiligheidsniveau 6<br />
Positie 2<br />
<strong>Sl</strong>eutel 1 groen<br />
Veiligheidsniveau 5<br />
Positie 3<br />
<strong>Sl</strong>eutel 1 rood<br />
Veiligheidsniveau 4<br />
Laagste<br />
Toegangsrecht<br />
⏐<br />
↓<br />
Toenemende<br />
Toegangsrechten<br />
⏐<br />
↓<br />
Hoogste<br />
Toegangsrecht<br />
Als u de sleutelpositie wijzigt om de toegangsrechten te veranderen,<br />
wordt dit op het bedieningsoppervlak niet onmiddellijk zichtbaar. U<br />
moet eerst een actie starten (bv. directory sluiten of openen).<br />
Indien de PLC zich in stop-toestand bevindt(LED's van het<br />
machinebesturingspaneel knipperen), analyseert <strong>ShopTurn</strong> de<br />
sleutelschakelaarstanden bij het opstarten niet.<br />
De andere veiligheidsniveaus 0 tot 3 kan de machinefabrikant<br />
instellen via een wachtwoord. Als het wachtwoord gezet is, analyseert<br />
<strong>ShopTurn</strong> de sleutelschakelaarstand niet.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
1-28 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
1
08/2005 Inleiding<br />
1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />
1.3 Bedieningsoppervlak<br />
1.3.1 Overzicht<br />
Beeldschermindeling<br />
MANU ÁL 1<br />
WCS Positie<br />
10<br />
11<br />
NPV<br />
zetten<br />
Nul<br />
Werk12<br />
Meten<br />
Werkt.<br />
Positie<br />
Verspanen<br />
15 15<br />
Bedieningsoppervlak<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-29<br />
6<br />
2<br />
5 4<br />
3<br />
7<br />
Gfunctie<br />
Hulpfunctie<br />
Alle<br />
G-func.<br />
9 13<br />
14<br />
NABEWERKINGSWKT.<br />
8<br />
Act. wde<br />
MCS<br />
1 Actieve bedieningsmodus/bedieningsbereik en<br />
onderbedieningsmodus<br />
2 Alarm- en meldingsregel<br />
3 Programmanaam<br />
4 Programmapad<br />
5 Kanaaltoestand en programmabeïnvloeding<br />
6 Kanaalbedrijfsmeldingen<br />
7 Positie-indicatie van de assen<br />
8 Indicatie voor<br />
• actief werktuig T<br />
• momentele aanvoer F<br />
• actieve spil (S1 = hoofdspil, S2 = werktuigspil,<br />
S3 = tegenspil)<br />
• spilbelasting in procent<br />
9 Indicatie van de actieve nulpuntverschuivingen en rotatie<br />
10 Werkvenster<br />
11 dialoogregel voor bijkomende verklaringen<br />
12 Horizontale softkey-balk<br />
13 Verticale softkey-balk<br />
14 Softkey-toetsen<br />
15 Beeldschermtoetsen<br />
1<br />
14
Inleiding 08/2005<br />
1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />
Subbedieningsmodus REF: Referentiepunt aanlopen<br />
REPOS: Terugpositioneren<br />
INC1 ... INC10000: Vaste stapmaat<br />
INC_VAR: Variabele stapmaat<br />
Kanaaltoestand RESET<br />
actief<br />
onderbroken<br />
Programmabeïnvloeding SKP: G-code-blok verbergen<br />
DRY: Proef-aanvoer<br />
!ROV: Alleen aanvoer-override (niet aanvoer- en ijlgang-override)<br />
SBL1: Afzonderlijk blok (stop na elk blok die een functie in de machine<br />
start)<br />
SBL2: Selectie in <strong>ShopTurn</strong> niet mogelijk (stop na iedere record)<br />
SBL3: Afzonderlijk blok fijn (stop na elk blok, ook binnen een<br />
cyclus)<br />
M01: Geprogrammeerde stop<br />
DRF: DRF-verschuiving<br />
PRT: Programmatest<br />
Kanaalbedrijfsmeldingen Halt: Er is een bedieningshandeling vereist.<br />
Positie-indicatie van de<br />
assen<br />
Aanvoertoestand<br />
Wachten: Er is geen bedieningshandeling vereist.<br />
Als er een actieve verwijltijd bestaat, wordt de resterende verwijltijd<br />
aangegeven. Deze wordt aangegeven in de eenheden seconden of<br />
spilomwentelingen.<br />
De actuele-waarde-aanduiding in de positie-indicatie heeft betrekking<br />
op het ENS-coördinatensysteem. De positie van het actieve<br />
werktuigen t.o.v. het werkstuknulpunt wordt aangegeven.<br />
Symbolen van de asindicatie:<br />
lineaire as geklemd<br />
ronde as geklemd<br />
Aanvoer niet vrijgegeven<br />
Spiltoestand Spil niet vrijgegeven<br />
Spil staat stil<br />
Spil draait naar rechts<br />
Spil draait naar links<br />
De indicatie van de spilbelasting in procent 200 % bedragen.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
1-30 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
1
08/2005 Inleiding<br />
1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />
Beeldschermtoetsen<br />
De kleuren van de symbolen hebben de volgende betekenis:<br />
Rood: Machine staat stil<br />
Groen: Machine loopt<br />
Geel: Wachten op een bedieningshandeling<br />
Grijs: Andere<br />
Machine<br />
Actieve bedieningsmodus (Machine Manueel, MDA of Machine Auto)<br />
oproepen.<br />
Terug<br />
Niet van belang voor <strong>ShopTurn</strong>.<br />
Uitbreiding<br />
Horizontale softkey-balk wijzigen.<br />
Menu Select<br />
Basismenu oproepen:<br />
I.p.v. het programmapad (4) kunnen ook door de machinefabrikant<br />
gedefinieerde symbolen worden getoond. Het programmapad<br />
verschijnt dan samen met de programmanaam (3).<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-31<br />
1
Inleiding 08/2005<br />
1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />
1.3.2 Bediening via softkeys en toetsen<br />
Jog MDA Auto<br />
Het bedieningsmenu <strong>ShopTurn</strong> bestaat uit verschillende vensters,<br />
waarin telkens acht horizontale en acht verticale softkeys voorkomen.<br />
De softkeys bedient u met de toetsen die zich naast de softkeys<br />
bevinden.<br />
Via de softkeys kunt u telkens een nieuw scherm oproepen.<br />
<strong>ShopTurn</strong> is onderverdeeld in 3 bedieningsmodi (Machine<br />
Manueel/Machine Hand, MDA en Machine Auto) en 4<br />
bedieningsbereiken (Programmamanager, Programma<br />
Meldingen/Alarmen en Werktuigen/Nulpuntverschuivingen).<br />
Als u van één bedieningsmodus/bedieningsbereik naar een andere<br />
wilt wisselen, drukt u op de toets "Menu Select". Het basismenu<br />
verschijnt en u kunt via de softkeys het gewenste bedieningsbereik<br />
selecteren.<br />
Alternatief kunt u de bedieningsbereiken ook via de toetsen op het<br />
bedieningspaneel oproepen.<br />
Een bedieningsmodus kunt u steeds direct selecteren via de toetsen<br />
op het machinebesturingspaneel.<br />
Als u op de softkey "Machine" in het basismenu drukt, verschijnt het<br />
scherm van de momenteel actieve bedieningsmodus.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
1-32 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
1
08/2005 Inleiding<br />
1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />
Als u een ander bedieningsmodus resp. een ander bedieningsbereik<br />
selecteert, veranderen zowel de horizontale als de verticale softkeybalk.<br />
MANUEEL<br />
WCS Positie<br />
Machine<br />
Basismenu<br />
Programma<br />
WCS Positie<br />
NPV<br />
zetten<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-33<br />
Prog.<br />
edit<br />
Nulp.<br />
werkst<br />
Bedieningsmodus Machine Manueel<br />
Alarmlijst<br />
Meten<br />
werkt.<br />
Werkt.<br />
nulp.<br />
NABEWERKINGSWKT.<br />
NABEWERKINGSWKT.<br />
Positioneren<br />
Vlakfrezen<br />
CNC<br />
ISO<br />
1<br />
Gfunctie<br />
Hulpfunctie<br />
Alle<br />
G-func.<br />
Act. wde<br />
MCS
Inleiding 08/2005<br />
1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />
Als u binnen een bedieningsmodus resp. een bedieningsbereik op een<br />
horizontale softkey drukt, verandert alleen de verticale softkey-balk.<br />
WCS Positie<br />
NPV<br />
zetten<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
1-34 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
Nulp.<br />
werkst<br />
Bedieningsmodus Machine Manueel<br />
MANUEEL<br />
WCS Positie<br />
T, S, M<br />
NPV<br />
instellen<br />
Nulp.<br />
werkst.<br />
Meten<br />
werkt.<br />
Meten<br />
werkt.<br />
NABEWERKINGSWKT.<br />
Positioneren<br />
NABEWERKINGSWKT.<br />
Positie<br />
Vlakfrezen<br />
Positioneren Doelpositie<br />
Functie binnen de bedieningsmodus Machine Manueel<br />
Ver-<br />
spanen<br />
1<br />
Gfunctie<br />
Hulpfunctie<br />
Alle<br />
G-func.<br />
Act. wde<br />
MCS<br />
Alternat.<br />
Ijlgang<br />
Terug
08/2005 Inleiding<br />
1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />
aan<br />
Programmatest<br />
uit<br />
Als op de gebruikersinterface in de dialoogregel rechts het symbool<br />
verschijnt, kunt u binnen een bedieningsbereik de horizontale<br />
softkey-balk veranderen. Druk hiervoor op de toets "Uitbreiding". Als u<br />
nogmaals op de toets "Uitbreiding" drukt, verschijnt opnieuw de<br />
oorspronkelijke softkey-balk.<br />
Binnen een bedieningswijze resp. een bedieningsbereik komt u via de<br />
softkey "Terug" naar het bovengeschikte scherm.<br />
Met de softkey "Annuleren" verlaat u een scherm zonder de<br />
ingevoerde waarden over te nemen en komt u eveneens terug in het<br />
bovengeschikte scherm.<br />
Als u alle noodzakelijke parameters juist in het parameterscherm hebt<br />
ingevoerd, kunt u het scherm met de softkey "Toepassen" sluiten en<br />
opslaan.<br />
Met de softkey "OK" voert u onmiddellijk een actie uit, bv. een<br />
programma een andere naam geven of wissen.<br />
Als u enkele functies via softkey activeert, krijgt de softkey een zwarte<br />
achtergrond.<br />
Om de functie opnieuw te deactiveren, moet u opnieuw op de softkey<br />
drukken. De softkey heeft dan weer een grijze achtergrond.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-35<br />
1
Inleiding 08/2005<br />
1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />
1.3.3 Programma-aanzichten<br />
Een arbeidsstappenprogramma kunt u in verschillende aanzichten<br />
weergeven.<br />
Programmamanager In de programmamanager beheert u alle programma's. Bovendien<br />
kiest u hier een programma voor de werkstukbewerking.<br />
-of-<br />
-of-<br />
DIRECTORY<br />
Naam Type Geladen Grootte Datum/tijd<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
1-36 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
1<br />
Nieuw<br />
Herbenoemen<br />
Markeren<br />
Kopiëren<br />
Invoegen<br />
Uitknippen<br />
Vrij geheugen Harddisk: Andere<br />
Programmamanager<br />
De programmamanager selecteert u met de softkey "Programma" of<br />
de toets "Programm Manager".<br />
Binnen een directory kunt u met de toetsen "Cursor omhoog" en<br />
"Cursor omlaag" bewegen.<br />
Met de toets "Cursor rechts" opent u een directory.<br />
Met de toets "Cursor links" keert u terug naar het hogere directoryniveau.<br />
Met de toets "Cursor rechts" of "Input" opent u het arbeidsplan van<br />
een programma.
08/2005 Inleiding<br />
1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />
Arbeidsplan Het arbeidsplan biedt een overzicht van de verschillende<br />
bewerkingsstappen van een programma.<br />
PROGRAMMA<br />
DEMODEEL_1<br />
Rechte<br />
Cirkel<br />
Ril<br />
Ril<br />
Boren<br />
Arbeidsplan<br />
Verspanen VOORBEW.WKT /O<br />
Uitgangsmat.:<br />
Afgewerkt product:<br />
Verspanen<br />
Restverspanen<br />
Verspanen<br />
Draad langs<br />
Draad langs<br />
Pos. polair<br />
Rechthoekkamer<br />
Programmaeinde<br />
Boren<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-37<br />
Draaien<br />
CONT_1<br />
CONT_2<br />
VOORBEW.WKT<br />
VOORBEW.WKT<br />
NABEW.WKT.<br />
STEEKBEITEL<br />
STEEKBEITEL<br />
DRAADBEITEL<br />
DRAADBEITEL<br />
BOOR<br />
FREES<br />
Contourdraaien<br />
Frezen<br />
/O<br />
/O<br />
/O<br />
/O<br />
/O<br />
Diversen<br />
Buiten<br />
Buiten<br />
Simulatie<br />
1<br />
Werktuig<br />
Rechte<br />
Cirkel<br />
Middelp.<br />
Cirkel<br />
radius<br />
Polair<br />
Naderen/<br />
Intrekken<br />
Afwerken<br />
In het arbeidsplan kunt u met de toetsen "Cursor omhoog" en "Cursor<br />
omlaag" tussen de verschillende programmablokken bewegen.<br />
Met de toets "Help" kunt u omschakelen tussen arbeidsplan en<br />
programmeergrafiek.<br />
Programmeergrafiek De programmeergrafiek geeft de contour van het werkstuk weer als<br />
dynamische streepjesgrafiek. De in het arbeidsplan gemarkeerde<br />
programmarecord is in de programmeergrafiek in kleur<br />
geaccentueerd.<br />
PROGRAMMA<br />
DEMODEEL_1<br />
Rechte<br />
Cirkel<br />
Programmeergrafiek<br />
Werktuig<br />
Rechte<br />
Cirkel<br />
Middelp.<br />
Cirkel<br />
radius<br />
Polair<br />
Naderen/<br />
Intrekken<br />
Contour-<br />
Boren Draaien<br />
Frezen Diversen Simulatie Afwerken<br />
draaien
Inleiding 08/2005<br />
1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />
Parameterscherm met<br />
programmeergrafiek<br />
Met de toets "Cursor rechts" kunt u in het arbeidsplan een<br />
programmarecord openen. Het bijhorende parameterscherm met<br />
programmeergrafiek wordt telkens geopend.<br />
De programmeergrafiek in een parameterscherm toont de contour van<br />
de actuele bewerkingsstap als streepjesgrafiek samen met de<br />
parameters.<br />
PROGRAMMA<br />
DEMODEEL_1 Werktuig.nm.<br />
Verspanen<br />
Voorbew.wkt._80<br />
Rechte<br />
Cirkel<br />
Boren<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
1-38 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
Draaien<br />
Contourdraaien<br />
Parameterscherm met programmeergrafiek<br />
Frezen<br />
Bewerking:<br />
Buiten<br />
Contour<br />
Afgrenzen: neen<br />
Ondersnijdingen: neen<br />
Diversen<br />
Simulatie<br />
1<br />
Werktuig<br />
Annuleren<br />
Overname<br />
Afwerken<br />
Binnen een parameterscherm kunt u met de cursortoetsen tussen de<br />
invoervelden bewegen.<br />
Met de toets "Help" kunt u in het parameterscherm tussen<br />
programmeergrafiek en Help-venster wisselen.
08/2005 Inleiding<br />
1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />
Parameterscherm met<br />
Help-venster<br />
Het Help-venster in het parameterscherm verklaart de verschillende<br />
parameters van de bewerkingsstap.<br />
Parameterscherm met Help-venster<br />
De gekleurde symbolen in de help-vensters betekenen het volgende:<br />
Gele cirkel = referentiepunt<br />
Rode pijl = werktuig beweegt in ijlgang<br />
Groene pijl = werktuig beweegt in bewerkingsaanvoer<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-39<br />
1
Inleiding 08/2005<br />
1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />
1.3.4 Parameters invoeren<br />
Parameters selecteren<br />
-of-<br />
Parameter invoeren<br />
-of-<br />
Bij het instellen van de machine en bij de programmering moet u<br />
telkens voor verschillende parameters waarden invoeren in de witte<br />
velden.<br />
Parameters, waarvan de invoervelden een grijze achtergrond hebben,<br />
worden door <strong>ShopTurn</strong> automatisch berekend.<br />
parameter<br />
Parameterscherm<br />
Rechte Z<br />
wit<br />
invoerveld<br />
grijs<br />
invoerveld<br />
Overgang naar het volgelement<br />
eenheid<br />
Bij enkele parameters kun u in het invoerveld kiezen tussen meerdere<br />
mogelijkheden. In deze velden kunt u zelf geen waarden invoeren.<br />
Druk meermaals op de softkey "Alternatief" of de toets "Select" tot<br />
de gewenste instelling verschijnt.<br />
De softkey "Alternatief" is alleen zichtbaar als de cursor op een<br />
invoerveld met meerdere keuzemogelijkheden staat. Ook de toets<br />
"Select" is alleen in dit geval actief.<br />
Voor de overige parameters moet u in het invoerveld met behulp van<br />
de toetsen op het bedieningspaneel een waarde invoeren.<br />
Voer de gewenste waarde in.<br />
Druk op de toets "Input" om de invoer af te sluiten.<br />
Als u geen waarde wenst in te voeren, d.w.z. ook niet de waarde "0",<br />
drukt u op de toets "Backspace" of "Del".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
1-40 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
1
08/2005 Inleiding<br />
1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />
Eenheid kiezen<br />
-of-<br />
Parameter wissen<br />
-of-<br />
Parameters veranderen<br />
of berekenen<br />
Parameter overnemen<br />
-of-<br />
Bij enkele parameters heeft u ook de keuze tussen verschillende<br />
eenheden.<br />
Druk meermaals op de softkey "Alternatief" of de toets "Select" tot<br />
de gewenste eenheid verschijnt.<br />
De softkey "Alternatief" is alleen zichtbaar als u voor deze parameter<br />
de keuze heeft tussen meerdere eenheden. Ook de toets "Select" is<br />
alleen in dit geval actief.<br />
Als een invoerveld een foute waarde bevat, kunt u deze volledig<br />
wissen.<br />
Druk op de toets "Backspace" of "Del".<br />
Als u een waarde in een invoerveld niet volledig wilt overschrijven<br />
maar slechts enkele tekens wilt wijzigen, kunt u omschakelen naar de<br />
invoegmodus. In deze modus is ook de rekenmachine actief,<br />
waarmee u tijdens de programmering heel eenvoudig<br />
parameterwaarden kunt berekenen.<br />
Druk op de toets "Insert".<br />
De invoegmodus resp. handrekenmachine is geactiveerd.<br />
Met de toetsen "Cursor links" en "Cursor rechts" kunt u binnen een<br />
invoerveld bewegen.<br />
Via de toetsen "Backspace" of "Del" kunt u afzonderlijke tekens<br />
wissen.<br />
Meer informatie over de calculator vindt u in het hfdst.<br />
"Rekenmachine".<br />
Als u alle noodzakelijke parameters juist in het parameterscherm heeft<br />
ingevoerd, kunt u het scherm met de sluiten en opslaan.<br />
Druk op de softkey "Toepassen" of de toets "Cursor links".<br />
Als een regel meerdere invoervelden bevat, en u de parameters<br />
met de toets "Cursor links" wilt overnemen, moet u de cursor in<br />
het invoerveld plaatsen dat zich helemaal links bevindt.<br />
U kunt de parameters niet overnemen, zolang u de parameters<br />
onvolledig of algemeen foutief hebt ingevoerd. In de dialoogregel kunt<br />
u dan zien welke parameters ontbreken of fout werden ingevoerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-41<br />
1
Inleiding 08/2005<br />
1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />
1.3.5 CNC-ISO-bedieningsmenu<br />
CNC-ISObedieningsmenu<br />
Vanuit het <strong>ShopTurn</strong> bedieningsmenu kunt u wisselen naar het CNC-<br />
ISO-bedieningsmenu.<br />
Daar kunt u ook de afstandsdiagnose activeren. Dit maakt de<br />
bediening van besturing mogelijk via een externe computer.<br />
De machinefabrikant moet de wissel van het <strong>ShopTurn</strong>- naar het<br />
CNC-ISO-bedieningsoppervlak vrijgegeven hebben.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
Een exacte beschrijving van het CNC-ISO-bedieningsmenu vindt u in:<br />
Literatuur: /BEM/, Handleiding HMI Embedded<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl<br />
/BAD/, Handleiding HMI Advanced<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D/<strong>840D</strong> sl<br />
/PG/, Programmeerhandleiding Basis<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D/<strong>840D</strong> sl<br />
/PGA/, Programmeerhandleiding Werkvoorbereiding<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />
De afstandsdiagnose is een software-optie.<br />
Verdere informatie over het onderwerp afstandsdiagnose vindt u in:<br />
Literatuur: /FB/, Functiebeschrijving Uitbreidingsfuncties,<br />
F3 Afstandsdiagnose<br />
Druk op de softkey "CNC ISO" in de horizontale softkey-balk.<br />
-en-<br />
Druk vervolgens op de softkey "CNC ISO" in de verticale softkeybalk.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
1-42 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
1
08/2005 Inleiding<br />
1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />
<strong>ShopTurn</strong><br />
Afstandsdiagnose<br />
Diagnose<br />
Afstands-<br />
diagnose<br />
Machine<br />
Kanaal RESET<br />
Programma afgebroken<br />
WCS Positie<br />
CNC-ISO-bedieningsmenu<br />
Inkrassen<br />
Repos-versch. Masterspil<br />
Act.<br />
Ing.<br />
Vermogen<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 1-43<br />
WCS<br />
graad<br />
Aanvoerbeweging [mm/min]<br />
Act.<br />
Ing.<br />
Gereedschap<br />
geselecteerd gereedschap:<br />
Handwiel<br />
INC<br />
1<br />
G-functies +<br />
Hulpfuncties<br />
Druk op de toets "Menu Select", indien u weer wilt terugkeren<br />
naar het <strong>ShopTurn</strong>-bedieningsmenu.<br />
-en-<br />
Druk op de softkey "<strong>ShopTurn</strong>".<br />
Spils<br />
Asaanvoerbew.<br />
Act.<br />
Act. wde<br />
MCS<br />
Druk in het CNC-ISO-bedieningsmenu op de toets "Menu Select".<br />
Druk op de softkey "Diagnose".<br />
Druk op de softkey "Afstandsdiagnose".
Inleiding 08/2005<br />
1 1.3 Bedieningsoppervlak<br />
1.3.6 <strong>ShopTurn</strong> Open (PCU 50.3)<br />
De software <strong>ShopTurn</strong> bestaat voor de PCU 50.3 in de versie<br />
<strong>ShopTurn</strong> Open.<br />
Bij <strong>ShopTurn</strong> Open bevinden zich de HMI Advanced<br />
bedieningsbereiken "Diensten", "Diagnose", "Ingebruikname" en<br />
"Parameters" (zonder werktuigbeheer en nulpuntverschuivingen)<br />
direct op de uitgebreide horizontale softkey-balk.<br />
Een precieze beschrijving van de geïntegreerde HMI-Advancedbedieningsbereiken<br />
vindt u in:<br />
Literatuur: /BAD/, Handleiding HMI Advanced<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D/<strong>840D</strong> sl<br />
Bovendien kunnen enkele softkeys van de basismenubalk resp. de<br />
uitgebreide basismenubalk door de fabrikant van andere<br />
bedieningsbereiken zijn voorzien.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
1-44 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
1
2 08/2005 Machine instellen<br />
Machine instellen<br />
2.1 In- en uitschakelen.................................................................................................. 2-46<br />
2.2 Naar referentiepunt bewegen.................................................................................. 2-46<br />
2.2.1 Gebruikerstoestemming bij Safety Integrated ......................................................... 2-48<br />
2.3 Bedieningsmodi ...................................................................................................... 2-49<br />
2.4 Instellingen voor de machine .................................................................................. 2-50<br />
2.4.1 Maateenheid (millimeter/inch) omschakelen ........................................................... 2-50<br />
2.4.2 Coördinatensysteem (MCS/WCS) omschakelen..................................................... 2-51<br />
2.4.3 Spillen..................................................................................................................... 2-52<br />
2.5 Werktuigen.............................................................................................................. 2-54<br />
2.5.1 Nieuw werktuig aanleggen...................................................................................... 2-56<br />
2.5.2 Werktuiglijst ............................................................................................................ 2-57<br />
2.5.3 Werktuig manueel meten ........................................................................................ 2-64<br />
2.5.4 Werktuig meten met meettaster .............................................................................. 2-66<br />
2.5.5 Meettaster afstemmen ............................................................................................ 2-67<br />
2.5.6 Werktuig meten met loep ........................................................................................ 2-69<br />
2.6 Werkstuknulpunt meten .......................................................................................... 2-70<br />
2.7 Nulpuntverschuivingen............................................................................................ 2-71<br />
2.7.1 Nulpuntverschuiving instellen.................................................................................. 2-72<br />
2.7.2 Nulpuntverschuivingen definiëren ........................................................................... 2-74<br />
2.7.3 Nulpuntverschuivingslijst......................................................................................... 2-75<br />
2.8 Manuele modus ...................................................................................................... 2-77<br />
2.8.1 Werktuig en spil selecteren..................................................................................... 2-77<br />
2.8.2 Assen verplaatsen .................................................................................................. 2-79<br />
2.8.3 Assen positioneren ................................................................................................. 2-81<br />
2.8.4 Werkstuk eenvoudig verspanen.............................................................................. 2-82<br />
2.8.5 Instellingen voor de manuele modus....................................................................... 2-84<br />
2.9 MDA........................................................................................................................ 2-86<br />
2.10 Looptijden ............................................................................................................... 2-87<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-45<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.1 In- en uitschakelen<br />
2.1 In- en uitschakelen<br />
2.2 Naar referentiepunt bewegen<br />
Om de besturing in- en uit te schakelen, volgt u de instructies van de<br />
machinefabrikant.<br />
Na het opstarten van de besturing verschijnt het basisscherm Machine<br />
Manueel.<br />
WCS Positie<br />
NPV<br />
zetten<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-46 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
Nulp.<br />
werkst<br />
Basisscherm Machine Manueel<br />
Meten<br />
werkt.<br />
NABEWERKINGSWKT.<br />
Positioneren<br />
Vlakfrezen<br />
2<br />
Gfunctie<br />
Hulpfunctie<br />
Alle<br />
G-func.<br />
Act. wde<br />
MCS<br />
Uw draaimachine kan met een absoluut of een incrementeel<br />
wegmeetsysteem uitgerust zijn. Een incrementeel wegmeetsysteem<br />
moet na het inschakelen worden geijkt, een absoluut daarentegen<br />
niet.<br />
Bij het incrementele wegmeetsysteem moeten alle machineassen<br />
daarom eerst naar een referentiepunt bewegen waarvan de<br />
coördinaten t.o.v. het machinenulpunt bekend zijn.<br />
De volgorde waarin u de assen moeten refereren is vastgelegd door<br />
de machinefabrikant. De assen kunnen, afhankelijk van de instellingen<br />
van de machinefabrikant ook tegelijkertijd naar het referentiepunt<br />
bewegen.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Tijdens de beweging naar het referentiepunt is de aanvoer-override<br />
actief.
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.2 Naar referentiepunt bewegen<br />
As refereren<br />
Jog<br />
Ref Point<br />
X …<br />
… +<br />
Asbeweging<br />
onderbreken<br />
Feed Stop<br />
As opnieuw starten<br />
X …<br />
Opgepast<br />
Voor de beweging naar het referentiepunt zijn de coördinaten van het<br />
actuele-waardenveld fout.<br />
Bovendien werken de door de machinefabrikant vastgelegde<br />
wegbeperkingen van de assen nog niet.<br />
Waarschuwing<br />
Bij de beweging naar het referentiepunt worden de assen direct naar<br />
het referentiepunt bewogen.<br />
Beweeg de assen daarom eerst naar een veilige positie om botsingen<br />
bij de beweging naar het referentiepunt te vermijden.<br />
Volg tijdens de beweging naar het referentiepunt absoluut de<br />
asbewegingen aan de machine.<br />
Selecteer de bedieningsmodus "Machine Manueel".<br />
Druk op de toets "Ref Point" op het machinebesturingspaneel.<br />
Selecteer de te verplaatsen as.<br />
Druk op de toets "-" resp. "+".<br />
De gekozen as loopt op het referentiepunt en stopt. De coördinaat van<br />
het referentiepunt wordt getoond. De as wordt met gemarkeerd.<br />
Als een astoets in de verkeerde richting geselecteerd is, beweegt de<br />
as niet.<br />
Druk op de toets "Feed Stop".<br />
De as stopt.<br />
Selecteer de te verplaatsen as en druk op de gewenste<br />
richtingtoets.<br />
De as beweegt verder in de richting van het referentiepunt.<br />
Na de beweging naar het referentiepunt door alle machineassen is het<br />
wegmeetsysteem geijkt en de wegbeperkingen actief. In de actuelewaardenveld<br />
verschijnen de correcte coördinaten van het<br />
referentiepunt.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-47<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.2 Naar referentiepunt bewegen<br />
2.2.1 Gebruikerstoestemming bij Safety Integrated<br />
Jog<br />
Ref Point<br />
X …<br />
Gebruikers-<br />
toestem.<br />
… +<br />
-of-<br />
Als u op uw machine Safety Integrated (SI) gebruikt, moet u bij de<br />
beweging naar het referentiepunt bevestigen dat de actuele positie<br />
van een as overeenstemt met de werkelijke positie op de machine.<br />
Deze toestemming is dan een noodzakelijke voorwaarde voor verdere<br />
functies van de Safety Integrated.<br />
U kunt pas dan de gebruikerstoestemming voor een as geven, als u<br />
voordien de as het referentiepunt liet aanlopen.<br />
De getoonde positie van de as heeft altijd betrekking op het<br />
machinecoördinatensysteem (MCS).<br />
Voor de gebruikerstoestemming bij Safety Integrated heeft u een<br />
software-optie nodig.<br />
Meer informatie m.b.t. de gebruikerstoestemming vindt u in:<br />
Literatuur: /FBSI/, Functiebeschrijving <strong>SINUMERIK</strong> Safety<br />
Integrated<br />
Selecteer de bedieningsmodus "Machine Manueel".<br />
Druk op de toets "Ref Point" op het machinebesturingspaneel.<br />
Selecteer de te verplaatsen as.<br />
Druk op de toets "-" resp. "+".<br />
De gekozen as loopt op het referentiepunt en stopt. De coördinaat van<br />
het referentiepunt wordt getoond. De as wordt met gemarkeerd.<br />
Druk op de softkey "Gebruikerstoestem.".<br />
Het venster "Gebruikerstoestemming" wordt geopend.<br />
Er verschijnt een lijst van alle machineassen met de actuele en SIposities.<br />
Plaats de cursor in het veld "Toestemming" van de gewenste as.<br />
Activeer de toestemming door het indrukken van de softkey<br />
"Alternatief" of de toets "Select".<br />
De geselecteerde as is in de kolom "Toestemming" met een kruisje<br />
gekenmerkt als "goed gerefereerd".<br />
Door nogmaals op de "toggle-toetsen" te drukken, deactiveert u de<br />
toestemming weer.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-48 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.3 Bedieningsmodi<br />
2.3 Bedieningsmodi<br />
Er bestaan verschillende bedieningsmodi waarin met <strong>ShopTurn</strong> kan<br />
worden gewerkt:<br />
• Machine Manueel / Machine Hand<br />
• MDA (Manual Data Automatic)<br />
• Machine Auto<br />
Machine Manueel De bedieningsmodus "Machine Manueel“ is bedoeld voor de volgende<br />
voorbereidende handelingen:<br />
Jog<br />
• Beweging naar het referentiepunt, d.w.z. het wegmeetsysteem van<br />
de machine ijken<br />
• Machine voor het afwerken van een programma in de<br />
automatische modus voorbereiden, d.w.z. werktuigen meten,<br />
werkstuk meten en evt. in het programma gebruikte<br />
nulpuntverschuivingen definiëren<br />
• Assen verplaatsten, bv. tijdens een programmaonderbreking<br />
• Assen positioneren<br />
• Werkstuk gewoon verspanen<br />
De bedieningsmodus "Machine Manueel" kunt u kiezen met de toets<br />
"Jog".<br />
De onder "T, S, M..." ingestelde parameters hebben een effect op alle<br />
bewegingen in de manuele modus, met uitzondering van de beweging<br />
naar het referentiepunt.<br />
Manuele machine Als u over de optie "Manuele machine" beschikt, werkt u voor<br />
manueel bedrijf in de modus "Machine Hand". Onder "Machine Hand"<br />
kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren zonder daarvoor een<br />
programma te schrijven:<br />
• Instellen en eenvoudige bewegingen<br />
• Kegeldraaien<br />
• Rechte (dwars- of langsdraaien)<br />
• Boren (boren en schroefdraad midden, boren, wrijven, diepboren,<br />
schroefdraad)<br />
• Draaien (verspanen, insteken, ondersnijden, schroefdraad,<br />
afsteken)<br />
• Frezen (kamer, tap, groef, meerkant, gravure)<br />
MDA In de bedieningsmodus MDA kunt u blok per blok G-Codecommando's<br />
invoeren en laten afwerken om de machine in te stellen<br />
of afzonderlijke acties uit te voeren.<br />
MDA<br />
MDA kunt u selecteren via de toets "MDA".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-49<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.4 Instellingen voor de machine<br />
Machine Auto In de automatische modus kunt u een programma volledig of<br />
gedeeltelijk afwerken. Daarnaast kunt u de afwerking van het<br />
programma op het scherm grafisch volgen.<br />
Auto<br />
2.4 Instellingen voor de machine<br />
2.4.1 Maateenheid (millimeter/inch) omschakelen<br />
Jog<br />
Inch<br />
De bedieningsmodus "Machine Auto" kunt u met de toets "Auto"<br />
selecteren.<br />
Als maateenheid voor de machine kunt u millimeter of inch instellen.<br />
De omschakeling van de maateenheid gebeurt telkens voor de<br />
volledige machine, d.w.z. dat <strong>ShopTurn</strong> alle gegevens automatisch<br />
omrekent in de nieuwe maateenheid, bv.:<br />
• Posities<br />
• Werktuigcorrecties<br />
• Nulpuntverschuivingen<br />
Onafhankelijk van de algemene machine-instelling kunt u de<br />
maateenheid voor manueel bedrijf (zie hfdst. "Instellingen voor<br />
manueel bedrijf") of voor afzonderlijke programma's (zie hfdst. "Nieuw<br />
programma aanlegen") nog veranderen. Deze instellingen voor de<br />
maateenheid hebben echter alleen betrekking op de<br />
geprogrammeerde posities. Werktuigcorrecties,<br />
Nulpuntverschuivingen enz. blijven in de maateenheid van de<br />
machine. Als u bv. als maateenheid voor de machine millimeter heeft<br />
ingesteld maar een werkstuktekening inch-afmetingen draagt, kan<br />
voor dit programma de maateenheid inch worden gekozen. D.w.z. dat<br />
de posities bij de programmering direct in inch kunnen worden<br />
aangegeven, werktuigcorrecties, aanvoer enz. legt u daarentegen<br />
zoals normaal in millimeter vast.<br />
Wissel naar de bedieningswijze "Machine manueel" in de<br />
uitgebreide horizontale softkey-balk.<br />
Druk op de sofktey "ShopT. inst.".<br />
Druk op de softkey "Inch".<br />
Inch<br />
Inch<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-50 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2<br />
Maateenheid: millimeter (softkey is niet geselecteerd.)<br />
Maateenheid: inch (softkey is geselecteerd.)<br />
Er verschijnt een venster met de vraag of u maateenheid werkelijk wilt<br />
omschakelen.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
De maateenheid voor de volledige machine wordt aangepast.
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.4 Instellingen voor de machine<br />
2.4.2 Coördinatensysteem (MCS/WCS) omschakelen<br />
WCS MCS<br />
Jog<br />
-of-<br />
Werkelijke<br />
waarde MKS<br />
Auto<br />
De coördinaten in het actuele-waardenveld hebben betrekking op het<br />
machine- of het werkstukcoördinatensysteem. Das Het<br />
machinecoördinatensysteem (MCS) houdt in tegenstelling tot het<br />
werkstukcoördinatensysteem (WCS) geen rekening met<br />
nulpuntverschuivingen (zie hfdst. "Nulpuntverschuivingen"). In de<br />
standaardinstelling is als referentie voor de actuele-waardenindicatie<br />
het werkstukcoördinatensysteem ingesteld.<br />
Druk op de toets "WCS MCS".<br />
-of-<br />
Selecteer de bedieningsmodus "Machine Manueel" of "Machine<br />
Auto".<br />
-en-<br />
Druk op de softkey "Act. wde MCS" om het coördinatensysteem te<br />
selecteren resp. deselecteren.<br />
Werkelijke<br />
waarde MKS<br />
WCS (softkey is niet geselecteerd.)<br />
Werkelijke<br />
waarde MKS MCS (softkey is geselecteerd.)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-51<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.4 Instellingen voor de machine<br />
2.4.3 Spillen<br />
Op het scherm "Spillen" legt u de afmetingen van de spillen op uw<br />
machine vast.<br />
Manueel werktuig meten Als u bij het manuele meten van de werktuigen de spankop van de<br />
hoofd- of tegenspil als referentiepunt wilt gebruiken, geeft u de<br />
spankopmaat ZL0 of ZL1 aan.<br />
Tegenspil U kunt de voorste of de achterste aanslagrand van de tegenspil<br />
opmeten. De voorste resp. achterste aanslagrand geldt dan<br />
automatisch als referentiepunt bij het verplaatsten van de<br />
tegenspillen. Dit is vooral bij het grijpen van het werkstuk met de<br />
tegenspil belangrijk (zie hfdst. "Bewerking met de tegenspil").<br />
Hoofdspil<br />
Voorste rand Aanslagrand<br />
Opmeting tegenspil<br />
Houd bij de parameter "Spannen" rekening met de gegevens van de<br />
machinefabrikant a.u.b.<br />
Opmeting hoofdspil<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-52 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.4 Instellingen voor de machine<br />
Achterkop<br />
Opmeting achterkop<br />
De achterkoplengte (ZR) en de achterkopdiameter (XR) van het<br />
spilbeeld zijn nodig voor de weergave van de achterkop in de<br />
simulatie.<br />
Selecteer het bedieningsbereik "Werkt. nulp.".<br />
Druk op de toets "Uitbreiding".<br />
Druk op de softkey "Spillen".<br />
Voer de parameters in.<br />
De instellingen zijn onmiddellijk actief.<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
S1 Toerentalgrens voor de hoofdspil o/min<br />
Spannen Hoofdspil: werkstuk buiten of binnen spannen<br />
ZL0 Spankopmaat hoofdspil (inc) mm<br />
S3 Toerentalgrens voor de tegenspil o/min<br />
Spannen Tegenspil: werkstuk buiten of binnen spannen<br />
Klauwtype Opmeting van de voorste rand of de aanslagrand<br />
ZL1 Spankopmaat tegenspil (inc) mm<br />
ZL2 Aanslagmaat tegenspil (inc) mm<br />
ZL3 Klauwmaat tegenspil (inc) - (alleen bij opmeting van de aanslagrand) mm<br />
XR Achterkopdiameter mm<br />
ZR Achterkoplengte mm<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-53<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.5 Werktuigen<br />
2.5 Werktuigen<br />
Bij het uitvoeren van een programma moet er met de geometrie van<br />
de verschillende werktuigen rekening gehouden worden. Deze zijn als<br />
zogenaamde werktuigcorrectiegegevens opgenomen in de<br />
werktuiglijst. Telkens een werktuig wordt opgeroepen, houdt de<br />
besturing rekening met de werktuigcorrectiegegevens.<br />
Bij de programmering hoeft u dus alleen nog de werkstukafmetingen<br />
van de constructietekening in te voeren. De besturing berekent daarna<br />
zelfstandig de individuele werktuigbaan.<br />
Werktuiglengtecorrectie De werktuiglengtecorrectie compenseert de lengteverschillen in X- en<br />
Z-richting tussen de verschillende werktuigen.<br />
Als werktuiglengte geldt de afstand tussen werktuigdragerreferentiepunt<br />
T en werktuigspits P. Als het werktuig voor een nieuwe<br />
bewerkingsrichting anders in de revolver wordt gespannen, worden<br />
ook de werktuigcorrecties veranderd.<br />
P<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-54 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
T<br />
Lengte X<br />
Lengte Z Lengte Z<br />
Werktuiglengtecorrecties<br />
Lengte X<br />
P<br />
De werktuiglengtecorrectie kunt u met de functie "Werktuig meten"<br />
manueel, d.m.v. meettaster of loep bepalen.<br />
Uit de werktuiglengtecorrectie en de slijtagewaarden (zie hfdst.<br />
"Werktuigslijtagegegevens invoeren") berekent de besturing de<br />
verplaatsingen.<br />
X<br />
Z<br />
T<br />
2
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.5 Werktuigen<br />
Werktuig-<br />
/snijkantradiuscorrectie<br />
De werkstukcontour en de verplaatsingsweg van een werktuig zijn niet<br />
identiek, daar een werktuig niet met zijn middelpunt langs de te<br />
bewerken contour mag bewegen.<br />
<strong>ShopTurn</strong> verschuift de geprogrammeerde werktuigbaan, afhankelijk<br />
van de radius van het werktuig en van de bewerkingsrichting, zodat de<br />
werktuigsnijkant exact langs de gewenste contour wordt verplaatst.<br />
Deze verschoven werktuigbaan heet equidistante.<br />
Equidistant<br />
Equidistante bij het draaien en frezen<br />
Equidistant<br />
Uit de werktuigradius die ingevoerd is in de werktuiglijst en de<br />
slijtagewaarden (zie hfdst. "Werktuigslijtagegevens invoeren")<br />
berekent de besturing de verschoven werktuigbaan.<br />
Meer informatie over de radiuscorrectie vindt u in hfdst.<br />
"Programmablokken creëren".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-55<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.5 Werktuigen<br />
2.5.1 Nieuw werktuig aanleggen<br />
Nieuw ><br />
werktuig<br />
Voorbewerkingswerktuig<br />
...<br />
3D-taster<br />
Een nieuw werktuig moet u eerst opnemen in de werktuiglijst voor u<br />
ermee kunt werken. Bij het aanleggen van een nieuw werktuig stelt<br />
<strong>ShopTurn</strong> een selectie van werktuigtypes ter beschikking. Het<br />
werktuigtype bepaalt, welke geometrische gegevens noodzakelijk zijn<br />
en hoe deze worden verrekend.<br />
VOORBEWERKINGSWKT.<br />
NABEBEWERKINGSWKT.<br />
INDSTIKSSTÅL<br />
STEEKBEITEL<br />
GEVINDSTÅL<br />
DRAADBEITEL<br />
FRÆSER FREES<br />
BOR BOOR<br />
PADDESTOEL<br />
AANSLAG<br />
DRAADBOOR<br />
DRAAIBOOR<br />
3D_TASTER<br />
Mogelijke werktuigtypes<br />
De draaiboor kunt u inzetten bij het centrale boren en het draaien.<br />
Monteer het nieuwe werktuig in de revolver (zie ook hfdst.<br />
"Werktuig en spil selecteren").<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Werkt.<br />
lijst".<br />
Plaats de cursor op de plaats in de werktuiglijst die het werktuig in<br />
de revolver inneemt. De plaats in de werktuiglijst moet nog vrij<br />
zijn.<br />
Druk op de softkey "Nieuw werktuig".<br />
Selecteer het gewenste werktuigtype en de -ligging via de<br />
softkeys.<br />
Onder de softkey "Andere" staan bijkomende werktuigtypes resp.<br />
snijkantposities ter beschikking.<br />
Het nieuwe werktuig wordt aangelegd en draagt automatisch de naam<br />
van het geselecteerde werktuigtype.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-56 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.5 Werktuigen<br />
2.5.2 Werktuiglijst<br />
Geeft het werktuig een eenduidige naam.<br />
U kunt de werktuignamen naar believen uitbreiden resp. wijzigen.<br />
De naam van een werktuig mag max. 17 tekens bevatten.<br />
Toegelaten zijn letters (zonder umlaut), cijfers, liggende streepjes<br />
"_", punten "." en schuine streepjes "/".<br />
Voer de correctiegegevens van het werktuig in.<br />
In de werktuiglijst neemt u alle parameters op van de vereiste<br />
werktuigen:<br />
• voor de berekening van de werktuiglengte- resp. radiuscorrectie,<br />
• voor de berekening van de bewerkingscycli,<br />
• voor de weergave van de werktuigen bij de simulatie van de<br />
programmabewerking.<br />
Afhankelijk van het werktuigtype zijn verschillende parameters vereist.<br />
Laatlengte<br />
Snijkantradius<br />
Lengte Z<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-57<br />
Lengte X<br />
Voorbewerkings-/nabewerkingswerktuig<br />
Houderhoek<br />
Referentierichting<br />
Plaathoek<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.5 Werktuigen<br />
Plaatlengte<br />
Radius Plaatbreedte<br />
Steker<br />
Spitshoek<br />
Boor<br />
Diameter<br />
Lengte Z<br />
Lengte Z<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-58 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
Lengte X<br />
Lengte X<br />
Diameter<br />
Frees<br />
Radius<br />
Draadsnij-ijzer<br />
Lengte Z<br />
Lengte Z<br />
Lengte X<br />
Lengte X<br />
2
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.5 Werktuigen<br />
Radius<br />
Paddestoel<br />
Draaiboor<br />
Radius<br />
Boor-Ø<br />
Lengte Z<br />
Lengte Z<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-59<br />
Lengte X<br />
Lengte X<br />
Diameter<br />
Aanslag<br />
Plaathoek<br />
Draaiboor<br />
Lengte Z Lengte X<br />
88°<br />
90°<br />
Houderhoek<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.5 Werktuigen<br />
Diameter<br />
Spoed<br />
Draadboor<br />
WERKTUIG<br />
WERKTUIGLIJST<br />
Pl. Type Werktuig.nm.<br />
Værk. Werkt.<br />
liste lijst<br />
Werktuiglijst<br />
PADDESTOEL_8N<br />
BOOR_5N<br />
DRAADBOOR<br />
STEEKBEITEL_4N<br />
DRAAIBOOR<br />
GEVINDSTÅL_3N<br />
DRAADBEITEL_3N<br />
FREES_8N<br />
3D_TASTER<br />
Werkt.<br />
slijt.<br />
Lengte Z<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-60 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
Lengte X<br />
1e snijkant<br />
Lengte Lengte<br />
3D-taster<br />
Radius<br />
Diameter<br />
Nulpunt.<br />
Magazijn R-parameter<br />
versch.<br />
Lengte Z<br />
Plat.<br />
leng<br />
Lengte X<br />
Sorteren<br />
2<br />
Alternatief<br />
Werkt. meten<br />
Werkt. wissen<br />
De werktuiglijst is eventueel aangepast door de machinefabrikant.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Pl. Plaatsnummer in het magazijn<br />
Het plaatsnummer van het werktuig dat zich in de revolver op de<br />
bewerkingspositie bevindt, heeft een grijze achtergrond.<br />
Ontladen<br />
Als u met meerdere magazijnen werkt, ziet u hier eerst het<br />
magazijnnummer en dan het plaatsnummer in het magazijn (bv. 1/10).<br />
Werktuigen die zich momenteel niet in een magazijn bevinden,<br />
verschijnen zonder plaatsnummer. (U vindt deze werktuigen bij<br />
sortering op magazijnplaats op het einde van de werktuiglijst.)<br />
Snijden
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.5 Werktuigen<br />
Bij ketting- en schotelmagazijnen kunnen daarnaast ook de plaatsen<br />
voor een spil en een dubbele grijper worden aangegeven.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Spilplaats<br />
Plaatsen voor grijper 1 en 2<br />
Type Werktuigtype en snijkantligging<br />
Met de toets "Alternatief" kunt u de snijkantligging van het werktuig<br />
veranderen.<br />
Werktuignaam De identificatie van het werktuig gebeurt via de naam van het<br />
werktuig. De naam kunt u als tekst of als nummer invoeren (zie hfdst.<br />
"Nieuw werktuig aanleggen").<br />
DP Duplonummer van het zusterwerktuig (reservewerktuig)<br />
(DP 1 = origineel werktuig, DP 2 = eerste reservewerktuig,<br />
DP 3 = tweede reservewerktuig enz.)<br />
Werktuigcorrectiegegevens<br />
Snijkant Werktuigcorrectiegegevens voor de geselecteerde snijkant van een<br />
werktuig (D-nr.)<br />
Lengte X Werktuiglengte correcte in richting X<br />
Deze waarde kunt u bepalen met de functie "Meten werktuig" (zie<br />
hfdst. "Werktuig manueel meten" resp. "Werktuig met de loep meten").<br />
Als u het werktuig extern wordt opgemeten, kunt u de bepaalde<br />
waarde hier invoeren.<br />
Lengte Z Werktuiglengte correcte in richting Z<br />
Deze waarde kunt u bepalen met de functie "Meten werktuig" (zie<br />
hfdst. "Werktuig manueel meten" resp. "Werktuig met de loep meten").<br />
Als u het werktuig extern wordt opgemeten, kunt u de bepaalde<br />
waarde hier invoeren.<br />
Radius resp. ∅ Radius resp. diameter van het werktuig<br />
Voor frees- en boorwerktuigen kunt u ook de diameter aangeven, bij<br />
draaiwerktuigen alleen de snijkantradius. De omschakeling van<br />
radius- op diameterindicatie gebeurt via machinegegevens.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Referentierichting voor de houderhoek<br />
Houderhoek van een snijwerktuig<br />
De houderhoek wordt in aanmerking genomen bij de bewerking van<br />
ondersnijdingen.<br />
Plaathoek van een snijwerktuig<br />
De plaathoek wordt in aanmerking genomen bij de bewerking van<br />
ondersnijdingen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-61<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.5 Werktuigen<br />
Spoed Draadspoed van een draadboor in mm/o of gangen/''<br />
Boor-∅ Diameter van de boring bij een draaiboor<br />
Plaatbreedte Plaatbreedte van een steker<br />
De plaatbreedte vereist <strong>ShopTurn</strong> voor de berekening van de<br />
insteekcycli.<br />
Plaatlengte Plaatlengte van een snijwerktuig of steker<br />
De plaatlengte vereist <strong>ShopTurn</strong> voor de weergave van de werktuigen<br />
bij de simulatie van de programmabewerking.<br />
H De kolom H verschijnt alleen als ISO-dialecten zijn ingesteld.<br />
In de kolom H verschijnt het bij het werktuig horende nummer van het<br />
werktuigcorrectiegeheugen.<br />
N Aantal tanden bij een frees<br />
De besturing berekent daaruit intern de omwentelingsaanvoer als in<br />
het programma de aanvoer in mm/tand wordt ingesteld.<br />
Werktuigspecifieke<br />
functies<br />
Hoek van de werktuigspits bij een boor<br />
Als u bij het boren tot aan de steel en niet tot aan de werktuigspits<br />
aanvoert, neemt de besturing de hoek van de boorpunt in aanmerking.<br />
Indicatie van de spildraairichting<br />
De spildraairichting heeft bij de aangedreven werktuigen (boor en<br />
frees) betrekking op de werktuigspil, bij de draaiwerktuigen op de<br />
hoofd- resp. tegenspil.<br />
Als u een boor resp. frees gebruikt bij "Boren midden" of "Draad<br />
midden" heeft de aangegeven draairichting betrekking op de<br />
snijrichting van het werktuig. De hoofdspil draait dan passend t.o.v.<br />
het werktuig.<br />
Spildraairichting rechts<br />
Spildraairichting links<br />
Spil niet ingeschakeld<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-62 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.5 Werktuigen<br />
-of-<br />
Koelmiddeltoevoer 1 en 2 (bv. binnen- en buitenkoeling) aan/uit<br />
Koelmiddel aan<br />
Koelmiddel uit<br />
De koelmiddeltoevoer aan de machine hoeft niet absoluut ingesteld te<br />
zijn.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Voer de gewenste werktuignamen en de waarden voor de<br />
werktuigcorrectiegegevens in de werktuiglijst in.<br />
Druk op de softkey "Alternatief" of de toets "Select" om voor de<br />
werktuispecifieke functies de gewenste instellingen uit te voeren.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-63<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.5 Werktuigen<br />
2.5.3 Werktuig manueel meten<br />
Referentiepunt<br />
werkstukrand<br />
Jog<br />
manueel ><br />
X<br />
Werktuig<br />
in<br />
manueel<br />
-of- Z<br />
Bij de manuele meting beweegt u het werktuig manueel naar een<br />
bekend referentiepunt om de werktuigafmetingen in de richting X en Z<br />
te bepalen. Uit de positie van het werktuigdrager-referentiepunt en het<br />
referentiepunt berekent <strong>ShopTurn</strong> dan de werktuigcorrectiegegevens.<br />
Als referentiepunt kunnen de werkstukrand of bij de meting in Zrichting<br />
ook de spankop van de hoofd- resp. tegenspil worden<br />
gebruikt.<br />
De positie van de werkstukrand geeft u aan tijdens de meting. De<br />
positie van de spankop moet u daarentegen voor de meting<br />
bekendmaken (zie hfdst. "Spillen").<br />
Kies in de bedieningswijze "Machine manueel" de softkey "Meten<br />
werkt.".<br />
Druk op de softkey "Manueel".<br />
Druk op de softkey "X" of "Z", afhankelijk van de werktuiglengte<br />
die u wenst te meten.<br />
druk op de softkey "Werktuigen".<br />
Kies het op te meten werktuig uit de werktuiglijst. De<br />
snijkantpositie en de radius resp. diameter van het werktuig<br />
moeten reeds geregistreerd zijn in de werktuiglijst.<br />
Druk op de softkey "in manueel".<br />
Het werktuig wordt opgenomen in het scherm Werktuig meten.<br />
Kies het snijkantnummer D en het duplonummer DP van het<br />
werktuig.<br />
Beweeg in de op te meten richting naar het werkstuk toe en raak<br />
het (zie hfdst. "Assen verplaatsen").<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-64 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.5 Werktuigen<br />
Lengte<br />
zetten<br />
Positie<br />
onthouden<br />
Referentiepunt spankop<br />
Jog<br />
manueel ><br />
Werktuig<br />
in<br />
manueel<br />
Z<br />
Lengte X meten Lengte Z meten<br />
Voer de positie van de werkstukrand in X0 resp. Z0 in.<br />
Zodra voor X0 resp. Z0 geen waarde ingevoerd is, wordt de<br />
waarde uit het actuele-waardenveld overgenomen.<br />
Druk op de softkey "lengte zetten".<br />
De lengte van het werktuig wordt automatisch berekend en in de<br />
werktuiglijst geregistreerd. Daarbij wordt ook rekening gehouden met<br />
de snijkantligging en de werktuigradius resp. -diameter.<br />
Als u de positie van het werktuig na het aanraken van het werkstuk<br />
wilt opslaan, drukt u op de softkey "Positie opslaan". Vervolgens kunt<br />
u bv. de assen verplaatsen om de positie van de werkstuk X0<br />
makkelijker te kunnen meten.<br />
Kies in de bedieningswijze "Machine manueel" de softkey "Meten<br />
werkt.".<br />
Druk op de softkeys "Manueel" en "Z".<br />
Kies het referentiepunt "Hoofdspilspankop" of<br />
"Tegenspilspankop".<br />
druk op de softkey "Werktuigen".<br />
Kies het op te meten werktuig uit de werktuiglijst. De<br />
snijkantpositie en de radius resp. diameter van het werktuig<br />
moeten reeds geregistreerd zijn in de werktuiglijst.<br />
Druk op de softkey "in manueel".<br />
Het werktuig wordt opgenomen in het scherm Werktuig meten.<br />
Kies het snijkantnummer D en het duplonummer DP van het<br />
werktuig.<br />
Beweeg naar de spankop toe en raak deze (zie hfdst. "Assen<br />
verplaatsen").<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-65<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.5 Werktuigen<br />
Lengte<br />
zetten<br />
2.5.4 Werktuig meten met meettaster<br />
Jog<br />
Autom. ><br />
X<br />
-of- Z<br />
Lengte Z meten<br />
Druk op de softkey "lengte zetten".<br />
De lengte van het werktuig wordt automatisch berekend en in de<br />
werktuiglijst geregistreerd. Daarbij wordt ook rekening gehouden met<br />
de snijkantligging en de werktuigradius resp. -diameter.<br />
Bij de automatische meting bepaalt u met behulp van een meettaster<br />
de werktuigafmetingen in X- en Z-richting. Uit de bekende positie van<br />
het werktuigdrager-referentiepunt en de meettaster berekent<br />
<strong>ShopTurn</strong> dan de werktuigcorrectiegegevens.<br />
Als u uw werktuigen wilt meten met een meettaster, moet de<br />
machinefabrikant hiervoor een speciale cyclus ingesteld hebben.<br />
Als zich op de tegenspil een tweede meettaster bevindt, moet de<br />
machinefabrikant deze bekendmaken in de machinegegevens.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Voor de eigenlijke meting moet u de snijkantlengte en de radius resp.<br />
diameter in de werktuiglijst invoeren. Daarnaast moet u de meettaster<br />
eerst kalibreren.<br />
Wissel het werktuig dat u wenst te meten in (zie hfdst. "Werktuig<br />
en spil selecteren").<br />
Kies in de bedieningswijze "Machine manueel" de softkey "Meten<br />
werkt.".<br />
Druk op de softkey "Autom.".<br />
Druk op de softkey "X" of "Z", afhankelijk van de werktuiglengte<br />
die u wenst te meten.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-66 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.5 Werktuigen<br />
Cycle Start<br />
2.5.5 Meettaster afstemmen<br />
Lengte X meten Lengte Z meten<br />
Kies het snijkantnummer D van het werktuig.<br />
Selecteer of u de meettaster op de hoofd- of de tegenspil wilt<br />
gebruiken, als de machine uitgerust is met twee meettasters.<br />
Positioneer het werktuig manueel in de buurt van de meettaster,<br />
zodat de meettaster in de betreffende richting zonder botsing kan<br />
worden genaderd.<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
De automatische meetprocedure wordt gestart, d.w.z. dat het werktuig<br />
met meetaanvoer naar de taster toe en opnieuw weg wordt verplaatst.<br />
De werktuiglengte wordt berekend en in de werktuiglijst geregistreerd.<br />
Daarbij wordt ook rekening gehouden met de snijkantligging en de<br />
werktuigradius resp. -diameter.<br />
Als u de werktuigen automatisch wilt opmeten, moet u eerst de positie<br />
van de meettaster in de machineruimte bepalen t.o.v. het<br />
machinenulpunt.<br />
De functie "Meettaster kalibreren" staat alleen ter beschikking als een<br />
voldoende hoog veiligheidsniveau actief is.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Voor de afstemming moet u de meettaster uit 4 richtingen<br />
(+X, -X, +Z,- Z) naderen.<br />
Gebruik een kalibreerwerktuig waarmee de meettaster in alle<br />
mogelijke richtingen kan worden benaderd.<br />
Voor de meettaster moet het type voor- of nabewerkingswerktuig<br />
worden ingesteld. De snijkant moet daarbij altijd naar de –X- en –Zrichting<br />
wijzen (snijkantpositie 3). De lengte en de radius resp.<br />
diameter van het kalibratiewerktuig moet u in de werktuiglijst<br />
registreren.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-67<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.5 Werktuigen<br />
Jog<br />
Meettaster<br />
afstemmen<br />
X<br />
Cycle Start<br />
-of- Z<br />
Als zich op de tegenspil een tweede meettaster bevindt, moet de<br />
machinefabrikant deze bekendmaken in de machinegegevens.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Wissel het kalibratiewerktuig in.<br />
Kies in de bedieningswijze "Machine manueel" de softkey "Meten<br />
werkt.".<br />
Druk op de softkey "Meettaster afstemmen".<br />
Druk op de softkey "X" of "Z", afhankelijk van het punt van de<br />
meettaster dat u eerst wilt bepalen.<br />
Meettaster in X afstemmen Meettaster in Z afstemmen<br />
Selecteer of u de meettaster op de hoofd- of de tegenspil wilt<br />
gebruiken, als de machine uitgerust is met twee meettasters.<br />
Kies de richting (+ of -) waarin u de meettaster wilt benaderen.<br />
Plaats het kalibratiewerktuig in de buurt van de meettaster, zodat<br />
het eerste punt van de meettaster zonder botsing kan worden<br />
genaderd.<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
De kalibratieprocedure wordt gestart, d.w.z. dat het kalibratiewerktuig<br />
automatisch met meetaanvoer naar de taster toe en opnieuw weg<br />
wordt verplaatst.<br />
De positie van de meettaster wordt bepaald en in een intern<br />
gegevensbereik opgeslagen.<br />
Herhaal de procedure voor de andere 3 punten van de<br />
meettaster.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-68 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.5 Werktuigen<br />
2.5.6 Werktuig meten met loep<br />
Jog<br />
Loep ><br />
Werktuig<br />
in<br />
manueel<br />
Lengte<br />
zetten<br />
Om de werktuigafmetingen te bepalen kunt u, indien beschikbaar aan<br />
de machine, ook een loep gebruiken.<br />
<strong>ShopTurn</strong> berekent de werktuigcorrectiegegevens in dat geval uit de<br />
bekende posities van het werktuigdrager-referentiepunt en het<br />
draadkruis van de loep.<br />
Kies in de bedieningswijze "Machine manueel" de softkey "Meten<br />
werkt.".<br />
Druk op de softkey "Loep".<br />
druk op de softkey "Werktuigen".<br />
Kies het op te meten werktuig uit de werktuiglijst. De<br />
snijkantpositie en de radius resp. diameter van het werktuig<br />
moeten reeds geregistreerd zijn in de werktuiglijst.<br />
Druk op de softkey "in manueel".<br />
Beweeg met het werktuig naar de loep toe (zie hfdst. "Assen<br />
verplaatsen").<br />
Breng de spits van het werktuig P in overeenstemming met het<br />
draadkruis van de loep.<br />
Druk op de softkey "lengte zetten".<br />
De werktuiglengten worden automatisch berekend en geregistreerd in<br />
de werktuiglijst. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de<br />
snijkantligging en de werktuigradius resp. -diameter.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-69<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.6 Werkstuknulpunt meten<br />
2.6 Werkstuknulpunt meten<br />
Jog<br />
Nulpunt<br />
versch.<br />
in<br />
manueel<br />
Nulpuntv.<br />
instellen<br />
Het referentiepunt bij de programmering van een werkstuk is altijd het<br />
werkstuknulpunt. Om dit nulpunt te bepalen, meet u de lengte van het<br />
werkstuk en slaat u de positie van het cilinderkopvlak in Z-richting op<br />
in een nulpuntverschuiving. D.w.z. dat de positie in de ruwe<br />
verschuiving wordt opgeslagen en beschikbare waarden in de fijne<br />
verschuiving worden gewist.<br />
Een voorwaarde voor het meten van het werkstuk is de aanwezigheid<br />
van een werktuig met bekende lengtewaarden in de bewerkingspositie<br />
(zie hfdst. "Werktuig en spil selecteren").<br />
Kies in de bedieningswijze "Machine manueel" de softkey "Nulp.<br />
werkst.".<br />
Kies de gewenste verschuiving waarin de positie van het<br />
cilinerkopvlak moet worden opgeslagen.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Nulpuntversch.".<br />
-en-<br />
Plaats de cursor op de gewenste nulpuntverschuiving.<br />
-en-<br />
Druk op de softkey "in manueel".<br />
Verplaats het werktuig in Z-richting en raak het werkstuk aan (zie<br />
hfdst. "Assen verplaatsen").<br />
Voer de instelpositie van de werkstukrand Z0 in.<br />
Druk op de softkey "Nulpuntv. instellen".<br />
Het werkstuknulpunt en daarmee de nulpuntverschuiving worden<br />
berekend. De werktuiglengte wordt hierbij automatisch mee berekend.<br />
Voorbeeld: Instelpositie werkstukrand Z0 = 0<br />
Werktuiglengtecorrectie Z = 37.6 mm<br />
⇒ Z = -37.6<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-70 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.7 Nulpuntverschuivingen<br />
2.7 Nulpuntverschuivingen<br />
De indicatie van de werkelijke waarde van de ascoördinaten heeft na<br />
het aanlopen van de referentiepunten betrekking op het<br />
machinenulpunt (M) van de machinecoördinaten (MCS). Terwijl het<br />
programma voor het afwerken van het werkstuk betrekking heeft op<br />
het werkstuknulpunt (W) van het werkstukcoördinatensysteem (WCS).<br />
Machinenulpunt en werkstuknulpunt moeten niet identiek zijn.<br />
Afhankelijk van de manier en het opspannen van het werkstuk kan de<br />
afstand tussen machinenulpunt en werkstuknulpunt variëren. Met<br />
deze nulpuntverschuiving wordt bij de programmabewerking rekening<br />
gehouden en kan ze uit verschillende verschuivingen bestaan.<br />
Bij <strong>ShopTurn</strong> heeft de actuele-waarde-aanduiding van de posities<br />
betrekking op het ENS-coördinatensysteem. De positie van het<br />
actieve werktuigen t.o.v. het werkstuknulpunt wordt aangegeven.<br />
De verschuivingen sommeren zich als volgt:<br />
M<br />
Total<br />
verschuiving<br />
Nulpuntverschuivingen<br />
Basisverschuiving<br />
Nulpuntverschuiving fijne<br />
N ulpuntverschuiving ruw e<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-71<br />
W<br />
WCS<br />
Coördinatentransformatie<br />
MCS<br />
Als het machinenulpunt niet identiek is met het werkstuknulpunt, is er<br />
ten minste één verschuiving (basisverschuiving of een<br />
nulpuntverschuiving), waarin de positie van het werkstuknulpunt is<br />
opgeslagen.<br />
Basisverschuiving De basisverschuiving is een nulpuntverschuiving die altijd actief is.<br />
Indien u geen basisverschuiving hebt gedefinieerd, dan is het nul. De<br />
basisverschuiving bepaalt u via "Nulpunt werkstuk" (zie hfdst.<br />
"Werkstuknulpunt meten") of "NPV zetten" (zie hfdst.<br />
"Nulpuntverschuiving instellen").<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.7 Nulpuntverschuivingen<br />
Nulpuntverschuivingen Nulpuntverschuivingen (G54 tot G57, G505 tot G599) bestaan telkens<br />
uit een grof- en een fijnverschuiving. U kunt de nulpuntverschuivingen<br />
vanuit elk willekeurig stappenreeksprogramma oproepen (ruwe en<br />
fijnverschuiving worden daarbij opgeteld).<br />
In de grofverschuiving kunt u bijvoorbeeld het nulpunt van het<br />
werkstuk opslaan. En in de fijnverschuiving kunt u dan de aanpassing<br />
vastleggen die bij het inspannen van een nieuw werkstuk tussen het<br />
oude en nieuwe werkstuknulpunt ontstaat.<br />
Coördinaten-<br />
transformaties<br />
De fijnverschuivingen moeten door de machineproducent worden<br />
ingericht.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Hoe u nulpuntverschuivingen vastlegt en oproept, vindt u in hfdst.<br />
"Nulpuntverschuivingen definiëren" en "Nulpuntverschuivingen<br />
oproepen".<br />
Coördinatentransformaties programmeert u altijd alleen voor één<br />
bepaald stappenreeksprogramma. Ze worden gedefinieerd door:<br />
• Verschuiving<br />
• Rotatie<br />
• Skalering<br />
• Spiegeling<br />
(zie hfdst. "Coördinatentransformaties definiëren")<br />
Totale verschuiving De totale verschuiving resulteert uit de som van alle verschuivingen<br />
en coördinatentransformaties.<br />
2.7.1 Nulpuntverschuiving instellen<br />
Het nulpunt van het werkstuk kunt u opslaan met "Werkstuk nulpunt"<br />
of "NPV zetten".<br />
In welke verschuiving (actieve nulpuntverschuiving of<br />
basisverschuiving) het nieuwe nulpunt wordt opgeslagen, is<br />
vastgelegd in de machinegegevens.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Als de waarden in de actieve nulpuntverschuiving worden opgeslagen,<br />
worden de waarden in de grofverschuiving geaccentueerd en de<br />
voorhanden waarden in de fijnverschuiving worden gewist.<br />
Onder het positievenster voor de assen wordt de telkens actieve<br />
nulpuntverschuiving getoond.<br />
Beweeg de machineassen naar de gewenste positie, bv. het<br />
kopvlak van het werkstuk (zie hfdst. "Assen verplaatsen").<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-72 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.7 Nulpuntverschuivingen<br />
Z=0<br />
Jog<br />
Wissen<br />
Als u het nulpunt niet in de actieve nulpuntverschuiving of in de<br />
basisverschuiving wilt opslaan, kiest u een andere<br />
nulpuntverschuiving (zie hfdst. "Instellingen voor manuele<br />
modus").<br />
Kies in de bedieningswijze "Machine manueel" de softkey "NPV<br />
zetten".<br />
MANUEEL<br />
WCS AKS<br />
Positie<br />
NPV<br />
zetten<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-73<br />
Nulp.<br />
werkst.<br />
Basisnulpuntverschuiving instellen<br />
M eten<br />
werkst.<br />
NABEWERKINGSWKT.<br />
Positie<br />
Verspanen<br />
Schrijf de gewenste nieuwe positiewaarde voor Z resp. X of Y<br />
direct in het actuele-waardenveld. Met de cursortoetsen kunt u<br />
tussen de assen wisselen.<br />
Druk op de toets "Input".<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Z=0" om de positiewaarde op nul te zetten.<br />
Het nieuwe nulpunt wordt in de actieve nulpuntverschuiving of de<br />
basisverschuiving opgeslagen.<br />
2<br />
Wissen<br />
Om het opgeslagen nulpunt opnieuw te wissen, drukt u op de softkey<br />
"Wissen".<br />
Terug
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.7 Nulpuntverschuivingen<br />
2.7.2 Nulpuntverschuivingen definiëren<br />
Zet X<br />
Zet<br />
alle<br />
NPV<br />
wissen<br />
Verder<br />
assen<br />
Zet Z<br />
...<br />
De nulpuntverschuivingen (grof en fijn) noteert u direct in de<br />
nulpuntverschuivingslijst.<br />
De fijnverschuivingen moeten door de machineproducent worden<br />
ingericht.<br />
Het aantal mogelijke nulpuntverschuivingen is vastgelegd in de<br />
machingegevens.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Nulp.<br />
versch.".<br />
De nulpuntverschuivingslijst verschijnt.<br />
Plaats de cursor op de ruwe of fijne verschuiving die u wilt<br />
definiëren.<br />
Voer de gewenste coördinaat van iedere as in. Met de<br />
cursortoetsen kunt u tussen de assen wisselen.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Zet X", "Zet Y" of "Zet Z", indien u voor een<br />
grofverschuiving de positiewaarde van een as uit de positieindicatie<br />
wenst over te nemen.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Zet alle", indien u voor een grofverschuiving<br />
de positiewaarden van alles assen uit de positie-indicatie wenst<br />
over te nemen.<br />
De nieuwe grofverschuiving wordt ingesteld. Daarbij worden de<br />
waarden uit de fijnverschuiving mee berekend en vervolgens gewist.<br />
Druk op de softkey "NPV wissen", als u de waarden van de grof-<br />
en fijnverschuiving wenst te wissen.<br />
Met de softkey "Verdere assen" kunt u drie (2 ronde assen, 1 lineaire<br />
as) bijkomende assen aangeven en hun verschuiving vastleggen.<br />
Deze bijkomende assen worden via de machinedata geactiveerd.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-74 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.7 Nulpuntverschuivingen<br />
2.7.3 Nulpuntverschuivingslijst<br />
De afzonderlijke nulpuntverschuivingen evenals de totale verschuiving<br />
worden alle in de nulpuntverschuivingslijst getoond. De op dat<br />
moment actieve nulpuntverschuiving wordt grijs gemarkeerd. Verder<br />
worden in de nulpuntverschuivingslijst de actuele asposities in het<br />
machine- en werkstukcoördinatensysteem vermeld.<br />
Als uw draaimachine over een tegenspil beschikt, wordt in de kolom<br />
rechts ook aangegeven welke nulpuntverschuiving voor de bewerking<br />
met de tegenspil werd gespiegeld. Indien nodig kunt u de spiegeling<br />
van de nulpuntverschuiving ook opnieuw deselecteren.<br />
WERKTUIG<br />
WCS MCS<br />
NPV1<br />
NPV2<br />
NPV3<br />
Maatstaf<br />
Spiegel<br />
Totaal<br />
Werkt.lijst<br />
Werkt.slijt.<br />
Nulpuntverschuivingslijst<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-75<br />
Nulpunt<br />
versch.<br />
R-parameter<br />
Basisverschuiving<br />
Basisreferentie De coördinaten van de basisverschuiving worden getoond.<br />
Deze kunt u hier in de lijst veranderen.<br />
2<br />
Nulpunt<br />
werkstuk<br />
Verder<br />
assen<br />
NPV<br />
wissen<br />
Nulpuntverschuivingen<br />
NPV1 ... NPV4 De coördinaten van de afzonderlijke nulpuntverschuivingen (1ste regel<br />
ruwe verschuiving, 2de regel fijnverschuiving) verschijnen. Deze kunt<br />
u hier in de lijst veranderen (zie hfdst. "Nulpuntverschuivingen<br />
definiëren").<br />
De fijnverschuivingen moeten door de machineproducent worden<br />
ingericht.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Andere nulpuntverschuivingen kunt u met de toets "Page Down"<br />
inlassen.<br />
Zet X<br />
Zet Y<br />
Zet Z<br />
Zet<br />
alle
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.7 Nulpuntverschuivingen<br />
Coördinaten-<br />
transformaties<br />
Programma De actieve coördinaten van de transformatie "Verschuiving" en de in<br />
de transformatie "Rotatie" ingestelde hoek, waar zich het<br />
coördinatensysteem om draait, worden getoond.<br />
U kunt de waarden hier niet veranderen.<br />
Maatstaf De actieve maatstaffactor van de transformatie "Skalering" wordt voor<br />
iedere as getoond.<br />
U kunt de waarden hier niet veranderen.<br />
Spiegel De spiegelas, die via de transformatie "Spiegeling" gedefinieerd werd,<br />
wordt getoond.<br />
U kunt de instellingen hier niet veranderen.<br />
Totale verschuiving<br />
Totaal De uit de basisverschuiving en uit alle actieve nulpuntverschuivingen<br />
en coördinatentransformaties resulterende totale verschuiving wordt<br />
getoond.<br />
Andere<br />
assen<br />
Met de softkey "Verdere assen" kunt u drie (2 ronde assen, 1 lineaire<br />
as) bijkomende assen aangeven en hun verschuiving vastleggen.<br />
Deze bijkomende assen worden via de machinedata geactiveerd.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt. nulp." de softkey "Nulp.<br />
versch.".<br />
De nulpuntverschuivingslijst verschijnt.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-76 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.8 Manuele modus<br />
2.8 Manuele modus<br />
2.8.1 Werktuig en spil selecteren<br />
Werktuig selecteren<br />
Jog<br />
Werktuigen<br />
-of-<br />
in<br />
manueel<br />
De bedieningsmodus "Machine Manueel" gebruikt u telkens als u de<br />
machine voor de afwerking van een programma wilt instellen of<br />
eenvoudige verplaatsingsbewegingen aan de machine wilt uitvoeren.<br />
Voor de voorbereidende handelingen in de manuele modus gebeurt<br />
de werktuigselectie en de spilbesturing telkens centraal op één<br />
scherm.<br />
Naast de hoofdspil (S1) hebben aangedreven werktuigen nog een<br />
werktuigspil (S2). Bovendien kan uw draaimachine nog uitgerust zijn<br />
met een tegenspil (S3).<br />
In de manuele modus kunt u een werktuig via de naam of het<br />
revolverplaatsnummer selecteren. Als u een cijfer invoert, zoekt<br />
<strong>ShopTurn</strong> eerst een naam en daarna een plaatsnummer. D.w.z. als u<br />
bv. "5" invoert en er geen werktuig met de naam "5" bestaat, wordt het<br />
werktuig van plaatsnummer "5" geselecteerd.<br />
Aan de hand van het revolverplaatsnummer kunt u ook een lege<br />
plaats in de bewerkingspositie zwenken en dan comfortabel een<br />
nieuw werktuig monteren.<br />
Selecteer in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />
"T, S, M".<br />
Voer de naam of het nummer van het werktuig T in.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Werktuigen" of de toets "Offset" om de<br />
werktuiglijst op te roepen.<br />
-en-<br />
Plaats de cursor in de werktuiglijst op het gewenste werktuig.<br />
Er kan slechts één werktuig uit de revolver worden geselecteerd.<br />
-en-<br />
Druk op de softkey "in manueel".<br />
Het werktuig wordt opgenomen in het venster "T, S, M...".<br />
Kies de werktuigsnijkant D of schrijf het nummer direct in het veld.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-77<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.8 Manuele modus<br />
Cycle Start<br />
Spil starten<br />
Jog<br />
Cycle Start<br />
Spil stoppen<br />
Jog<br />
Cycle Start<br />
Spiltoerental veranderen<br />
Jog<br />
Cycle Start<br />
Spil positioneren<br />
Jog<br />
Druk op de toets "Cycle-Start".<br />
Het werktuig wordt automatisch in de bewerkingspositie gezwenkt en<br />
de naam van het werktuig verschijnt in de werktuig-statusregel.<br />
Selecteer in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />
"T, S, M".<br />
Kies in het linker invoerveld van de parameter Spil de hoofdspil<br />
(S1), de werktuigspil (S2) of de tegenspil (S3).<br />
Voer in het rechter invoerveld het gewenste spiltoerental resp. de<br />
snijsnelheid in.<br />
Stel de transmissietrap in. als de machine over een transmissie<br />
voor de spil beschikt.<br />
Kies in het veld daaronder de spildraairichting:<br />
Spil draait naar rechts<br />
Spil draait naar links<br />
Druk op de toets "Cycle-Start".<br />
De spil draait.<br />
Selecteer in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />
"T, S, M".<br />
Kies in het onderste spilveld de functie "Spil stopt".<br />
Druk op de toets "Cycle-Start".<br />
De spil stopt.<br />
Selecteer in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />
"T, S, M".<br />
Voer het gewenste spiltoerental in.<br />
Druk op de toets "Cycle-Start".<br />
De spil draait verder met het nieuwe toerental.<br />
Selecteer in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />
"T, S, M".<br />
Selecteer de hoofdspil (S1), de werktuigspil (S2) of de tegenspil<br />
(S3).<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-78 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.8 Manuele modus<br />
Cycle Start<br />
2.8.2 Assen verplaatsen<br />
Assen verplaatsen via<br />
toetsenbord<br />
Jog<br />
Kies in het onderste veld de functie "Spilpositie".<br />
Voer in het parameterveld "Stop-pos." de gewenste spilpositie (in<br />
graden) in.<br />
Druk op de toets "Cycle-Start".<br />
Bij een stilstaande spil wordt op de kortste weg gepositioneerd.<br />
Bij een draaiende spil wordt de actuele draairichting behouden en<br />
gepositioneerd.<br />
De assen kunt u in de manuele modus of met behulp van increment-<br />
en astoetsen resp. handwielen verplaatsen. Bij het verplaatsen via het<br />
toetsenbord beweegt de geselecteerde as in de geprogrammeerde<br />
instelaanvoer met een vastgelegde stapbreedte.<br />
De assen kunt u, afhankelijk van de instellingen van de<br />
machinefabrikant, tegelijkertijd verplaatsen.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Tijdens de verplaatsing is de aanvoer-/ijlgang-override actief.<br />
Selecteer indien nodig een werktuig (zie hfdst. "Werktuig en spil<br />
selecteren").<br />
Wissel naar de bedieningswijze "Machine manueel" in de<br />
uitgebreide horizontale softkey-balk.<br />
Druk op de sofktey "ShopT. inst.".<br />
Voer de gewenste waarde voor de parameter "Instelaanvoer" in<br />
mm/min en mm/o in.<br />
Welke van de beide aanvoerwaarden bij de verplaatsing van de assen<br />
wordt gebruikt, vindt u in de documentatie van de machinefabrikant.<br />
Welke van de beide aanvoerwaarden bij de verplaatsing van de assen<br />
wordt gebruikt, vindt u in de documentatie van de machinefabrikant.<br />
De assen kunt u in vaste of variabele stapmaten bewegen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-79<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.8 Manuele modus<br />
1<br />
Jog<br />
VAR<br />
+X<br />
... 10000<br />
Assen verplaatsen met<br />
handwiel<br />
Druk op één van de toetsen [1], [10], ..., [10000] om de as met<br />
een vaste stapmaat (increment) te verplaatsen.<br />
De getallen op de toetsen geven de verplaatsingsweg in<br />
micrometer resp. micro-inch aan.<br />
Voorbeeld: Bij een gewenste stapbreedte van 100 μm<br />
(= 0.1 mm) drukt u op de toets "100".<br />
-of-<br />
Wissel naar de bedieningswijze "Machine manueel" in de<br />
uitgebreide horizontale softkey-balk.<br />
-en-<br />
Druk op de sofktey "ShopT. inst.".<br />
-en-<br />
Voer de gewenste waarde in voor de parameter "Variabele<br />
stapmaat".<br />
Voorbeeld: Bij een gewenste stapmaat van 500 μm<br />
(= 0.5 mm) voert u 500 in.<br />
-en-<br />
Druk op de toets "Inc Var".<br />
Druk op een astoets in de betreffende richting.<br />
Telkens als u op de astoets drukt, wordt de as verplaatst met de<br />
geselecteerde stapbreedte.<br />
Als u meerdere assen tegelijkertijd wilt verplaatsen, moet u de<br />
betreffende astoetsen tegelijkertijd indrukken.<br />
Om de werking van de handwielen te selecteren, moet u rekening<br />
houden met de instructies van de machinefabrikant.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-80 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.8 Manuele modus<br />
2.8.3 Assen positioneren<br />
Jog<br />
IJlgang<br />
Cycle Start<br />
In de manuele modus kunt u de assen op bepaalde posities plaatsen<br />
om eenvoudige bewegingsprocedures te realiseren.<br />
Tijdens de verplaatsing is de aanvoer-/ijlgang-override actief.<br />
Selecteer indien nodig een werktuig (zie hfdst. "Werktuig en spil<br />
selecteren").<br />
Kies in de bedieningswijze "Machine Manueel" de softkey<br />
"Positie".<br />
Voer de doelpositie voor de te verplaatsen as(sen) in.<br />
Kies de gewenste waarde voor de aanvoer F.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "IJlgang".<br />
Druk op de toets "Cycle-Start".<br />
De as wordt op de aangegeven doelpositie geplaatst. Als u<br />
doelposities voor meerdere assen heeft aangegeven, worden de<br />
assen tegelijkertijd verplaatst.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-81<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.8 Manuele modus<br />
2.8.4 Werkstuk eenvoudig verspanen<br />
Jog<br />
Enkele ruwe delen hebben geen glad resp. vlak oppervlak. Gebruik de<br />
verspaancyclus, om bv. het kopvlak van het werkstuk voor de<br />
eigenlijke bewerking vlak te draaien.<br />
Een voorwaarde voor het eenvoudige afspanen van een werkstuk in<br />
de manuele modus is de aanwezigheid van een gemeten werktuig in<br />
de bewerkingspositie (zie hfdst. "Werktuig en spil selecteren").<br />
Als u met de verspaancyclus een spankop wenst uit te draaien, kunt u<br />
in de hoek ondersnijding (XF2) programmeren.<br />
Voorzichtig<br />
Het werktuig beweegt direct naar het startpunt voor de<br />
verspaancyclus. Beweeg het werktuig eerst naar een veilige positie<br />
om botsingen bij de verplaatsing te vermijden.<br />
De funtie "Repos" kunt u tijdens het eenvoudige afspanen niet<br />
gebruiken.<br />
Kies in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />
"Verspanen".<br />
Voer de gewenste waarden voor de afzonderlijke parameters in.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
Het invoerscherm wordt gesloten.<br />
WCS<br />
Verspanen<br />
Positie<br />
NPV<br />
zetten<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-82 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
Nulp.<br />
werkst.<br />
Verspanen in manuele modus<br />
Meten<br />
werkt.<br />
NABEWERK.WKT.<br />
Positie<br />
2<br />
Annuleren
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.8 Manuele modus<br />
Cycle Start<br />
Druk op de toets "Cycle-Start".<br />
De cyclus "Verspanen" wordt gestart.<br />
U kunt altijd terugkeren naar het parameterscherm om de ingaven te<br />
controleren en te corrigeren.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts" om terug te keren naar het<br />
invoerscherm.<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken creëren".<br />
In het linker invoerveld van de parameter spil kunt u kiezen tussen hoofdspil (S1) en<br />
tegenspil (S3). In het rechter invoerveld voert u het spiltoerental of de snijsnelheid<br />
in.<br />
Bewerkings-<br />
type<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Ligging Verspaanligging:<br />
Richting Verspaanrichting (vlak of langs) in het coördinatensysteem:<br />
X<br />
X<br />
Parallel parallel t.o.v. zur Z-as Z-Achse (langs) (Längs)<br />
Außen Buiten Binnen Innen<br />
Buiten Stirnseite Binnen Rückseite<br />
Z<br />
Z<br />
X<br />
X<br />
Parallel parallel zur t.o.v. X-Achse X-as (vlak) (Plan)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-83<br />
Z<br />
Z<br />
X0 Referentiepunt ∅ (abs) mm<br />
Z0 Referentiepunt (abs) mm<br />
X1 Eindpunt ∅ (abs) of eindpunt (inc) mm<br />
Z1 Eindpunt (abs of inc) mm<br />
FS Fase (n=1...3) alternatief voor R mm<br />
R Radius (n=1...3) alternatief voor FS mm<br />
XF2 Ondersnijding (alternatief voor FS2 of R2) mm<br />
D Aanloopdiepte (inc) – (alleen bij voordraaien) mm<br />
UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) mm<br />
UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) mm<br />
X<br />
X<br />
Z<br />
Z<br />
X<br />
X<br />
Z<br />
Z<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.8 Manuele modus<br />
2.8.5 Instellingen voor de manuele modus<br />
M-functie selecteren<br />
Jog<br />
Nulpuntverschuiving<br />
kiezen<br />
Jog<br />
Nulpunt-<br />
versch.<br />
Voor de manuele modus kunt u centraal machinefuncties en<br />
nulpuntverschuivingen selecteren en de maateenheid instellen.<br />
Machinefuncties (M-functies) zijn functies, zoals bv. "Deur sluiten" of<br />
"Spankop losmaken", die door de machinefabrikant extra ter<br />
beschikking worden gesteld.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
De asposities en wegparameters kunt u in de manuele modus in "mm"<br />
of "inch" weergeven. Werktuigcorrecties en nulpuntverschuivingen<br />
blijven echter bewaard in de oorspronkelijke maateenheid waarop de<br />
machine is ingesteld (zie hfdst. "Maateenheid (millimeter/inch)<br />
omschakelen“).<br />
Selecteer in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />
"T, S, M".<br />
Voer in het parameterveld "And. M-fct." het nummer van de<br />
gewenste M-functie in.<br />
In de tabel van de machinefabrikant vindt u de relatie tussen<br />
betekenis en nummer van de functie.<br />
Voorbeeld:<br />
M-functie Beschrijving<br />
... ...<br />
M88 Deur sluiten<br />
... ...<br />
In het invoerveld moet u "88" invullen<br />
om de deur te sluiten.<br />
De M-functie is actief als u de volgende keer op de toets "Cycle-Start"<br />
drukt.<br />
Selecteer in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />
"T, S, M".<br />
Selecteer de gewenste nulpuntverschuiving.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Nulpuntversch."<br />
-en-<br />
Plaats de cursor op de gewenste nulpuntverschuiving.<br />
-en-<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-84 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.8 Manuele modus<br />
in<br />
manueel<br />
Maateenheid instellen<br />
Jog<br />
Druk op de softkey "in manueel".<br />
De nulpuntverschuiving is actief als u de volgende keer op de toets<br />
"Cycle-Start" drukt.<br />
Selecteer in de bedieningsmodus "Machine Manueel" de softkey<br />
"T, S, M".<br />
Selecteer de maateenheid.<br />
De maateenheid is actief in de manuele modus als u de volgende keer<br />
op de toets "Cycle-Start" drukt.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-85<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.9 MDA<br />
2.9 MDA<br />
MDA<br />
Cycle Start<br />
MDA-Prog.<br />
wissen<br />
In de bedieningsmodus "MDA" (Manual Data Automatic) kunt u blok<br />
per blok G-code-commando's invoeren en deze onmiddellijk afwerken<br />
om de machine in te stellen.<br />
Bij de afwerking van de G-code-commando's kunt u het verloop als<br />
volgt beïnvloeden:<br />
Programma blok per blok afwerken<br />
Programma testen<br />
Proefaanvoer instellen<br />
(zie hfdst. "Werkstuk bewerken")<br />
Druk op de toets "MDA".<br />
De MDA-editor wordt geopend.<br />
WCS<br />
MDA<br />
Positie<br />
NABEWERK.WKT.<br />
Voer de gewenste commando's als G-code in via het<br />
bedieningsklavier.<br />
Druk op de toets "Cycle-Start".<br />
De besturing werkt de ingevoerde blokken af.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-86 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2<br />
Gfunctie<br />
Hulpfunctie<br />
Alle<br />
G-func.<br />
MDA-Prog.<br />
wissen<br />
Act. wde<br />
MCS<br />
Het in MDA-bedrijf aangelegde programma wordt, afhankelijk van de<br />
instelling van de machinefabrikant, na de volledige uitvoering<br />
automatisch gewist, of u kunt het met de softkey "MDA-prog. wissen"<br />
verwijderen.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.
08/2005 Machine instellen<br />
2 2.10 Looptijden<br />
2.10 Looptijden<br />
Om ervoor te zorgen dat u te allen tijde een overzicht heeft van de<br />
belangrijkste machinelooptijden, biedt <strong>ShopTurn</strong> een statusvenster,<br />
dat de volgende bedrijfstijden aangeeft.<br />
Programma De meting van de programmalooptijd begint met de toets "Cycle-Start"<br />
en stopt met NC-Stop resp. met NC-Reset.<br />
Als u een nieuw programma start, begint de tijdmeting opnieuw te<br />
lopen.<br />
Bij actieve verwijltijd, bij programmaverlopen met programmatest of<br />
testaanvoer loopt de meting verder. Bij NC-stop of een aanvoeroverride<br />
= 0 stopt de tijdmeting.<br />
Geladen Aan de hand van een progressie-indicatie kunt u volgen hoeveel<br />
procent van het opgeroepen programma reeds geladen is.<br />
De weergave verschijnt alleen als een programma resp.<br />
subprogramma via het commando EXTCALL wordt opgeroepen of als<br />
een programma van de harddisk wordt afgewerkt.<br />
Werkstuk<br />
De actuele herhaling en het geprogrammeerde aantal<br />
programmaherhalingen (bv. werkstuk: 15/100) worden bij<br />
arbeidsstappen en G-Code-programma's aangegeven. Het aantal<br />
verschijnt bij arbeidsstappenprogramma's, maar alleen als het aantal<br />
geprogrammeerde herhalingen N groter is dan 1 (zie hfdst. "Aantal<br />
aangeven").<br />
Vanaf een geprogrammeerd aantal herhalingen van 100000 wordt om<br />
plaatsredenen alleen nog de actuele programmaherhaling<br />
aangegeven (bv. werkstuk: 15).<br />
Als er nog geen informatie beschikbaar is over de actuele<br />
programmaherhaling, ziet u alleen twee streepjes<br />
(bv. werkstuk: - -/100).<br />
Na de start van een programma staat op de teller voor de actuele<br />
herhaling 0.<br />
Voor de werkstuktelling voert u als voorinstelling de actuele en<br />
doelcijfers voor de werkstukhoeveelheid in (zie hfdst. "Werkstukteller<br />
parametreren").<br />
Tijd De actuele tijd wordt aangegeven.<br />
Datum De actuele datum wordt aangegeven.<br />
Machine De machinelooptijd geeft de verstreken tijd sinds de laatste start van<br />
de besturing aan.<br />
Bewerking De bewerkingstijd geeft de totale looptijd van alle afgewerkte<br />
programma's sinds de laatste start van de besturing aan.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 2-87<br />
2
Machine instellen 08/2005<br />
2 2.10 Looptijden<br />
Belasting Het systeem berekent uit de gemeten bewerkingstijd en de actuele<br />
machinelooptijd de werkelijke belasting van de machine.<br />
De verhouding tussen de bewerkingstijd en de machinelooptijd wordt<br />
aangegeven in procent.<br />
Jog<br />
Loop-<br />
tijden<br />
of<br />
Auto<br />
Welke looptijden worden aangegeven, is afhankelijk van de instelling<br />
van een machinedatum.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Kies de bedieningsmodus "Machine Manueel" of de<br />
bedieningsmodus "Machine Auto".<br />
Druk op de softkey "Looptijden".<br />
Het T,F,S - indicatievenster verandert in het venster "Looptijden".<br />
Door nogmaals op de softkey "Looptijden" te drukken, keert u terug<br />
naar het T,F,S – indicatievenster.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
2-88 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
2
3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />
Werkstuk bewerken<br />
3.1 Bewerking starten/stoppen...................................................................................... 3-90<br />
3.2 Programma inlopen................................................................................................. 3-93<br />
3.3 Actueel programmablok tonen ................................................................................ 3-94<br />
3.4 Assen herpositioneren ............................................................................................ 3-95<br />
3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt................................................ 3-96<br />
3.6 Programmaverloop beïnvloeden ........................................................................... 3-102<br />
3.7 Overschrijven........................................................................................................ 3-103<br />
3.8 Programma testen ................................................................................................ 3-105<br />
3.9 Programma corrigeren .......................................................................................... 3-106<br />
3.10 G- en hulpfuncties tonen....................................................................................... 3-107<br />
3.11 Bewerking simuleren............................................................................................. 3-108<br />
3.11.1 Simuleren voor de bewerking van het werkstuk .................................................... 3-110<br />
3.11.2 Meetekenen voor de bewerking van het werkstuk................................................. 3-112<br />
3.11.3 Meetekenen tijdens de bewerking van het werkstuk ............................................. 3-113<br />
3.11.4 Uitgangsmateriaalvorm voor een G-code-programma veranderen ....................... 3-113<br />
3.11.5 Verschillende aanzichten van het werkstuk........................................................... 3-114<br />
3.11.6 Fragment veranderen ........................................................................................... 3-118<br />
3.12 Instellingen voor de automatische modus ............................................................. 3-120<br />
3.12.1 Testaanvoer vastleggen........................................................................................ 3-120<br />
3.12.2 Werkstukteller parametreren................................................................................. 3-121<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-89<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.1 Bewerking starten/stoppen<br />
3.1 Bewerking starten/stoppen<br />
Programma kiezen<br />
(volledig)<br />
-of-<br />
-of-<br />
Bij het uitvoeren van een programma wordt het werkstuk<br />
overeenkomstig de programmering aan de machine bewerkt.<br />
Na de programmastart in de automatische modus verloopt de<br />
werkstukbewerking dan automatisch.<br />
Het programma moet u in de bedieningsmodus "Machine Auto" laden,<br />
daarna kunt u het dan starten. U kunt het programma echter steeds<br />
stoppen en vervolgens de bewerking hervatten. Bovendien heeft u de<br />
mogelijkheid de afwerking grafisch weer te geven op het scherm.<br />
Als het programma in de bedieningswijze "Machine auto" werd<br />
geladen en de bedieningswijze "Automatisch" op het<br />
machinebesturingspaneel geactiveerd is, kunt u het programma ook<br />
starten, als u zich in een willekeurig bedieningsbereik bevindt en niet<br />
in de bedieningswijze "Machine auto".<br />
Deze startmogelijkheid moet in de machinegegevens worden<br />
geactiveerd.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
De volgende voorwaarden moeten vervuld zijn voor de een<br />
programma kan worden afgewerkt:<br />
• Het meetsysteem van de besturing is gesynchroniseerd met de<br />
machine.<br />
• Er is een <strong>ShopTurn</strong> aangelegd programma beschikbaar.<br />
• De vereiste werktuigcorrecties en nulpuntverschuivingen zijn<br />
ingevoerd.<br />
• De vereiste veiligheidsvergrendelingen van de machinefabrikant<br />
zijn geactiveerd.<br />
Stappenreeksprogramma's die u in oudere <strong>ShopTurn</strong>-versies heeft<br />
aangelegd, kunt u telkens ook met de actuele <strong>ShopTurn</strong>-versie<br />
afwerken. Zodra een ouder stappenreeksprogramma een keer in de<br />
actuele <strong>ShopTurn</strong>-versie wordt afgewerkt, geldt het als programma<br />
met de actuele <strong>ShopTurn</strong>-versie.<br />
Druk op de softkey of de toets "Program Manager".<br />
Het directory-overzicht verschijnt.<br />
Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma<br />
wilt selecteren.<br />
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />
Het programma-overzicht verschijnt.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-90 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />
3.1 Bewerking starten/stoppen<br />
Af-<br />
werken<br />
Programma kiezen<br />
(vanaf programmablok)<br />
-of-<br />
-of-<br />
-of-<br />
Plaats de cursor op het gewenste programma.<br />
Druk op de softkey "Afwerken".<br />
<strong>ShopTurn</strong> schakelt automatisch om op de bedieningsmodus "Machine<br />
Auto" en laadt het programma.<br />
Druk op de softkey of de toets "Program Manager".<br />
Het directory-overzicht verschijnt.<br />
Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma<br />
wilt selecteren.<br />
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />
Het programma-overzicht verschijnt.<br />
Plaats de cursor op het gewenste programma.<br />
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />
Het gekozen programma wordt in het bedieningsbereik "Programma"<br />
geopend. Het arbeidsplan van het programma verschijnt.<br />
Plaats de cursor op het programmablok van waar u het<br />
programma wilt afwerken.<br />
Druk op de softkey "Afwerken".<br />
<strong>ShopTurn</strong> wordt automatisch omgeschakeld op de modus "Machine<br />
Auto". Het programma wordt geladen en een blokzoekprocedure<br />
uitgevoerd tot aan het gemarkeerde programmablok (zie hfdst.<br />
"Bewerking starten op bepaald programmapunt").<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-91<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.1 Bewerking starten/stoppen<br />
Bewerking starten<br />
Cycle Start<br />
Bewerking stoppen<br />
Cycle Stop<br />
Bewerking voortijdig<br />
beëindigen<br />
Reset<br />
Voorbeeld van het programma-aanzicht in de bedieningsmodus "Machine Auto"<br />
Als u een programma voor de eerste keer kiest om af te werken, dat<br />
de cycli "Verspanen tegen de contour" of "contourkamer" bevat,<br />
worden automatisch de afzonderlijke verspaanstappen resp. de<br />
uitfreesstappen van de contourkamer berekend. Dit proces kan<br />
afhankelijk van de complexiteit van de contour enkele seconden<br />
duren.<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
Het programma wordt gestart en vanaf het begin resp. vanaf het<br />
gemarkeerde programmablok afgewerkt.<br />
Druk op de toets "Cycle Stop".<br />
De bewerking stopt onmiddellijk, afzonderlijke programmablokken<br />
worden niet tot op het einde afgewerkt. Bij de volgende start wordt de<br />
bewerking daar voortgezet, waar ze werd gestopt.<br />
Druk op de toets "Reset".<br />
De afwerking van het programma wordt voortijdig beëindigd. Bij de<br />
volgende start begint de bewerking van bij het begin.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-92 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />
3.2 Programma inlopen<br />
Bewerking uit het<br />
bedieningsbereik starten<br />
Cycle Start<br />
3.2 Programma inlopen<br />
Het programma is in de bedieningswijze "Machine auto" geladen en<br />
de bedieningswijze "Automatisch" is op het machinebesturingspaneel<br />
geactiveerd.<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
Het programma wordt gestart en vanaf het begin afgewerkt. Het<br />
oppervlak van het voordien gekozen bedieningsbereik blijft echter<br />
verder zichtbaar.<br />
Bij het inwerken van een programma kan <strong>ShopTurn</strong> de bewerking van<br />
het werkstuk onderbreken na elk programmablok dat een beweging of<br />
de hulpfunctie aan de machine start. Op die manier kunt u bij de<br />
eerste uitvoering van een programma het bewerkingsresultaat aan de<br />
machine blok per blok controleren.<br />
Bij het boren wordt de volledige bewerkingsprocedure, bij het<br />
kamerfrezen een niveaubewerking samengevat in één blok.<br />
Boor- en kamerbewerkingen kunnen met de functie "Enkelvoudig blok<br />
fijn" in verschillende blokken worden opgedeeld. Bovendien wordt de<br />
bewerking bij deze instelling ook na elk afzonderlijk contourelement<br />
van een contour gestopt.<br />
Enkelvoudig blok Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />
hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />
Single Block<br />
Cycle Start<br />
Cycle Start<br />
Single Block<br />
Druk op de toets "Single Block".<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
Het eerste blok van het programma wordt afgewerkt. Daarna stopt de<br />
bewerking. In de regel kanaaltoestand verschijnt de tekst "Halt: blok in<br />
enkelvoudig blok beëindigd".<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
Het volgende blok van het programma wordt afgewerkt. Daarna stopt<br />
de bewerking opnieuw.<br />
Druk opnieuw op de toets "Single Block" als de bewerking niet<br />
meer in enkelvoudige blokken moet verlopen. (De toets is dan<br />
opnieuw gedeselecteerd.)<br />
Als u nu opnieuw op de toets "Cycle-Start" drukt, wordt het<br />
programma zonder onderbrekingen tot op het einde afgewerkt.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-93<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.3 Actueel programmablok tonen<br />
Enkelvoudig blok fijn Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />
hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />
Single Block<br />
Enkelvoud.<br />
blok fijn<br />
Druk op de softkeys "Prog. beïnvl" en "Afz. blok fijn" om elke<br />
boorpostie en elke kamerfreesbeweging als afzonderlijk blok uit te<br />
voeren.<br />
Druk op de toets "Single Block".<br />
Volg de onder "Enkelvoudig blok" beschreven stappen.<br />
3.3 Actueel programmablok tonen<br />
Als u tijdens het inlopen of tijdens het uitvoeren van het programma<br />
meer gedetailleerde informatie i.v.m. de asposities en de belangrijke<br />
G-functies wenst, kunt u de basisblokindicatie laten verschijnen.<br />
Basisblok<br />
Single Block<br />
Cycle Start<br />
De basisblokindicatie kunt u in het testbedrijf en ook tijdens het<br />
werkelijke bewerken van een werkstuk aan de machine gebruiken.<br />
Voor het juist actieve programmablok worden in het venster<br />
"Basisblok" alle G-code-commando's getoond die een functie aan de<br />
machine activeren:<br />
• Absolute asposities<br />
• G-functies van de eerste G-groep<br />
• Andere modale G-functies<br />
• Andere geprogrammeerde adressen<br />
• M-functies<br />
De functie Basisblokindicatie moet door de machinefabrikant worden<br />
ingesteld.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />
hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />
Druk op de softkey "Basisblok".<br />
Druk op de toets "Single Block" als u het programma per blok<br />
wenst uit te voeren.<br />
Start het uitvoeren van het programma.<br />
In het venster "Basisblok" worden voor het juist actieve<br />
programmablok de juiste asposities, de modale G-functies enz.<br />
getoond.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-94 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />
3.4 Assen herpositioneren<br />
3.4 Assen herpositioneren<br />
Repos<br />
+X<br />
Na een programmaonderbreking in de automatische modus (bijv. na<br />
werktuigbreuk) kunt u het werktuig manueel van de contour<br />
verwijderen. <strong>ShopTurn</strong> bewaart de coördinaten van de<br />
onderbrekingspositie en geeft de in de manuele modus afgelegde<br />
wegverschillen van de assen aan in het actuele-waardenveld. Dit<br />
wegverschil wordt "Repos-verschuiving" genoemd.<br />
Met de functie "Repos" kunt u het werktuig opnieuw naar de contour<br />
van het werkstuk toe bewegen om de afwerking van het programma<br />
voort te zetten.<br />
De onderbrekingspositie kunt u niet overschrijden, dit is door de<br />
besturing geblokkeerd.<br />
De aanvoer-/ijlgang-override is actief.<br />
Waarschuwing<br />
Bij het herpositioneren bewegen de assen met de geprogrammeerde<br />
aanvoer en lineaire interpolatie, d.w.z. in rechte lijn van de actuele<br />
positie naar het onderbrekingspunt. Beweeg de assen daarom eerst<br />
naar een veilige positie om botsingen te vermijden.<br />
Als u de functie "Repos" na een programmaonderbreking en de<br />
daarop volgende manuele verplaatsing van de assen niet gebruikt,<br />
beweegt <strong>ShopTurn</strong> de assen bij omschakeling in de automatische<br />
modus en start van de bewerking automatisch in rechte lijn terug naar<br />
de onderbrekingspositie.<br />
De volgende voorwaarden moeten bij het herpositioneren van de<br />
assen vervuld zijn:<br />
• De afwerking van het programma werd onderbroken met "Cycle<br />
Stop".<br />
• De assen werden manueel van de onderbrekingspositie naar een<br />
andere positie geplaatst.<br />
Druk op de toets "Repos".<br />
Selecteer alle te verplaatsen as na elkaar in de betreffende<br />
richting.<br />
De assen worden op de onderbrekingspositie geplaatst.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-95<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt<br />
3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt<br />
Berekeningsvariant<br />
Als u slechts een bepaald gedeelte van een programma aan de<br />
machine wenst uit te voeren, moet u het afwerken van het programma<br />
niet noodzakelijkerwijze bij het begin starten, maar u kunt de<br />
bewerking ook vanaf een bepaald programmablok of een bepaalde<br />
tekst starten.<br />
Het programmapunt waar u de bewerking wilt starten, wordt "Doel"<br />
genoemd.<br />
<strong>ShopTurn</strong> maakt een onderscheid tussen 3 verschillende doeltypes:<br />
• <strong>ShopTurn</strong>-cyclus<br />
• Ander <strong>ShopTurn</strong>-blok resp. G-code-blok<br />
• Willekeurige tekst<br />
Bij het doeltype "Ander <strong>ShopTurn</strong>-blok resp. G-code-blok" kan het<br />
doel ook op 3 verschillende manieren worden aangegeven:<br />
• Cursor op doelblok plaatsen<br />
Bij overzichtelijke programma's is dit een makkelijke manier.<br />
• Onderbrekingspunt selecteren<br />
De bewerking wordt hervat op het punt waar de bewerking<br />
voordien werd onderbroken. Dit is vooral bij grote programma's<br />
met meerdere programmaniveaus comfortabel.<br />
• Doel direct invoeren<br />
Dit is alleen mogelijk als u de precieze gegevens (programmavlak,<br />
programmanaam enz.) van het doel kent.<br />
Nadat het doel aangegeven is, berekent <strong>ShopTurn</strong> het precieze<br />
startpunt voor de programmauitvoering.<br />
Bij de doeltypes "<strong>ShopTurn</strong>-cyclus" en "Willekeurige tekst" wordt de<br />
berekening altijd op het eindpunt van het blok uitgevoerd. Bij de<br />
berekening van het startpunt van alle andere <strong>ShopTurn</strong>-blokken en G-<br />
Code-blokken heeft u de keuze tussen vier varianten.<br />
1. Berekening op contour:<br />
Tijdens de blok-zoek-run voert <strong>ShopTurn</strong> dezelfde berekeningen<br />
uit als bij de uitvoering van het programma. Het programma wordt<br />
vanaf het begin van het bestemmingsblok, identiek met de normale<br />
programma-afwerking, afgelopen.<br />
2. Berekening op eindpunt:<br />
Tijdens de blok-zoek-run voert <strong>ShopTurn</strong> dezelfde berekeningen<br />
uit als bij de uitvoering van het programma. Het programma wordt<br />
vanaf het einde van het bestemmingsblok resp. van de volgende<br />
geprogrammeerde positie van het bestemmingsblok afgewerkt<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-96 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />
3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt<br />
3. Zonder berekening<br />
Tijdens de blok-zoek-run voert <strong>ShopTurn</strong> geen berekeningen uit,<br />
d.w.z. de berekening wordt tot bij het doelblok overgeslagen. De<br />
besturingsinterne parameters staan op dezelfde waarden als voor<br />
de blok-zoek-run.<br />
Deze variante staat alleen bij programma's ter beschikking, die<br />
zonder uitzondering uit G-code-blokken bestaan.<br />
4. Extern - zonder berekening<br />
Deze variante gebeurt zoals de berekening op het eindpunt.<br />
Subprogramma's die via EXTCALL worden opgeroepen, worden<br />
echter bij het berekenen oversprongen. Bij G-code.programma's<br />
die volledig van externe diskdrives (diskette-/netdiskdrive)<br />
uitgevoerd worden, wordt het berekenen eveneens tot aan het<br />
bestemmingsblok oversprongen.<br />
Op deze manier kunt u het berekenen versnellen.<br />
Opgepast<br />
Met modale functies die niet in het berekende programmadeel<br />
onthouden zijn, wordt voor het uit te voeren programmadeel geen<br />
rekening gehouden. D.w.z. dat u bij de varianten "Zonder berekening"<br />
en "Extern – zonder berekening" een bestemmingsblok moet kiezen,<br />
vanaf hetwelke alle voor het bewerken noodzakelijke informatie<br />
aanwezig is.<br />
Doel direct invoeren Op het scherm "Zoekindicator" geeft u voor het doeltype "Ander<br />
<strong>ShopTurn</strong>-blok resp. G-code-blok" het doel direct aan.<br />
Op het scherm staat elke regel voor een programmaniveau. Het<br />
aantal werkelijk in het programma aanwezige niveaus is afhankelijk<br />
van de diepte van het programma. Het eerste niveau stemt altijd<br />
overeen met hoofdprogramma, alle andere niveaus stemmen overeen<br />
met onderprogramma's.<br />
Afhankelijk van het programmaniveau waarop het doel zicht bevindt,<br />
moet u het doel in de betreffende regel van het scherm invoeren. Als<br />
het doel zich bijv. in het onderprogramma bevindt dat direct door het<br />
hoofdprogramma wordt opgeroepen, moet u het doel dus in het 2de<br />
programmaniveau invoeren.<br />
De doelindicatie moet altijd eenduidig zijn. D.w.z. dat u ook in het 1ste<br />
programmaniveau (hoofdprogramma) een doel moet invoeren als het<br />
onderprogramma in het hoofdprogramma op 2 verschillende plaatsen<br />
worden opgeroepen.<br />
De parameters op het scherm "Zoekindicator" hebben de volgende<br />
betekenis:<br />
Nummer van het programmaniveau<br />
Programma: programmanaam (De naam van het hoofdprogramma<br />
wordt automatisch ingevoerd.)<br />
Ext: bestandsextensie<br />
P: doorloopteller (als een programmagedeelte meermaals<br />
uitgevoerd wordt, kunt u hier het nummer van de<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-97<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt<br />
<strong>ShopTurn</strong>-cyclus<br />
selecteren<br />
Cycle Start<br />
Cycle Start<br />
Reset<br />
Zoeken<br />
starten<br />
Regel:<br />
uitvoering aangeven waarbij de bewerking moet worden<br />
voortgezet.)<br />
Parameter wordt door <strong>ShopTurn</strong> toegekend<br />
Type: " " Zoekdoel op dit niveau wordt niet in acht<br />
genomen<br />
N-nr. bloknummer<br />
Mark. springmarkering<br />
Tekst tekenreeks<br />
S-prg. subprogramma-activering<br />
Regel regelnummer<br />
Zoekdoel: Programmapunt waar de bewerking moet starten<br />
Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />
hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />
Plaats de cursor op het gewenste doelblok.<br />
Druk op de softkeys "Blokzoek." en "Zoeken starten".<br />
Kies bij aaneengeschakelde programmablokken met meerdere<br />
technologieblokken in het venster "Zoek-run" het gewenste<br />
technologieblok uit.<br />
Bij afzonderlijke programmablokken verschijnt de opvraag niet.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Voer bij aaneengeschakelde programmablokken het nummer van<br />
de gewenste startpositie in.<br />
Bij afzonderlijke programmablokken verschijnt de opvraag niet.<br />
Bij het zoeken naar positiepatronen worden verborgen posities niet<br />
meegeteld.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
<strong>ShopTurn</strong> voert alle vereiste voorinstellingen uit.<br />
Druk nog eens de toets "Cycle Start".<br />
De nieuwe startpositie wordt aangelopen. Vervolgens wordt het<br />
werkstuk vanaf het begin van het bestemmingsblok bewerkt.<br />
Met de toets "Reset" kunt u het zoeken voortijdig beëindigen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-98 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />
3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt<br />
Ander <strong>ShopTurn</strong>-blok<br />
resp. G-Code-blok<br />
selecteren<br />
Op<br />
contour ...<br />
Cycle Start<br />
Cycle Start<br />
Reset<br />
Onderbr.<br />
punt<br />
Op<br />
contour ...<br />
Cycle Start<br />
Cycle Start<br />
Reset<br />
extern-<br />
zonder ber.<br />
Zoek-<br />
indicator<br />
extern-<br />
zonder ber.<br />
Cursor op doelblok plaatsen<br />
Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />
hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />
Plaats de cursor op het gewenste doelblok.<br />
Druk op de softkey "Blokzoek.".<br />
Kies een berekeningsvariante.<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
<strong>ShopTurn</strong> voert alle vereiste voorinstellingen uit.<br />
Druk nog eens de toets "Cycle Start".<br />
De nieuwe startpositie wordt aangelopen. Vervolgens wordt het<br />
programma, afhankelijk van de berekeningsvariante, vanaf het begin<br />
tot het einde van het bestemmingsblok afgewerkt.<br />
Met de toets "Reset" kunt u het zoeken voortijdig beëindigen.<br />
Onderbrekingspunt selecteren<br />
Voorwaarde is dat de afwerking van het programma met de toets<br />
"Reset" werd onderbroken. (<strong>ShopTurn</strong> bewaart automatisch dit<br />
onderbrekingspunt.)<br />
Schakel opnieuw om op de bedieningsmodus "Machine Auto".<br />
Druk op de softkeys "Blokzoek." en "Zoekindicator".<br />
Druk op de softkey "Onderbr.punt".<br />
<strong>ShopTurn</strong> voegt het bewaarde onderbrekingspunt in als doel.<br />
Kies een berekeningsvariante.<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
<strong>ShopTurn</strong> voert alle vereiste voorinstellingen uit.<br />
Druk nog eens de toets "Cycle Start".<br />
De nieuwe startpositie wordt aangelopen. Vervolgens wordt het<br />
programma, afhankelijk van de berekeningsvariante, vanaf het begin<br />
tot het einde van het bestemmingsblok afgewerkt.<br />
Met de toets "Reset" kunt u het zoeken voortijdig beëindigen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-99<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt<br />
Op<br />
contour ...<br />
Cycle Start<br />
Cycle Start<br />
Reset<br />
Zoek-<br />
indicator<br />
extern-<br />
zonder ber.<br />
Willekeurige tekst<br />
zoeken<br />
Zoeken<br />
Verder<br />
zoeken<br />
Zoeken<br />
starten<br />
Zoeken<br />
Doel direct aangeven<br />
Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />
hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />
Druk op de softkeys "Blokzoek." en "Zoekindicator".<br />
Voer het gewenste doel in.<br />
Kies een berekeningsvariante.<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
<strong>ShopTurn</strong> voert alle vereiste voorinstellingen uit.<br />
Druk nog eens de toets "Cycle Start".<br />
De nieuwe startpositie wordt aangelopen. Vervolgens wordt het<br />
programma, afhankelijk van de berekeningsvariante, vanaf het begin<br />
tot het einde van het bestemmingsblok afgewerkt.<br />
Met de toets "Reset" kunt u de zoek-run voortijdig beëindigen.<br />
Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />
hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />
Druk op de softkeys "Blokzoek." en "Zoeken".<br />
Voer de tekst in die u wenst te zoeken.<br />
Kies, of het zoeken aan het programmabegin of bij de actuele<br />
cursorpositie moet beginnen.<br />
Druk op de softkey "Zoeken".<br />
Het programmablok, waarin de gezochte tekst voorkomt, wordt<br />
gemarkeerd.<br />
Druk op de softkey "Verder zoeken", als u het zoeken wenst voort<br />
te zetten.<br />
Druk op de softeys "Annuleren" en "Zoeken starten".<br />
Kies bij verbonden programmablokken met meerdere<br />
technologieblokken in het venster "Zoeken" het gewenste<br />
technologieblok en druk op de softkey "Toepassen".<br />
Bij afzonderlijke programmablokken verschijnt de opvraag niet.<br />
Voer bij verbonden programmablokken het nummer van de<br />
gewenste startpositie in en druk op de softkey "Toepassen".<br />
Bij afzonderlijke programmablokken verschijnt de opvraag niet.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-100 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />
3.5 Bewerking starten op een bepaald programmapunt<br />
Cycle Start<br />
Cycle Start<br />
Reset<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
<strong>ShopTurn</strong> voert alle vereiste voorinstellingen uit.<br />
Druk nog eens de toets "Cycle Start".<br />
De nieuwe startpositie wordt aangelopen. Vervolgens wordt het<br />
werkstuk vanaf het begin van het bestemmingsblok bewerkt.<br />
Met de toets "Reset" kunt u het zoeken voortijdig beëindigen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-101<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.6 Programmaverloop beïnvloeden<br />
3.6 Programmaverloop beïnvloeden<br />
Als u tijdens het bewerken van een werkstuk, het reeds bereikte<br />
resultaat tussendoor wenst te controleren, kunt u het bewerken op<br />
speciaal gemarkeerde plaatsen laten stoppen (geprogrammeerde<br />
stop). Binnen de stappenreeksprogramma's wordt gestopt op positie<br />
"Veiligheidsafstand".<br />
Als u evenwel enkele met de G-code geprogrammeerde<br />
bewerkingsstappen niet bij iedere programmarun wenst uit te voeren,<br />
gelieve deze blokken afzonderlijk te markeren (G-code-blokken<br />
uitlichten). Bij stappenreeksblokken is dit niet mogelijk.<br />
Bovendien heeft u de mogelijkheid tijdens de bewerking DRFverschuivingen,<br />
d.w.z. verschuivingen met het handwiel toe te laten.<br />
Deze functie moet door de machinefabrikant worden ingesteld.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Geprogrammeerde stop Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />
hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />
program.<br />
stop<br />
Cycle Start<br />
Cycle Start<br />
program.<br />
stop<br />
G-code-blokken<br />
uitlichten<br />
Uit-<br />
lichten<br />
Cycle Start<br />
Druk op de softkey "Prog. beïnvl."<br />
Druk op de softkey "program. stop".<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
Het afwerken van het programma wordt gestart. Het programma stopt<br />
bij elk blok waarvoor het G-Code-commando "M01" werd geprogrammeerd<br />
(zie hfdst. "G-Code invoegen in stappenreeksprogramma").<br />
Druk telkens opnieuw op de toets "Cycle Start".<br />
Het afwerken van het programma wordt voortgezet.<br />
Druk opnieuw op de softkey "program. stop", als het bewerken<br />
zonder een geprogrammeerde stop moet doorlopen. (De softkey<br />
is dan weer gedeselecteerd.)<br />
Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />
hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />
Druk op de softkey "Prog. beïnvl."<br />
Druk op de softkey "Uitlichten".<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
Het afwerken van het programma wordt gestart. G-code-blokken die<br />
met het teken "/" (schuine streep) voor het bloknummer beginnen,<br />
worden niet uitgevoerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-102 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />
3.7 Overschrijven<br />
Uit-<br />
lichten<br />
DRF-verschuiving<br />
toelaten<br />
DRF-ver-<br />
schuiving<br />
Cycle Start<br />
DRF-ver-<br />
schuiving<br />
3.7 Overschrijven<br />
Overschrijven met single<br />
block<br />
Single Block<br />
Cycle Start<br />
Druk opnieuw op de softkey "Uitlichten", als de gemarkeerde Gcode-blokken<br />
bij de volgende bewerking opnieuw uitgevoerd<br />
moeten worden. (De softkey is dan weer gedeselecteerd.)<br />
Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />
hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />
Druk op de softkey "Prog. beïnvl."<br />
Druk op de softkey "DRF-verschuiving".<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
Het afwerken van het programma wordt gestart. Verschuivingen met<br />
het handwiel hebben directe invloed op de bewerking.<br />
Druk opnieuw op de softkey "DRF-verschuiving" als u<br />
handwielverschuivingen tijdens de bewerking niet meer wenst toe<br />
te laten. (De softkey is dan weer gedeselecteerd.)<br />
In de bedieningsmodus "Machine Auto" kunt u technologische<br />
parameters (hulpfuncties, programmeerbare instructies, etc.) naar het<br />
werkgeheugen van de NCK overschrijven. Bovendien kunnen<br />
willekeurige NC-blokken ingevoerd en afgewerkt worden.<br />
Door het overschrijven worden de programma's in het<br />
delenprogrammageheugen niet veranderd.<br />
Laad een programma in de modus "Machine Auto" (zie hfdst.<br />
"Programma voor afwerking selecteren").<br />
Druk op de toets "Single Block" om het programma blok per blok<br />
af te werken.<br />
Het programma stopt automatisch bij de volgende blokgrens.<br />
Druk op de softkey "Overschrijven".<br />
Het venster "Overschrijven" wordt geopend.<br />
Voer de gewenste NC-blokken in die moeten worden afgewerkt.<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
De ingevoerde blokken worden afgewerkt. U kunt de afwerking in het<br />
venster "Overschrijven" volgen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-103<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.7 Overschrijven<br />
Overschrijven zonder<br />
single block<br />
Cycle Stop<br />
Cycle Start<br />
Overschrijven annuleren<br />
Cycle Start<br />
Na het "Overschrijven" wordt een subprogramma met de inhoud<br />
REPOSA uitgevoerd, dat u kunt volgen.<br />
Laad een programma in de modus "Machine Auto" (zie hfdst.<br />
"Programma voor afwerking selecteren").<br />
Druk op de toets "Cycle Stop" om de afwerking van het<br />
programma te stoppen.<br />
Druk op de softkey "Overschrijven".<br />
Het venster "Overschrijven" wordt geopend.<br />
Voer de gewenste NC-blokken in die moeten worden afgewerkt.<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
De ingevoerde blokken worden afgewerkt. U kunt de afwerking van de<br />
blokken in het venster "Overschrijven" volgen.<br />
Nadat de ingevoerde afgewerkt zijn, kunt u opnieuw blokken<br />
toevoegen.<br />
Druk op de toets "Terug" om "Overschrijven" te verlaten.<br />
Het venster wordt gesloten.<br />
Nu kunt u een bedrijfsmoduswissel uitvoeren.<br />
Als u nogmaals op "Cycle Start" drukt, loopt het voor het overschrijven<br />
geselecteerde programma verder.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-104 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
08/2005 Werkstuk bewerken<br />
3 3.8 Programma testen<br />
3.8 Programma testen<br />
Program.test<br />
Cycle Start<br />
Program.-<br />
test<br />
Als u bij de eerste run van het programma aan de machine een<br />
verkeerde bewerking van het werkstuk wensen te vermijden, gelieve<br />
het programma voordien te testen, zonder de machine-assen te<br />
bewegen.<br />
<strong>ShopTurn</strong> controleert bij de test het programma op volgende verboden<br />
aspecten:<br />
• Geometrische incompatibiliteit<br />
• Mankerende gegevens<br />
• Niet uitvoerbare programma-aaneenschakelingen en sprongen<br />
• Schending van de arbeidsruimte<br />
Syntaxisfouten herkent <strong>ShopTurn</strong> automatisch als het een programma<br />
in de bedieningsmodus "Machine Auto" laadt.<br />
Of <strong>ShopTurn</strong> hulpfuncties (M- en H-functies) uitvoert tijdens de<br />
programmatest, is afhankelijk van de instellingen van de<br />
machinefabrikant.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Tijdens de programmatest kunt u de volgende functies gebruiken:<br />
• Bewerking stoppen met "geprogrammeerde stop" (zie hfdst.<br />
"Programmaverloop beïnvloeden")<br />
• Grafische weergave op het scherm (zie hfdst. "Meetekenen voor<br />
de bewerking van het werkstuk")<br />
Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />
hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />
Druk op de softkey "Prog. beïnvl."<br />
Druk op de softkey "Programma-test".<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
Het programma wordt getest zonder dat de machineassen worden<br />
verplaatst.<br />
Druk opnieuw op de softkey "Programma-test", als u na de<br />
programma-doorloop de testtoestand weer wenst uit te schakelen.<br />
(De softkey is dan weer gedeselecteerd.)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-105<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.9 Programma corrigeren<br />
3.9 Programma corrigeren<br />
Als <strong>ShopTurn</strong> bij het laden van een programma in de<br />
bedieningsmodus "Machine Auto" een syntaxisfout herkend, verschijnt<br />
de fout in de alarmregel. U kunt het programma dan in de programmaeditor<br />
corrigeren.<br />
Afhankelijk van het feit of het programma zich na de onderbreking<br />
door <strong>ShopTurn</strong> in NC-Stop- of Reset-toestand bevindt, kunt u<br />
verschillende correcties uitvoeren.<br />
• NC-Stop-toestand:<br />
U kunt alleen de blokken wijzigen die nog niet aan de machine<br />
werden afgewerkt resp. door de NCK werden ingelezen.<br />
• Reset-toestand:<br />
U kunt alle blokken wijzigen.<br />
Druk op de softkey "Prog.corr.".<br />
Het programma verschijnt in het bedieningsbereik "Programma", het<br />
betreffende blok is gemarkeerd.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts".<br />
Het parameterscherm wordt geopend.<br />
Voer de correcties in.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
De correctie wordt in het actuele programma opgenomen.<br />
Druk op de softkey "Afwerken".<br />
Het programma wordt opnieuw geladen in de bedieningsmodus<br />
"Machine Auto" en u kunt de bewerking van het werkstuk starten.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-106 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />
3.10 G- en hulpfuncties tonen<br />
3.10 G- en hulpfuncties tonen<br />
G-<br />
functie<br />
Alle<br />
G-func.<br />
Hulpfunctie<br />
Als u tijdens het bewerken van een werkstuk bijv. zou willen weten, of<br />
op dat moment de snijkantradiuscorrectie actief is, of, welke<br />
maateenheid gebruikt wordt, schakelt u de indicatie van de G-functies<br />
of hulpfuncties in.<br />
Onder de "G-functie" worden er 16 verschillende G-groepen getoond.<br />
Binnen een G-groep verschijnt telkens de op dat moment in de NCK<br />
actieve G-functie. Bovendien kunt u in de kopregel van het venster de<br />
actieve transformatie zien.<br />
Alternatief verschijnt er onder "Alle G-func." een lijst met alle Ggroepen<br />
met alle bijbehorende G-functies.<br />
Tot de hulpfuncties horen door de machineproducent bepaalde M- en<br />
H-functies, die parameters aan de PLC overdragen en daar door de<br />
machineproducent gedefinieerde reacties veroorzaken.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Er worden max. vijf M-functies en drie H-functies getoond.<br />
Ook bij de afwerking van een stappenreeksprogramma kunt u de in de<br />
NCK actieve G-functies oproepen, daar de <strong>ShopTurn</strong>-functies intern<br />
worden omgezet in G-code.<br />
Druk in de bedieningswijze "Machine manueel" of "Machine auto"<br />
de softkey "G-functie".<br />
In plaats van de parameters T, F en S worden nu de bij het bewerken<br />
op dat moment actieve G-functies binnen een G-groep getoond.<br />
Als u nogmaals op de softkey "G-functie" drukt, verschijnt weer de<br />
statusindicatie "T, F, S<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Alle G-func.".<br />
In plaats van de parameters T, F en S verschijnt er nu een lijst met<br />
alle G-groepen met G-functies. Als u nogmaals op de softkey "Alle Gfunc."<br />
drukt, verschijnt weer de statusindicatie "T, F, S".<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Hulpfunctie".<br />
In plaats van de parameters T, F en S verschijnen nu de bij de<br />
bewerking op dat moment actieve hulpfuncties. Als u nogmaals op de<br />
softkey "Hulpfunctie" drukt, verschijnt weer de statusindicatie "T, F, S".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-107<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.11 Bewerking simuleren<br />
3.11 Bewerking simuleren<br />
Uitgangsmateriaalcontour<br />
De afwerking van het programma kunt u op het scherm grafisch<br />
weergeven om het resultaat van de programmering te controleren<br />
zonder de machineassen te verplaatsen. Op die manier kunt u fou<br />
geprogrammeerde bewerkingsstappen vroeg herkennen en foutieve<br />
bewerkingen aan het werkstuk verhinderen.<br />
Bovendien kunt u door de grafische weergave de bewerking van het<br />
werkstuk aan de machine makkelijk volgen, als het zicht in de<br />
arbeidsruimte bijv. door koelmiddel belemmerd is.<br />
<strong>ShopTurn</strong> geeft bij deze grafische weergave het werkstuk, de<br />
werktuigen, de tegenspil en de achterkop weer met de juiste<br />
proporties. D.w.z. dat voor het werkstuk de geprogrammeerde<br />
afmetingen van het uitgangsmateriaal uit de programmakop worden<br />
gebruikt en dat de werktuigen afhankelijk van type en grootte op een<br />
verschillende manier worden gesymboliseerd. Voor de weergave van<br />
de tegenspil en de achterkop worden de afmetingen overgenomen uit<br />
het invoerscherm "Spillen" (zie hfdst. "Spillen").<br />
Bij de grafische weergave van G-code-programma's geeft <strong>ShopTurn</strong><br />
een vast gedefinieerde uitgangsmateriaalvorm aan, die u willekeurig<br />
kunt wijzigen.<br />
Als u in het hoofdprogramma draaibewerkingen heeft<br />
geprogrammeerd, toont <strong>ShopTurn</strong> bij de start van de grafische<br />
weergave de betreffende uitgangsmateriaalcontour. Op die manier<br />
kunt u de actuele contour makkelijk vergelijken met de contour van het<br />
afgewerkte deel en herkennen waar bij de bewerking restmateriaal<br />
blijft staan.<br />
Weergavevarianten U heeft bij de grafische weergave de keuze tussen drie varianten:<br />
• Simuleren voor de bewerking van het werkstuk<br />
Voor de bewerking van het werkstuk aan de machine kunt u de<br />
afwerking van het programma in snel tempo grafisch weergeven<br />
op het scherm. De machineassen bewegen daarbij niet.<br />
• Meetekenen voor de bewerking van het werkstuk<br />
Voor de bewerking van het werkstuk aan de machine kunt u de<br />
afwerking van het programma met testaanvoer grafisch op het<br />
scherm weergeven. De machineassen bewegen daarbij niet. In<br />
tegenstelling tot de simulatie kunt u de functies voor de<br />
programmabesturing gebruiken, d.w.z. dat u de grafische<br />
afwerking bijv. kunt stoppen of blok per blok kunt laten verlopen.<br />
• Meetekenen tijdens de bewerking van het werkstuk<br />
Terwijl het programma op de machine wordt afgewerkt, kunt u de<br />
bewerking van het werkstuk ook op het scherm volgen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-108 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />
3.11 Bewerking simuleren<br />
Aanzichten Bij alle drie varianten staan de volgende aanzichten ter beschikking:<br />
• 3-venster-aanzicht<br />
• Zijaanzicht<br />
• Vooraanzicht<br />
• Volumemodel<br />
De verplaatsingswegen van de werktuigen worden in kleur<br />
weergegeven:<br />
Rode lijnen = werktuig beweegt in ijlgang<br />
Groene lijn = werktuig beweegt met bewerkingsaanvoer<br />
In alle aanzichten loopt tijdens de grafische afwerking een klok mee.<br />
De aangegeven bewerkingstijd (in uren/minuten/seconden) stemt<br />
ongeveer overeen met de tijd die het programma bij de afwerking op<br />
de machine nodig heeft (incl. werktuigwissel).<br />
Bij programmaonderbrekingen tijdens het meetekenen stopt de klok.<br />
Daarnaast verschijnen nog de actuele ascoördinaten en het<br />
programmablok dat net wordt afgewerkt.<br />
Bij de simulatie worden bovendien nog het actieve werktuig met het<br />
snijkantnummer en de aanvoer getoond.<br />
Transformaties Transformaties worden bij de simulatie resp. bij het meetekenen op<br />
verschillende manieren weergegeven:<br />
• Coördinatentransformaties (verschuiving, skalering, ...) worden<br />
overeenkomstig de programmering aangegeven.<br />
• Nulpuntverschuivingen (G54, ...) veroorzaken in de grafische<br />
weergave alleen een verschuiving van het nulpunt in de richting Z.<br />
Tegenspil Als u bij de programmering de voering van de hoofd- resp. tegenspil<br />
via M-functies opent of sluit, kan <strong>ShopTurn</strong> dit alleen grafisch<br />
weergeven als deze M-functies via machinegegevens aan cycli zijn<br />
toegewezen.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-109<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.11 Bewerking simuleren<br />
3.11.1 Simuleren voor de bewerking van het werkstuk<br />
Simulatie starten<br />
Details<br />
-of-<br />
-of-<br />
-of-<br />
Enkelvoudig<br />
blok<br />
Voor de bewerking van het werkstuk op de machine kunt u de<br />
afwerking van het programma in snel tempo grafisch weergeven op<br />
het scherm om het resultaat van de programmering op een<br />
eenvoudige manier te controleren.<br />
Tijdens de simulatie is ook de aanvoer-override actief.<br />
0%: De simulatie stopt.<br />
≥ 100%: Het programma wordt zo snel mogelijk afgewerkt.<br />
De aanvoer-override voor de simulatie moeten via een<br />
machinegegevensbouwsteen worden geactiveerd.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Druk op de softkey of de toets "Program Manager".<br />
Het directory-overzicht verschijnt.<br />
Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma<br />
wilt simuleren.<br />
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />
Het programma-overzicht verschijnt.<br />
Plaats de cursor op het programma dat u wilt simuleren.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts" of "Input".<br />
Het gekozen programma wordt in het bedieningsbereik "Programma"<br />
weergegeven.<br />
Druk op de softkey "Simulatie".<br />
De afwerking van het programma wordt grafisch weergegeven op het<br />
scherm. De machineassen bewegen daarbij niet.<br />
Druk op de softkeys "Details" en "Afz. blok" als u het programma<br />
blok per blok wilt afwerken.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-110 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />
3.11 Bewerking simuleren<br />
Simulatie stoppen<br />
Simulatie annuleren<br />
Simulatie opnieuw<br />
starten<br />
Simulatie beëindigen<br />
Einde<br />
Druk op de softkey "Stop".<br />
De simulatie wordt gestopt.<br />
Druk op de softkey "Reset".<br />
De simulatie wordt geannuleerd en de onbewerkte basisdeelvorm van<br />
het werkstuk verschijnt opnieuw.<br />
Druk op de softkey "Start".<br />
De simulatie wordt opnieuw gestart.<br />
Druk op de softkey "Einde".<br />
Het arbeidsplan resp. de programmeergrafiek van het programma<br />
verschijnt opnieuw.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-111<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.11 Bewerking simuleren<br />
3.11.2 Meetekenen voor de bewerking van het werkstuk<br />
Test<br />
aanvoer<br />
Cycle Start<br />
Testrun<br />
aanvoer<br />
Program.-<br />
aanzicht<br />
…<br />
Programma<br />
test<br />
Voor de bewerking van het werkstuk op de machine kunt u de<br />
afwerking van het programma grafisch weergeven op het scherm om<br />
het resultaat van de programmering eenvoudig te controleren.<br />
Het meetekenen is een software-optie.<br />
U kunt de geprogrammeerde aanvoer vervangen een door een<br />
testaanvoer om de afwerkingssnelheid te beïnvloeden (zie hfdst.<br />
"Testaanvoer vastleggen").<br />
Bovendien kunt u de grafische afwerking onderbreken resp. sturen,<br />
d.w.z. dat de functies voor de programmabesturing zoals "NC-Stop",<br />
"Enkelvoudig blok", "Aanvoer-override" ent. zijn actief.<br />
Als u i.p.v. de grafische weergave opnieuw de actuele<br />
programmablokken wilt zien, kunt u omschakelen op het programmaaanzicht.<br />
Deze functie moet via machinegegevens worden ingesteld.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />
hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />
Druk op de softkeys "Prog. beïnvl." en "Programma test".<br />
Druk op de softkey "Test aanvoer" als de geprogrammeerde<br />
aanvoersnelheid door een testsnelheid moet worden vervangen.<br />
Druk op de softkey "Meetekenen".<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
De afwerking van het programma wordt grafisch weergegeven op het<br />
scherm. De machineassen bewegen niet.<br />
Druk opnieuw op de softkey "Test aanvoer" als het meetekenen in<br />
de geprogrammeerde aanvoersnelheid moet verlopen. (De<br />
softkey is dan weer gedeselecteerd.)<br />
Druk op de softkey "Programma-aanzicht" als u van de grafische<br />
weergave wilt omschakelen op het programma-aanzicht van de<br />
bedieningsmodus "Machine Auto".<br />
Het registreren van de grafische gegevens loopt verder op de<br />
achtergrond.<br />
Druk op één van de 4 softkeys voor de grafische aanzichten als u<br />
opnieuw wilt omschakelen op de grafische weergave.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-112 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />
3.11 Bewerking simuleren<br />
3.11.3 Meetekenen tijdens de bewerking van het werkstuk<br />
Cycle Start<br />
Als het zicht in de arbeidsruimte tijdens de bewerking van het<br />
werkstuk bijv. door koelmiddel belemmerd is, kunt u de uitvoering van<br />
het programma ook op het scherm volgen.<br />
Het meetekenen is een software-optie.<br />
Het meetekenen van de bewerking kunt u ook inschakelen als de<br />
bewerking van het werkstuk op de machine reeds loopt.<br />
Deze functie moet via machinegegevens worden ingesteld.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Laad een programma in de bedieningsmodus "Machine Auto" (zie<br />
hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />
Druk op de softkey "Meetekenen".<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
De bewerking van het werkstuk op de machine wordt gestart en<br />
grafisch weergegeven op het scherm.<br />
3.11.4 Uitgangsmateriaalvorm voor een G-code-programma veranderen<br />
Instel-<br />
lingen<br />
-of-<br />
Details<br />
><br />
G-code-programma's bevatten geen beschrijving van de<br />
uitgangsmateriaalvorm. Voor de grafische weergave gebruikt<br />
<strong>ShopTurn</strong> daarom een vastgelegde uitgangsmateriaalvorm. Deze kunt<br />
u willekeurig veranderen.<br />
Selecteer "Simulatie" of "Meetekenen".<br />
Druk op de softkeys "Zij-aanzicht" en "Details".<br />
Druk op de softkey "Instellingen".<br />
Selecteer de uitgangsmateriaalvorm (cilinder, buis, rechthoek of<br />
N-hoek).<br />
Voer de gewenste afmetingen in.<br />
Druk op de softkey "Terug".<br />
Bij de volgende grafische weergave van een G-code-programma<br />
worden de ingevoerde afmetingen in aanmerking genomen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-113<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.11 Bewerking simuleren<br />
3.11.5 Verschillende aanzichten van het werkstuk<br />
Bij de grafische weergave heeft u de keuze tussen verschillende<br />
aanzichten om steeds de actuele bewerking op het werkstuk optimaal<br />
te kunnen volgen of fragmenten resp. het volledige aanzicht van het<br />
afgewerkte werkstuk op te roepen.<br />
De volgende aanzichten staan ter beschikking:<br />
• Zijaanzicht<br />
De weergave toont gedeeltelijk het werkstuk in langsdoorsnede en<br />
gedeeltelijk het manteloppervlak.<br />
• Kopaanzicht<br />
De doorsnede van het werkstuk wordt getoond. In de<br />
standaardinstelling wordt de kopzijde van het werkstuk afgebeeld.<br />
Hierbij is de blik altijd van voren op het snijvlak gericht, ook als in<br />
omgekeerde richting of aan de achterkant wordt bewerkt.<br />
• Volumemodel<br />
Het volumemodel is een driedimensionele weergave van het<br />
werkstuk, die pas verschijnt als u de simulatie stopt.<br />
Het volumemodel is een software-optie.<br />
• 3-venster-aanzicht<br />
Het 3-venster-aanzicht toont een zij- en vooraanzicht, en bij de<br />
PCU 50.3 ook een volumemodel. Een fragmentwijziging gebeurt<br />
voor het zij- en vooraanzicht synchroon, het weergegeven<br />
fragment van het volumemodel kunt u hier niet veranderen.<br />
<strong>ShopTurn</strong> geeft bij het volumemodel alleen boor- en<br />
freesbewerkingen permanent aan, de draaibewerkingen worden<br />
telkens geactualiseerd bij een wissel op boor- of freesbewerkingen.<br />
In elk aanzicht kunt u het weergegeven fragment nog verschuiven.<br />
Als u voor de grafische weergave niet voldoende geheugenruimte<br />
heeft, verdwijnt het uitgangsmateriaal van het scherm. Het zij- en<br />
vooraanzicht kunt u nog steeds zien als streepgrafiek.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-114 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />
3.11 Bewerking simuleren<br />
Zijaanzicht<br />
Druk op de softkey "Zijaanzicht".<br />
Zijaanzicht<br />
Informatie voor het veranderen van het fragment vindt u in het<br />
hoofdstuk "Fragment veranderen".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-115<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.11 Bewerking simuleren<br />
Vooraanzicht<br />
Details<br />
><br />
Z-snede<br />
+ of<br />
Z-snede<br />
- of<br />
Druk op de softkey "Vooraanzicht".<br />
Vooraanzicht<br />
Druk op de softkey "Details" als u de doorsnede in Z-richting wilt<br />
verschuiven.<br />
-en-<br />
Druk op de softkey "Z-snede +" of de toets "Page Up" om de<br />
doorsnede in positieve Z-richting te verschuiven.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Z-snede -" of de toets "Page Down" om de<br />
doorsnede in negatieve Z-richting te verschuiven.<br />
Meer informatie voor het veranderen van het fragment vindt u in het<br />
hoofdstuk "Fragment veranderen".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-116 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />
3.11 Bewerking simuleren<br />
Volumemodel<br />
Details<br />
Snede<br />
Snede<br />
><br />
of<br />
Druk op de softkey "Volumemodel".<br />
Volumemodel<br />
Volumemodel weergeven<br />
Druk op de softkey "Stop" als u het volumemodel op actuele<br />
bewerkingstijdstip wilt weergeven.<br />
Druk op de softkeys "Zijaanzicht" en "Start" om de simulatie voort<br />
te zetten.<br />
Aanzicht veranderen<br />
Druk op de softkey "Details" om het aanzicht te veranderen.<br />
-en-<br />
Druk op de softkey "Aanzicht " of "Aanzicht " om het werkstuk<br />
rond de X-as te laten draaien.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Aanzicht " om het werkstuk rond de Z-as te<br />
laten draaien.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Snede" om het werkstuk open te snijden.<br />
-en-<br />
Druk nogmaals op de softkey "Snede" als volumemodel opnieuw<br />
volledig moet worden weergegeven.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-117<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.11 Bewerking simuleren<br />
3-venster-aanzicht<br />
3.11.6 Fragment veranderen<br />
Meer informatie voor het veranderen van het fragment vindt u in het<br />
hoofdstuk "Fragment veranderen".<br />
Druk op de softkey "3-venster-aanzicht".<br />
3-venster-aanzicht<br />
Informatie voor het veranderen van het fragment vindt u in het<br />
hoofdstuk "Fragment veranderen".<br />
Als u het fragment van de grafische weergave wilt verschuiven,<br />
vergroten of verkleinen, om bijv. details weer te geven of later<br />
opnieuw het volledige werkstuk te tonen, gebruikt u de zoom of de<br />
loep.<br />
Met de zoom vergroot of verkleint u het bestaande fragment vanuit het<br />
midden. Vervolgens kunt u het nieuwe fragment nog verschuiven.<br />
Met de loep kunt u het fragment daarentegen eerst zelf bepalen en<br />
dan vergroten of verkleinen.<br />
De zoom-/loep-instellingen zijn programmaspecifiek, d.w.z. dat de<br />
instellingen behouden blijven als u het fragment veranderd en bijv. in<br />
het arbeidsplan terugkeert naar de grafiek. Als u dan een nieuw<br />
programma simuleert, gebruikt <strong>ShopTurn</strong> de standaardinstellingen<br />
van zoom en loep.<br />
Maar ook vanuit een veranderd fragment kunt u terugkeren naar de<br />
standaardinstelling van het werkstuk.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-118 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
3 08/2005 Werkstuk bewerken<br />
3.11 Bewerking simuleren<br />
Details<br />
><br />
Oorspronkelijk fragment<br />
Naar<br />
oorsprong<br />
Zoom<br />
Zoom<br />
+ of +<br />
Zoom<br />
- of<br />
Loep<br />
Loep<br />
Loep<br />
+<br />
Loep<br />
-<br />
Loep<br />
zoom<br />
Bewerkingslijnen wissen<br />
Bovendien kunt u de tot nu toe getekende bewerkingslijnen in de<br />
grafiek wissen, bijv. om een meer overzichtelijke weergave te<br />
verkrijgen.<br />
Druk op de softkey "Details".<br />
Druk op de softkey "Naar oorsprong" als u de oorspronkelijke<br />
grootte van het fragment opnieuw wilt instellen.<br />
Het werkstuk op de hoofd- resp. tegenspil verschijnt.<br />
Druk op de softkey "Zoom +" of de toets "+" om het fragment te<br />
vergroten.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Zoom -" of de toets "-" om het fragment te<br />
verkleinen.<br />
-of-<br />
Druk op een cursortoets om het fragment omhoog, omlaag, naar<br />
links of naar rechts te verschuiven.<br />
Het nieuwe fragment verschijnt.<br />
Druk op de softkey "Loep".<br />
Een rechthoekige loep verschijnt op het scherm.<br />
Druk op een cursortoets om de loep omhoog, omlaag, naar links<br />
of naar rechts te verschuiven.<br />
Druk op de softkey "Loep +" als u het met de loep gekozen<br />
fragment wilt vergroten.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Loep -" als u het met de loep gekozen<br />
fragment wilt verkleinen.<br />
Druk op de softkey "Loep zoom".<br />
Het nieuwe fragment verschijnt.<br />
Druk op de toets "Del".<br />
De aangegeven bewerkingslijnen worden gewist.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-119<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.12 Instellingen voor de automatische modus<br />
3.12 Instellingen voor de automatische modus<br />
3.12.1 Testaanvoer vastleggen<br />
Auto<br />
Voor het automatisch bedrijf configureert u de voorinstellingen voor de<br />
volgende functies:<br />
• Programmaverloop onder Auto<br />
Voor de grafische weergave van een programma kan de<br />
aanvoersnelheid van de testrun worden aangegeven<br />
• Werkstukteller<br />
Voor de telling van de werkstukken bij G-Code-programma's staan<br />
tellers ter beschikking die het aantal vereiste en het totaal aantal<br />
geproduceerde werkstukken aangeven.<br />
Voor de bewerking van een werkstuk test u het programma zonder de<br />
machineassen te bewegen. Voor een vroegtijdige herkenning van<br />
fouten in de programmering staat de meetekenfunctie ter beschikking.<br />
Hiervoor kunt u de door u vasgelegde testaanvoer gebruiken (zie<br />
hfdst. "Meetekenen voor de bewerking van het werkstuk").<br />
De aanvoersnelheid kan tijdens het lopend bedrijf worden veranderd.<br />
Schakel in de bedrijfsmodus "Machine Auto" op de uitgebreide<br />
horizontale softkey-balk.<br />
Druk op de sofktey "ShopT. inst.".<br />
Voer in "Testaanvoer" de gewenste testsnelheid in.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-120 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
08/2005 Werkstuk bewerken<br />
3 3.12 Instellingen voor de automatische modus<br />
3.12.2 Werkstukteller parametreren<br />
Aantal werkstukken<br />
Auto<br />
Met behulp van de "<strong>ShopTurn</strong> instellingen" kunt u invloed uitoefenen<br />
op de telleractivering en het reset-tijdstip.<br />
De weergave van de benodigde en de momenteel bewerkte<br />
werkstukken verschijnt in het venster met de machinelooptijden (zie<br />
hfdst. "Looptijden").<br />
Schakel in de bedrijfsmodus "Machine Auto" op de uitgebreide<br />
horizontale softkey-balk.<br />
Druk op de sofktey "ShopT. inst.".<br />
Voer in het veld "Werkstukken doel" het vereiste aantal<br />
werkstukken in.<br />
In "Werkstukken act" staat het aantal werkstukken sinds de start van<br />
het programma.<br />
Zodra het gedefinieerde aantal werkstukken bereikt is, wordt de<br />
weergave van het actuele aantal werkstukken automatisch opnieuw<br />
op nul gezet.<br />
De selectie van de teller is afhankelijk van de instelling van een<br />
machinegegevenseenheid.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
De doel- en act-cijfers van de werkstukteller kunnen ook tijdens het<br />
programma worden gewijzigd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 3-121<br />
3
Werkstuk bewerken 08/2005<br />
3 3.12 Instellingen voor de automatische modus<br />
Voor notities<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
3-122 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
3
4 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />
4.1 Programmastructuur ............................................................................................. 4-124<br />
4.2 Basis..................................................................................................................... 4-126<br />
4.2.1 Bewerkingsvlakken ............................................................................................... 4-126<br />
4.2.2 Bewerkingscyclus benaderen/verlaten.................................................................. 4-128<br />
4.2.3 Absolute en incrementele maat............................................................................. 4-130<br />
4.2.4 Poolcoördinaten.................................................................................................... 4-132<br />
4.2.5 Rekenmachine...................................................................................................... 4-133<br />
4.2.6 Passingen ............................................................................................................. 4-135<br />
4.3 Stappenreeksprogramma...................................................................................... 4-136<br />
4.3.1 Overzicht............................................................................................................... 4-136<br />
4.3.2 Nieuw programma aanleggen ............................................................................... 4-138<br />
4.3.3 Programmablokken creëren.................................................................................. 4-143<br />
4.3.4 Programmablokken veranderen............................................................................ 4-147<br />
4.3.5 Programma-editor................................................................................................. 4-148<br />
4.3.6 Aantal aangeven................................................................................................... 4-151<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-123<br />
4
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />
4 4.1 Programmastructuur<br />
4.1 Programmastructuur<br />
Programmakop<br />
Programmablokken<br />
Verbonden<br />
programmablokken<br />
Een stappenreeksprogramma is onderverdeeld in drie bereiken:<br />
• Programmakop<br />
• Programmablokken<br />
• Programma-einde<br />
Deze deelbereiken vormen een arbeidsplan.<br />
Programmakop<br />
Programmablokken<br />
Programmaeinde<br />
Programmastructuur<br />
SHOPTURN<br />
Verspanen<br />
SHOPTURN_CONT_023<br />
SHOPTURN_CONT_024<br />
Verspanen<br />
Restverspanen<br />
Ondersnijding GDIN<br />
Centreren<br />
Boren<br />
Voll. gatencirkel<br />
Programmaeinde<br />
T=VOORBEW.WKT._3 FO.3/O S160U<br />
T=VOORBEW.WKT._8 FO.3/O V160m<br />
T=VOORBEW.WKT._5 F1/O S100U<br />
T=NABEWERK.WKT._3 F0.2/O S150U<br />
T=BOOR_7 F1/min S1U Z1=1ink<br />
T=BOOR_7 F0.1/min V160m Z1=5ink<br />
De programmakop bevat parameters die geldig zijn voor het volledige<br />
programma, zoals bv. uitgangsmateriaalafmetingen of<br />
terugtrekvlakken.<br />
In de programmablokken legt u de verschillende bewerkingsstappen<br />
vast. Daarbij geeft u o.a. technologiegegevens en posities aan.<br />
Programmablok<br />
Recht. kamer<br />
Technologiegegevens en<br />
positie-indicaties<br />
Tekst;<br />
bijv. naam van de bewerking<br />
Bloknummer;<br />
wordt gegenereerd door de besturing<br />
Symbool;<br />
geeft aan wat bewerkt wordt<br />
Bij de functies "Contourdraaien", "Contourfrezen", "Frezen" en "Boren"<br />
programmeert u technologieblokken en contouren resp.<br />
positioneerblokken afzonderlijk. Deze programmablokken worden<br />
door de besturing automatisch verbonden en in het arbeidsplan door<br />
rechte haakjes verbonden.<br />
In de technologieblokken geeft u aan hoe en in welke vorm de<br />
bewerking moet gebeuren, bv. eerst centreren en dan boren. In de<br />
positioneerblokken legt u de posities voor de boor- resp.<br />
freesbewerkingen vast, bv. de boringen in een volledige cirkel aan de<br />
frontzijde plaatsen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
4-124 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
4
4 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />
4.1 Programmastructuur<br />
Programma-einde<br />
Centreren<br />
Boren<br />
Voll. gatencirkel<br />
Technologieblok en positioneerblok<br />
SHOPTURN_CONT_023<br />
SHOPTURN_CONT_024<br />
Verspanen<br />
Restverspanen<br />
Contour en technologieblok<br />
Technologieblokken<br />
Positioneerblok<br />
Contouren<br />
Technologieblokken<br />
Het programma-einde signaleert de machine dat de bewerking van<br />
het werkstuk afgesloten is. Bovendien kunt u hier het aantal<br />
werkstukken vastleggen dat u wilt bewerken.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-125<br />
4
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />
4 4.2 Basis<br />
4.2 Basis<br />
4.2.1 Bewerkingsvlakken<br />
De bewerking van een werkstuk kan op verschillende vlakken<br />
gebeuren. Telkens twee coördinaatassen bepalen een<br />
bewerkingsvlak. Bij draaimachines met X-, Z- en C-as staan drie<br />
vlakken ter beschikking:<br />
• Draaien<br />
• Front<br />
• Mantel<br />
Voor de bewerkingsvlakken front en mantel moeten de CNC-ISOfuncties<br />
"Frontvlakbewerking" (Transmit) en<br />
"Cilindermanteltransformatie" (Tracyl) ingesteld zijn.<br />
De functies zijn een software-optie.<br />
Bij draaimachines met bijkomende Y-as worden de<br />
bewerkingsvlakken nog met twee vlakken uitgebreid:<br />
• Front Y<br />
• Mantel Y<br />
De vlakken front en mantel heten dan Front C en Mantel C.<br />
Als het bij de Y-as om een schuine as gaat (d.w.z. dat deze as niet<br />
loodrecht t.o.v. de anderen staat), kunt u ook de bewerkingsvlakken<br />
"Front Y" en "Mantel Y" kiezen en de verplaatsingsbewegingen in<br />
cartesiaanse coördinaten programmeren. De besturing transformeert<br />
de geprogrammeerde verplaatsingsbewegingen van het cartesiaanse<br />
coördinatensysteem dan automatisch in de verplaatsingsbewegingen<br />
van de schuine as.<br />
Voor de transformatie van de geprogrammeerde<br />
verplaatsingsbewegingen heeft <strong>ShopTurn</strong> de CNC-ISO-functie<br />
"Schuine as" (Traang) nodig.<br />
De functie is een software-optie.<br />
De keuze van het bewerkingsvlak is geïntegreerd in de<br />
parameterschermen van de verschillende boor- en freescycli. Bij<br />
draaicycli en bij "Boren midden" en "Schroefdraad midden" selecteert<br />
<strong>ShopTurn</strong> automatisch het vlak Draaien. Voor de functies "Rechte" en<br />
"Cirkel" moet u het bewerkingsvlak afzonderlijk aangeven.<br />
De instellingen voor het bewerkingsvlak werken altijd modaal, d.w.z.<br />
tot u een ander vlak selecteert.<br />
De bewerkingsvlakken zijn als volgt gedefinieerd:<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
4-126 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
4
4 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />
4.2 Basis<br />
Draaien<br />
Front/Front C<br />
Mantel/Mantel C<br />
Front Y<br />
Mantel Y<br />
Y<br />
Front<br />
Mantel<br />
Bewerkingsvlakken<br />
Draaien<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-127<br />
Z<br />
Het bewerkingsvlak stemt overeen met het Z/X-vlak (G18).<br />
Het bewerkingsvlak Front/Front C stemt overeen met het X/Y-vlak<br />
(G17).<br />
Bij machines zonder Y-as kunnen de werktuigen echter alleen in het<br />
Z/X-vlak worden verplaatst. <strong>ShopTurn</strong> transformeert daarom de door u<br />
ingevoerde X/Y-coördinaten automatisch in een beweging van de X-<br />
en C-as.<br />
De frontvlakbewerking met C-as kunt u bij het boren en frezen<br />
gebruiken, bv. als u een kamer in het frontvlak wilt frezen. Daarbij<br />
heeft u telkens de keuze tussen voorste en achterste frontvlak.<br />
Het bewerkingsvlak Mantel/Mantel C stemt overeen met het Y/Z-vlak<br />
(G19). Bij machines zonder Y-as kunnen de werktuigen echter alleen<br />
in het Z/X-vlak worden verplaatst. <strong>ShopTurn</strong> transformeert daarom de<br />
door u ingevoerde Y/z-coördinaten automatisch in een beweging van<br />
de C- en Z-as.<br />
De mantelvlakbewerking met C-as kunt u bij het boren en frezen<br />
gebruiken, bv. als u een groef met constante diepte in de mantel wilt<br />
frezen. U heeft daarbij telkens de keuze tussen binnen- en buitenvlak.<br />
Het bewerkingsvlak Front Y stemt overeen met het X/Y-vlak (G17).<br />
De frontvlakbewerking met Y-as kunt u bij het boren en frezen<br />
gebruiken, bv. als u een kamer in het frontvlak wilt frezen. Daarbij<br />
heeft u telkens de keuze tussen voorste en achterste frontvlak.<br />
Het bewerkingsvlak Y stemt overeen met het Y/Z-vlak (G19).<br />
De mantelvlakbewerking met Y-as kunt u bij het boren en frezen<br />
gebruiken, bv. als u een kamer met vlakke bodem in de mantel wilt<br />
frezen of boringen wilt maken die niet naar het midden wijzen. U heeft<br />
daarbij telkens de keuze tussen binnen- en buitenvlak.<br />
X<br />
4
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />
4 4.2 Basis<br />
4.2.2 Bewerkingscyclus benaderen/verlaten<br />
Het benaderen/verlaten van de bewerkingscyclus verloopt, indien u<br />
geen speciale cyclus heeft gedefinieerd (zie hfdst. "Benaderings-<br />
/verlatingscyclus programmeren"), altijd volgens hetzelfde patroon. Als<br />
uw machine over een achterkop beschikt, kunt u ook deze bij het<br />
verplaatsen in acht nemen.<br />
Het terugtrekken voor een cyclus eindigt op de veiligheidsafstand. Pas<br />
de volgende cyclus gaat naar het terugtrekvlak. Hierdoor wordt het<br />
gebruik van de speciale benaderings-/verlatingscyclus mogelijk (zie<br />
hfdst. "Benaderings-/verlatingscyclus programmeren").<br />
<strong>ShopTurn</strong> neemt bij de keuze van de verplaatsingswegen altijd de<br />
werktuigpunt in acht, d.w.z. dat de uitzetting van het werktuig niet in<br />
acht wordt genomen. Zorg er daarom voor dat de terugtrekvlakken ver<br />
genoeg van het werkstuk verwijderd liggen.<br />
Terugtrekvlak<br />
Bewerkingscyclus benaderen/verlaten<br />
Veiligheidsafstand<br />
Werktuigwisselpunt<br />
Ijlgang<br />
Bewerkingsaanvoer<br />
• Het werktuig beweegt in ijlgang van het werktuigwisselpunt via de<br />
kortste weg naar het terugtrekvlak, dat parallel t.o.v. het<br />
bewerkingsvlak verloopt.<br />
• Daarna beweegt het werktuig in ijlgang naar de veiligheidsafstand.<br />
• Vervolgens wordt de bewerking van het werkstuk met de<br />
geprogrammeerde bewerkingsaanvoer uitgevoerd.<br />
• Na de bewerking wordt het werktuig in ijlgang verticaal<br />
teruggetrokken op de veiligheidsafstand.<br />
• Daarna beweegt het werktuig verder verticaal naar het<br />
terugtrekvlak.<br />
• Van daar uit beweegt het werktuig in ijlgang via de kortste weg<br />
naar het werktuigwisselpunt.<br />
Als het werktuig tussen twee bewerkingen niet gewisseld hoeft te<br />
worden, beweegt het van het terugtrekvlak naar de volgende<br />
bewerkingscyclus.<br />
De spil (hoofd-, werktuig- of tegenspil) begint onmiddellijk na de<br />
werktuigwissel te draaien.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
4-128 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
4
4 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />
4.2 Basis<br />
Achterkop in acht nemen<br />
Het werktuigwisselpunt, het terugtrekvlak en de veiligheidsafstand<br />
definieert u in de programmakop (zie hfdst. "Nieuw programma<br />
aanleggen").<br />
Terugtrekvlak<br />
Veiligheidsafstand<br />
Werktuigwisselpunt<br />
Ijlgang<br />
Bewerkingsaanvoer<br />
Benaderen/verlaten met inachtneming van een achterkop<br />
• Het werktuig beweegt in ijlgang van het werktuigwisselpunt via de<br />
kortste weg naar het beschermvlak XR van de achterkop.<br />
• Daarna beweegt het werktuig in ijlgang in X-richting op het<br />
terugtrekvlak toe.<br />
• Daarna beweegt het werktuig in ijlgang naar de veiligheidsafstand.<br />
• Vervolgens wordt de bewerking van het werkstuk met de<br />
geprogrammeerde bewerkingsaanvoer uitgevoerd.<br />
• Na de bewerking wordt het werktuig in ijlgang verticaal<br />
teruggetrokken op de veiligheidsafstand.<br />
• Daarna beweegt het werktuig verder verticaal naar het<br />
terugtrekvlak.<br />
• Vervolgens beweegt het werktuig in X-richting naar het<br />
beschermvlak XR van de achterkop.<br />
• Van daar uit beweegt het werktuig in ijlgang via de kortste weg<br />
naar het werktuigwisselpunt.<br />
Als het werktuig tussen twee bewerkingen niet gewisseld hoeft te<br />
worden, beweegt het van het terugtrekvlak naar de volgende<br />
bewerkingscyclus.<br />
Het werktuigwisselpunt, het terugtrekvlak, de veiligheidsafstand en de<br />
beschermzone voor de achterkop definieert u in de programmakop<br />
(zie hfdst. "Nieuw programma aanleggen").<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-129<br />
XR<br />
4
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />
4 4.2 Basis<br />
4.2.3 Absolute en incrementele maat<br />
Bij het aanmaken van een stappenreeksprogramma kunt u posities in<br />
absolute of incrementele maten vastleggen, afhankelijk van het<br />
maatsysteem op de werkstuktekening.<br />
U kunt absolute en incrementele maten ook door elkaar gebruiken,<br />
d.w.z. één coördinaat in absolute en een andere in incrementele maat<br />
invoeren.<br />
Voor de vlakke as (hier X-as) is in de machinegegevens vastgelegd of<br />
de diameter of radius in absolute resp. incrementele maat wordt<br />
geprogrammeerd.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
Absolute maat (ABS) Bij absolute maten hebben alle positie-indicaties betrekking op het<br />
nulpunt van het actieve coördinatensysteem.<br />
Absolute maat<br />
P4<br />
P3 P2<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
4-130 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
35<br />
25<br />
15<br />
P1<br />
7,5<br />
X<br />
Ø 25<br />
Ø 40<br />
Ø 60<br />
De positie-indicaties voor de punten P1 tot P4 in absolute maat luiden<br />
m.b.t. het nulpunt:<br />
P1: X25 Z-7.5<br />
P2: X40 Z-15<br />
P3: X40 Z-25<br />
P4: X60 Z-35<br />
Z<br />
4
4 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />
4.2 Basis<br />
Incrementele maat (INC)<br />
Bij de incrementele maat, ook kettingmaat genoemd, heeft een<br />
positie-indicatie telkens betrekking op het voordien geprogrammeerde<br />
punt. D.w.z. dat de invoerwaarde overeenstemt met de af te leggen<br />
weg. In de regel speelt het voorteken bij het invoeren van de<br />
incrementele waarde geen rol. <strong>ShopTurn</strong> evalueert alleen de waarde<br />
van het increment. Bij enkele parameters geeft het voorteken echter<br />
de verplaatsingsrichting aan. Deze uitzonderingen zijn aangegeven in<br />
de parametertabel van de betreffende functies.<br />
P4<br />
10<br />
Incrementele maat<br />
P3 P2<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-131<br />
10<br />
7,5<br />
P1<br />
7,5<br />
De positie-indicaties voor de punten P1 tot P4 in kettingmaat luiden:<br />
P1: X25 Z-7.5 (m.b.t. het nulpunt)<br />
P2: X15 Z-7.5 (m.b.t. P1)<br />
P3: Z-10 (m.b.t. P2)<br />
P4: X20 Z-10 (m.b.t. P3)<br />
X<br />
10<br />
7,5<br />
Z<br />
4
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />
4 4.2 Basis<br />
4.2.4 Poolcoördinaten<br />
Posities kunnen ook door rechthoekige coördinaten of<br />
poolcoördinaten worden aangegeven.<br />
Wordt een punt in een werkstuktekening bepaald door een waarde<br />
voor elke coördinaatas, kunt u de positie met rechthoekige<br />
coördinaten makkelijk invoeren in het parameterscherm. Bij<br />
werkstukken met cirkelbogen of hoekindicaties is het vaak makkelijker<br />
de posities in te voeren met poolcoördinaten.<br />
Poolcoördinaten kunt u alleen programmeren bij de functies "Rechte<br />
cirkel" en "Contourfrezen".<br />
Het punt waarvan de maatindicatie in poolcoördinaten uitgaat, heet<br />
"Pool".<br />
Poolcoördinaten<br />
P3<br />
P2<br />
P1<br />
30°<br />
30°<br />
30°<br />
Pool<br />
De positie-indicaties voor de pool en de punten P1 tot P3<br />
poolcoördinaten luiden:<br />
Pool: X30 Z30 (m.b.t. het nulpunt)<br />
P1: L30 α30° (m.b.t. de pool)<br />
P2: L30 α60° (m.b.t. de pool)<br />
P3: L30 α90° (m.b.t. de pool)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
4-132 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
30<br />
X<br />
30 30<br />
Z<br />
4
4 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />
4.2 Basis<br />
4.2.5 Rekenmachine<br />
De rekenmachine is een hulpmiddel waarmee u tijdens de<br />
programmering eenvoudig parameterwaarden kunt berekenen. Als de<br />
diameter van een werkstuk slechts indirect is aangegeven, d.w.z. dat<br />
de diameter uit meerdere maatindicaties moet worden berekend, kunt<br />
u de berekening van de diameter direct in het invoerveld van deze<br />
parameter uitvoeren.<br />
De berekening van een parameterwaarde gebeurt altijd in het<br />
invoerveld van de parameter. Daarbij kunt u een willekeurig aantal<br />
bewerkingen van het volgende type uitvoeren.<br />
• Operatoren<br />
+ optellen<br />
- aftrekken<br />
* vermenigvuldigen<br />
/ delen<br />
() haakjes<br />
MOD modulo-operatie<br />
AND AND-operator<br />
OR OR-operator<br />
NOT NOT-operator<br />
• Constanten<br />
PI 3.14159265358979323846<br />
TRUE 1<br />
FALSE 0<br />
• Functies<br />
SIN(x) sinus van x, (x in graden)<br />
COS(x) cosinus van x, (x in graden)<br />
TAN(x) tangens van x, (x in graden)<br />
ATAN2(x,y) arcustangens van x/y, (x en y in graden)<br />
SQRT(x) wortel van x<br />
ABS(x) absolute waarde van x<br />
U kunt maximaal 256 tekens invoeren in een veld.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-133<br />
4
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />
4 4.2 Basis<br />
of =<br />
of =<br />
Voorbeeld:<br />
Werktuigslijtage +0.1<br />
Voorbeeld:<br />
Diameter berekenen<br />
Plaats de cursor op een invoerveld in een parameterscherm.<br />
Druk op de toets "Insert" of "=".<br />
De rekenmachine is actief.<br />
Voer een rekencommando in.<br />
U kunt de rekensymbolen, getallen en komma's gebruiken.<br />
Druk op de toets "Input" of "=".<br />
De nieuwe waarde wordt berekend en verschijnt in het invoerveld. De<br />
rekenmachine wordt uitgeschakeld.<br />
Als u in een invoerveld eerst een oudere waarde wilt wissen, drukt op<br />
de toets "Backspace".<br />
Plaats de cursor op het invoerveld "ΔLengteX" in de<br />
werktuigslijtagelijst.<br />
Druk op de toets "Insert".<br />
Voer een rekeninstructie in: + 0.1<br />
Druk op de toets "Input".<br />
∅120<br />
Werkstuktekening<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
4-134 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
∅A<br />
160<br />
∅50<br />
40<br />
30<br />
4
4 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />
4.2 Basis<br />
4.2.6 Passingen<br />
Plaats de cursor op het invoerveld "X" in een parameterscherm.<br />
Druk op de toets "Insert".<br />
Voer een rekeninstructie in: 30 * 2 + 50<br />
Druk op de toets "Input".<br />
Om uw werkstuk heel precies aan te maken, kunt u bij de<br />
programmering de passingmaat direct in het parameterscherm<br />
invoeren.<br />
De passingmaat geeft u als volgt aan:<br />
F diameter-/lengte-indicatie Tolerantieklasse Tolerantiekwaliteit<br />
Daarbij geeft "F" aan dat er een passingmaat volgt. Tussen de<br />
verschillende elementen kunt u een willekeurig aantal spaties<br />
invoegen.<br />
Voorbeeld: F 20h7<br />
Mogelijke tolerantieklassen:<br />
A, B, C, D, E, F, G, H, J, JS, T, U, V, X, Y, Z, ZA, ZB, ZC<br />
Hoofdletter: boringen<br />
Kleine letter: assen<br />
Mogelijke tolerantiekwaliteiten:<br />
1 tot 18, voorzover deze niet beperkt zijn door de DIN-norm 7150.<br />
Plaats de cursor op een invoerveld in een parameterscherm.<br />
Voer de passing in.<br />
Druk op de toets "Input".<br />
De besturing berekent automatisch het gemiddelde uit de hoogste en<br />
de laagste grenswaarde.<br />
Om een kleine letter in te voeren, markeert u de ingevoerde<br />
hoofdletters met de cursor en drukt u op de toets "Select". Als u<br />
nogmaals op de toets drukt, verschijnen opnieuw een hoofdletter.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-135<br />
4
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
4.3 Stappenreeksprogramma<br />
4.3.1 Overzicht<br />
Voor stappenreeksprogramma's die u direct aan de machine opstelt,<br />
heeft u een software-optie nodig.<br />
Bij het aanmaken van een stappenreeksprogramma volgt u altijd het<br />
volgende schema:<br />
• Nieuw programma aanleggen<br />
• Programmanaam toekennen<br />
• Programmakop invullen<br />
• Verschillende bewerkingsstappen programmeren<br />
U heeft de keuze uit de volgende bewerkingsstappen.<br />
Werktuig<br />
<br />
><br />
Rechte<br />
><br />
Cirkel<br />
middelp. ><br />
Cirkel<br />
radius ><br />
Polair<br />
><br />
Naderen/<br />
Verwijderen<br />
<br />
<br />
Boren<br />
midden ><br />
Schroefdr.<br />
midden ><br />
Boren<br />
Wrijven ><br />
Diepboren<br />
><br />
Schroefdraad<br />
> <br />
Posities<br />
><br />
Positie<br />
herhalen ><br />
Verspanen<br />
><br />
Insteken<br />
><br />
Schroefdr.<br />
boren<br />
Schroefdr.frezen<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
4-136 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
4
08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
<br />
<br />
<br />
Ondersnijding<br />
><br />
Schroefdraad<br />
><br />
Afsteken<br />
><br />
Nieuwe<br />
contour ><br />
Verspanen<br />
><br />
Verspanen<br />
rest ><br />
Steken<br />
><br />
Steken<br />
rest ><br />
Steekdraaien<br />
><br />
Steekdr.<br />
rest ><br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-137<br />
Lamer<br />
Tap<br />
><br />
><br />
<strong>Sl</strong>euf<br />
><br />
Meerkant<br />
><br />
Gravure<br />
Contour-<br />
frezen > <br />
Markering<br />
zetten ><br />
Herhaling<br />
><br />
Subprogramma<br />
><br />
Tegen-<br />
spil ><br />
Nieuwe<br />
contour ><br />
Baanfrezen<br />
><br />
Voorboren<br />
><br />
Kamer<br />
frezen<br />
Kamer<br />
restmat.<br />
Tap<br />
frezen<br />
Tap<br />
restmat.<br />
4
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
4.3.2 Nieuw programma aanleggen<br />
Instellingen<br />
><br />
Transformaties<br />
> <br />
Nulpunt<br />
versch. ><br />
Verschuiving<br />
><br />
Rotatie<br />
><br />
Scalering<br />
><br />
Spiegeling<br />
><br />
Rotatie<br />
C-as<br />
Voor elk nieuw werkstuk dat u wilt maken, legt u een eigen<br />
programma aan. Het programma bevat de verschillende<br />
bewerkingsstappen die uitgevoerd moeten worden om het werkstuk<br />
aan te maken.<br />
Als u een nieuw programma aanlegt, wordt automatisch een<br />
programmakop en een programma-einde gedefinieerd. In de<br />
programmakop moet u de volgende parameters instellen, die in het<br />
volledige programma actief zijn.<br />
NPV Nulpuntverschuiving waarin het nulpunt van het werkstuk is<br />
opgeslagen.<br />
U kunt deze voorinstelling van de parameter ook wissen als u geen<br />
nulpuntverschuiving wenst aan te geven.<br />
Maateenheid<br />
Basisdeel<br />
De instelling van de maateenheid (millimeter of inch) in de<br />
programmakop heeft alleen betrekking op de positie-indicaties in het<br />
actuele programma. Alle andere informatie, zoals aanvoer of<br />
werktuigcorrecties voert u in de maateenheid in die u voor de<br />
volledige machine heeft ingesteld.<br />
Voor het uitgangsmateriaal van het werkstuk moet u de vorm (cilinder,<br />
buis, rechthoek of N-hoek) en de afmetingen definiëren.<br />
W: uitgangsmateriaalbreedte - alleen bij rechthoek<br />
L: uitgangsmateriaallengte - alleen bij rechthoek<br />
N: aantal randen - alleen bij N-hoek<br />
L: randlengte (alternatief voor SW) - alleen bij N-hoek<br />
SW: sleutelbreedte (alternatief voor L) - alleen bij N-hoek<br />
XA: buitendiameter (abs) - alleen bij cilinder en buis<br />
XI: binnendiamter (abs of inc) - alleen bij buis<br />
ZA: beginmaat (abs)<br />
ZI: eindmaat (abs of inc)<br />
ZB: bewerkingsmaat (abs of inc)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
4-138 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
4
08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
Terugtrekken<br />
Uitgangsmateriaal cilinder<br />
Uitgangsmateriaal buis<br />
Het terugtrekbereik markeert het bereik waarbuiten een collisievrije<br />
verplaatsing van de assen mogelijk moet zijn.<br />
Voor elke aanloopinrichting definieert u een terugtrekvlak die bij het<br />
positioneren alleen in de aanlooprichting wordt doorlopen. De<br />
terugtrekvlakken zijn afhankelijk van de vorm van het<br />
uitgangsmateriaal en de aard van de terugtrekking (eenvoudig,<br />
uitgebreid of alle).<br />
XRA: buitenste terugtrekvlak in X-richting (abs)<br />
XRI: binnenste terugtrekvlak in X-richting (abs of inc)<br />
ZRA: buitenste terugtrekvlak in Z-richting (abs)<br />
ZRI: binnenste terugtrekvlak in Z-richting (abs of inc)<br />
De terugtrekvlakken XRA en XRI worden altijd cirkelvormig rond het<br />
uitgangsmateriaal gelegd, ook bij een rechthoek of N-hoek.<br />
Terugtrekking buis: eenvoudig<br />
Terugtrekking buis: alle<br />
Het terugtrekken voor een cyclus eindigt op de veiligheidsafstand. Pas<br />
de volgende cyclus gaat naar het terugtrekvlak. Hierdoor wordt het<br />
gebruik van de speciale benaderings-/verlatingscyclus mogelijk (zie<br />
hfdst. "Benaderings-/verlatingscyclus programmeren").<br />
Een verandering van het terugtrekvlak wordt daarom reeds bij het<br />
verlaten van de vorige bewerking actief (zie hfdst. "Programmainstellingen<br />
wijzigen").<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-139<br />
4
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
Achterkop<br />
Werktuigwisselpunt<br />
Veiligheidsafstand<br />
Toerentalgrenzen<br />
<strong>ShopTurn</strong> neemt bij de keuze van de verplaatsingswegen altijd de<br />
werktuigpunt in acht, d.w.z. dat de uitzetting van het werktuig niet in<br />
acht wordt genomen. Zorg er daarom voor dat de terugtrekvlakken ver<br />
genoeg van het werkstuk verwijderd liggen.<br />
Als uw machine over een achterkop beschikt, kunt u het<br />
terugtrekbereik nog uitbreiden om bij het verplaatsen van de assen<br />
een botsing met de achterkop te vermijden.<br />
Voer het terugtrekvlak XRR van de achterkop in absolute maat in.<br />
De revolver beweegt met zijn nulpunt naar het werktuigwisselpunt toe<br />
en brengt het gewenste werktuig in de bewerkingspositie. Het<br />
werktuigwisselpunt moet zo ver buiten het terugtrekbereik liggen dat<br />
bij het zwenken van de revolver geen werktuig in het terugtrekbereik<br />
steekt.<br />
U kunt de actuele werktuigpositie als werktuigwisselpunt vastleggen<br />
(werktuigwisselpunt teachen) of u moet de coördinaten van het<br />
werktuigwisselpunt XT en ZT direct op het parameterscherm invoeren.<br />
Het teachen van het werktuigwisselpunt is alleen mogelijk als u het<br />
machinecoördinatensysteem (MCS) heeft geselecteerd.<br />
Bedenk dat het werktuigwisselpunt betrekking heeft op het nulpunt<br />
van de revolver en niet op de werktuigpunt.<br />
Werktuigwisselpunt<br />
De veiligheidsafstand SC definieert hoe dicht het werktuig het<br />
werkstuk in ijlgang mag naderen.<br />
De veiligheidsafstand moet u invoeren zonder voorteken incrementeel<br />
invoeren.<br />
Als u het werkstuk met constante snijsnelheid wilt bewerken, moet<br />
<strong>ShopTurn</strong> het spiltoerental verhogen zodra de werkstukdiameter<br />
kleiner wordt. Daar het toerental niet willekeurig kan worden<br />
verhoogd, kunt u afhankelijk van vorm, grootte en materiaal van het<br />
werkstuk of de voering een toerental voor de hoofdspil (S1) en de<br />
tegenspil (S3) vastleggen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
4-140 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
4
08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
Nieuw<br />
Nulpunt<br />
versch.<br />
<strong>ShopTurn</strong><br />
programma<br />
-of-<br />
De machinefabrikant legt slechts een toerentalgrens voor de machine<br />
vast, d.w.z. geen grens die afhankelijk is van het werkstuk.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
Druk op de softkey "Programma".<br />
Kies de directory waarin u een nieuw programma wilt creëren.<br />
Druk op de softkeys "Nieuw" en "<strong>ShopTurn</strong> Programma".<br />
Voer een programmanaam in.<br />
De programmanaam mag max. 24 tekens bevatten. Toegelaten<br />
zijn alle letters (zonder umlaut), cijfers en liggende streepjes ( _).<br />
<strong>ShopTurn</strong> vervangt kleine letters automatisch door hoofdletters.<br />
Druk op de softkey "OK" of op de toets "Input".<br />
Het parameterscherm "Programmakop" wordt geopend.<br />
PROGRAMMA<br />
Rechte<br />
Cirkel Boren Draaien<br />
Programmakop parametreren<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-141<br />
Contourdraaien<br />
Programmakop<br />
Uitgangsmat.: Cilinder<br />
Terugtrekken: eenvoudig<br />
Werktuigwisselpunt:<br />
Veiligheidsafstand:<br />
Toerentalgrenzen:<br />
Nulpuntverschuiving<br />
MCS<br />
O<br />
O<br />
4<br />
Nulpuntversch.<br />
Wkt.w.pnt<br />
teachen<br />
Annuleren<br />
Overname<br />
Frezen Diversen Simulatie Afwerken<br />
Selecteer een nulpuntverschuiving, voer een nulpuntverschuiving<br />
in of roep met de softkey "Nulpuntversch." de<br />
nulpuntverschuivingslijst op als u daar een nulpuntverschuiving<br />
wilt selecteren.<br />
Voer de andere parameters in.
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
Wkt.w.pnt<br />
teachen<br />
Druk op de softkey "Wkt.w.pnt teachen" als u de actuele positie<br />
van het werktuig als werktuigwisselpunt wilt vastleggen.<br />
De coördinaten van het werktuig worden overgenomen door de<br />
parameters XT en ZT.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Het arbeidsplan verschijnt.<br />
<strong>ShopTurn</strong> heeft automatisch het programma-einde gedefinieerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
4-142 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
4
08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
4.3.3 Programmablokken creëren<br />
T (werktuig)<br />
Nadat u een nieuw programma heeft aangelegd en de programmakop<br />
heeft ingevuld, definieert u in programmablokken de verschillende<br />
bewerkingsstappen die nodig zijn voor het aanmaken van het<br />
werkstuk.<br />
Voor een programma staat veel geheugenplaats ter beschikking.<br />
Afhankelijk van de vereiste geheugenplaats kunt u slechts een<br />
beperkt aantal blokken programmeren.<br />
• <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />
U kunt met de functie "Recht" maximaal 1000 blokken of met de<br />
functie "Kamer" maximaal 600 blokken programmeren.<br />
• PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
U kunt met de functie "Recht" maximaal 3500 blokken of met de<br />
functie "Kamer" maximaal 2100 blokken programmeren.<br />
De programmablokken kunt u alleen opstellen tussen programmakop<br />
en programma-einde. De volgende functiegroepen staan ter<br />
beschikking voor de programmering:<br />
• Rechte/Cirkel<br />
• Boren<br />
• Draaien<br />
• Contour draaien<br />
• Frezen<br />
• Contour frezen<br />
• Transformaties<br />
Voor elke bewerkingsstap vult u een eigen parameterscherm in. Bij<br />
het invoeren van de parameters bieden verklarende help-schermen<br />
ondersteuning.<br />
Hieronder worden de parameters Werktuig, Aanvoer, Toerental en<br />
Bewerking verklaard:<br />
Voor elke bewerking van het werkstuk moet u een werktuig<br />
programmeren. Het werktuig wordt geselecteerd via de naam en is<br />
reeds in alle parameterschermen van de bewerkingscycli<br />
geïntegreerd, met uitzondering van Rechte/Cirkel.<br />
Zodra het werktuig ingewisseld is, worden de werktuiglengtecorrecties<br />
actief.<br />
De werktuigselectie werkt bij Rechte/Cirkel zelfhoudend (modaal),<br />
d.w.z. dat u bij meerdere opeenvolgende bewerkingsstappen met<br />
hetzelfde werktuig alleen bij de eerste Rechte/Cirkel een werktuig<br />
programmeert.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-143<br />
4
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
D (snijkant)<br />
Radiuscorrectie<br />
F (aanvoer)<br />
Voor werktuigen met meerdere snijkanten bestaan voor elke snijkant<br />
eigen werktuigcorrectiegegevens. Bij deze werktuigen moet u het<br />
snijkantnummer selecteren of aangeven waarmee u de bewerking wilt<br />
uitvoeren.<br />
Voorzichtig<br />
Als u bij enkele werktuigen (bv. vlakverzinkboor met geleidetappen of<br />
trapboor) het foute snijkantnummer aangeeft en het werktuig<br />
verplaatst, kan het tot botsingen komen. Let er steeds op dat u het<br />
juiste snijkantnummer invoert.<br />
<strong>ShopTurn</strong> houdt automatisch rekening met de werktuigradiuscorrectie<br />
bij alle bewerkingscycli, met uitzondering van baanfrezen en rechte.<br />
Bij baanfrezen en rechte kunt u de bewerking met of zonder<br />
radiuscorrectie programmeren. De werktuigradiuscorrectie werkt bij<br />
rechte zelfhoudend (modaal), d.w.z. dat u de radiuscorrectie opnieuw<br />
moet deselecteren als u zonder radiuscorrectie wilt werken.<br />
Radiuscorrectie rechts van de contour<br />
Radiuscorrectie links van de contour<br />
Radiuscorrectie uit<br />
Radiuscorrectie blijft behouden zoals ingesteld<br />
De aanvoer F, ook bewerkingsaanvoer genoemd, geeft de snelheid<br />
aan waarmee de assen tijdens de bewerking van het werkstuk<br />
bewegen. De bewerkingsaanvoer wordt in mm/min, mm/o of mm/tand<br />
ingevoerd. Bij de freescycli wordt de aanvoer bij het wisselen van<br />
mm/min naar mm/o evenals omgekeerd automatisch omgerekend.<br />
Het invoeren van de aanvoer in mm/tand is alleen bij het frezen<br />
mogelijk en zorgt ervoor dat elke snijkant van de frees onder optimale<br />
omstandigheden verspaant. De aanvoer per tand stemt overeen met<br />
het lineaire traject dat de frees bij het ingrijpen van een tand aflegt.<br />
Bij frees- en draaicycli heeft de aanvoer bij de voorbewerking<br />
betrekking op het frees- resp. snijkantmiddelpunt. Bij de nabewerking<br />
ook, met uitzondering van contouren met binnenkrommingen; in dat<br />
geval heeft de aanvoer betrekking op het contactpunt tussen werktuig<br />
en werkstuk.<br />
De maximale aanvoersnelheid is vastgelegd via machinegegevens.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
4-144 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
4
08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
S (spiltoerental)<br />
V (snijsnelheid)<br />
Bewerking<br />
Het spiltoerental S geeft het aantal spilomwentelingen per minuut<br />
(o/min) aan en wordt samen met een werktuig geprogrammeerd. De<br />
toerentalindicatie heeft bij de draaibewegingen en het centrale boren<br />
betrekking op de hoofdspil (S1) resp. tegenspil (S3), bij de boor- en<br />
freesbewerkingen op de werktuigspil (S2).<br />
De spilstart gebeurt onmiddellijk na het inwisselen van het werktuig,<br />
de spilstop bij reset, het programma-einde of werktuigwissel. De<br />
draairichting van de spil is voor elk werktuig vastgelegd in de<br />
werktuiglijst.<br />
Als alternatief voor het spiltoerental kunt u ook de snijsnelheid<br />
programmeren. Bij de freescycli wordt het spiltoerental automatisch<br />
omgerekend in de snijsnelheid en omgekeerd.<br />
De snijsnelheid V is een omvangsnelheid (m/min) en wordt als<br />
alternatief voor het spiltoerental samen met een werktuig<br />
geprogrammeerd. De snijsnelheid heeft bij de draaibewerkingen en<br />
het centrale boren betrekking op de hoofdspil (V1) resp. tegenspil (V3)<br />
en stemt hier overeen met de omvangsnelheid van het werkstuk op<br />
het punt dat net wordt bewerkt.<br />
Bij boor- en freesbewerkingen heeft de snijsnelheid betrekking op de<br />
werktuigspil (V2) en stemt overeen met de omvangsnelheid waarmee<br />
de snijkant van het werktuig het werkstuk bewerkt.<br />
Bij de bewerking van enkele cycli heeft u de keuze tussen<br />
voorbewerking, nabewerking of volledige bewerking. Bij bepaalde<br />
freescycli is ook een nabewerking Rand of een nabewerking Bodem<br />
mogelijk.<br />
• Voorbewerking<br />
Een- of meervoudige bewerking met diepte-instelling<br />
• Nabewerking<br />
Eenvoudige bewerking<br />
• Nabewerking rand<br />
Alleen de rand van het object wordt gladgemaakt<br />
• Nabewerking bodem<br />
Alleen de bodem van het object wordt gladgemaakt<br />
• Volledige bewerking<br />
Voorbewerking en nabewerking met een werktuig in één<br />
bewerkingsstap<br />
Als u de voor- en nabewerking met twee verschillende werktuigen wilt<br />
uitvoeren, moet u de bewerkingscyclus tweemaal oproepen<br />
(1ste blok = voorbewerking, 2de blok = nabewerking). De<br />
geprogrammeerde parameters blijven bij de tweede oproep bewaard.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-145<br />
4
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
Werktuig<br />
in<br />
programma<br />
...<br />
Plaats de cursor in het arbeidsplan op de regel na dewelke u een<br />
nieuw programmablok wilt invoeren.<br />
Selecteer via softkeys de gewenste functie (zie volgend<br />
hoofdstuk).<br />
Het bijhorende parameterscherm wordt geopend.<br />
Voer de waarden voor de afzonderlijke parameters in.<br />
Druk op de toets "Help" om een help-scherm op te roepen waarin<br />
de verschillende parameters worden verklaard.<br />
Druk op de softkey "Werktuigen" als u voor de parameter "T" een<br />
werktuig uit de werktuiglijst wilt selecteren.<br />
-en-<br />
Plaats de cursor op het werktuig dat u voor de bewerking wilt<br />
gebruiken.<br />
-en-<br />
Druk op de softkey "In programma".<br />
Het geselecteerde werktuig wordt overgenomen in het<br />
parameterscherm.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
De waarden worden opgeslagen en het parametervenster wordt<br />
gesloten. Het arbeidsplan wordt geopend, de nieuw aangemaakte<br />
programmarecord is gemarkeerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
4-146 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
4
08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
4.3.4 Programmablokken veranderen<br />
-of-<br />
-of-<br />
-of-<br />
De parameters in de geprogrammeerde <strong>ShopTurn</strong>-blokken kunt u<br />
nadien optimaliseren of aan nieuwe situaties aanpassen, bv. als u de<br />
aanvoer wilt verhogen of een positie wilt verschuiven. Hierbij kunt u<br />
alle parameters in alle programmablokken direct in het bijbehorende<br />
parameterscherm veranderen.<br />
Druk op de softkey "Programma".<br />
Het directory-overzicht verschijnt.<br />
Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma<br />
wilt openen.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts" of "Input".<br />
U ziet nu alle programma's in deze directory.<br />
Kies het programma dat u wenst te veranderen.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts" of "Input".<br />
Het arbeidsplan van het programma verschijnt.<br />
Plaats de cursor in het arbeidsplan op het gewenste<br />
programmablok.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts".<br />
Het parameterscherm van het gekozen programmablok verschijnt.<br />
Voer de veranderingen in.<br />
Druk op de softkey "Toepassen" of de toets "Cursor links".<br />
De veranderingen worden in het programma overgenomen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-147<br />
4
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
4.3.5 Programma-editor<br />
Als u de volgorde van de programmablokken in een programma<br />
verandert, programmablokken wist of programmablokken van een<br />
bepaald programma in een ander wenst te kopiëren, gelieve de<br />
programma-editor te gebruiken.<br />
De volgende functies staan in de programma-editor te uwer<br />
beschikking:<br />
• Markeren<br />
U kunt meerdere programmablokken tezelfdertijd markeren om<br />
deze later bv. uit te knippen en te kopiëren.<br />
• Kopiëren/invoegen<br />
U kunt in een programma of tussen verschillende programma's<br />
programmablokken kopiëren en invoegen.<br />
• Knippen<br />
Programmablokken kunt u uitknippen en hiermee wissen. De<br />
programmablokken blijven echter in het werkgeheugen, zodat u<br />
deze op een andere plek opnieuw kunt invoegen.<br />
• Zoeken<br />
In een programma kunt u naar bloknummers of een willekeurige<br />
tekenreeks zoeken.<br />
• Herbenoemen<br />
In de programma-editor kunt u een contour herbenoemen, bv. als<br />
u de contour voordien gekopieerd hebt.<br />
• Nummeren<br />
Als u een nieuw of gekopieerd programmablok tussen twee<br />
bestaande programmablokken invoegt, kent <strong>ShopTurn</strong><br />
automatisch een nieuw bloknummer toe. Dit bloknummer kan<br />
hoger zijn dan het bloknummer van het volgende blok. Met de<br />
functie "Nummeren" kunt u de programmablokken opnieuw in<br />
stijgende volgorde nummeren.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
4-148 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
4
08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
Programma-editor<br />
openen<br />
Programmablok<br />
markeren<br />
Markeren<br />
Programmablok<br />
kopiëren<br />
Kopiëren<br />
Programmablok knippen<br />
Uit-<br />
knippen<br />
Programmablok<br />
invoegen<br />
Invoegen<br />
Kies een programma.<br />
Druk op de toets "Uitbreiding".<br />
In de verticale lijn met softkeys verschijnen de softkeys van de<br />
programma-editor.<br />
Plaats de cursor in het arbeidsplan op het eerste en het laatste<br />
blok dat u wilt markeren.<br />
Druk op de softkey "Markeren".<br />
Kies met de cursortoetsen alle verdere programmablokken die u<br />
wenst te markeren.<br />
De programmablokken zijn gemarkeerd.<br />
Markeer het of de gewenste programmablok(ken) in het<br />
arbeidsplan.<br />
Druk op de softkey "Kopiëren".<br />
De programmablokken worden in het tussengeheugen gekopieerd.<br />
Markeer het of de gewenste programmablok(ken) in het<br />
arbeidsplan.<br />
Druk op de softkey "Knippen".<br />
De programmablokken worden uit het arbeidsplan verwijderd en in het<br />
tussengeheugen opgeslagen.<br />
Kopieer of knip het of de gewenste programmablok(ken) uit het<br />
arbeidsplan.<br />
Plaats de cursor op het programmablok na hetwelke het/de<br />
programmablok(ken) moeten worden ingevoegd.<br />
Druk op de softkey "Invoegen".<br />
De programmablokken worden in het arbeidsplan van het programma<br />
ingevoegd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-149<br />
4
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
Zoeken<br />
Zoeken<br />
Zoeken<br />
Verder-<br />
zoeken<br />
><br />
Contour herbenoemen<br />
Her-<br />
benoemen<br />
Programmablok<br />
nummeren<br />
Hernum-<br />
meren<br />
Programma-editor<br />
sluiten<br />
Druk op de softkey "Zoeken".<br />
Voer een bloknummer of een tekst in.<br />
Kies, of het zoeken aan het programmabegin of bij de actuele<br />
cursorpositie moet beginnen.<br />
Druk op de softkey "Zoeken".<br />
<strong>ShopTurn</strong> doorzoekt het programma. Het gevonden begrip wordt met<br />
de cursor gemarkeerd.<br />
Druk op de softkey "Verderzoeken" om de zoekprocedure voort te<br />
zetten.<br />
Plaats de cursor in het arbeidsplan op een contour.<br />
Druk op de softkey "Herbenoemen".<br />
Voer een nieuwe naam voor de contour in.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
De naam van de contour wordt veranderd en in het arbeidsplan<br />
getoond.<br />
Druk op de softkey "Hernummeren".<br />
De programmablokken worden in stijgende volgorde genummerd.<br />
Druk op de softkey "Terug" om de programma-editor te sluiten.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
4-150 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
4
08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
4.3.6 Aantal aangeven<br />
oneindig<br />
Als u een bepaald aantal exemplaren van hetzelfde werkstuk wilt<br />
aanmaken, kunt u op het einde van het programma het gewenste<br />
aantal aangeven. Als u het programma start, wordt de afwerking van<br />
het programma automatisch zo vaak herhaald als aangegeven.<br />
Als uw machine bv. over een stanglader beschikt, kunt u bij het<br />
programmabegin het naladen van het werkstuk programmeren en<br />
vervolgens de eigenlijke bewerking. Tenslotte steekt u het afgewerkte<br />
werkstuk nog af en geeft u op het programma-einde het gewenste<br />
aantal in.<br />
Op die manier kan de werkstukproductie dan volautomatisch<br />
gebeuren.<br />
Open het blok "Programma-einde" als u meer dan 1 werkstuk wilt<br />
bewerken.<br />
Voer het aantal werkstukken in dat u wilt bewerken.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Als u het programma later start, wordt de afwerking van het<br />
programma automatisch zo vaak herhaald als aangegeven.<br />
Als u de afwerking van het programma een onbeperkt aantal keren<br />
wilt herhalen, drukt u op de softkey "oneindig".<br />
Met "Reset" kunt u de programma-uitvoering opnieuw stoppen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 4-151<br />
4
<strong>ShopTurn</strong>-programma aanleggen 08/2005<br />
4 4.3 Stappenreeksprogramma<br />
Voor notities<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
4-152 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
4
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
<strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen ................................................................ 5-155<br />
5.1.1 Werktuig en bewerkingsniveau selecteren............................................................ 5-156<br />
5.1.2 Rechte .................................................................................................................. 5-158<br />
5.1.3 Cirkel met een bekend middelpunt........................................................................ 5-160<br />
5.1.4 Cirkel met een bekende radius ............................................................................. 5-161<br />
5.1.5 Poolcoördinaten.................................................................................................... 5-163<br />
5.1.6 Rechte polair......................................................................................................... 5-164<br />
5.1.7 Cirkel polair........................................................................................................... 5-166<br />
5.2 Boren .................................................................................................................... 5-167<br />
5.2.1 Boren midden ....................................................................................................... 5-168<br />
5.2.2 Schroefdraad midden............................................................................................ 5-170<br />
5.2.3 Boren en wrijven ................................................................................................... 5-171<br />
5.2.4 Diepboren ............................................................................................................. 5-173<br />
5.2.5 Schroefdraadboren ............................................................................................... 5-175<br />
5.2.6 Schroefdraadfrezen .............................................................................................. 5-177<br />
5.2.7 Posities en positiepatronen................................................................................... 5-179<br />
5.2.8 Willekeurige posities ............................................................................................. 5-180<br />
5.2.9 Positiemodel lijn.................................................................................................... 5-182<br />
5.2.10 Positiepatroon rooster........................................................................................... 5-183<br />
5.2.11 Positiepatroon raam............................................................................................. 5-186<br />
5.2.12 Positiepatroon volledige cirkel............................................................................... 5-188<br />
5.2.13 Positiepatroon deelcirkel....................................................................................... 5-190<br />
5.2.14 Posities tonen en verbergen ................................................................................. 5-192<br />
5.2.15 Posities herhalen .................................................................................................. 5-193<br />
5.3 Draaien ................................................................................................................. 5-194<br />
5.3.1 Verspaancycli ....................................................................................................... 5-194<br />
5.3.2 Rilcycli................................................................................................................... 5-197<br />
5.3.3 Ondersnijdingen vorm E en F ............................................................................... 5-200<br />
5.3.4 Schroefdraadondersnijdingen ............................................................................... 5-201<br />
5.3.5 Schroefdraad draaien ........................................................................................... 5-203<br />
5.3.6 Nabewerking schroefdraad ................................................................................... 5-207<br />
5.3.7 Afsteken................................................................................................................ 5-208<br />
5.4 Contourdraaien ..................................................................................................... 5-210<br />
5.4.1 Weergave van de contour..................................................................................... 5-212<br />
5.4.2 Nieuwe contour aanleggen ................................................................................... 5-214<br />
5.4.3 Contourelementen creëren ................................................................................... 5-215<br />
5.4.4 Contour wijzigen ................................................................................................... 5-220<br />
5.4.5 Verspanen ............................................................................................................ 5-222<br />
5.4.6 Verspanen restmateriaal....................................................................................... 5-226<br />
5.4.7 Steken .................................................................................................................. 5-228<br />
5.4.8 Steken restmateriaal ............................................................................................. 5-230<br />
5.4.9 Steekdraaien......................................................................................................... 5-231<br />
5.4.10 Steekdraaien restmateriaal ................................................................................... 5-233<br />
5.5 Frezen .................................................................................................................. 5-235<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-153<br />
5
5 <strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5.5.1 Rechthoekige kamer ............................................................................................. 5-236<br />
5.5.2 Cirkelvormige kamer ............................................................................................. 5-240<br />
5.5.3 Rechthoekige tap .................................................................................................. 5-243<br />
5.5.4 Cirkelvormige tap .................................................................................................. 5-247<br />
5.5.5 Langsgroef............................................................................................................ 5-250<br />
5.5.6 Cirkelgroef ............................................................................................................ 5-253<br />
5.5.7 Posities ................................................................................................................. 5-257<br />
5.5.8 Meerkant............................................................................................................... 5-258<br />
5.5.9 Gravure................................................................................................................. 5-260<br />
5.6 Contourfrezen ....................................................................................................... 5-267<br />
5.6.1 Weergave van de contour ..................................................................................... 5-270<br />
5.6.2 Nieuwe contour aanleggen ................................................................................... 5-272<br />
5.6.3 Contourelementen aanleggen............................................................................... 5-274<br />
5.6.4 Contour wijzigen ................................................................................................... 5-281<br />
5.6.5 Baanfrezen ........................................................................................................... 5-283<br />
5.6.6 Contourkamer voorboren ...................................................................................... 5-288<br />
5.6.7 Contourkamer frezen (voorbewerking).................................................................. 5-292<br />
5.6.8 Restmateriaal contourkamer ruimen ..................................................................... 5-295<br />
5.6.9 Nabewerking contourkamer .................................................................................. 5-297<br />
5.6.10 Contourkamer afkanten......................................................................................... 5-301<br />
5.6.11 Contourtappen frezen (voorbewerking)................................................................. 5-302<br />
5.6.12 Restmateriaal contourtap ruimen .......................................................................... 5-305<br />
5.6.13 Nabewerking contourtap ....................................................................................... 5-307<br />
5.6.14 Contourtap afkanten ............................................................................................. 5-310<br />
5.7 Onderprogramma oproepen.................................................................................. 5-312<br />
5.8 Programmablokken herhalen ................................................................................ 5-314<br />
5.9 Bewerking met de tegenspil .................................................................................. 5-315<br />
5.10 Programma-instellingen wijzigen........................................................................... 5-321<br />
5.11 Nulpuntverschuivingen oproepen.......................................................................... 5-322<br />
5.12 Coördinatentransformaties definiëren ................................................................... 5-323<br />
5.13 Verwijderings-/benaderingscyclus programmeren................................................. 5-326<br />
5.14 G-Code invoegen in stappenreeksprogramma...................................................... 5-327<br />
5.15 Inleren................................................................................................................... 5-329<br />
5.15.1 Cyclus inleren ....................................................................................................... 5-329<br />
5.15.2 Positiepatroon inleren ........................................................................................... 5-330<br />
5.15.3 Contourobject inleren............................................................................................ 5-331<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-154 <strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />
5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />
Indien u eenvoudige, d.w.z. rechte of cirkelvormige baanbewegingen<br />
of bewerkingen wilt uitvoeren, zonder een complete contour te<br />
definiëren, gebruikt u de functies "Rechte" of "Cirkel".<br />
Bij de programmering van eenvoudige bewerkingen gaat u volgens<br />
het aangegeven schema te werk:<br />
• Werktuig en spiltoerental vastleggen<br />
• Bewerkingsniveau selecteren<br />
• Bewerking programmeren<br />
• Evt. andere bewerkingen programmeren<br />
U kunt beschikken over de volgende bewerkingsmogelijkheden:<br />
• Rechte<br />
• Cirkel met bekend middelpunt<br />
• Cirkel met bekende radius<br />
• Rechte met poolcoördinaten<br />
• Cirkel met poolcoördinaten<br />
Als u een Rechte of een Cirkel met poolcoördinaten wilt<br />
programmeren, moet u eerst de pool definiëren.<br />
Voorzichtig<br />
Als u het werktuig door een rechte of cirkelvormige baanbeweging<br />
naar het in de programmakop vastgelegde terugtrekbereik beweegt,<br />
moet u het werktuig er ook weer uit verwijderen. Anders kunnen door<br />
de verplaatsingsbewegingen van een volgende <strong>ShopTurn</strong>-cyclus<br />
botsingen worden veroorzaakt.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005 5-155<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />
5.1.1 Werktuig en bewerkingsniveau selecteren<br />
Werktuigen<br />
In<br />
programma<br />
Werktuig ><br />
Voordat u een Rechte of een Cirkel programmeert, moet u een<br />
werktuig, de spil alsmede het spiltoerental en het bewerkingsniveau<br />
selecteren.<br />
Programmeert u achtereenvolgens verschillende rechte of<br />
cirkelvormige baanbewegingen, dan blijven de instellingen voor het<br />
werktuig, de spil, het spiltoerental en het bewerkingsniveau zolang<br />
actief, tot u deze verandert.<br />
Als u het geselecteerde bewerkingsniveau achteraf verandert, passen<br />
de coördinaten van de geprogrammeerde baanbeweging zich<br />
automatisch aan het nieuwe bewerkingsniveau aan. Alleen bij een<br />
Rechte (haaks, niet polair) blijven de oorspronkelijk geprogrammeerde<br />
coördinaten bestaan.<br />
Druk op de softkeys "Rechte Cirkel" en "Werktuig".<br />
Voer in het parameterveld "T" een werktuig in.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Werktuigen" om een werktuig uit de<br />
werktuiglijst te selecteren.<br />
-en-<br />
Plaats de cursor op het werktuig dat u voor de bewerking wilt<br />
gebruiken.<br />
-en-<br />
Druk op de softkey "in programma".<br />
Het werktuig wordt in het parameterveld "T" overgenomen.<br />
Selecteer bij werktuigen met meerdere messen het mesnummer<br />
D van het werktuig.<br />
Kies in het linker invoerveld van de parameter Spil tussen<br />
hoofdspil (S1), werktuigspil (S2) of tegenspil (S3).<br />
Voer in het rechter invoerveld het spiltoerental resp. de<br />
snijsnelheid in.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-156 <strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />
Kies tussen de bewerkingsniveaus Draaien, Front/Front C,<br />
Mantel/Mantel C, Front Y of Mantel Y.<br />
Voer de cilinderdiameter in als u het bewerkingsniveau<br />
Mantel/Mantel C hebt geselecteerd.<br />
-of-<br />
Voer de positiehoek voor de bewerkingszone CP in als u het<br />
bewerkingsniveau Front Y hebt geselecteerd.<br />
-of-<br />
Voer het referentiepunt C0 in als u het bewerkingsniveau Mantel<br />
Y hebt geselecteerd.<br />
Selecteer of de spil geklemd of losgemaakt moet worden of de<br />
toestand ongewijzigd moet blijven (leeg invoerveld).<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
De waarden worden opgeslagen en het parametervenster wordt<br />
gesloten. Het arbeidsplan wordt geopend, de nieuw aangemaakte<br />
programmarecord is gemarkeerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005 5-157<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />
5.1.2 Rechte<br />
Als u een Rechte in haakse coördinaten wilt programmeren, gebruikt u<br />
de functie "Rechte".<br />
Het werktuig beweegt op een rechte lijn met de geprogrammeerde<br />
aanvoerbeweging of op hoge snelheid van de actuele positie naar de<br />
geprogrammeerde eindpositie.<br />
Radiuscorrectie U kunt de rechte uitvoeren met radiuscorrectie. De radiuscorrectie<br />
werkt zelfhoudend (modaal), d.w.z. dat u de radiuscorrectie opnieuw<br />
moet deselecteren als u zonder wilt werken. U mag de radiuscorrectie<br />
bij meerdere opeenvolgende rechten met radiuscorrectie echter alleen<br />
in het eerst programmablok selecteren.<br />
Bij de eerste Rechte met radiuscorrectie beweegt het werktuig op het<br />
beginpunt zonder en op het eindpunt met radiuscorrectie. D.w.z. dat<br />
bij een geprogrammeerde verticale baan een schuine lijn wordt<br />
gemaakt. Pas bij de tweede geprogrammeerde rechte met<br />
radiuscorrectie werkt de correctie over het gehele verplaatsingstraject.<br />
Het omgekeerde effect treedt op als de radiuscorrectie niet<br />
geselecteerd is.<br />
geprogrammeerde<br />
baan<br />
Verplaatsingstraject<br />
geprogrammeerde<br />
baan<br />
Verplaatsingstraject<br />
Eerste rechte lijn met radiuscorrectie Eerste rechte lijn met radiuscorrectie<br />
Als u een van de geprogrammeerde baan afwijkend<br />
verplaatsingstraject wilt vermijden, kunt u de eerste rechte lijn met<br />
radiuscorrectie resp. met gedeselecteerde radiuscorrectie buiten het<br />
werkstuk programmeren. Een programmering zonder<br />
coördinateninformatie is niet mogelijk.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-158 <strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />
Ijlgang<br />
Rechte ><br />
Druk op de softkeys "Rechte Cirkel" en "Rechte".<br />
Druk op de softkey "IJlgang", indien u op hoge snelheid en niet<br />
met een geprogrammeerde bewerkingsaanvoersnelheid wilt<br />
bewegen.<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
X<br />
Doelpositie in X-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
mm<br />
Z<br />
Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
mm<br />
Y<br />
Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
mm<br />
C1<br />
Doelpositie van de C-as van de hoofdspil (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
mm<br />
C3<br />
Doelpositie van de C-as van de tegenspil (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
mm<br />
Z3<br />
Doelpositie van de extra as (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
mm<br />
F Bewerkingsaanvoer mm/o<br />
mm/min<br />
mm/tand<br />
Radiuscorrectie<br />
Vermelding aan welke kant van de contour in verplaatsingsrichting het werktuig<br />
bewerkt:<br />
Radiuscorrectie rechts van de contour<br />
Radiuscorrectie links van de contour<br />
Radiuscorrectie uit<br />
De laatst geprogrammeerde instelling van de radiuscorrectie wordt<br />
overgenomen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005 5-159<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />
5.1.3 Cirkel met een bekend middelpunt<br />
Cirkel<br />
Middelp. ><br />
Indien u een cirkel of een cirkelboog met bekend middelpunt in<br />
haakse coördinaten wilt programmeren, gebruikt u de functie "Cirkel<br />
Middelpunt".<br />
Het werktuig verplaatst een cirkelbaan op de<br />
bewerkingsaanvoernelheid van de actuele positie naar de<br />
geprogrammeerde doelpositie. <strong>ShopTurn</strong> berekent de radius van de<br />
cirkel/cirkelboog d.m.v. de ingevoerde interpolatieparameters I en K.<br />
Druk op de softkeys "Rechte Cirkel" en "Cirkel Middelp.".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
Draairichting Draairichting waarin van het cirkelbeginpunt naar het cirkeleindpunt wordt bewogen.<br />
X<br />
Y<br />
I<br />
J<br />
Y<br />
Z<br />
J<br />
K<br />
X<br />
Y<br />
I<br />
J<br />
Y<br />
Draairichting met de klok (rechtsom)<br />
Draairichting tegen de klok in (linksom)<br />
Bewerkingsniveau Front/Front C:<br />
Doelpositie in X-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maateenheid: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in X-richting (inc)<br />
Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />
Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in Y-richting (inc)<br />
Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />
Bewerkingsniveau Mantel/Mantel C:<br />
Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in Y-richting (inc)<br />
Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />
Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in Y-richting (inc)<br />
Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />
Bewerkingsniveau Front Y:<br />
Doelpositie in X-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maateenheid: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in X-richting (inc)<br />
Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />
Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in Y-richting (inc)<br />
Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />
Bewerkingsniveau Mantel Y:<br />
Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-160 <strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />
Z<br />
J<br />
K<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in Y-richting (inc)<br />
Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />
Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in Z-richting (inc)<br />
Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />
X<br />
Bewerkingsniveau Draaien:<br />
Doelpositie ∅ in X-richting (abs) of doelpositie in X-richting (inc)<br />
Incrementele maateenheid: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
mm<br />
Z<br />
Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
mm<br />
I<br />
Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in X-richting (inc)<br />
Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />
mm<br />
K<br />
Afstand tussen cirkelbegin- en cirkelmiddelpunt in Y-richting (inc)<br />
Het voorteken wordt mede geanalyseerd.<br />
mm<br />
F Bewerkingsaanvoer mm/o<br />
mm/min<br />
mm/tand<br />
5.1.4 Cirkel met een bekende radius<br />
Indien u een cirkel of een cirkelboog met bekend middelpunt in<br />
haakse coördinaten wilt programmeren, gebruikt u de functie "Cirkel<br />
Radius".<br />
Het werktuig verplaatst een cirkelboog met de geprogrammeerde<br />
radius in de bewerkingsaanvoerbeweging van de actuele positie naar<br />
de geprogrammeerde doelpositie. <strong>ShopTurn</strong> berekent hiervoor de<br />
positie van het cirkelmiddelpunt.<br />
U kunt kiezen, of u de cirkelboog met de klok mee of tegenovergesteld<br />
beweegt. Onafhankelijk van de draairichting zijn er steeds 2<br />
mogelijkheden om van de actuele positie via een cirkelboog met<br />
vastgelegde radius naar de doelpositie te komen. De keuze van de<br />
gewenste cirkelboog geschiedt door een negatief of positief voorteken<br />
van de radius.<br />
-<br />
Doel<br />
+<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005 5-161<br />
Start<br />
Cirkelboog met verschillende openingshoeken.<br />
Openingshoek tot 180°: +<br />
Openingshoek groter dan 180°: -<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />
Cirkel<br />
Radius ><br />
Druk op de softkeys "Rechte Cirkel" en "Cirkel Radius".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
Draairichting Draairichting waarin van het cirkelbeginpunt naar het cirkeleindpunt wordt bewogen.<br />
X<br />
Y<br />
Y<br />
Z<br />
X<br />
Y<br />
Y<br />
Z<br />
Draairichting met de klok (rechtsom)<br />
Draairichting tegen de klok in (linksom)<br />
Bewerkingsniveau Front/Front C:<br />
Doelpositie in X-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Bewerkingsniveau Mantel/Mantel C:<br />
Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Bewerkingsniveau Front Y:<br />
Doelpositie in X-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Bewerkingsniveau Mantel Y:<br />
Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
X<br />
Bewerkingsniveau Draaien:<br />
Doelpositie ∅ in X-richting (abs) of doelpositie in X-richting (inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
mm<br />
Z<br />
Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
mm<br />
R Radius van de cirkelboog<br />
Het voorteken bepaalt, welke cirkelboog wordt uitgevoerd.<br />
mm<br />
F Bewerkingsaanvoer mm/o<br />
mm/min<br />
mm/tand<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-162 <strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />
5.1.5 Poolcoördinaten<br />
Pool ><br />
X<br />
Y<br />
Y<br />
Z<br />
X<br />
Y<br />
Y<br />
Z<br />
X<br />
Z<br />
Polair ><br />
Als een werkstuk van een centraal punt (pool) met radius- en<br />
hoekindicaties wordt aangegeven, kunt u de afmetingen voordelig in<br />
poolcoördinaten programmeren.<br />
Voor de programmering van een rechte lijn of van een cirkel in<br />
poolcoördinaten moet u de pool, d.w.z. het referentiepunt van het<br />
poolcoördinatensysteem definiëren.<br />
Druk op de softkeys "Rechte Cirkel", "Polair" en "Pool".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
Bewerkingsniveau Front/Front C:<br />
X-positie van de pool (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Y-positie van de pool (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Bewerkingsniveau Mantel/Mantel C:<br />
Y-positie van de pool (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Z-positie van de pool (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Bewerkingsniveau Front Y:<br />
X-positie van de pool (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Y-positie van de pool (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Bewerkingsniveau Mantel Y:<br />
Y-positie van de pool (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Z-positie van de pool (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Bewerkingsniveau Draaien:<br />
X-positie van de pool ∅ (abs) of X-positie van de pool (inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Z-positie van de pool (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005 5-163<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />
5.1.6 Rechte polair<br />
Als u een Rechte in polaire coördinaten wilt programmeren, gebruikt u<br />
de functie "Rechte polair".<br />
Een rechte lijn in het poolcoördinatensysteem wordt door de lengte L<br />
en de hoek α bepaald. De hoek heeft afhankelijk van het gekozen<br />
bewerkingsniveau betrekking op een andere as. En ook de richting,<br />
waarin een positieve hoek wijst, is afhankelijk van het<br />
bewerkingsniveau.<br />
Werktuigvlak Draaien Front Mantel<br />
Referentie-as voor hoek Z X Y<br />
Positieve hoek in richting as X Y Z<br />
Het werktuig beweegt op een rechte lijn op<br />
bewerkingsaanvoersnelheid of op hoge snelheid van de actuele<br />
positie naar het geprogrammeerde eindpunt.<br />
De eerste rechte lijn in poolcoördinaten naar de poolvermelding moet<br />
u in absolute maateenheid programmeren. Alle verdere rechte lijnen<br />
of cirkelbogen kunt u ook in incrementele maateenheid invoeren.<br />
Radiuscorrectie U kunt de rechte uitvoeren met radiuscorrectie. De radiuscorrectie<br />
werkt zelfhoudend (modaal), d.w.z. dat u de radiuscorrectie opnieuw<br />
moet deselecteren als u zonder wilt werken. U mag de radiuscorrectie<br />
bij meerdere opeenvolgende rechten met radiuscorrectie echter alleen<br />
in het eerst programmablok selecteren.<br />
Bij de eerste Rechte met radiuscorrectie beweegt het werktuig op het<br />
beginpunt zonder en op het eindpunt met radiuscorrectie. D.w.z. dat<br />
bij een geprogrammeerde verticale baan een schuine lijn wordt<br />
gemaakt. Pas bij de tweede geprogrammeerde rechte met<br />
radiuscorrectie werkt de correctie over het gehele verplaatsingstraject.<br />
Het omgekeerde effect treedt op als de radiuscorrectie niet<br />
geselecteerd is.<br />
geprogrammeerde<br />
baan<br />
Verplaatsingstraject<br />
geprogrammeerde<br />
baan<br />
Verplaatsingstraject<br />
Eerste rechte lijn met radiuscorrectie Eerste rechte lijn met radiuscorrectie<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-164 <strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />
Rechte<br />
Polair ><br />
Ijlgang<br />
Polair ><br />
Als u een van de geprogrammeerde baan afwijkend<br />
verplaatsingstraject wilt vermijden, kunt u de eerste rechte lijn met<br />
radiuscorrectie resp. met gedeselecteerde radiuscorrectie buiten het<br />
werkstuk programmeren. Een programmering zonder<br />
coördinateninformatie is niet mogelijk.<br />
Druk op de softkeys "Rechte Cirkel", "Polair" en "Rechte Polair".<br />
Druk op de softkey "IJlgang", indien u op hoge snelheid en niet<br />
met een geprogrammeerde bewerkingsaanvoersnelheid wilt<br />
bewegen.<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
L Afstand tussen pool en eindpunt van de rechte lijn mm<br />
α Polaire hoek (abs of inc)<br />
Het voorteken bepaalt de richting.<br />
graden<br />
F Bewerkingsaanvoer mm/o<br />
mm/min<br />
mm/tand<br />
Radiuscorrectie<br />
Vermelding aan welke kant van de contour in verplaatsingsrichting het werktuig<br />
bewerkt:<br />
Radiuscorrectie rechts van de contour<br />
Radiuscorrectie links van de contour<br />
Radiuscorrectie uit<br />
De laatst geprogrammeerde instelling van de radiuscorrectie wordt<br />
overgenomen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005 5-165<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.1 Rechte of cirkelvormige baanwegingen<br />
5.1.7 Cirkel polair<br />
Cirkel<br />
Polair ><br />
Polair ><br />
Als u een cirkel of cirkelboog in poolcoördinaten wilt programmeren,<br />
gebruikt u de functie "Cirkel Polair".<br />
Een cirkel in het poolcoördinatensysteem wordt door de hoek α<br />
bepaald. De hoek heeft afhankeljk van het gekozen bewerkingsniveau<br />
betrekking op een andere as. En ook de richting, waarin een positieve<br />
hoek wijst, is afhankelijk van het bewerkingsniveau.<br />
Werktuigvlak Draaien Front Mantel<br />
Referentie-as voor hoek Z X Y<br />
Positieve hoek in richting as X Y Z<br />
Het werktuig beweegt op een cirkelbaan op<br />
bewerkingsaanvoersnelheid of op hoge snelheid van de actuele<br />
positie naar het geprogrammeerde eindpunt (Hoek ).<br />
De radius vloeit hierbij voort uit de afstand tussen de actuele positie<br />
en de gedefinieerde pool. (De cirkelbegin- en de cirkeleindpositie<br />
hebben dezelfde afstand tot de pool.)<br />
De 1e cirkelboog in poolcoördinaten naar de poolvermelding moet u in<br />
absolute maateenheid programmeren. Alle verdere rechte lijnen of<br />
cirkelbogen kunt u ook in incrementele maateenheid invoeren.<br />
Druk op de softkeys "Rechte Cirkel", "Polair" en "Cirkel Polair".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
Draairichting Draairichting waarin van het cirkelbeginpunt naar het cirkeleindpunt wordt gereden.<br />
Draairichting met de klok (rechtsom)<br />
Draairichting tegen de klok in (linksom)<br />
α Polaire hoek (abs of inc)<br />
Het voorteken bepaalt de richting.<br />
graden<br />
F Bewerkingsaanvoer mm/o<br />
mm/min<br />
mm/tand<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-166 <strong>ShopTurn</strong> <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.2 Boren<br />
5.2 Boren<br />
Als u verschillende boringen op het front- of mantelvlak wilt<br />
programmeren, maakt u gebruik van de in dit<br />
hoofdstuk beschreven functies.<br />
Bij het boren programmeert u de verschillende stappen in de voor de<br />
bewerking vereiste volgorde. De volgende technologiecycli staan<br />
daarvoor ter beschikking:<br />
• Boren midden<br />
• Schroefdraad midden<br />
• Centreren<br />
• Boren<br />
• Wrijven<br />
• Diepboren<br />
• Schroefdraadtappen<br />
• Schroefdraadfrezen<br />
Na de technologiecycli programmeert u de posities resp.<br />
positiepatronen.<br />
Alle programmablokken die deel uitmaken van de boorprocedure<br />
worden in het arbeidsplan samengevat tussen rechte haakjes.<br />
Voorbeeld: Boren<br />
Spil klemmen Bij een decentrale boring kan het zinvol zijn de spil te klemmen om te<br />
voorkomen dat deze verdraait. De functie "Spil klemmen" moet door<br />
de machinefabrikant worden ingesteld. De machinefabrikant legt ook<br />
vast of <strong>ShopTurn</strong> de spil automatisch klemt als dit zinvol is voor de<br />
bewerking of u zelf de keuze hebt bij welke bewerking de spil geklemd<br />
moet worden.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Als u zelf kunt beslissen bij welke bewerking de spil geklemd worden,<br />
geldt het volgende:<br />
Denk eraan dat de klemming bij de bewerking in de vlakken<br />
Front/Front C en Mantel/Mantel C alleen voor de boring actief blijft. Bij<br />
de bewerking in de vlakken Front Y en Mantel Y werkt de klemming<br />
daarentegen modaal, d.w.z. dat ze actief blijft tot een wissel van het<br />
bewerkingsvlak wordt uitgevoerd of de klemming in het menu "Rechte<br />
cirkel" "Werktuig" wordt gedeselecteerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-167<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.2 Boren<br />
5.2.1 Boren midden<br />
Spanen breken<br />
Ontspanen<br />
Als u een boring wilt uitvoeren in het centrum van het frontvlak,<br />
gebruikt u de functie "Boren midden".<br />
U heeft de keuze of u bij het boren de spanen wilt breken of het<br />
werkstuk om te ontspanen wilt verlaten.<br />
Tijdens de bewerking draait de hoofd- resp. tegenspil.<br />
Als werktuigtype kunt u niet alleen een boor of draaiboor maar ook<br />
een frees gebruiken.<br />
Het werktuig beweegt met inachtneming van het terugtrekvlak en de<br />
veiligheidsafstand in ijlgang naar de geprogrammeerde positie.<br />
1. Het werktuig boort met de geprogrammeerde aanvoer F tot op de<br />
1ste aanloopdiepte.<br />
2. Het werktuig beweegt om spanen te breken de terugtrekwaarde V2<br />
terug en boort tot op de volgende aanloopdiepte, die telkens met<br />
de factor DF kan worden verkleind.<br />
3. Stap 2 wordt herhaald tot de eindboordiepte Z1 bereikt en de<br />
verwijltijd DT afgelopen is.<br />
4. Het werktuig beweegt in ijlgang terug naar de veiligheidsafstand.<br />
1. Het werktuig boort met de geprogrammeerde aanvoer F tot op de<br />
1ste aanloopdiepte.<br />
2. Om te ontspanen beweegt u het werktuig in ijlgang uit het werkstuk<br />
tot de veiligheidsafstand bereikt is en stuurt u het opnieuw in het<br />
werkstuk tot op de 1ste aanloopdiepte, verminderd met een door<br />
de besturing berekende voorstopafstand.<br />
3. Daarna wordt tot op de volgende aanloopdiepte geboord, die<br />
telkens met de factor DF kan worden verkleind, en wordt het<br />
werktuig opnieuw teruggetrokken om te ontspanen.<br />
4. Stap 3 wordt herhaald tot de eindboordiepte Z1 bereikt en de<br />
verwijltijd DT afgelopen is.<br />
5. Het werktuig beweegt in ijlgang terug naar de veiligheidsafstand.<br />
Als u bv. zeer diepe gaten wilt boren, kunt u ook met de draaiende<br />
werktuigspil werken. Geef onder "Rechte cirkel" "Werktuig" het<br />
gewenste werktuig en het spiltoerental van het werktuig aan (zie hfdst.<br />
"Werktuig en bewerkingsvlak selecteren"). Vervolgens programmeert<br />
u dan de functie "Boren midden".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-168 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.2 Boren<br />
Spanen<br />
breken -of-<br />
Boren<br />
midden ><br />
Ont-<br />
spanen<br />
Druk op de softkeys "Boren" en "Boren midden".<br />
Druk op de softkey "Spanen breken" of "Ontspanen".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Schacht Aanlopen tot de boorschacht de geprogrammeerde waarde Z1 bereikt. Daarbij wordt<br />
rekening gehouden met de in de werktuiglijst ingevoerde hoek.<br />
Spits Aanlopen tot de boorspits de geprogrammeerde waarde Z1 bereikt.<br />
Z0 Referentiepunt (abs) mm<br />
Z1 Aanloopdiepte m.b.t. Z0 voor de boorspits of de boorschacht<br />
(abs of inc)<br />
D Maximumaanloop mm<br />
DF Procentwaarde voor elke verdere aanloop<br />
DF = 100: aanloopbedrag blijft gelijk<br />
DF < 100: aanloopbedrag wordt gereduceerd in de richting van de eindboordiepte<br />
Voorbeeld: DF = 80<br />
laatste aanvoerbeweging was 4 mm;<br />
4 x 80% = 3,2; volgende aanloopbedrag wordt 3,2 mm<br />
3,2 x 80% = 2,56; volgende aanloopbedrag wordt 2,56 mm enz.<br />
V1 Minimumaanloop<br />
Parameter V1 is gegeven als DF aanloopbedrag: aanloop met de onder V1 geprogrammeerde waarde<br />
V2 Terugtrekbedrag (alleen bij spanen breken)<br />
Bedrag waarmee de boor bij het spanen breken wordt teruggetrokken.<br />
DT Verwijltijd voor het vrijsnijden s<br />
U<br />
XD Middenverplaatsing in X-richting<br />
De middenverplaatsing kan bv. worden gebruikt om een pasklare boring te plaatsen.<br />
Vereist is daarvoor een draaiboor (type draaiboor) of een U-boor (boortype). Een<br />
"normale" boor is niet geschikt.<br />
De maximale middenverplaatsing is opgeslagen in de machinegegevens.<br />
mm<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-169<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.2 Boren<br />
5.2.2 Schroefdraad midden<br />
Als u een linker of rechter schroefdraad wilt boren in het centrum van<br />
het frontvlak, gebruikt u de functie "Schroefdraad midden".<br />
Tijdens de bewerking draait de hoofd- resp. tegenspil.<br />
Het spiltoerental kunt u wijzigen met de spil-override, de aanvoeroverride<br />
vertoont geen effect.<br />
U heeft de keuze of u in één beurt en spanen wilt breken of het<br />
werktuig voor het ontspanen wilt verlaten.<br />
Het werktuig beweegt met inachtneming van het terugtrekvlak en de<br />
veiligheidsafstand in ijlgang naar de geprogrammeerde positie.<br />
1 snede 1. Het werktuig boort in de richting van de langsas met het<br />
geprogrammeerde spiltoerental S resp. snijsnelheid V tot op de<br />
eindboordiepte Z1.<br />
2. De draairichting van de spil wisselt en het werktuig beweegt met<br />
het geprogrammeerde spiltoerental SR resp. snijsnelheid VR uit<br />
het werkstuk tot de veiligheidsafstand bereikt is.<br />
Ontspanen<br />
Spanen breken<br />
1. Het werktuig boort in de richting van de langsas met het<br />
geprogrammeerde spiltoerental S resp. aanloopsnelheid V tot de<br />
eerste aanloopdiepte (maximale aanloopdiepte D) bereikt is.<br />
2. Het werktuig beweegt om te ontspanen met het spiltoerental SR<br />
resp. snijsnelheid VR uit het werkstuk tot de veiligheidsafstand<br />
bereikt is.<br />
3. Daarna keert het werktuig met spiltoerental S resp.<br />
aanvoersnelheid V tot op de 1ste aanloopdiepte terug in het<br />
werkstuk en boort tot op de volgende aanloopdiepte.<br />
4. Stappen 2 en 3 worden herhaald tot de geprogrammeerde<br />
eindboordiepte Z1 bereikt is.<br />
5. De draairichting van de spil wisselt en het werktuig beweegt met<br />
het spiltoerental SR resp. snijsnelheid VR uit het werkstuk tot de<br />
veiligheidsafstand bereikt is.<br />
1. Het werktuig boort in de richting van de langsas met het<br />
geprogrammeerde spiltoerental S resp. aanloopsnelheid V tot de<br />
eerste aanloopdiepte (maximale aanloopdiepte D) bereikt is.<br />
2. Om spanen te breken wordt het werktuig met het terugtrekbedrag<br />
V2 teruggetrokken.<br />
3. Daarna boort het werktuig met spiltoerental S resp.<br />
aanvoersnelheid V tot op de volgende aanloopdiepte.<br />
4. Stappen 2 en 3 worden herhaald tot de geprogrammeerde<br />
eindboordiepte Z1 bereikt is.<br />
5. De draairichting van de spil wisselt en het werktuig beweegt met<br />
het spiltoerental SR resp. snijsnelheid VR uit het werkstuk tot de<br />
veiligheidsafstand bereikt is.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-170 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.2 Boren<br />
Schroefdraad<br />
midden ><br />
In de machinegegevens kan de machinefabrikant nog bepaalde<br />
instellingen voor het Draadboren midden uitgevoerd hebben.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Druk op de softkeys "Boren" en "Schroefdraad midden".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
P Spoed<br />
De schroefdraadspoed is afhankelijk van het gebruikte werktuig.<br />
1 snede<br />
Ontspanen<br />
Spanen br.<br />
De schroefdraad wordt met één snede zonder onderbreking geboord.<br />
De boor loopt uit het werkstuk om te ontspanen.<br />
De boor wordt met de terugtrekwaarde V2 teruggetrokken om spanen te breken.<br />
Z0 Referentiepunt (abs) mm<br />
Z1 Schroefdraadboordiepte m.b.t. Z0 (abs of inc) mm<br />
D Maximale aanloop (alleen bij ontspanen of spanen breken) mm<br />
V2 Terugtrekbedrag (alleen bij spanen breken)<br />
Waarde, waarmee de draadboor bij het spanen breken wordt teruggetrokken.<br />
V2=automatisch: Het werktuig wordt met één omwenteling teruggetrokken.<br />
5.2.3 Boren en wrijven<br />
Centreren<br />
Boren<br />
Wrijven<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-171<br />
5<br />
mm/o<br />
inh/o<br />
gangen/"<br />
MODULE<br />
Als u boringen in het front- of mantelvlak wilt uitvoeren, gebruikt u de<br />
functies "Boren" of "Wrijven".<br />
Het werktuig beweegt met inachtneming van het terugtrekvlak en de<br />
veiligheidsafstand in ijlgang naar de geprogrammeerde positie.<br />
mm<br />
1. Het werktuig duikt met de geprogrammeerde aanvoer F in het<br />
werkstuk tot de diepte of de diameter bereikt is.<br />
2. Na afloop van de verwijltijd DT wordt het werktuig in ijlgang<br />
verticaal teruggetrokken op de veiligheidsafstand.<br />
1. Het werktuig duikt met de geprogrammeerde aanvoer F in het<br />
werkstuk tot de einddiepte X1 resp. Z1 bereikt is.<br />
2. Na afloop van de verwijltijd DT wordt het werktuig in ijlgang<br />
verticaal teruggetrokken op de veiligheidsafstand.<br />
1. Het werktuig duikt met de geprogrammeerde aanvoer F in het<br />
werkstuk tot de einddiepte X1 resp. Z1 bereikt is.<br />
2. Na afloop van de verwijltijd DT wordt het werktuig met de<br />
geprogrammeerde aanvoer verticaal teruggetrokken op de<br />
veiligheidsafstand.
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.2 Boren<br />
Centreren<br />
-of- Boren<br />
Boren<br />
Wrijven ><br />
-of- Wrijven<br />
Druk op de softkeys "Boren" en "Boren wrijven".<br />
Druk op de softkey "Centreren", "Boren" of "Wrijven".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
FB Aanvoer voor terugtrekking (alleen bij wrijven) mm/min<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – binnen<br />
• Mantel/Mantel C – buiten<br />
• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Diameter<br />
Schacht<br />
Spits<br />
Spil klemmen/losmaken<br />
De functie moet door de machinefabrikant worden ingesteld.<br />
Aanlopen tot de werktuigdiameter het werkstukoppervlak heeft bereikt. Daarbij wordt<br />
rekening gehouden met de in de werktuiglijst aangegeven hoek van de centreerboor<br />
(alleen bij het centreren).<br />
Aanlopen tot de boorschacht de geprogrammeerde diepte 1 heeft bereikt. Daarbij<br />
wordt rekening gehouden met de in de werktuiglijst aangeg. hoek (alleen bij boren).<br />
Aanlopen tot de boorspits de geprogrammeerde diepte 1 heeft bereikt (alleen bij<br />
centreren en boren).<br />
∅ Diameter van de centrering (alleen bij centreren – diameter) mm<br />
Z1 Aanloopdiepte voor de boorspits of de boorschacht t.o.v. Z0<br />
(abs of inc) – (alleen bij Front/Front C en Front Y)<br />
X1 Aanloopdiepte voor de boorspits of de boorschacht t.o.v. X0<br />
(abs of inc) – (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />
mm<br />
DT Verwijltijd voor terugtrekking om vrij te snijden s<br />
U<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-172 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.2 Boren<br />
5.2.4 Diepboren<br />
Spanen breken<br />
Ontspanen<br />
Diep-<br />
boren ><br />
Als u diepboringen met meerder aanloopstappen wilt uitvoeren aan<br />
het front- of mantelvlak, gebruikt u de functie "Diepboren".<br />
U heeft de keuze of u bij het boren de spanen wilt breken of het<br />
werkstuk om te ontspanen wilt verlaten.<br />
Het werktuig beweegt met inachtneming van het terugtrekvlak en de<br />
veiligheidsafstand in ijlgang naar de geprogrammeerde positie.<br />
1. Het werktuig boort met de geprogrammeerde aanvoer F tot op de<br />
1ste aanloopdiepte.<br />
2. Om spanen te breken wordt het werktuig met de waarde V2<br />
teruggetrokken, daarna boort het tot op de volgende<br />
aanloopdiepte.<br />
3. Stap 2 wordt herhaald tot de eindboordiepte Z1 bereikt en de<br />
verwijltijd DT afgelopen is.<br />
4. Het werktuig beweegt in ijlgang terug naar de veiligheidsafstand.<br />
1. Het werktuig boort met de geprogrammeerde aanvoer F tot op de<br />
1ste aanloopdiepte.<br />
2. Om te ontspanen beweegt u het werktuig in ijlgang uit het werkstuk<br />
tot de veiligheidsafstand bereikt is en stuurt u het opnieuw in het<br />
werkstuk tot op de 1ste aanloopdiepte, verminderd met een<br />
voorhoudafstand V3.<br />
3. Daarna wordt tot op de volgende aanloopdiepte geboord, het<br />
werkstuk wordt dan opnieuw teruggetrokken.<br />
4. Stap 3 wordt herhaald tot de geprogrammeerde eindboordiepte Z1<br />
bereikt en de verwijltijd DT afgelopen is.<br />
5. Het werktuig beweegt in ijlgang terug naar de veiligheidsafstand.<br />
Druk op de softkeys "Boren" en "Diepboren".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-173<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.2 Boren<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – binnen<br />
• Mantel/Mantel C – buiten<br />
• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Ontspanen<br />
Spanen<br />
breken<br />
Schacht<br />
Spits<br />
Spil klemmen/losmaken<br />
De functie moet door de machinefabrikant worden ingesteld.<br />
De boor loopt uit het werkstuk om te ontspanen.<br />
De boor trekt met de terugtrekwaarde V2 terug om spanen te breken.<br />
Aanlopen tot de boorschacht de geprogrammeerde diepte 1 heeft bereikt.<br />
Daarbij wordt rekening gehouden met de in de werktuiglijst ingevoerde hoek.<br />
Aanlopen tot de boorspits de geprogrammeerde diepte 1 heeft bereikt.<br />
Z1 Aanloopdiepte voor de boorspits of de boorschacht t.o.v. Z0.<br />
(abs of inc) – (alleen bij Front/Front C en Front Y)<br />
X1 Aanloopdiepte voor de boorspits of de boorschacht t.o.v. X0.<br />
(abs of inc) – (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />
D Maximumaanloop mm<br />
DF Procentwaarde voor elke verdere aanloop<br />
DF = 100: aanloopbedrag blijft gelijk<br />
DF < 100: aanloopbedrag wordt gereduceerd in de richting van de eindboordiepte<br />
Voorbeeld: DF = 80<br />
laatste aanvoerbeweging was 4 mm;<br />
4 x 80% = 3,2; volgende aanloopbedrag wordt 3,2 mm<br />
3,2 x 80% = 2,56; volgende aanloopbedrag wordt 2,56 mm enz.<br />
V1 Minimumaanloop<br />
Parameter V1 is gegeven als DF aanloopbedrag: aanloop met de onder V1 geprogrammeerde waarde<br />
V2 Terugtrekbedrag (alleen bij spanen breken)<br />
Waarde, waarmee de boor bij het spanen breken wordt teruggetrokken.<br />
DF=0: Het werktuig trekt zich niet terug, maar blijft voor één omwenteling staan.<br />
V3 Voorhoudafstand (alleen bij ontspanen)<br />
Afstand tot de laatste aanloopdiepte die de boor met ijlgang na het ontspanen<br />
nadert.<br />
automatisch: De voorhoudafstand wordt door <strong>ShopTurn</strong> berekend.<br />
mm<br />
DT Verwijltijd voor het vrijsnijden s<br />
U<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-174 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.2 Boren<br />
5.2.5 Schroefdraadboren<br />
Als een binnenschroefdraad in het front- of mantelvlak wilt boren,<br />
gebruikt u de functie "Draadboren".<br />
Tijdens het draadboren kunt u het spiltoerental wijzigen met de spiloverride.<br />
De aanvoer-override is niet actief.<br />
U heeft de keuze of u in één beurt en spanen wilt breken of het<br />
werktuig voor het ontspanen wilt verlaten.<br />
Het werktuig beweegt met inachtneming van het terugtrekvlak en de<br />
veiligheidsafstand in ijlgang naar de geprogrammeerde positie.<br />
Het werktuig beweegt met stilstaande spil in ijlgang naar het<br />
terugtrekvlak en vervolgens op de veiligheidsafstand.<br />
Daar begint de spil te draaien en spiltoerental en aanvoerbeweging<br />
worden gesynchroniseerd.<br />
Het werktuig beweegt verder met ijlgang op de geprogrammeerde<br />
positie.<br />
1 snede 1. Het werktuig boort met het geprogrammeerde spiltoerental S resp.<br />
snijsnelheid V tot op de draadboordiepte X1 resp. Z1.<br />
2. De draairichting van de spil wisselt en het werktuig beweegt met<br />
het geprogrammeerde spiltoerental SR resp. snijsnelheid VR uit<br />
het werkstuk tot de veiligheidsafstand bereikt is.<br />
Ontspanen<br />
Spanen breken<br />
1. Het werktuig boort met het geprogrammeerde spiltoerental S resp.<br />
aanvoersnelheid V tot op de 1ste aanloopdiepte (maximale<br />
aanloopdiepte D) bereikt is.<br />
2. Het werktuig beweegt om te ontspanen met het spiltoerental SR<br />
resp. snijsnelheid VR uit het werkstuk tot de veiligheidsafstand<br />
bereikt is.<br />
3. Daarna keert het werktuig met spiltoerental S resp.<br />
aanvoersnelheid V tot op de 1ste aanloopdiepte terug in het<br />
werkstuk en boort tot op de volgende aanloopdiepte.<br />
4. Stappen 2 en 3 worden herhaald tot de geprogrammeerde<br />
eindboordiepte X1 resp. Z1 bereikt is.<br />
5. De draairichting van de spil wisselt en het werktuig beweegt met<br />
het spiltoerental SR resp. snijsnelheid VR uit het werkstuk tot de<br />
veiligheidsafstand bereikt is.<br />
1. Het werktuig boort met het geprogrammeerde spiltoerental S resp.<br />
aanvoersnelheid V tot op de 1ste aanloopdiepte (maximale<br />
aanloopdiepte D) bereikt is.<br />
2. Om spanen te breken wordt het werktuig met het terugtrekbedrag<br />
V2 teruggetrokken.<br />
3. Daarna boort het werktuig met spiltoerental S resp.<br />
aanvoersnelheid V tot op de volgende aanloopdiepte.<br />
4. Stappen 2 en 3 worden herhaald tot de geprogrammeerde<br />
eindboordiepte X1 resp. Z1 bereikt is.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-175<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.2 Boren<br />
Draad-<br />
boren<br />
Schroef-<br />
draad<br />
5. De draairichting van de spil wisselt en het werktuig beweegt met<br />
het spiltoerental SR resp. snijsnelheid VR uit het werkstuk tot de<br />
veiligheidsafstand bereikt is.<br />
In de machinegegevens kan de machinefabrikant nog bepaalde<br />
instellingen voor het Draadboren uitgevoerd hebben.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Druk op de softkeys "Boren", "Schroefdraad" en "Draadboren".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
P Spoed<br />
De schroefdraadspoed is afhankelijk van het gebruikte werktuig.<br />
MODULE: Bijvoorbeeld gebruikelijk bij wormen, die in een tandwiel grijpen.<br />
Gangen/'': Bijvoorbeeld bij pijpdraden.<br />
Bij het invoeren in gangen/'' vult u in het eerste parameterveld het volledige getal<br />
voor de komma in en in het tweede en derde veld het getal na de komma als breuk.<br />
13,5 gangen/'' vult u bv. als volgt in:<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-176 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
mm/o<br />
in/o<br />
gangen/"<br />
MODULE<br />
SR Spiltoerental voor terugtrekking o/min<br />
VR Snijsnelheid voor terugtrekking (alternatief voor SR) m/min<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – binnen<br />
• Mantel/Mantel C – buiten<br />
• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
1 snede<br />
Ontspanen<br />
Spanen<br />
breken<br />
Spil klemmen/losmaken<br />
De functie moet door de machinefabrikant worden ingesteld.<br />
De schroefdraad wordt met één snede zonder onderbreking geboord.<br />
De boor loopt uit het werkstuk om te ontspanen.<br />
De boor wordt met de terugtrekwaarde V2 teruggetrokken om spanen te breken.<br />
Z1 Draadboordiepte t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij Front/Front C en Front Y) mm<br />
X1 Draadboordiepte t.o.v. X0 (abs of inc) – (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y) mm<br />
D Maximale aanloop (alleen bij ontspanen of spanen breken) mm<br />
V2 Terugtrekbedrag (alleen bij spanen breken)<br />
Waarde, waarmee de boor bij het spanen breken wordt teruggetrokken.<br />
V2=automatisch: Het werktuig wordt met één omwenteling teruggetrokken.<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.2 Boren<br />
5.2.6 Schroefdraadfrezen<br />
Binnenschroefdraad<br />
Buitenschroefdraad<br />
Als u een willekeurige binnen- of buitenschroefdraad op het frontvlak<br />
wilt frezen, maakt u gebruik van de functie "Draadfrezen".<br />
Bij metrische schroefdraad (spoed P in mm/o) belegt <strong>ShopTurn</strong> de<br />
parameter schroefdraaddiepte K met een uit de spoed berekende<br />
waarde. U kunt deze waarde wijzigen.<br />
Deze berekening moet worden geactiveerd via de machinegegevens.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
U heeft telkens de keuze tussen een rechts- of linksdraaiende<br />
schroefdraad.<br />
1. Het werktuig beweegt in ijlgang naar het draadmiddelpunt op het<br />
terugtrekvlak en dan tot op de veiligheidsafstand.<br />
2. Het werktuig beschrijft een door de besturing berekende<br />
inloopcirkel en beweegt dan met geprogrammeerde aanvoer op<br />
een spiraalvormige baan naar de schroefdraaddiameter toe.<br />
3. De schroefdraaddiameter wordt op een spiraalvormige baan<br />
rechtsom of linksom (afhankelijk van links- of rechtsdraaiende<br />
schroefdraad) gefreesd.<br />
4. Het werktuig beweegt met geprogrammeerde voeding op een<br />
spiraalvormige baan uit het werktuig.<br />
5. Het werktuig beweegt in ijlgang terug naar de veiligheidsafstand.<br />
1. Het werktuig beweegt in ijlgang naar het startpunt op het<br />
terugtrekvlak en dan tot op de veiligheidsafstand.<br />
2. Het werktuig beschrijft een door de besturing berekende<br />
inloopcirkel en beweegt dan met geprogrammeerde aanvoer op<br />
een spiraalvormige baan naar de schroefdraaddiameter toe.<br />
3. De schroefdraaddiameter wordt op een spiraalvormige baan<br />
rechtsom of linksom (afhankelijk van links- of rechtsdraaiende<br />
schroefdraad) gefreesd.<br />
4. Het werktuig beweegt met geprogrammeerde voeding op een<br />
spiraalvormige baan uit de schroefdraad.<br />
5. Het werktuig beweegt in ijlgang terug naar de veiligheidsafstand.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-177<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.2 Boren<br />
Draad-<br />
frezen<br />
Schroefdraad<br />
><br />
Druk op de softkeys "Boren", "Schroefdraad" en "Draadfrezen".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 6 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkings-<br />
wijze<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Richting Afhankelijk van de spildraairichting wordt bij een richtingswijziging ook de<br />
bewerkingsdraairichting (gelijkloop/tegenloop) gewijzigd.<br />
Z0 naar Z1: de bewerking begint aan het werkstukoppervlak Z0<br />
(alleen bij Front/Front C en Front Y)<br />
Z1 naar Z0: de bewerking begint aan de schroefdraaddiepte<br />
(alleen bij Front/Front C en Front Y)<br />
X0 naar X1: de bewerking begint aan het werkstukoppervlak X0<br />
(alleen bij mantel Y)<br />
X1 naar X0: de bewerking begint aan de schroefdraaddiepte (alleen bij mantel Y)<br />
Binnendr.<br />
Buitendr.<br />
Linksdr.<br />
Rechtsdr.<br />
Binnenschroefdraad<br />
Buitenschroefdraad<br />
Linksdraaiende schroefdraad<br />
Rechtsdraaiende schroefdraad<br />
NT Aantal snijtanden van een freesplaat.<br />
U kunt één- of meertandige freesplaten gebruiken. De vereiste bewegingen worden<br />
door de cyclus intern zo uitgevoerd dat de spits van de onderste tand van een<br />
freesplaat bij het bereiken van de eindpositie overeenstemt met de geprogrammeerde<br />
eindpositie. Afhankelijk van de snijkantgeometrie van de freesplaat<br />
moet aan de grond van het werkstuk een bevrijdingsweg worden voorzien.<br />
Z1 Schroefdraadlengte (abs of inc) – (alleen bij Front/Front C en Front Y) mm<br />
X1 Schroefdraadlengte (abs of ink) – (alleen bij Mantel Y) mm<br />
∅ Nominale diameter van de schroefdraad , voorbeeld: nominale diameter van<br />
M12 = 12 mm<br />
P Spoed<br />
Als de freesplaat over meerdere snijtanden beschikt, is de spoed afhankelijk van het<br />
gebruikte werktuig.<br />
K Schroefdraaddiepte mm<br />
DXY Aanloop per snede (alleen bij voorbewerking) – (alleen bij Front/Front C en Front Y)<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en snijfreesdiameter (mm)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-178 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
5<br />
mm/o<br />
inh/o<br />
gangen/"<br />
MODULE<br />
mm<br />
%
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.2 Boren<br />
DYZ Aanloop per snede (alleen bij voorbewerking) – (alleen bij Mantel Y)<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en snijfreesdiameter (mm)<br />
U Nabewerkingsovermaat (alleen bij voorbewerking) mm<br />
α0 Starthoek graden<br />
5.2.7 Posities en positiepatronen<br />
Na de boortechnologieën (centreren, draadboren,...) moet u de<br />
posities programmeren.<br />
De volgende positiepatronen staan daarvoor ter beschikking:<br />
• Willekeurige posities<br />
• Positioneren op een lijn, een rooster of een raam<br />
• Positioneren op een volledige cirkel of een deelcirkel<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-179<br />
mm<br />
%<br />
U kunt meerdere positiepatronen na elkaar programmeren (max. 20<br />
technologieën en positiepatronen samen). Ze worden in de<br />
geprogrammeerde volgorde afgelopen.<br />
De vroeger geprogrammeerde technologieën de hierna<br />
geprogrammeerde posities worden automatisch verbonden.<br />
Bewerkingsvolgorde 1. Het werktuig werkt alle geprogrammeerde posities eerst af met het<br />
eerste geprogrammeerde werktuig (bv. centreerboor).<br />
De bewerking van de posities begint altijd aan het referentiepunt.<br />
Bij het rooster wordt eerst in de richting van de 1ste as en dan<br />
meandervormig verder bewerkt.<br />
Raam en gatencirkel worden tegen de wijzers van de klok in verder<br />
bewerkt.<br />
2. Daarna worden alle geprogrammeerde posities met het tweede<br />
geprogrammeerde werktuig bewerkt.<br />
3. Deze procedure wordt herhaald tot elke geprogrammeerde<br />
technologie op alle geprogrammeerde posities werd afgewerkt.<br />
Werktuigverplaatsingsweg<br />
Binnen een positiepatroon en bij het afwerken van het volgende<br />
positiepatroon wordt teruggetrokken tot op de veiligheidsafstand en,<br />
daarna beweegt het werkstuk in ijlgang naar de nieuwe positie resp.<br />
het nieuwe positiepatroon toe.<br />
Posities tonen/verbergen U kunt willekeurige posities tonen of verbergen (zie hfdst. "Posities<br />
tonen en verbergen").<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.2 Boren<br />
5.2.8 Willekeurige posities<br />
Alle<br />
wissen<br />
Posities<br />
><br />
Als u willekeurige posities op het front- of mantelvlak wilt<br />
programmeren, maakt u gebruik van de functie "Willekeurige posities".<br />
<strong>ShopTurn</strong> beweegt in de ingevoerde volgorde naar de verschillende<br />
posities toe.<br />
In een programmablok kunt u maximaal 8 posities aangeven. Als u<br />
nog meer willekeurige posities wilt programmeren, moet u de functie<br />
"Willekeurige posities" nogmaals oproepen.<br />
Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Willekeurige posities".<br />
Druk op de softkey "Alle wissen" om alle geprogrammeerde<br />
posities te wissen.<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – binnen<br />
• Mantel/Mantel C – buiten<br />
• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Rechth./polair<br />
Rechth./<br />
cilindrisch<br />
Z0<br />
CP<br />
X0<br />
Y0<br />
X1 ... X7<br />
Y1 ... Y7<br />
Maten aangegeven in rechthoekige coördinaten of poolcoördinaten<br />
(alleen bij Front/Front C en Front Y)<br />
Maten aangegeven in rechthoekige coördinaten of cilindercoördinaten<br />
(alleen bij Mantel/Mantel C)<br />
Front/Front C en Front Y - rechthoekig:<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Positioneerhoek voor bewerkingsbereik (alleen bij Front Y)<br />
X-coördinaat van de 1ste positie (abs)<br />
Y-coördinaat van de 1ste positie (abs)<br />
X-coördinaten van verdere posities (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Y-coördinaten van verdere posities (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-180 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.2 Boren<br />
Z0<br />
CP<br />
C0<br />
L0<br />
C1 ... C7<br />
L1 ... L7<br />
X0<br />
Y0<br />
Z0<br />
Y1 ...Y7<br />
Z1 ...Z7<br />
C0<br />
Z0<br />
C1 ...C7<br />
Z1 ... Z7<br />
X0<br />
C0<br />
Y0<br />
Z0<br />
Y1 ...Y7<br />
Z1 ...Z7<br />
Front/Front C en Front Y - rechthoekig:<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Positioneerhoek voor bewerkingsbereik (alleen bij Front Y)<br />
C-coördinaat van de 1ste positie (abs)<br />
1ste positie van de boring t.o.v. de Y-as (abs)<br />
C-coördinaten van verdere posities (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Afstand van de positie (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Mantel/Mantel C - rechthoekig:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Y-coördinaat van de 1ste positie (abs)<br />
Z-coördinaat van de 1ste positie (abs)<br />
Y-coördinaten van verdere posities (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Z-coördinaten van verdere posities (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Mantel/Mantel C - cilindrisch:<br />
C-coördinaat van de 1ste positie (abs)<br />
1ste positie van de boring t.o.v. de Z-as (abs)<br />
C-coördinaten van verdere posities (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Andere posities in de Z-as (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Mantel Y:<br />
Referentiepunt in de X-richting (abs)<br />
Referentiepunt<br />
Y-coördinaat van de 1ste positie (abs)<br />
Z-coördinaat van de 1ste positie (abs)<br />
Y-coördinaten van verdere posities (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Z-coördinaten van verdere posities (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-181<br />
5<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.2 Boren<br />
5.2.9 Positiemodel lijn<br />
Posities<br />
><br />
Als u een willekeurig aantal posities wilt programmeren die op<br />
dezelfde afstand op een lijn liggen, maakt u gebruik van de functie<br />
"Positiepatroon lijn".<br />
Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Lijn/Rooster/Raam".<br />
Kies in het veld van de parameter "Lijn/Rooster/Raam" het<br />
positiepatroon "Lijn".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – binnen<br />
• Mantel/Mantel C – buiten<br />
• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Z0<br />
X0<br />
Y0<br />
α0<br />
X0<br />
Y0<br />
Z0<br />
α0<br />
Z0<br />
CP<br />
X0<br />
Y0<br />
α0<br />
Front/Front C:<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
X-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Draaihoek van de lijn, t.o.v. de X-as<br />
Positieve hoek: Lijn wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: Lijn wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Draaihoek van de lijn, t.o.v. de Y-as<br />
Positieve hoek: Lijn wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: Lijn wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Front Y:<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />
X-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Draaihoek van de lijn, t.o.v. de X-as<br />
Positieve hoek: Lijn wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: Lijn wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-182 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.2 Boren<br />
X0<br />
C0<br />
Y0<br />
Z0<br />
α0<br />
Mantel Y:<br />
X-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Referentiepunt<br />
Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Draaihoek van de lijn, t.o.v. de Y-as<br />
Positieve hoek: Lijn wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: Lijn wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
L Afstand van de posities mm<br />
N Aantal posities<br />
5.2.10 Positiepatroon rooster<br />
Posities<br />
><br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-183<br />
5<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
Als u een willekeurig aantal posities wilt programmeren die op<br />
dezelfde afstand op meerdere parallel verlopende rechten liggen,<br />
maakt u gebruik van de functie "Positiepatroon rooster".<br />
Als u een ruitvormig rooster wilt programmeren, voert u de hoek αX<br />
resp. αY in.<br />
Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Lijn/Rooster/Raam".<br />
Kies in het veld van de parameter "Lijn/Rooster/Raam" het<br />
positiepatroon "Rooster".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – binnen<br />
• Mantel/Mantel C – buiten<br />
• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.2 Boren<br />
Z0<br />
X0<br />
Y0<br />
α0<br />
αX<br />
αY<br />
L1<br />
L2<br />
N1<br />
N2<br />
X0<br />
Y0<br />
Z0<br />
α0<br />
αX<br />
αY<br />
L1<br />
L2<br />
N1<br />
N2<br />
Front/Front C:<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
X-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Draaihoek van het rooster<br />
Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de X-as<br />
Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de Y-as<br />
Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Afstand van de kolommen in X-richting<br />
Afstand van de regels in Y-richting<br />
Aantal kolommen in X-richting<br />
Aantal regels in Y-richting<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Draaihoek van het rooster<br />
Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de X-as<br />
Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de Y-as<br />
Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afstand van de kolommen in Y-richting<br />
Afstand van de regels in Z-richting<br />
Aantal kolommen in Y-richting<br />
Aantal regels in Z-richting<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-184 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.2 Boren<br />
Z0<br />
CP<br />
X0<br />
Y0<br />
α0<br />
αX<br />
αY<br />
L1<br />
L2<br />
N1<br />
N2<br />
X0<br />
C0<br />
Y0<br />
Z0<br />
α0<br />
αX<br />
αY<br />
L1<br />
L2<br />
N1<br />
N2<br />
Front Y:<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />
X-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Draaihoek van het rooster<br />
Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de X-as<br />
Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de Y-as<br />
Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afstand van de kolommen in X-richting<br />
Afstand van de regels in Y-richting<br />
Aantal kolommen in X-richting<br />
Aantal regels in Y-richting<br />
Mantel Y:<br />
X-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Referentiepunt<br />
Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Draaihoek van het rooster<br />
Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de X-as<br />
Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afschuifhoek van het rooster, t.o.v. de X-as<br />
Positieve hoek: rooster wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: rooster wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afstand van de kolommen in Y-richting<br />
Afstand van de regels in Z-richting<br />
Aantal kolommen in Y-richting<br />
Aantal regels in Z-richting<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-185<br />
5<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.2 Boren<br />
5.2.11 Positiepatroon raam<br />
Posities<br />
><br />
Met deze functie kan een willekeurig aantal posities geprogrammeerd<br />
worden, als de posities op dezelfde afstand op een raam liggen. De<br />
afstand kan in beide assen verschillende zijn.<br />
Als u een ruitvormig raam wilt programmeren, voert u de hoek αX resp.<br />
αY in.<br />
Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Lijn/Rooster/Raam".<br />
Kies in het veld van de parameter "Lijn/Rooster/Raam" het<br />
positiepatroon "Raam".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – binnen<br />
• Mantel/Mantel C – buiten<br />
• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Z0<br />
X0<br />
Y0<br />
α0<br />
αX<br />
αY<br />
L1<br />
L2<br />
N1<br />
N2<br />
Front/Front C:<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
X-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Draaihoek van het raam<br />
Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de X-as<br />
Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de Y-as<br />
Positieve hoek: Raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: Raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Afstand van de kolommen in X-richting<br />
Afstand van de regels in Y-richting<br />
Aantal kolommen in X-richting<br />
Aantal regels in Y-richting<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-186 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.2 Boren<br />
X0<br />
Y0<br />
Z0<br />
α0<br />
αX<br />
αY<br />
L1<br />
L2<br />
N1<br />
N2<br />
Z0<br />
CP<br />
X0<br />
Y0<br />
α0<br />
αX<br />
αY<br />
L1<br />
L2<br />
N1<br />
N2<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Draaihoek van het raam<br />
Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de X-as<br />
Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de Y-as<br />
Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afstand van de kolommen in Y-richting<br />
Afstand van de regels in Z-richting<br />
Aantal kolommen in Y-richting<br />
Aantal regels in Z-richting<br />
Front Y:<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />
X-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Draaihoek van het raam<br />
Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de X-as<br />
Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de Y-as<br />
Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afstand van de kolommen in X-richting<br />
Afstand van de regels in Y-richting<br />
Aantal kolommen in X-richting<br />
Aantal regels in Y-richting<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-187<br />
5<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.2 Boren<br />
X0<br />
C0<br />
Y0<br />
Z0<br />
α0<br />
αX<br />
αY<br />
L1<br />
L2<br />
N1<br />
N2<br />
5.2.12 Positiepatroon volledige cirkel<br />
Mantel Y:<br />
X-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Referentiepunt<br />
Y-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt – eerste positie (abs)<br />
Draaihoek van het raam<br />
Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de X-as<br />
Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afschuifhoek van het raam, t.o.v. de Y-as<br />
Positieve hoek: raam wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid<br />
Negatieve hoek: raam wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid<br />
Afstand van de kolommen in Y-richting<br />
Afstand van de regels in Z-richting<br />
Aantal kolommen in Y-richting<br />
Aantal regels in Z-richting<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-188 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
Als u een willekeurig aantal punten op een cirkel met gedefinieerde<br />
radius wilt programmeren, maakt u gebruik van de functie<br />
"Positiepatroon volledige cirkel".<br />
<strong>ShopTurn</strong> berekent uit het aantal posities de afstand (hoek) tussen de<br />
verschillende posities. Deze afstand is altijd identiek.<br />
U kunt kiezen of het werktuig de volgende positie op een rechte of een<br />
cirkelvormige baan moet naderen. De ijlgangaanvoer voor het<br />
positioneren op een cirkelvormige baan is vastgelegd in de<br />
machinegegevens.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Als u de volgende positie op een rechte in een cirkelgroef nadert, kan<br />
een contouroverschrijding optreden.<br />
Aanlopen van de volgende positie<br />
op een rechte lijn<br />
Posities aanlopen op een rechte of cirkelvormige baan<br />
Aanlopen van de volgende positie<br />
op een cirkelbaan
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.2 Boren<br />
Posities<br />
><br />
Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Volledige<br />
cirkel/Deelcirkel".<br />
Kies in het veld van de parameter "Volledige cirkel/Deelcirkel" het<br />
positiepatroon "Volledige cirkel".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – binnen<br />
• Mantel/Mantel C – buiten<br />
• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Centraal/<br />
decentraal<br />
Z0<br />
X0<br />
Y0<br />
α0<br />
R<br />
X0<br />
Z0<br />
α0<br />
Centraal/<br />
decentraal<br />
Z0<br />
CP<br />
X0<br />
Y0<br />
C0<br />
L0<br />
α0<br />
R<br />
Positioneren<br />
Front/Front C:<br />
Volledige cirkel centraal op het frontvlak plaatsen<br />
Volledige cirkel niet centraal op het frontvlak plaatsen<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
X-coördinaat van het referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal)<br />
Y-coördinaat van het referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal)<br />
Starthoek: Hoek van de 1ste boring t.o.v. de X-as.<br />
Positieve hoek: volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Radius van de volledige cirkel<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Starthoek: Hoek van de 1ste boring t.o.v. de Y-as.<br />
Positieve hoek: volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Front Y:<br />
Volledige cirkel centraal op het frontvlak plaatsen<br />
Volledige cirkel niet centraal op het frontvlak plaatsen<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />
X-coördinaat van het referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal) (alt. voor C0)<br />
Y-coördinaat van het referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal) (alt. voor L0)<br />
Referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal) (alternatief voor X0)<br />
Referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal) (alternatief voor Y0)<br />
Starthoek: Hoek van de 1ste boring t.o.v. de X-as.<br />
Positieve hoek: volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Radius van de volledige cirkel<br />
Rechte lijn: volgende positie wordt in rechte lijn in ijlgang genaderd.<br />
Cirkel: volgende positie wordt op een cirkelvormige baan genaderd met een in de<br />
machinegegevens vastgelegde aanvoer.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-189<br />
5<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.2 Boren<br />
X0<br />
C0<br />
Y0<br />
Z0<br />
α0<br />
R<br />
Positioneren<br />
Mantel Y:<br />
X-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Referentiepunt<br />
X-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Starthoek: Hoek van de 1ste boring t.o.v. de Y-as.<br />
Positieve hoek: volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Radius van de volledige cirkel<br />
Rechte lijn: volgende positie wordt in rechte lijn in ijlgang genaderd.<br />
Cirkel: volgende positie wordt op een cirkelvormige baan genaderd met een in de<br />
machinegegevens vastgelegde aanvoer.<br />
N Aantal posities op de volledige cirkel<br />
5.2.13 Positiepatroon deelcirkel<br />
Posities<br />
><br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-190 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
Als u een willekeurig aantal punten op een deelcirkel met<br />
gedefinieerde radius wilt programmeren, maakt u gebruik van de<br />
functie "Positiepatroon deelcirkel".<br />
U kunt kiezen of het werktuig de volgende positie op een rechte of een<br />
cirkelvormige baan moet naderen (uitvoerige beschrijving zie hfdst.<br />
"Positiepatroon volledige cirkel").<br />
Druk op de softkeys "Boren", "Posities" en "Volledige<br />
cirkel/Deelcirkel".<br />
Kies in het veld van de parameter "Volledige cirkel/Deelcirkel" het<br />
positiepatroon "Deelcirkel".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – binnen<br />
• Mantel/Mantel C – buiten<br />
• Front Y – vooraan (alleen in dien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – achteraan (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.2 Boren<br />
Centraal/<br />
decentraal<br />
Z0<br />
X0<br />
Y0<br />
α0<br />
R<br />
X0<br />
Z0<br />
α0<br />
Centraal/<br />
decentraal<br />
Z0<br />
CP<br />
X0<br />
Y0<br />
C0<br />
L0<br />
α0<br />
R<br />
Positioneren<br />
X0<br />
C0<br />
Y0<br />
Z0<br />
α0<br />
R<br />
Positioneren<br />
Front/Front C:<br />
Volledige cirkel centraal op het frontvlak plaatsen<br />
Volledige cirkel niet centraal op het frontvlak plaatsen<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
X-coördinaat van het referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal)<br />
Y-coördinaat van het referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal)<br />
Starthoek: Hoek van de 1ste boring t.o.v. de X-as.<br />
Positieve hoek: volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Radius<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Starthoek: Hoek van de 1ste boring t.o.v. de Y-as.<br />
Positieve hoek: volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Front Y:<br />
Volledige cirkel centraal op het frontvlak plaatsen.<br />
Volledige cirkel niet centraal op het frontvlak plaatsen.<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />
X-coördinaat van het referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal) (alt. voor C0)<br />
Y-coördinaat van het referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal) (alt voor L0)<br />
Referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal) (alternatief voor X0)<br />
Referentiepunt (abs) – (alleen bij decentraal) (alternatief voor Y0)<br />
Starthoek: Hoek van de 1ste boring t.o.v. de X-as.<br />
Positieve hoek: volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Radius<br />
Rechte lijn: volgende positie wordt in rechte lijn in ijlgang genaderd.<br />
Cirkel: volgende positie wordt op een cirkelvormige baan genaderd met een in de<br />
machinegegevens vastgelegde aanvoer.<br />
Mantel Y:<br />
X-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Referentiepunt<br />
X-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Z-coördinaat van het referentiepunt (abs)<br />
Starthoek: Hoek van de 1ste boring t.o.v. de Y-as.<br />
Positieve hoek: volledige cirkel wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: Volledige cirkel wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
Radius<br />
Rechte lijn: volgende positie wordt in rechte lijn in ijlgang genaderd.<br />
Cirkel: volgende positie wordt op een cirkelvormige baan genaderd met een in de<br />
machinegegevens vastgelegde aanvoer.<br />
α1 Doorschakelhoek; nadat de eerste boring afgewerkt is, worden met deze hoek alle<br />
andere posities bepaald.<br />
Positieve hoek: andere posities worden tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
Negatieve hoek: andere posities worden met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
N Aantal posities op de deelcirkel<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-191<br />
5<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
graden
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.2 Boren<br />
5.2.14 Posities tonen en verbergen<br />
Willekeurige posities<br />
verbergen/tonen<br />
Pos. ver-<br />
bergen ><br />
Positie<br />
+<br />
Positie<br />
-<br />
of<br />
Posities<br />
><br />
U kunt in de volgende positiepatronen willekeurige posities verbergen:<br />
• Positiepatroon Lijn<br />
• Positiepatroon Rooster<br />
• Positiepatroon Raam<br />
• Positiepatroon Volledige cirkel<br />
• Positiepatroon Deelcirkel<br />
De verborgen posities worden bij de bewerking overgeslagen.<br />
Druk op de softkeys "Boren" en "Posities".<br />
Druk op de softkeys "Lijn/Rooster/Raam" of "Volledige<br />
cirkel/Deelcirkel".<br />
Druk op de softkey "Pos. verbergen".<br />
Boven het invoerscherm van het positiepatroon wordt het venster<br />
"Posities verbergen" geopend.<br />
Het nummer van de actuele positie en de toestand (aan/uit) en de<br />
coördinaten ervan (X, Y) verschijnen.<br />
De actuele positie is geaccentueerd met een cirkel.<br />
Voer in het veld "Positie" het nummer van het punt in<br />
(overeenkomstig de bewerkingsvolgorde) dat u wilt verbergen.<br />
- OF -<br />
Druk op de softkey "Positie +" om de volgende positie (in de<br />
bewerkingsrichting) te selecteren.<br />
- OF -<br />
Druk op de softkey "Positie -" om de vorige positie (tegen de<br />
bewerkingsrichting in) te selecteren.<br />
Druk op de softkey "Alternatief" om de actuele positie te<br />
verbergen resp. te tonen.<br />
Op de grafiek worden de verborgen posities aangegeven met een<br />
kruis.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-192 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.2 Boren<br />
Alle posities tegelijk<br />
tonen resp. verbergen<br />
Alle ver-<br />
bergen<br />
Alle<br />
tonen<br />
5.2.15 Posities herhalen<br />
Positie<br />
herhalen ><br />
Druk op de softkey "Alle verbergen" om alle posities te verbergen.<br />
Druk op de softkey "Alle tonen" om alle posities opnieuw te tonen.<br />
Als u reeds geprogrammeerde posities nogmaals wilt aandoen, maakt<br />
u gebruik van de functie "Positie herhalen".<br />
<strong>ShopTurn</strong> kent elk positiepatroon automatisch een nummer toe en<br />
geeft dit nummer naast het bloknummer aan in het arbeidsplan.<br />
SHOPTURN<br />
Verspanen<br />
SHOPTURN_CONT_01<br />
Verspanen<br />
Centreren<br />
Boren<br />
Gatenrij<br />
Centreren<br />
Boren<br />
Voll. gatencirkel<br />
Draadboren<br />
Pos. herh.<br />
Programmaeinde<br />
Positiepatroon herhalen<br />
T=VOORBEW.WKT.<br />
T=VOORBEW.WKT.<br />
T=Centerboor<br />
T=BOORmantel<br />
T=Centerboor<br />
T=BOOR F100<br />
T=Draadboor<br />
001: Hulrække<br />
Druk op de softkeys "Boren" en "Positie herh.".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-193<br />
5<br />
Positiepatroon 001<br />
Positiepatroon 001<br />
herhalen<br />
Voer het nummer van het positiepatroon in dat u wilt herhalen.
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.3 Draaien<br />
5.3 Draaien<br />
5.3.1 Verspaancycli<br />
Als uw draaimachine over een Y-as beschikt en u bij het draaien met<br />
een positie Y ≠ 0 wilt werken, gaat u als volgt te werk:<br />
1. Onder de functiegroep "Rechte cirkel" het bewerkingsniveau<br />
selecteren (zie hfdst. "Werktuig en bewerkingsniveau selecteren").<br />
2. Onder de functiegroep "Rechte cirkel" een rechte op de gewenste<br />
Y-positie programmeren (zie hfdst. "Rechte").<br />
3. Draaifunctie programmeren.<br />
De Y-positie blijft bestaan tot u het bewerkingsvlak Draaien<br />
deselecteert.<br />
Als u hoeken aan buiten- of binnencontouren langs of dwars wilt<br />
verspanen, maakt u gebruik van de verspaancycli.<br />
De bewerkingswijze (voorbewerking, nabewerking) kunt u vrij kiezen.<br />
Voorbewerken Bij de voorbewerking worden asparallelle sneden tot aan de<br />
geprogrammeerde nabewerkingsovermaat gecreëerd. Als u geen<br />
nabewerkingsovermaat heeft geprogrammeerd, wordt bij de<br />
voorbewerking verspaand tot op de eindcontour.<br />
<strong>ShopTurn</strong> verkleind bij de voorbewerking evt. de geprogrammeerde<br />
aanloopdiepte D, zodat altijd even grote sneden worden gemaakt. Als<br />
de totale aanloopdiepte bv. 10 bedraagt en u een aanloopdiepte van 3<br />
heeft aangegeven, zouden er sneden van 3, 3, 3 en 1 ontstaan.<br />
<strong>ShopTurn</strong> verkleint de aanloopdiepte nu op 2,5, zodat 4 even grote<br />
sneden worden gemaakt.<br />
Of het werktuig op het einde van elke snede met aanloopdiepte D<br />
langs de contour natrekt om resthoeken te verwijderen of onmiddellijk<br />
wordt opgetild, is afhankelijk van de hoek tussen contour en<br />
werktuigsnijkant.<br />
Vanaf welke hoek de natrekbeweging wordt uitgevoerd, is vastgelegd<br />
in de machinegegevens.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
Als het werktuig na afloop van de snede niet aan de contour natrekt,<br />
wordt het in ijlgang opgetild tot op de veiligheidsafstand of een in de<br />
machinegegevens vastgelegde waarde. <strong>ShopTurn</strong> neemt altijd de<br />
kleinere waarde in acht, daar bij het verspanen aan binnencontouren<br />
anders de contour kan worden beschadigd.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-194 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.3 Draaien<br />
Gladmaken De nabewerking gebeurt in dezelfde richting als de voorbewerking.<br />
<strong>ShopTurn</strong> selecteert en deselecteert de werktuigradiuscorrectie bij de<br />
nabewerking automatisch.<br />
Buitencontour in langsrichting verspanen<br />
Asparallelle voorbewerking<br />
Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang eerst naar het terugtrekvlak en dan<br />
naar de veiligheidsafstand.<br />
2. Het werktuig beweegt in ijlgang naar de 1ste aanloopdiepte.<br />
3. De 1ste snede wordt verspaand met bewerkingsaanvoer.<br />
4. Het werktuig trekt met bewerkingsaanvoer langs de contour na of<br />
wordt in ijlgang opgetild (zie hfdst. Voorbewerking).<br />
5. Het werktuig beweegt met ijlgang naar het startpunt voor de<br />
volgende aanloopdiepte.<br />
6. De volgende snede wordt met bewerkingsaanvoer verspaand.<br />
7. De stappen 4 tot 6 worden herhaald tot de einddiepte bereikt is.<br />
8. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />
veiligheidsafstand.<br />
Ver-<br />
spanen ><br />
Druk op de softkeys "Draaien" en "Verspanen".<br />
Kies via de softkey één van de drie verspaancycli:<br />
Eenvoudige verspaancyclus rechte<br />
-of-<br />
Verspaancyclus rechte met radii of fasen<br />
-of-<br />
Verspaancyclus met schuinen, radii of fasen<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-195<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.3 Draaien<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Bewerkings-<br />
wijze<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Ligging Verspaanligging:<br />
Richting Verspaanrichting (vlak of langs) in het coördinatensysteem:<br />
X<br />
X<br />
parallel t.o.v. zur Z-as Z-Achse (langs) (Längs)<br />
Außen Buiten Binnen Innen<br />
Buiten Stirnseite Binnen Rückseite<br />
Z<br />
Z<br />
X<br />
X<br />
parallel t.o.v. zur X-Achse X-as (vlak) (Plan)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-196 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
Z<br />
Z<br />
X0 Referentiepunt ∅ (abs) mm<br />
Z0 Referentiepunt (abs) mm<br />
X1 Eindpunt ∅ (abs) of eindpunt (inc) mm<br />
Z1 Eindpunt (abs of inc) mm<br />
D Aanloopdiepte (inc) – (alleen bij voorbewerking) mm<br />
UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) mm<br />
UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) mm<br />
FSn Fase (n=1 tot 3) alternatief voor Rn mm<br />
Rn Radius (n=1 tot 3) alternatief voor FSn mm<br />
Xm-Zm-α1-α2 Leg vast welke van de parameters Xm, Zm, α1 en α2 moeten worden aangegeven –<br />
(alleen bij verspaancyclus met schuinen, radii en fasen)<br />
Xm Tussenpunt ∅ (abs) of tussenpunt (inc) mm<br />
Zm Tussenpunt (abs of inc) mm<br />
α1 Hoek van het 1ste traject (alleen bij afspaancyclus met schuinen, radii en fasen) graden<br />
α2 Hoek van het 2de traject (alleen bij afspaancyclus met schuinen, radii en fasen) graden<br />
X<br />
X<br />
Z<br />
Z<br />
X<br />
X<br />
Z<br />
Z<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.3 Draaien<br />
5.3.2 Rilcycli<br />
Als u symmetrische en asymmetrische rillen in willekeurige rechte<br />
contourelementen wilt maken, gebruikt u de rilcycli.<br />
X<br />
Ril op een schuine<br />
U kunt uit- of inwendige rillen langs of dwars bewerken.<br />
Met de parameters rilbreedte en rildiepte bepaalt u de vorm van de ril.<br />
Als een ril breder is dan het actieve werktuig, wordt de breedte in<br />
meerdere sneden verspaand. Daarbij wordt het werktuig bij elke ril<br />
(maximaal) 80% van de werktuigbreedte verschoven.<br />
Voor de rilbodem en de flanken kunt een nabewerkingsovermaat<br />
aangeven tot op dewelke bij de voorbewerking wordt verspaand.<br />
De verwijltijd tussen insteken en terugtrekken is vastgelegd in de<br />
machinegegevens.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
Benaderen/verlaten Voorbewerking (aanloopdiepte D > 0)<br />
(1)<br />
(2)<br />
(7) (5) (6) (8)<br />
(3)<br />
(4)<br />
Bewerkingsstappen bij het insteken<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-197<br />
D<br />
D<br />
D<br />
Z<br />
Veiligheidsafstand<br />
D + Veiligheidsafstand<br />
D + Veiligheidsafstand<br />
1. Het werktuig beweegt in ijlgang eerst naar het terugtrekvlak en dan<br />
naar de veiligheidsafstand.<br />
2. Het werktuig steekt in het midden met aanloopdiepte D (1).<br />
3. Het werktuig wordt in ijlgang met D + veiligheidsafstand<br />
teruggetrokken.<br />
4. Het werktuig steekt naast de 1ste ril met aanloopdiepte 2D (2).<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.3 Draaien<br />
Ril ><br />
5. Het werktuig wordt in ijlgang met D + veiligheidsafstand<br />
teruggetrokken.<br />
6. Het werktuig steekt afwisselend in de 1ste en 2de ril, telkens met<br />
een aanloopdiepte van 2D, tot de einddiepte T1 bereikt is (3) en<br />
(4). Tussen de verschillende insteken wordt het werktuig telkens in<br />
ijlgang met D + veiligheidsafstand teruggetrokken. Na de laatste<br />
bewerking wordt het werktuig in ijlgang teruggetrokken op de<br />
veiligheidsafstand.<br />
7. Alle andere rillen worden afwisselen direct tot op de einddiepte T1<br />
gemaakt (5) tot (8). Tussen de verschillende insteken wordt het<br />
werktuig telkens in ijlgang teruggetrokken op de veiligheidsafstand.<br />
Gladmaken<br />
1. Het werktuig beweegt in ijlgang eerst naar het terugtrekvlak en dan<br />
naar de veiligheidsafstand.<br />
2. Het werktuig beweegt met bewerkingsaanvoer langs een flank<br />
omlaag en op de bodem verder tot in het midden.<br />
3. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />
veiligheidsafstand.<br />
4. Het werktuig beweegt met bewerkingsaanvoer langs de andere<br />
flank omlaag en op de bodem verder tot in het midden.<br />
5. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />
veiligheidsafstand.<br />
Druk op de softkeys "Draaien" en "Ril".<br />
Kies via de softkey één van de drie rilcycli:<br />
Eenvoudige rilcyclus<br />
-of-<br />
Rilcyclus met schuinen, radii of fasen<br />
-of-<br />
Rilcyclus op een schuine met schuinen, radii of fasen<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-198 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.3 Draaien<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Bewerkings-<br />
wijze<br />
Ligging Rilligging:<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Referentiepunt Referentiepunt:<br />
+ Volledige bewerking<br />
X0 Referentiepunt ∅ (abs) mm<br />
Z0 Referentiepunt (abs) mm<br />
B1 Rilbreedte, onder (inc) mm<br />
B2 Rilbreedte, boven (inc) alternatief voor B1 – (alleen bij rillen met schuinen, radii) mm<br />
T1 Rildiepte aan het referentiepunt (abs of inc) mm<br />
T2 Rildiepte t.o.v. referentiepunt (abs of inc) alternatief voor T1 –<br />
(alleen bij ril in een schuine met schuinen, radii en fasen)<br />
α0 Hoek van de schuine op de welke de ril moet worden gemaakt – (alleen bij ril in een<br />
schuine met schuinen, radii en fasen)<br />
De hoek kan waarden tussen -180° en +180° aannemen.<br />
Langsril: α0 = 0° ⇒ parallel t.o.v. Z-as<br />
Dwarsril: α0 = 0° ⇒ parallel t.o.v. X-as<br />
Een positieve hoek stemt overeen met een draaiing van de X-as in de richting van<br />
de Z-as<br />
α1, α2 Flankhoek (niet bij eenvoudige rilcyclus)<br />
Door gescheiden flankhoeken kunnen asymmetrische rillen worden beschreven.<br />
De hoeken kunnen waarden tussen 0 en < 90° aannemen.<br />
FS Fase (n = 1 ... 4) alternatief voor R (niet bij eenvoudige rilcyclus) mm<br />
R Radius (n = 1 ... 4) alternatief voor FS (niet bij eenvoudige rilcyclus) mm<br />
D Aanloopdiepte 1ste snede (inc) – (alleen bij voorbewerking)<br />
D=0: 1. Snede wordt direct uitgevoerd op einddiepte T1<br />
D>0: De 1ste en 2de snede wordt afwisselend met de aanloopdiepte D<br />
uitgevoerd om een betere spaanverwijdering te bereiken en werktuigbreuk<br />
te vermijden.<br />
1 2<br />
5<br />
3<br />
4<br />
Alle andere sneden worden onmiddellijk tot op de einddiepte T1 uitgevoerd.<br />
De zijdelingse aanloop voor het afwisselende snijden wordt automatisch bepaald in<br />
de cyclus.<br />
Afwisselende sneden zijn niet mogelijk als het werktuig de rilbodem slechts op één<br />
positie kan bereiken.<br />
U Contourparallelle nabewerkingsovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij<br />
voorbewerking) – (alternatief voor UX en UZ)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-199<br />
D<br />
D<br />
T1<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.3 Draaien<br />
UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alternatief<br />
voor U)<br />
UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alternatief<br />
voor U)<br />
N Aantal rillen (N=1....65535)<br />
P Aantal rillen (inc)<br />
Bij N=1 wordt P niet aangegeven<br />
5.3.3 Ondersnijdingen vorm E en F<br />
Als u ondersnijdingen volgens DIN509 van de vormen E of F wilt<br />
draaien, maakt u gebruik van de functies "Ondersnijding vorm E" of<br />
"Ondersnijding vorm F".<br />
Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang eerst naar het terugtrekvlak en dan<br />
naar de veiligheidsafstand.<br />
2. De ondersnijding wordt in één keer met bewerkingsaanvoer<br />
gemaakt, beginnend aan de flank tot aan V.<br />
3. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken op het terugtrekvlak.<br />
Ondersn.<br />
vorm E -of-<br />
Ondersnijding<br />
><br />
Ondersn.<br />
vorm F<br />
Ondersnijding vorm E<br />
Ondersnijding vorm F<br />
Druk op de softkeys "Draaien" en "Ondersnijding".<br />
Druk op de softkey "Ondersnijding vorm E" of<br />
"Ondersnijding vorm F".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-200 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.3 Draaien<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Ligging ondersnijding vorm E:<br />
Ondersnijdings<br />
grootte<br />
Ligging ondersnijding vorm F:<br />
Ondersnijdingsgrootte naar DIN-tabel:<br />
Radius/diepte, bv.: E1,0x0,4 (ondersnijding vorm E) of<br />
F0,6x0,3 (ondersnijding vorm F)<br />
X0 Referentiepunt voor dimensionering ∅ (abs) mm<br />
Z0 Referentiepunt voor dimensionering (abs) mm<br />
X1 Overmaat in X-richting ∅(abs) of overmaat in X-richting (inc) mm<br />
Z1 Overmaat in Z-richting (abs of inc) – (alleen bij ondersnijding vorm F) mm<br />
V Vlak X ∅ (abs) of vlak X (inc) mm<br />
5.3.4 Schroefdraadondersnijdingen<br />
Als u schroefdraadondersnijdingen volgens DIN76 voor werkstukken<br />
met metrische ISO-schroefdraad of vrij definieerbare schroefdraadondersnijdingen<br />
wilt programmeren, maakt u gebruik van de functies<br />
"Ondersnijding schroefdraad DIN" of "Ondersnijding schroefdraad".<br />
Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang eerst naar het terugtrekvlak en dan<br />
naar de veiligheidsafstand.<br />
2. De 1ste snede wordt met bewerkingsaanvoer uitgevoerd,<br />
beginnend aan de flank, langs de vorm van de draadondersnijding<br />
tot de veiligheidsafstand bereikt is.<br />
3. Het werktuig beweegt in ijlgang naar de volgende startpositie.<br />
4. De stappen 2 en 3 worden herhaald tot de<br />
schroefdraadondersnijding volledig afgewerkt is.<br />
5. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken op het terugtrekvlak.<br />
Bij de nabewerking beweegt het werktuig tot aan vlak V.<br />
Schroefdraadondersnijding<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-201<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.3 Draaien<br />
Ondersn.<br />
draad DIN -of-<br />
Ondersnijding<br />
><br />
Ondersn.<br />
draad<br />
Druk op de softkeys "Draaien" en "Ondersnijding".<br />
Druk op de softkey "Ondersnijding schroefdr. DIN" of<br />
"Ondersnijding schroefdraad".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Bewerkings- Voorbewerking<br />
wijze<br />
Nabewerking<br />
+ Volledige bewerking<br />
Ligging Ligging schroefdraadondersnijding:<br />
P Kies de spoed uit de DIN-tabel of voer ze in – (alleen bij ondersnijding schroefdraad<br />
DIN)<br />
X0 Referentiepunt ∅ (abs) mm<br />
Z0 Referentiepunt (abs) mm<br />
X1 Overmaat in X-richting ∅ (abs) of<br />
overmaat in X-richting (inc) – (alleen bij schroefdraadondersnijding)<br />
Z1 Overmaat in Z-richting (abs of inc) – (alleen bij schroefdraadondersnijding) mm<br />
R1, R2 Radius1, radius2 (inc) – (alleen bij schroefdraadondersnijding) mm<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-202 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm/o<br />
α Aanloophoek graden<br />
V Vlak X ∅ (abs) of vlak X (inc) mm<br />
D Aanloop (inc) – (alleen bij voorbewerking) mm<br />
U Contourparallelle nabewerkingsovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij<br />
voorbewerking) – (alternatief voor UX en UZ)<br />
UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alt. voor U) mm<br />
UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alt. voor U) mm<br />
mm<br />
mm<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.3 Draaien<br />
5.3.5 Schroefdraad draaien<br />
Als u uitwendige of inwendige schroefdraad met constante of<br />
variabele spoed wilt draaien, maakt u gebruik van de functies<br />
"Schroefdraad langs", "Schroefdraad kegel" of "Schroefdraad dwars".<br />
De schroefdraad kan zowel één als meerdere gangen hebben.<br />
Een rechts- of linksdraaiende schroefdraad bepaalt u met de<br />
draairichting van de spil en de aanvoerrichting.<br />
De aanloop gebeurt automatisch met constante aanloopdiepte of<br />
constante verspaningsdiameter.<br />
• Bij constante aanloopdiepte wordt de spaandiameter bij elke<br />
snede groter. De nabewerkingsovermaat word na de<br />
voorbewerking in één snede verwijderd.<br />
Bij een geringe schroefdraaddiepte kan een constante<br />
aanloopdiepte voor betere snijomstandigheden zorgen.<br />
• Bij een constante spaandiameter blijft de snijdruk tijdens alle<br />
voorbewerkingssneden constant, de aanloopdiepte wordt kleiner.<br />
Bij metrische schroefdraad (spoed P in mm/o) belegt <strong>ShopTurn</strong> de<br />
parameter schroefdraaddiepte K met een uit de spoed berekende<br />
waarde. U kunt deze waarde wijzigen.<br />
Deze berekening moet worden geactiveerd via de machinegegevens.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
De cyclus stelt een spil met toerentalregeling en wegmeetsysteem<br />
voorop.<br />
Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang naar het terugtrekvlak.<br />
2. Schroefdraad met voorloop:<br />
Het werktuig beweegt in ijlgang naar de met de<br />
schroefdraadvoorloop W naar voor verplaatste eerste startpositie.<br />
Draad met inloop:<br />
Het werktuig beweegt in ijlgang naar de met de schroefdraadinloop<br />
W2 naar voor verplaatste startpositie.<br />
3. De 1ste snede wordt met de draadspoed P aangemaakt tot aan de<br />
draaduitloop R.<br />
4. Schroefdraad met voorloop:<br />
Het werktuig beweegt in ijlgang naar de terugloopafstand V en dan<br />
naar de volgende startpositie.<br />
Draad met inloop:<br />
Het werktuig beweegt in ijlgang naar de terugloopafstand V en dan<br />
opnieuw naar de startpositie.<br />
5. De stappen 3 en 4 worden herhaald tot de schroefdraad volledig<br />
afgewerkt is.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-203<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.3 Draaien<br />
Draad<br />
langs -of-<br />
-of-<br />
Schroefdraad<br />
><br />
Draad<br />
kegel<br />
Draad<br />
vlak<br />
6. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken op het terugtrekvlak.<br />
Schroefdraad langs<br />
Een onderbreking van de schroefdraadbewerking is altijd mogelijk met<br />
de functie "Snel oplichten“. Deze verzekert dat het werktuig de<br />
schroefdraad bij het oplichten niet beschadigt.<br />
Druk op de softkeys "Draaien" en "Schroefdraad".<br />
Druk op de softkey "Schroefdraad langs", "Schroefdraad kegel" of<br />
"Schroefdraad vlak".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
P Spoed<br />
G Spoedwijziging – alleen bij P = mm/o of inh/o<br />
G = 0 De spoed P wordt niet gewijzigd.<br />
G > 0 De spoed P wordt per omwenteling met de waarde G groter.<br />
G < 0 De spoed P wordt per omwenteling met de waarde G kleiner.<br />
Als de begin- en eindspoed van de schroefdraad bekend zijn, kan de te<br />
programmeren spoedwijziging als volgt worden berekend:<br />
|Pe 2 - P 2 |<br />
G = ⎯⎯⎯⎯⎯ [mm/U 2 ]<br />
2*Z1<br />
Daarbij betekenen:<br />
Pe eindspoed van de schroefdraad [mm/o]<br />
P beginspoed van de schroefdraad [mm/o]<br />
Z1 Schroefdraadlengte [mm]<br />
Een grotere spoed zorgt voor een grotere afstand tussen de spoedgangen op het<br />
werkstuk.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-204 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
mm/o<br />
inh/o<br />
gangen/"<br />
MODULE
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.3 Draaien<br />
Lineair:<br />
Degressief:<br />
Bewerkings-<br />
wijze<br />
Binnendr.<br />
Buitendr.<br />
Aanloop met constante snijdiepte (alleen bij voorbewerking)<br />
Aanloop met constante spaandiameter (alleen bij voorbewerking)<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
+ Volledige bewerking<br />
Binnenschroefdraad<br />
Buitenschroefdraad<br />
X0 Referentiepunt voor dimensionering ∅ (abs) mm<br />
Z0 Referentiepunt voor dimensionering (abs) mm<br />
X1/Xα Draadschuinte ∅ (abs of inc) – (alleen bij kegelschroefdraad)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
X1 Schroefdraadlengte ∅ (abs) of schroefdraadlengte (inc) – (alleen bij dwarse<br />
schroefdraad)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Z1 Schroefdraadlengte (abs of inc) – (alleen bij langs- en kegelschroefdraad)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
W<br />
Schroefdraadvoorloop (inc)<br />
Startpunt is het met de schroefdraadvoorloop W naar voor verplaatste referentiepunt<br />
(X0, Z0). De schroefdraadvoorloop kunt u gebruiken als u enkele sneden iets<br />
vroeger wilt laten beginnen om de ook het begin van de schroefdraad precies aan te<br />
maken.<br />
mm<br />
W2<br />
Schroefdraadinloop (inc)<br />
De schroefdraadinloop kunt u gebruiken als u niet zijdelings tot bij de aan te maken<br />
schroefdraad kunt komen maar in het materiaal moet duiken (voorbeeld: smeergroef<br />
op een as).<br />
mm<br />
W2=R Schroefdraadinloop = schroefdraaduitloop (inc)<br />
mm<br />
R Schroefdraaduitloop (inc)<br />
U kunt de schroefdraaduitloop gebruiken om de schroefdraad op het einde schuin te<br />
verlaten (voorbeeld: smeergroef op een as).<br />
mm<br />
K Draaddiepte (inc)<br />
Als de waarde door <strong>ShopTurn</strong> wordt berekend, is het veld grijs. De waarde kan<br />
echter toch worden gewijzigd, dan is het veld opnieuw wit.<br />
De geprogrammeerde nabewerkingsovermaat U wordt afgetrokken van de<br />
vastgelegde schroefdraaddiepte K, de rest wordt opgedeeld in het aantal<br />
voorbewerkingssneden. De cyclus berekent de verschillende actuele<br />
aanloopdiepten afhankelijk van de aangegeven snede-indeling zelfstandig.<br />
α Aanloopschuine als hoek – alternatief voor aanloopschuine als flank<br />
α > 0: aanloop langs de achterste flank<br />
α < 0: aanloop langs de voorste flank<br />
α = 0: aanloop in een rechte hoek t.o.v. de snijrichting<br />
Als u langs de flanken wilt aanlopen, mag de absolute waarde van deze parameter<br />
maximaal de halve flankhoek van het werktuig bedragen.<br />
I Aanloopschuine als flank (inc) – alternatief voor aanloopschuine als hoek<br />
I > 0: aanloop langs de achterste flank<br />
I < 0: aanloop langs de voorste flank<br />
Aanloop langs de flank<br />
Aanloop met wisselende flank (alternatief)<br />
I.p.v. een flank kunt u ook aanlopen met wisselende flank, daardoor wordt niet altijd<br />
dezelfde werktuigsnijkant belast. Op die manier kunt u de levensduur van het<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-205<br />
5<br />
mm/<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.3 Draaien<br />
werktuig verhogen.<br />
α > 0: start aan de achterste flank<br />
α < 0: start aan de voorste flank<br />
AS Aantal voorbewerkingssnede of eerste aanloopdiepte (alleen bij voorbewerking)<br />
Bij het omschakelen tussen het aantal voorbewerkingssneden en de eerste aanloop<br />
wordt telkens de bijbehorende waarde aangegeven.<br />
U Nabewerkingsovermaat (inc) – (alleen bij voorbewerking) mm<br />
NN Aantal lege sneden (alleen bij nabewerking)<br />
Om de oppervlaktekwaliteit te verbeteren, beweegt het werktuig nog NN maal langs<br />
de draaddiepte K.<br />
V Terugloopafstand (inc) mm<br />
Q Starthoekverplaatsing bij schroefdraad met één gang, d.w.z. hoek die het aansnijpunt<br />
van de draadgang aan de omvang van het draaideel bepaalt (-360°
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.3 Draaien<br />
5.3.6 Nabewerking schroefdraad<br />
Jog<br />
Sync.-<br />
punt<br />
Cycle Start<br />
Cycle Start<br />
Schroefdraad<br />
><br />
Zoeken<br />
starten<br />
Als u een schroefdraad na afwerking wilt nabewerken, bv. als tijdens<br />
het draaien de snijplaat van het werktuig gebroken is, maakt u gebruik<br />
van de functie "Nabewerking schroefdraad".<br />
<strong>ShopTurn</strong> neemt daarbij de hoekverplaatsing van een draadgang in<br />
acht, die ontstaat door het opnieuw inspannen van het werkstuk.<br />
Schakel de spil uit.<br />
Selecteer de bedieningsmodus "Machine Manueel".<br />
Draai het schroefdraadwerktuig in de schroefdraadgang.<br />
Druk op de softkeys "Draaien" en "Schroefdraad".<br />
Druk op de softkey "Sync.-punt" als het schroefdraadwerktuig<br />
precies in de draadgang staat.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
Voer in het parameterveld "Q" (starthoekverplaatsing) de<br />
waarde 0 in.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Beweeg het schroefdraadwerktuig vrij tot het referentiepunt<br />
(X0, Z0) zonder botsing kan worden gebruikt.<br />
Laad het programma in de bedieningsmodus "Machine Auto"<br />
(zie hfdst. "Bewerking starten/stoppen").<br />
Plaats de cursor op het programmablok Schroefdraad draaien.<br />
Druk op de softkeys "Blokzoek." en "Zoeken starten".<br />
Druk op de toets "Cycle Start".<br />
<strong>ShopTurn</strong> voert alle vereiste voorinstellingen uit.<br />
Druk nog eens de toets "Cycle Start".<br />
De nieuwe startpositie wordt genaderd en de nabewerking van de<br />
schroefdraad wordt gestart. De hoekverplaatsing wordt daarbij mee in<br />
acht genomen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-207<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.3 Draaien<br />
5.3.7 Afsteken<br />
Als u rotatiesymmeterische delen (bv. schroeven, bouten of buizen)<br />
wilt afsteken, gebruikt u de functie "Afsteken".<br />
Aan de rand van het afgewerkte deel kunt u een fase of afronding<br />
programmeren.<br />
Tot op een diepte X1 kunt u met constante snijsnelheid V of toerental<br />
S werken, vanaf dan wordt alleen nog met constant toerental gewerkt.<br />
Vanaf diepte X1 kunt u ook een gereduceerde aanvoer FR resp. een<br />
gereduceerd toerental SR programmeren om de snelheid aan te<br />
passen aan de kleinere diameter.<br />
Via de parameter X2 voert u de einddiepte in, die u met het afsteken<br />
wilt bereiken. Bij buizen hoeft u bv. niet volledig tot in het midden af te<br />
steken, in dat geval volstaat het iets meer dan de wanddikte van de<br />
buis af te steken.<br />
Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang eerst naar het terugtrekvlak en dan<br />
naar de veiligheidsafstand.<br />
2. Evt. wordt met bewerkingsaanvoer de fase of de radius<br />
aangemaakt.<br />
3. Het afsteken wordt uitgevoerd met bewerkingsaanvoer tot op een<br />
diepte X1.<br />
4. Met gereduceerde aanvoer FR en gereduceerd toerental SR wordt<br />
het afsteken tot op de diepte X2 voortgezet.<br />
5. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />
veiligheidsafstand.<br />
Als uw draaimachine daarvoor is uitgerust, kunt u het afgestoken<br />
werkstuk laten opvangen in een werkstukopname. Het uitschuiven van<br />
de werkstukopname moet vrijgegeven zijn in de machinegegevens.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-208 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.3 Draaien<br />
Afsteken ><br />
Druk op de softkeys "Draaien" en "Afsteken".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
SV Toerentalgrens voor constante snijsnelheid (alleen bij V) o/min<br />
X0 Referentiepunt ∅ (abs) mm<br />
Z0 Referentiepunt (abs) mm<br />
FS Fase alternatief voor R mm<br />
R Radius alternatief voor FS mm<br />
X1 Diepte voor aanvoerreductie ∅ (abs) of diepte voor aanvoerreductie (inc) mm<br />
FR Gereduceerde aanvoer mm/o<br />
SR Gereduceerd toerental o/min<br />
Delenvanger ja: werkstukopname uitschuiven<br />
neen: werkstukopname niet uitschuiven<br />
XM Diepte waarbij de lade wordt geopend (abs) mm<br />
X2 Einddiepte ∅ (abs) of einddiepte (inc) mm<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-209<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.4 Contourdraaien<br />
5.4 Contourdraaien<br />
Om eenvoudige of complexe contouren aan te maken en te<br />
verspanen, maakt u gebruik van de functie "Contourdraaien". Een<br />
contour bestaat uit meerdere contourelementen, waarbij een<br />
gedefinieerde contour uit minimum twee en maximum 250 elementen<br />
bestaat. Daarnaast kunt u tussen de contourelementen fasen, radii,<br />
ondersnijdingen of tangentiële overgangen programmeren.<br />
De geïntegreerde contourrekenmachine berekent de snijpunten van<br />
de verschillende contourelementen met inachtneming van de<br />
geometrische relaties en helpt u bij het invoeren van niet voldoende<br />
gedimensioneerde elementen.<br />
Bij het bewerken van de contour kunt u rekening houden met een<br />
ruwe contour, die voor de afgewerkte contour moet ontstaan.<br />
Vervolgens kiest u één van de volgende bewerkingstechnologieën:<br />
• verspanen<br />
• steken<br />
• steekdraaien<br />
Bij de 3 verschillende technologie kunt u telkens voorbewerken,<br />
restmateriaal ruimen en nabewerken.<br />
De programmering voor het verspanen ziet er bijvoorbeeld als volgt<br />
uit:<br />
1. Ruwe contour invoeren<br />
Als u bij het verspanen tegen de contour als ruwe vorm een ruwe<br />
contour (en geen cilinder of geen overmaat) wilt gebruiken, moet u<br />
voor de afgewerkte contour een ruwe contour definiëren. De ruwe<br />
contour bouwt u geleidelijk op uit verschillende contourelementen.<br />
2. Afgewerkte contour invoeren<br />
De afgewerkte contour bouwt u op uit verschillende<br />
contourelementen.<br />
3. Verspanen tegen de contour (voorbewerking)<br />
De contour wordt in langs- resp. dwarsrichting of contourparallel<br />
bewerkt.<br />
4. Restmateriaal ruimen (voorbewerking)<br />
<strong>ShopTurn</strong> herkent bij het verspanen van de contour automatisch<br />
restmateriaal dat is blijven staan. Met een geschikt werktuig kunt u<br />
dit materiaal verwijderen zonder nogmaals de volledige contour te<br />
moeten bewerken.<br />
5. Verspanen tegen de contour (nabewerking)<br />
Als u bij het voorbewerken een nabewerkingsovermaat heeft<br />
geprogrammeerd, wordt de contour nogmaals bewerkt.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-210 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.4 Contourdraaien<br />
Alle bewerkingsstappen van het contourdraaien worden in het<br />
arbeidsplan samengevat tussen rechte haakjes.<br />
Voorbeeld: Contour verspanen<br />
Als uw draaimachine over een Y-as beschikt en u bij het draaien met<br />
een positie Y ≠ 0 wilt werken, gaat u als volgt te werk:<br />
1. Onder de functiegroep "Rechte cirkel" het bewerkingsniveau<br />
selecteren (zie hfdst. "Werktuig en bewerkingsniveau selecteren").<br />
2. Onder de functiegroep "Rechte cirkel" een rechte op de gewenste<br />
Y-positie programmeren (zie hfdst. "Rechte").<br />
3. Draaifunctie programmeren.<br />
De Y-positie blijft bestaan tot u het bewerkingsvlak Draaien<br />
deselecteert.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-211<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.4 Contourdraaien<br />
5.4.1 Weergave van de contour<br />
<strong>ShopTurn</strong> geeft een contour in het arbeidsplan als programmablok<br />
weer. Als u dit blok opent, worden de verschillende contourelementen<br />
symbolisch opgesomd en als streepgrafiek weergegeven.<br />
Symbolische weergave De verschillende contourelementen van de contour verschijnen in de<br />
ingevoerde volgorde symbolisch naast het grafiekvenster.<br />
Contourelement Symbool Betekenis<br />
Startpunt<br />
Rechte omhoog<br />
Rechte omlaag<br />
Rechte naar links<br />
Rechte naar rechts<br />
Rechte willekeurig<br />
Cirkelboog naar<br />
rechts<br />
Cirkelboog naar<br />
links<br />
Contourafsluiting END<br />
Startpunt van de contour<br />
Rechte in 90°-rooster<br />
Rechte in 90°-rooster<br />
Rechte in 90°-rooster<br />
Rechte in 90°-rooster<br />
Rechte met willekeurige<br />
stijging<br />
Cirkel<br />
Cirkel<br />
Einde van de<br />
contourbeschrijving<br />
De verschillende kleur van de symbolen geeft informatie over hun<br />
status:<br />
Voorgrond Achtergrond Betekenis<br />
- rood Cursor op nieuw element<br />
zwart rood Cursor op actueel element<br />
zwart wit Normaal element<br />
rood wit Element wordt momenteel niet<br />
geobserveerd (element wordt pas<br />
geobserveerd als het met de cursor<br />
wordt geselecteerd)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-212 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.4 Contourdraaien<br />
Grafische weergave Synchroon met de doorlopende invoer van de contourelementen<br />
wordt in het grafiekvenster de vooruitgang van de<br />
contourprogrammering in een streepgrafiek aangegeven.<br />
Grafische weergave van de contour bij het contourdraaien<br />
Het aangemaakte contourelement kan daarbij verschillende<br />
lijnvarianten en kleuren aannemen:<br />
• zwart: geprogrammeerde contour<br />
• oranje: actueel contourelement<br />
• groen gestippeld: alternatief element<br />
• blauw gestippeld: gedeeltelijk bepaald element<br />
De skalering van het coördinatensysteem past zich aan de<br />
verandering van de volledige contour aan.<br />
De symmetrie-as van de contour wordt als streep/punt-lijn<br />
weergegeven.<br />
De ligging van het coördinatensysteem verschijnt in het<br />
grafiekvenster.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-213<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.4 Contourdraaien<br />
5.4.2 Nieuwe contour aanleggen<br />
Nieuwe<br />
contour ><br />
Voor elke contour die u wilt verspanen, moet u een eigen contour<br />
aanleggen.<br />
Als u een nieuwe contour aanlegt, moet u eerst een startpunt<br />
vastleggen. <strong>ShopTurn</strong> definieert dan automatisch het contoureinde.<br />
U heeft de mogelijkheid de contour met een overgangselement naar<br />
het uitgangsmateriaal te beginnen. Bovendien kunt u voor het<br />
startpunt willekeurige bijkomende commando's (max. 40 tekens)<br />
invoeren als G-Code.<br />
Als u een contour wilt aanleggen die op een bestaande contour lijkt,<br />
kunt u de oude contour ook kopiëren, een andere naam geven en dan<br />
slechts bepaalde contourelementen wijzigen.<br />
Als u daarentegen een identieke contour op een andere plek in het<br />
programma nogmaals wilt gebruiken, mag u de kopie geen andere<br />
naam geven. Wijzigingen van de ene contour worden dan automatisch<br />
overgenomen door de gelijknamige contour.<br />
Druk op de softkeys "Contourdraaien" en "Nieuwe contour".<br />
Voer een naam voor de nieuwe contour in.<br />
De contournaam moet ondubbelzinnig zijn.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
Het invoerscherm voor het startpunt van de contour verschijnt.<br />
Voer de parameters in.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Voer de verschillende contourelementen in (zie hfdst.<br />
"Contourelementen aanmaken").<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
X Startpunt in X-richting ∅(abs) mm<br />
Z Startpunt in Z-richting (abs) mm<br />
Overgang bij<br />
contourbegin<br />
Extra<br />
commando<br />
FS: fase als overgangselement bij contourbegin<br />
R: radius als overgangselement bij contourbegin<br />
FS=0 of R=0: geen overgangselement<br />
Ligging van het overgangselement m.b.t. het startpunt van de contour<br />
Willekeurig extra commando in de vorm van G-Code<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-214 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.4 Contourdraaien<br />
5.4.3 Contourelementen creëren<br />
Contourovergangselementen<br />
Nadat u een nieuwe contour heeft aangelegd en het startpunt heeft<br />
vastgelegd, definieert u de verschillende contourelementen die de<br />
contour vormen.<br />
De volgende contourelementen staan ter beschikking voor het<br />
definiëren van een contour:<br />
• Rechte lijn verticaal<br />
• Rechte lijn horizontaal<br />
• Rechte lijn diagonaal<br />
• Cirkel / Cirkelboog<br />
Voor elk contourelement vult u een eigen parameterscherm in. Bij het<br />
invoeren van de parameters bieden verklarende help-schermen<br />
ondersteuning.<br />
Als u in enkele velden geen waarden invoert, gaat <strong>ShopTurn</strong> ervan uit<br />
dat deze waarden onbekend zijn en probeert deze uit andere waarden<br />
te berekenen.<br />
Bij contouren waarvoor u meer parameters heeft ingevoerd dan nodig,<br />
kunnen contradicties optreden. Probeer in dit geval minder<br />
parameters in te voeren en zoveel mogelijk parameters door<br />
<strong>ShopTurn</strong> te laten berekenen.<br />
Tussen twee contourelementen kunt u als overgangselement een<br />
radius, een fase of bij rechte contourelementen ook een ondersnijding<br />
kiezen. Het overgangselement wordt steeds op het einde van een<br />
contourelement toegevoegd. De selectie van een contourelement<br />
gebeurt op het parameterscherm van het betreffende contourelement.<br />
Een contourovergangselement kunt u gebruiken als er een snijpunt<br />
van de beide aangrenzende elementen bestaat dat uit de ingevoerde<br />
waarden kan worden berekend. Anders moet u de contourelementen<br />
Rechte/Cirkel gebruiken.<br />
Een uitzondering vormt het contoureinde. Daar kunt u, ook al bestaat<br />
er geen snijpunt met een ander element, ook een radius of een fase<br />
als overgangselement naar het uitgangsmateriaal definiëren.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-215<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.4 Contourdraaien<br />
Extra commando's<br />
Andere functies<br />
Exacte<br />
contourovergangen<br />
maken<br />
Voor elk contourelement kunt u willekeurige bijkomende commando's<br />
invoeren in de vorm van G-Code.<br />
De bijkomende commando's (max. 40 tekens) voert u in het<br />
uitgebreide parameterscherm in (softkey "Alle parameters").<br />
Bij de programmering van een contour staan nog de volgende functies<br />
ter beschikking:<br />
• Tangente aan voorgaand element<br />
De overgang naar het voorgaande element kunt u als tangente<br />
programmeren.<br />
• Dialoogselectie<br />
Als uit de tot nu toe ingevoerde parameters twee mogelijke<br />
contouren kunnen ontstaan, moet u één ervan kiezen.<br />
• Contour sluiten<br />
Van de actuele positie kunt u de contour met een rechte naar het<br />
startpunt sluiten.<br />
Bij de nabewerking van de contour wordt in baanstuurbedrijf (G64)<br />
gewerkt. D.w.z. dat contouroverhangen, zoals hoeken, fasen of radii,<br />
eventueel niet exact worden bewerkt.<br />
Om dit te verhinderen, bestaan er twee verschillende mogelijkheden<br />
bij de programmering (extra commando gebruiken of afzonderlijke<br />
aanvoer voor het overgangselement programmeren).<br />
• Extra commando<br />
Programmeer voor de contour op de onderstaande afbeelding<br />
eerst de verticale rechte en voer voor de parameter extra<br />
commando "G9" (precieze stop blok per blok) in. Programmeer<br />
vervolgens de horizontale rechte.<br />
De hoek wordt exact bewerkt, daar de aanvoer op het einde van<br />
de verticale rechte even nul is.<br />
Werkstuk<br />
Bewerkingsrichting<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-216 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
G64<br />
Contourhoeken nabewerken<br />
G9<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.4 Contourdraaien<br />
Contourelementen<br />
invoeren<br />
Alle<br />
parameters<br />
...<br />
Tangente aan<br />
voorgangerelement<br />
Tangente<br />
aan voorg.<br />
• Aanvoer overgangselement<br />
Als u als overgangselement een fase of een radius heeft gekozen,<br />
voert u in de parameter "FRC" een kleinere aanvoer in. Door de<br />
langzamere bewerking wordt het overgangselement preciezer<br />
gemaakt.<br />
Selecteer via softkey een contourelement.<br />
Voer in het invoerscherm alle gegevens in die beschikbaar zijn op<br />
de werkstuktekening (bv. lengte van de rechten, eindpositie,<br />
overgang naar het volgende element, stijgingshoek enz.).<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Het contourelement wordt toegevoegd aan de contour.<br />
Herhaal de procedure tot de contour compleet is.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
De geprogrammeerde contour wordt opgenomen in het arbeidsplan.<br />
Als u bij sommige contourelementen andere parameters wilt<br />
oproepen, bv. om nog extra commando's in te voeren, drukt u op de<br />
softkey "Alle parameters".<br />
Terwijl u de gegevens voor een contourelement invoert, kunt u de<br />
overgang naar het voorgaande element programmeren als tangente.<br />
Druk op de softkey "Tangente aan voorg.".<br />
De hoek t.o.v. het voorgaande element α2 wordt op 0° gezet. In het<br />
invoerveld van de parameter verschijnt de selectie "tangentieel".<br />
Dialoogselectie Bij het invoeren van gegevens voor een contourelement kunnen twee<br />
mogelijke contouren ontstaan, waarvan u er één moet kiezen.<br />
Dialoog-<br />
selectie<br />
Druk op de softkey "Dialoogselectie" om tussen de verschillende<br />
mogelijkheden om te schakelen.<br />
In het grafiekvenster wordt de geselecteerde contour als volle zwarte<br />
lijn weergegeven, de alternatieve contour als groene stippellijn.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-217<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.4 Contourdraaien<br />
contour sluiten<br />
Contour<br />
sluiten<br />
Overgangselement aan<br />
contoureinde<br />
Een contour moet altijd gesloten zijn. Als u niet alle contourelementen<br />
van startpunt tot startpunt zelf wilt bepalen, kunt u de contour van de<br />
actuele positie uit naar het startpunt sluiten.<br />
Druk op de softkey "Contour sluiten".<br />
<strong>ShopTurn</strong> voegt een rechte in van de actuele positie naar het<br />
startpunt.<br />
Als u alle contourelementen heeft toegevoegd, kunt u op het einde<br />
van de contour nog een overgangselement naar het basisdeel<br />
definiëren voor u de contour opneemt in het arbeidsplan.<br />
Plaats de cursor op het laatste contourelement.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts".<br />
Het bijhorende invoerscherm wordt geopend.<br />
Geef een overgangselement aan.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Plaats de cursor op het contoureinde .<br />
Druk op de toets "Cursor rechts".<br />
Het bijhorende invoerscherm wordt geopend.<br />
Selecteer de gewenste ligging van de overgangselementen.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Op het einde van de contour wordt een overgangselement naar het<br />
basisdeel toegevoegd.<br />
Parameter Beschrijving voor het contourelement "Rechte lijn" Eenheid<br />
X Eindpositie in X-richting ∅ (abs) of Eindpositie in X-richting (inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Z Eindpositie in Z-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
L Lengte van de rechte lijn mm<br />
α1 Stijgingshoek t.o.v. de Z-as graden<br />
α2 Hoek met het voorgaande elementt<br />
tangentiële overgang: α2=0<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-218 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
FB Aanvoer voor contourelement Rechte mm/o<br />
Overgang naar<br />
het volgende<br />
element<br />
FS: Fase als overgangselement naar het volgende contourelement<br />
R: Radius als overgangselement naar het volgende contourelement<br />
Ondersnijding ondersnijding (schroefdraad, schroefdr. DIN, vorm E of vorm F) als<br />
overgangselement naar het volgende contourelement<br />
Z1 Lengte 1 (inc) - (alleen bij schroefdraad) mm<br />
Z2 Lengte 2 (inc) - (alleen bij schroefdraad) mm<br />
mm<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.4 Contourdraaien<br />
R1 Radius 1 (inc) - (alleen bij schroefdraad) mm<br />
R2 Radius 2 (inc) - (alleen bij schroefdraad) mm<br />
T Diepte (inc) - (alleen bij schroefdraad) mm<br />
P Spoed (alleen bij schroefdraad DIN) mm/o<br />
α Aanloophoek (alleen bij schroefdraad DIN) graden<br />
Ondersnijdings<br />
grootte<br />
Ondersnijdingsgrootte volgens DIN-tabel (alleen bij vorm E en vorm F):<br />
Radius/diepte, bv.: E1,0x0,4 (ondersnijding vorm E) of<br />
F0,6x0,3 (ondersnijding vorm F)<br />
FRC Aanvoer voor overgangselement fase of radius mm/o<br />
CA Overmaat voor latere slijpprocedure mm<br />
Extra<br />
commando<br />
<strong>Sl</strong>ijpovermaat rechts van de contour (van het startpunt uit gezien)<br />
<strong>Sl</strong>ijpovermaat links van de contour (van het startpunt uit gezien)<br />
Willekeurig extra commando in de vorm van G-Code<br />
Parameter Beschrijving voor het contourelement "Cirkel" Eenheid<br />
Draairichting<br />
Draaiing met de wijzers van de klok mee<br />
Draaiing tegen de wijzers van de klok in<br />
R Radius van de cirkel mm<br />
X Eindpositie in X-richting ∅ (abs) of Eindpositie in X-richting (inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Z Eindpositie in Z-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
I Positie van het cirkelmiddelpunt in X-richting ∅ (abs) of<br />
Positie van het cirkelmiddelpunt in X-richting (inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
K Positie van het cirkelmiddelpunt in Z-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
α1 Starthoek t.o.v. de Z-as graden<br />
α2 Hoek met het voorgaande element<br />
tangentiële overgang: α2=0<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-219<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
β1 Eindhoek t.o.v. de Z-as graden<br />
β2 Openingshoek van de cirkel graden<br />
FB Aanvoer voor contourelement Cirkel mm/o<br />
Overgang naar<br />
het volgende<br />
element<br />
FS: Fase als overgangselement naar het volgende contourelement<br />
R: Radius als overgangselement naar het volgende contourelement<br />
FRC Aanvoer voor overgangselement fase of radius mm/o<br />
CA Overmaat voor latere slijpprocedure mm<br />
Extra<br />
commando<br />
<strong>Sl</strong>ijpovermaat rechts van de contour (van het startpunt uit gezien)<br />
<strong>Sl</strong>ijpovermaat links van de contour (van het startpunt uit gezien)<br />
Willekeurig extra commando in de vorm van G-Code<br />
mm<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.4 Contourdraaien<br />
Parameter Beschrijving voor contoureinde Eenheid<br />
Overgang aan<br />
contoureinde<br />
5.4.4 Contour wijzigen<br />
Contourelement<br />
bijvoegen<br />
...<br />
Contourelement wijzigen<br />
Ligging van het overgangselement t.o.v. het eindpunt van de contour<br />
Een aangemaakte contour kan later nog worden gewijzigd.<br />
U kunt contourelementen<br />
• bijvoegen,<br />
• wijzigen,<br />
• toevoegen of<br />
• wissen.<br />
Als in uw programma twee gelijknamige contouren gedefinieerd zijn,<br />
worden wijzigingen aan de ene contour automatisch overgenomen<br />
door de contour met dezelfde naam.<br />
Selecteer de contour in het arbeidsplan.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts".<br />
Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.<br />
Plaats de cursor op het laatste element voor het contoureinde.<br />
Selecteer via softkey het gewenste contourelement.<br />
Voer de parameters in het invoerscherm in.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Het gewenste contourelement wordt aan de contour toegevoegd.<br />
Selecteer de contour in het arbeidsplan.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts".<br />
Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.<br />
Plaats de cursor op het contourelement dat u wilt wijzigen.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts".<br />
Het bijhorende invoerscherm wordt geopend en in de<br />
programmeergrafiek wordt het geselecteerde element vergroot<br />
weergegeven.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-220 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.4 Contourdraaien<br />
Dialoogselectie wijzigen<br />
Selectie<br />
wijzigen<br />
Dialoog-<br />
selectie<br />
Dialoog<br />
overname<br />
Contourelement<br />
toevoegen<br />
...<br />
Voer de gewenste wijzigingen in.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
De actuele waarden van het contourelement worden overgenomen en<br />
de wijziging wordt onmiddellijk zichtbaar op het programmeergrafiek.<br />
Als tijdens het invoeren van de gegevens van een contourelement<br />
blijkt dat er twee verschillende contourmogelijkheden bestaan en u de<br />
foute heeft gekozen, kunt u de selectie wijzigen. Als uit de andere<br />
parameters reeds een ondubbelzinnige contour blijkt, verschijnt er<br />
geen selectiemogelijkheid meer.<br />
Open het invoerscherm van het contourelement.<br />
Druk op de softkey "Selectie wijzigen".<br />
De beide contourmogelijkheden verschijnen opnieuw.<br />
Druk op de softkey "Dialoogselectie" om tussen de verschillende<br />
mogelijkheden om te schakelen.<br />
Druk op de softkey "Dialoog overname".<br />
De geselecteerde contour wordt overgenomen.<br />
Selecteer de contour in het arbeidsplan.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts".<br />
Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.<br />
Plaats de cursor op het contourelement na hetwelke u een nieuw<br />
element wilt toevoegen.<br />
Selecteer via softkey een nieuw contourelement.<br />
Voer de parameters in het invoerscherm in.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Het contourelement wordt opgenomen in de contour. De volgende<br />
contourelementen worden overeenkomstig de nieuwe contourtoestand<br />
automatisch geactualiseerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-221<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.4 Contourdraaien<br />
Contourelement wissen<br />
Element<br />
wissen<br />
5.4.5 Verspanen<br />
Selecteer de contour in het arbeidsplan.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts".<br />
Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.<br />
Plaats de cursor op het contourelement dat u wilt wissen.<br />
Druk op de softkey "Element wissen".<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
Het geselecteerde contourelement wordt gewist.<br />
Als u contouren in langs- resp. dwarsrichting of contourparallel wilt<br />
bewerken, gebruikt u de functie "Verspanen".<br />
Verspanen<br />
Voor u de contour verspaant, moet u de contour invoeren.<br />
Basisdeel Bij het verspanen neemt <strong>ShopTurn</strong> basisdeel in acht, dat uit een<br />
cilinder, een overmaat op de afgewerkte contour of een willekeurige<br />
ruwe contour kan bestaan. De ruwe contour moet u voor de<br />
afgewerkte contour als eigen gesloten contour definiëren.<br />
Als ruwe en afgewerkte contour geen snijpunt hebben, legt <strong>ShopTurn</strong><br />
de afsluiting tussen basisdeel en afgewerkt deel vast.<br />
Als de hoek tussen de rechte en de Z-as groter dan 1° is, wordt de<br />
afsluiting naar boven gelegd. Is de hoek gelijk aan/kleiner dan 1°,<br />
wordt de afsluiting zijdelings gelegd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-222 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.4 Contourdraaien<br />
Wisselende snijdiepte<br />
Basisdeel<br />
Afgewerkt deel<br />
Contourafsluiting<br />
Afsluiting tussen basis- en afgewerkt deel naar boven<br />
Basisdeel<br />
Afgewerkt deel<br />
Contourafsluiting<br />
Afsluiting tussen basis- en afgewerkt deel zijdelings<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-223<br />
α<br />
α<br />
X<br />
X<br />
5<br />
α > 0: afsluiting naar boven<br />
Z<br />
α ≤ 0: Afsluiting zijdelings<br />
I.p.v. met constante snijdiepte D kunt u ook met wisselende snijdiepte<br />
werken om de werktuigsnijkant niet altijd op dezelfde plaats te<br />
belasten. Op die manier kunt u de levensduur van het werktuig<br />
verhogen.<br />
D<br />
D - 10%<br />
Wisselende snijdiepte<br />
1. snede<br />
2. snede<br />
Z<br />
D - 10%<br />
De procentwaarde voor de wisselende snijdiepte is vastgelegd in de<br />
machinegegevens.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
D
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.4 Contourdraaien<br />
Natrekken langs contour<br />
Snedenindeling<br />
Bewerkingsbereik<br />
afgrenzen<br />
Aanvoeronderbreking<br />
Om te verhinderen dat bij de voorbewerking resthoeken blijven staan,<br />
kunt u "altijd langs de contour laten natreken". Daarbij worden de<br />
neuzen verwijderd die bij elke snede op het einde (door de<br />
snijkantgeometrie) aan de contour blijven staan.<br />
Met de instelling "niet natrekken langs de contour" kan de bewerking<br />
van de contour worden verkort. Ontstaande resthoeken worden dan<br />
echter niet herkend en bewerkt. Controleer daarom het gedrag voor<br />
de bewerking absoluut met behulp van een simulatie.<br />
Bij de instelling "automatisch" wordt altijd nagetrokken als de hoek<br />
tussen snijkant en contour een bepaalde waarde overschrijdt. De hoek<br />
is vastgelegd in de machinegegevens.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
Om te vermijden dat door contourranden bij de snij-indeling zeer<br />
dunne sneden ontstaan, kunt u de snedenindeling aan contourranden<br />
uitrichten. Bij de bewerking wordt de contour dan door de randen<br />
onderverdeeld in verschillende secties; de snedenindeling wordt dan<br />
voor elke sectie afzonderlijk uitgevoerd.<br />
Als u bv. een bepaald bereik van de contour met een ander werktuig<br />
wilt bewerken, kunt u het bewerkingsbereik afgrenzen, zodat alleen<br />
het gewenste deel van de contour wordt bewerkt.<br />
U kunt tussen 1 en 4 grenslijnen definiëren.<br />
Om te verhinderen dat bij de bewerking te lange spaanders ontstaan,<br />
kunt u een aanvoeronderbreking programmeren. De parameter DI<br />
geeft het traject aan waarna de aanvoeronderbreking moet gebeuren.<br />
De onderbrekingstijd resp. de terugtrekweg zijn vastgelegd in de<br />
machinegegevens.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
Bewerkingstype De bewerkingswijze (voorbewerking of nabewerking) kunt u vrij<br />
kiezen. Bij de voorbewerking van de contour worden parallelle sneden<br />
met de maximaal geprogrammeerde aanloopdiepte gemaakt. De<br />
voorbewerking gebeurt tot op de geprogrammeerde<br />
nabewerkingsovermaat.<br />
Bij de nabewerking kunt u nog een correctieovermaat U1 invoeren,<br />
zodat u meermaals kunt nabewerken (positieve correctie overmaat) of<br />
de contour kunt verkleinen (negatieve overmaat).<br />
De nabewerking gebeurt in dezelfde richting als de voorbewerking.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-224 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.4 Contourdraaien<br />
Verspanen<br />
Als u eerst de voorbewerking en dan de nabewerking wilt uitvoeren,<br />
moet u de bewerkingscyclus tweemaal oproepen (1ste blok =<br />
voorbewerking, 2de blok = nabewerking). De geprogrammeerde<br />
parameters blijven bij de tweede oproep behouden.<br />
Om de nabewerking meermaals uit te voeren, moet u de<br />
bewerkingscyclus ook meermaals programmeren.<br />
Druk op de softkeys "Contourdraaien" en "Verspanen".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Bewerkings-<br />
wijze<br />
Verspaanrichting <br />
Bewerkingszijde <br />
Bewerkingsrichting<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Verspaanrichting: langs, dwars of contourparallel<br />
Bewerkingszijde:<br />
Bij verspaanrichting langs en contourparallel: buiten of binnen<br />
Bij verspaanrichting dwars en contourparallel: front- of achterzijde<br />
Bewerkingsrichting:<br />
↑: van binnen naar buiten<br />
↓: van buiten naar binnen<br />
←: van front- naar achterzijde<br />
→: van achter- naar frontzijde<br />
De bewerkingsrichting is afhankelijk van de verspaaninrichting resp. de selectie van<br />
het werktuig.<br />
D Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure (inc) mm<br />
DX Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure in X-richting (inc) – (alleen bij<br />
contourparallel alternatief voor D)<br />
DZ Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure in Z-richting (inc) – (alleen bij<br />
contourparallel alternatief voor D)<br />
Op het einde van de snede niet natrekken langs de contour<br />
Op het einde van de snede altijd natrekken langs de contour<br />
Op het einde van de snede automatisch natrekken langs de contour<br />
Snedenindeling gelijkmatig<br />
Snedenindeling uitrichten t.o.v. randen<br />
Constante snijdiepte<br />
Wisselende snijdiepte – (alleen bij snedenindeling uitrichten t.o.v. randen)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-225<br />
mm<br />
mm<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.4 Contourdraaien<br />
U Nabewerkingsovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) –<br />
(alternatief voor UX en UZ)<br />
UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alternatief<br />
voor U)<br />
UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alternatief<br />
voor U)<br />
Overmaat Correctieovermaat contour of niet – (alleen bij nabewerking)<br />
U1 Correctieovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />
positieve waarde: correctieovermaat blijft staan<br />
negatieve waarde: correctieovermaat wordt naast de nabewerkingsovermaat<br />
eveneens verwijderd<br />
DI Afstand waarna de aanvoeronderbreking plaatsvindt – (alleen bij voorbewerking) mm<br />
BL Basisdeelbeschrijving: cilinder, overmaat of contour (alleen bij voorbewerking)<br />
XD Overmaat of cilindermaat in X-richting ∅(abs of inc) – (alleen bij cilinder)<br />
Overmaat of cilindermaat in X-richting (inc) – (alleen bij cilinder)<br />
Overmaat op de contour in X-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />
ZD Overmaat of cilindermaat in Z-richting (abs of inc) – (alleen bij cilinder)<br />
Overmaat op de contour in Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />
Afgrenzen Bewerkingsbereik afgrenzen of niet<br />
XA Grens X (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
XB Grens X (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
ZA Grens Z (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
ZB Grens Z (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
Achtersnijding Achtersnijdingselementen bewerken of niet<br />
FR Aanloopaanvoer achtersnijding mm/o<br />
5.4.6 Verspanen restmateriaal<br />
Verspanen<br />
rest<br />
Als u materiaal wilt bewerken dat bij het verspanen tegen de contour<br />
is blijven staan, gebruikt u de functie "Restmateriaal".<br />
Bij het verspanen tegen de contour herkent <strong>ShopTurn</strong> automatisch<br />
evt. aanwezig restmateriaal en genereert een geactualiseerde ruwe<br />
contour. Materiaal dat door de nabewerkingsovermaat is blijven staan,<br />
is geen restmateriaal. Met de functie "Restmateriaal" kunt u het<br />
overtollige materiaal met een geschikt werktuig bewerken.<br />
De functie "Restmateriaal" is een software-optie.<br />
Druk op de softkeys "Contourdraaien" en "Verspanen rest".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-226 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.4 Contourdraaien<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Bewerkings-<br />
wijze<br />
Verspaanrichting <br />
Bewerkingszijde <br />
Bewerkingsrichting<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Verspaanrichting: Langs, dwars of contourparallel.<br />
Bewerkingszijde:<br />
Bij verspaanrichting langs en contourparallel: buiten of binnen<br />
Bij verspaanrichting dwars en contourparallel: front- of achterzijde<br />
Bewerkingsrichting:<br />
↑: van binnen naar buiten<br />
↓: van buiten naar binnen<br />
←: van front- naar achterzijde<br />
→: van achter- naar frontzijde<br />
De bewerkingsrichting is afhankelijk van de verspaanrichting.<br />
D Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure (inc) mm<br />
DX Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure in X-richting (inc) – (alleen bij<br />
contourparallel alternatief voor D)<br />
DZ Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure in Z-richting (inc) – (alleen bij<br />
contourparallel alternatief voor D)<br />
Op het einde van de snede niet natrekken langs de contour<br />
Op het einde van de snede altijd natrekken langs de contour<br />
Op het einde van de snede automatisch natrekken langs de contour<br />
Snedenindeling gelijkmatig<br />
Snedenindeling uitrichten t.o.v. randen<br />
Constante snijdiepte<br />
Wisselende snijdiepte – (alleen bij snedenindeling uitrichten t.o.v. randen)<br />
U Nabewerkingsovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) –<br />
(alternatief voor UX en UZ)<br />
UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alt. voor U) mm<br />
UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alt. voor U) mm<br />
Overmaat Correctieovermaat contour of niet – (alleen bij nabewerking)<br />
U1 Correctieovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />
positieve waarde: correctieovermaat blijft staan<br />
negatieve waarde: correctieovermaat wordt naast de nabewerkingsovermaat<br />
eveneens verwijderd<br />
DI Afstand waarna de aanvoeronderbreking plaatsvindt – (alleen bij voorbewerking) mm<br />
Afgrenzen Bewerkingsbereik afgrenzen of niet<br />
XA Grens X (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
XB Grens X (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
ZA Grens Z (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
ZB Grens Z (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
Achtersnijding Achtersnijdingselementen bewerken of niet<br />
FR Aanloopaanvoer achtersnijding mm/o<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-227<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.4 Contourdraaien<br />
5.4.7 Steken<br />
Als u een willekeurig gevormde ril wilt maken, maakt u gebruik van de<br />
functie "Steken".<br />
Steken<br />
Voor u de ril programmeert, moet u eerst de contour van de ril<br />
invoeren.<br />
Als een ril breder is dan het actieve werktuig, wordt de breedte in<br />
meerdere sneden verspaand. Daarbij wordt het werktuig bij elke ril<br />
(maximaal) 80% van de werktuigbreedte verschoven.<br />
Basisdeel Bij het steken neemt <strong>ShopTurn</strong> basisdeel in acht, dat uit een cilinder,<br />
een overmaat op de afgewerkte contour of een willekeurige ruwe<br />
contour kan bestaan.<br />
Bewerkingsbereik<br />
afgrenzen<br />
Als u bv. een bepaald bereik van de contour met een ander werktuig<br />
wilt bewerken, kunt u het bewerkingsbereik afgrenzen, zodat alleen<br />
het gewenste deel van de contour wordt bewerkt.<br />
Aanvoeronderbreking Om te verhinderen dat bij de bewerking te lange spaanders ontstaan,<br />
kunt u een aanvoeronderbreking programmeren.<br />
Bewerkingstype De bewerkingswijze (voorbewerking of nabewerking) kunt u vrij<br />
kiezen.<br />
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Verspanen".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-228 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.4 Contourdraaien<br />
Steken<br />
Druk op de softkeys "Contourdraaien" en "Steken".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Bewerkings-<br />
wijze<br />
Verspaanrichting <br />
Bewerkingszijde<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Verspaanrichting: vlak of dwars<br />
Bewerkingszijde:<br />
Bij verspaanrichting langs: buiten of binnen<br />
Bij verspaanrichting dwars: front- of achterzijde<br />
D Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure (inc) mm<br />
XDA 1ste Insteekgrens werktuig (inc) – (alleen front- of achterzijde) mm<br />
XDB 2de Insteekgrens werktuig (inc) – (alleen front- of achterzijde) mm<br />
U Nabewerkingsovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) –<br />
(alternatief voor UX en UZ)<br />
UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alternatief<br />
voor U)<br />
UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alternatief<br />
voor U)<br />
Overmaat Correctieovermaat contour of niet – (alleen bij nabewerking)<br />
U1 Correctieovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />
positieve waarde: correctieovermaat blijft staan<br />
negatieve waarde: correctieovermaat wordt naast de nabewerkingsovermaat<br />
eveneens verwijderd<br />
DI Afstand waarna de aanvoeronderbreking plaatsvindt – (alleen bij voorbewerking) mm<br />
BL Basisdeelbeschrijving: cilinder, overmaat of contour (alleen bij voorbewerking)<br />
XD Overmaat of cilindermaat in X-richting ∅(abs of inc) – (alleen bij cilinder)<br />
Overmaat of cilindermaat in X-richting (inc) – (alleen bij cilinder)<br />
Overmaat op de contour in X-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />
ZD Overmaat of cilindermaat in Z-richting (abs of inc) – (alleen bij cilinder)<br />
Overmaat op de contour in Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />
Afgrenzen Bewerkingsbereik afgrenzen of niet<br />
XA Grens X (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
XB Grens X (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
ZA Grens Z (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
ZB Grens Z (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
N Aantal rillen<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-229<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.4 Contourdraaien<br />
5.4.8 Steken restmateriaal<br />
Steken<br />
rest<br />
Als u materiaal wilt bewerken dat bij het steken is blijven staan,<br />
gebruikt u de functie "Steken restmateriaal".<br />
Bij het steken herkent <strong>ShopTurn</strong> automatisch evt. aanwezig<br />
restmateriaal en genereert een geactualiseerde ruwe contour.<br />
Materiaal dat door de nabewerkingsovermaat is blijven staan, is geen<br />
restmateriaal. Met de functie "Steken restmateriaal" kunt u het<br />
overtollige materiaal met een geschikt werktuig bewerken.<br />
De functie "Steken restmateriaal" is een software-optie.<br />
Druk op de softkeys "Contourdraaien" en "Steken rest".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Bewerkings-<br />
wijze<br />
Verspaanrichting <br />
Bewerkingszijde<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Verspaanrichting: vlak of dwars<br />
Bewerkingszijde:<br />
Bij verspaanrichting langs: buiten of binnen<br />
Bij verspaanrichting dwars: front- of achterzijde<br />
D Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure (inc) mm<br />
XDA 1ste Insteekgrens werktuig (inc) – (alleen front- of achterzijde) mm<br />
XDB 2de Insteekgrens werktuig (inc) – (alleen front- of achterzijde) mm<br />
U Nabewerkingsovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) –<br />
(alternatief voor UX en UZ)<br />
UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alt. voor U) mm<br />
UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alt. voor U) mm<br />
Overmaat Correctieovermaat contour of niet – (alleen bij nabewerking)<br />
U1 Correctieovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />
positieve waarde: correctieovermaat blijft staan<br />
negatieve waarde: correctieovermaat naast de nabewerkingsovermaat ook verw.<br />
DI Afstand waarna de aanvoeronderbreking plaatsvindt – (alleen bij voorbewerking) mm<br />
Afgrenzen Bewerkingsbereik afgrenzen of niet<br />
XA Grens X (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
XB Grens X (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
ZA Grens Z (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
ZB Grens Z (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
N Aantal rillen<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-230 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.4 Contourdraaien<br />
5.4.9 Steekdraaien<br />
Als u een willekeurig gevormde ril wilt maken, maakt u gebruik van de<br />
functie "Steekdraaien".<br />
In tegenstelling tot het steken wordt bij het steekdraaien na elke steek<br />
ook zijdelings verspaand, zodat de bewerkingstijd aanzienlijk korter is.<br />
In tegenstelling tot de verspaning verspanen kunt u bij het<br />
steekdraaien ook contouren bewerken die een verticale ingang<br />
vereisen.<br />
Steekdraaien<br />
Voor het steekdraaien heeft u een speciaal werktuig nodig.<br />
Voor u de cyclus "Steekdraaien" programmeert, moet u eerst de<br />
gewenste contour invoeren.<br />
Basisdeel Bij het steekdraaien neemt <strong>ShopTurn</strong> basisdeel in acht, dat uit een<br />
cilinder, een overmaat op de afgewerkte contour of een willekeurige<br />
ruwe contour kan bestaan.<br />
Bewerkingsbereik<br />
afgrenzen<br />
Als u bv. een bepaald bereik van de contour met een ander werktuig<br />
wilt bewerken, kunt u het bewerkingsbereik afgrenzen, zodat alleen<br />
het gewenste deel van de contour wordt bewerkt.<br />
Aanvoeronderbreking Om te verhinderen dat bij de bewerking te lange spaanders ontstaan,<br />
kunt u een aanvoeronderbreking programmeren.<br />
Bewerkingstype De bewerkingswijze (voorbewerking of nabewerking) kunt u vrij<br />
kiezen.<br />
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Verspanen".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-231<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.4 Contourdraaien<br />
Steek-<br />
draain<br />
Druk op de softkeys "Contourdraaien" en "Steekdraaien".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
FX Aanvoer in X-richting mm/o<br />
FZ Aanvoer in Z-richting mm/o<br />
Bewerkings-<br />
wijze<br />
Verspaanrichting <br />
Bewerkingszijde<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Verspaanrichting: vlak of dwars<br />
Bewerkingszijde:<br />
Bij verspaanrichting langs: buiten of binnen<br />
Bij verspaanrichting dwars: front- of achterzijde<br />
D Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure (inc) mm<br />
XDA 1ste Insteekgrens werktuig (inc) – (alleen front- of achterzijde) mm<br />
XDB 2de Insteekgrens werktuig (inc) – (alleen front- of achterzijde) mm<br />
U Nabewerkingsovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) –<br />
(alternatief voor UX en UZ)<br />
UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alt. voor U) mm<br />
UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alt. voor U) mm<br />
Overmaat Correctieovermaat contour of niet – (alleen bij nabewerking)<br />
U1 Correctieovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />
positieve waarde: correctieovermaat blijft staan<br />
negatieve waarde: correctieovermaat wordt naast de nabewerkingsovermaat<br />
eveneens verwijderd<br />
DI Afstand waarna de aanvoeronderbreking plaatsvindt – (alleen bij voorbewerking) mm<br />
BL Basisdeelbeschrijving: cilinder, overmaat of contour (alleen bij voorbewerking)<br />
XD Overmaat of cilindermaat in X-richting ∅(abs of inc) – (alleen bij cilinder)<br />
Overmaat of cilindermaat in X-richting (inc) – (alleen bij cilinder)<br />
Overmaat op de contour in X-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />
ZD Overmaat of cilindermaat in Z-richting (abs of inc) – (alleen bij cilinder)<br />
Overmaat op de contour in Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />
Afgrenzen Bewerkingsbereik afgrenzen of niet<br />
XA Grens X (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
XB Grens X (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
ZA Grens Z (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
ZB Grens Z (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
N Aantal rillen<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-232 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.4 Contourdraaien<br />
5.4.10 Steekdraaien restmateriaal<br />
Steekdr.<br />
rest<br />
Als u materiaal wilt bewerken dat bij het steekdraaien is blijven staan,<br />
gebruikt u de functie "Steekdraaien restmateriaal".<br />
Bij het steekdraaien herkent <strong>ShopTurn</strong> automatisch evt. aanwezig<br />
restmateriaal en genereert een geactualiseerde ruwe contour.<br />
Materiaal dat door de nabewerkingsovermaat is blijven staan, is geen<br />
restmateriaal. Met de functie "Steekdraaien restmateriaal" kunt u het<br />
overtollige materiaal met een geschikt werktuig bewerken.<br />
De functie "Steekdraaien restmateriaal" is een software-optie.<br />
Druk op de softkeys "Contourdraaien" en "Steekdraaien rest".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
FX Aanvoer in X-richting mm/o<br />
FZ Aanvoer in Z-richting mm/o<br />
Bewerkings-<br />
wijze<br />
Verspaanrichting <br />
Bewerkingszijde<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Verspaanrichting: vlak of dwars<br />
Bewerkingszijde:<br />
Bij verspaanrichting langs: buiten of binnen<br />
Bij verspaanrichting dwars: front- of achterzijde<br />
D Aanloopdiepte voor de voorbewerkingsprocedure (inc) mm<br />
XDA 1ste Insteekgrens werktuig (inc) – (alleen front- of achterzijde) mm<br />
XDB 2de Insteekgrens werktuig (inc) – (alleen front- of achterzijde) mm<br />
U Nabewerkingsovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) –<br />
(alternatief voor UX en UZ)<br />
UX Nabewerkingsovermaat in X-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alternatief<br />
voor U)<br />
UZ Nabewerkingsovermaat in Z-richting (inc) – (alleen bij voorbewerking) – (alternatief<br />
voor U)<br />
Overmaat Correctieovermaat contour of niet – (alleen bij nabewerking)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-233<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.4 Contourdraaien<br />
U1 Correctieovermaat in X- en Z-richting (inc) – (alleen bij overmaat)<br />
positieve waarde: correctieovermaat blijft staan<br />
negatieve waarde: correctieovermaat wordt naast de nabewerkingsovermaat<br />
eveneens verwijderd<br />
DI Afstand waarna de aanvoeronderbreking plaatsvindt – (alleen bij voorbewerking) mm<br />
Afgrenzen Bewerkingsbereik afgrenzen of niet<br />
XA Grens X (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
XB Grens X (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
ZA Grens Z (abs) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
ZB Grens Z (abs of inc) – (alleen bij afgrenzen) mm<br />
N Aantal rillen<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-234 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.5 Frezen<br />
5.5 Frezen<br />
Als u eenvoudige geometrische vormen op het front- of mantelvlak wilt<br />
frezen, maakt u gebruik van de in dit hoofdstuk beschreven functies.<br />
Bij het frezen staan de volgende geometrische vormen ter<br />
beschikking:<br />
• Rechthoekige zak<br />
• Cirkelvormige zak<br />
• Rechthoekige tap<br />
• Cirkelvormige tap<br />
• Langsgroef<br />
• Cirkelgroef<br />
• Meerkant<br />
• Gravure<br />
Als u kamers, tappen of groeven op één positie wilt frezen, geeft u<br />
deze in het technologieblok aan. Als u deze vormen daarentegen op<br />
meerdere posities wilt frezen, moet u de posities resp. positiepatronen<br />
in een extra blok na het technologieblok programmeren.<br />
Het technologieblok en het positioneerblok worden in het arbeidsplan<br />
tussen rechte haakjes samengevat.<br />
Voorbeeld: Frezen<br />
Spil klemmen Bij het frezen kan het bijvoorbeeld zinvol zijn bij het verticale induiken<br />
in het materiaal de spil te klemmen om verdraaiingen te vermijden. De<br />
functie "Spil klemmen" moet door de machinefabrikant worden<br />
ingesteld.<br />
De machinefabrikant legt ook vast of <strong>ShopTurn</strong> de spil automatisch<br />
klemt als dit zinvol is voor de bewerking of u zelf de keuze hebt bij<br />
welke bewerking de spil geklemd moet worden.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-235<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.5 Frezen<br />
5.5.1 Rechthoekige kamer<br />
Als u zelf kunt beslissen bij welke bewerking de spil geklemd wordt,<br />
geldt het volgende:<br />
Bedenk dat bij de bewerking in de vlakken Front/Front C<br />
en Mantel/Mantel C de klemming na het induiken<br />
automatisch wordt losgemaakt. Bij de bewerking in de vlakken Front Y<br />
en Mantel Y is de klemming daarentegen modaal, d.w.z. ze blijft actief<br />
tot een wissel van het bewerkingsvlak wordt uitgevoerd of de<br />
klemming in het menu "Rechte cirkel" "Werktuig" wordt<br />
uitgeschakeld.<br />
Als u een willekeurige rechthoekige kamer op het front- of mantelvlak<br />
wilt frezen, maakt u gebruik van de functie "Rechthoekige kamer".<br />
U kunt beschikken over de volgende bewerkingsmogelijkheden:<br />
• Rechthoekige kamer uit vol materiaal frezen.<br />
• Rechthoekige kamer eerst in het midden voorboren, bv. als de<br />
frees niet over het midden snijdt (programmeer na elkaar de<br />
programmablokken boren, rechthoekige kamer en positie).<br />
Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak<br />
naar het middelpunt van de kamer en dan tot op de<br />
veiligheidsafstand.<br />
2. Het werktuig boort zich afhankelijk van de gekozen strategie in het<br />
materiaal.<br />
3. De bewerking van de kamer gebeurt met de geselecteerde<br />
bewerkingswijze altijd van binnen naar buiten.<br />
4. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />
veiligheidsafstand.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-236 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.5 Frezen<br />
Bewerkingstype Bij het frezen van de rechthoekige kamer kunt u de bewerkingswijze<br />
vrij kiezen:<br />
• Voorbewerking<br />
Bij de voorbewerking worden vanuit het midden na elkaar de<br />
verschillende niveaus van de kamer bewerkt tot de diepte Z1 resp.<br />
X1 bereikt is.<br />
• Nabewerking<br />
Bij de nabewerking wordt altijd eerst de rand bewerkt. De<br />
kamerrand wordt in een kwartcirkel aangelopen die in de<br />
hoekradius uitmondt. Bij de laatste aanvoerbeweging wordt vanuit<br />
het midden de bodem gladgemaakt.<br />
• Nabewerking rand<br />
De nabewerking van de rand gebeurt op dezelfde manier als de<br />
nabewerking, alleen de laatste aanvoer (bodem bewerken) valt<br />
weg.<br />
• Afkanten<br />
Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de kamer<br />
gebroken.<br />
Rechthoek.<br />
kamer<br />
Kamer ><br />
Druk op de softkeys "Frezen", "Kamer" en "Rechthoekige kamer".<br />
Als u een fase wilt frezen en de hoekradius R = 0 bij de nabewerking<br />
was, moet u bij het afkanten in parameter B de radius van de<br />
nabewerkingsfrees invoeren.<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkingswijze<br />
Spil klemmen/losmaken (allen bij Front Y/Mantel Y en bij Front C/Mantel C als bij de<br />
voorbewerking centraal wordt ingedoken)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Nabewerking aan de rand<br />
Afkanten<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-237<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.5 Frezen<br />
Afzonderlijke<br />
pos.<br />
Pos. patroon<br />
X0<br />
Y0<br />
L0<br />
C0<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
FS<br />
ZFS<br />
Y0<br />
C0<br />
Z0<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
DX<br />
UYZ<br />
UX<br />
FS<br />
ZFS<br />
CP<br />
X0<br />
Y0<br />
L0<br />
C0<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
DZ<br />
Rechthoekige kamer op een geprogrammeerde positie (X0, Y0, Z0, L0, C0, CP)<br />
frezen.<br />
Meerdere rechthoekige kamers in een positiepatroon (bv. volledige cirkel of rooster)<br />
frezen.<br />
Afzonderlijke positie Front/Front C:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de rechthoekige kamer.<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte van de kamer t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />
nabewerking)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />
Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (kamerrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (kamerbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Afzonderlijke positie Mantel/Mantel C:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de rechthoekige kamer.<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Diepte van de kamer t.o.v. X0 ∅ (abs of inc) ) – (alleen bij voorbewerking en<br />
nabewerking)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />
Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) ) – (alleen bij voor en<br />
nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (kamerrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (kamerbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Afzonderlijke positie Front Y:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de rechthoekige kamer.<br />
Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte van de kamer t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />
nabewerking)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />
Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-238 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.5 Frezen<br />
UXY<br />
UZ<br />
FS<br />
ZFS<br />
C0<br />
Y0<br />
Z0<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
DX<br />
UYZ<br />
UX<br />
FS<br />
ZFS<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (kamerrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (kamerbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Afzonderlijke positie Mantel Y:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de rechthoekige kamer.<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Referentiepunt (abs)<br />
Diepte van de kamer t.o.v. X0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />
nabewerking)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />
Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (kamerrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (kamerbodem) – (alleen bij voor en nabew.)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-239<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
W Breedte van de kamer mm<br />
L Lengte van de kamer mm<br />
R Radius aan de kamerhoeken mm<br />
α0 Draaihoek van de kamer<br />
Front: α0 heeft betrekking op de X-as, bij polair referentiepunt op de positie van C0<br />
Mantel: α0 heeft betrekking op de Y-as<br />
graden<br />
Induiken<br />
Induikstrategie<br />
Helicaal: Induiken op een spiraalbaan<br />
Het freesmiddelpunt beweegt over de door de radius en de diepte per omwenteling<br />
bepaalde spiraalbaan. Als de diepte voor een aanloop bereikt is, wordt nog een<br />
volledige cirkel in het vlak uitgevoerd.<br />
Pendelend: Induiken pendelen op de middenas van de kamer<br />
Het freesmiddelpunt pendelt op een rechte tot de diepte-instelling bereikt is. Zodra<br />
de diepte bereikt is, wordt de weg in het vlak nogmaals zonder aanloop uitgevoerd.<br />
Centraal: Verticaal op het kamermidden induiken<br />
De berekende aanloopdiepte wordt in het midden van de kamer verticaal<br />
uitgevoerd.<br />
Aanwijzing: Bij deze instelling moet de frees over het midden snijden of is er een<br />
voorboring vereist.<br />
EP Maximale induikstijging (alleen bij induiken helicaal)<br />
De stijging van de helix kan als gevolg van de geometrische verhoudingen kleiner<br />
zijn.<br />
ER Induikradius (alleen bij induiken helicaal)<br />
De radius mag niet groter zijn dan de freesradius daar anders materiaal blijft staan.<br />
Zorg ervoor dat de kamer niet wordt geschonden.<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm/o<br />
EW Induikhoek (alleen bij induiken pendelend) graden<br />
FZ Aanvoer in de diepte (alleen bij Front/Front C en Front Y - induiken centraal) mm/tand<br />
mm/min<br />
FX Aanvoer in de diepte (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - induiken centraal) mm/tand<br />
mm/min<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.5 Frezen<br />
5.5.2 Cirkelvormige kamer<br />
Als u een willekeurige cirkelvormige kamer op het front- of mantelvlak<br />
wilt frezen, maakt u gebruik van de functie "Cirkelvormige kamer".<br />
U kunt beschikken over de volgende bewerkingsmogelijkheden:<br />
• Cirkelvormige kamer uit vol materiaal frezen.<br />
• Cirkelvormige kamer eerst in het midden voorboren, bv. als de<br />
frees niet over het midden snijdt (programmeer na elkaar de<br />
programmablokken boren, cirkelvormige kamer en positie).<br />
Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak<br />
naar het middelpunt van de kamer en dan tot op de<br />
veiligheidsafstand.<br />
2. Het werktuig boort zich afhankelijk van de gekozen strategie in het<br />
materiaal.<br />
3. De bewerking van de kamer gebeurt met de geselecteerde<br />
bewerkingswijze altijd van binnen naar buiten.<br />
4. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />
veiligheidsafstand.<br />
Bewerkingstype Bij het frezen van de cirkelvormige kamer kunt u de bewerkingswijze<br />
vrij kiezen:<br />
• Voorbewerking<br />
Bij de voorbewerking worden vanuit het midden na elkaar de<br />
verschillende niveaus van de kamer bewerkt tot de diepte Z1 resp.<br />
X1 bereikt is.<br />
• Nabewerking<br />
Bij de nabewerking wordt altijd eerst de rand bewerkt. De<br />
kamerrand wordt met een kwartcirkel aangelopen die in de<br />
kamerradius uitmondt. Bij de laatste aanvoerbeweging wordt vanuit<br />
het midden de bodem gladgemaakt.<br />
• Nabewerking rand<br />
De nabewerking van de rand gebeurt op dezelfde manier als de<br />
nabewerking, alleen de laatste aanvoer (bodem bewerken) valt<br />
weg.<br />
• Afkanten<br />
Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de kamer<br />
gebroken.<br />
Cirkelvorm.<br />
kamer<br />
Kamer ><br />
Druk op de softkeys "Frezen", "Kamer" en "Cirkelvormige kamer".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-240 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.5 Frezen<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkingswijze<br />
Afz. pos.<br />
Pos. patroon<br />
X0<br />
Y0<br />
L0<br />
C0<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
FS<br />
ZFS<br />
Y0<br />
C0<br />
Z0<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
DX<br />
Spil klemmen/losmaken (allen bij Front Y/Mantel Y en bij Front C/Mantel C als bij de<br />
voorbewerking centraal wordt ingedoken)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Nabewerking aan de rand<br />
Afkanten<br />
Cirkelv. kamer op een geprogrammeerde positie (X0, Y0, Z0, L0, C0, CP) frezen.<br />
Meerdere cirkelv. kamers in positiepatroon (bv. volledige cirkel of rooster) frezen.<br />
Afzonderlijke positie Front/Front C:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de cirkelvormige kamer.<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte van de kamer t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />
nabewerking)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />
Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (kamerrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (kamerbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Afzonderlijke positie Mantel/Mantel C:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de cirkelvormige kamer.<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Diepte van de kamer t.o.v. X0 ∅ (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />
nabewerking)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />
Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-241<br />
5<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.5 Frezen<br />
UYZ<br />
UX<br />
FS<br />
ZFS<br />
FS<br />
ZFS<br />
CP<br />
X0<br />
Y0<br />
L0<br />
C0<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
FS<br />
ZFS<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (kamerrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (kamerbodem) – (alleen bij voor. en nabew.)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Afzonderlijke positie Front Y:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de cirkelvormige kamer.<br />
Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte van de kamer t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />
nabewerking)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />
Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (kamerrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (kamerbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-242 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
C0<br />
Afzonderlijke positie Mantel Y:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de cirkelvormige kamer.<br />
Referentiepunt<br />
graden<br />
Y0<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
mm<br />
Z0<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
mm<br />
X0<br />
Referentiepunt (abs)<br />
mm<br />
X1<br />
Diepte van de kamer t.o.v. X0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />
nabewerking)<br />
mm<br />
DYZ<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking) mm<br />
Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
%<br />
DX<br />
Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking) mm<br />
UYZ<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (kamerrand) – (alleen bij voor- en nabewerking) mm<br />
UX<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (kamerbodem) – (alleen bij voor- en nabew.) mm<br />
FS<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
mm<br />
ZFS Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
mm<br />
∅ Diameter van de kamer mm<br />
Induiken Induikstrategie<br />
Helicaal: Induiken op spiraalbaan<br />
Het freesmiddelpunt beweegt over de door de radius en de diepte per omwenteling<br />
bepaalde spiraalbaan. Als de diepte voor een aanloop bereikt is, wordt nog een<br />
volledige cirkel in het vlak uitgevoerd.<br />
Aanvoer: Bewerkingsaanvoer<br />
Centraal: Verticaal induiken op kamermiddelpunt<br />
De berekende aanloopdiepte wordt in het midden van de kamer verticaal<br />
uitgevoerd. Aanvoer: Aanvoer zoals geprogrammeerd onder FZ<br />
Aanwijzing: Bij het verticale induiken op het kamermiddelpunt moet de frees over<br />
het midden snijden of is er een voorboring vereist.<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.5 Frezen<br />
EP Maximale induikstijging (alleen bij induiken helicaal)<br />
De stijging van de helix kan als gevolg van de geometrische verhoudingen kleiner<br />
zijn.<br />
ER Induikradius (alleen bij induiken helicaal)<br />
De radius mag niet groter zijn dan de fasebreedte daar anders materiaal blijft staan.<br />
Zorg ervoor dat de kamer niet wordt geschonden.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-243<br />
mm/o<br />
FZ Aanvoer in de diepte (alleen bij Front/Front C en Front Y - induiken centraal) mm/tand<br />
mm/min<br />
FX Aanvoer in de diepte (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - induiken centraal) mm/tand<br />
mm/min<br />
5.5.3 Rechthoekige tap<br />
Als u verschillende rechthoekige tappen wilt frezen, maakt u gebruik<br />
van de functie "Rechthoekige tappen".<br />
Daarbij staan de volgende vormen met of zonder hoekradius ter<br />
beschikking:<br />
Rechthoekige tap<br />
Naast de gewenste rechthoekige tappen moet u nog een basisdeeltap<br />
definiëren. De basisdeeltap legt het bereik vast, waarbuiten er geen<br />
materiaal staat, d.w.z. daar wordt er in ijlgang gelopen. De<br />
basisdeeltap mag naburige basisdeeltappen niet snijden en wordt<br />
door <strong>ShopTurn</strong> automatisch centraal rond de afgewerkte tap<br />
geplaatst.<br />
mm<br />
De tap wordt met slechts één aanloop bewerkt. Als u de bewerking<br />
met meerdere aanlopen wilt uitvoeren, moet u de functie<br />
"Rechthoekige tap" meermaals programmeren, telkens met een<br />
kleinere nabewerkingsovermaat.<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.5 Frezen<br />
Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak<br />
naar het startpunt en dan tot op de veiligheidsafstand. Het<br />
startpunt ligt op de om 0α gedraaide positieve X-as.<br />
2. Het werktuig beweegt zijdelings in een halve cirkel met<br />
bewerkingsaanvoer naar de tapcontour toe. Eerst wordt de<br />
bewerkingsdiepte bereikt, daarna volgt de bewerking in het vlak.<br />
De tap wordt afhankelijk van de geprogrammeerde<br />
bewerkingsdraairichting (contrarotatie/gelijkloop) met de wijzers<br />
van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in bewerkt.<br />
3. Zodra de tap eenmaal omrond is, verlaat het werktuig de contour in<br />
een halve cirkel en wordt de aanloop voor de volgende<br />
bewerkingsdiepte uitgevoerd.<br />
4. De tap wordt weer in een halve cirkel aangelopen en eenmaal<br />
omlopen. Deze procedure wordt zolang herhaald tot de<br />
geprogrammeerde diepte bereikt is.<br />
5. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />
veiligheidsafstand.<br />
Y<br />
Afvoeren<br />
van<br />
de contour<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-244 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
X<br />
Gereedschap<br />
Aanvoeren<br />
van<br />
de contour<br />
Rechthoekige tap<br />
Rechthoekige tap in halve cirkel naderen en verlaten<br />
Bewerkingstype Bij het frezen van de rechthoekige tap kunt u het bewerkingstype vrij<br />
kiezen:<br />
• Voorbewerking<br />
Bij de voorbewerking wordt de tap omrond tot de<br />
geprogrammeerde nabewerkingsovermaat bereikt is.<br />
• Nabewerking<br />
Als u een nabewerkingsovermaat heeft geprogrammeerd, wordt<br />
de tap omrond tot de diepte Z1 bereikt is.<br />
• Afkanten<br />
Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de<br />
rechthoekige kamer gebroken.<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.5 Frezen<br />
Rechthoek.<br />
tap<br />
Tap ><br />
Druk op de softkeys "Frezen", "Tap" en "Rechthoekige tap".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 6 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkingswijze<br />
Afz. pos.<br />
Pos. patroon<br />
X0<br />
Y0<br />
L0<br />
C0<br />
Z0<br />
Z1<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
FS<br />
ZFS<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Afkanten<br />
Rechthoekige tap op een geprogrammeerde positie (X0, Y0, Z0, L0, C0, CP) frezen.<br />
Meerdere rechth. tappen in een positiepatroon (volledige cirkel of rooster) frezen.<br />
Afzonderlijke positie Front/Front C:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de rechthoekige tap.<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte van de tap t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />
nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (taprand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (tapdiepte) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-245<br />
5<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.5 Frezen<br />
CP<br />
X0<br />
Y0<br />
L0<br />
C0<br />
Z0<br />
Z1<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
FS<br />
ZFS<br />
C0<br />
Y0<br />
Z0<br />
X0<br />
X1<br />
DX<br />
UYZ<br />
UX<br />
FS<br />
ZFS<br />
Afzonderlijke positie Front Y:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de rechthoekige tap.<br />
Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte van de tap t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />
nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (taprand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (tapdiepte) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Afzonderlijke positie Mantel Y:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de rechthoekige tap.<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Diepte van de tap t.o.v. X0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />
nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (taprand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (tapdiepte) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-246 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
W Breedte van de afgewerkte tap mm<br />
L Lengte van de afgewerkte tap mm<br />
R Radius aan de kanten van de tap (hoekradius) mm<br />
α0 Draaihoek van de tap<br />
Front: α0 heeft betrekking op de X-as, bij polair referentiepunt op de positie van C0<br />
Mantel: α0 heeft betrekking op de Y-as<br />
graden<br />
W1 Breedte van de basisdeeltap (belangrijk voor het bepalen van de aanlooppositie) mm<br />
L1 Lengte van de basisdeeltap (belangrijk voor het bepalen van de aanlooppositie) mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.5 Frezen<br />
5.5.4 Cirkelvormige tap<br />
Als u een cirkelvormige tap wilt frezen, maakt u gebruik van de functie<br />
"Cirkelvormige tap".<br />
Naast de gewenste cirkelvormige tap moet u nog een basisdeeltap<br />
definiëren. De basisdeeltap legt het bereik vast, waarbuiten er geen<br />
materiaal staat, d.w.z. daar wordt er in ijlgang gelopen. De<br />
basisdeeltap mag naburige basisdeeltappen niet snijden en wordt<br />
door <strong>ShopTurn</strong> automatisch centraal rond de afgewerkte tap<br />
geplaatst.<br />
De tap wordt met slechts één aanloop bewerkt. Als u de bewerking<br />
met meerdere aanlopen wilt uitvoeren, moet u de functie<br />
"Cirkelvormige tap" meermaals programmeren, telkens met een<br />
kleinere nabewerkingsovermaat.<br />
Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak<br />
naar het startpunt en dan tot op de veiligheidsafstand. Het<br />
startpunt ligt altijd op de positieve X-as.<br />
2. Het werktuig beweegt zijdelings in een halve cirkel met<br />
bewerkingsaanvoer naar de tapcontour toe. Eerst wordt de<br />
bewerkingsdiepte bereikt, daarna volgt de bewerking in het vlak.<br />
De tap wordt afhankelijk van de geprogrammeerde<br />
bewerkingsdraairichting (contrarotatie/gelijkloop) met de wijzers<br />
van de klok mee of tegen de wijzers van de klok in bewerkt.<br />
3. Zodra de tap eenmaal omrond is, verlaat het werktuig de contour in<br />
een halve cirkel en wordt de aanloop voor de volgende<br />
bewerkingsdiepte uitgevoerd.<br />
4. De tap wordt weer in een halve cirkel aangelopen en eenmaal<br />
omlopen. Deze procedure wordt zolang herhaald tot de<br />
geprogrammeerde diepte bereikt is.<br />
5. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />
veiligheidsafstand.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-247<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.5 Frezen<br />
Cirkelvorm.<br />
tap<br />
Tap ><br />
Y<br />
Afvoeren<br />
van<br />
de contour<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-248 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
X<br />
Gereedschap<br />
Aanvoeren<br />
van<br />
de contour<br />
Cirkelvormige tap<br />
Cirkelvormige tap in halve cirkel naderen en verlaten<br />
Druk op de softkeys "Frezen", "Tap" en "Cirkelvormige tap".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 6 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkingswijze<br />
Afz. pos.<br />
Pos. patroon<br />
X0<br />
Y0<br />
L0<br />
C0<br />
Z0<br />
Z1<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Afkanten<br />
Rechthoekige tap op een geprogrammeerde positie (X0, Y0, Z0, L0, C0, CP) frezen.<br />
Meerdere cirkelv. tappen in een positiepatroon (volledige cirkel of rooster) frezen.<br />
Afzonderlijke positie Front/Front C:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de cirkelvormige tap.<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte van de tap t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />
nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (taprand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (tapdiepte) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
5<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.5 Frezen<br />
FS<br />
ZFS<br />
CP<br />
X0<br />
Y0<br />
L0<br />
C0<br />
Z0<br />
Z1<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
FS<br />
ZFS<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Afzonderlijke positie Front Y:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de cirkelvormige tap.<br />
Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte van de tap t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />
nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (taprand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (tapdiepte) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-249<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
C0<br />
Afzonderlijke positie Mantel Y:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de cirkelvormige tap.<br />
Referentiepunt<br />
graden<br />
Y0<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
mm<br />
Z0<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
mm<br />
X0<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
mm<br />
X1<br />
Diepte van de tap t.o.v. X0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en<br />
nabewerking)<br />
mm<br />
DX<br />
Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking) mm<br />
UYZ<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (taprand) – (alleen bij voor- en nabewerking) mm<br />
UX<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (tapdiepte) – (alleen bij voor- en nabewerking) mm<br />
FS<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
mm<br />
ZFS<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
mm<br />
∅ Diameter van de afgewerkte tap mm<br />
∅1 Diameter van de basisdeeltap (belangrijk voor het bepalen van de aanlooppositie) mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.5 Frezen<br />
5.5.5 Langsgroef<br />
Als u een willekeurige langsgroef op het front- of mantelvlak wilt<br />
frezen, maakt u gebruik van de functie "Langsgroef".<br />
U kunt beschikken over de volgende bewerkingsmogelijkheden:<br />
• Langsgroef uit vol materiaal frezen.<br />
• Langsgroef eerst in het midden voorboren, bv. als de frees niet<br />
over het midden snijdt (programmeer na elkaar de<br />
programmablokken boren, rechthoekige kamer en positie).<br />
Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak<br />
naar het groefmiddelpunt en dan tot op de veiligheidsafstand.<br />
2. Het werktuig boort zich afhankelijk van de gekozen strategie in het<br />
materiaal.<br />
3. De bewerking van de langsgroef gebeurt met de geselecteerde<br />
bewerkingswijze altijd van binnen naar buiten.<br />
4. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />
veiligheidsafstand.<br />
Bewerkingstype Bij het frezen van de langsgroef kunt u de bewerkingswijze vrij kiezen:<br />
• Voorbewerking<br />
Bij de voorbewerking worden vanuit het midden na elkaar de<br />
verschillende niveaus van de groef bewerkt tot de diepte Z1 resp.<br />
X1 bereikt is.<br />
• Nabewerking<br />
Bij de nabewerking wordt altijd eerst de rand bewerkt. De<br />
kamerrand wordt in een kwartcirkel aangelopen die in de<br />
hoekradius uitmondt. Bij de laatste aanvoerbeweging wordt vanuit<br />
het midden de bodem gladgemaakt.<br />
• Nabewerking rand<br />
De nabewerking van de rand gebeurt op dezelfde manier als de<br />
nabewerking, alleen de laatste aanvoer (bodem bewerken) valt<br />
weg.<br />
• Afkanten<br />
Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de langsgroef<br />
gebroken.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-250 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.5 Frezen<br />
Langsgroef<br />
Groef ><br />
Druk op de softkeys "Frezen", "Groef" en "Langsgroef".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Ligging selecteren:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkingswijze<br />
Afz. pos.<br />
Pos. patroon<br />
X0<br />
Y0<br />
L0<br />
C0<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
FS<br />
ZFS<br />
Y0<br />
C0<br />
Z0<br />
X0<br />
X1<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y en bij Front C/Mantel C als bij<br />
de voorbewerking centraal wordt ingedoken)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Nabewerking rand<br />
Afkanten<br />
Langsgroef op een geprogrammeerde positie (X0, Y0, Z0, L0, C0, CP) frezen.<br />
Meerdere langsgroeven in een positiepatroon (volledige cirkel of rooster) frezen.<br />
Afzonderlijke positie Front/Front C:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de langsgroef.<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte van de groef t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanvoer in %: Verhouding tussen vlakaanvoer (mm) en freesdiameter (mm) –<br />
(alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (groefbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Afzonderlijke positie Mantel/Mantel C:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de langsgroef.<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Diepte van de groef t.o.v. X0 ∅ (abs of inc) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-251<br />
5<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.5 Frezen<br />
DYZ<br />
DX<br />
UYZ<br />
UX<br />
FS<br />
ZFS<br />
CP<br />
X0<br />
Y0<br />
L0<br />
C0<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
FS<br />
ZFS<br />
C0<br />
Y0<br />
Z0<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
DX<br />
UYZ<br />
UX<br />
FS<br />
ZFS<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanvoer in %: Verhouding tussen vlakaanvoer (mm) en freesdiameter (mm) –<br />
(alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (groefbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Afzonderlijke positie Front Y:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de langsgroef.<br />
Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte van de groef t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanvoer in %: Verhouding tussen vlakaanvoer (mm) en freesdiameter (mm) –<br />
(alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) – (alleen bij voor en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (groefbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Afzonderlijke positie Mantel Y:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de langsgroef.<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Referentiepunt (abs)<br />
Diepte van de groef t.o.v. X0 (abs of inc) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanvoer in %: Verhouding tussen vlakaanvoer (mm) en freesdiameter (mm) –<br />
(alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (groefbodem) – (alleen bij voor- en nabew.)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
W Breedte van de groef mm<br />
L Lengte van de groef mm<br />
α0 Draaihoek van de groef<br />
Front: α0 heeft betrekking op de X-as, bij polair referentiepunt op de positie van C0<br />
Mantel: α0 heeft betrekking op de Y-as<br />
Induiken Induikstrategie<br />
Centraal: Verticaal induiken op het middelpunt van de langsgroef<br />
In het midden van de kamer wordt de aanloopdiepte bereikt.<br />
Aanwijzing: Bij deze instelling moet de frees over het midden snijden.<br />
Pendelend: Pendelend op de middelas van de langsgroef induiken<br />
Het freesmiddelpunt pendelt op een rechte tot de diepte-instelling bereikt is. Zodra<br />
de diepte bereikt is, wordt de weg in het vlak nogmaals zonder aanloop uitgevoerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-252 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.5 Frezen<br />
EW Induikhoek (enkel bij pendelend) graden<br />
FZ Aanvoer in de diepte (alleen bij Front/Front C en Front Y - induiken centraal) mm/tand<br />
mm/min<br />
FX Aanvoer in de diepte (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - induiken centraal) mm/tand<br />
mm/min<br />
5.5.6 Cirkelgroef<br />
Als u één of meerdere even grote cirkelgroeven wilt frezen op een<br />
volledige of een deelcirkel, maakt u gebruik van de functie<br />
"Cirkelgroef".<br />
Werktuiggrootte Houd er rekening mee dat de frees bij de bewerking van de cirkelgroef<br />
niet onder een bepaalde grootte mag dalen:<br />
• Voorbewerken:<br />
1/2 groefbreedte W – nabewerkingsovermaat UXY ≤ freesdiam.<br />
• Nabewerken:<br />
1/2 groefbreedte W ≤ freesdiameter<br />
• Nabewerking rand:<br />
Gladovermaat UXY ≤ freesdiameter<br />
Ringgroef<br />
Als u een cirkelv. groef wenst te maken, moet u voor de parameters<br />
aantal N en openingshoek α1 de volgende waarden invoeren:<br />
N = 1<br />
α1 = 360°<br />
Benaderen/verlaten 1. Het werktuig loop in ijlgang op de hoogte van het terugtrekniveau<br />
op het middelpunt van de halve cirkel op het einde van de groef en<br />
voert aan op veiligheidsafstand.<br />
2. Daarna duikt het werktuig met bewerkingsaanvoer in het werkstuk,<br />
waarbij de maximale aanloop in Z-richting (bij frontbewerking) en<br />
X-richting (bij mantelbewerking) en de nabewerkingsovermaat in<br />
acht worden genomen. De cirkelgroef wordt afhankelijk van de<br />
geprogrammeerde bewerkingsdraairichting (tegenloop of<br />
gelijkloop) met de wijzers van de klok mee of tegen de wijzers van<br />
de klok in bewerkt.<br />
3. Als de eerste cirkelgroef klaar is, loopt het werktuig in ijlgang op<br />
het terugtrekniveau.<br />
4. De volgende cirkelgroef wordt op een rechte lijn of cirkelvormige<br />
baan aangelopen en vervolgens bewerkt.<br />
De ijlgangaanvoer voor het positioneren op een cirkelvormige baan<br />
is vastgelegd in de machinegegevens.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
5. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />
veiligheidsafstand.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-253<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.5 Frezen<br />
Bewerkingstype Bij het frezen van de cirkelgroef kunt u de bewerkingswijze vrij kiezen:<br />
• Voorbewerken<br />
Bij het voorbewerken worden na elkaar vanuit het middelpunt van<br />
de halve cirkel op het einde van de groef de afzonderlijke niveaus<br />
van de groef bewerkt tot de diepte Z1 bereikt is.<br />
• Gladmaken<br />
Bij het gladmaken wordt altijd eerst de rand bewerkt tot de diepte<br />
Z1 bereikt is. De groefrand wordt in een kwartcirkel aangelopen<br />
die in de radius uitmondt. Met de laatste aanvoerbeweging wordt<br />
vanuit het middelpunt van de halve cirkel op het einde van de<br />
groef de bodem gladgemaakt.<br />
• Nabewerking rand<br />
De nabewerking van de rand gebeurt op dezelfde manier als de<br />
nabewerking, alleen de laatste aanvoer (bodem bewerken) valt<br />
weg.<br />
• Afkanten<br />
Bij het afkanten wordt de rand aan de bovenkant van de<br />
cirkelgroef gebroken.<br />
Cirkelgroef<br />
Groef ><br />
Druk op de softkeys "Frezen", "Groef" en "Cirkelgroef".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
FZ Aanvoerbeweging diepte mm/tand<br />
mm/min<br />
Ligging U kunt 8 verschillende liggingen selecteren:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkingswijze<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y en bij Front C/Mantel C als bij<br />
de voorbewerking centraal wordt ingedoken)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Nabewerking rand<br />
Afkanten<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-254 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.5 Frezen<br />
Volledige<br />
cirkel<br />
Deelcirkel<br />
X0<br />
Y0<br />
L0<br />
C0<br />
Z0<br />
Z1<br />
DZ<br />
UXY<br />
FS<br />
ZFS<br />
Y0<br />
C0<br />
Z0<br />
X0<br />
X1<br />
DX<br />
UYZ<br />
FS<br />
ZFS<br />
CP<br />
X0<br />
Y0<br />
L0<br />
C0<br />
Z0<br />
Z1<br />
DZ<br />
UXY<br />
FS<br />
ZFS<br />
Cirkelgroeven positioneren op volledige cirkel. De afstand van een cirkelvormige<br />
groef naar de volgende cirkelvormige groef is altijd gelijk en wordt door de besturing<br />
berekend.<br />
Cirkelgroeven positioneren op deelcirkel. De afstand van een cirkelvormige groef<br />
naar de volgende cirkelvormige groef kan over de hoek α2 worden bepaald.<br />
Front/Front C:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de volledige resp. deelcirkel.<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte van de groef t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Fasebreedte (abs) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de volledige resp. deelcirkel.<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Diepte van de groef t.o.v. X0 ∅ (abs of inc) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Fasebreedte (abs) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Front Y:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de volledige resp. deelcirkel.<br />
Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte van de groef t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Fasebreedte (abs) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-255<br />
5<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.5 Frezen<br />
C0<br />
Y0<br />
Z0<br />
X0<br />
X1<br />
DX<br />
UYZ<br />
FS<br />
ZFS<br />
Mantel Y:<br />
Het referentiepunt is altijd het middelpunt van de volledige resp. deelcirkel.<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Diepte van de groef t.o.v. X0 (abs of inc) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (groefrand) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Fasebreedte (abs) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
W Breedte van de groef mm<br />
R Radius van de cirkelgroef mm<br />
α0 Starthoek<br />
α0 heeft betrekking op het frontvlak op de X-as, op het mantelvlak op de Y-as.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-256 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
α1 Openingshoek van een groef graden<br />
α2 Doorschakelhoek (alleen bij deelcirkel) graden<br />
N Aantal groeven<br />
positioneren Rechte lijn: volgende positie wordt in rechte lijn in ijlgang genaderd.<br />
Cirkel: volgende positie wordt op een cirkelvormige baan genaderd met een in de<br />
machinegegevens vastgelegde aanvoer.
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.5 Frezen<br />
5.5.7 Posities<br />
...<br />
Posities<br />
><br />
Als u een kamer, een tap of een langsgroef op meerdere posities wilt<br />
frezen, moet u een eigen positioneerblok programmeren.<br />
Voorwaarde voor het frezen op meerdere posities is dat u de<br />
freescyclus "Positiepatroon" heeft ingesteld.<br />
Positiepatroon<br />
Meer informatie over willekeurige posities of positiepatronen vindt u in<br />
het hoofdstuk "Boren".<br />
Druk op de softkeys "Boren" en "Posities".<br />
Selecteer via softkey het gewenste positiepatroon.<br />
Volg de beschrijving in het hoofdstuk "Boren".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-257<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.5 Frezen<br />
5.5.8 Meerkant<br />
Als u een meerkant met een willekeurig aantal kanten midden op het<br />
frontvlak wilt frezen, maakt u gebruik van de functie "Meerkant".<br />
Daarbij staan o.a. de volgende vormen met of zonder hoekradius<br />
resp. fase ter beschikking:<br />
Meerkant<br />
Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak<br />
naar het startpunt en dan tot op de veiligheidsafstand.<br />
2. Het werktuig beweegt in een kwartcirkel met bewerkingsaanvoer<br />
naar de meerkant toe. Eerst wordt de bewerkingsdiepte bereikt,<br />
daarna volgt de bewerking in het vlak. De meerkant wordt<br />
afhankelijk van de geprogrammeerde bewerkingsdraairichting<br />
(contrarotatie/gelijkloop) met de wijzers van de klok mee of tegen<br />
de wijzers van de klok in bewerkt.<br />
3. Zodra het eerste vlak bewerkt is, verlaat het werktuig de contour in<br />
een kwartcirkel en wordt de aanloop voor de volgende<br />
bewerkingsdiepte uitgevoerd.<br />
4. De meerkant wordt opnieuw in een kwartcirkel benaderd. Deze<br />
procedure wordt zolang herhaald tot de geprogrammeerde diepte<br />
van de meerkant bereikt is.<br />
5. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />
veiligheidsafstand.<br />
Een meerkant met meer dan twee kanten wordt spiraalvormig<br />
omrond, bij een één- en tweekant wordt elke kant afzonderlijke<br />
bewerkt.<br />
Y<br />
Afvoeren<br />
van<br />
de contour<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-258 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
X<br />
Gereedschap<br />
Aanvoeren<br />
van<br />
de contour<br />
Meerkant<br />
Meerkant in kwartcirkel benaderen en verlaten<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.5 Frezen<br />
Meerkant ><br />
Druk op de softkeys "Frezen" en "Meerkant".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging U kunt 3 verschillende liggingen selecteren:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkingswijze<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Nabewerking aan de rand<br />
Afkanten<br />
∅ Diameter van het basisdeel mm<br />
Z0 Referentiepunt (abs) mm<br />
N Aantal kanten (1, 2,.....)<br />
SW <strong>Sl</strong>eutelbreedte (alternatief voor L) – (alleen bij N = 1 of N = even getal) mm<br />
L Kantlengte (alternatief voor SW) mm<br />
α0 Draaihoek van de 1ste kant t.o.v. de X-as.<br />
α0 > 0: meerkant wordt tegen de wijzers van de klok in gedraaid.<br />
α0 < 0: meerkant wordt met de wijzers van de klok mee gedraaid.<br />
FS1 Fase in XY-vlak (alternatief voor R1) – (vanaf 3 kanten)<br />
R1 Afronding in XY-vlak (alternatief voor FS1) – (vanaf 3 kanten) mm<br />
Z1 Eindpunt Z1 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en nabewerking) mm<br />
FS Fasebreedte (abs) – (alleen bij afkanten) mm<br />
ZFS Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
DZ Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voorbewerking en<br />
nabewerking)<br />
DXY Maximale aanloop in het XY-vlak – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />
Vlakaanvoer in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en freesdiameter (mm)<br />
UZ Nabewerkingsovermaat in de diepte (alleen bij voorbewerking, nabewerking) mm<br />
UXY Nabewerkingsovermaat in het vlak (alleen bij voorbewerking en nabewerking) mm<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-259<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
%
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.5 Frezen<br />
5.5.9 Gravure<br />
Als u een tekst op een lijn of een cirkelboog wilt frezen, maakt u<br />
gebruik van de functie "Gravure".<br />
De gewenste tekst kunt u direct als "vaste tekst" in het tekstveld<br />
invoeren of als "variabele tekst" via een variabele toewijzen.<br />
Bij het graveren gebruikt <strong>ShopTurn</strong> een proportioneel lettertype, d.w.z.<br />
dat de verschillende tekens niet even breed zijn.<br />
Benaderen/verlaten 1. Het werktuig beweegt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak<br />
naar het startpunt en dan tot op de veiligheidsafstand.<br />
2. Het werktuig beweegt met aanloopaanvoer FZ resp. FX naar de<br />
bewerkingsdiepte Z1 resp. X1 en freest het teken.<br />
3. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken op de<br />
veiligheidsafstand en beweegt op een rechte naar het volgende<br />
teken.<br />
4. Stap 2 en 3 worden herhaald tot de volledige tekst gefreesd is.<br />
Variabele teksten U heeft verschillende mogelijkheden om variabele teksten te graveren:<br />
• Datum en tijd<br />
U kunt bv. de productiedatum en de actuele tijd op de<br />
werkstukken laten graveren. De waarden voor datum en tijd<br />
worden uit de NCK uitgelezen.<br />
• Aantal<br />
Met behulp van deze variabelen heeft u de mogelijkheid een<br />
doorlopend serienummer aan te brengen op de werkstukken.<br />
Daarbij kunt u het formaat (aantal cijfers, voorafgaande nullen)<br />
vastleggen. De variabele "Aantal" is als gebruikersvariabele<br />
(_E_PART[0]) gedefinieerd in de gegevensbouwsteen<br />
GUD 7.<br />
Met behulp van dummies (#) formateert u het aantal cijfers<br />
waarmee het nummer moet beginnen.<br />
Als u voor het eerste werkstuk niet het nummer 1 wilt toekennen,<br />
kunt u een additieve waarde toekennen<br />
(bv. (). Het aangegeven aantal wordt dan<br />
met deze waarde vermeerderd (bv. 101, 102, 103,...).<br />
• Getallen<br />
Bij het graveren van getallen (bv. meetresultaten) kunt u<br />
het formaat (cijfers voor en na de komma) zelf bepalen.<br />
• Tekst<br />
I.p.v. een vaste tekst in het gravure-tekstveld in te voeren, kunt u<br />
ook gebruik maken van een tekstvariabele<br />
(bv. VARTEXT="ABC123").<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-260 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.5 Frezen<br />
Spiegelschrift<br />
Als u in het bewerkingsvlak "Front achter" of "Mantel binnen" een<br />
gravure programmeert, ontstaat spiegelschrift. Om ook hier een<br />
normaal schrift te verkrijgen, moet u eerst een spiegeling (zie hfdst.<br />
"Coördinatentransformaties definiëren") programmeren, pas daarna<br />
de functie "Gravure".<br />
Bedenk hierbij dat u zich voor de spiegeling op hetzelfde<br />
bewerkingsvlak bevindt waarin u wilt graveren. (zie hfdst. "Werktuig<br />
en bewerkingsvlak selecteren" om het bewerkingsvlak te veranderen.)<br />
Als u omgekeerd in de bewerkingsvlakken "Front voor" en "Mantel<br />
buiten" een spiegelschrift wilt graveren, programmeert u eerst een<br />
spiegeling en voert u daarna de normale tekst in de functie "Gravure"<br />
in.<br />
volledige cirkel Om de tekens gelijkmatig op een volledige cirkel te verdelen, hoeft u<br />
niet de openingshoek α2 tussen het eerste en het laatste teken uit te<br />
rekenen, u voert gewoon α2=360° in. <strong>ShopTurn</strong> verdeelt de tekens<br />
dan automatisch op de cirkel.<br />
Kleine letters<br />
Kleine<br />
letters<br />
Speciale tekens<br />
Speciale<br />
tekens<br />
Gravure<br />
Druk op de softkeys "Frezen" en "Gravure".<br />
Druk op de softkey "Kleine letters" als u kleine letters wilt<br />
invoeren.<br />
Als u nogmaals op de softkey drukt, kunt u opnieuw hoofdletters<br />
invoeren.<br />
Druk op de softkey "Speciale tekens" als u een teken nodig heeft<br />
dat niet op de invoertoetsen staat.<br />
Het venster "Speciale tekens" wordt geopend.<br />
Plaats de cursor op het gewenste teken.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
Het gewenste teken wordt in de tekst ingevoegd.<br />
De softkey "Speciale tekens" staat niet in alle talen ter beschikking.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-261<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.5 Frezen<br />
Datum invoeren<br />
Variabele ><br />
Tijd invoeren<br />
Variabele ><br />
Datum<br />
Tijd<br />
Aantal invoeren<br />
Variabele ><br />
Variabele ><br />
Aantall<br />
000123<br />
Aantal<br />
123<br />
Druk op de softkeys "Variabele" en "Datum" als u telkens de<br />
actuele datum wilt graveren.<br />
De datum wordt in het Europese formaat (..)<br />
ingevoerd.<br />
Voor een andere schrijfwijze moet u het formaat in het tekstveld<br />
aanpassen. Om de datum bv. met de Amerikaanse schrijfwijze te<br />
graveren (maand/dag/jaar => 8/16/04), verandert u het formaat in<br />
//.<br />
Druk op de softkeys "Variabele" en "Tijd" als u telkens de actuele<br />
tijd wilt graveren.<br />
De tijd wordt in het Europese formaat () ingevoegd.<br />
Om de tijd met de Amerikaanse schrijfwijze te graveren, verandert u<br />
het formaat in .<br />
Voorbeeld:<br />
Tekst invoeren: Tijd: uitvoering: Tijd: 16.35<br />
Tijd: Tijd: 04.35 PM<br />
Druk op de softkeys "Variabele" en "Aantal 000123" als u een<br />
aantal met een vast aantal cijfers en voorafgaande nullen wilt<br />
graveren.<br />
De formaattekst wordt ingevoegd en u keert<br />
met de softkey-balk terug naar het gravureveld.<br />
Leg het aantal cijfers vast door het aantal dummies (#) in het<br />
gravureveld aan te passen.<br />
Als het aangegeven aantal cijfers (bv. ## ) niet volstaat om het aantal<br />
werkstukken aan te geven, verhoogt <strong>ShopTurn</strong> het aantal cijfers<br />
automatisch.<br />
- OF -<br />
Druk op de softkeys "Variabele" en "Aantal 123" als u een aantal<br />
zonder voorafgaande nullen wilt invoeren.<br />
De formaattekst "#,_E_PART[0]> wordt ingevoegd en u keert met de<br />
softkey-balk terug naar het gravureveld.<br />
Als het aangegeven aantal cijfers (bv. 123) niet volstaat om het aantal<br />
werkstukken aan te geven, verhoogt <strong>ShopTurn</strong> het aantal cijfers<br />
automatisch.<br />
Als u bv. na een onderbreking de productie van werkstukken met een<br />
doorlopend nummer wilt voortzetten, voert u een additieve waarde in.<br />
Het aangegeven aantal wordt dan met deze waarde vermeerderd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-262 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.5 Frezen<br />
Variabel getal invoeren<br />
Variabele ><br />
Getal<br />
123.456<br />
Druk op de softkeys "Variabele" en "Getal 123.456" als u een<br />
willekeurig getal in een bepaald formaat wilt graveren.<br />
De formaattekst "#.###,_VAR_N>UM wordt ingevoegd en u keert met<br />
de softkey-balk terug naar het gravureveld.<br />
Leg met behulp van de dummies #.### vast in welk formaat het<br />
onder VARNUM gedefinieerde getal moet worden gegraveerd.<br />
Als u onder VARNUM bijvoorbeeld 12.35 heeft opgeslagen, heeft u de<br />
volgende mogelijkheden om de variabele te formateren.<br />
Invoer Uitgave Betekenis<br />
12 Cijfers voor de komman niet<br />
geformateerd, geen cijfers<br />
na de komma<br />
0012 4 cijfers voor de komman,<br />
voorafgaan de nullen, geen<br />
cijfers na de komma<br />
< #,_VAR_NUM> 12 4 cijfers voor de komma,<br />
voorafgaan de spaties, geen<br />
cijfers na de komma<br />
12.35 Cijfers voor en na de komma<br />
niet geformateerd<br />
12.4 Cijfers voor de komma niet<br />
geformateerd, 1 cijfer na<br />
de komma (afgerond)<br />
12.35 Cijfers voor de komma niet<br />
geformateerd, 2 cijfers na<br />
de komma (afgerond)<br />
12.3500 Cijfers voor de komma niet<br />
geformateerd, 4 cijfers na<br />
de komma (afgerond)<br />
Als de plaats voor het decimaalpunt niet volstaat voor de weergave<br />
van het ingevoerde getal, dan wordt deze automatisch uitgebreid. Als<br />
het aangegeven aantal cijfers groter is dan het te graveren getal,<br />
wordt het formaat automatisch opgevuld met een aantal voorafgaande<br />
en nakomende nullen.<br />
Voor de formatering voor het decimaalpunt kunt u ook spaties<br />
gebruiken.<br />
In plaats van VARNUM kunt u ook een willekeurige andere<br />
getalvariabele gebruiken (bv. R0).<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-263<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.5 Frezen<br />
Variabele tekst invoeren<br />
Variabele ><br />
Tekst wissen<br />
Tekst<br />
wissen<br />
Variabele<br />
tekst<br />
Druk op de softkeys "Variabele" en "Variabele tekst" als u de te<br />
graveren tekst (max. 200 tekens) uit een variabele wilt<br />
overnemen.<br />
De formaattekst wordt ingevoegd en u keert met<br />
de softkey-balk terug naar het gravureveld.<br />
U kunt i.p.v. VARTEXT ook een willekeurige andere tekstvariabele<br />
gebruiken.<br />
Druk op de softkey "Tekst wissen" als u de volledige tekst wilt<br />
verwijderen.<br />
De formaattekst voor de variabelen wordt altijd ingevoegd op de<br />
actuele cursorpositie.<br />
De softkeys "Kleine letters", "Speciale tekens", "Variabele" en "Tekst<br />
wissen" ziet u alleen als u de cursor in het invoerveld voor de<br />
gravuretekst plaatst.<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging U kunt 8 verschillende liggingen selecteren:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Uitrichting<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y en Mantel Y)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Tekst uitrichten op een lijn<br />
Tekst uitrichten op een cirkelboog<br />
Tekst uitrichten op een cirkelboog<br />
Referentiepunt Ligging van het referentiepunt binnen de tekst<br />
Gravuretekst maximaal 91 tekens<br />
X0<br />
L0<br />
Y0<br />
C0<br />
Z0<br />
Front/Front C:<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-264 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.5 Frezen<br />
Z1<br />
FZ<br />
W<br />
DX1<br />
DX2<br />
α1<br />
α2<br />
Y0<br />
C0<br />
R<br />
Z0<br />
α0<br />
X0<br />
X1<br />
FX<br />
W<br />
DY1<br />
DY2<br />
α1<br />
α2<br />
YM<br />
CM<br />
ZM<br />
CP<br />
X0<br />
L0<br />
Y0<br />
C0<br />
Z0<br />
Z1<br />
FZ<br />
W<br />
DX1<br />
DX2<br />
α1<br />
α2<br />
Bewerkingsdiepte (inc)<br />
Aanvoerbeweging diepte<br />
Tekenhoogte<br />
Tekenafstand<br />
Totale breedte (alternatief voor DX1) – (alleen bij lineaire uitrichting)<br />
Tekstrichting (alleen bij lineaire uitrichting)<br />
Openingshoek (alternatief voor DX1) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />
Het middelpunt van de cirkelboog is het werkstuknulpunt.<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt (alternatief voor Y01) – (alleen bij lineaire uitrichting)<br />
Referentiepunt lengte polair (alternatief voor Y0) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Z0) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Bewerkingsdiepte (inc)<br />
Aanvoerbeweging diepte<br />
Tekenhoogte<br />
Tekenafstand<br />
Totale breedte (alternatief voor DY1) – (alleen bij lineaire uitrichting)<br />
Tekstrichting (alleen bij lineaire uitrichting)<br />
Openingshoek (alternatief voor DY1) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />
Middelpunt cirkelboog (abs) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />
Middelpunt cirkelboog (abs) – (alternatief voor YM)<br />
Middelpunt cirkelboog (abs) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />
Front Y:<br />
Positioneerhoek voor bewerkingsbereik<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Referentiepunt lengte polair (alternatief voor X0)<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Y0)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Bewerkingsdiepte (inc)<br />
Aanvoerbeweging diepte<br />
Tekenhoogte<br />
Tekenafstand<br />
Totale breedte (alternatief voor DX1) – (alleen bij lineaire uitrichting)<br />
Tekstrichting (alleen bij lineaire uitrichting)<br />
Openingshoek (alternatief voor DX1) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />
Het middelpunt van de cirkelboog is het werkstuknulpunt.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-265<br />
5<br />
mm<br />
mm/min<br />
mm/tand<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm/min<br />
mm/tand<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm/min<br />
mm/tand<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.5 Frezen<br />
C0<br />
Y0<br />
R<br />
Z0<br />
α0<br />
X0<br />
X1<br />
FX<br />
W<br />
DY1<br />
DY2<br />
α1<br />
α2<br />
YM<br />
ZM<br />
Mantel Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Y-richting (abs)<br />
Referentiepunt lengte polair (alternatief voor Y0) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Referentiepunt hoek polair (alternatief voor Z0) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Bewerkingsdiepte (inc)<br />
Aanvoerbeweging diepte<br />
Tekenhoogte<br />
Tekenafstand<br />
Totale breedte (alternatief voor DY1) – (alleen bij lineaire uitrichting)<br />
Tekstrichting (alleen bij lineaire uitrichting)<br />
Openingshoek (alternatief voor DY1) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />
Middelpunt cirkelboog (abs) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />
Middelpunt cirkelboog (abs) – (alleen bij gebogen uitrichting)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-266 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm/min<br />
mm/tand<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
5.6 Contourfrezen<br />
Als u een eenvoudige of complexe contour wilt frezen, maakt u<br />
gebruik van de functie "Contourfrezen". U kunt open of gesloten<br />
contouren (kamers, eilanden, tappen) definiëren en met baanfrezen of<br />
freescycli bewerken.<br />
Een contour bestaat uit meerdere contourelementen, waarbij een<br />
gedefinieerde contour uit minimum twee en maximum 250 elementen<br />
bestaat. Daarnaast kunt u tussen de contourelementen fasen, radii of<br />
tangentiële overgangen programmeren.<br />
De geïntegreerde contourrekenmachine berekent de snijpunten van<br />
de verschillende contourelementen met inachtneming van de<br />
geometrische relaties en helpt u bij het invoeren van niet voldoende<br />
gedimensioneerde elementen.<br />
Bij het contourfrezen moet u altijd eerst de geometrie van de contour<br />
programmeren, daarna de technologie.<br />
Willekeurige contouren kunt u met baanfrezen bewerken, kamers<br />
met/zonder eilanden ruimen of tappen vrijruimen.<br />
Willekeurige contouren De bewerking van open of gesloten contouren programmeert u in de<br />
regel als volgt:<br />
Contouren voor kamers<br />
en eilanden<br />
1. Contour invoeren<br />
De contour bouwt u op uit verschillende contourelementen.<br />
2. Baanfrezen (voorbewerking)<br />
De contour wordt met inachtneming van verschillende naderings-<br />
en verwijderingsstrategieën bewerkt.<br />
3. Baanfrezen (nabewerking)<br />
Als u bij het voorbewerken een nabewerkingsovermaat heeft<br />
geprogrammeerd, wordt de contour nogmaals bewerkt.<br />
4. Baanfrezen (afkanten)<br />
Als u een randbreuk heeft voorzien, kunt u het werkstuk met een<br />
speciaal werktuig afkanten.<br />
Contouren voor kamers of eilanden moeten gesloten zijn, d.w.z. dat<br />
start- en eindpunt van de contour identiek zijn. U kunt ook kamers<br />
frezen die aan de binnenkant één of meerdere eilanden hebben. De<br />
eilanden mogen ook gedeeltelijk buiten de kamer liggen of elkaar<br />
snijden. De eerste aangegeven contour interpreteert <strong>ShopTurn</strong> als<br />
contourkamer, alle andere als eilandcontour.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-267<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
De bewerking van contourkamers met eilanden programmeert u bv.<br />
als volgt:<br />
1. Contour van de kamer invoeren<br />
De contourkamer bouwt u op uit verschillende contourelementen.<br />
2. Contour van het eiland invoeren<br />
De contour van het eiland voert u na de contourkamer in.<br />
3. Voorboring van de contourkamer centreren<br />
Als u de kamer wilt voorboren, kunt u de voorboring eerst<br />
centreren om te verhinderen dat de boor verschuift.<br />
4. Contourkamer voorboren<br />
Als u bij het ruimen van contourkamers verticaal wilt induiken en<br />
geen frees met koptand beschikbaar is, kunt u de kamer<br />
voorboren.<br />
5. Contourkamer met eiland ruimen (voorbewerking)<br />
De contourkamer met eiland wordt met inachtneming van<br />
verschillende induikstrategieën geruimd.<br />
6. Restmateriaal ruimen (voorbewerking)<br />
<strong>ShopTurn</strong> herkent bij het ruimen van de kamer automatisch<br />
restmateriaal dat is blijven staan. Met een geschikt werktuig kunt u<br />
dit materiaal verwijderen zonder nogmaals de volledige kamer te<br />
moeten bewerken.<br />
7. Contourkamer met eiland nabewerken (nabewerking rand/bodem)<br />
Als u bij de voorbewerking een nabewerkingsovermaat voor de<br />
rand/bodem heeft geprogrammeerd, wordt de kamerrand/-bodem<br />
nogmaals bewerkt.<br />
Alle bewerkingsstappen van het contourfrezen worden in het<br />
arbeidsplan samengevat tussen rechte haakjes.<br />
FREZEN<br />
CONTOURKAMER<br />
CONTOUREILAND<br />
Centreren<br />
Voorboren<br />
Ruimen<br />
Restmateriaal<br />
Ruimen<br />
Programmaeinde<br />
Voorbeeld: Contourkamer ruimen<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-268 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
Contouren voor tappen<br />
Contouren voor tappen moeten gesloten zijn, d.w.z. dat start- en<br />
eindpunt van de contour identiek zijn. U kunt meerdere tappen<br />
definiëren, die elkaar ook kunnen snijden. De eerste aangegeven<br />
contour interpreteert <strong>ShopTurn</strong> als basisdeelcontour, alle andere als<br />
tappen.<br />
De bewerking van contourtappen programmeert u bv. als volgt:<br />
1. Contour van het basisdeel invoeren<br />
De basisdeelcontour legt het bereik waarbuiten geen materiaal<br />
staat, d.w.z. dat daar in ijlgang wordt bewogen. Tussen basisdeel-<br />
en tapcontour wordt dan materiaal verwijderd.<br />
2. Contour van de tap invoeren<br />
De contour van de tap voert u in na de basisdeelcontour.<br />
3. Contourtappen ruimen (voorbewerking)<br />
De contourtap wordt geruimd.<br />
4. Restmateriaal ruimen (voorbewerking)<br />
<strong>ShopTurn</strong> herkent bij het frezen van de tap automatisch<br />
restmateriaal dat is blijven staan. Met een geschikt werktuig kunt u<br />
dit materiaal verwijderen zonder nogmaals de volledige tap te<br />
moeten bewerken.<br />
5. Contourtap nabewerken (nabewerking rand/bodem)<br />
Als u bij de voorbewerking een nabewerkingsovermaat heeft<br />
geprogrammeerd, wordt de taprand/-bodem nogmaals bewerkt.<br />
6. Contourtap afkanten<br />
Als u een kantbreuk heeft ingevoegd, moet het werkstuk<br />
vervolgens worden afgekant.<br />
Spil klemmen Bij het contourfrezen kan het bijvoorbeeld zinvol zijn bij het verticale<br />
induiken in het materiaal de spil te klemmen om verdraaiingen te<br />
vermijden. De functie "Spil klemmen" moet door de machinefabrikant<br />
worden ingesteld.<br />
De machinefabrikant legt ook vast of <strong>ShopTurn</strong> de spil automatisch<br />
klemt als dit zinvol is voor de bewerking of u zelf de keuze hebt bij<br />
welke bewerking de spil geklemd moet worden.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Als u zelf kunt beslissen bij welke bewerking de spil geklemd worden,<br />
geldt het volgende:<br />
Denk eraan dat de klemming bij de bewerking in de vlakken<br />
Front/Front C en Mantel/Mantel C na het induiken automatisch wordt<br />
gelost. Bij de bewerkingen in de vlakken front Y en mantel Y is de<br />
klemming daarentegen modaal, d.w.z. ze blijft<br />
actief tot een wissel van het bewerkingsvlak wordt uitgevoerd of de<br />
klemming in het menu "Rechte cirkel" "Werktuig" wordt<br />
uitgeschakeld.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-269<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
5.6.1 Weergave van de contour<br />
<strong>ShopTurn</strong> geeft een contour in het arbeidsplan als programmablok<br />
weer. Als u dit blok opent, worden de verschillende contourelementen<br />
symbolisch opgesomd en als streepgrafiek weergegeven.<br />
Symbolische weergave De verschillende contourelementen van de contour verschijnen in de<br />
ingevoerde volgorde symbolisch naast het grafiekvenster.<br />
Contourelement Symbool Betekenis<br />
Startpunt<br />
Rechte omhoog<br />
Rechte omlaag<br />
Rechte naar links<br />
Rechte naar rechts<br />
Rechte willekeurig<br />
Cirkelboog naar<br />
rechts<br />
Cirkelboog naar<br />
links<br />
Contourafsluiting END<br />
Startpunt van de contour<br />
Rechte in 90°-rooster<br />
Rechte in 90°-rooster<br />
Rechte in 90°-rooster<br />
Rechte in 90°-rooster<br />
Rechte met willekeurige<br />
stijging<br />
Cirkel<br />
Cirkel<br />
Einde van de<br />
contourbeschrijving<br />
De verschillende kleur van de symbolen geeft informatie over hun<br />
status:<br />
Voorgrond Achtergrond Betekenis<br />
- rood Cursor op nieuw element<br />
zwart rood Cursor op actueel element<br />
zwart wit Normaal element<br />
rood wit Element wordt momenteel niet<br />
geobserveerd (element wordt pas<br />
geobserveerd als het met de cursor<br />
wordt geselecteerd)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-270 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
Grafische weergave Synchroon met de doorlopende invoer van de contourelementen<br />
wordt in het grafiekvenster de vooruitgang van de<br />
contourprogrammering in een streepgrafiek aangegeven.<br />
Grafische weergave van de contour bij het contourfrezen<br />
Het aangemaakte contourelement kan daarbij verschillende<br />
lijnvarianten en kleuren aannemen:<br />
• zwart: geprogrammeerde contour<br />
• oranje: actueel contourelement<br />
• groen gestippeld: alternatief element<br />
• blauw gestippeld: deelbepaald element<br />
De skalering van het coördinatensysteem past zich aan de<br />
verandering van de volledige contour aan.<br />
De ligging van het coördinatensysteem verschijnt in het<br />
grafiekvenster.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-271<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
5.6.2 Nieuwe contour aanleggen<br />
Nieuwe<br />
contour ><br />
Contour-<br />
frezen ><br />
Voor elke contour die u wilt frezen, moet u een eigen contour<br />
aanleggen.<br />
De contouren worden op het einde van het programma opgeslagen.<br />
Als u een nieuwe contour aanlegt, moet u eerst een startpunt<br />
vastleggen. <strong>ShopTurn</strong> definieert dan automatisch het contoureinde.<br />
Voor het startpunt kunt u willekeurige bijkomende commando's<br />
(max. 40 tekens) invoeren als G-Code.<br />
Als u een contour wilt aanleggen die op een bestaande contour lijkt,<br />
kunt u de oude contour ook kopiëren, een andere naam geven en dan<br />
slechts bepaalde contourelementen wijzigen.<br />
Als u daarentegen een identieke contour op een andere plek in het<br />
programma nogmaals wilt gebruiken, mag u de kopie geen andere<br />
naam geven. Wijzigingen van de ene contour worden dan automatisch<br />
overgenomen door de gelijknamige contour.<br />
Druk op de softkeys "Frezen" "Contourfrezen" en "Nieuwe<br />
contour".<br />
Voer een naam voor de nieuwe contour in.<br />
De contournaam moet ondubbelzinnig zijn.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
Het invoerscherm voor het startpunt van de contour verschijnt. U kunt<br />
de coördinaten cartesiaans of polair invoeren.<br />
Startpunt cartesiaans Selecteer het bewerkingsvlak.<br />
Voer het startpunt van de contour in.<br />
Voer, indien gewenst, extra commando's als G-Code in.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Voer de verschillende contourelementen in (zie hfdst.<br />
"Contourelementen aanmaken").<br />
Startpunt polair Selecteer het bewerkingsvlak.<br />
Pool<br />
Druk op de softkey "Pool".<br />
Geef de poolpositie aan in cartesiaanse coördinaten.<br />
Voer het startpunt van de contour in poolcoördinaten in.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-272 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
Voer, indien gewenst, extra commando's als G-Code in.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Voer de verschillende contourelementen in (zie hfdst.<br />
"Contourelementen aanmaken").<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
Ligging Kies uit 4 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C<br />
• Mantel/Mantel C<br />
• Front Y (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
X<br />
Y<br />
X<br />
Y<br />
L1<br />
ϕ1<br />
∅<br />
Y<br />
Yα<br />
Z<br />
∅<br />
Y<br />
Z<br />
L1<br />
ϕ1<br />
Y<br />
Z<br />
Y<br />
Z<br />
L1<br />
ϕ1<br />
Extra<br />
commando<br />
Front/Front C en Front Y cartesiaans:<br />
Startpunt in X-richting (abs)<br />
Startpunt in Y-richting (abs)<br />
Front/Front C en Front Y polair:<br />
Positie pool in X-richting (abs)<br />
Positie pool in Y-richting (abs)<br />
Afstand tussen pool en startpunt van de contour (abs)<br />
Poolhoek tussen pool en startpunt van de contour (abs)<br />
Mantel/Mantel C cartesiaans:<br />
Cilindermantel<br />
Startpunt in Y-richting (abs) – (wordt uit Yα berekend of omgekeerd)<br />
Starthoek (abs) – (wordt uit Y berekend of omgekeerd)<br />
Startpunt in Z-richting (abs)<br />
Mantel/Mantel C polair:<br />
Cilindermantel<br />
Positie pool in Y-richting (abs)<br />
Positie pool in Z-richting (abs)<br />
Afstand tussen pool en startpunt van de contour (abs)<br />
Poolhoek tussen pool en startpunt van de contour (abs)<br />
Mantel Y cartesiaans:<br />
Startpunt in Y-richting (abs)<br />
Startpunt in Z-richting (abs)<br />
Mantel Y polair:<br />
Positie pool in Y-richting (abs)<br />
Positie pool in Z-richting (abs)<br />
Afstand tussen pool en startpunt van de contour (abs)<br />
Poolhoek tussen pool en startpunt van de contour (abs)<br />
Willekeurig extra commando in de vorm van G-Code<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-273<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
5.6.3 Contourelementen aanleggen<br />
Nadat u een nieuwe contour heeft aangelegd en het startpunt heeft<br />
vastgelegd, definieert u de verschillende contourelementen die de<br />
contour vormen.<br />
De volgende contourelementen staan ter beschikking voor het<br />
definiëren van een contour:<br />
• Rechte lijn horizontaal<br />
• Rechte lijn verticaal<br />
• Rechte lijn diagonaal<br />
• Cirkel / Cirkelboog<br />
Voor elk contourelement vult u een eigen parameterscherm in. De<br />
coördinaten voor een horizontale of verticale rechte voert u<br />
cartesiaans in, bij de contourelementen rechte diagonaal en<br />
cirkel/cirkelboog heeft u daarentegen de keuze tussen cartesiaanse<br />
en polaire coördinaten. Als u poolcoördinaten wilt invoeren, moet u<br />
eerst een pool definiëren. Als u voor het startpunt reeds een pool<br />
heeft gedefinieerd, kunt u deze ook als basis voor de poolcoördinaten<br />
gebruiken. In dit geval hoeft u dus geen andere pool te definiëren.<br />
Parameters invoeren Bij het invoeren van de parameters bieden verklarende help-schermen<br />
ondersteuning.<br />
Als u in enkele velden geen waarden invoert, gaat <strong>ShopTurn</strong> ervan uit<br />
dat deze waarden onbekend zijn en probeert deze uit andere waarden<br />
te berekenen.<br />
Bij contouren waarvoor u meer parameters heeft ingevoerd dan nodig,<br />
kunnen contradicties optreden. Probeer in dit geval minder<br />
parameters in te voeren en zoveel mogelijk parameters door<br />
<strong>ShopTurn</strong> te laten berekenen.<br />
Bewerkingsrichting Bij het baanfrezen wordt de contour altijd in de geprogrammeerde<br />
richting afgewerkt. Door de programmering van de contour in de<br />
richting van de wijzers van de klok of tegen de wijzers van de klok in<br />
kunt u bepalen of de contour met gelijkloopfrezen of tegenloopfrezen<br />
wordt bewerkt (zie volgende tabel).<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-274 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
Buitencontour<br />
gewenste<br />
bewerkingsdraairichting<br />
Spildraairichting rechts Spildraairichting links<br />
Gelijkloop Programmering in de richting van de klok<br />
Freesradiuscorrectie links<br />
Tegenloop Programmering tegen de klok in<br />
Freesradiuscorrectie rechts<br />
Binnencorrectie<br />
gewenste<br />
bewerkingsdraairichting<br />
Programmering tegen de klok in<br />
Freesradiuscorrectie rechts<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-275<br />
5<br />
Programmering in de richting van de klok<br />
Freesradiuscorrectie links<br />
Spildraairichting rechts Spildraairichting links<br />
Gelijkloop Programmering tegen de klok in<br />
Freesradiuscorrectie links<br />
Tegenloop Programmering in de richting van de klok<br />
Freesradiuscorrectie rechts<br />
Contourovergangselementen<br />
Bijkomende opdrachten<br />
Andere functies<br />
Programmering in de richting van de klok<br />
Freesradiuscorrectie rechts<br />
Programmering tegen de klok in<br />
Freesradiuscorrectie links<br />
Tussen twee contouren kunt u als overgangselement een radius of<br />
een fase kiezen. Het overgangselement wordt steeds op het einde<br />
van een contourelement toegevoegd. De selectie van een<br />
contourelement gebeurt op het parameterscherm van het betreffende<br />
contourelement.<br />
Een contourovergangselement kunt u gebruiken als er een snijpunt<br />
van de beide aangrenzende elementen bestaat dat uit de ingevoerde<br />
waarden kan worden berekend. Anders moet u de contourelementen<br />
Rechte/Cirkel gebruiken.<br />
D.w.z. bij een gesloten contour kunt u ook een overgangselement van<br />
het laatste naar het eerste element van de contour programmeren.<br />
Het startpunt ligt na programmering van het overgangselement dan<br />
buiten de contour.<br />
Voor elk contourelement kunt u willekeurige bijkomende commando's<br />
invoeren in de vorm van G-Code. U kunt voor het contourelement<br />
cirkel bv. een speciale aanvoer programmeren.<br />
De bijkomende commando's (max. 40 tekens) voert u in het<br />
uitgebreide parameterscherm in (softkey "Alle parameters").<br />
Bij de programmering van een contour staan nog de volgende functies<br />
ter beschikking:<br />
• Tangente aan voorgaand element<br />
De overgang naar het voorgaande element kunt u als tangente<br />
programmeren.<br />
• Dialoogselectie<br />
Als uit de tot nu toe ingevoerde parameters twee mogelijke<br />
contouren kunnen ontstaan, moet u één ervan kiezen.<br />
• Contour sluiten<br />
Van de actuele positie kunt u de contour met een rechte naar het<br />
startpunt sluiten.
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
Contourelementen<br />
invoeren<br />
Alle parameters<br />
...<br />
Selecteer via softkey een contourelement.<br />
Voer in het invoerscherm alle gegevens in die beschikbaar zijn op<br />
de werkstuktekening (bv. lengte van de rechten, eindpositie,<br />
overgang naar het volgende element, stijgingshoek enz.).<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Het contourelement wordt toegevoegd aan de contour.<br />
Herhaal de procedure tot de contour compleet is.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
De geprogrammeerde contour wordt opgenomen in het arbeidsplan.<br />
Als u bij sommige contourelementen andere parameters wilt<br />
oproepen, bv. om nog extra commando's in te voeren, drukt u op de<br />
softkey "Alle parameters".<br />
Pool definiëren Als u de contourelementen rechte diagonaal en cirkel/cirkelboog in<br />
poolcoördinaten wilt invoeren, moet u eerst een pool definiëren.<br />
Andere<br />
Pool<br />
Tangente aan<br />
voorgangerelement<br />
Tangente<br />
aan voorg.<br />
Druk op de softkeys "Andere" en "Pool".<br />
Voer de coördinaten van de pool in.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
De pool is gedefinieerd. Nu kunt u in het invoerscherm voor de<br />
contourelementen rechte diagonaal en cirkel/cirkelboog kiezen tussen<br />
"cartesiaans" en "polair".<br />
Terwijl u de gegevens voor een contourelement invoert, kunt u de<br />
overgang naar het voorgaande element programmeren als tangente.<br />
Druk op de softkey "Tangente aan voorg.".<br />
De hoek t.o.v. het voorgaande element α2 wordt op 0° gezet. In het<br />
invoerveld van de parameter verschijnt de selectie "tangentieel".<br />
Dialoogselectie Bij het invoeren van gegevens voor een contourelement kunnen twee<br />
mogelijke contouren ontstaan, waarvan u er één moet kiezen.<br />
Dialoog-<br />
selectie<br />
Druk op de softkey "Dialoogselectie" om tussen de verschillende<br />
mogelijkheden om te schakelen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-276 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
Dialoog<br />
overname<br />
Contour sluiten<br />
Andere<br />
X<br />
Y<br />
L<br />
α1<br />
α2<br />
L1<br />
ϕ1<br />
L<br />
α1<br />
α2<br />
Contour<br />
sluiten<br />
In het grafiekvenster wordt de geselecteerde contour als volle zwarte<br />
lijn weergegeven, de alternatieve contour als groene stippellijn.<br />
Druk op de softkey "Dialoog overname" om de geselecteerde<br />
contour over te nemen.<br />
Een contour moet altijd gesloten zijn. Als u niet alle contourelementen<br />
van startpunt tot startpunt zelf wilt bepalen, kunt u de contour van de<br />
actuele positie uit naar het startpunt sluiten.<br />
Druk op de softkeys "Andere" en "Contour sluiten".<br />
<strong>ShopTurn</strong> voegt een rechte in van de actuele positie naar het<br />
startpunt.<br />
Parameter Beschrijving voor het contourelement "Rechte lijn" Eenheid<br />
Front/Front C en Front Y cartesiaans:<br />
Eindpunt in X-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Lengte van de rechte lijn<br />
Starthoek met X-as<br />
Hoek met het voorgaande element<br />
tangentiële overgang: α2=0<br />
Front/Front C en Front Y polair:<br />
abs: afstand tussen pool en eindpunt<br />
inc: afstand tussen laatste punt en eindpunt<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
abs: poolhoek tussen pool en eindpunt<br />
inc: poolhoek tussen laatste punt en eindpunt<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Lengte van de rechte lijn<br />
Starthoek met X-as<br />
Hoek met het voorgaande element<br />
tangentiële overgang: α2=0<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-277<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
graden<br />
graden
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
Y<br />
Yα<br />
Z<br />
L<br />
α1<br />
α2<br />
L1<br />
ϕ1<br />
L<br />
α1<br />
α2<br />
Y<br />
Z<br />
L<br />
α1<br />
α2<br />
Overgang naar<br />
volg. element<br />
Extra<br />
commando<br />
Mantel/Mantel C cartesiaans:<br />
Eindpunt in Y-richting (abs of inc) - (wordt uit Yα berekend of omgekeerd)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Eindhoek (abs of inc) - (wordt uit Y berekend of omgekeerd)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Eindpunt in Z-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Lengte van de rechte lijn<br />
Starthoek met Y-as<br />
Hoek met het voorgaande element<br />
tangentiële overgang: α2=0<br />
Mantel/Mantel C en Mantel Y polair:<br />
abs: afstand tussen pool en eindpunt<br />
inc: afstand tussen laatste punt en eindpunt<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
abs: poolhoek tussen pool en eindpunt<br />
inc: poolhoek tussen laatste punt en eindpunt<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Lengte van de rechte lijn<br />
Starthoek met Y-as<br />
Hoek met het voorgaande element<br />
tangentiële overgang: α2=0<br />
Mantel Y cartesiaans:<br />
Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Eindpunt in Z-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Lengte van de rechte lijn<br />
Starthoek met Y-as<br />
Hoek met het voorgaande element<br />
tangentiële overgang: α2=0<br />
FS: Fase als overgangselement naar het volgende contourelement<br />
R: Radius als overgangselement naar het volgende contourelement<br />
Willekeurig extra commando in de vorm van G-Code<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-278 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
Parameter Beschrijving voor het contourelement "Cirkel" Eenheid<br />
Draairichting<br />
Draaiing met de wijzers van de klok mee<br />
Draaiing tegen de wijzers van de klok in<br />
R Radius van de cirkel mm<br />
X<br />
Y<br />
I<br />
J<br />
Front/Front C en Front Y cartesiaans:<br />
Eindpunt in X-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Cirkelmiddelpunt in X-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Cirkelmiddelpunt in Y-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
α1<br />
α2<br />
β1<br />
β2<br />
L1<br />
ϕ1<br />
L2<br />
ϕ2<br />
α1<br />
α2<br />
β1<br />
β2<br />
Y<br />
Yα<br />
Z<br />
J<br />
Jα<br />
K<br />
α1<br />
α2<br />
β1<br />
β2<br />
L1<br />
ϕ1<br />
L2<br />
Starthoek met X-as<br />
Hoek met het voorgaande element<br />
tangentiële overgang: α2=0<br />
Eindhoek met X-as<br />
Openingshoek van de cirkel<br />
Front/Front C en Front Y polair:<br />
abs: afstand tussen pool en eindpunt<br />
inc: afstand tussen laatste punt en eindpunt<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
abs: poolhoek tussen pool en eindpunt<br />
inc: poolhoek tussen laatste punt en eindpunt<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
abs: afstand tussen pool en cirkelmiddelpunt<br />
inc: afstand tussen laatste punt en cirkelmiddelpunt<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
abs: poolhoek tussen pool en cirkelmiddelpunt<br />
inc: poolhoek tussen laatste punt en cirkelmiddelpunt<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Starthoek met X-as<br />
Hoek met het voorgaande element<br />
tangentiële overgang: α2=0<br />
Eindhoek met X-as<br />
Openingshoek van de cirkel<br />
Mantel/Mantel C cartesiaans:<br />
Eindpunt in Y-richting (abs of inc) - (wordt uit Yα berekend of omgekeerd)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Eindhoek (abs of inc) - (wordt uit Y berekend of omgekeerd)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Eindpunt in Z-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Cirkelmiddelpunt in Y-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Cirkelmiddelpunt in Y-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Cirkelmiddelpunt in Z-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Starthoek met Y-as<br />
Hoek met het voorgaande element<br />
tangentiële overgang: α2=0<br />
Eindhoek met X-as<br />
Openingshoek van de cirkel<br />
Mantel/Mantel C en Mantel Y polair:<br />
abs: afstand tussen pool en eindpunt<br />
inc: afstand tussen laatste punt en eindpunt<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
abs: poolhoek tussen pool en eindpunt<br />
inc: poolhoek tussen laatste punt en eindpunt<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
abs: afstand tussen pool en cirkelmiddelpunt<br />
inc: afstand tussen laatste punt en cirkelmiddelpunt<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-279<br />
5<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
ϕ2<br />
α1<br />
α2<br />
β1<br />
β2<br />
abs: poolhoek tussen pool en cirkelmiddelpunt<br />
inc: poolhoek tussen laatste punt en cirkelmiddelpunt<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Starthoek met Y-as<br />
Hoek met het voorgaande element<br />
tangentiële overgang: α2=0<br />
Eindhoek met X-as<br />
Openingshoek van de cirkel<br />
Mantel Y cartesiaans:<br />
Y<br />
Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
Z<br />
Eindpunt in Z-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
J<br />
Cirkelmiddelpunt in Y-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
K<br />
Cirkelmiddelpunt in Z-richting (abs of inc)<br />
Incrementele maat: het voorteken wordt mee geëvalueerd.<br />
α1<br />
Starthoek met Y-as<br />
α2<br />
Hoek met het voorgaande element<br />
tangentiële overgang: α2=0<br />
β1<br />
Eindhoek met X-as<br />
β2<br />
Openingshoek van de cirkel<br />
Overgang naar FS: Fase als overgangselement naar het volgende contourelement<br />
volg. element R: Radius als overgangselement naar het volgende contourelement<br />
Extra Willekeurig extra commando in de vorm van G-Code<br />
commando<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-280 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
graden<br />
mm<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
5.6.4 Contour wijzigen<br />
Contourelement<br />
bijvoegen<br />
...<br />
Contourelement wijzigen<br />
Een aangemaakte contour kan later nog worden gewijzigd. U kunt<br />
contourelementen<br />
• bijvoegen,<br />
• wijzigen,<br />
• toevoegen of<br />
• wissen.<br />
Als in uw programma twee gelijknamige contouren gedefinieerd zijn,<br />
worden wijzigingen aan de ene contour automatisch overgenomen<br />
door de contour met dezelfde naam.<br />
Selecteer de contour in het arbeidsplan.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts".<br />
Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.<br />
Plaats de cursor op het laatste element voor het contoureinde.<br />
Selecteer via softkey het gewenste contourelement.<br />
Voer de parameters in het invoerscherm in.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Het gewenste contourelement wordt aan de contour toegevoegd.<br />
Selecteer de contour in het arbeidsplan.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts".<br />
Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.<br />
Plaats de cursor op het contourelement dat u wilt<br />
wijzigen.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts".<br />
Het bijhorende invoerscherm wordt geopend en in de<br />
programmeergrafiek wordt het geselecteerde element vergroot<br />
weergegeven.<br />
Voer de gewenste wijzigingen in.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
De actuele waarden van het contourelement worden overgenomen en<br />
de wijziging wordt onmiddellijk zichtbaar op de programmeergrafiek.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-281<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
Dialoogselectie wijzigen<br />
Selectie<br />
wijzigen<br />
Dialoog-<br />
selectie<br />
Dialoog<br />
overname<br />
Contourelement<br />
toevoegen<br />
...<br />
Als tijdens het invoeren van de gegevens van een contourelement<br />
blijkt dat er twee verschillende contourmogelijkheden bestaan en u de<br />
foute heeft gekozen, kunt u de selectie wijzigen. Als uit de andere<br />
parameters reeds een ondubbelzinnige contour blijkt, verschijnt er<br />
geen selectiemogelijkheid meer.<br />
Open het invoerscherm van het contourelement.<br />
Druk op de softkey "Selectie wijzigen".<br />
De beide contourmogelijkheden verschijnen opnieuw.<br />
Druk op de softkey "Dialoogselectie" om tussen de verschillende<br />
mogelijkheden om te schakelen.<br />
Druk op de softkey "Dialoog overname".<br />
De geselecteerde contour wordt overgenomen.<br />
Selecteer de contour in het arbeidsplan.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts".<br />
Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.<br />
Plaats de cursor op het contourelement na hetwelke u een nieuw<br />
element wilt toevoegen.<br />
Selecteer via softkey een nieuw contourelement.<br />
Voer de parameters in het invoerscherm in.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Het contourelement wordt opgenomen in de contour. De volgende<br />
contourelementen worden overeenkomstig de nieuwe contourtoestand<br />
automatisch geactualiseerd.<br />
Als u een element in een contour invoegt, worden de resterende<br />
contourelementen pas in acht genomen waneer u het symbool van het<br />
eerste volgende element naast het grafiekvenster met de cursor<br />
selecteert.<br />
Evt. past het eindpunt van het ingevoegde element niet bij het<br />
startpunt van het volgende element. In dit geval toont <strong>ShopTurn</strong> de<br />
storingsmelding "Geometriewaarden contradictorisch". Om de<br />
contradictie op te heffen, voegt u een schuine in zonder<br />
parameterwaarden in te voeren.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-282 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
contourelement wissen<br />
Element<br />
wissen<br />
5.6.5 Baanfrezen<br />
Freesradiuscorrectie<br />
Selecteer de contour in het arbeidsplan.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts".<br />
Er verschijnt een lijst van de verschillende contourelementen.<br />
Plaats de cursor op het contourelement dat u wilt wissen.<br />
Druk op de softkey "Element wissen".<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
Het geselecteerde contourelement wordt gewist.<br />
Als u open of gesloten contouren wilt bewerken, maakt u gebruik van<br />
de functie "Baanfrezen". Voor u de contour freest, moet u de contour<br />
invoeren.<br />
De bewerking kan in willekeurige richting, d.w.z. in de<br />
geprogrammeerde contourrichting of in de omgekeerde richting,<br />
worden uitgevoerd.<br />
Voor de bewerking in tegengestelde richting mogen contouren uit<br />
maximaal 170 contourelementen bestaan (incl. fasen/radii).<br />
Bijzonderheden (behalve aanvoerwaarden) van de vrije G-Codeinvoer<br />
worden bij het baanfrezen tegen de contourrichting in niet in<br />
acht genomen.<br />
Bij het baanfrezen kunt u de bewerkingswijze (voorbewerking,<br />
nabewerking, afkanten) kiezen. Als u eerst de voorbewerking en<br />
daarna de nabewerking wilt uitvoeren, moet u de bewerkingscyclus<br />
tweemaal oproepen (1ste blok = voorbewerking, 2de blok =<br />
nabewerking). De geprogrammeerde parameters blijven bij de tweede<br />
oproep bewaard.<br />
Daarnaast kunt u bepalen of u de contour met freesradiuscorrectie wilt<br />
bewerken of op de middelpuntsbaan wilt rijden.<br />
Een geprogrammeerde contour kunt u met freesradiuscorrectie rechts<br />
of links van de contour bewerken. Daarbij heeft u de keuze tussen<br />
verschillende benaderings- en verwijderingsstrategieën.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-283<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
Middelpuntbaan<br />
• Naderings-/verwijderingsmodus<br />
De contour kunt u in een kwartcirkel, een halve cirkel of op een<br />
rechte benaderen resp. verlaten.<br />
Bij de kwart- resp. halve cirkel moet u de radius van de<br />
freesmiddelpuntbaan aangeven, bij een rechte de afstand tussen<br />
de buitenste freeskant en het contourstart- resp. contoureindpunt.<br />
U kunt bij het naderen en verwijderen ook verschillende modi<br />
selecteren. Bv. benaderen in kwartcirkel, verlaten in halve cirkel.<br />
Naderen op rechte, in kwartcirkel of halve cirkel<br />
• Naderings-/verwijderingsstrategie<br />
Het naderen in het vlak gebeurt eerst in Z-richting in de diepte en<br />
vervolgens in het XY-vlak. De verwijdering gebeurt in de<br />
omgekeerde volgorde.<br />
Bij ruimtelijke nadering/verwijdering wordt tegelijkertijd in de diepte<br />
en de vlakte bewogen.<br />
U kunt bij het naderen en verwijderen ook verschillende<br />
strategieën kiezen, bv. naderen in de vlakte, ruimtelijk verwijderen.<br />
Als u zonder freesradiuscorrectie wilt werken, wordt de<br />
geprogrammeerde contour op de middelpuntbaan gefreesd.<br />
Het naderen en verwijderen is hierbij mogelijk op een rechte of<br />
verticale. Het verticale naderen/verwijderen kunt u bv. bij gesloten<br />
contouren gebruiken.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-284 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
Groefwandcorrectie<br />
Baan-<br />
frezen ><br />
Contour-<br />
frezen ><br />
Als u een contour op het mantelvlak (bewerkingsvlak Mantel/Mantel<br />
C) freest, kunt u met of zonder groefwandcorrectie werken.<br />
• Groefwandcorrectie uit<br />
Als de werktuigdiameter gelijk is aan de groefbreedte, genereert<br />
<strong>ShopTurn</strong> groeven met parallelle wanden.<br />
Als de groefbreedte groter is dan de werktuigdiameter, ontstaan er<br />
geen parallelle groefwanden.<br />
• Groefwandcorrectie aan<br />
Ook als de groefbreedte groter is dan de werktuigdiameter,<br />
genereert <strong>ShopTurn</strong> toch groeven met parallelle wanden.<br />
Als u met groefwandcorrectie wilt werken, mag u niet de contour van<br />
de groef programmeren maar de gedachte middelpuntbaan van een in<br />
de groef geleide bout, De bout moet daarbij langs elke want bewegen.<br />
De groefbreedte bepaalt u met parameter D.<br />
Druk op de softkeys "Frezen" "Contourfrezen" en "Baanfrezen".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkingswijze<br />
Bewerkings-<br />
richting<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y en bij Front C/Mantel C als bij<br />
de voorbewerking verticaal wordt genaderd)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Voorbewerking<br />
Nabewerking<br />
Afkanten<br />
vooruit: de bewerking wordt uitgevoerd in de geprogrammeerde contourrichting<br />
achteruit: de bewerking gebeurt tegen de geprogrammeerde contourrichting in<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-285<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
Radiuscorrectie<br />
Z0<br />
Z1<br />
DZ<br />
UZ<br />
UXY<br />
FS<br />
ZFS<br />
Groefwandcor.<br />
D<br />
X0<br />
X1<br />
DX<br />
UX<br />
UYZ<br />
FS<br />
ZFS<br />
CP<br />
Z0<br />
Z1<br />
DZ<br />
UZ<br />
UXY<br />
FS<br />
ZFS<br />
C0<br />
X0<br />
X1<br />
DX<br />
UX<br />
UYZ<br />
FS<br />
ZFS<br />
Vermelding aan welke kant van de contour in verplaatsingsrichting de frees bewerkt:<br />
Bewerking rechts van de contour<br />
Bewerking links van de contour<br />
Bewerking op de middelpuntbaan<br />
Front/Front C:<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (alleen bij voorbewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (alleen bij voorbew. links en rechts van contour)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Groefwandcorrectie activeren<br />
Verplaatsing t.o.v. geprogrammeerde baan (allen bij actieve groefwandcorrectie)<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Diepte t.o.v. X0 ∅ (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (alleen bij voorbewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (alleen bij voorbew. links en rechts van contour)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Front Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (Z-richting) – (alleen bij voor- en nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (alleen bij voorbewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (alleen bij voorbew. links en rechts van contour)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Mantel Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. X0 (abs of inc) – (alleen bij voorbewerking en nabewerking)<br />
Maximale aanvoer in de diepte (X-richting) – (alleen bij voorbewerking en<br />
nabewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte (alleen bij voorbewerking)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak (alleen bij voorbew. links en rechts van contour)<br />
Fasebreedte (inc) – (alleen bij afkanten)<br />
Induikdiepte werktuigpunt (abs of inc) – (alleen bij afkanten)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-286 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
Naderingsmodus <br />
Naderingsstrategie<br />
per as<br />
Naderingsmodus:<br />
In kwartcirkel: deel van een spiraal (alleen bij baanfr. links en rechts van contour)<br />
In halve cirkel: deel van een spiraal (alleen bij baanfr. links en rechts van contour)<br />
Als rechte: schuine in de ruimte<br />
Verticaal: verticaal t.o.v. de baan (alleen bij baanfrezen op de middelpuntbaan)<br />
ruimtelijk (niet bij aanvoermodus verticaal)<br />
R1 Naderingsradius (alleen bij naderingsmodus in kwart- en halve cirkel) mm<br />
L1 Naderingslengte (alleen bij naderingsmodus rechte) mm<br />
FZ Aanvoer in de diepte<br />
(alleen bij Front/Front C en Front Y - naderingsstrategie asgewijs)<br />
FX Aanvoer in de diepte<br />
(alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - naderingsstrategie asgewijs)<br />
Verwijderingsmodus <br />
Verwijderingsstrategie<br />
Verwijderingsmodus<br />
In kwartcirkel: deel van een spiraal (alleen bij baanfrezen links en rechts van de<br />
contour)<br />
In halve cirkel: deel van een spiraal (alleen bij baanfrezen links en rechts van de<br />
contour)<br />
Als rechte: schuine in de ruimte<br />
Verticaal: verticaal t.o.v. de baan (alleen bij baanfrezen op de middelpuntbaan)<br />
per as<br />
ruimtelijk (niet bij verwijderingsmodus verticaal)<br />
R2 Verwijderingsradius (alleen bij verwijderingsmodus in kwart- en halve cirkel) mm<br />
L2 Verwijderingslengte (alleen bij verwijderingsmodus rechte) mm<br />
Ophefmodus Als meerdere diepte-instellingen vereist zijn, moet ook de terugtrekhoogte worden<br />
aangegeven waarop het werktuig tussen de verschillende aanlopen (bij overgang<br />
van de contour naar begin) wordt teruggetrokken.<br />
• op terugtrekvlak<br />
• Z0+veiligheidsafstand (alleen bij Front/Front C en Front Y) of<br />
X0+veiligheidsafstand (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />
• om veiligheidsafstand<br />
• geen terugtrekking<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-287<br />
5<br />
mm/tand<br />
mm/min<br />
mm/tand<br />
mm/min
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
5.6.6 Contourkamer voorboren<br />
Als u bij het ruimen van een contourkamer verticaal wilt induiken en<br />
geen frees met koptand beschikbaar is, moet u de kamer eerst<br />
voorboren. Om te verhinderen dat de boor bij het voorboren<br />
verschuift, kunt u eerst centreren.<br />
Voor u de contour voorboort, moet u de kamercontour invoeren. Als u<br />
voor het voorboren wilt centreren, moet u de beide bewerkingen in<br />
afzonderlijke blokken programmeren.<br />
Het aantal en de posities van de vereiste voorboringen zijn afhankelijk<br />
van de speciale omstandigheden (zoals bv. vorm van de contour,<br />
werktuig, vlakaanloop, nabewerkingsovermaat) en worden door<br />
<strong>ShopTurn</strong> berekend.<br />
Als u meerdere kamers wilt frezen en onnodige werktuigwissels wilt<br />
vermijden, is het zinvol eerst alle kamers voor te boren en vervolgens<br />
te ruimen. In dit geval moet u bij het centreren/voorboren ook de<br />
parameters invullen die verschijnen als u op de softkey "Alle<br />
parameters" drukt. Deze moeten overeenstemmen met de parameters<br />
van de bijbehorende ruimstap. Bij de programmering gaat u dan als<br />
volgt te werk:<br />
1. Contour kamer 1<br />
2. Centreren<br />
3. Contour kamer 2<br />
4. Centreren<br />
5. Contour kamer 1<br />
6. Voorboren<br />
7. Contour kamer 2<br />
8. Voorboren<br />
9. Contour kamer 1<br />
10. Ruimen<br />
11. Contour kamer 2<br />
12. Ruimen<br />
Als u een kamer volledig bewerkt, d.w.z. centreren, voorboren en<br />
ruimen direct na elkaar, en de bijkomende parameters bij het<br />
centreren/voorboren niet invult, neemt <strong>ShopTurn</strong> deze<br />
parameterwaarden over van de bewerkingsstap ruimen<br />
(voorbewerking).<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-288 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
Centreren<br />
Voorboren<br />
><br />
Alle<br />
parameters<br />
Contour-<br />
frezen ><br />
Centreren<br />
Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen", "Voorboren" en<br />
"Centreren".<br />
Druk op de softkey "Alle parameters" om bijkomende parameters<br />
in te voeren.<br />
Parameter Beschrijving centreren Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Spil klemmen/losmaken<br />
De functie moet door de machinefabrikant worden ingesteld.<br />
TR Referentiewerktuig voor centreren<br />
D Snijkant van het referentiewerktuig (1 of 2)<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
UXY<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
UYZ<br />
CP<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
UXY<br />
C0<br />
Front/Front C:<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (inc)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Diepte t.o.v. X0 (inc)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Front Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (inc)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Mantel Y:<br />
Referentiepunt<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-289<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
graden
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
UYZ<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. X0 (inc)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte<br />
worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende<br />
induikpunt wordt teruggetrokken:<br />
• op terugtrekvlak<br />
• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />
X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />
Als de kamer geen eilanden bevat die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus<br />
Z0 + veiligheidsafstand (X0 + veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />
Voorboren<br />
Voorboren<br />
><br />
Alle<br />
parameters<br />
Contour-<br />
frezen ><br />
Voorboren<br />
Druk na elkaar op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen",<br />
"Voorboren" en "Voorboren".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-290 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
Druk op de softkey "Alle parameters" om bijkomende parameters<br />
in te voeren.<br />
Parameter Beschrijving voorboren Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Spil klemmen/losmaken<br />
De functie moet door de machinefabrikant worden ingesteld.<br />
TR Referentiewerktuig voor voorboren<br />
D Snijkant van het referentiewerktuig (1 of 2)<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
UXY<br />
UZ<br />
Front/Front C:<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
UYZ<br />
UX<br />
CP<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
UXY<br />
UZ<br />
C0<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
UYZ<br />
UX<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Front Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Mantel Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte<br />
worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende<br />
induikpunt wordt teruggetrokken:<br />
• op terugtrekvlak<br />
• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />
X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />
Als de kamer geen eilanden bevat die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus<br />
Z0 + veiligheidsafstand (X0 + veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-291<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
5.6.7 Contourkamer frezen (voorbewerking)<br />
Kamer<br />
frezen<br />
Contour-<br />
frezen ><br />
Als u een kamer op het front- of mantelvlak wilt frezen, maakt u<br />
gebruik van de functie "Kamer frezen".<br />
Voor u de kamer ruimt, moet u eerst de contour van de kamer en evt.<br />
de contour van een eiland invoeren.<br />
De kamer wordt contourparallel van binnen naar buiten geruimd. De<br />
richting wordt bepaald door de bewerkingsdraairichting (tegen- resp.<br />
gelijkloop) (zie hfdst. "Programma-instellingen wijzigen").<br />
Als de kamer een eiland bevat, houd <strong>ShopTurn</strong> hiermee bij het<br />
ruimen automatisch rekening.<br />
Bij het ruimen kunt u het bewerkingstype (voorbewerking,<br />
nabewerking) kiezen. Als u eerst de voorbewerking en daarna de<br />
nabewerking wilt uitvoeren, moet u de bewerkingscyclus tweemaal<br />
oproepen (1ste blok = voorbewerking, 2de blok = nabewerking). De<br />
geprogrammeerde parameters blijven bij de tweede oproep bewaard.<br />
Voor de nabewerking leest u het hfdst. "Contourkamer nabewerken".<br />
Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen" en "Kamer frezen".<br />
Kies de bewerkingsmodus "Voorbewerking".<br />
Parameter Beschrijving voor voorbewerking Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkings-<br />
wijze<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y en bij Front C/Mantel C als bij<br />
de voorbewerking centraal wordt ingedoken)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Voorbewerking<br />
Front/Front C:<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-292 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
DX<br />
UYZ<br />
UX<br />
CP<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
C0<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
DX<br />
UYZ<br />
UX<br />
Startpunt<br />
X<br />
Y<br />
Y<br />
Z<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Front Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Mantel Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Startpunt automatisch bepalen of manueel invoeren<br />
Bij manuele invoer kan het startpunt ook buiten de kamer liggen, waardoor eerst<br />
een rechte bewerking naar de kamer wordt uitgevoerd, bv. voor een zijdelings<br />
geopende kamer zonder induiken.<br />
Startpunt X (abs) – (alleen bij Front/Front C en Front Y - startpunt manueel)<br />
Startpunt Y (abs) – (alleen bij Front/Front C en Front Y - startpunt manueel)<br />
Startpunt Y (abs) – (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - startpunt manueel)<br />
Startpunt Z (abs) – (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - startpunt manueel)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-293<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
Induiken Induikstrategie:<br />
Pendelend: het induiken gebeurt pendelend met de geprogrammeerde hoek (EW).<br />
Helicaal: het induiken gebeurt spiraalvormig met de geprogrammeerde radius (ER)<br />
en de geprogrammeerde stijging (EP).<br />
Centrisch: deze induikstrategie vereist een frees die over het midden snijdt. Het<br />
induiken gebeurt met de geprogrammeerde aanvoer (FZ resp. FX).<br />
EW Induikhoek (alleen bij pendelend) graden<br />
EP Maximale induikspoed (alleen bij helicaal)<br />
De spoed van de helix kan op basis van de geometrische verhoudingen kleiner zijn.<br />
ER Induikradius (alleen bij helicaal)<br />
De radius mag niet groter zijn dan de freesradius daar anders materiaal blijft staan.<br />
Zorg ervoor dat de kamer niet wordt geschonden.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-294 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm/o<br />
FZ Aanvoer in de diepte (alleen bij Front/Front C en Front Y - induiken centraal) mm/tand<br />
mm/min<br />
FX Aanvoer in de diepte (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - induiken centraal) mm/tand<br />
mm/min<br />
Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte<br />
worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende<br />
induikpunt wordt teruggetrokken:<br />
• op terugtrekvlak<br />
• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />
X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />
Als de kamer geen eilanden bevat die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus<br />
Z0 + veiligheidsafstand (X0 + veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />
mm<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
5.6.8 Restmateriaal contourkamer ruimen<br />
Kamer<br />
restmat.<br />
Alle<br />
parameters<br />
Contour-<br />
frezen ><br />
Als u een kamer (met/zonder eilanden) heeft geruimd en daarbij<br />
restmateriaal is blijven staan, herkent <strong>ShopTurn</strong> dit automatisch. Met<br />
een geschikt werktuig kunt u dit restmateriaal verwijderen zonder<br />
nogmaals de volledige kamer te mogen bewerken, u vermijd daardoor<br />
onnodige verplaatsingen.<br />
Materiaal dat door de nabewerkingsovermaat is blijven staan, is geen<br />
restmateriaal.<br />
De berekening van het restmateriaal gebeurt op basis van de bij het<br />
ruimen gebruikte frees.<br />
Als u meerdere kamers wilt frezen en onnodige werktuigwissels wilt<br />
vermijden, is het zinvol eerst alle kamers te ruimen en vervolgens het<br />
restmateriaal te verwijderen. In dit geval moet u bij het ruimen van het<br />
restmateriaal ook de parameter TR aangeven, die verschijnt als u op<br />
de softkey "Alle parameters" drukt. Bij de programmering gaat u dan<br />
als volgt te werk:<br />
1. Contour kamer 1<br />
2. Ruimen<br />
3. Contour kamer 2<br />
4. Ruimen<br />
5. Contour kamer 1<br />
6. Restmateriaal ruimen<br />
7. Contour kamer 2<br />
8. Restmateriaal ruimen<br />
De functie "Restmateriaal" is een software-optie.<br />
Druk op de softkeys "Frezen" "Contourfrezen" en "Kamer<br />
restmat.".<br />
Druk op de softkey "Alle parameters" om bijkomende parameters<br />
in te voeren.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-295<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkingswijze<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Voorbewerking<br />
TR Referentiewerktuig voor restmateriaal<br />
D Snijkant van het referentiewerktuig (1 of 2)<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
DX<br />
UYZ<br />
UX<br />
CP<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
Front/Front C:<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Front Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-296 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
C0<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
DX<br />
UYZ<br />
UX<br />
Mantel Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte<br />
worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende<br />
induikpunt wordt teruggetrokken:<br />
• op terugtrekvlak<br />
• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />
X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />
Als de kamer geen eilanden bevat die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus<br />
Z0 + veiligheidsafstand (X0 + veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />
5.6.9 Nabewerking contourkamer<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-297<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
Als u bij het ruimen van de zak een nabewerkingsovermaat voor de<br />
bodem resp. de rand van de kamer geprogrammeerd hebt, moet u de<br />
kamer nog nabewerken.<br />
Voor de nabewerking van de bodem resp. de rand moet u telkens een<br />
afzonderlijk blok programmeren. Daarbij wordt de kamer telkens<br />
slechts éénmaal bewerkt.<br />
Net als bij de voorbewerking houdt <strong>ShopTurn</strong> ook bij het nabewerken<br />
rekening met een evt. aanwezig eiland.<br />
Als alternatief voor "Nabewerking rand" kunt u ook "Baanfrezen"<br />
programmeren. Daarbij staan ook optimalisatiemogelijkheden voor de<br />
naderings-/verwijderingsstrategie resp. de naderings-<br />
/verwijderingsmodus ter beschikking. Bij de programmering gaat u dan<br />
als volgt te werk:<br />
1. Contour kamer<br />
2. Contour eiland<br />
3. Ruimen (voorbewerking)<br />
4. Contour kamer<br />
5. Baanfrezen (nabewerking)<br />
6. Contour eiland<br />
7. Baanfrezen (nabewerking)
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
Kamer<br />
frezen<br />
Contour-<br />
frezen ><br />
Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen" en "Kamer frezen".<br />
Kies het bewerkingstype "Nabewerking op de bodem" of<br />
"Nabewerking aan de rand".<br />
Parameter Beschrijving voor nabewerking op de bodem Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkings-<br />
wijze<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
UXY<br />
UZ<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
UYZ<br />
UX<br />
CP<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
UXY<br />
UZ<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Nabewerking op de bodem<br />
Front/Front C:<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Front Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-298 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
C0<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
UYZ<br />
UX<br />
Startpunt<br />
X<br />
Y<br />
Y<br />
Z<br />
Mantel Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Startpunt automatisch bepalen of manueel invoeren<br />
Bij manuele invoer kan het startpunt ook buiten de kamer liggen, waardoor eerst<br />
een rechte bewerking naar de kamer wordt uitgevoerd, bv. voor een zijdelings<br />
geopende kamer zonder induiken.<br />
Startpunt X (abs) – (alleen bij Front/Front C en Front Y - startpunt manueel)<br />
Startpunt Y (abs) – (alleen bij Front/Front C en Front Y - startpunt manueel)<br />
Startpunt Y (abs) – (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - startpunt manueel)<br />
Startpunt Z (abs) – (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - startpunt manueel)<br />
Induiken Induikstrategie:<br />
Pendelend: het induiken gebeurt pendelend met de geprogrammeerde hoek (EW).<br />
Helicaal: het induiken gebeurt spiraalvormig met de geprogrammeerde radius (ER)<br />
en de geprogrammeerde stijging (EP).<br />
Centrisch: deze induikstrategie vereist een frees die over het midden snijdt. Het<br />
induiken gebeurt met de geprogrammeerde aanvoer (FZ resp. FX).<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-299<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
EW Induikhoek (alleen bij pendelend) graden<br />
EP Maximale induikspoed (alleen bij helicaal)<br />
De spoed van de helix kan op basis van de geometrische verhoudingen kleiner zijn.<br />
ER Induikradius (alleen bij helicaal)<br />
De radius mag niet groter zijn dan de freesradius daar anders materiaal blijft staan.<br />
Zorg ervoor dat de kamer niet wordt geschonden.<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm/o<br />
FZ Aanvoer in de diepte (alleen bij Front/Front C en Front Y - induiken centraal) mm/tand<br />
mm/min<br />
FX Aanvoer in de diepte (alleen bij Mantel/Mantel C en Mantel Y - induiken centraal) mm/tand<br />
mm/min<br />
Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte<br />
worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende<br />
induikpunt wordt teruggetrokken:<br />
• op terugtrekvlak<br />
• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />
X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />
Als de kamer geen eilanden bevat die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus<br />
Z0 + veiligheidsafstand (X0 + veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
Parameter Beschrijving voor nabewerking aan de rand Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkingswijze<br />
Z0<br />
Z1<br />
DZ<br />
UXY<br />
X0<br />
X1<br />
DX<br />
UYZ<br />
CP<br />
Z0<br />
Z1<br />
DZ<br />
UXY<br />
C0<br />
X0<br />
X1<br />
DX<br />
UYZ<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Nabewerking aan de rand<br />
Front/Front C:<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />
Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Front Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Mantel Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte<br />
worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende<br />
induikpunt wordt teruggetrokken:<br />
• op terugtrekvlak<br />
• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />
X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />
Als de kamer geen eilanden bevat die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus<br />
Z0 + veiligheidsafstand (X0 + veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-300 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
5.6.10 Contourkamer afkanten<br />
Kamer<br />
frezen<br />
Contour-<br />
frezen ><br />
Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen" en "Kamer frezen".<br />
Kies de bewerkingsmodus "Afkanten".<br />
Als u een fase wilt frezen en bij de nabewerking binnenhoeken zonder<br />
afronding heeft geprogrammeerd, moet u bij het afkanten als<br />
afronding in de contour de radius aan de nabewerkingsfrees<br />
aangeven.<br />
Parameter Beschrijving voor het afkanten: Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkingswijze<br />
Z0<br />
FS<br />
ZFS<br />
X0<br />
FS<br />
ZFS<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Afkanten<br />
Front/Front C:<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Fasenbreedte, inc<br />
Induikdiepte werkstuk, abs. of inc<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Fasenbreedte, inc<br />
Induikdiepte werkstuk, abs. of inc<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-301<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
CP<br />
Z0<br />
FS<br />
ZFS<br />
C0<br />
X0<br />
FS<br />
ZFS<br />
Front Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Fasenbreedte, inc<br />
Induikdiepte werkstuk, abs. of inc<br />
Mantel Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Fasenbreedte, inc<br />
Induikdiepte werkstuk, abs. of inc<br />
Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte<br />
worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende<br />
induikpunt wordt teruggetrokken:<br />
• op terugtrekvlak<br />
• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />
X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />
Als de kamer geen eilanden bevat die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus<br />
Z0 + veiligheidsafstand (X0 + veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />
5.6.11 Contourtappen frezen (voorbewerking)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-302 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
Als u een willekeurige tappen kamer op het front- of mantelvlak wilt<br />
frezen, maakt u gebruik van de functie "Tap frezen".<br />
Voor u de tap freest, moet u eerst een basisdeelcontour en dan één of<br />
meerdere tapcontouren invoeren. De basisdeelcontour legt het bereik<br />
vast, waarbuiten er geen materiaal staat, d.w.z. daar wordt er in<br />
ijlgang gelopen. Tussen basisdeel- en tapcontour wordt dan materiaal<br />
verwijderd.<br />
Bij het frezen kunt u de bewerkingswijze (voorbewerking,<br />
nabewerking, afkanten) kiezen. Als u eerst de voorbewerking en<br />
daarna de nabewerking wilt uitvoeren, moet u de bewerkingscyclus<br />
tweemaal oproepen (1ste blok = voorbewerking, 2de blok =<br />
nabewerking). De geprogrammeerde parameters blijven bij de tweede<br />
oproep bewaard. Voor de nabewerking leest u het hfdst. "Contourtap<br />
nabewerken".<br />
Als u alleen een basisdeelcontour en geen tweede contour voor een<br />
tap programmeert, kunt u de basisdeelcontour vlakfrezen.
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
Aan-/Aflopen 1. Het werktuig beweegt in ijlgang ter hoogte van het terugtrekvlak<br />
naar het startpunt en dan tot op de veiligheidsafstand. Het<br />
startpunt wordt door <strong>ShopTurn</strong> berekend.<br />
2. Het werktuig beweegt eerst nar de bewerkingsdiepte en werkt de<br />
tapcontour dan zijdelings in een kwartcirkel af met<br />
bewerkingsaanvoer.<br />
3. De tap wordt contourparallel van buiten naar binnen geruimd. De<br />
richting wordt bepaald door de bewerkingsdraairichting (tegen-<br />
resp. gelijkloop) (zie hfdst. "Programma-instellingen wijzigen").<br />
4. Zodra het eerste vlak van de tap bewerkt is, verlaat het werktuig de<br />
contour in een kwartcirkel en wordt de aanloop voor de volgende<br />
bewerkingsdiepte uitgevoerd.<br />
5. De tap wordt opnieuw in een kwartcirkel genaderd en<br />
contourparallel van buiten naar binnen geruimd.<br />
6. Stappen 4 en 5 worden herhaald tot de geprogrammeerde<br />
tapdiepte bereikt is.<br />
7. Het werktuig wordt in ijlgang teruggetrokken tot op de<br />
veiligheidsafstand.<br />
Tap<br />
frezen<br />
Contour-<br />
frezen ><br />
Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen" en "Tap frezen".<br />
Kies de bewerkingsmodus "Voorbewerking".<br />
Parameter Beschrijving voor voorbewerking Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkings-<br />
wijze<br />
Spil klemmen/losmaken (allen bij Front Y/Mantel Y en bij Front C/Mantel C als bij de<br />
voorbewerking centraal wordt ingedoken)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Voorbewerking<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-303<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
DX<br />
UYZ<br />
UX<br />
CP<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
C0<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
DX<br />
UYZ<br />
UX<br />
Front/Front C:<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Front Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Mantel Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere benaderingspunten vereist zijn, moet de<br />
terugtrekhoogte worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het<br />
volgende benaderingspunt wordt teruggetrokken:<br />
• op terugtrekvlak<br />
• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />
X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />
Als zich binnen het bewerkingsbereik geen tappen of andere elementen bevinden<br />
die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand (X0 +<br />
veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-304 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
5.6.12 Restmateriaal contourtap ruimen<br />
Tap<br />
restmat.<br />
Alle<br />
parameters<br />
Contour-<br />
frezen ><br />
Als u een contourtap heeft gefreesd en daarbij restmateriaal is blijven<br />
staan, herkent <strong>ShopTurn</strong> dit automatisch. Met een geschikt werktuig<br />
kunt u dit restmateriaal verwijderen zonder nogmaals de volledige tap<br />
te bewerken, u vermijd daardoor onnodige verplaatsingen.<br />
Materiaal dat door de nabewerkingsovermaat is blijven staan, is geen<br />
restmateriaal.<br />
De berekening van het restmateriaal gebeurt op basis van de bij het<br />
ruimen gebruikte frees.<br />
Als u meerdere tappen wilt frezen en onnodige werktuigwissels wilt<br />
vermijden, is het zinvol eerst alle tappen te ruimen en vervolgens het<br />
restmateriaal te verwijderen. In dit geval moet u bij het ruimen van het<br />
restmateriaal ook de parameter TR aangeven, die verschijnt als u op<br />
de softkey "Alle parameters" drukt. Bij de programmering gaat u dan<br />
als volgt te werk:<br />
1. Contour basisdeel 1<br />
2. Contour tap 1<br />
3. Tap 1 ruimen<br />
4. Contour basisdeel 2<br />
5. Contour tap 2<br />
6. Tap 2 ruimen<br />
7. Contour basisdeel 1<br />
8. Contour tap 1<br />
9. Restmateriaal tap 1 ruimen<br />
10. Contour basisdeel 2<br />
11. Contour tap 2<br />
12. Restmateriaal tap 2 ruimen<br />
De functie "Restmateriaal" is een software-optie.<br />
Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen" en "Tap restmat.".<br />
Druk op de softkey "Alle parameters" om bijkomende parameters<br />
in te voeren.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-305<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkingswijze<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Voorbewerking<br />
TR Referentiewerktuig voor restmateriaal<br />
D Snijkant van het referentiewerktuig (1 of 2)<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
DX<br />
UYZ<br />
UX<br />
CP<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
DZ<br />
UXY<br />
UZ<br />
Front/Front C:<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Front Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-306 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
C0<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
DX<br />
UYZ<br />
UX<br />
Mantel Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere benaderingspunten vereist zijn, moet de<br />
terugtrekhoogte worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het<br />
volgende benaderingspunt wordt teruggetrokken:<br />
• op terugtrekvlak<br />
• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />
X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />
Als zich binnen het bewerkingsbereik geen tappen of andere elementen bevinden<br />
die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand (X0 +<br />
veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />
5.6.13 Nabewerking contourtap<br />
Tap<br />
frezen<br />
Contour-<br />
frezen ><br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-307<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
Als u bij het frezen van de tap een nabewerkingsovermaat voor de<br />
bodem resp. de rand van de tap geprogrammeerd hebt, moet u de tap<br />
nog nabewerken.<br />
Voor de nabewerking van de bodem resp. de rand moet u telkens een<br />
afzonderlijk blok programmeren. Daarbij wordt de tap telkens slechts<br />
éénmaal bewerkt.<br />
Als alternatief voor "Nabewerking rand" kunt u ook "Baanfrezen"<br />
programmeren. Daarbij bestaan er ook optimalisatiemogelijkheden<br />
voor de naderings-/verwijderingsstrategie resp. de naderings-<br />
/verwijderingsmodus. Bij de programmering gaat u als volgt te werk:<br />
1. Contour basisdeel<br />
2. Contour tap<br />
3. Tap frezen (voorbewerking)<br />
4. Contour basisdeel<br />
5. Baanfrezen (nabewerking)<br />
6. Contour tap<br />
7. Baanfrezen (nabewerking)<br />
Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen" en "Tap frezen".<br />
Kies het bewerkingstype "Nabewerking op de bodem" of<br />
"Nabewerking aan de rand".
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
Parameter Beschrijving voor nabewerking op de bodem Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkings-<br />
wijze<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
UXY<br />
UZ<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
UYZ<br />
UX<br />
CP<br />
Z0<br />
Z1<br />
DXY<br />
UXY<br />
UZ<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Nabewerking op de bodem<br />
Front/Front C:<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Front Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het XY-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-308 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
mm<br />
mm
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
C0<br />
X0<br />
X1<br />
DYZ<br />
UYZ<br />
UX<br />
Mantel Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in het YZ-vlak<br />
Vlakaanloop in %: verhouding tussen vlakaanloop (mm) en<br />
freesdiameter (mm)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Nabewerkingsovermaat in de diepte<br />
Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere benaderingspunten vereist zijn, moet de<br />
terugtrekhoogte worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het<br />
volgende benaderingspunt wordt teruggetrokken:<br />
• op terugtrekvlak<br />
• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />
X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />
Als zich binnen het bewerkingsbereik geen tappen of andere elementen bevinden<br />
die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand (X0 +<br />
veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-309<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
%<br />
Parameter Beschrijving voor nabewerking aan de rand Eenheid<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Bewerkingswijze<br />
Z0<br />
Z1<br />
DZ<br />
UXY<br />
X0<br />
X1<br />
DX<br />
UYZ<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.<br />
Nabewerking aan de rand<br />
Front/Front C:<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 ∅(abs of inc)<br />
Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.6 Contourfrezen<br />
CP<br />
Z0<br />
Z1<br />
DZ<br />
UXY<br />
C0<br />
X0<br />
X1<br />
DX<br />
UYZ<br />
Front Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in de diepte (Z-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Mantel Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Diepte t.o.v. Z0 (abs of inc)<br />
Maximale aanloop in de diepte (X-richting)<br />
Nabewerkingsovermaat in het vlak<br />
Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere benaderingspunten vereist zijn, moet de<br />
terugtrekhoogte worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het<br />
volgende benaderingspunt wordt teruggetrokken:<br />
• op terugtrekvlak<br />
• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />
X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />
Als zich binnen het bewerkingsbereik geen tappen of andere elementen bevinden<br />
die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus Z0 + veiligheidsafstand (X0 +<br />
veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />
5.6.14 Contourtap afkanten<br />
Tap<br />
frezen<br />
Contour-<br />
frezen ><br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-310 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
Als u een randbreuk heeft voorzien, freest u vervolgens een fase.<br />
Druk op de softkeys "Frezen", "Contourfrezen" en "Tap frezen".<br />
Kies de bewerkingsmodus "Afkanten".<br />
Parameter Beschrijving voor nabewerking aan de rand<br />
T, D, F, S, V Zie hfdst. "Programmablokken aanmaken".<br />
Ligging Kies uit 8 verschillende liggingen:<br />
• Front/Front C – Vooraan<br />
• Front/Front C – Achteraan<br />
• Mantel/Mantel C – Binnen<br />
• Mantel/Mantel C – Buiten<br />
• Front Y – Voor (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Front Y – Achter (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Binnen (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
• Mantel Y – Buiten (alleen indien Y-as gegeven is)<br />
Spil klemmen/losmaken (alleen bij Front Y/Mantel Y)<br />
De functie moet worden ingesteld door de machinefabrikant.
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.6 Contourfrezen<br />
Bewerkingswijze<br />
Z0<br />
FS<br />
ZFS<br />
X0<br />
FS<br />
ZFS<br />
CP<br />
Z0<br />
FS<br />
ZFS<br />
C0<br />
X0<br />
FS<br />
ZFS<br />
Afkanten<br />
Front/Front C:<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Fasenbreedte; abs<br />
Induikdiepte werktuigpunt; abs of inc<br />
Mantel/Mantel C:<br />
Cilinderdiameter ∅ (abs)<br />
Fasenbreedte; abs<br />
Induikdiepte werktuigpunt; abs of inc<br />
Front Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in Z-richting (abs)<br />
Fasenbreedte; abs<br />
Induikdiepte werktuigpunt; abs of inc<br />
Mantel Y:<br />
Referentiepunt<br />
Referentiepunt in X-richting (abs)<br />
Fasenbreedte; abs<br />
Induikdiepte werktuigpunt; abs of inc<br />
Ophefmodus Als voor de bewerking meerdere induikpunten vereist zijn, moet de terugtrekhoogte<br />
worden aangegeven, waarop het werktuig bij de overgang naar het volgende<br />
induikpunt wordt teruggetrokken:<br />
• op terugtrekvlak<br />
• Z0 + veiligheidsafstand (Front/Front C en Front Y) of<br />
X0 + veiligheidsafstand (Mantel/Mantel C en Mantel Y)<br />
Als de kamer geen eilanden bevat die groter zijn dan Z0 (X0), kan als ophefmodus<br />
Z0 + veiligheidsafstand (X0 + veiligheidsafstand) worden geprogrammeerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-311<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.7 Onderprogramma oproepen<br />
5.7 Onderprogramma oproepen<br />
Als u dezelfde bewerkingsstappen nodig heeft bij de programmering<br />
van verschillende werkstukken, kunt u deze bewerkingsstappen als<br />
afzonderlijk onderprogramma definiëren. Dit onderprogramma kunt u<br />
dan in willekeurige programma's oproepen. Op die manier hoeft u<br />
dezelfde bewerkingsstappen niet meermaals te programmeren.<br />
<strong>ShopTurn</strong> maakt geen onderscheid tussen hoofd- en<br />
onderprogramma's. D.w.z. dat u een "normaal" stappenreeks- of G-<br />
Code-programma als subprogramma kunt oproepen in een ander<br />
stappenreeksprogramma. In het onderprogramma kunt u opnieuw een<br />
onderprogramma oproepen. De maximale nestdiepte bedraagt 8<br />
onderprogramma's.<br />
Binnen verbonden blokken kunt u geen onderprogramma oproepen.<br />
Als u een stappenreeksprogramma als subprogramma wilt oproepen,<br />
moet het programma al een keer berekend zijn (programma in<br />
bedieningsmodus Machine Auto laden of simuleren). Bij G-Codeonderprogramma's<br />
is dit niet noodzakelijk.<br />
Het onderprogramma moet altijd in het NCK-werkgeheugen (in een<br />
eigen directory "XYZ" of in de directories "<strong>ShopTurn</strong>",<br />
"Delenprogramma's", "Onderprogramma's") opgeslagen zijn.<br />
Om een onderprogramma op te roepen dat zich op een andere<br />
gegevensdrager bevindt, kunt u het G-Code-commando "EXTCALL"<br />
gebruiken.<br />
Voorbeeld: Programma "Form25_1.mpf" op de Compact Flash Card<br />
van de PCU 20 oproepen:<br />
EXTCALL "C:\FORM25_1.MPF"<br />
Bedenk dat <strong>ShopTurn</strong> bij het oproepen van het onderprogramma de<br />
instellingen uit de programmakop van het onderprogramma evalueert,<br />
met uitzondering van de gegevens over het uitgangsmateriaal. Deze<br />
instellingen blijven ook na beëindiging van het onderprogramma<br />
actief.<br />
Als u de instellingen uit de programmakop van het hoofdprogramma<br />
opnieuw wilt activeren, kunt u in het hoofdprogramma na de start van<br />
het subprogramma de gewenste instellingen opnieuw uitvoeren (zie<br />
hfdst. "Programma-instellingen wijzigen").<br />
Maak een <strong>ShopTurn</strong>- of G-Code-programma aan dat u als<br />
onderprogramma in een ander programma wilt oproepen.<br />
Plaats de cursor op het arbeidsplan van het hoofdprogramma op<br />
het programmablok waarna u het subprogramma wilt oproepen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-312 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.7 Onderprogramma oproepen<br />
Onderprogramma<br />
><br />
Druk op de softkeys "Diverse" en "Onderprogramma".<br />
Geef het pad van het onderprogramma aan als het gewenste<br />
onderprogramma niet in dezelfde directory ligt als het<br />
hoofdprogramma.<br />
Directory Aan te geven pad<br />
<strong>ShopTurn</strong> <strong>ShopTurn</strong><br />
Eigen directory XYZ XYZ<br />
Delenprogramma's MPF<br />
Onderprogramma's SPF<br />
Voer de naam van het subprogramma in dat u wenst in te voegen.<br />
De bestandsextensie (*.mpf of *.spf) moet u alleen aangegeven<br />
als het onderprogramma niet over extensie beschikt die ingesteld<br />
is voor de directory waarin het onderprogramma zich bevindt.<br />
Directory Ingestelde bestandsextensie<br />
<strong>ShopTurn</strong> *.mpf<br />
Eigen directory XYZ *.mpf<br />
Delenprogramma's *.mpf<br />
Onderprogramma's *.spf<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
De oproep van het subprogramma wordt in het hoofdprogramma<br />
ingevoegd.<br />
VOORBEELD<br />
Verspanen T=VOORBEW.WKT._1<br />
Uitgangsmat.:<br />
Afgewerkt product:<br />
Verspanen<br />
Restverspanen<br />
Verspanen<br />
Uitvoeren<br />
Programmaeinde<br />
Onderprogramma oproepen<br />
CONT_1<br />
VOORBEELD_CONT_<br />
T=VOORBEW.WKT._1<br />
T=NABEW.WKT._1<br />
T=VOORBEW.WKT._1<br />
"FREZEN"<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-313<br />
5<br />
Onderprogramma<br />
"Frezen"<br />
oproepen
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.8 Programmablokken herhalen<br />
5.8 Programmablokken herhalen<br />
Markering<br />
plaatsen ><br />
Markering<br />
plaatsen ><br />
Her-<br />
halen ><br />
Als bij de bewerking van een werkstuk bepaalde stappen meermaals<br />
moet worden uitgevoerd, volstaat het als u deze bewerkingsstappen<br />
slechts éénmaal programmeert. <strong>ShopTurn</strong> biedt u namelijk de<br />
mogelijkheid programmablokken te herhalen.<br />
De programmablokken die u wilt herhalen, moeten met een start- en<br />
eindmarkering worden gekenmerkt. Deze programmablokken kunnen<br />
dan binnen één programma maximaal 9999 worden opgeroepen. De<br />
markeringen moeten eenduidige, d.w.z. verschillende namen krijgen.<br />
Er mogen geen in het NCK gebruikte name worden toegekend.<br />
Markeringen en herhalingen kunnen ook later worden geplaatst, maar<br />
niet binnen verbonden programmablokken.<br />
Daarnaast heeft u de mogelijkheid dezelfde markering als<br />
eindmarkering van het voorgaande programmablok en als<br />
startmarkering voor de volgende blokken te gebruiken.<br />
Programmablokken herhalen<br />
Druk op de softkeys "Diverse" en "Markering plaatsen".<br />
Voer een naam in.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Na het actuele blok wordt een startmarkering ingevoegd.<br />
Voer de programmablokken in die u later wilt herhalen.<br />
Druk op de softkeys "Diverse" en "Markering plaatsen".<br />
Voer een naam in.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Na het actuele blok wordt een eindmarkering ingevoegd.<br />
Zet de programmering voort op de plaats waar de<br />
programmablokken moeten worden herhaald.<br />
Druk op de softkeys "Diverse" en "Herhalen".<br />
Voer de namen van de start- en eindmarkeringen en het aantal<br />
herhalingen in.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-314 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.9 Bewerking met de tegenspil<br />
5.9 Bewerking met de tegenspil<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
De gemarkeerde programmablokken worden herhaald.<br />
Als uw machine over een tegenspil beschikt, kunt u de werkstukken<br />
met aan de voor- en achterkant bewerken met draai-, boor- en<br />
freesfuncties zonder dat het werkstuk manueel moet worden<br />
verplaatst.<br />
Voor de bewerking aan de achterkant moet de tegenspil dan het<br />
werkstuk grijpen, uit de hoofdspil trekken en op de nieuwe<br />
bewerkingspositie plaatsen. Deze activiteiten kunt u programmeren<br />
met de functie "Tegenspil".<br />
Bij de programmering biedt <strong>ShopTurn</strong> de volgende vijf stappen aan:<br />
• Grijpen: werkstuk met de tegenspil grijpen (evt. met vaste aanslag)<br />
• Trekken: werkstuk met de tegenspil uit de hoofdspil trekken<br />
• Achterkant: werkstuk met de tegenspil op de nieuwe<br />
bewerkingspositie plaatsen<br />
• Volledig: stappen grijpen, trekken (evt. met afsteken) en achterkant<br />
• Voorkant: nulpuntverschuiving voor de bewerking van de volgende<br />
voorkant (bij stangmateriaal)<br />
Als u de afwerking van een programma met tegenspilbewerking start,<br />
wordt eerst de tegenspil op de in de machinegegevens vastgelegde<br />
terugtrekpositie geplaatst.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
Nulpuntverschuivingen Bij de functies "Trekken" en "Achterkant" moet u telkens aangeven in<br />
welke nulpuntverschuiving <strong>ShopTurn</strong> het meegevoerde<br />
coördinatensysteem moet opslaan. D.w.z. deze<br />
nulpuntverschuivingen hoeft u niet eerst te definiëren.<br />
Bij de functie "Voorkant" moet u de nulpuntverschuiving, die u wilt<br />
gebruiken daarentegen zelf definiëren.<br />
Om de programmering makkelijker te maken, vindt u hieronder<br />
programmeervoorstellen voor drie typische toepassingen:<br />
• Bewerking hoofdspil – Overname werkstuk – Bewerking tegenspil<br />
• Bewerking tegenspil (zonder overname van het werkstuk)<br />
• Bewerking van stangmateriaal<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-315<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.9 Bewerking met de tegenspil<br />
Bewerking hoofdspil – Overname werkstuk –<br />
Bewerking tegenspil<br />
Een programmeervoorbeeld voor deze toepassing ziet er als volgt uit:<br />
Alternatief 1:<br />
1. Bewerking hoofdspil<br />
2. Grijpen<br />
3. Trekken<br />
4. Achterkant<br />
5. Bewerking tegenspil<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-316 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
Alternatief 2:<br />
1. Bewerking hoofdspil<br />
2. Volledig (grijpen, trekken en<br />
achterkant)<br />
3. Bewerking tegenspil<br />
Grijpen Eerst brengt <strong>ShopTurn</strong> de hoofd- en tegenspil in synchroonbedrijf.<br />
Dan beweegt de tegenspil in ijlgang tot op de geprogrammeerde<br />
positie ZR naar het werkstuk toe en verder met gereduceerde aanvoer<br />
FR naar de overnamepositie Z1. Of de tegenspil met de voorste rand<br />
of de aanslagrand naar de positie beweegt, legt u vast op het scherm<br />
"Spillen" (zie hfdst. "Instellingen van de tegenspil").<br />
Alternatief kan de tegenspil vanaf een bepaalde afstand ook op vaste<br />
aanslag bewegen. Deze afstand en de betreffende aanvoerwaarde<br />
zijn vastgelegd in de machinegegevens.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
Park.pos.<br />
teachen<br />
Hoekv.<br />
teachen<br />
U kunt de coördinaten XP en ZP van de parkeerpositie van het<br />
werktuig tijdens het grijpen direct invoeren in het parameterscherm of<br />
met de softkey "Park.pos. teachen" de actuele werktuigposities<br />
overnemen.<br />
Het teachen van de parkeerpositie is alleen mogelijk als u het<br />
machinecoördinatensysteem (MCS) heeft geselecteerd.<br />
Als u bij het grijpen een hoekverplaatsing α1 tussen hoofdspil en<br />
tegenspil aangeeft, heeft dit geen consequenties op de bewerking aan<br />
de achterkant van het werkstuk. U kunt het hoekverschil direct<br />
invoeren in het parameterscherm of met de softkey "Hoekv. teachen"<br />
de actuele hoekverplaatsing overnemen.<br />
Trekken De tegenspil trekt het werkstuk met de waarde Z1 uit de hoofdspil.<br />
<strong>ShopTurn</strong> voert het coördinatensysteem mee en slaat de verschuiving<br />
op in de geselecteerde nulpuntverschuiving.<br />
Achterkant De tegenspil beweegt met het werkstuk in ijlgang naar de nieuwe<br />
bewerkingspositie ZW. Het werkstuknulpunt wordt hierbij<br />
meegetrokken en met ZV (met voorteken) van de voorkant naar de<br />
achterkant van het werkstuk verschoven. Vervolgens wordt het<br />
coördinatensysteem voor de bewerking gespiegeld en in de<br />
geselecteerde nulpuntverschuiving opgeslagen.<br />
Het synchroonbedrijf van de beide spillen wordt opgeheven.<br />
De masterpil is nu de tegenspil.
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.9 Bewerking met de tegenspil<br />
Bewerking tegenspil Bij de bewerking van de achterkant spiegelt <strong>ShopTurn</strong> automatisch<br />
het coördinatensysteem. D.w.z. u programmeert de bewerking voor de<br />
achterkant net als voor de voorkant.<br />
Bij freesbewerking moet u erop letten dat de Y-as in de<br />
tegenovergestelde richting wijst. Als dit niet gewenst is, moet een<br />
spiegeling van de Y-as worden geprogrammeerd.<br />
Bewerking tegenspil (zonder overname van het werkstuk)<br />
Een programmeervoorbeeld ziet er bv. als volgt uit:<br />
1. Achterkant<br />
Nulpuntv.: nulpuntverschuiving wordt alleen geactiveerd<br />
ZV: parameter wordt niet geëvalueerd.<br />
2. Bewerking tegenspil<br />
Achterkant Houd rekening met de volgende bijzonderheden bij de<br />
programmastap "Achterkant" als de bewerking zonder overname van<br />
het werkstuk gebeurt.<br />
De nulpuntverschuiving die u op het parameterscherm selecteert,<br />
wordt alleen geactiveerd en niet berekend. D.w.z. dat het<br />
werkstuknulpunt voor de tegenspilbewerking aangegeven moet zijn in<br />
de nulpuntverschuiving.<br />
Bovendien wordt de parameter ZV niet geëvalueerd.<br />
Bewerking van stangmateriaal<br />
Als u voor de productie van uw werkstuk stangmateriaal gebruikt, kunt<br />
u met één enkele programmastart meerder werkstukken aan de voor-<br />
en achterkant bewerken.<br />
De bewerking van stangmateriaal programmeert u bv. als volgt:<br />
1. Programmakop met vermelding van de nulpuntverschuiving waarin<br />
het werkstuknulpunt opgeslagen is<br />
2. Bewerking hoofdspil<br />
3. Compleet (uitgangsmateriaal trekken: ja; afsteekcyclus: ja)<br />
4. Afsteken<br />
5. Bewerking tegenspil<br />
6. Programma-einde met het aantal aan te maken werkstukken<br />
Alternatief kunt u de bewerking van stangenmateriaal ook als volgt<br />
programmeren:<br />
1. Startmarkering<br />
2. Bewerking hoofdspil<br />
3. Compleet (uitgangsmateriaal trekken: ja; afsteekcyclus: ja)<br />
4. Afsteken<br />
5. Bewerking tegenspil<br />
6. Voorkant<br />
7. Eindmarkering<br />
8. Herhaling van start- tot eindmarkering<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-317<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.9 Bewerking met de tegenspil<br />
Volledig Als u de programmastap "Volledig" programmeert, moet u bij de<br />
deelstap "Trekken" "Basisdeeltrekken: ja" en "Afsteekcyclus: ja"<br />
invoeren. Vervolgens programmeert u de functie "Afsteken". Het<br />
afsteken van het werkstuk gebeurt dan na het grijpen resp. uittrekken<br />
van het werkstuk uit de hoofdspil.<br />
De waarde waarmee het werkstuk uit de hoofdspil wordt getrokken,<br />
hoeft u in dit geval niet aan te geven; die wordt berekend uit de<br />
parameters van de afsteekcyclus.<br />
De beide programmablokken "Volledig" en "Afsteken" worden in het<br />
arbeidsplan verbonden.<br />
Voorkant Als de bewerking van een werkstuk aan de achterkant afgesloten is,<br />
begint de bewerking van het volgende werkstuk aan de voorkant.<br />
Daartussen kunt u met de functie "Voorkant" voor de bewerking van<br />
de voorkant een nulpuntverschuiving oproepen. In de regel gebruikt u<br />
hier de nulpuntverschuiving die voor het grijpen actief was.<br />
De hoofdspil is nu opnieuw de masterspil.<br />
Parkeerpositie en<br />
hoekverplaatsing<br />
teachen<br />
Park.pos.<br />
teachen<br />
Hoekv.<br />
teachen<br />
Tegen-<br />
spil ><br />
Draai de spankop van de tegenspil met de hand op de gewenste<br />
positie en beweeg het werktuig naar de gewenste positie.<br />
Druk op de softkeys "Diverse" en "Tegenspil".<br />
Kies de programmeerstap "Grijpen" resp. "Compleet".<br />
Kies onder Parkeerpositie werktuig "MCS".<br />
Druk op de softkey "Park.pos. teachen".<br />
De actuele parkeerpositie van het werktuig wordt opgeslagen.<br />
Druk op de softkey "Hoekv. teachen".<br />
Het actuele hoekverschil tussen hoofd- en tegenspil wordt<br />
opgeslagen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-318 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.9 Bewerking met de tegenspil<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
Functie Kies uit 5 verschillende functies:<br />
• Grijpen<br />
• Trekken<br />
• Achterkant<br />
• Voorkant<br />
• Volledig<br />
Parkeerpositie<br />
XP<br />
ZP<br />
Spankop sp.<br />
S<br />
Draairichting<br />
α1<br />
Z1<br />
ZR<br />
FR<br />
Vaste aanslag<br />
Nulpuntv.<br />
Z1<br />
F<br />
Nulpuntv.<br />
ZnW<br />
ZV<br />
Nulpuntv.<br />
Grijpen:<br />
WCS: de parkeerpositie wordt aangegeven in het werkstukcoördiantensysteem<br />
MCS: de parkeerpositie wordt aangegeven in het machinecoördinatensysteem;<br />
het teachen van de parkeerpositie en de hoekverplaatsing is mogelijk<br />
Parkeerpositie van het werktuig in X-richting (abs)<br />
Parkeerpositie van het werktuig in Z-richting (abs)<br />
Spankop van de tegenspil spoelen of niet<br />
Spiltoerental (hoofdspil en tegenspil)<br />
Draairichting (hoofdspil en tegenspil):<br />
Draairichting met de klok (rechtsom)<br />
Draairichting tegen de klok in (linksom)<br />
Spillen draaien niet<br />
Hoekverplaatsing van de tegenspil bij het grijpen<br />
Overnamepositie (abs)<br />
Positie vanaf waar met gereduceerde aanvoer wordt bewogen (abs of inc)<br />
Gereduceerde aanvoer<br />
Ja: De tegenspil blijft op een vastgelegde afstand voor de overnamepositie Z1<br />
staan en beweegt dan met een vastgelegde aanvoer<br />
naar de vaste aanslag.<br />
Neen: De tegenspil beweegt naar de overnamepositie Z1.<br />
Trekken:<br />
Nulpuntverschuiving waarin het met Z1 verschoven coördinatensysteem moet<br />
worden opgeslagen..<br />
Waarde waarmee het werkstuk uit de hoofdspil wordt getrokken (inc)<br />
Aanvoer<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-319<br />
mm<br />
mm<br />
o/min<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm/min<br />
mm<br />
mm/min<br />
Achterkant:<br />
Nulpuntverschuiving waarin het naar ZW en met ZV verschoven en in Z gespiegelde<br />
coördinatensysteem moet worden opgeslagen.<br />
Bewerkingspositie bijkomende as (abs); MCS<br />
mm<br />
Verschuiving van het werkstuknulpunt in Z-richting (inc, het voorteken wordt mee mm<br />
geëvalueerd)<br />
Voorkant:<br />
Nulpuntverschuiving voor de bewerking van de volgende voorkant
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.9 Bewerking met de tegenspil<br />
Parkeerpositie<br />
XP<br />
ZP<br />
Spankop sp.<br />
S<br />
Draairichting<br />
α1<br />
Z1<br />
ZR<br />
FR<br />
Vaste aanslag<br />
Basisdeel<br />
trekken<br />
F<br />
Afsteekcyclus<br />
Nulpuntv.<br />
ZnW<br />
ZV<br />
Volledig:<br />
WCS: de parkeerpositie wordt aangegeven in het werkstukcoördiantensysteem<br />
MCS: de parkeerpositie wordt aangegeven in het machinecoördinatensysteem;<br />
het teachen van de parkeerpositie en de hoekverplaatsing is mogelijk<br />
Parkeerpositie van het werktuig in X-richting (abs)<br />
Parkeerpositie van het werktuig in Z-richting (abs)<br />
Grijpen:<br />
Tegenspilspankop spoelen of niet<br />
Spiltoerental (hoofdspil en tegenspil)<br />
Draairichting (hoofdspil en tegenspil):<br />
Draairichting met de klok (rechtsom)<br />
Draairichting tegen de klok in (linksom)<br />
Spillen draaien niet<br />
Hoekverplaatsing van de tegenspil bij het grijpen<br />
Overnamepositie (abs)<br />
Positie vanaf waar met gereduceerde aanvoer wordt bewogen (abs of inc)<br />
Gereduceerde aanvoer<br />
Ja: De tegenspil blijft op een vastgelegde afstand voor de overnamepositie Z1<br />
staan en beweegt dan met een vastgelegde aanvoer naar de vaste<br />
aanslag.<br />
Neen: De tegenspil beweegt naar de overnamepositie Z1.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-320 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
o/min<br />
5<br />
graden<br />
mm<br />
mm<br />
mm/min<br />
Trekken:<br />
Ja: Basisdeel één basisdeellengte trekken (voorbereiding voor volgende<br />
werkstuk)<br />
Neen: Basisdeel niet trekken<br />
Aanvoer voor trekken<br />
mm/min<br />
Ja: Na het trekken wordt het werkstuk afgestoken.<br />
Neen: Het werkstuk wordt niet automatisch afgestoken.<br />
Achterkant:<br />
Nulpuntverschuiving waarin het naar ZW en met ZV verschoven en in Z gespiegelde<br />
coördinatensysteem moet worden opgeslagen.<br />
Bewerkingspositie bijkomende as (abs); MCS<br />
mm<br />
Verschuiving van het werkstuknulpunt in Z-richting (inc, het voorteken wordt mee mm<br />
geëvalueerd)
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.10 Programma-instellingen wijzigen<br />
5.10 Programma-instellingen wijzigen<br />
Terugtrekken<br />
Bewerkingsdraairichting<br />
Instel-<br />
lingen ><br />
Alle in de programmakop vastgelegde parameters, met uitzondering<br />
van de basisdeelvorm en de maateenheid, kunt u op willekeurige<br />
punten in het programma wijzigen. Daarnaast heeft u nog de<br />
mogelijkheid de basisinstelling voor de bewerkingsdraairichting voor<br />
het frezen te wisselen.<br />
De instellingen in de programmakop zijn zelfhoudend, d.w.z. dat ze<br />
actief blijven tot ze gewijzigd worden.<br />
Een veranderd terugtrekvlak is actief vanaf de veiligheidsafstand van<br />
de laatste cyclus, daar de verdere terugtrekking wordt uitgevoerd door<br />
de volgende cyclus.<br />
Als bewerkingsdraairichting (gelijkloop of tegenloop) is de<br />
bewegingsrichting van de freestand t.o.v. het werkstuk gedefinieerd.<br />
D.w.z. <strong>ShopTurn</strong> evalueert de parameter bewerkingsdraairichting in<br />
combinatie met de spildraairichting bij het frezen, met uitzondering<br />
van baanfrezen.<br />
De basisinstelling voor de bewerkingsdraairichting wordt vastgelegd in<br />
de machinegegevens.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
Gelijkloop Tegenloop<br />
Bewerkingsdraairichting bij het frezen van een kamer op het frontvlak<br />
Druk op de softkeys "Diverse" en "Instellingen".<br />
Voer de gewenste parameter in.<br />
Een beschrijving van de parameters vindt u in hfdst. "Nieuw<br />
programma aanleggen".<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
De nieuwe instellingen voor het programma worden overgenomen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-321<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.11 Nulpuntverschuivingen oproepen<br />
5.11 Nulpuntverschuivingen oproepen<br />
Nulpunt<br />
versch. ><br />
Nulpunt<br />
versch.<br />
in<br />
programma<br />
Transfor-<br />
maties ><br />
Nulpuntverschuivingen (G54 enz.) kunt u uit ieder programma<br />
oproepen.<br />
Deze verschuivingen kunt u bv. gebruiken, als u met één en hetzelfde<br />
programma werkstukken met verschillende basisdeelafmetingen<br />
wenst te bewerken. De verschuiving past dan het werkstuknulpunt<br />
aan voor het nieuwe basisdeel.<br />
De nulpuntverschuivingen definieert u in de nulpuntverschuivingslijst<br />
(zie hfdst. "Nulpuntverschuivingen definiëren"). Daar kunt u ook de<br />
coördinaten van de gekozen verschuiving bekijken.<br />
Druk op de softkeys "Diverse", "Transformaties" en "Nulpunt<br />
versch.".<br />
Selecteer één van de nulpuntverschuivingen of de<br />
basisverschuiving.<br />
-of-<br />
Voer de gewenste verschuiving direct in het invoerveld in.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Nulpunt versch.".<br />
De nulpuntverschuivingslijst wordt geopend.<br />
-en-<br />
Kies een nulpuntverschuiving.<br />
-en-<br />
Druk op de softkey "in programma".<br />
De nulpuntverschuiving wordt in het parameterscherm overgenomen.<br />
Om de nulpuntverschuivingen te deselecteren, selecteert u de<br />
basisverschuiving of voert u in het veld nul in.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-322 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.12 Coördinatentransformaties definiëren<br />
5.12 Coördinatentransformaties definiëren<br />
Om het programmeren te vergemakkelijken, kunt u het<br />
coördinatensysteem transformeren. Gebruik deze mogelijkheid bv. om<br />
het coördinatensysteem te draaien.<br />
Coördinatentransformaties gelden alleen in het actuele programma.<br />
U kunt een verschuiving, rotatie, skalering of spiegeling definiëren.<br />
Daarbij kunt u telkens kiezen tussen een nieuwe of een additieve<br />
coördinatentransformatie.<br />
Bij een nieuwe coördinatentransformatie worden alle vooraf<br />
gedefinieerde coördinatentransformaties gedeselecteerd. Een<br />
additieve coördinatentransformatie werkt bijkomend tot de actueel<br />
gekozen coördinatentransformaties.<br />
• Verschuiving<br />
Voor elke as kunt u een verschuiving van het nulpunt<br />
programmeren.<br />
Verschuiving nieuw Verschuiving additief<br />
• Rotatie<br />
U kunt de X- en de Y-as in een bepaalde hoek draaien. Een<br />
positieve hoek stemt overeen met een draaiing tegen de wijzers<br />
van de klok in.<br />
Rotatie nieuw Rotatie additief<br />
Bij draaimachines zonder fysieke Y-as kunnen bij een rotatie<br />
problemen optreden met het coördinatensysteem.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-323<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.12 Coördinatentransformaties definiëren<br />
• Rotatie C-as<br />
U kunt de C-as in een bepaalde hoek draaien zodat de volgende<br />
bewerkingen aan de front- of mantelzijde op een bepaalde positie<br />
kunnen worden uitgevoerd.<br />
De draairichting is vastgelegd in de machinegegevens.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Rotatie C-as nieuw<br />
Rotatie C-as additief<br />
• Skalering<br />
Voor het actieve bewerkingsvlak en de werktuigas kunt u een<br />
maatstaffactor invoeren. De geprogrammeerde coördinaten<br />
worden dan met deze factor vermenigvuldigd.<br />
Skalering nieuw<br />
Skalering additief<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-324 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.12 Coördinatentransformaties definiëren<br />
Transfor-<br />
maties ><br />
Verschui- Spiegeving<br />
> ... ling ><br />
• Spiegeling<br />
Daarnaast heeft u de mogelijkheid alle assen te spiegelen.<br />
Geef telkens de as aan die moet worden gespiegeld.<br />
Spiegeling nieuw Spiegeling additief<br />
Druk op de softkeys "Diverse" en "Transformaties".<br />
Selecteer via softkey de coördinatentransformatie.<br />
Kies, of u een nieuwe of een additieve coördinatentransformatie<br />
wenst te programmeren.<br />
Voer de gewenste coördinaten in.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-325<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.13 Verwijderings-/benaderingscyclus programmeren<br />
5.13 Verwijderings-/benaderingscyclus programmeren<br />
Verwijderen/<br />
Naderen<br />
Als u het verlaten/benaderen van een bewerkingscyclus wilt verkorten<br />
of een moeilijke geometrische situatie bij het benaderen/verlaten wilt<br />
oplossen, kunt u een speciale cyclus opstellen. <strong>ShopTurn</strong> neemt dan<br />
niet de normale verwijderings-/benaderingsstrategie in acht (zie hfdst.<br />
"Bewerkingscyclus verlaten/benaderen").<br />
De verwijderings-/benaderingscyclus kunt u tussen willekeurige<br />
stappenreeksprogrammablokken invoegen, maar niet binnen<br />
verbonden programmablokken.<br />
Uitgangspunt voor de verwijderings-/benaderingscyclus is altijd de<br />
veiligheidsafstand die na de laatste bewerking werd ingenomen.<br />
Als u een werktuigwissel wilt uitvoeren, kunt u via maximaal 3 posities<br />
(P1 tot P3) naar het werktuigwisselpunt bewegen en via maximaal 3<br />
andere posities (P4 tot P6) naar het volgende uitgangspunt bewegen.<br />
Als een werktuigwissel niet vereist is, beschikt u over maximaal 6<br />
posities voor het benaderen van de volgende uitgangspositie.<br />
Als de 3 resp. 6 posities voor het verlaten/benaderen niet volstaan,<br />
kunt u de cyclus ook meermaals na elkaar oproepen en zo verdere<br />
posities programmeren.<br />
Voorzichtig<br />
Bedenk dat het werktuig van de laatste geprogrammeerde positie in<br />
de verwijderings-/benaderingscyclus direct naar het startpunt van de<br />
volgende bewerking beweegt.<br />
Druk op de softkeys "Rechte Cirkel" en "Verwijderen/Naderen".<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
F1 Aanvoer voor benadering van de eerste positie<br />
Alternatief ijlgang<br />
X1 1ste Positie (inc) of 1ste positie ∅(abs) mm<br />
Z1 1ste positie (abs of inc) mm<br />
F2 Aanvoer voor benadering van de tweede positie<br />
Alternatief ijlgang<br />
X2 2de Positie (inc) of 2de positie ∅(abs) mm<br />
Z2 2de positie (abs of inc) mm<br />
F3 Aanvoer voor benadering van de derde positie<br />
Alternatief ijlgang<br />
X3 3de Positie (inc) of 3de positie ∅(abs) mm<br />
Z3 3de positie (abs of inc) mm<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-326 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5<br />
mm/min<br />
mm/min<br />
mm/min
08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5 5.14 G-Code invoegen in stappenreeksprogramma<br />
Wkt.wissel Wktwpnt: Werktuigwisselpunt van de laatste geprogrammeerde positie<br />
benaderen en werktuigwissel uitvoeren<br />
Direct: Werktuigwissel niet uitvoeren op het werktuigwisselpunt maar<br />
op de laatste geprogrammeerde positie<br />
Neen: Geen werktuigwissel uitvoeren<br />
T Werktuignaam (niet bij Wkt.wissel "neen")<br />
D Snijkantnummer (niet bij Wkt.wissel "neen")<br />
F4 Aanvoer voor benadering van de vierde positie<br />
Alternatief ijlgang<br />
X4 4de Positie (inc) of 4de positie ∅(abs) mm<br />
Z4 4de positie (abs of inc) mm<br />
F5 Aanvoer voor benadering van de vijfde positie<br />
Alternatief ijlgang<br />
X5 5de Positie (inc) of 5de positie ∅(abs) mm<br />
Z5 5de positie (abs of inc) mm<br />
F6 Aanvoer voor benadering van de zesde positie<br />
Alternatief ijlgang<br />
X6 6de Positie (inc) of 6de positie ∅(abs) mm<br />
Z6 6de positie (abs of inc) mm<br />
5.14 G-Code invoegen in stappenreeksprogramma<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-327<br />
5<br />
mm/min<br />
mm/min<br />
mm/min<br />
Binnen een stappenreeksprogramma kunt ook G-Code-blokken<br />
programmeren. Bovendien kunt ter verklaring van het programma<br />
commentaren invoegen.<br />
Een precieze beschrijving van de G-Code-blokken volgens DIN 66025<br />
vindt u in:<br />
Literatuur: /PG/, Programmeerhandleiding basis<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />
/PGA/, Programmeerhandleiding werkvoorbereiding<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />
Voor de programmakop, na het programma-einde en binnen<br />
verbonden programmablokken kunt u geen nieuwe G-Code-blokken<br />
invoegen.<br />
<strong>ShopTurn</strong> geeft G-Code-blokken niet aan in de programmeergrafiek.<br />
Als u de bewerking van het werkstuk op bepaalde punten wilt laten<br />
stoppen, programmeert u op deze punten in het arbeidsplan het G-<br />
Code-commando "M01" (zie hfdst. "Programmaverloop beïnvloeden").
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.14 G-Code invoegen in stappenreeksprogramma<br />
Voorzichtig<br />
Als u het werktuig door een G-Code-commando naar het in de<br />
programmakop vastgelegde terugtrekbereik beweegt, moet u het<br />
werktuig er ook weer uit verwijderen. Anders kunnen door de<br />
verplaatsingsbewegingen van een volgende <strong>ShopTurn</strong>-cyclus<br />
botsingen worden veroorzaakt.<br />
Plaats de cursor in het arbeidsplan van een<br />
stappenreeksprogramma op het programmablok als u een G-<br />
Code-blok wilt invoegen.<br />
Druk op de toets "Input".<br />
Voer de gewenste G-Code-opdrachten of commentaar in. Het<br />
commentaar moet altijd beginnen met een kommapunt (;).<br />
Het nieuwe G-Code-Satz blok wordt in het arbeidsplan gekenmerkt<br />
met een "G" voor het bloknummer.<br />
NO VOORBEELD<br />
Verspanen<br />
Uitgangsmat.:<br />
Afgewerkt product:<br />
Verspanen<br />
Restverspanen<br />
Verspanen<br />
Ril<br />
Ril<br />
Boren<br />
Spanen verwijderen<br />
Gatenrij<br />
Programmaeinde<br />
G-Code in stappenreeksprogramma<br />
G-code-blok<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-328 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.15 Inleren<br />
5.15 Inleren<br />
5.15.1 Cyclus inleren<br />
Dankzij de functie "Inleren" kunt u bewerkingsstappen programmeren<br />
en afwerken en daarbij tegelijkertijd een delenprogramma voor andere<br />
werkstukken opstellen.<br />
Hierna worden de procedures voor verschillende varianten van het<br />
inleren beschreven:<br />
• Inleren van cycli<br />
• Inleren van positiepatronen<br />
• Inleren van contourobjecten<br />
Elke bewerkingsstap wordt ingeleerd naar het volgende principe:<br />
Arbeidsvolgorde 1. Programma aanleggen<br />
U legt een nieuw programma aan en legt de parameters voor de<br />
programmakop vast (zie hfdst. "Nieuw programma aanleggen").<br />
2. Bewerkingsstap opstellen<br />
U definieert een bewerkingsstap (zie hfdst. "Programmablokken<br />
creëren").<br />
3. Bewerkingsstap overnemen<br />
Met de softkey "Toepassen" slaat u de waarden op. Het<br />
parameterscherm wordt gesloten en het arbeidsplan verschijnt.<br />
4. Afwerken<br />
Plaats de cursor op de programmastap en druk op de softkey<br />
"Afwerken".<br />
Er wordt automatisch een blokzoekprocedure gestart.<br />
5. NC-start<br />
Wissel het werktuig in met "Cycle-Start" en start vervolgens de<br />
bewerking met de toets "Cycle-Start".<br />
Programmeer de volgende bewerkingsstap op dezelfde manier als de<br />
bewerking het gewenste resultaat heeft gehad<br />
of herhaal de stappen 2 tot 5 voor het programmablok.<br />
U kunt voor elke uitvoering de bewerking laten simuleren om het<br />
resultaat van de bewerking te controleren.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-329<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.15 Inleren<br />
5.15.2 Positiepatroon inleren<br />
U kunt alle positiepatronen inleren.<br />
Arbeidsvolgorde 1. Programma aanleggen<br />
2. Technologiecycli en posities/positiepatronen programmeren<br />
Programmeer de gewenste boor-/freescycli en de positiepatronen<br />
(zie hfdst. "Boren", "Frezen" en "Posities en positiepatronen").<br />
3. Afwerken<br />
Plaats de cursor op het gewenste positiepatroon en druk op de<br />
softkey "Afwerken".<br />
Er wordt automatisch een blokzoekprocedure gestart en er<br />
verschijnt een zoekvenster.<br />
4. Kies arbeidsstap en positiepatroon.<br />
5. NC-start<br />
Wissel het werktuig in met "Cycle-Start" en start vervolgens de<br />
bewerking met de toets "Cycle-Start".<br />
Programmeer de volgende bewerkingsstap op dezelfde manier als de<br />
bewerking het gewenste resultaat heeft gehad<br />
of herhaal de stappen 2 tot 5 voor het programmablok.<br />
U kunt voor elke uitvoering de bewerking laten simuleren om het<br />
resultaat van de bewerking te controleren.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-330 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
5 08/2005 <strong>ShopTurn</strong>-functies<br />
5.15 Inleren<br />
5.15.3 Contourobject inleren<br />
Bij draai- en freesbewerkingen heeft u de mogelijkheid<br />
contourobjecten in te leren.<br />
Arbeidsvolgorde 1. Programma aanleggen<br />
2. Contouren en technologiecycli programmeren<br />
Programmeer de gewenste contouren en cycli en definieer de<br />
verschillende contourelementen (zie hfdst. "Nieuwe contour<br />
aanleggen", "Contourdraaien" resp. "Contourfrezen").<br />
3. Afwerken<br />
Plaats de cursor op de gewenste arbeidsstap en druk op de<br />
softkey "Afwerken".<br />
Er wordt automatisch een blokzoekprocedure gestart.<br />
4. NC-start<br />
Wissel het werktuig in met "Cycle-Start" en start vervolgens de<br />
bewerking met de toets "Cycle-Start".<br />
Programmeer de volgende bewerkingsstap op dezelfde manier als de<br />
bewerking het gewenste resultaat heeft gehad<br />
of herhaal de stappen 2 tot 4 voor het programmablok.<br />
U kunt voor elke uitvoering de bewerking laten simuleren om het<br />
resultaat van de bewerking te controleren.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 5-331<br />
5
<strong>ShopTurn</strong>-functies 08/2005<br />
5 5.15 Inleren<br />
Voor notities<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
5-332 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
5
6 08/2005 Werken met manuele machine<br />
Werken met manuele machine<br />
6.1 Manuele Machine.................................................................................................. 6-334<br />
6.2 Nulpuntverschuivingen.......................................................................................... 6-335<br />
6.3 Eenvoudige werkstukbewerking in de modus Hand.............................................. 6-335<br />
6.3.1 Assen verplaatsen ................................................................................................ 6-336<br />
6.3.2 Kegeldraaien......................................................................................................... 6-337<br />
6.3.3 Rechte draaien ..................................................................................................... 6-338<br />
6.4 Complexere bewerking in de modus Hand............................................................ 6-339<br />
6.4.1 Boren met manuele machine ................................................................................ 6-340<br />
6.4.2 Draaien met manuele machine ............................................................................. 6-340<br />
6.4.3 Frezen met manuele machine............................................................................... 6-341<br />
6.5 Simulatie............................................................................................................... 6-341<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 6-333<br />
6
Werken met manuele machine 08/2005<br />
6 6.1 Manuele Machine<br />
6.1 Manuele Machine<br />
"Manuele Machine" biedt voor het manueel bedrijf een gewijzigd,<br />
omvangrijk spectrum aan functies. U kunt in de bedieningsmodus<br />
"Hand" alle belangrijke bewerkingen uitvoeren zonder een programma<br />
te schrijven.<br />
Voor het werken in de bedieningsmodus "Machine Hand" heeft u de<br />
software-optie "Manuele machine" nodig.<br />
De weergave van de softkeys kan afwijken, afhankelijk van het<br />
ingestelde coördinatensysteem. Typisch is de bewerking voor het<br />
draaicentrum.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
Basisscherm Na het opstarten van de besturing verschijnt het basisscherm<br />
"Machine Hand".<br />
Bewerkingmogelijk-<br />
heden<br />
Basisscherm Machine Hand<br />
Werkstukken kunnen als volgt worden bewerkt met "Manuele<br />
machine":<br />
• Handbedrijf<br />
• Afzonderlijke-cyclus-bewerking<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
6-334 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
6
6 08/2005 Werken met manuele machine<br />
6.2 Nulpuntverschuivingen<br />
6.2 Nulpuntverschuivingen<br />
Nulpuntverschuiving<br />
activeren<br />
NPV<br />
selectie<br />
Fig. nieuw<br />
Fig. nieuw<br />
Naast de functie "NPV zetten" (zie hfdst. "Nulpuntverschuiving<br />
instellen") heeft u alternatief de mogelijkheid de waarden van de NPF<br />
direct in de nulpuntverschuivingslijst in te voeren.<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey<br />
"Nulp.versch.".<br />
De nulpuntverschuivingslijst verschijnt.<br />
Plaats de cursor op de gewenste nulpuntverschuiving.<br />
Druk op de softkey "NPV selectie".<br />
6.3 Eenvoudige werkstukbewerking in de modus Hand<br />
In de modus "Hand" kunt u eenvoudige bewerkingen direct uitvoeren<br />
zonder een programma te moeten opstellen.<br />
De volgende functies zijn beschikbaar voor bewerking in handbedrijf:<br />
• Asbewegingen<br />
• Kegeldraaien<br />
• Rechte (dwars- of langsdraaien)<br />
Werktuig, spiltoerental en spildraairichting worden geactiveerd met<br />
"Cycle-Start".<br />
Een aanvoerwijziging wordt onmiddellijk actief.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 6-335<br />
6
Werken met manuele machine 08/2005<br />
6 6.3 Eenvoudige werkstukbewerking in de modus Hand<br />
6.3.1 Assen verplaatsen<br />
Werktuigselectie<br />
Bewerking<br />
X …<br />
… +<br />
Voor de voorbereidende activiteiten en eenvoudige<br />
verplaatsingsbewegingen voert u de parameters direct op het<br />
basisscherm "Hand" in.<br />
Kies in "T" het gewenste werktuig.<br />
Voer de aanvoer en het spiltoerental in.<br />
Kies de draairichting van de spil.<br />
-of-<br />
Stel de draairichting in op het machinebesturingspaneel.<br />
Druk op de toets "Cycle-Start".<br />
De spil start onmiddellijk na de werktuigselectie.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
Kies de te verplaatsen as op het machinebesturingspaneel.<br />
Druk op de toets "-" resp. "+" op het machinebesturingspaneel.<br />
-of-<br />
Kies de richting met behulp van de kruisschakelhendel.<br />
De assen worden verplaatst met de ingestelde bewerkingsaanvoer.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
De actieve richting wordt grafisch weergegeven op het basisscherm<br />
aan de hand van een windroos.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
6-336 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
6
08/2005 Werken met manuele machine<br />
6 6.3 Eenvoudige werkstukbewerking in de modus Hand<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T Werktuig<br />
F Bewerkingsaanvoer mm/min<br />
mm/o<br />
S1 Hoofdspil o/min<br />
m/min<br />
S2 Werktuigspil o/min<br />
Draairichting : spil draait naar links<br />
6.3.2 Kegeldraaien<br />
Jog<br />
Kegel-<br />
draaien<br />
: spil draait naar rechts<br />
: spil stopt<br />
: geen wijziging<br />
De basisbewerkingsrichting kan worden gekozen met de<br />
asrichtingstoetsen resp. de kruisschakelhendel. Daarnaast kan ook<br />
een hoek (α) worden ingevoerd.<br />
Druk in de bedieningsmodus "Machine Hand" op de softkey<br />
"Kegeldraaien".<br />
Kies werktuig, spil en spildraairichting en voer de<br />
bewerkingsaanvoer in.<br />
Voer de gewenste waarde hoek α in.<br />
Het selecteren/deselecteren van het kegeldraaien en het veranderen<br />
van de hoek α is alleen mogelijk in de reset-toestand.<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
T, F. S zie hfdst. “Assen verplaatsen“<br />
α Draaien van het coördinatensysteem graden<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 6-337<br />
6
Werken met manuele machine 08/2005<br />
6 6.3 Eenvoudige werkstukbewerking in de modus Hand<br />
6.3.3 Rechte draaien<br />
Jog<br />
Alle<br />
assen -of-<br />
Xα<br />
Zα<br />
-of-<br />
Deze functie gebruikt u voor een eenvoudige bewerking van een<br />
rechte (bv. dwars- of langsdraaien).<br />
Kies in de bedieningsmodus "Machine Hand" de softkey "Rechte".<br />
Kies de gewenste bewerking met de softkeys "Alle assen", "Xα" of<br />
"Zα" en voer de gewenste waarden voor de verplaatsingsweg<br />
resp. doelpositie en evt. de hoek in.<br />
Parameter Beschrijving Eenheid<br />
F zie hfdst. “Assen verplaatsen“<br />
X<br />
Z<br />
Y<br />
C<br />
Z2<br />
Z<br />
α<br />
X<br />
α<br />
Alle assen:<br />
Doelpositie in X-richting (abs of inc)<br />
Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />
Doelpositie in Y-richting (abs of inc)<br />
Doelpositie van de C-as van de hoofdspil (abs of inc)<br />
Doelpositie van een extra as, indien aanwezig (abs of inc)<br />
XAlpha<br />
Doelpositie in X-richting (abs of inc)<br />
Hoek van de rechte t.o.v. de as X<br />
ZAlpha<br />
Doelpositie in Z-richting (abs of inc)<br />
Hoek van de rechte t.o.v. de as Z<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
6-338 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
6<br />
mm<br />
graden<br />
mm<br />
graden
6 08/2005 Werken met manuele machine<br />
6.4 Complexere bewerking in de modus Hand<br />
6.4 Complexere bewerking in de modus Hand<br />
Algemeen<br />
bewerkingsverloop<br />
De volgende functies zijn beschikbaar voor omvangrijkere<br />
bewerkingen bewerking in handbedrijf:<br />
• Boren (boren midden, schroefdraad midden, boren, wrijven,<br />
diepboren, schroefdraad)<br />
• Draaien (verspanen, insteken, ondersnijden, schroefdraad,<br />
afsteken)<br />
• Frezen (kamer, tap, groef, meerkant, gravure)<br />
Bij complexere bewerkingen gaat u in deze volgorde te werk:<br />
1. Kies met de desbetreffende softkey de gewenste functie.<br />
Voer in het parameterscherm de gewenste waarden in.<br />
2. Druk op de softkey "OK" om de waarden over te nemen.<br />
Het invoerscherm wordt gesloten.<br />
Op het basisscherm verschijnt een regel met de<br />
parametergegevens.<br />
3. Druk op de toets "Cycle-Start".<br />
De gekozen cyclus wordt gestart.<br />
U kunt altijd terugkeren naar het parameterscherm om de ingaven te<br />
controleren en te corrigeren.<br />
Druk op de toets "Cursor rechts" om terug te keren naar het<br />
invoerscherm.<br />
Benaderen en verlaten Bij het bewerken van het werkstuk beweegt u van de actuele positie<br />
direct naar het startpunt van de bewerking. Na de bewerking wordt het<br />
werktuig opnieuw direct naar het startpunt verplaatst.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 6-339<br />
6
Werken met manuele machine 08/2005<br />
6 6.4 Complexere bewerking in de modus Hand<br />
6.4.1 Boren met manuele machine<br />
6.4.2 Draaien met manuele machine<br />
Voor het boren aan het front- of mantelvlak van een werkstuk staat<br />
onder Auto de volgende cycli ter beschikking:<br />
• Boren midden<br />
• Schroefdraad midden<br />
• Centreren<br />
• Boren<br />
• Wrijven<br />
• Diepboren<br />
• Schroefdraadtappen<br />
• Schroefdraadfrezen<br />
De parameters van de invoerschermen stemmen overeen met de<br />
parameters onder Auto (zie hfdst. "Boren").<br />
Er kan slechts op afzonderlijke posities worden geboord. Om de<br />
positie vast te leggen, voert u de parameters X0 en Y0<br />
(frontbewerking) resp. Y0 en Z0 (mantelbewerking) in.<br />
Voor het draaien van een werkstuk staan net als onder Auto de<br />
volgende draaicycli ter beschikking:<br />
• Verspanen<br />
• Ril<br />
• Ondersnijding<br />
• Schroefdraad<br />
• Afsteken<br />
De parameters van de invoerschermen stemmen, met uitzondering<br />
van Schroefdraad draaien, overeen met die onder Auto (zie hfdst.<br />
"Draaien").<br />
Schroefdraad draaien Naast de functies die "Schroefdraad draaien" onder Auto ter<br />
beschikking stelt, kunt u onder "Machine Hand" tijdens de bewerking<br />
lege sneden invoegen.<br />
Lege<br />
snede<br />
U kunt de aanloop van de snijdiepte tijdens de bewerking onderbreken<br />
door lege sneden in te voeren, om bv. flanken glad te maken.<br />
Lege sneden voegt u in met de softkey "Lege snede".<br />
De softkey werkt alleen tijdens de bewerking.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
6-340 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
6
6 08/2005 Werken met manuele machine<br />
6.5 Simulatie<br />
Nabewerking<br />
schroefdraad<br />
6.4.3 Frezen met manuele machine<br />
6.5 Simulatie<br />
Uitgangsmateriaalvorm<br />
instellen<br />
U kunt bestaande schroefdraad nabewerken, bv. bij reparatie van<br />
reeds gesneden schroefdraad of bij veranderingen die ontstaan zijn<br />
door het nameten (zie hfdst. "Nabewerking schroefdraad").<br />
Als u een nabewerking van schroefdraad wilt uitvoeren, voert u de<br />
begin-induikdiepte E (inc) in. Dit is de diepte die reeds werd bereikt bij<br />
de vorige bewerking.<br />
Door het invoeren van een induikdiepte vermijdt u onnodige lege<br />
sneden bij de nabewerking van schroefdraad.<br />
Voor het frezen van eenvoudige geometrische vormen staan net als<br />
onder Auto de volgende functies ter beschikking:<br />
• Rechthoekige kamer<br />
• Cirkelvormige zak<br />
• Rechthoekige tap<br />
• Cirkelvormige tap<br />
• Langsgroef<br />
• Cirkelgroef<br />
• Meerkant<br />
• Gravure<br />
De parameters van de invoerschermen stemmen overeen met de<br />
parameters onder Auto (zie hfdst. "Frezen").<br />
Er kan slechts op afzonderlijke posities worden gewerkt. Om de<br />
positie vast te leggen, voert u de parameters X0 en Y0<br />
(frontbewerking) resp. Y0 en Z0 (mantelbewerking) in.<br />
Bij complexere bewerkingen controleert u met behulp van de simulatie<br />
het resultaat van uw ingaven zonder de assen te verplaatsen (zie<br />
hfdst "Bewerking simuleren"). De afwerking van de arbeidsstappen<br />
wordt daarbij grafisch weergegeven op het scherm.<br />
In de modus "Hand" kunt u een arbeidsstap reeds simuleren met<br />
geopend en ingevuld parameterscherm.<br />
Voor de grafische weergave wordt een voorgedefinieerde<br />
uitgangsmateriaalvorm gebruikt. U kunt het uitgangsmateriaal net als<br />
bij een G-code-programma willekeurig veranderen (zie hfdst.<br />
"Uitgangsmateriaalvorm voor een G-code-programma veranderen").<br />
N<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 6-341<br />
6
Werken met manuele machine 08/2005<br />
6 6.5 Simulatie<br />
Voor notities<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
6-342 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
6
7 08/2005 G-Code-programma<br />
G-Code-programma<br />
7.1 G-Code-programma creëren................................................................................. 7-344<br />
7.2 G-Code-programma uitvoeren .............................................................................. 7-347<br />
7.3 G-Code-editor ....................................................................................................... 7-349<br />
7.4 Rekenparameter ................................................................................................... 7-352<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 7-343<br />
7
G-Code-programma 08/2005<br />
7 7.1 G-Code-programma creëren<br />
7.1 G-Code-programma creëren<br />
G-Code-programma<br />
aanleggen<br />
Nieuw<br />
G-Code<br />
programma<br />
Als u een programma niet met <strong>ShopTurn</strong>-functies wilt programmeren,<br />
kunt u ook een G-Code-programma met G-Code-commando's<br />
aanleggen op de <strong>ShopTurn</strong>-bedieningsinterface.<br />
U kunt een G-Code-opdracht volgens DIN 66025 programmeren.<br />
Bovendien bieden parameterschermen ondersteuning bij het meten<br />
en het programmeren van contouren, boor-, draai- en freescycli. Uit<br />
de afzonderlijke schermen wordt dan G-Code gemaakt die u ook weer<br />
in de schermen kunt terugcompileren. De meetcycli-ondersteuning<br />
moet door de machinefabrikant worden ingesteld.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Een precieze beschrijving van de G-Code-commando's volgens<br />
DIN 66025, van de cycli en de meetcycli vindt u in:<br />
Literatuur: /PG/, Programmeerhandleiding basis<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />
/PGA/, Programmeerhandleiding werkvoorbereiding<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />
/PGZ/, Programmeerhandleiding cycli<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />
/BNM/, Gebruikershandleiding meetcyli<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />
Als u bij de PCU 50.3 meer informatie over bepaalde G-Codecommando's<br />
of cyclus parameters wilt, kunt u de contextgevoelige online-help<br />
oproepen.<br />
Een precieze beschrijving van de on-line-help vindt u in:<br />
Literatuur: /BAD/, Bedieningshandleiding HMI Advanced<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />
Druk op de softkey "Programma".<br />
Kies de directory waarin u een nieuw programma wenst aan te<br />
leggen.<br />
Druk op de softkeys "Nieuw" en "G-Code programma".<br />
Voer een programmanaam in.<br />
De programmanaam mag max. 24 tekens bevatten. Toegelaten<br />
zijn alle letters (uitgenomen umlauten), cijfers en onderstrepen (_).<br />
<strong>ShopTurn</strong> vervangt kleine letters automatisch door hoofdletters.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
7-344 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
7
7 08/2005 G-Code-programma<br />
7.1 G-Code-programma creëren<br />
-of-<br />
Werktuig oproepen<br />
Andere<br />
in het<br />
programma<br />
> Werktuig<br />
Cycli-ondersteuning<br />
Contour<br />
Contour<br />
maken ...<br />
OK<br />
terugcompi-<br />
leren<br />
... Draaien<br />
Druk op de softkey "OK" of de toets "Input".<br />
De G-Code-editor wordt geopend.<br />
Voer de gewenste G-Code-opdrachten in.<br />
Druk op de softkeys "Andere" en "Werktuigen" als u een werktuig<br />
uit de werktuiglijst wenst te kiezen.<br />
-en-<br />
Plaats de cursor op het werktuig dat u voor de bewerking wilt<br />
gebruiken.<br />
-en-<br />
Druk op de softkey "in het programma".<br />
Het gekozen werktuig wordt in de G-Code-editor overgenommen.<br />
Aan de actuele cursorpositie in de G-Code-editor verschijnt bv. de<br />
volgende tekst: T="SCHRUPPER80"<br />
In tegenstelling tot de stappenreeksprogrammering worden bij het<br />
oproepen van het werktuig niet automatisch de in het werktuigbeheer<br />
opgeslagen instellingen actief.<br />
D.w.z. u moet naast het werktuig nog de werktuigwissel (M6), de<br />
spildraairichting (M3/M4), het spiltoerentall (S...) en het koelmiddel<br />
(M7/M8) programmeren.<br />
Voorbeeld:<br />
...<br />
T="SCHRUPPER80" ;werktuig oproepen<br />
M6 ;werktuig wisselen<br />
M7 M3 S1=2000 ;koelmiddel en hoofdspil inschakelen<br />
...<br />
Kies via de softkey of u ondersteuning wenst voor de<br />
programmering van contouren, boor-, frees- of draaicycli.<br />
Kies via de softkey de gewenste cyclus.<br />
Voer de parameters in.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
De cyclus wordt als G-Code in de editor overgenomen.<br />
Plaats de cursor in de G-Code-editor op een cyclus als u het<br />
bijbehorende parameterscherm opnieuw wilt openen.<br />
Druk op de softkey "Terugcompileren".<br />
Het parameterscherm van de gekozen cyclus verschijnt.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 7-345<br />
7
G-Code-programma 08/2005<br />
7 7.1 G-Code-programma creëren<br />
Edit<br />
Meetcyclusondersteuning<br />
Meten<br />
Draaien -of-<br />
Meettast.<br />
kalibr. ...<br />
OK<br />
terugcompi-<br />
leren<br />
Edit<br />
Meten<br />
frezen<br />
On-line-help (PCU 50.3)<br />
Als u uit een parameterscherm direct weer naar de G-Code-editor<br />
wenst te schakelen, drukt u op de softkey "Edit".<br />
Ga naar de uitgebreide horizontale softkey-balk.<br />
Druk op de softkey "Meten Draaien" of "Meten Frezen".<br />
Kies met de softkey toets de gewenste meetcyclus.<br />
Voer de parameters in.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
De meetcyclus wordt als G-Code in de editor overgenomen.<br />
Plaats de cursor in de G-Code-editor op een meetcyclus als u het<br />
bijbehorende parameterscherm opnieuw wilt openen.<br />
Druk op de softkey "Terugcompileren".<br />
Het parameterscherm van de gekozen meetcyclus verschijnt.<br />
Als u uit een parameterscherm direct weer naar de G-Code-editor<br />
wenst te schakelen, drukt u op de softkey "Edit".<br />
Plaats de cursor in de G-Code-editor op een G-Code-commando<br />
of in een parameterscherm van de cyclus-ondersteuning op een<br />
invoerveld.<br />
Druk op de toets "Help".<br />
De telkens bijbehorende hulpinformatie verschijnt.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
7-346 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
7
7 08/2005 G-Code-programma<br />
7.2 G-Code-programma uitvoeren<br />
7.2 G-Code-programma uitvoeren<br />
G-Code-programma<br />
simuleren<br />
Edit<br />
-of-<br />
-of-<br />
Bij het uitvoeren van een programma wordt het werkstuk<br />
overeenkomstig de programmering aan de machine bewerkt.<br />
Na de programmastart in het automatische bedrijf loopt de<br />
werkstukbewerking dan automatisch af. U kunt wel het programma<br />
altijd stoppen en vervolgens de bewerking weer opnemen.<br />
Om op een eenvoudige manier het resultaat van de programmering te<br />
controleren, zonder de machine-assen te bewegen, kunt u de<br />
uitvoering van het programma op het beeldscherm grafisch simuleren.<br />
Gedetailleerdere informatie m.b.t. simulatie vindt u in het hfdst.<br />
"Simulatie".<br />
De volgende voorwaarden moeten vervuld zijn voor de een<br />
programma kan worden afgewerkt:<br />
• Het meetsysteem van de besturing is met de machine<br />
gesynchroniseerd.<br />
• Er bestaat een in G-Code gecreëerd programma.<br />
• De noodzakelijke werktuigcorrecties en nulpuntverschuivingen<br />
werden ingevoerd.<br />
• De noodzakelijke veiligheidsblokkeringen van de<br />
machineproducent zijn geactiveerd.<br />
Bij de afwerking van een G-Code-programma staan dezelfde functies<br />
ter beschikking als bij de afwerking van een stappenreeksprogramma<br />
(zie hfdst. "Werkstuk bewerken").<br />
Druk op de softkey of de toets "Programma".<br />
Plaats de cursor op het gewenste G-Code-programma.<br />
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />
Het programma wordt in de G-Code-editor geopend.<br />
Druk op de softkey "Simulatie".<br />
De volledige uitvoering van het programma wordt grafisch op het<br />
beeldscherm afgebeeld.<br />
Als u uit de simulatie direct weer naar de G-Code-editor wenst te<br />
schakelen, drukt u op de softkey "Edit".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 7-347<br />
7
G-Code-programma 08/2005<br />
7 7.2 G-Code-programma uitvoeren<br />
G-Code-programma<br />
uitvoeren<br />
Af-<br />
werken<br />
Cycle Start<br />
-of-<br />
Druk op de softkey of de toets "Programma".<br />
-en-<br />
Plaats de cursor op het gewenste G-Code-programma.<br />
-en-<br />
Druk op de softkey "Afwerken".<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Afwerken" als u zich momenteel in het<br />
bedieningsbereik "Programma" bevindt.<br />
<strong>ShopTurn</strong> schakelt automatisch om op de bedieningsmodus "Machine<br />
Auto" en laadt het G-Code-programma.<br />
Druk op de toets "Cycle-Start".<br />
De uitvoering van het G-Code-programma aan de machine wordt<br />
gestart.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
7-348 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
7
7 08/2005 G-Code-programma<br />
7.3 G-Code-editor<br />
7.3 G-Code-editor<br />
G-Code markeren<br />
Markeren<br />
Als u de volgorde van de programmablokken binnen een G-Codeprogramma<br />
verandert, G-Codes wist of van het ene programma in het<br />
andere wenst te kopiëren, gebruik dan de G-Code-editor.<br />
Als u een G-Code in een programma wenst te veranderen dat u juist<br />
uitvoert, kunt u alleen de G-Code-blokken veranderen die nog niet<br />
uitgevoerd. Deze blokken worden bijzonder geaccentueerd.<br />
De volgende functies staan u in de G-Code-editor ter beschikking:<br />
• Markeren<br />
U kunt een willekeurige G-Code markeren.<br />
• Kopiëren/Invoegen<br />
G-Code kunt u binnen een programma of tussen verschillende<br />
programma's kopiëren en invoegen.<br />
• Uitknippen<br />
U kunt een willekeurige G-Code uitknippen en daarmee wissen. De<br />
G-Code blijft echter in het werkgeheugen, zodat u de G-Code op<br />
een andere plaats opnieuw kunt invoegen.<br />
• Zoeken/Vervangen<br />
In een G-Code-programma kunt u naar een willekeurige<br />
tekenreeks zoeken en deze door een andere vervangen.<br />
• Naar het begin/einde<br />
In het G-Code-programma kunt u gemakkelijk naar het begin resp.<br />
einde springen<br />
• Nummeren<br />
Als u een nieuw of gekopieerd G-Code-blok tussen twee<br />
bestaande G-Code-blokken invoegt, kent <strong>ShopTurn</strong> automatisch<br />
een nieuw bloknummer toe. Dit bloknummer kan hoger zijn als het<br />
bloknummer in het volgende blok. Met de functie "Hernummeren"<br />
kunt u de G-Code-blokken opnieuw in stijgende volgorde<br />
nummeren.<br />
Als u een G-Code-programma creëert of opent, bevindt u zich<br />
automatisch in de G-Code-editor.<br />
Plaats de cursor op het punt in het programma waar de markering<br />
moet beginnen.<br />
Druk op de softkey "Markeren".<br />
Plaats de cursor op het punt in het programma waar de markering<br />
moet eindigen.<br />
De G-Code wordt gemarkeerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 7-349<br />
7
G-Code-programma 08/2005<br />
7 7.3 G-Code-editor<br />
G-Code kopiëren<br />
Kopiëren<br />
G-Code invoegen<br />
Invoegen<br />
G-Code knippen<br />
Uit-<br />
knippen<br />
G-Code zoeken<br />
Zoeken<br />
Verder<br />
zoeken<br />
Markeer de G-Code die u wenst te kopiëren.<br />
Druk op de softkey "Kopiëren".<br />
De G-Code wordt in het tussengeheugen opgeslagen en blijft daar<br />
ook als naar een ander programma wordt gewisseld.<br />
Kopieer de G-Code die u wenst in te voegen.<br />
Druk op de softkey "Invoegen".<br />
De gekopieerde G-Code wordt uit het tussengeheugen voor de<br />
cursorpositie in de tekst ingevoegd.<br />
Markeer de G-Code die u wenst uit te knippen.<br />
Druk op de softkey "Knippen".<br />
De gemarkeerde G-Code wordt verwijderd en in het tussengeheugen<br />
opgeslagen.<br />
Druk op de softkey "Zoeken".<br />
Er verschijnt een nieuwe verticale lijn met softkeys.<br />
Geef de tekenreeks aan die u wenst te zoeken.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
Het G-Code-programma wordt voorwaarts naar de tekenreeks<br />
doorzocht. De gevonden tekenreeks wordt in de editor door de cursor<br />
gemarkeerd.<br />
Druk op de softkey "Verder zoeken" als u het zoeken wenst voort<br />
te zetten.<br />
De volgende gevonden tekenreeks wordt getoond.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
7-350 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
7
7 08/2005 G-Code-programma<br />
7.3 G-Code-editor<br />
G-Code zoeken en<br />
vervangen<br />
Zoeken<br />
Zoeken/<br />
Vervangen<br />
Alle<br />
vervangen<br />
Verder<br />
zoeken<br />
Vervangen<br />
Naar het begin/einde<br />
springen<br />
Andere<br />
><br />
naar het<br />
begin<br />
naar het<br />
einde<br />
G-Code-blokken<br />
hernummeren<br />
Diversen<br />
><br />
Opnieuw<br />
nummeren<br />
Druk op de softkey "Zoeken".<br />
Er verschijnt een nieuwe verticale lijn met softkeys.<br />
Druk op de softkey "Zoeken/Vervangen".<br />
Voer de tekenreeks in die u wenst te zoeken en de tekens die u in<br />
plaats daarvan wenst in te voegen.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
Het G-Code-programma wordt voorwaarts naar de tekenreeks<br />
doorzocht. De gevonden tekenreeks wordt in de editor door de cursor<br />
gemarkeerd.<br />
Druk op de softkey "Alle vervangen" als u de gezochte tekenreeks<br />
in het volledige G-Code-programma wenst de vervangen.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Verder zoeken" als u het zoeken wenst voort<br />
te zetten zonder de gezochte tekenreeks te vervangen.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Vervangen" als u de gezochte tekenreeks op<br />
deze plaats in het G-Code-programma wenst te vervangen.<br />
Druk op de softkeys "Andere" en "naar het begin" resp. "naar het<br />
einde".<br />
Het begin resp. het einde van het G-Code-programma verschijnt.<br />
Druk op de softkeys "Andere" en "Opnieuw nummeren".<br />
Voer het nummer van het eerste blok en de stapbreedte van de<br />
bloknummers (bv. 1, 5, 10) in.<br />
Druk op de softkey "Overname".<br />
De blokken worden opnieuw genummerd.<br />
U kunt de nummering opnieuw opheffen als u voor het bloknummer of<br />
de stapbreedte 0 invoert.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 7-351<br />
7
G-Code-programma 08/2005<br />
7 7.4 Rekenparameter<br />
7.4 Rekenparameter<br />
R-parameter tonen<br />
-of-<br />
R-parameter zoeken<br />
Zoeken<br />
R-parameter veranderen<br />
R-parameter wissen<br />
Rekenparameters (R-parameters) zijn variabelen die u binnen een G-<br />
Code-programma kunt gebruiken.<br />
De R-parameters kunnen door G-Code-programma's worden gelezen<br />
of geschreven. Aan R-parameters die gelezen worden, kunt u in de Rparameterlijst<br />
een waarde toewijzen.<br />
Het invoeren en wissen van R-parameters kan via de<br />
sleutelschakelaar geblokkeerd zijn.<br />
Druk op de softkey "Werkt.nulp." of de toets "Offset".<br />
Druk op de softkey "R-parameter".<br />
De R-parameterlijst wordt geopend.<br />
Druk op de softkey "Zoeken".<br />
Voer het gezochte parameternummer in.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
De gezochte parameter wordt getoond.<br />
Plaats de cursor op het invoerveld van de parameter die u wilt<br />
wijzigen.<br />
Voer de nieuwe waarde in.<br />
De nieuwe waarde van de parameter wordt direct overgenomen.<br />
Plaats de cursor op het invoerveld van de parameter waarvan u<br />
de waarde wilt wissen.<br />
Druk op de toets "Backspace".<br />
De waarde van de parameter wordt gewist.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
7-352 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
7
8 08/2005 Werktuigen beheren<br />
Werktuigen beheren<br />
8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn.......................................... 8-354<br />
8.2 Werktuigen in de werktuiglijst opnemen................................................................ 8-360<br />
8.2.1 Nieuw werktuig aanleggen.................................................................................... 8-360<br />
8.2.2 Meerdere snijkanten per werktuig aanleggen........................................................ 8-362<br />
8.2.3 Zusterwerktuig aanleggen..................................................................................... 8-363<br />
8.3 Werktuigen sorteren.............................................................................................. 8-364<br />
8.4 Werktuigen uit de werktuiglijst wissen................................................................... 8-364<br />
8.5 Werktuig in het magazijn laden resp. uit het magazijn ontladen............................ 8-365<br />
8.6 Werktuig verplaatsen ............................................................................................ 8-367<br />
8.7 Magazijn positioneren ........................................................................................... 8-369<br />
8.8 Werktuigslijtagegevens invoeren .......................................................................... 8-369<br />
8.9 Werktuigbewaking activeren ................................................................................. 8-370<br />
8.10 Magazijnplaatsen beheren.................................................................................... 8-372<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-353<br />
8
Werktuigen beheren 08/2005<br />
8 8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn<br />
8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn<br />
Bij de bewerking van werkstukken worden verschillende werktuigen<br />
gebruikt. <strong>ShopTurn</strong> moet de geometrie- en technologiegegevens van<br />
deze werktuigen kennen voor u een programma kunt afwerken (zie<br />
hfdst. "Machine instellen").<br />
Voor het beheer van uw werktuigen biedt <strong>ShopTurn</strong> de schermen<br />
Werktuiglijst, Werktuigslijtagelijst en Magazijnlijst. Daarmee kunt u ook<br />
werktuigen beheren die zich niet in de revolver (magazijn) bevinden.<br />
Het is mogelijk dat de fabrikant van de machine de verschillende<br />
lijsten veranderd heeft t.o.v. de volgende beschrijving.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Werktuiglijst In de werktuiglijst neemt u alle werktuigen op waarmee u aan de<br />
draaimachine werkt. De werktuigen die zich in de revolver bevinden<br />
wijst u toe aan bepaalde magazijnplaatsen. Bovendien kunt u hier ook<br />
werktuigen sorteren of wissen.<br />
WERKTUIG<br />
WERKTUIGLIJST<br />
Pl. Type Werktuig.nm.<br />
Værk. Werkt.<br />
liste lijst<br />
Werktuiglijst<br />
PADDESTOEL_8N<br />
BOOR_5N<br />
DRAADBOOR<br />
STEEKBEITEL_4N<br />
DRAAIBOOR<br />
GEVINDSTÅL_3N<br />
DRAADBEITEL_3N<br />
FREES_8N<br />
3D_TASTER<br />
Werkt.<br />
slijt.<br />
Pl. Plaatsnummer in het magazijn<br />
1e snijkant<br />
Lengte Lengte<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
8-354 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
Radius<br />
Magazijn<br />
Nulpunt.<br />
R-parameter<br />
versch.<br />
Plat.<br />
leng<br />
Het plaatsnummer van het werktuig dat zich in de revolver op de<br />
bewerkingspositie bevindt, heeft een grijze achtergrond.<br />
Sorteren<br />
8<br />
Alternatief<br />
Werkt. meten<br />
Werkt. wissen<br />
Ontladen<br />
Als u met meerdere magazijnen werkt, ziet u hier eerst het<br />
magazijnnummer en dan het plaatsnummer in het magazijn (bv. 1/10).<br />
Werktuigen die zich momenteel niet in een magazijn bevinden,<br />
verschijnen zonder plaatsnummer. (U vindt deze werktuigen bij<br />
sortering op magazijnplaats op het einde van de werktuiglijst.)<br />
Snijden
08/2005 Werktuigen beheren<br />
8 8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn<br />
Bij ketting- en schotelmagazijnen kunnen daarnaast ook de plaatsen<br />
voor een spil en een dubbele grijper worden aangegeven.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Spilplaats<br />
Plaatsen voor grijper 1 en 2<br />
Type Werktuigtype en snijkantligging<br />
Met de toets "Alternatief" kunt u de snijkantligging van het werktuig<br />
veranderen.<br />
Werktuignaam De identificatie van het werktuig gebeurt via de naam van het<br />
werktuig. De werktuignaam kan als tekst of nummer aangegeven zijn.<br />
DP Duplonummer van het zusterwerktuig (reservewerktuig)<br />
(DP 1 = origineel werktuig, DP 2 = eerste reservewerktuig,<br />
DP 3 = tweede reservewerktuig enz.)<br />
Werktuigcorrectiegegevens<br />
Een gedetailleerde beschrijving van de werktuigcorrectiegegevens<br />
vindt u in het hfdst. "Machine instellen" (deel "Werktuigen").<br />
(D-Nr.) Snijkant De hier aangegeven werktuigcorrectiegegevens gelden telkens voor<br />
de geselecteerde snijkant van een werktuig.<br />
Lengte X Werktuiglengtecorrectie in X-richting<br />
Lengte Z Werktuiglengtecorrectie in Z-richting<br />
Radius resp. ∅ Radius resp. diameter van het werktuig<br />
Voor frees- en boorwerktuigen kunnen hier radius of diameter<br />
aangegeven zijn, bij draaiwerktuigen altijd de snijkantradius. De<br />
omschakeling van radius op diameteraanduiding gebeurt aan de hand<br />
van een machinegegevensbouwsteen.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Referentierichting voor de houderhoek<br />
Houderhoek van een snijwerktuig<br />
De houderhoek wordt in aanmerking genomen bij de bewerking van<br />
ondersnijdingen.<br />
Plaathoek van een snijwerktuig<br />
De plaathoek wordt in aanmerking genomen bij de bewerking van<br />
achtersnijdingen.<br />
Spoed Draadspoed van een draadboor in mm/o of gangen/''<br />
Boor-∅ Diameter van de boring bij een draaiboor<br />
Plaatbreedte Plaatbreedte van een steker<br />
De plaatbreedte vereist <strong>ShopTurn</strong> voor de berekening van de rilcycli.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-355<br />
8
Werktuigen beheren 08/2005<br />
8 8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn<br />
Plaatlengte Plaatlengte van een snijwerktuig of steker<br />
De plaatlengte vereist <strong>ShopTurn</strong> voor de weergave van de werktuigen<br />
bij de simulatie van de programmabewerking.<br />
N Aantal tanden bij een frees<br />
De besturing berekent daaruit intern de omwentelingsaanvoer als in<br />
het programma de aanvoer in mm/tand ingesteld wordt.<br />
Werktuigspecifieke<br />
informatie<br />
Hoek van de werktuigspits bij een boor<br />
Als u bij het boren tot aan de steel en niet tot aan de werktuigspits<br />
aanvoert, neemt de besturing de hoek van de boorpunt in aanmerking.<br />
Indicatie van de spildraairichting<br />
De spildraairichting heeft bij de aangedreven werktuigen (boor en<br />
frees) betrekking op de werktuigspil, bij de draaiwerktuigen op de<br />
hoofd- resp. tegenspil.<br />
Als u een boor resp. frees gebruikt bij "Boren midden" of "Draad<br />
midden" heeft de aangegeven draairichting betrekking op de<br />
snijrichting van het werktuig. De hoofdspil draait dan passend t.o.v.<br />
het werktuig.<br />
Spildraairichting rechts<br />
Spildraairichting links<br />
Spil niet ingeschakeld<br />
Koelmiddeltoevoer 1 en 2 (bv. binnen- en buitenkoeling) aan/uit bij<br />
gebruik van dit werktuig<br />
Koelmiddel aan<br />
Koelmiddel uit<br />
Bedenk dat enkele machines niet over een koelmiddeltoevoer<br />
beschikken.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
8-356 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
8
08/2005 Werktuigen beheren<br />
8 8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn<br />
Multifix<br />
Werktuigselectie bij<br />
Multifix-staalhouder<br />
Werktuig<br />
selectie<br />
Als u een Multifix-staalhouder gebruikt, ziet de werktuiglijst er als volgt<br />
uit:<br />
Werktuiglijst bij Multifix-staalhouder<br />
Als u Multifix-staalhouders gebruikt, gebeurt de werktuigwissel<br />
manueel, d.w.z. de werktuigen worden met de hand in- en<br />
uitgewisseld.<br />
In de werktuiglijst selecteert u het gewenste werktuig en u activeer<br />
met behulp van de softkey “Werktuig selectie“ de waarden van het<br />
werktuig.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-357<br />
8
Werktuigen beheren 08/2005<br />
8 8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn<br />
Werktuigslijtagelijst In de werktuigslijtagelijst voert u de slijtagegevens van uw werktuigen<br />
in. <strong>ShopTurn</strong> houdt bij de werkstukbewerking rekening met deze<br />
gegevens. Bovendien kunt u hier een werktuigbewaking activeren en<br />
werktuigen blokkeren of als bovenmaats kenmerken.<br />
Pl., type, werktuignaam,<br />
DP<br />
WERKTUIG<br />
WERKTUIGSLIJTAGE<br />
Pl. Type Werktuig.nm. 1e snijkant<br />
Lengte Lengte Radius<br />
Værk. Werkt.<br />
liste lijst<br />
PADDESTOEL_8N<br />
BOOR_5N<br />
DRAADBOOR<br />
STEEKBEITEL_4N<br />
DRAAIBOOR<br />
GEVINDSTÅL_3N<br />
DRAADBEITEL_3N<br />
FREES_8N<br />
3D_TASTER<br />
Werkt.<br />
slijt.<br />
Werktuigslijtagelijst<br />
Magazijn<br />
Nulpunt.<br />
R-parameter<br />
versch.<br />
Weergave van magazijnplaatsnummer, werktuigtype en<br />
snijkantligging, tekst-/nummerbenaming van het werktuig en<br />
duplonummer<br />
(D-Nr.) Snijkant De aangegeven slijtagegegevens hebben betrekking op de<br />
geselecteerde snijkant van het werktuig.<br />
Δ Lengte X <strong>Sl</strong>ijtage in X-richting<br />
Δ Lengte Z <strong>Sl</strong>ijtage in Z-richting<br />
Δ Radius of Δ ∅ <strong>Sl</strong>ijtage van de radius resp. diameter<br />
TC Werktuigbewaking door standtijd (T),<br />
aantal (C) of slijtage (W)<br />
Tijdige waarschuwingsgrens Waarschuwingsgrens van standtijd, aantal of slijtage<br />
Standtijd<br />
Aantal<br />
<strong>Sl</strong>ijtage<br />
Werktuigtoestand<br />
(laatste beide kolommen)<br />
Standtijd van het werktuig<br />
Aantal gemaakte werkstukken<br />
Maximaal toegelaten slijtage van het werktuig<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
8-358 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
Snijden<br />
Sorteren<br />
Werktuig is geblokkeerd voor de bewerking (G) of overmaats (U).<br />
8
08/2005 Werktuigen beheren<br />
8 8.1 Werktuiglijst, werktuigslijtagelijst en werktuigmagazijn<br />
Werktuigmagazijn In de magazijnlijst kunt u bepaalde magazijnplaatsen blokkeren resp.<br />
vrijgeven.<br />
Pl., type, werktuignaam,<br />
DP<br />
WERKTUIG<br />
Magazijn Magazijnplaatsen beheren<br />
Pl. Type Werktuig.nm.<br />
Værk. Werkt.<br />
liste lijst<br />
Magazijnlijst<br />
PADDESTOEL_8N<br />
BOOR_5N<br />
DRAADBOOR<br />
STEEKBEITEL_4N<br />
DRAAIBOOR<br />
GEVINDSTÅL_3N<br />
DRAADBEITEL_3N<br />
FREES_8N<br />
3D_TASTER<br />
Werkt.<br />
slijt.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-359<br />
Plts.blokk.<br />
Ger.toest.<br />
Magazijn<br />
Nulpunt.<br />
versch.<br />
R-parameter<br />
Weergave van magazijnplaatsnummer, werktuigtype en<br />
snijkantligging, tekst-/nummerbenaming van het werktuig en<br />
duplonummer<br />
Plaatsblokkering Blokkering van de magazijnplaats<br />
Werktuigtoestand Weergave van de in de werktuigslijtagelijst aangegeven<br />
werktuigtoestand<br />
8<br />
Alternatief<br />
Alle ontladen
Werktuigen beheren 08/2005<br />
8 8.2 Werktuigen in de werktuiglijst opnemen<br />
8.2 Werktuigen in de werktuiglijst opnemen<br />
8.2.1 Nieuw werktuig aanleggen<br />
U kunt werktuigen en de bijhorende correctiegegevens direct in de<br />
werktuiglijst invoeren of reeds bestaande werktuiggegevens inlezen<br />
(zie hfdst. "Werktuig-/nulpuntgegevens opslaan/inlezen").<br />
Als u een nieuw werktuig aanlegt, biedt <strong>ShopTurn</strong> een reeks<br />
gebruikelijke werktuigtypes aan. Het is afhankelijk van het gekozen<br />
werktuigtype welke geometriegegevens u moet invoeren en hoe deze<br />
worden verwerkt.<br />
VOORBEWERKINGSWKT.<br />
NABEBEWERKINGSWKT.<br />
INDSTIKSSTÅL<br />
STEEKBEITEL<br />
GEVINDSTÅL<br />
DRAADBEITEL<br />
FRÆSER FREES<br />
BOR BOOR<br />
PADDESTOEL<br />
AANSLAG<br />
DRAADBOOR<br />
DRAAIBOOR<br />
3D_TASTER<br />
Mogelijke werktuigtypes<br />
De draaiboor kunt u inzetten bij het centrale boren en het draaien.<br />
Werktuig aanleggen Monteer het nieuwe werktuig in de revolver.<br />
Nieuw ><br />
werktuig<br />
Voorbewerkingswerktuig<br />
...<br />
3D-<br />
schakelaar<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Werkt.lijst".<br />
Plaats de cursor op de plaats in de werktuiglijst die het werktuig in<br />
de revolver inneemt. De plaats in de werktuiglijst moet nog vrij<br />
zijn.<br />
Druk op de softkey "Nieuw werktuig".<br />
Selecteer het gewenste werktuigtype en de snijkantlengte via de<br />
softkeys.<br />
Onder de softkey "Andere" staan bijkomende werktuigtypes resp.<br />
snijkantposities ter beschikking.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
8-360 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
8
08/2005 Werktuigen beheren<br />
8 8.2 Werktuigen in de werktuiglijst opnemen<br />
-of-<br />
Het nieuwe werktuig wordt aangelegd en draagt automatisch de naam<br />
van het geselecteerde werktuigtype.<br />
Geeft het werktuig een ondubbelzinnige naam.<br />
U kunt de werktuignamen naar believen uitbreiden resp. wijzigen.<br />
De naam van een werktuig mag max. 17 tekens bevatten.<br />
Toegelaten zijn letters (behalve umlauten), cijfers, liggende<br />
streepjes "_", punten "." en schuine streepjes "/".<br />
Als u een werktuignaam geeft die reeds bestaat, verschijnt het venster<br />
"Duplowerktuig aanleggen". U kunt beslissen of u een zusterwerktuig<br />
wilt aanleggen (zie hfdst. "Zusterwerktuig aanleggen").<br />
Voer de correctiegegevens van het werktuig in.<br />
Als u de snijkantligging van het werktuig achteraf wilt wijzigen, plaatst<br />
u de cursor in de kolom "Type" en kiest u met de softkey "Alternatief"<br />
of de toets "Select" één van de aangeboden mogelijkheden.<br />
Werktuignamen wijzigen U heeft de mogelijkheid de naam van een werktuig later te wijzigen.<br />
Nie her-<br />
noemen<br />
Annuleren<br />
Plaats de cursor in de kolom "Werktuignaam" en voer de<br />
gewenste naam in.<br />
Als u een werktuignaam invoert die reeds bestaat, verschijnt het<br />
venster "Duplowerktuig aanleggen". U wordt gevraagd of u een<br />
duplowerktuig wilt aanleggen.<br />
Druk op de softkey "Niet hernoemen" als u geen zusterwerktuig<br />
wilt aanleggen.<br />
Voer een nieuwe werktuignaam in.<br />
Met de softkey "Annuleren" kunt u de procedure te allen tijde<br />
onderbreken.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-361<br />
8
Werktuigen beheren 08/2005<br />
8 8.2 Werktuigen in de werktuiglijst opnemen<br />
8.2.2 Meerdere snijkanten per werktuig aanleggen<br />
Snijkanten<br />
><br />
Snijkant<br />
wissen<br />
D-nr +<br />
Nieuwe<br />
snijkant<br />
D-nr -<br />
Bij werktuigen met meerdere snijkanten krijgt elke snijkant ene eigen<br />
correctiegegevensset. Voor elk werktuig kunt u maximaal 9 snijkanten<br />
aanleggen.<br />
Bij het aanleggen van snijkanten mogen geen open plaatsen worden<br />
gelaten. Als er voor een werktuig 3 snijkanten worden aangelegd,<br />
moeten dit dus de snijkanten 1 tot 3 zijn.<br />
Werktuigen met meerdere snijkanten legt u eerst zoals hierboven<br />
beschreven aan in de werktuiglijst. U voert de correctiegegevens van<br />
de 1ste snijkant in.<br />
Druk dan op de softkeys "Snijkanten" en "Nieuwe snijkant".<br />
In plaats van de invoervelden voor de 1ste snijkant verschijnen in de<br />
werktuiglijst nu de invoervelden voor de correctiegegevens van de 2de<br />
snijkant.<br />
Kies indien nodig een andere snijkantligging.<br />
Voer de correctiegegevens voor de 2de snijkant in.<br />
Herhaal de procedure als u nog meer snijkantcorrectiegegevens<br />
wilt invoeren.<br />
Druk op de softkey "Snijkant wissen" als u de<br />
snijkantcorrectiegegevens van een snijkant wilt wissen.<br />
U kunt altijd alleen de gegevens van de snijkant met het hoogste<br />
snijkantnummer wissen.<br />
Met de softkeys "D-nr +" resp. "D-nr –" kunt u telkens de<br />
correctiegegevens voor de snijkant met het hogere resp. lagere<br />
snijkantnummer oproepen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
8-362 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
8
08/2005 Werktuigen beheren<br />
8 8.2 Werktuigen in de werktuiglijst opnemen<br />
8.2.3 Zusterwerktuig aanleggen<br />
Nieuw ><br />
werktuig<br />
Een zogenaamd "zusterwerktuig" is een werktuig dat u voor dezelfde<br />
bewerking als het reeds ingevoerde werktuig kunt gebruiken. U kunt<br />
het bv. bij een werktuigbreuk als reservewerktuig gebruiken.<br />
Voor elk werktuig in de werktuiglijst kunt u meerdere zusterwerktuigen<br />
aanleggen. Het oorspronkelijke werktuig draagt steeds het<br />
duplonummer 1, de zusterwerktuigen de duplonummers 2, 3 enz.<br />
Bij zusterwerktuigen moeten de volgende gegevens overeenstemmen<br />
met het originele werktuig:<br />
• Werktuigtype<br />
• Snijkantligging<br />
• Werktuigradius<br />
• Draairichting<br />
• Koelmiddel<br />
Leg het zusterwerktuig aan als nieuw werktuig.<br />
(zie hfdst. "Nieuw werktuig aanleggen")<br />
Geef het zusterwerktuig dezelfde naam als het oorspronkelijke<br />
werktuig.<br />
Het venster "Duplowerktuig aanleggen" verschijnt.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
Het zusterwerktuig krijgt automatisch het volgende vrije duplonummer.<br />
Voer de werktuigcorrectiegegevens van het werktuig in.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-363<br />
8
Werktuigen beheren 08/2005<br />
8 8.3 Werktuigen sorteren<br />
8.3 Werktuigen sorteren<br />
sorteren<br />
><br />
naar<br />
magazijn -of-<br />
-of-<br />
-of-<br />
-of-<br />
naar<br />
naam<br />
naar<br />
type<br />
naar<br />
T-nummer<br />
8.4 Werktuigen uit de werktuiglijst wissen<br />
Werktuig<br />
wissen<br />
Wissen<br />
Als u met grote of meerdere magazijnen werkt, kan het nuttig zijn de<br />
werktuigen naar verschillende criteria te sorteren. Zo vindt u bepaalde<br />
werktuigen sneller in de lijsten.<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp."<br />
de softkey "Werkt.lijst" of "Werkt.slijtage".<br />
Druk op de softkey "Sorteren".<br />
Kies via de softkey het gewenste sorteercriterium.<br />
De werktuigen worden opnieuw gesorteerd.<br />
Werktuigen die u niet meer gebruikt, kunt u uit de werktuiglijst<br />
verwijderen, zodat deze overzichtelijk blijft.<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Werkt.lijst".<br />
Plaats de cursor op het werktuig dat u wilt wissen.<br />
Druk op de softkey "Werktuig wissen".<br />
Druk op de softkey "Wissen".<br />
De werktuiggegevens van het geselecteerde werktuig worden gewist<br />
en de magazijnplaats wordt opnieuw vrijgegeven.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
8-364 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
8
08/2005 Werktuigen beheren<br />
8 8.5 Werktuig in het magazijn laden resp. uit het magazijn ontladen<br />
8.5 Werktuig in het magazijn laden resp. uit het magazijn ontladen<br />
Werktuig in het magazijn<br />
laden<br />
Beladen<br />
Werktuigen die u momenteel niet nodig heeft in het magazijn, kunt u<br />
uitwisselen. <strong>ShopTurn</strong> slaat de werktuiggegevens automatisch op in<br />
de werktuiglijst buiten het magazijn. Als u het werktuig later opnieuw<br />
wilt aanbrengen, laadt u het werktuig, en dus de werktuiggegevens,<br />
gewoon opnieuw op de gewenste magazijnplaats. Op die manier hoeft<br />
u dezelfde werktuiggegevens niet meermaals in te voeren.<br />
Het laden resp. ontladen van werktuigen op/van magazijnplaatsen<br />
moet via een machinegegevensbouwsteen worden geactiveerd.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Bij het laden biedt <strong>ShopTurn</strong> automatisch een lege plaats aan waarop<br />
u het werktuig kunt laden. In welk magazijn <strong>ShopTurn</strong> het eerste een<br />
lege plaats zoekt, is vastgelegd in de machinegegevens.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Bovendien kunt u bij het laden ook direct een lege magazijnplaats<br />
aangeven of bepalen in welk magazijn <strong>ShopTurn</strong> een lege plaats moet<br />
zoeken.<br />
Als uw machine slechts over één magazijn beschikt, hoeft u bij het<br />
laden alleen het gewenste plaatsnummer aan te geven, niet het<br />
magazijnnummer.<br />
Als in de werktuiglijst een spilplaats wordt aangegeven, kunt u een<br />
werktuig ook direct in de spil plaatsen resp. uit de spil verwijderen. Het<br />
laden en ontladen kunt u vergrendelen aan de hand van een<br />
machinegegevensbouwsteen.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Werkt.lijst".<br />
Plaats de cursor op het werktuig dat u in het magazijn wilt laden<br />
(bij sortering naar magazijnplaats vindt u het op het einde van de<br />
werktuiglijst).<br />
Druk op de softkey "Beladen".<br />
Het venster "Lege plaats" verschijnt. In het veld "Plaats" staat het<br />
nummer van de eerste lege magazijnplaats.<br />
Druk op de softkey "OK" als u het werktuig op de voorgestelde<br />
plaats wilt laden.<br />
-of-<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-365<br />
8
Werktuigen beheren 08/2005<br />
8 8.5 Werktuig in het magazijn laden resp. uit het magazijn ontladen<br />
Spil<br />
Lege plaats in het<br />
magazijn zoeken en<br />
werktuig laden<br />
Beladen<br />
Afzonderlijk werktuig uit<br />
het magazijn ontladen<br />
Ontladen<br />
Voer het gewenste plaatsnummer in en druk op de softkey "OK".<br />
-of-<br />
Druk op de softkeys "Spil" en "OK" als u het werktuig in de spil wilt<br />
plaatsen.<br />
Het werktuig wordt op de aangegeven magazijnplaats geladen.<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Werkt.lijst".<br />
Plaats de cursor op het werktuig dat u in het magazijn wilt laden.<br />
Druk op de softkey "Beladen".<br />
Het venster "Lege plaats" verschijnt. In het veld "Plaats" staat het<br />
nummer van de eerste lege magazijnplaats.<br />
Om in een bepaald magazijn een lege plaats te zoeken, voert u<br />
het magazijnnummer en het plaatsnummer "0" in.<br />
-of-<br />
Om in alle magazijnen een lege plaats te zoeken, voert u zowel<br />
voor het magazijnnummer als het plaatsnummer "0" in.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
Er wordt een lege plaats voorgesteld.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
Het werktuig wordt op de voorgestelde magazijnplaats geladen.<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Werkt.lijst".<br />
Plaats de cursor op het werktuig dat u wilt ontladen.<br />
Druk op de softkey "Ontladen".<br />
Het werktuig wordt uit het magazijn ontladen<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
8-366 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
8
8 08/2005 Werktuigen beheren<br />
8.6 Werktuig verplaatsen<br />
Alle werktuigen uit het<br />
magazijn ontladen<br />
Alle<br />
ontladen Ontladen<br />
Annuleren<br />
8.6 Werktuig verplaatsen<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Magazijn".<br />
Druk op de softkeys "Alle ontladen" en "Ontladen".<br />
Alle werktuigen worden uit het magazijn ontladen.<br />
Met de softkey "Annuleren" kunt u de ontladingsprocedure te allen<br />
tijde onderbreken. Het actuele werktuig wordt nog ontladen, daarna<br />
wordt de procedure gestopt.<br />
Als u de magazijnlijst verlaat, wordt de ontlaadprocedure ook gestopt.<br />
Werktuigen kunnen binnen magazijnen of ook tussen verschillende<br />
magazijnen worden verplaatst. D.w.z. dat u de werktuigen niet eerst<br />
moet ontladen om ze daarna op een andere plaats te laden.<br />
<strong>ShopTurn</strong> biedt automatisch een lege plaats aan waarop u het<br />
werktuig kunt plaatsen. In welk magazijn <strong>ShopTurn</strong> het eerste een<br />
lege plaats zoekt, is vastgelegd in de machinegegevens.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Bovendien kunt u ook direct een lege magazijnplaats aangeven of<br />
bepalen in welk magazijn <strong>ShopTurn</strong> een lege plaats moet zoeken.<br />
Als uw machine slechts over één magazijn beschikt, hoeft u alleen het<br />
gewenste plaatsnummer aan te geven, niet het magazijnnummer.<br />
Als in de werktuiglijst een spilplaats wordt aangegeven, kunt u een<br />
werktuig ook direct in de spil plaatsen resp. uit de spil verwijderen.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-367<br />
8
Werktuigen beheren 08/2005<br />
8 8.6 Werktuig verplaatsen<br />
Lege plaats aangeven<br />
Verplaatsen<br />
Spil<br />
Lege plaats zoeken<br />
Verplaatsen<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Magazijn".<br />
Plaats de cursor op het werktuig dat u op een andere<br />
magazijnplaats wilt plaatsen.<br />
Druk op de softkey "Verplaatsen".<br />
Het venster "Lege plaats" verschijnt. In het veld "Plaats" staat het<br />
nummer van de eerste lege magazijnplaats.<br />
Druk op de softkey "OK" als u het werktuig op de voorgestelde<br />
plaats wilt zetten.<br />
-of-<br />
Voer het gewenste plaatsnummer in en druk op de softkey "OK".<br />
-of-<br />
Druk op de softkeys "Spil" en "OK" als u het werktuig in de spil wilt<br />
plaatsen.<br />
Het werktuig wordt op de aangegeven magazijnplaats gezet.<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Magazijn".<br />
Plaats de cursor op het werktuig dat u op een andere<br />
magazijnplaats wilt plaatsen.<br />
Druk op de softkey "Verplaatsen".<br />
Het venster "Lege plaats" verschijnt. In het veld "Plaats" staat het<br />
nummer van de eerste lege magazijnplaats.<br />
Om in een bepaald magazijn een lege plaats te zoeken, voert u<br />
het magazijnnummer en het plaatsnummer "0" in.<br />
-of-<br />
Om in alle magazijnen een lege plaats te zoeken, voert u zowel<br />
voor het magazijnnummer als het plaatsnummer "0" in.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
Er wordt een lege plaats voorgesteld.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
Het werktuig wordt op de voorgestelde magazijnplaats gezet.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
8-368 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
8
08/2005 Werktuigen beheren<br />
8 8.7 Magazijn positioneren<br />
8.7 Magazijn positioneren<br />
Magazijnplaats<br />
positioneren<br />
Positio-<br />
neren<br />
8.8 Werktuigslijtagegevens invoeren<br />
U kunt magazijnplaatsen direct op de laadplaats positioneren.<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Magazijn".<br />
Plaats de cursor op de magazijnplaats die u op de laadplaats wilt<br />
positioneren.<br />
Druk op de softkey "Positioneren".<br />
De magazijnplaats wordt op de laadplaats gepositioneerd.<br />
Werktuigen die gedurende langere tijd in gebruik zijn, kunnen afslijten.<br />
Deze slijtage kunt u meten en in de werktuitslijtagelijst invoeren.<br />
<strong>ShopTurn</strong> neemt deze gegevens in acht bij de berekening van de<br />
werktuiglengte resp. de radiuscorrectie. Op deze manier bereikt u een<br />
constante precisie bij de werkstukbewerking.<br />
Als u de slijtagewaarden invoert, controleert <strong>ShopTurn</strong> of de waarden<br />
een incrementele resp. absolute bovengrens niet overschrijden. De<br />
incrementele bovengrens geeft het maximale verschil tussen oude en<br />
nieuwe slijtagewaarde aan. De absolute bovengrens is de maximale<br />
waarde die u kunt invoeren.<br />
De bovengrenzen zijn vastgelegd in de machinegegevens.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey<br />
"Werkt.slijtage".<br />
Plaats de cursor op het werktuig waarvan u de slijtagegegevens<br />
wilt invoeren.<br />
Voer de verschilwaarden voor lengte (Δ lengte X, Δ lengte Z) en<br />
radius/diameter (Δ radius/Δ ∅) in de overeenkomstige kolommen<br />
in.<br />
De ingevoerde slijtagewaarden worden bij de radius opgeteld resp.<br />
van de werktuiglengte afgetrokken. D.w.z. dat een positieve<br />
verschilwaarde bij de radius een overmaat betekent (bv. voor een<br />
latere nabewerking).<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-369<br />
8
Werktuigen beheren 08/2005<br />
8 8.9 Werktuigbewaking activeren<br />
8.9 Werktuigbewaking activeren<br />
U kunt de gebruiksduur van de werktuigen met <strong>ShopTurn</strong> automatisch<br />
bewaken om een constante bewerkingskwaliteit te verzekeren.<br />
Bovendien kunt u werktuigen die u niet meer wilt gebruiken, blokkeren<br />
of als overmaats kenmerken.<br />
De werktuigbewaking kan aan de hand van een<br />
machinegegevensbouwsteen worden geactiveerd.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Standtijd (T) Met Standtijd T (Time) wordt de gebruiksduur van een werktuig met<br />
bewerkingsaanvoer in minuten bewaakt. Als de resterende standtijd 0<br />
is, wordt het werktuig geblokkeerd. Het werktuig wordt bij de volgende<br />
vervanging niet meer gebruikt. Indien voorhanden, wordt een<br />
zusterwerktuig (reservewerktuig) ingezet.<br />
De bewaking van de standtijd heeft betrekking op de geselecteerde<br />
werktuigsnijkant.<br />
Aantal (C) Met het aantal C (Count) wordt daarentegen het aantal<br />
geproduceerde werkstukken geteld. Ook hierbij wordt het werktuig<br />
geblokkeerd zodra de restwaarde 0 is.<br />
<strong>Sl</strong>ijtage (W) Met <strong>Sl</strong>ijtage W (Wear) wordt de grootste waarde van de<br />
slijtageparameters Δ lengte X, Δ lengte Z of Δ radius resp. Δ ∅ in de<br />
slijtagelijst gecontroleerd. Ook hier wordt het werktuig geblokkeerd als<br />
één van de slijtageparameters de waarde van <strong>Sl</strong>ijtage W heeft bereikt.<br />
De slijtagebewaking moet door de machinefabrikant worden ingesteld.<br />
Volg hiervoor de instructies van de machinefabrikant.<br />
Tijdige waarschuwingsgrens De waarschuwingsgrens geeft een standtijd, aantal resp.<br />
slijtagewaarde aan waarbij een eerste waarschuwingsmelding wordt<br />
gegeven.<br />
De waarde voor het melden van een waarschuwing als gevolg van<br />
een bereikte slijtagegrens wordt berekend uit het verschil van de<br />
maximale slijtage en de ingevoerde waarschuwingsgrens.<br />
geblokkeerd (G) Afzonderlijke werktuigen kunt u ook manueel blokkeren als u ze voor<br />
de werkstukbewerking niet meer wilt gebruiken.<br />
overmaats (U) Bij overmaatse werktuigen worden naburige magazijnplaatsen (links<br />
en rechts ernaast) telkens half bezet. D.w.z. dat u het volgend<br />
werktuig pas twee plaatsen verder in het magazijn kunt opnemen.<br />
(Daar kan dan ook weer een overmaats werktuig staan.)<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
8-370 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
8
08/2005 Werktuigen beheren<br />
8 8.9 Werktuigbewaking activeren<br />
Werktuiggebruik<br />
bewaken<br />
Werktuigtoestanden<br />
invoeren<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey<br />
"Werkt.slijtage".<br />
Plaats de cursor op het werktuig dat u wilt bewaken.<br />
Selecteer in de kolom "T/C" de parameter die u wilt bewaken<br />
(T = standtijd, C = aantal, W = slijtage).<br />
Voer een waarschuwingsgrens in voor de standtijd, het aantal of<br />
de slijtage.<br />
Voer de geplande gebruiksduur van het werktuig, het geplande<br />
aantal werkstukken of de maximaal toegelaten slijtage in.<br />
Zodra de standtijd, het aantal of de slijtagegrens bereikt is, wordt het<br />
werktuig geblokkeerd.<br />
Als u het aantal wilt bewaken, moet u bovendien in elk programma dat<br />
de te bewaken werktuigen oproept, voor het programma-einde de<br />
volgende G-Code-commando's invoeren:<br />
SETPIECE(1) ; Aantal met 1 verhogen<br />
SETPIECE(0) ; T-nr. wissen<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey<br />
"Werkt.slijtage".<br />
Plaats de cursor op een werktuig.<br />
Selecteer in het eerste veld van de laatste kolom de optie "G" als<br />
u het werktuig voor de bewerking wilt blokkeren.<br />
-of-<br />
Selecteer in het tweede veld van de laatste kolom de optie "U" als<br />
u het werktuig als overrnaats wilt markeren.<br />
De werktuigblokkering resp. de plaatsblokkering voor de naburige<br />
magazijnplaatsen is nu actief.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 8-371<br />
8
Werktuigen beheren 08/2005<br />
8 8.10 Magazijnplaatsen beheren<br />
8.10 Magazijnplaatsen beheren<br />
Magazijnplaats<br />
blokkeren<br />
Magazijnplaats vrijgeven<br />
Als een magazijnplaats defect is of een overmaats werktuig meer dan<br />
een halve naburige plaats nodig heeft, kunt u de magazijnplaats<br />
blokkeren.<br />
Aan een geblokkeerde magazijnplaats kunt u geen werktuiggegevens<br />
meer toewijzen.<br />
In de kolommen "Werktuigtoestand" kunt u bovendien lezen of een<br />
werktuig geblokkeerd (G) of overmaats (U) is.<br />
De werktuigtoestanden kunt u in de werktuigslijtagelijst wijzigen (zie<br />
hfdst. "Werktuigbewaking activeren").<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Magazijn".<br />
Plaats de cursor in de kolom "Plaatsblokkering" op de lege<br />
magazijnplaats die u wilt blokkeren.<br />
Druk op de softkey "Alternatief".<br />
De letter "G" verschijnt als teken voor de plaatsblokkering.<br />
Kies in het bedieningsbereik "Werkt.nulp." de softkey "Magazijn".<br />
Plaats de cursor in de kolom "Plaatsblokkering" op een<br />
geblokkeerde magazijnplaats.<br />
Druk op de softkey "Alternatief".<br />
De letter "G" is niet meer zichtbaar en de magazijnplaats is nu weer<br />
vrijgegeven.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
8-372 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
8
9 08/2005 Programma's beheren<br />
Programma's beheren<br />
9.1 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> ................................................................... 9-374<br />
9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded).......................... 9-375<br />
9.2.1 Programma openen .............................................................................................. 9-377<br />
9.2.2 Programma uitvoeren ........................................................................................... 9-378<br />
9.2.3 G-Code-programma afwerken van USB-/netwerk-drive ........................................ 9-379<br />
9.2.4 Directory/programma aanleggen........................................................................... 9-380<br />
9.2.5 Meerdere programma's markeren......................................................................... 9-381<br />
9.2.6 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen ...................................................... 9-382<br />
9.2.7 Directory/Programma wissen ................................................................................ 9-383<br />
9.2.8 Werktuig-/nulpuntgegevens opslaan/inlezen......................................................... 9-384<br />
9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)......................................... 9-387<br />
9.3.1 Programma openen .............................................................................................. 9-389<br />
9.3.2 Programma uitvoeren ........................................................................................... 9-390<br />
9.3.3 Programma laden/ontladen................................................................................... 9-391<br />
9.3.4 G-Code-programma van harddisk resp. diskdrive/USB-/netwerk-drive afwerken.. 9-392<br />
9.3.5 Directory/Programma nieuw aanleggen ................................................................ 9-394<br />
9.3.6 Meerdere programma's markeren......................................................................... 9-395<br />
9.3.7 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen/verschuiven................................... 9-396<br />
9.3.8 Directory/Programma wissen ................................................................................ 9-398<br />
9.3.9 Werktuig-/nulpuntgegevens opslaan/inlezen......................................................... 9-398<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-373<br />
9
Programma's beheren 08/2005<br />
9 9.1 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong><br />
9.1 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong><br />
Alle programma's voor de werkstukbewerking die u in <strong>ShopTurn</strong><br />
gecreëerd hebt, worden in het NCK-arbeidsgeheugen opgeslagen.<br />
Via de Programmamanager heeft u altijd toegang tot de programma's<br />
om deze te laten afwerken, te veranderen, te kopiëren of te<br />
hernoemen. Programma's die u niet meer nodig hebt, kunt u wissen<br />
om de geheugenruimte weer vrij te geven.<br />
Voor de uitwisseling van programma's en gegevens met andere<br />
werkplekken biedt <strong>ShopTurn</strong> verschillende mogelijkheden:<br />
• eigen harde schijf (alleen PCU 50.3)<br />
• CompactFlash Card<br />
• diskdrive (alleen PCU 50.3)<br />
• USB-/netwerkverbinding<br />
In de volgende hoofdstukken wordt alternatief het programmabeheer<br />
van <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded) of PCU 50.3 (HMI<br />
Advanced) verklaard.<br />
Informeert u op welke versie <strong>ShopTurn</strong> bij u loopt en leest u dan het<br />
hoofdstuk "Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI<br />
Embedded)" of het hoofdstuk "Programma's beheren met PCU 50.3".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
9-374 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
9
08/2005 Programma's beheren<br />
9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />
9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />
Bij de <strong>ShopTurn</strong>-variant op NCU (HMI Embedded) worden alle<br />
programma's en gegevens steeds bewaard in het NCKwerkgeheugen.<br />
Bovendien kan de directory-structuur van een USB-/netwerk-drive<br />
worden weergegeven.<br />
Gebruikersinterface <strong>ShopTurn</strong><br />
op NCU (HMI Embedded)<br />
Editeren<br />
<strong>ShopTurn</strong>-prog.<br />
<strong>ShopTurn</strong>-subprog.<br />
G-Code-prog.<br />
USB-/<br />
netwerk-drive<br />
Editeren<br />
<strong>ShopTurn</strong>-prog.<br />
<strong>ShopTurn</strong>-subprog.<br />
G-Code-prog.<br />
NC-werkgeheugen<br />
Gegevensbewaring met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />
Een overzicht van alle directories en programma's vindt u in de<br />
Programmamanager.<br />
Programmamanager <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />
In de horizontale lijn met de softkeys kunt u het opslagmedium kiezen,<br />
waarvan u de directories en programma's wenst te tonen. Naast de<br />
softkey "NC", waarmee de gegevens van het NCK-werkgeheugen<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-375<br />
9
Programma's beheren 08/2005<br />
9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />
<br />
<br />
Directory openen<br />
-of-<br />
...<br />
kunnen worden aangegeven, kunnen nog 8 andere softkeys bezet<br />
zijn. U kunt de directories en programma's van USB-/netwerk-drives<br />
en de CF-Card-drive oproepen. De softkey "USB Front" is de<br />
standaardinstelling.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
In het overzicht hebben de symbolen in de linkerkolom de volgende<br />
betekenis:<br />
Directory<br />
Programma<br />
Nulpunt-/werktuiggegevens<br />
De directories en programma's worden altijd samen met de volgende<br />
informatie gelijst:<br />
• Naam<br />
De naam mag maximaal uit 24 tekens bestaan. Bij het overdragen<br />
van de gegevens op externe systemen wordt de naam na 8<br />
tekens afgesneden.<br />
• Type<br />
Directory: WPD<br />
Programma: MPF<br />
Nulpunt-/Werktuiggegevens: INI<br />
• Formaat (in byte)<br />
• Datum/tijd (van het creëren of van de laatste wijziging)<br />
Meer informatie over de omgang met bestanden, de selectie en de<br />
afwerking van een programma vindt u in:<br />
Literatuur: /BEM/, Handboek HMI Embedded sl.<br />
In de directory "TEMP" bewaart <strong>ShopTurn</strong> de programma's die intern<br />
voor de berekening van verspaningsprocedures worden gegenereerd.<br />
Boven de horizontale lijn met de softkeys vindt u gegevens voor de<br />
geheugentoewijzing in de NCK.<br />
Druk op de softkey "Programma" of de toets "Program Manager".<br />
Het directory-overzicht verschijnt.<br />
Kies met de softkey het opslagmedium.<br />
Plaats de cursor op de directory die u wilt openen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
9-376 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
9
08/2005 Programma's beheren<br />
9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />
-of-<br />
Terugkeren naar een<br />
bovengeschikt directoryniveau<br />
-of-<br />
9.2.1 Programma openen<br />
-of-<br />
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />
Alle programma's in deze directory worden nu getoond.<br />
Druk op de toets "Cursor links", als de cursor in een willekeurige<br />
regel staat.<br />
-of-<br />
Plaats de cursor op de terugkeerregel.<br />
-en-<br />
Druk op de toets "Input" of "Cursor links".<br />
Het bovengeschikte directory-niveau verschijnt.<br />
Als u een programma meer in detail wenst te bekijken of wijzigingen<br />
erin wenst uit te voeren, laat dan het arbeidsplan van het programma<br />
tonen.<br />
Druk op de softkey "Programma".<br />
Het directory-overzicht verschijnt.<br />
Plaats de cursor op het programma dat u wilt openen.<br />
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />
Het gekozen programma wordt in het bedieningsbereik "Programma"<br />
geopend. Het arbeidsplan van het programma verschijnt.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-377<br />
9
Programma's beheren 08/2005<br />
9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />
9.2.2 Programma uitvoeren<br />
Af-<br />
werken<br />
Cycle Start<br />
Alle programma's die in uw systeem opgeslagen zijn, kunt u altijd<br />
kiezen om automatisch werkstukken te bewerken.<br />
Als u een programma wilt afwerken dat op een andere machine werd<br />
opgesteld, moet u de volgende punten in acht nemen: Als op de<br />
andere machine de positieve draairichting vna de C-as andersom is<br />
ingesteld, moet u alle positiegegevens in het programma spiegelen<br />
die via de parameter "C" ("C0", "CP") werden geprogrammeerd.<br />
D.w.z. dat u het voorteken van de positiegegevens moet veranderen.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op het programma dat u wilt afwerken.<br />
Druk op de softkey "Afwerken".<br />
<strong>ShopTurn</strong> schakelt nu om op de bedieningsmodus "Machine Auto" en<br />
laadt het programma.<br />
Druk vervolgens de toets "Cycle Start".<br />
De bewerking van het werkstuk wordt gestart (zie ook hfdst.<br />
"Werkstuk bewerken").<br />
Als het programma in het bedieningsbereik "Programma" reeds<br />
geopend is, drukt u op de softkey "Afwerken" om het programma in de<br />
bedieningsmodus "Machine Auto" te laden. Daar start u het bewerken<br />
van het werkstuk eveneens met de toets "Cycle Start".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
9-378 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
9
08/2005 Programma's beheren<br />
9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />
9.2.3 G-Code-programma afwerken van USB-/netwerk-drive<br />
Andere<br />
Cycle Start<br />
-of-<br />
><br />
…<br />
Uitvoeren<br />
harde sch.<br />
Als de capaciteit van uw NCK-werkgeheugen reeds sterk belast is,<br />
kunt u G-Code-programma's ook van een USB-/netwerk-drive (bv.<br />
memory stick) afwerken.<br />
Niet het volledige G-Code-programma wordt dan voor het uitvoeren in<br />
het NCK-geheugen geladen maar alleen een eerste deel ervan.<br />
Verdere programmablokken worden dan tijdens het uitvoeren van het<br />
eerste deel dan continu nageladen.<br />
Het G-Code-programma blijft tijdens het uitvoeren van de USB-<br />
/netwerk-drive hierop opgeslagen.<br />
Stappenreeksprogramma's kunnen niet worden uitgevoerd van de<br />
USB-/netwerk-drive.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Kies via de softkey de USB-/netwerk-drive resp. de lokale USBaansluiting.<br />
Plaats de cursor op de directory waarin u een G-Code-programma<br />
wilt laten afwerken.<br />
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />
De directory wordt geopend.<br />
Plaats de cursor op het G-Code-programma dat u wilt laten<br />
afwerken.<br />
Druk op de softkeys "Andere" en "Uitvoer. harde sch."<br />
<strong>ShopTurn</strong> schakelt nu om op de bedieningsmodus "Machine Auto" en<br />
laadt het G-Code-programma.<br />
Druk op de toets "CycleStart".<br />
De bewerking van het werkstuk wordt gestart (zie ook hfdst.<br />
"Werkstuk bewerken"). De programma-inhoud wordt tijdens het<br />
vorderen van het bewerken continu in het NCK-arbeidsgeheugen<br />
nageladen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-379<br />
9
Programma's beheren 08/2005<br />
9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />
9.2.4 Directory/programma aanleggen<br />
Directory aanleggen<br />
Nieuw<br />
Directory<br />
Programma aanleggen<br />
Nieuw<br />
-of-<br />
<strong>ShopTurn</strong><br />
programma<br />
G-Code<br />
programma<br />
Directory-structuren ondersteunen u bij het overzichtelijk beheer van<br />
uw programma's en gegevens. Hiervoor kunt u in een directory een<br />
willekeurig aantal sub-directories aanleggen.<br />
In een sub-directory/directory kunt u weerom programma's aanleggen<br />
en vervolgens programmablokken voor deze programma's aanmaken<br />
(zie hfdst. "Stappenreeksprogramma opstellen").<br />
Het nieuwe programma wordt automatisch opgeslagen in het NCKwerkgeheugen.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Druk op de softkeys "Nieuw" en "Directory".<br />
Voer een nieuwe directory-naam in.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
De gewenste directory wordt aangelegd.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma<br />
wilt aanleggen.<br />
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />
Druk op de softkey "Nieuw".<br />
Druk nu op de softkey "<strong>ShopTurn</strong> Programma" als u een<br />
stappenreeksprogramma wilt aanleggen.<br />
(zie hfdst. "Stappenreeksprogramma opstellen")<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "G-Code-programma", als u een G-Codeprogramma<br />
wenst aan te leggen.<br />
(zie hfdst. "G-Code-programma")<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
9-380 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
9
08/2005 Programma's beheren<br />
9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />
9.2.5 Meerdere programma's markeren<br />
Meerdere programma's<br />
blokwijze markeren<br />
Markeren<br />
-of-<br />
Meerdere programma's<br />
afzonderlijk markeren<br />
-of-<br />
Om later meerdere programma's gelijktijdig te kopiëren, te wissen<br />
enz. kunt u meerdere programma's in één keer blokwijze of<br />
afzonderlijk markeren.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op het eerste programma dat u wilt markeren.<br />
Druk op de softkey "Markeren".<br />
Breid uw programmaselectie uit met de cursortoetsen naar boven<br />
of naar beneden.<br />
Het volledige programmablok wordt gemarkeerd.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op het eerste programma dat u wilt markeren.<br />
Druk op de toets "Select"<br />
Beweeg dan de cursor naar het volgende programma dat u wenst<br />
te kiezen.<br />
Druk opnieuw de toets "Select".<br />
De afzonderlijk gekozen programma's worden gemarkeerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-381<br />
9
Programma's beheren 08/2005<br />
9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />
9.2.6 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen<br />
Directory/Programma<br />
kopiëren<br />
Kopiëren<br />
Invoegen<br />
Als u een nieuwe directory of een nieuw programma wenst aan te<br />
leggen die/dat net zoals een reeds voorhanden moet zijn, dan spaart<br />
u tijd, als u de oude directory resp. het oude programma kopieert en<br />
alleen geselecteerde programma's resp. programmablokken wijzigt.<br />
De mogelijkheid directories en programma's te kopiëren en op een<br />
andere plaats weer in te voegen, gebruikt u ook om gegevens via een<br />
USB-/netwerk-drive (bv. memory stick) uit te wisselen met andere<br />
<strong>ShopTurn</strong>-installaties.<br />
Bovendien kunt u directories op programma's herbenoemen.<br />
U kunt een programma niet herbenoemen, als het gelijktijdig in de<br />
bedieningswijze "Machine auto" geladen is.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt<br />
kopiëren.<br />
Druk op de softkey "Kopiëren".<br />
Kies het directory-niveau, waar u uw gekopieerde<br />
directory/gekopieerd programma wenst in te voegen.<br />
Druk op de softkey "Invoegen".<br />
De gekopieerde directory/het gekopieerde programma wordt in het<br />
gekozen directory-niveau ingevoegd. Als er op dit niveau reeds een<br />
directory/programma met dezelfde naam bestaat, verschijnt er een<br />
opvraag, of u de directory/het programma wenst te overschrijven of<br />
onder een andere naam wenst in te voegen.<br />
Druk op de softkey "OK", als u de directory/het programma wenst<br />
te overschrijven.<br />
-of-<br />
Voer een andere naam in, als u de directory/het programma onder<br />
een andere naam wenst in te voegen.<br />
-en-<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
9-382 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
9
08/2005 Programma's beheren<br />
9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />
Directory/Programma<br />
herbenoemen<br />
Herbenoemen<br />
9.2.7 Directory/Programma wissen<br />
Wissen<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt<br />
herbenoemen.<br />
Druk op de softkey "Herbenoemen".<br />
Voer in het veld "Naar:" de nieuwe directory- of programmanaam<br />
in.<br />
De naam moet eenduidig zijn, d.w.z. twee directories of<br />
programma's mogen niet dezelfde naam hebben.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
De directory/het programma wordt herbenoemd.<br />
Wis af en toe de programma's of directories die u niet meer gebruikt<br />
om uw gegevensbeheer overzichtelijk te houden en het NCKarbeidsgeheugen<br />
weer vrij te geven.<br />
<strong>Sl</strong>a deze gegevens eventueel eerst op een externe gegevensdrager<br />
(bv. memory stick) of een USB-/netwerk-drive op.<br />
Bedenk dat u door het wissen van een directory ook alle<br />
programma's, werktuig- en nulpuntgegevens en alle sub-directories<br />
wist die zich in deze directory bevinden.<br />
Als u plaats in het NCK-geheugen wenst vrij te geven, wist u de<br />
inhoud van de directory "TEMP". Daar bewaart <strong>ShopTurn</strong> de<br />
programma's die intern voor de berekening van<br />
verspaningsprocedures worden gegenereerd.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt wissen.<br />
Druk op de softkeys "Wissen" en "OK".<br />
De gekozen directory of het gekozen programma wordt gewist.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-383<br />
9
Programma's beheren 08/2005<br />
9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />
9.2.8 Werktuig-/nulpuntgegevens opslaan/inlezen<br />
Gegevens opslaan<br />
Andere<br />
><br />
Gegevens<br />
beveiligen<br />
Naast de programma's kunt u ook werktuiggegevens en<br />
nulpuntinstellingen opslaan.<br />
U kunt van deze mogelijkheid gebruik maken om bv. de vereiste<br />
werktuig- en nulpuntgegevens voor een bepaald<br />
stappenreeksprogramma op te slaan. Als u dit programma later<br />
opnieuw wenst uit te voeren, hebt u op deze manier snel weer<br />
toegang tot deze instellingen.<br />
Ook werktuiggegevens die u op een extern werktuig-voorinsteltoestel<br />
berekend hebt, kunt u zo gemakkelijk in het werktuigbeheer inspelen.<br />
Zie hierover:<br />
Literatuur: /FBT/, Inbedrijfstellingshandboek CNC Deel 4<br />
(<strong>ShopTurn</strong>), <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl/840 DE sl<br />
U kunt kiezen, welke gegevens u wenst op te slaan:<br />
• Werktuigdata<br />
• Magazijntoewijzing<br />
• Nulpunten<br />
• Basis nulpunt<br />
Bovendien kunt u de omvang van de gegevensomslag bepalen:<br />
• Volledige werktuiglijst resp. alle nulpunten<br />
• Alle in het programma gebruikte werktuigdata resp. nulpunten<br />
Het uitlezen van de magazijntoewijzing is alleen mogelijk als uw<br />
systeem het laden en ontladen van werktuigdata in resp. uit het<br />
magazijn toelaat (zie hfdst. "Werktuigbeheer", deel "Werktuig in<br />
magazijn laden resp. ontladen").<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op het programma waarvan u de werktuig- en<br />
nulpuntgegevens wilt opslaan.<br />
Druk op de softkeys "Andere" en "Gegevens beveiligen".<br />
Kies de gegevens die u wenst op te slaan.<br />
Wijzig, indien u dit wenst, de voorgestelde naam.<br />
Als naam voor uw werktuig- en nulpuntbestand wordt de naam<br />
van het oorspronkelijk gekozen programma met de toevoeging<br />
"..._TMZ" aangeboden.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
9-384 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
9
08/2005 Programma's beheren<br />
9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />
Gegevens inlezen<br />
Afwerken<br />
-of-<br />
Alle ver-<br />
vangen<br />
Geen ver-<br />
vangen<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
De werktuig-/nulpuntgegevens worden in dezelfde directory<br />
aangelegd waarin zich ook het geselecteerde programma bevindt.<br />
Indien er reeds een werktuig- en nulpuntbestand met de aangegeven<br />
naam bestaat, dan wordt deze nu met de nieuwe gegevens<br />
overgeschreven.<br />
Als zich in een directory een MPF-programma en een INI-bestand met<br />
dezelfde naam bevinden, wordt bij de selectie van het MPFprogramma<br />
eerst het INI-bestand automatisch gestart. Daardoor<br />
kunnen ongewild werktuiggegevens worden gewijzigd.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op de opgeslagen werktuig-/nulpuntgegevens die<br />
u opnieuw wilt inlezen.<br />
Druk op de softkey "Afwerken" of de toets "Input".<br />
Het venster "Opgeslagen gegevens inlezen" wordt geopend.<br />
Kies, welke gegevens (werktuigcorrectiedata, magazijntoewijzing,<br />
nulpuntdata, basisnulpuntverschuiving) u wenst in te lezen.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
De gegevens worden ingelezen.<br />
Afhankelijk van de gegevens die u heeft geselecteerd, gedraagt<br />
<strong>ShopTurn</strong> zich als volgt:<br />
alle werktuigcorrectiedata<br />
Eerst worden alle gegevens van het werktuigbeheer gewist en dan<br />
worden de opgeslagen gegevens ingespeeld.<br />
alle in het programma gebruikte werktuigcorrectiegegevens<br />
Indien er ten minste één van de in te lezen werktuigen reeds in het<br />
werktuigbeheer bestaat, kunt u tussen de volgende mogelijkheden<br />
kiezen.<br />
Druk op de softkey "Alle vervangen“, als u alle werktuigdata wenst<br />
in te spelen. Ander reeds voorhanden werktuig wordt nu zonder<br />
ruggespraak overgeschreven.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Geen vervangen", als u het inlezen van de<br />
gegevens wenst te onderbreken.<br />
-of-<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-385<br />
9
Programma's beheren 08/2005<br />
9 9.2 Programma's beheren met <strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded)<br />
Druk op de softkey "Neen" als u het oude werktuig wilt behouden.<br />
Als het oude werktuig niet op de opgeslagen magazijnplaats staat,<br />
wordt het daarheen verplaatst.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Ja", als u het oude werktuig wenst te<br />
overschrijven.<br />
Bij het werktuigbeheer zonder laden/ontladen wordt het oude werktuig<br />
gewist, bij de variante met laden/ontladen wordt het oude werktuig<br />
voordien ontladen.<br />
Indien u voor de overname met "Ja" de werktuignaam wijzigt, wordt<br />
het werktuig bijkomend in de werktuiglijst geregistreerd.<br />
Nulpuntverschuivingen<br />
Voorhanden nulpuntverschuivingen worden bij het inlezen altijd<br />
overschreven.<br />
Magazijntoewijzing<br />
Als de magazijntoewijzing niet mee wordt ingelezen, wordt het<br />
werktuig zonder plaatsnummer in de werktuiglijst geregistreerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
9-386 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
9
08/2005 Programma's beheren<br />
9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
Bij de <strong>ShopTurn</strong>-variant met PCU 50.3 (HMI Advanced) is er naast het<br />
NCK-werkgeheugen een harddisk. Daardoor is het mogelijk, alle<br />
programma's, die momenteel niet benodigd zijn in de NCK op de<br />
harddisk te bewaren.<br />
Bovendien kan de directory-structuur van een disk-, USB- of netwerkdrive<br />
worden getoond.<br />
netwerkdiskdrive<br />
Diskdrive<br />
Editeren<br />
<strong>ShopTurn</strong>-prog.<br />
<strong>ShopTurn</strong>-subprog.<br />
G-Code-prog.<br />
<strong>ShopTurn</strong>-gebruikersinterface PCU 50.3<br />
Editeren<br />
Gegevensopslag met PCU 50.3<br />
Editeren<br />
<strong>ShopTurn</strong>-prog.<br />
<strong>ShopTurn</strong>-subprog.<br />
G-Code-prog.<br />
Gegevensbewaring-<br />
Directory van de<br />
harddisk<br />
Editeren<br />
NC-werkgeheugen<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-387<br />
laden<br />
ontladen<br />
Opslaan<br />
Shop Turn -prog.<br />
Shop Turn -subprog.<br />
G-Code-prog.<br />
Een overzicht van alle directories en programma's vindt u in de<br />
Programmamanager.<br />
Programmamanager PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
In de horizontale lijn met de softkeys kunt u het opslagmedium kiezen,<br />
waarvan u de directories en programma's wenst te tonen. Naast de<br />
softkey "NC", waarmee de gegevens van het NCK-werkgeheugen en<br />
9
Programma's beheren 08/2005<br />
9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
<br />
<br />
van de data-directory op de harddisk kunnen worden aangegeven,<br />
kunnen nog 8 andere softkeys bezet zijn. Daar kunt u de directories<br />
en programma's van de volgende opslagmedia laten tonen:<br />
• USB-/netwerk-drives (netwerkkaart noodzakelijk)<br />
• Diskdrive<br />
• Lokale USB-frontinterface<br />
• Archief-directory op de harde schijf<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
In het overzicht hebben de symbolen in de linkerkolom de volgende<br />
betekenis:<br />
Directory<br />
Programma<br />
Nulpunt-/werktuiggegevens<br />
De directories en programma's worden altijd samen met de volgende<br />
informatie gelijst:<br />
• Naam<br />
De naam mag maximaal uit 24 tekens bestaan. Bij het overdragen<br />
van de gegevens op externe systemen wordt de naam na 8<br />
tekens afgesneden.<br />
• Type<br />
Directory: WPD<br />
Programma: MPF<br />
Nulpunt-/Werktuiggegevens: INI<br />
• Geladen<br />
Aan een kruis in de kolom "Geladen" herkent u of het programma<br />
zich nog in het NCK-werkgeheugen bevindt (X) of op de harddisk<br />
opgeslagen is ( ).<br />
• Formaat (in byte)<br />
• Datum/tijd (van het creëren of van de laatste wijziging)<br />
Meer informatie over de omgang met bestanden, de selectie en de<br />
afwerking van een programma vindt u in:<br />
Literatuur: /BAD/, Handboek HMI Advanced.<br />
In de directory "TEMP" bewaart <strong>ShopTurn</strong> de programma's die intern<br />
voor de berekening van verspaningsprocedures worden gegenereerd.<br />
Boven de horizontale softkey-balk vindt u gegevens m.b.t. de<br />
geheugenruimteverdeling op de harde schijf en in de NCK.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
9-388 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
9
9 08/2005 Programma's beheren<br />
9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
Directory openen<br />
-of-<br />
-of-<br />
...<br />
Terugkeren naar een<br />
bovengeschikt directoryniveau<br />
-of-<br />
9.3.1 Programma openen<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Programma" of de toets "Program Manager".<br />
Het directory-overzicht verschijnt.<br />
Kies met de softkey het opslagmedium.<br />
Plaats de cursor op de directory die u wilt openen.<br />
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />
Alle programma's in deze directory worden nu getoond.<br />
Druk op de toets "Cursor links", als de cursor in een willekeurige<br />
regel staat.<br />
-of-<br />
Plaats de cursor op de terugkeerregel.<br />
-en-<br />
Druk op de toets "Input" of "Cursor links".<br />
Het bovengeschikte directory-niveau verschijnt.<br />
Als u een programma meer in detail wenst te bekijken of wijzigingen<br />
erin wenst uit te voeren, laat dan het arbeidsplan van het programma<br />
tonen.<br />
Druk op de softkey "Programma".<br />
Het directory-overzicht verschijnt.<br />
Plaats de cursor op het programma dat u wilt openen.<br />
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />
Het gekozen programma wordt in het bedieningsbereik "Programma"<br />
geopend. Het arbeidsplan van het programma verschijnt.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-389<br />
9
Programma's beheren 08/2005<br />
9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
9.3.2 Programma uitvoeren<br />
Af-<br />
werken<br />
Cycle Start<br />
Alle programma's die in uw systeem opgeslagen zijn, kunt u altijd<br />
kiezen om automatisch werkstukken te bewerken.<br />
Als u een programma wilt afwerken dat op een andere machine werd<br />
opgesteld, moet u de volgende punten in acht nemen: Als op de<br />
andere machine de positieve draairichting vna de C-as andersom is<br />
ingesteld, moet u alle positiegegevens in het programma spiegelen<br />
die via de parameter "C" ("C0", "CP") werden geprogrammeerd.<br />
D.w.z. dat u het voorteken van de positiegegevens moet veranderen.<br />
Neem de instructies van de machinefabrikant in acht.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op het programma dat u wilt afwerken.<br />
Druk op de softkey "Afwerken".<br />
<strong>ShopTurn</strong> schakelt nu om op de bedieningsmodus "Machine Auto" en<br />
laadt het programma.<br />
Druk vervolgens de toets "Cycle Start".<br />
De bewerking van het werkstuk wordt gestart (zie ook hfdst.<br />
"Werkstuk bewerken").<br />
Als het programma in het bedieningsbereik "Programma" reeds<br />
geopend is, drukt u op de softkey "Afwerken" om het programma in de<br />
bedieningsmodus "Machine Auto" te laden. Daar start u het bewerken<br />
van het werkstuk eveneens met de toets "Cycle Start".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
9-390 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
9
9 08/2005 Programma's beheren<br />
9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
9.3.3 Programma laden/ontladen<br />
Programma ontladen<br />
Andere<br />
><br />
Manueel<br />
ontladen<br />
Programma laden<br />
Andere<br />
><br />
Manueel<br />
laden<br />
Als u één of meerdere programma's in de nabije toekomst niet wenst<br />
uit te voeren, dan kunt u deze uit het NCK-werkgeheugen ontladen.<br />
De programma's bevinden zich dan op de harddisk en er wordt weer<br />
NCK-werkgeheugen vrij.<br />
Zodra u een programma dat op de harde schijf was opgeslagen, laat<br />
uitvoeren, wordt het automatisch weer in het NCK-geheugen geladen.<br />
U kunt één of meerdere stappenreeksprogramma's echter ook<br />
manueel opnieuw in het NCK-werkgeheugen laden zonder deze direct<br />
te laten afwerken.<br />
Programma's die zich in de bedieningsmodus "Machine Auto"<br />
bevinden, kunnen niet uit het NCK-werkgeheugen op de harddisk<br />
worden ontladen.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op het programma dat u uit het NCKwerkgeheugen<br />
wilt ontladen.<br />
Druk op de softkeys "Andere" en "Manueel ontladen".<br />
Het gekozen programma wordt in de kolom "Geladen" niet meer met<br />
een "X" gemarkeerd.<br />
In de regel waar het beschikbare geheugen wordt aangegeven, ziet u<br />
dat er weer NCK-geheugen vrijgegeven is.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op het programma dat u in het NCKwerkgeheugen<br />
wilt laden.<br />
Druk op de softkeys "Andere" en "Manueel laden".<br />
Het gekozen programma wordt in de kolom "Geladen" nu met een "X"<br />
gemarkeerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-391<br />
9
Programma's beheren 08/2005<br />
9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
9.3.4 G-Code-programma van harddisk resp. diskdrive/USB-/netwerk-drive afwerken<br />
G-Code-programma van<br />
harde schijf uitvoeren<br />
Andere<br />
Cycle Start<br />
-of-<br />
><br />
Uitvoeren<br />
harde sch.<br />
Als de capaciteit van uw NCK-werkgeheugen reeds sterk belast is,<br />
kunt u G-Code-programma's ook van de harddsik resp. van een<br />
diskdrive/USB-/netwerk-drive (bv. memory stick) afwerken.<br />
Niet het volledige G-code-programma wordt dan voor het uitvoeren in<br />
het NC-geheugen geladen, maar alleen een eerste deel ervan.<br />
Verdere programmablokken worden dan tijdens het uitvoeren van het<br />
eerste deel dan continu nageladen.<br />
Het G-Code-programma blijft bij het uitvoeren van de harddisk resp.<br />
van de diskdrive/USB-/netwerk-drive daar opgeslagen.<br />
Stappenreeksprogramma's kunnen niet van de harddisk resp. de<br />
diskdrive/USB-/netwerk-drive worden uitgevoerd.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op de directory waarin u een G-Code-programma<br />
van de harde schijf wilt laten afwerken.<br />
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />
Het programma-overzicht verschijnt.<br />
Plaats de cursor op het G-Code-programma dat u van de harde<br />
schijf wilt laten afwerken (zonder "X").<br />
Druk op de softkeys "Andere" en "Uitvoer. harde sch."<br />
<strong>ShopTurn</strong> schakelt nu om op de bedieningsmodus "Machine Auto" en<br />
laadt het G-Code-programma.<br />
Druk op de toets "CycleStart".<br />
De bewerking van het werkstuk wordt gestart (zie ook hfdst.<br />
"Werkstuk bewerken"). De programma-inhoud wordt tijdens het<br />
vorderen van het bewerken continu in het NCK-arbeidsgeheugen<br />
nageladen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
9-392 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
9
9 08/2005 Programma's beheren<br />
9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
Programma van<br />
diskdrive/USB-/netwerkdrive<br />
uitvoeren<br />
Andere<br />
Cycle Start<br />
-of-<br />
><br />
...<br />
Uitvoeren<br />
harde sch.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Kies met de softkey de disk-/USB-/netwerk-drive resp. de lokale<br />
USB-interface.<br />
Plaats de cursor op de directory waarin u een G-Code-programma<br />
wilt laten afwerken.<br />
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />
De directory wordt geopend.<br />
Plaats de cursor op het G-Code-programma dat u wilt laten<br />
afwerken.<br />
Druk op de softkeys "Andere" en "Uitvoer. harde sch."<br />
<strong>ShopTurn</strong> schakelt nu om op de bedieningsmodus "Machine Auto" en<br />
laadt het G-Code-programma.<br />
Druk op de toets "CycleStart".<br />
De bewerking van het werkstuk wordt gestart (zie ook hfdst.<br />
"Werkstuk bewerken"). De programma-inhoud wordt tijdens het<br />
vorderen van het bewerken continu in het NCK-arbeidsgeheugen<br />
nageladen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-393<br />
9
Programma's beheren 08/2005<br />
9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
9.3.5 Directory/Programma nieuw aanleggen<br />
Directory aanleggen<br />
Nieuw<br />
Directory<br />
Programma aanleggen<br />
Nieuw<br />
-of-<br />
<strong>ShopTurn</strong>-<br />
Programma<br />
G-Code<br />
Programma<br />
Directory-structuren ondersteunen u bij het overzichtelijk beheer van<br />
uw programma's en gegevens. Hiervoor kunt u in een directory een<br />
willekeurig aantal sub-directories aanleggen.<br />
In een sub-directory/directory kunt u weerom programma's aanleggen<br />
en vervolgens programmablokken voor deze programma's aanmaken<br />
(zie hfdst. "Stappenreeksprogramma opstellen").<br />
Het nieuwe programma wordt automatisch opgeslagen in het NCKwerkgeheugen.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Druk op de softkeys "Nieuw" en "Directory".<br />
Voer een nieuwe directory-naam in.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
De gewenste directory wordt aangelegd.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op de directory waarin u een nieuw programma<br />
wilt aanleggen.<br />
Druk op de toets "Input" of "Cursor rechts".<br />
Druk op de softkey "Nieuw".<br />
Druk nu op de softkey "<strong>ShopTurn</strong> Programma" als u een<br />
stappenreeksprogramma wilt aanleggen.<br />
(zie hfdst. "Stappenreeksprogramma opstellen")<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "G-Code-programma", als u een G-Codeprogramma<br />
wenst aan te leggen.<br />
(zie hfdst. "G-Code programmeren")<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
9-394 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
9
08/2005 Programma's beheren<br />
9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
9.3.6 Meerdere programma's markeren<br />
Meerdere programma's<br />
blokwijze markeren<br />
Markeren<br />
-of-<br />
Meerdere programma's<br />
afzonderlijk markeren<br />
-of-<br />
Om later meerdere programma's gelijktijdig te kopiëren, te wissen<br />
enz. kunt u meerdere programma's in één keer blokwijze of<br />
afzonderlijk markeren.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op het eerste programma dat u wilt markeren.<br />
Druk op de softkey "Markeren".<br />
Breid uw programmaselectie uit met de cursortoetsen naar boven<br />
of naar beneden.<br />
Het volledige programmablok wordt gemarkeerd.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op het eerste programma dat u wilt markeren.<br />
Druk op de toets "Select"<br />
Beweeg dan de cursor naar het volgende programma dat u wenst<br />
te kiezen.<br />
Druk opnieuw de toets "Select".<br />
De afzonderlijk gekozen programma's worden gemarkeerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-395<br />
9
Programma's beheren 08/2005<br />
9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
9.3.7 Directory/Programma kopiëren/herbenoemen/verschuiven<br />
Directory/Programma<br />
kopiëren<br />
Kopiëren<br />
Invoegen<br />
Als u een nieuwe directory of een nieuw programma wenst aan te<br />
leggen die/dat net zoals een reeds voorhanden moet zijn, dan spaart<br />
u tijd, als u de oude directory resp. het oude programma kopieert en<br />
alleen geselecteerde programma's resp. programmablokken wijzigt.<br />
Bovendien kunt u directories of programma's verschuiven of een<br />
andere naam geven.<br />
De mogelijkheid directories en programma's te kopiëren, uit te<br />
knippen en op een andere plaats weer in te voegen, gebruikt u ook<br />
om gegevens via een diskdrive of USB-/netwerk-drive (bv. memory<br />
stick) uit te wisselen met andere <strong>ShopTurn</strong>-installaties.<br />
U kunt een programma niet herbenoemen, als het gelijktijdig in de<br />
bedieningswijze "Machine auto" geladen is.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt<br />
kopiëren.<br />
Druk op de softkey "Kopiëren".<br />
Kies het directory-niveau, waar u uw gekopieerde<br />
directory/gekopieerd programma wenst in te voegen.<br />
Druk op de softkey "Invoegen".<br />
De gekopieerde directory/het gekopieerde programma wordt in het<br />
gekozen directory-niveau ingevoegd. Als er op dit niveau reeds een<br />
directory/programma met dezelfde naam bestaat, verschijnt er een<br />
opvraag, of u de directory/het programma wenst te overschrijven of<br />
onder een andere naam wenst in te voegen.<br />
Druk op de softkey "OK", als u de directory/het programma wenst<br />
te overschrijven.<br />
-of-<br />
Voer een andere naam in, als u de directory/het programma onder<br />
een andere naam wenst in te voegen.<br />
-en-<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
9-396 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
9
08/2005 Programma's beheren<br />
9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
Directory/Programma<br />
herbenoemen<br />
Herbenoemen<br />
Directory/Programma<br />
verschuiven<br />
Uit-<br />
knippen<br />
Invoegen<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt<br />
herbenoemen.<br />
Druk op de softkey "Herbenoemen".<br />
Voer in het veld "Naar:" de nieuwe directory- of programmanaam<br />
in.<br />
De naam moet eenduidig zijn, d.w.z. twee directories of<br />
programma's mogen niet dezelfde naam hebben.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
De directory/het programma wordt herbenoemd.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt<br />
verschuiven.<br />
Druk op de softkey "Uitknippen" en druk op de softkey "OK".<br />
De gekozen directory/het gekozen programma wordt op deze plaats<br />
uitgeknipt en in een tussengeheugen opgeslagen.<br />
Kies het directory-niveau, waarin u uw directory/programma wenst<br />
in te voegen.<br />
Druk op de softkey "Invoegen".<br />
De directory/het programma wordt naar het gekozen niveau<br />
verschoven.<br />
Als er op dit directory-niveau reeds een directory/programma met<br />
dezelfde naam bestaat, verschijnt er een opvraag, of u de<br />
directory/het programma wenst te overschrijven of onder een andere<br />
naam wenst in te voegen.<br />
Druk op de softkey "OK", als u de directory/het programma wenst<br />
te overschrijven.<br />
-of-<br />
Voer een andere naam in, als u de directory/het programma onder<br />
een andere naam wenst in te voegen.<br />
-en-<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-397<br />
9
Programma's beheren 08/2005<br />
9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
9.3.8 Directory/Programma wissen<br />
Uit-<br />
knippen<br />
Wis af en toe de programma's of directories die u niet meer gebruikt<br />
om uw gegevensbeheer overzichtelijk te houden en het NCarbeidsgeheugen<br />
weer vrij te geven. <strong>Sl</strong>a deze gegevens eventueel<br />
eerst op een externe gegevensdrager (bv. memory stick) of een USB-<br />
/netwerk-drive op.<br />
Bedenk dat u door het wissen van een directory ook alle<br />
programma's, werktuig- en nulpuntgegevens en alle sub-directories<br />
wist die zich in deze directory bevinden.<br />
Als u plaats in het NCK-geheugen wenst vrij te geven, wist u de<br />
inhoud van de directory "TEMP". Daar bewaart <strong>ShopTurn</strong> de<br />
programma's die intern voor de berekening van<br />
verspaningsprocedures worden gegenereerd.<br />
Open de Programmamanager.<br />
9.3.9 Werktuig-/nulpuntgegevens opslaan/inlezen<br />
Plaats de cursor op de directory/het programma dat u wilt wissen.<br />
Druk op de softkeys "Uitknippen" en "OK".<br />
De gekozen directory of het gekozen programma wordt gewist.<br />
Naast de programma's kunt u ook werktuiggegevens en<br />
nulpuntinstellingen opslaan/inlezen.<br />
U kunt van deze mogelijkheid gebruik maken om bv. de vereiste<br />
werktuig- en nulpuntgegevens voor een bepaald<br />
stappenreeksprogramma op te slaan. Als u dit programma later<br />
opnieuw wenst uit te voeren, hebt u op deze manier snel weer<br />
toegang tot deze instellingen.<br />
Ook werktuiggegevens die u op een extern werktuig-voorinsteltoestel<br />
berekend hebt, kunt u zo gemakkelijk in het werktuigbeheer inspelen.<br />
Zie hierover:<br />
Literatuur: /FBT/, Inbedrijfstellingshandboek CNC Deel 4<br />
(<strong>ShopTurn</strong>), <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl/840 DE sl<br />
U kunt kiezen, welke gegevens u wenst op te slaan:<br />
• Werktuigdata<br />
• Magazijntoewijzing<br />
• Nulpunten<br />
• Basis nulpunt<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
9-398 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
9
08/2005 Programma's beheren<br />
9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
Gegevens opslaan<br />
Andere<br />
><br />
Gegevens<br />
beveiligen<br />
Gegevens inlezen<br />
Afwerken<br />
-of-<br />
-of-<br />
Bovendien kunt u de omvang van de gegevensopslag bepalen:<br />
• Volledige werktuiglijst resp. alle nulpunten<br />
• Alle in het programma gebruikte werktuigdata resp. nulpunten<br />
Het uitlezen van de magazijntoewijzing is alleen mogelijk als uw<br />
systeem het laden en ontladen van werktuigdata in resp. uit het<br />
magazijn toelaat (zie hfdst. "Werktuigbeheer", deel "Werktuig in<br />
magazijn laden resp. ontladen").<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op het programma waarvan u de werktuig- en<br />
nulpuntgegevens wilt opslaan.<br />
Druk op de softkeys "Andere" en "Gegevens beveiligen".<br />
Kies de gegevens die u wenst op te slaan.<br />
Wijzig, indien u dit wenst, de voorgestelde naam.<br />
Als naam voor uw werktuig- en nulpuntbestand wordt de naam<br />
van het oorspronkelijk gekozen programma met de toevoeging<br />
"..._TMZ" aangeboden.<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
De werktuig-/nulpuntgegevens worden in dezelfde directory<br />
aangelegd waarin zich ook het geselecteerde programma bevindt.<br />
Indien er reeds een werktuig- en nulpuntbestand met de aangegeven<br />
naam bestaat, dan wordt deze nu met de nieuwe gegevens<br />
overgeschreven.<br />
Als zich in een directory een MPF-programma en een INI-bestand met<br />
dezelfde naam bevinden, wordt bij de selectie van het MPFprogramma<br />
eerst het INI-bestand automatisch gestart. Daardoor<br />
kunnen ongewild werktuiggegevens worden gewijzigd.<br />
Open de Programmamanager.<br />
Plaats de cursor op de opgeslagen werktuig-/nulpuntgegevens die<br />
u opnieuw wilt inlezen.<br />
Druk op de softkey "Afwerken" of de toets "Input" of "Cursor<br />
rechts".<br />
Het venster "Opgeslagen gegevens inlezen" wordt geopend.<br />
Kies, welke gegevens (werktuigcorrectiedata, magazijntoewijzing,<br />
nulpuntdata, basisnulpuntverschuiving) u wenst in te lezen.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 9-399<br />
9
Programma's beheren 08/2005<br />
9 9.3 Programma's beheren met PCU 50.3 (HMI Advanced)<br />
Alle ver-<br />
vangen<br />
Geen ver-<br />
vangen<br />
Druk op de softkey "OK".<br />
De gegevens worden ingelezen.<br />
Afhankelijk van de gegevens die u heeft geselecteerd, gedraagt<br />
<strong>ShopTurn</strong> zich als volgt:<br />
alle werktuigcorrectiedata<br />
Eerst worden alle gegevens van het werktuigbeheer gewist en dan<br />
worden de opslaan gegevens ingespeeld.<br />
alle in het programma gebruikte werktuigcorrectiegegevens<br />
Indien er ten minste één van de in te lezen werktuigen reeds in het<br />
werktuigbeheer bestaat, kunt u tussen de volgende mogelijkheden<br />
kiezen.<br />
Druk op de softkey "Alle vervangen“, als u alle werktuigdata wenst<br />
in te spelen. Ander reeds voorhanden werktuig wordt nu zonder<br />
ruggespraak overgeschreven.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Geen vervangen", als u het inlezen van de<br />
gegevens wenst te onderbreken.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Neen", als u het oude werktuig wenst te<br />
behouden.<br />
Als het oude werktuig niet op de opgeslagen magazijnplaats staat,<br />
wordt het daarheen verplaatst.<br />
-of-<br />
Druk op de softkey "Ja", als u het oude werktuig wenst te<br />
overschrijven.<br />
Bij het werktuigbeheer zonder laden/ontladen wordt het oude werktuig<br />
gewist, bij de variante met laden/ontladen wordt het oude werktuig<br />
voordien ontladen.<br />
Indien u voor de overname met "Ja" de werktuignaam wijzigt, wordt<br />
het werktuig bijkomend in de werktuiglijst geregistreerd.<br />
Nulpuntverschuivingen<br />
Voorhanden nulpuntverschuivingen worden bij het inlezen altijd<br />
overschreven.<br />
Magazijntoewijzing<br />
Als de magazijntoewijzing niet mee wordt ingelezen, wordt het<br />
werktuig zonder plaatsnummer in de werktuiglijst geregistreerd.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
9-400 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
9
10 08/2005 Meldingen, alarmen, gebruikersgegevens<br />
Meldingen, alarmen, gebruikersgegevens<br />
10.1 Meldingen ........................................................................................................... 10-402<br />
10.2 Alarmen .............................................................................................................. 10-402<br />
10.3 Gebruikersgegevens........................................................................................... 10-403<br />
10<br />
10.4 Versie-indicatie ................................................................................................... 10-405<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 10-401
Meldingen, alarmen, gebruikersgegevens 08/2005<br />
10 10.1 Meldingen<br />
10.1 Meldingen<br />
10.2 Alarmen<br />
10<br />
In de dialoogregel toont <strong>ShopTurn</strong> meldingen die<br />
bedieningsinstructies geven of informatie over het bewerkingsverloop<br />
geven. De getoonde meldingen onderbreken de bewerking niet.<br />
Voeding F te klein<br />
Rechte<br />
Cirkel<br />
Dialoogregel met melding<br />
Boren<br />
Als <strong>ShopTurn</strong> fouttoestanden herkent, wordt er een alarm<br />
gegenereerd en wordt de bewerking evt. onderbroken. U kunt alarmen<br />
oproepen met alarmnummer, datum, storingstekst en wiscriterium. De<br />
storingstekst geeft meer informatie over de oorzaak van de fout.<br />
Waarschuwing<br />
Als u een optredend alarm niet in acht neemt en de oorzaak van het<br />
alarm niet repareert, kan gevaar voor de machine, het werkstuk,<br />
opgeslagen instellingen en eventueel zelfs voor uw gezondheid.<br />
De verschillende alarmnummers zijn toegewezen aan de volgende<br />
bereiken:<br />
61000-62999 Cycli<br />
100000-100999 Basissysteem<br />
101000-101999 Diagnose<br />
102000-102999 Diensten<br />
103000-103999 Machine<br />
104000-104999 Parameters<br />
105000-105999 Programmering<br />
106000-106999 Gereserveerd<br />
107000-107999 OEM<br />
110000-111999 Gereserveerd<br />
112000-112999 <strong>ShopTurn</strong><br />
120000-120999 Gereserveerd<br />
Een beschrijving van alle alarmen vindt u in<br />
Literatuur: /DA/, Diagnosehandleiding <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong>/<strong>840D</strong>i/810D<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
10-402 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005
10 08/2005 Meldingen, alarmen, gebruikersgegevens<br />
10.3 Gebruikersgegevens<br />
Reset<br />
Cycle Start<br />
10.3 Gebruikersgegevens<br />
Druk op de softkey "Alarmlijst".<br />
De lijst met de actieve meldingen en alarmen wordt geopend.<br />
Controleer de machine zorgvuldig aan de hand van de<br />
alarmbeschrijving.<br />
Verwijder de oorzaak van het alarm.<br />
10<br />
Druk op de toets die als symbool naast het alarm afgebeeld is om<br />
het alarm te wissen.<br />
-of-<br />
Schakel de machine resp. de besturing uit en opnieuw in als het<br />
symbool van de hoofdschakelaar (POWER ON) naast het alarm<br />
verschijnt.<br />
Gebruikersgegevens zijn variabelen die zowel door <strong>ShopTurn</strong>- als<br />
door G-Code-programma's intern worden gebruikt. Deze<br />
gebruikersgegevens kunt u zich in een lijst laten tonen.<br />
De volgende verschillende variabelen zijn gedefinieerd:<br />
• Globale gebruikersgegevens (GUD)<br />
GUD's zijn geldig in alle programma's.<br />
De indicatie van de GUD's kan via een sleutelschakelaar resp.<br />
wachtwoord vergrendeld zijn.<br />
• Lokale gebruikersgegevens (LUD)<br />
LUD's gelden alleen in het programma of subprogramma, waarin<br />
ze gedefinieerd werden.<br />
<strong>ShopTurn</strong> geeft bij de afwerking van het programma de LUD's<br />
tussen het actuele blok en het programma-einde aan. Als u op de<br />
toets "Cycle-Stop" drukt, wordt de lijst van de LUD's<br />
geactualiseerd. De waarden daarentegen worden voortdurend<br />
geactualiseerd.<br />
• Programmaglobale gebruikersgegevens (PUD)<br />
PUD's worden uit de in het hoofdprogramma gedefinieerde lokale<br />
variabelen (LUD) geproduceerd.<br />
D.w.z. de PUD's gelden in alle subprogramma's en kunnen daar<br />
geschreven en gelezen worden.<br />
Met de programmaglobale gebruikersgegevens worden ook de<br />
lokale getoond.<br />
• Kanaalspecifieke gebruikersgegevens<br />
De kanaalspecifieke gebruikersgegevens gelden telkens maar in<br />
één kanaal.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 10-403
Meldingen, alarmen, gebruikersgegevens 08/2005<br />
10 10.3 Gebruikersgegevens<br />
Gebruikersgegevens<br />
tonen<br />
-of-<br />
Glob. gebr. Progr. gebr.<br />
gegevens ... gegevens<br />
GUD +<br />
resp.<br />
GUD -<br />
Gebruikersgegevens<br />
zoeken<br />
Zoeken<br />
Verder<br />
zoeken<br />
De variabelen van het type AXIS en FRAME toont <strong>ShopTurn</strong>.<br />
Welke variabelen <strong>ShopTurn</strong> toont, vindt u in de informatie van de<br />
machinefabrikant.<br />
Druk op de softkey "Werkt. nulp." of de toets "Offset".<br />
Druk op de toets "Uitbreiding".<br />
Druk op de softkey "Gebruikersgeg."<br />
10<br />
Kies via de softkey, welke gebruikersgegevens u wenst te tonen.<br />
Druk op de softkeys "GUD +" resp. "GUD -", als u GUD 1 tot GUD<br />
9 van de globale en kanaalspecifieke gebruikersgegevens wenst<br />
te tonen.<br />
Druk op de softkey "Zoeken".<br />
Voer de tekst in die u wenst te zoeken.<br />
U kunt naar een willekeurige tekenreeks zoeken.<br />
Druk op de softkey "Toepassen".<br />
Het gezochte gebruikersdatum wordt getoond.<br />
Druk op de softkey "Verder zoeken" als u het zoeken wenst voort<br />
te zetten.<br />
Het volgende gebruikersdatum met de gezochte tekenreeks wordt<br />
getoond.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
10-404 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005
10 08/2005 Meldingen, alarmen, gebruikersgegevens<br />
10.4 Versie-indicatie<br />
10.4 Versie-indicatie<br />
Versies aangeven<br />
Diagnose<br />
Versie<br />
Service-<br />
indicaties<br />
NCU<br />
Versie<br />
MMC<br />
Versie<br />
Op het opstartscherm kunt u de <strong>ShopTurn</strong>-versie aflezen.<br />
De <strong>ShopTurn</strong>- en de NCU-versie kunt u ook op het CNC-ISObedieningsoppervlak<br />
aflezen.<br />
10<br />
Druk op de toets "Uitbreiding“ om de uitgebreide basismenubalk<br />
te openen.<br />
Druk op de softkeys "Diagnose" en "Service-indicaties".<br />
Druk op de softkeys "Versie" en "NCU versie".<br />
De NCU-versie ziet u bovenaan in het verschijnende venster:<br />
xx.yy.zz.nn.<br />
Druk op de softkey "MMC versie".<br />
De <strong>ShopTurn</strong>-versie kunt u aflezen in de lijst die verschijnt.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 10-405
Meldingen, alarmen, gebruikersgegevens 08/2005<br />
10 10.4 Versie-indicatie<br />
Voor notities<br />
10<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
10-406 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005
11 08/2005 Voorbeelden<br />
Voorbeelden<br />
11.1 Standaardbewerkingen ....................................................................................... 11-408<br />
11<br />
11.2 Contour frezen .................................................................................................... 11-420<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-407
Voorbeelden 08/2005<br />
11 11.1 Standaardbewerkingen<br />
11.1 Standaardbewerkingen<br />
Werkstuktekening<br />
4x∅5<br />
Werkstuktekening<br />
R8<br />
23<br />
∅32<br />
∅90<br />
4°<br />
Basisdeel Afmetingen: ∅90 x 120 mm<br />
Materiaal: aluminium<br />
23<br />
11<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
11-408 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
15°<br />
FS3<br />
R6<br />
X<br />
X 5:1<br />
8<br />
4<br />
FS2<br />
FS1 FS1<br />
R1 R1<br />
Werktuig Voorbewerkingswerkt_8080°, R0.6<br />
Voorbewerkingswerkt_5555°, R0.4<br />
Nabewerkingswerktuig 35°, R0.4<br />
Steker Plaatbreedte 4<br />
Draadstaal_2<br />
Boor ∅5<br />
Frees ∅8<br />
15°<br />
∅ 34<br />
70<br />
80<br />
85<br />
95<br />
R23<br />
35<br />
10<br />
5<br />
M48x2<br />
∅60<br />
3x45°
08/2005 Voorbeelden<br />
11 11.1 Standaardbewerkingen<br />
Programma<br />
1. Nieuw programma<br />
aanleggen<br />
Druk in het bedieningsbereik "Programmamanager" in de<br />
gewenste directories op de softkeys<br />
11<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-409<br />
Nieuw<br />
Voer de programmanaam (hier: Demodeel_1).<br />
Softkey indrukken<br />
2. Programmakop Het parameterscherm "Programmakop" wordt geopend.<br />
Basisdeel bepalen:<br />
3. Verspaancyclus voor het<br />
vlakdraaien Softkeys<br />
Basisdeel cilinder<br />
XA 90 abs<br />
ZA 0 abs<br />
ZI -120 abs<br />
ZB -100 abs<br />
Terugtrekken eenvoudig<br />
XRA 2 inc<br />
ZRA 5 inc<br />
Werktuigwisselpunt MCS<br />
XT 160 abs<br />
ZT 409 abs<br />
SC 1 inc<br />
S1 4000 o/min<br />
Maateenheid mm<br />
Softkey indrukken<br />
Parameters invoeren:<br />
Verspanen<br />
en<br />
indrukken<br />
T Voorbewerkingswerktuig_80<br />
F 0.300 mm/o<br />
V 300 m/min<br />
Bewerking<br />
Ligging<br />
Richting Dwars (parallel t.o.v. X-as)<br />
X0 60 abs<br />
Z0 2 abs<br />
X1 -1.6 abs<br />
Z1 0 abs<br />
D 2 inc<br />
UX 0 inc<br />
UZ 0.1 inc<br />
<strong>ShopTurn</strong><br />
programma .
Voorbeelden 08/2005<br />
11 11.1 Standaardbewerkingen<br />
4. Basisdeelcontour invoeren<br />
met contourrekenmachine Softkeys<br />
Softkey indrukken<br />
Nieuwe<br />
contour<br />
indrukken<br />
Voer de contournaam (hier: Cont_1) in.<br />
Softkey indrukken<br />
Leg het startpunt van de contour vast:<br />
X 60 abs<br />
Z 0 abs<br />
Softkey indrukken<br />
11<br />
De volgende contourelementen invoeren en telkens met softkey<br />
bevestigen:<br />
1. Z -40 abs<br />
2. X 80 abs Z -45 abs<br />
3. Z -65 abs<br />
4. X 90 abs Z -70 abs<br />
5. Z -95 abs<br />
6. X 0 abs<br />
7. Z 0 abs<br />
8. X 60 abs Z 0 abs<br />
Softkey indrukken<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
11-410 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005
08/2005 Voorbeelden<br />
11 11.1 Standaardbewerkingen<br />
5. Afgewerkte contour<br />
invoeren met<br />
contourrekenmachine<br />
Basisdeelcontour<br />
Softkeys<br />
Nieuwe<br />
contour<br />
indrukken<br />
Voer de contournaam (hier: Cont_2) in.<br />
Softkey indrukken<br />
Leg het startpunt van de contour vast:<br />
11<br />
X 0 abs<br />
Z 0 abs<br />
De volgende contourelementen invoeren en telkens met softkey<br />
bevestigen:<br />
1. X 48 abs FS 3<br />
2. α2 90°<br />
3. Draairichting<br />
R 23 abs X 60 abs K -35 abs<br />
I 80 abs<br />
Dialoog<br />
selectie<br />
4. Z -80 abs R 6<br />
5. X 90 abs Z -85 abs FS 3<br />
6. Z -95 abs<br />
Dialoog<br />
Overname FS 2<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-411
Voorbeelden 08/2005<br />
11 11.1 Standaardbewerkingen<br />
Softkey indrukken<br />
Afgewerkte contour<br />
6. Verspanen<br />
(voorbewerking) Softkeys<br />
Parameters invoeren:<br />
Verspanen<br />
indrukken<br />
T Voorbewerkingswerktuig_80<br />
F 0.300 mm/o<br />
V 200 m/min<br />
Bewerking<br />
Verspaanrichting Langs (parallel aan Z-as)<br />
Bewerkingszijde Buiten<br />
Bewerkingsricht. ← (van front naar achterkant)<br />
D 1.9 inc<br />
Snijdiepte<br />
UX 0.2 inc<br />
UZ 0.1 inc<br />
BL Contour<br />
Afgrenzen Neen<br />
Achtersnijding Neen<br />
Softkey indrukken<br />
11<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
11-412 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005
08/2005 Voorbeelden<br />
11 11.1 Standaardbewerkingen<br />
7. Restmateriaal ruimen<br />
8. Verspanen (nabewerking)<br />
Verspanen<br />
Softkeys<br />
Parameters invoeren:<br />
Verspanen<br />
rest<br />
indrukken<br />
T Voorbewerkingswerktuig_55<br />
F 0.200 mm/o<br />
V 250 m/min<br />
Bewerking<br />
Verspaanrichting Langs (parallel aan Z-as)<br />
Bewerkingszijde Buiten<br />
Bewerkingsricht. ← (van front naar achterkant)<br />
D 2 inc<br />
Snijdiepte<br />
UX 0.200 inc<br />
UZ 0.100 inc<br />
Afgrenzen Neen<br />
Achtersnijding ja<br />
FR 0.250 mm/o<br />
Softkey indrukken<br />
Softkeys<br />
Parameters invoeren:<br />
Verspanen<br />
indrukken<br />
T Nabewerkingswerktuig<br />
F 0.150 mm/o<br />
V 300 m/min<br />
Bewerking<br />
Verspaanrichting Langs (parallel aan Z-as)<br />
Bewerkingszijde Buiten<br />
11<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-413
Voorbeelden 08/2005<br />
11 11.1 Standaardbewerkingen<br />
9. Ril (voorbewerking)<br />
Bewerkingsricht. ← (van front naar achterkant)<br />
Overmaat Neen<br />
Afgrenzen Neen<br />
Achtersnijding ja<br />
Softkey indrukken<br />
Softkeys<br />
Parameters invoeren:<br />
11<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
11-414 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
Ril<br />
T Steker<br />
F 0.150 mm/o<br />
V 300 m/min<br />
Bewerking<br />
Rilligging<br />
Referentiepunt<br />
X0 60 abs<br />
Z0 -70<br />
B2 8 inc<br />
T1 4 inc<br />
α1 15 graden<br />
α2 15 graden<br />
FS1 1<br />
R2 1<br />
R3 1<br />
FS4 1<br />
D 2 inc<br />
U 0.100 inc<br />
N 1<br />
Softkey indrukken<br />
indrukken
08/2005 Voorbeelden<br />
11 11.1 Standaardbewerkingen<br />
10. Ril (nabewerking)<br />
Ril<br />
Softkeys<br />
Parameters invoeren:<br />
11<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-415<br />
Ril<br />
T Steker<br />
F 0.150 mm/o<br />
V 300 m/min<br />
Bewerking<br />
Rilligging<br />
Referentiepunt<br />
11. Schroefdraad langs M48x2<br />
(voorbewerking) Softkeys<br />
X0 60 abs<br />
Z0 -70<br />
B1 5.856 inc<br />
T1 4 inc<br />
α1 15 graden<br />
α2 15 graden<br />
FS1 1<br />
R2 1<br />
R3 1<br />
FS4 1<br />
N 1<br />
Softkey indrukken<br />
Parameters invoeren:<br />
Schroefdraad<br />
T Draadstaal_2<br />
P 2 mm/o<br />
indrukken<br />
Schroefdraad<br />
langs indrukken
Voorbeelden 08/2005<br />
11 11.1 Standaardbewerkingen<br />
12. Schroefdraad langs M48x2<br />
(nabewerking) Softkeys<br />
13. Boren<br />
G 0<br />
S 400 o/min<br />
Snedenindeling Degressief<br />
Bewerkingstype<br />
Schroefdraad Buitenschroefdraad<br />
X0 48 abs<br />
Z0 0 abs<br />
Z1 -25 abs<br />
W 4 inc<br />
R 4 inc<br />
K 1.226 inc<br />
α 30 graden<br />
Aanloop<br />
AS 10<br />
U 0.020 inc<br />
V 1 inc<br />
Q 0 graden<br />
Softkey indrukken<br />
Parameters invoeren:<br />
Schroefdraad<br />
T Draadstaal_2<br />
P 2 mm/o<br />
G 0<br />
S 400 o/min<br />
Bewerkingstype<br />
Schroefdraad Buitenschroefdraad<br />
X0 48 abs<br />
Z0 0 abs<br />
Z1 -25 abs<br />
W 4 inc<br />
R 4 inc<br />
K 1.226 inc<br />
α 30 graden<br />
Aanloop<br />
V 1 inc<br />
Q 0 graden<br />
Softkey indrukken<br />
Softkeys<br />
Parameters invoeren:<br />
Boren<br />
Wrijven ><br />
Schroefdraad<br />
langs .indrukken<br />
11<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
11-416 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
Boren<br />
.indrukken
08/2005 Voorbeelden<br />
11 11.1 Standaardbewerkingen<br />
14. Positioneren<br />
T Boor<br />
F 200 mm/min<br />
S 1000 o/min<br />
Ligging Front<br />
Spits/schacht Top<br />
Z1 10 inc<br />
DT 0 s<br />
Softkey indrukken<br />
Softkeys<br />
Parameters invoeren:<br />
15. Rechthoekige kamer<br />
frezen Softkeys<br />
Posities<br />
><br />
Ligging Front<br />
Rechth./Polair Polair<br />
Z0 0 abs<br />
C0 0 abs<br />
L0 16 abs<br />
C1 90 abs<br />
L1 16 abs<br />
C2 180 abs<br />
L2 16 abs<br />
C3 270 abs<br />
L3 16 abs<br />
Softkey indrukken<br />
Parameters invoeren:<br />
indrukken<br />
11<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-417<br />
Kamer<br />
><br />
Rechthoek.<br />
kamer<br />
T Frees<br />
F 0.030 mm/tand<br />
S 1800 o/min<br />
Ligging Front<br />
Bewerkingstype<br />
Positie Afzonderlijke positie<br />
X0 0 abs<br />
Y0 0 abs<br />
Z0 0 abs<br />
W 23<br />
L 23<br />
R 8<br />
α0 4 graden<br />
Z1 5 inc<br />
DXY 50 %<br />
.indrukken
Voorbeelden 08/2005<br />
11 11.1 Standaardbewerkingen<br />
Resultaat<br />
DZ 3<br />
UXY 0.1 mm<br />
UZ 0.1<br />
Induiken centrisch<br />
FZ 50 mm/min<br />
Softkey indrukken<br />
Programmeergrafiek<br />
Arbeidsplan<br />
11<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
11-418 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005
08/2005 Voorbeelden<br />
11 11.1 Standaardbewerkingen<br />
Simulatie, volumemodel<br />
11<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-419
Voorbeelden 08/2005<br />
11 11.2 Contour frezen<br />
11.2 Contour frezen<br />
Werkstuktekening<br />
Werkstuktekening<br />
Basisdeel Afmetingen: ∅120 x 80 mm<br />
Materiaal: aluminium<br />
Werktuig Frees: ∅18<br />
Programma<br />
1. Nieuw programma<br />
aanleggen<br />
Frees: ∅5<br />
11<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
11-420 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
R10<br />
R6<br />
R10<br />
R14<br />
Ø120<br />
Druk in het bedieningsbereik "Programma-manager" in de<br />
R46<br />
40<br />
80<br />
R50<br />
gewenste directories op de softkeys<br />
T=3<br />
T=5<br />
Nieuw<br />
Voer de programmanaam (hier: contour) in.<br />
Softkey indrukken<br />
2. Programmakop invullen Het parameterscherm "Programmakop" wordt geopend.<br />
Basisdeel bepalen:<br />
Basisdeel cilinder<br />
XA 120 abs<br />
ZA 0 abs<br />
ZI -80 abs<br />
ZB -50 abs<br />
en<br />
<strong>ShopTurn</strong><br />
programma .
08/2005 Voorbeelden<br />
11 11.2 Contour frezen<br />
3. Grenscontour invoeren<br />
Terugtrekken eenvoudig<br />
XRA 125 abs<br />
ZRA 2 abs<br />
Werktuigwisselpunt WCS<br />
XT 200 abs<br />
ZT 200 abs<br />
SC 1 inc<br />
S1 1000 o/min<br />
Maateenheid mm<br />
Softkey indrukken<br />
Softkeys<br />
Contour<br />
frezen<br />
Nieuwe<br />
contour<br />
Voer de contournaam (hier: Contour_1) in.<br />
Softkey indrukken<br />
Leg het startpunt van de contour vast:<br />
Ligging Front<br />
X 0 abs<br />
Y -61 abs<br />
Softkey indrukken<br />
.indrukken<br />
11<br />
De volgende contourelementen invoeren en telkens met softkey<br />
bevestigen:<br />
1. Draairichting<br />
R 61 abs Y -61 abs I 0 abs<br />
Dialoog<br />
selectie<br />
Dialoog<br />
overname<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-421
Voorbeelden 08/2005<br />
11 11.2 Contour frezen<br />
4. Buitencontour invoeren<br />
Grenscontour<br />
Softkey indrukken<br />
Softkeys<br />
Contour<br />
frezen<br />
Nieuwe<br />
contour<br />
Voer de contournaam (hier: Contour_2) in.<br />
Softkey indrukken<br />
Leg het startpunt van de contour vast:<br />
Ligging Front<br />
X 0 abs<br />
Y 50 abs<br />
Softkey indrukken<br />
.indrukken<br />
11<br />
De volgende contourelementen invoeren en telkens met softkey<br />
bevestigen:<br />
1. Draairichting<br />
R 50 abs X 0 abs Y -50 abs<br />
2.<br />
Tangente<br />
aan voorg. Draairichting<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
11-422 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005
08/2005 Voorbeelden<br />
11 11.2 Contour frezen<br />
3.<br />
4.<br />
5.<br />
6.<br />
Buitencontour<br />
R 10 abs X 0 abs<br />
Dialoog<br />
selectie<br />
Dialoog<br />
Overname<br />
Tangente<br />
aan voorg. Draairichting<br />
R 10 abs X 0 abs<br />
Dialoog<br />
selectie<br />
Dialoog<br />
Overname<br />
Tangente<br />
aan voorg. Draairichting<br />
R 10 abs X 0 abs<br />
Dialoog<br />
selectie<br />
Dialoog<br />
Overname<br />
Tangente<br />
aan voorg. Draairichting<br />
R 10 abs X 0 abs<br />
Dialoog<br />
selectie<br />
Dialoog<br />
Overname<br />
Tangente<br />
aan voorg. Draairichting<br />
R 10 abs X 0 abs<br />
Dialoog<br />
selectie<br />
Softkey indrukken<br />
Dialoog<br />
Overname<br />
11<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-423
Voorbeelden 08/2005<br />
11 11.2 Contour frezen<br />
5. Buitencontour ruimen<br />
6. Binnencontour invoeren<br />
Softkeys<br />
Parameters invoeren:<br />
Contour<br />
frezen<br />
Ruimen<br />
T Frees_18<br />
F 0.200 mm/tand<br />
V 200 m/min<br />
Ligging Front<br />
Bewerking<br />
Z0 0 abs<br />
Z1 5 inc<br />
DXY 50 %<br />
DZ 2<br />
UXY 0 mm<br />
UZ 0<br />
Startpunt auto<br />
Induiken centrisch<br />
FZ 0.100 mm/tand<br />
Ophefmodus op terugtrekniveau<br />
Softkey indrukken<br />
Softkeys<br />
Contour<br />
frezen<br />
Nieuwe<br />
contour<br />
Voer de contournaam (hier: Contour_3) in.<br />
Softkey indrukken<br />
Leg het startpunt van de contour vast:<br />
Werktuigvlak Front<br />
X 0 abs<br />
Y 46 abs<br />
Softkey indrukken<br />
.indrukken<br />
.indrukken<br />
11<br />
De volgende contourelementen invoeren en telkens met softkey<br />
bevestigen:<br />
1. Draairichting<br />
R 46 abs X 0 abs Y -46 abs<br />
2.<br />
Tangente<br />
aan voorg. Draairichting<br />
R 6 abs X 0 abs<br />
Dialoog<br />
selectie<br />
Dialoog<br />
Overname<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
11-424 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005
08/2005 Voorbeelden<br />
11 11.2 Contour frezen<br />
3.<br />
4.<br />
5.<br />
6.<br />
Binnencorrectie<br />
Tangente<br />
aan voorg. Draairichting<br />
R 14 abs X 0 abs<br />
Dialoog<br />
selectie<br />
Dialoog<br />
Overname<br />
Tangente<br />
aan voorg. Draairichting<br />
R 6 abs X 0 abs<br />
Dialoog<br />
selectie<br />
Dialoog<br />
Overname<br />
Tangente<br />
aan voorg. Draairichting<br />
R 14 abs X 0 abs<br />
Dialoog<br />
selectie<br />
Dialoog<br />
Overname<br />
Tangente<br />
aan voorg. Draairichting<br />
R 6 abs X 0 abs<br />
Dialoog<br />
selectie<br />
Softkey indrukken<br />
Dialoog<br />
Overname<br />
11<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-425
Voorbeelden 08/2005<br />
11 11.2 Contour frezen<br />
7. Binnencontour ruimen<br />
Softkeys<br />
Resultaat CONTOUR<br />
Parameters invoeren:<br />
Contour<br />
frezen<br />
Ruimen<br />
T Frees_5<br />
F 0.200 mm/tand<br />
V 250 m/min<br />
Ligging Front<br />
Bewerking<br />
Z0 0 abs<br />
Z1 3 inc<br />
DXY 100 %<br />
DZ 2<br />
UXY 0 mm<br />
UZ 0<br />
Startpunt auto<br />
Induiken centrisch<br />
FZ 0.100 mm/tand<br />
Ophefmodus op terugtrekniveau<br />
Softkey indrukken<br />
Programmeergrafiek<br />
.indrukken<br />
11<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
11-426 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005
08/2005 Voorbeelden<br />
11 11.2 Contour frezen<br />
CONTOUR<br />
N5 CONTOUR<br />
N10 CONTOUR_1<br />
N15 CONTOUR_2<br />
N20 Ruimen<br />
N25 CONTOUR_3<br />
N30 Ruimen<br />
Arbeidsplan<br />
Programmaeinde<br />
T=FREZER_18 F0.2/Z V200m Z0=0<br />
T=FREZER_5 F0.2/Z V250m Z0=0 Z1=3ink<br />
11<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 11-427<br />
N=1
Voorbeelden 08/2005<br />
11 11.2 Contour frezen<br />
Voor notities<br />
11<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
11-428 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005
A 08/2005 Bijlage<br />
Bijlage<br />
A Afkortingen............................................................................................................A-430<br />
B Index...................................................................................................................... I-433<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 A-429<br />
A
Bijlage 08/2005<br />
A A Afkortingen<br />
A Afkortingen<br />
ABS Absolute maat<br />
COM Communication: Communicatie<br />
component van de NC-besturing die de communicatie uitvoert en<br />
coördineert.<br />
CNC Computerized Numerical Control: Computergesteunde numerieke<br />
besturing<br />
D Snijkant<br />
DIN Deutsche Industrie Norm (Duitse Industrienorm)<br />
DRF Differential Resolver Function: Differentiaal-Draaimelder-Functie<br />
De functie genereert in combinatie met een elektronisch handwiel een<br />
incrementele nulpuntverschuiving in de automatische modus.<br />
DRY Dry Run: Testaanvoer<br />
F Aanvoer<br />
GUD Global User Data: Globale gebruikersgegevens<br />
INC Increment: Stapmaat<br />
INI Initializing Data: Initialisatiegegevens<br />
INK Incrementmaat<br />
LED Light Emitting Diode: Lichtdiode<br />
M01 M-functie: Geprogrammeerde stop<br />
MCS Machine Coordinate System<br />
MD Machinegegevens<br />
MDA Manual Data Automatic<br />
MKS Machinecoördinatensysteem<br />
MPF Main Program File: Hoofdprogramma<br />
NC Numerical Control: Numerieke besturing<br />
De NC-besturing omvat de componenten NCK, PLC, PCU en COM.<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
A-430 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
A
A 08/2005 Bijlage<br />
A Afkortingen<br />
NCK Numerical Control Kernel: Numerieke kern<br />
Component van de NC-besturing dat programma’s afwerkt en de<br />
bewegingsprocessen voor de werktuigmachine coördineert.<br />
NPV Nulpuntverschuiving<br />
OP Operator Panel: Bedieningspaneel<br />
PC Personal Computer<br />
PCU Personal Computer Unit<br />
Component van de NC-besturing die de communicatie tussen de<br />
operator en de machine mogelijk maakt.<br />
PLC Programmable Logic Control: Programmeerbare besturing<br />
Component van de NC-besturing voor de bewerking van de<br />
besturingslogica van de werktuigmachine.<br />
PRT Program Test<br />
REF Referentiepunt benaderen<br />
REPOS Herpositioneren<br />
ROV Rapid Override: IJlgangcorrectie<br />
S Spiltoerental<br />
SBL Single Block: Enkelvoudig blok<br />
SI Safety Integrated<br />
SKP Skip: Blok overslaan<br />
SPF Sub Program File: Onderprogramma<br />
SW Software<br />
T Werktuig<br />
TMZ Tool Magazine Zero<br />
V Snijsnelheid<br />
WCS Work Piece Coordinate System<br />
WKS Werkstukcoördinatensysteem<br />
WPD Work Piece Directory: Werkstuk-directory<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 A-431<br />
A
Bijlage 08/2005<br />
A A Afkortingen<br />
Voor notities<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
A-432 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
A
08/2005 Bijlage<br />
I Index<br />
B Index<br />
3<br />
3D-taster 2-60<br />
3-venster-aanzicht 3-118<br />
A<br />
Aaneenschakeling 4-124<br />
Aanslag 2-59<br />
Aanslagrand 2-52<br />
Aantal 4-151, 8-370<br />
Aantal werkstukken 4-151<br />
Aanvoer 4-144<br />
Aanvoeronderbreking 5-224<br />
Aanvoer-override 1-27<br />
Aanvoertoestand 1-30<br />
ABS 4-130<br />
Absolute maat 4-130<br />
Achterkant 5-315<br />
Achterkop 4-129, 4-140<br />
Afstandsdiagnose 1-42<br />
Afsteken 5-208<br />
Alarm 10-402<br />
Arbeidsplan 1-37<br />
Assen<br />
herpositioneren 3-95<br />
positioneren 2-81<br />
verplaatsen 2-79<br />
Astoets 1-26<br />
Automatische modus 2-50<br />
B<br />
Baanfrezen 5-283<br />
Basisblokindicatie 3-94<br />
Basisdeel 4-138<br />
Basisnulpuntverschuiving 2-71<br />
Bediening 1-32<br />
Bedieningsoppervlak 1-29<br />
Bedieningspaneel<br />
OP 010 1-20<br />
OP 010C 1-21<br />
OP 010S 1-21<br />
OP 012 1-22<br />
OP 015 1-22<br />
Begin 7-351<br />
Benaderen 4-128<br />
Benaderingscyclus 5-326<br />
Berekeningsvariant 3-96<br />
Bewerking 4-145<br />
meetekenen 3-108<br />
simuleren 3-108<br />
starten 3-90<br />
stoppen 3-90<br />
voortijdig beëindigen 3-92<br />
Bewerkingsaanvoer 4-144<br />
Bewerkingsbereik afgrenzen 5-224<br />
Bewerkingsdraairichting 5-321<br />
Bewerkingslijnen 3-109<br />
wissen 3-119<br />
Bewerkingstijd 3-109<br />
Bewerkingstype 4-145<br />
Bewerkingsvlak 4-126<br />
Bijkomende as 0-7<br />
Binnencorrectie 5-275<br />
Binnenschroefdraad 5-177<br />
Blok-zoek-run 3-96<br />
Boor 2-58<br />
Boren 5-171<br />
Diep- 5-173<br />
Manuele Machine 6-340<br />
midden 5-168<br />
Buitencontour 5-275<br />
Buitenschroefdraad 5-177<br />
C<br />
C1 0-7<br />
C3 0-7<br />
Centreren 5-171, 5-288<br />
Cirkel<br />
bekend middelpunt 5-160<br />
bekende radius 5-161<br />
polair 5-166<br />
Cirkelgroef 5-253<br />
Cirkelvormige kamer 5-240<br />
Cirkelvormige tap 5-247<br />
CNC-ISO-bedieningsmenu 1-42<br />
Contour 0-6<br />
aanleggen 5-214, 5-272<br />
Eiland 5-267<br />
exacte bewerking 5-216<br />
herbenoemen 4-150<br />
Kamer 5-267<br />
kopiëren 4-149<br />
natrekken 5-224<br />
sluiten 5-218, 5-277<br />
Startpunt 5-214<br />
Tap 5-269<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 I-433<br />
I
Bijlage 08/2005<br />
I Index<br />
Weergave 5-212, 5-270<br />
wijzigen 5-220, 5-281<br />
Contourbegin 5-214, 5-272<br />
Contourdraaien 5-210<br />
Contoureinde 5-214, 5-272<br />
Overgangselement 5-215<br />
Contourelement<br />
aanleggen 5-274<br />
bijvoegen 5-220, 5-281<br />
creëren 5-215<br />
invoegen 5-282<br />
toevoegen 5-221<br />
veranderen 5-281<br />
wijzigen 5-220<br />
wissen 5-222, 5-283<br />
Contourfrezen 5-267<br />
Contourkamer<br />
afkanten 5-301<br />
Centreren 5-288<br />
frezen 5-292<br />
Nabewerking 5-297<br />
Restmateriaal 5-295<br />
voorbewerking 5-292<br />
Voorboren 5-288<br />
Contourobject inleren 5-331<br />
Contourovergangselement 5-215, 5-275<br />
Contourrekenmachine 5-210, 5-267<br />
Contourtap<br />
afkanten 5-310<br />
frezen 5-302<br />
Nabewerking 5-307<br />
Restmateriaal 5-305<br />
voorbewerking 5-302<br />
Coördinatensysteem 1-19<br />
Coördinatentransformatie 2-71<br />
definiëren 5-323<br />
Cycli-ondersteuning 7-344<br />
Cyclus 0-6<br />
Cyclus inleren 5-329<br />
Cyclus starten 4-128<br />
D<br />
D 4-144<br />
deelcirkel 5-190<br />
Dialoogregel 1-29<br />
Dialoogselectie 5-216, 5-275<br />
veranderen 5-282<br />
wijzigen 5-221<br />
Diepboren 5-173<br />
Directory<br />
aanleggen 9-380, 9-394<br />
herbenoemen 9-383, 9-397<br />
kiezen 9-376<br />
kopiëren 9-382, 9-396<br />
openen 9-376, 9-389<br />
verschuiven 9-397<br />
wissen 9-383, 9-398<br />
DP 2-61<br />
Draadboor 2-59<br />
Draadsnij-ijzer 2-58<br />
Draaiboor 2-56, 2-59, 8-360<br />
Draaien 4-127<br />
Manuele Machine 6-340<br />
DRF-verschuiving 3-103<br />
Drijfwerktrap 2-78<br />
Duplonummer 8-363<br />
E<br />
Eenheid kiezen 1-41<br />
Einde 7-351<br />
Enkelvoudig blok 3-93<br />
Enkelvoudig blok fijn 3-93<br />
Equidistant 2-55<br />
Extra commando 5-216, 5-275<br />
F<br />
F 4-144<br />
Frees 2-58<br />
Frezen<br />
Manuele Machine 6-341<br />
Front 4-127<br />
Front C 4-127<br />
Front Y 4-127<br />
Frontvlak 4-127<br />
Functiegroep 4-143<br />
G<br />
G-code<br />
uitlichten 3-102<br />
G-Code<br />
in stappenreeksprogramma 5-327<br />
invoegen 7-350<br />
knippen 7-350<br />
kopiëren 7-350<br />
markeren 7-349<br />
zoeken 7-350<br />
G-Code-blok 5-328<br />
nummeren 7-351<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
I-428 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
I
08/2005 Bijlage<br />
I Index<br />
G-Code-editor 7-349<br />
G-Code-programma<br />
creëren 7-344<br />
uitvoeren 7-347, 9-379, 9-392<br />
Gebruikersgegevens 10-403<br />
Gebruikerstoestemming 2-48<br />
Geprogrammeerde stop 3-102<br />
G-functie 3-107<br />
Gravure 5-260<br />
Grijpen 5-315<br />
Groef<br />
Cirkel 5-253<br />
Langs- 5-250<br />
Groefwandcorrectie 5-285<br />
H<br />
Harde schijf 9-392<br />
Help-venster 1-39<br />
Herhaling 5-314<br />
H-functie 3-107<br />
Hoekverplaatsing 5-207<br />
Hoofdprogramma 5-312<br />
Hoofdspil 4-145<br />
Instellingen 2-52<br />
Hulpfuncties 3-107<br />
I<br />
IJlgang 2-81<br />
IJlgang-override 1-27<br />
INC 4-131<br />
Inch 2-50<br />
Incrementele afmeting 4-131<br />
Incrementmaat 4-131<br />
Inleren 5-329<br />
Contourobject 5-331<br />
Cyclus 5-329<br />
Positiepatroon 5-330<br />
Inschakelen 2-46<br />
Instellingen<br />
Automatisch bedrijf 3-120<br />
Manuele modus 2-84<br />
veranderen 5-321<br />
Invoegmodus 1-41<br />
Invoerveld 1-40<br />
K<br />
Kamer<br />
Cirkel 5-240<br />
Rechthoek- 5-236<br />
Kanaalbedrijfsmeldingen 1-30<br />
Kanaaltoestand 1-30<br />
Kegel<br />
Manuele Machine 6-337<br />
Kleine letters 5-261<br />
Koelmiddel 2-63<br />
L<br />
Lade 5-208<br />
Langsgroef 5-250<br />
Lege plaats zoeken 8-366, 8-368<br />
Lege sneden<br />
Manuele Machine 6-340<br />
lijn 5-182<br />
Loep 2-69, 3-119<br />
M<br />
M01 3-102<br />
Maateenheid 2-50, 4-138<br />
Maatstaf 2-76<br />
Machinebesturingspaneel 1-25<br />
Machinecoördinatensysteem 2-51<br />
Machinelooptijden 2-87<br />
Machinenulpunt 1-19<br />
Magazijn<br />
positioneren 8-369<br />
Magazijnlijst 8-359<br />
Magazijnplaats<br />
blokkeren 8-372<br />
vrijgeven 8-372<br />
Mantel 4-127<br />
Mantel C 4-127<br />
Mantel Y 4-127<br />
Mantelvlak 4-127<br />
Manual Data Automatic 2-86<br />
Manuele Machine 6-334<br />
Boren 6-340<br />
Draaien 6-340<br />
Frezen 6-341<br />
Nulpuntverschuivingen 6-335<br />
Simulatie 6-341<br />
Verplaatsingsbewegingen 6-336<br />
Manuele modus 2-49, 2-77<br />
Assen positioneren 2-81<br />
Assen verplaatsen 2-79<br />
Maateenheid 2-85<br />
M-functie 2-84<br />
Nulpuntverschuiving 2-84<br />
Spil 2-78<br />
Verspanen 2-82<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 I-435<br />
I
Bijlage 08/2005<br />
I Index<br />
Werktuig 2-77<br />
MCS 2-51<br />
MDA 2-49, 2-86<br />
Meerkant 5-258<br />
Meetcycli-ondersteuning 7-344<br />
Meetekenen<br />
tijdens het bewerken 3-113<br />
voor het bewerken 3-112<br />
Meettaster<br />
afstemmen 2-67<br />
Meldingen 10-402<br />
Merk 5-314<br />
Meten<br />
Werkstuknulpunt 2-70<br />
Werktuig 2-64, 2-66<br />
M-functie 2-84, 3-107<br />
Middelpuntbaan 5-284<br />
Millimeter 2-50<br />
Multifix-werktuighouder<br />
Manuele Machine 8-357<br />
N<br />
Nabewerking schroefdraad<br />
Manuele Machine 6-341<br />
Nabewerkingswerktuig 2-57<br />
Nabwerking 4-145<br />
Naderingsmodus 5-284<br />
Naderingsstrategie 5-284<br />
Netwerk-diskdrive 9-379, 9-392<br />
Nieuw programma 4-138<br />
Nieuw werktuig 2-56, 8-360<br />
Nieuwe contour<br />
draaien 5-214<br />
frezen 5-272<br />
Noodstop 1-25<br />
Nulpuntgegevens beveiligen 9-384, 9-398<br />
Nulpuntgegevens inlezen 9-384, 9-398<br />
Nulpuntverschuiving 2-71<br />
Basis- 2-71<br />
Coördinatentransformatie 2-71<br />
definiëren 2-74<br />
instellen 2-72<br />
Totale 2-71<br />
Nulpuntverschuivingen<br />
Manuele Machine 6-335<br />
oproepen 5-322<br />
Nulpuntverschuivingslijst 2-75<br />
Nupuntverschuiving kiezen<br />
Manuele Machine 6-335<br />
O<br />
Onderprogramma 5-312<br />
Ondersnijding<br />
Schroefdraad 5-201<br />
Vorm E 5-200<br />
Vorm F 5-200<br />
On-line-hulp 7-344<br />
Ontspanen 5-168, 5-170, 5-173, 5-175<br />
Oorsprong 3-119<br />
P<br />
Paddestoel 2-59<br />
Parameters<br />
berekenen 1-41<br />
invoeren 1-40<br />
overnemen 1-41<br />
selecteren 1-40<br />
veranderen 1-41<br />
wissen 1-41<br />
Parameterscherm 1-38<br />
Passing 4-135<br />
Pool 4-132, 5-163<br />
Positie 5-257<br />
herhalen 5-193<br />
willekeurige 5-180<br />
Positie patroon inleren 5-330<br />
Positiepatroon<br />
deelcirkel 5-190<br />
lijn 5-182<br />
Raam 5-186<br />
rooster 5-183<br />
volledige cirkel 5-188<br />
Positioneerblok 4-125<br />
POWER ON 10-403<br />
Programma 0-6<br />
aanleggen 4-138, 9-380, 9-394<br />
corrigeren 3-106<br />
herbenoemen 9-383, 9-397<br />
inlopen 3-93<br />
kiezen 3-90<br />
kopiëren 9-382, 9-396<br />
laden 9-391<br />
meerdere markeren 9-381, 9-395<br />
ontladen 9-391<br />
openen 9-377, 9-389<br />
overschrijven 3-103<br />
starten 3-92<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
I-428 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
I
08/2005 Bijlage<br />
I Index<br />
stoppen 3-92<br />
testen 3-105<br />
uitvoeren 9-378, 9-390<br />
van andere machine 9-378, 9-390<br />
verschuiven 9-397<br />
voortijdig beëindigen 3-92<br />
wissen 9-383, 9-398<br />
Programmabeheer<br />
PCU 50.3 9-387<br />
<strong>ShopTurn</strong> op NCU (HMI Embedded) 9-375<br />
Programmabeïnvloeding 1-30<br />
Leegloopaanvoer 3-120<br />
Programmablok 4-124<br />
creëren 4-143<br />
herhalen 5-314<br />
invoegen 4-149<br />
knippen 4-149<br />
kopiëren 4-149<br />
markeren 4-149<br />
nummeren 4-150<br />
tonen 3-94<br />
veranderen 4-147<br />
verbonden 4-124<br />
zoeken 4-150<br />
Programma-editor 4-148<br />
Programma-einde 4-125, 4-138, 4-151<br />
Programma-instellingen wijzigen 5-321<br />
Programmakop 4-124, 4-138<br />
Programmamanager 9-375, 9-387<br />
Programmastructuur 4-124<br />
Programmeergrafiek 1-37<br />
R<br />
Raam 5-186<br />
Radiuscorrectie 4-144<br />
Rechte 5-158<br />
Manuele Machine 6-338<br />
polair 5-164<br />
Rechthoekige kamer 5-236<br />
Rechthoekige tap 5-243<br />
Referentiepunt 2-46<br />
Rekenparameter 7-352<br />
Repos 3-95<br />
Reservewerktuig 8-363<br />
Reset 1-25<br />
Restmateriaal<br />
Contourkamer 5-295<br />
Contourtap 5-305<br />
Steekdraaien 5-233<br />
Steken 5-230<br />
Verspanen 5-226<br />
Ril 5-197<br />
Ringgroef 5-253<br />
rooster 5-183<br />
Rotatie 5-323<br />
Rotatie C-as 5-324<br />
R-parameter 7-352<br />
S<br />
S 4-145<br />
S1 0-7, 1-29<br />
S2 0-7, 1-29<br />
S3 0-7, 1-29<br />
Safety Integrated 2-48<br />
Scalering 5-324<br />
Schroefdraad<br />
boren 5-175<br />
draaien 5-203<br />
frezen 5-177<br />
meerder gangen 5-206<br />
midden 5-170<br />
Nabewerking 5-207<br />
Schroefdraadondersnijding 5-201<br />
Schuine as 4-126<br />
<strong>ShopTurn</strong> Open 1-44<br />
Simulatie 3-110, 7-347<br />
Manuele Machine 6-341<br />
<strong>Sl</strong>eutelschakelaar 1-28<br />
<strong>Sl</strong>ijpovermaat 5-219<br />
<strong>Sl</strong>ijtage 8-370<br />
Snedenindeling 5-224<br />
Snijdiepte 5-223<br />
Snijkant 4-144<br />
Snijkantligging<br />
veranderen 2-61<br />
Snijkantradiuscorrectie 2-55<br />
Snijsnelheid 4-145<br />
Softkey<br />
Annuleren 1-35<br />
Bediening 1-32<br />
CNC ISO 1-42<br />
OK 1-35<br />
Overname 1-35<br />
Overzicht 4-136<br />
Terug 1-35<br />
Spanen breken 5-168, 5-170, 5-173, 5-175<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 I-437<br />
I
Bijlage 08/2005<br />
I Index<br />
Speciale tekens 5-261<br />
Spiegeling 5-325<br />
Spiegelschrift 5-261<br />
Spil klemmen<br />
Boren 5-167<br />
Contourfrezen 5-269<br />
Frezen 5-235<br />
Spil-override 1-27<br />
Spiltoerental 4-145<br />
Spiltoestand 1-30<br />
Standtijd 8-370<br />
Stapbreedte 2-80<br />
Stapmaat 2-80<br />
Steekdraaien 5-231<br />
Restmateriaal 5-233<br />
Steken 5-228<br />
Restmateriaal 5-230<br />
Steker 2-58<br />
Streepjesgrafiek 1-37<br />
Subbedieningsmodus 1-30<br />
Synchronisatiepunt 5-207<br />
T<br />
T 4-143<br />
Tangente 5-216, 5-275<br />
Tap<br />
Cirkel 5-247<br />
Rechthoek- 5-243<br />
Technologieblok 4-125<br />
Tegenspil 4-145<br />
Bewerking 5-315<br />
Hoekverplaatsing 5-318<br />
Instellingen 2-52<br />
Parkeerpositie 5-318<br />
TEMP 9-383, 9-398<br />
Terugcompileren 7-345, 7-346<br />
Terugpositioneren 3-95<br />
Terugtrekken 4-139, 5-321<br />
Testaanvoer 3-112<br />
Tijdige waarschuwingsgrens 8-370<br />
Toegangsrechten 1-28<br />
Toerentalgrens 4-140<br />
Toetsen<br />
Bediening 1-32<br />
Tolerantieklasse 4-135<br />
Tolerantiekwaliteit 4-135<br />
Totale verschuivng 2-71<br />
Trekken 5-315<br />
U<br />
Uitgangsmateriaalvorm<br />
veranderen 3-113<br />
Uitlichten 3-103<br />
Uitschakelen 2-46<br />
USB-drive 9-379, 9-392<br />
V<br />
V 4-145<br />
Variabelen 10-403<br />
Veiligheidsafstand 4-140<br />
Veiligheidsniveaus 1-28<br />
Verlaten 4-128<br />
Verschuiving 5-323<br />
Versie-indicatie 10-405<br />
Verspanen 5-194, 5-222<br />
Manuele modus 2-82<br />
Restmateriaal 5-226<br />
Verwijderingscyclus 5-326<br />
Verwijderingsmodus 5-284<br />
Verwijderingsstrategie 5-284<br />
Vlakfrezen 5-302<br />
Voering uitdraaien 2-82<br />
Voeringmaat 2-52<br />
Volledig 5-315<br />
Volledige bewerking 4-145<br />
volledige cirkel 5-188<br />
Volumemodel 3-117<br />
Vooraanzicht 3-116<br />
Voorbewerken 4-145<br />
Voorbewerkingswerktuig 2-57<br />
Voorboren 5-288<br />
Voorkant 5-315<br />
Voorste rand 2-52<br />
W<br />
Wachtwoord 1-28<br />
WCS 2-51<br />
Werkstukcoördinatensysteem 2-51<br />
Werkstukken, aantal 4-151<br />
Werkstuknulpunt 1-19<br />
meten 2-70<br />
Werkstukteller<br />
G-Code-programma's 3-121<br />
Werktuig 4-143<br />
aanleggen 2-56, 8-360<br />
laden 8-365<br />
meerdere snijkanten 8-362<br />
meten 2-64, 2-66<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
I-428 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
I
08/2005 Bijlage<br />
I Index<br />
Namen wijzigen 8-361<br />
ontladen 8-366<br />
sorteren 8-364<br />
verplaatsen 8-367<br />
wissen 8-364<br />
Werktuigcontrole 8-370<br />
Werktuigcorrectiegegevens 2-54, 8-355<br />
Werktuiggegevens beveiligen 9-384, 9-398<br />
Werktuiggegevens inlezen 9-384, 9-398<br />
Werktuiglengtecorrectie 2-54, 2-55<br />
Werktuiglijst 2-60, 8-354<br />
Werktuigmagazijn 8-359<br />
Werktuignaam 2-57<br />
Werktuigslijtagegevens 8-369<br />
Werktuigslijtagelijst 8-358<br />
Werktuigspecifieke informatie 8-356<br />
Werktuigspil 4-145<br />
Werktuigtype 2-61<br />
Werktuigwisselpunt 4-140<br />
teachen 4-142<br />
Wrijven 5-171<br />
Z<br />
Z3 0-7<br />
Zijaanzicht 3-115<br />
Zoeken<br />
blok 3-98<br />
tekst 3-100<br />
Zoom 3-119<br />
Zusterwerktuig 8-363<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005 I-439<br />
I
Bijlage 08/2005<br />
I Index<br />
Voor notities<br />
© Siemens AG 2005 All rights reserved.<br />
I-440 <strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl Bedienen/Programmeren <strong>ShopTurn</strong> (BAT) - Uitgave 08/2005<br />
I
Aan<br />
SIEMENS AG<br />
A&D MC MS<br />
Postfach 3180<br />
D-91050 Erlangen<br />
Tel.: +49 (0) 180 5050 – 222 [Hotline]<br />
Fax: +49 (0) 9131 98 – 63315 [documentatie]<br />
Email:mailto:motioncontrol.docu@siemens.com<br />
Afzender<br />
Naam<br />
Adres van uw firma/bureau<br />
Straat:<br />
Postcode: Plaats:<br />
Telefoon: /<br />
Telefax: /<br />
Voorstellen en/of correcties<br />
Voorstellen<br />
Correcties<br />
voor gedrukt document:<br />
<strong>SINUMERIK</strong> <strong>840D</strong> sl<br />
<strong>ShopTurn</strong><br />
Gebruikersdocumentatie<br />
Bedienen/Programmeren<br />
Bestelnr. 6FC5398-5AP10-0JA0<br />
Uitgave 08/2005<br />
Indien u tijdens het lezen van dit document drukfouten<br />
ontdekt, gelieve ons deze met een formulier mede te<br />
delen. Ook voorstellen en verbeteringen nemen wij<br />
dankbaar aan.