februari - OTAR
februari - OTAR
februari - OTAR
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Vakblad voor managers beheer en onderhoud infrastructuur<br />
• Nieuwe patrouilleboten<br />
voor Rijkswaterstaat<br />
• Grootscheepse renovatie<br />
bruggen<br />
• Cees Brandsen, nieuwe<br />
HID Dienst Infrastructuur<br />
november <strong>februari</strong><br />
2009 2008<br />
Jaargang 90<br />
jaar
Brug over de Waal in de A50 bij Ewijk<br />
Constructie, montage, onderhoud en<br />
reparatie in staal, RVS en aluminium<br />
voor de infrastructuur gecertificeerd ISO9002 en VCA**<br />
Takke Breukelen BV, Keulschevaart 7, 3621 MX Breukelen<br />
Tel. 0346-261900 Fax 0346-261274 Email info@takkebreukelen.nl<br />
<strong>februari</strong><br />
2009<br />
Grootscheepse renovatie bruggen<br />
Rijkswaterstaat moet de komende jaren het gros<br />
van de bruggen grondig renoveren. Wat staat er<br />
allemaal te gebeuren en welke technieken worden<br />
gebruikt?<br />
Een spelletje DBFM<br />
Onlangs speelden de trekkers<br />
van publiek-private samenwerking<br />
uit het bedrijfsleven en van<br />
Rijkswaterstaat de DBFM-simulatie.<br />
10<br />
Cees Brandsen De emissieloze<br />
weg<br />
De nieuwe HID van de Dienst<br />
BAM beweert een emissieloze<br />
Infrastructuur geeft zijn visie op<br />
weg te hebben ontwikkeld. Welke<br />
de crisis, de samenwerking met<br />
innovaties liggen hieraan ten<br />
de markt en zijn eigen organisatie.<br />
grondslag?<br />
Maastricht gebruikt beeldbestek<br />
wegmarkeringen<br />
Column Elco Brinkman<br />
Deformatiemetingen van<br />
kunstwerken<br />
Aanbestedingskalender<br />
Verschillende proeven met<br />
maximum snelheid<br />
8<br />
9<br />
15<br />
19<br />
20<br />
jaar<br />
4 25 30<br />
Actueel<br />
Nieuwe patrouilleboten voor<br />
Rijkswaterstaat<br />
Opinie: Betrouwbare netwerken<br />
Agenda en opleidingen<br />
Personalia en colofon<br />
Wie, wat, waar<br />
22,23<br />
24<br />
29<br />
34,35<br />
36<br />
36<br />
Coverfoto<br />
Roger van der Kraan<br />
<strong>februari</strong> 2009<br />
3
Cees Brandsen, nieuwe HID Rijkswaterstaat<br />
Dienst Infrastructuur<br />
‘Crisis dwingt<br />
tot alternatieve<br />
oplossingen’<br />
Tekst: Astrid Melger<br />
Cees Brandsen is net begonnen als Hoofd<br />
Ingenieur Directeur (HID) van de Dienst<br />
Infrastructuur in een van de meest turbulente<br />
tijden in de GWW-sector. Het onderhoud aan<br />
het Nederlandse wegennet is harder nodig dan<br />
ooit, maar ook niet eerder zo ingewikkeld geweest.<br />
De Spoedwet zorgt ervoor dat dertig projecten die<br />
stil lagen weer kunnen worden opgepakt. En dan is<br />
er ook nog de kredietcrisis. Maar hij heeft<br />
er zin in: “Ik houd er wel van beproefd<br />
te worden.”<br />
Fotografie: Jeannette Schols<br />
Cees Brandsen (51) is een insider in de GWW-sector.<br />
Hij werkt al sinds de jaren tachtig in de branche<br />
en was betrokken bij grote projecten, zoals de<br />
Betuweroute en de Noord-Zuidlijn. Hij switchte regelmatig<br />
tussen posities als opdrachtgever en opdrachtnemer. Sinds<br />
oktober 2008 is hij HID van de nieuwe Dienst Infrastructuur,<br />
die voortgekomen is uit het samengaan van de Bouwdienst<br />
en Directie Projecten van Rijkswaterstaat. Bert Keijts, de<br />
Directeur-Generaal van Rijkswaterstaat, noemde hem hét<br />
voorbeeld van het type werknemer dat Rijkswaterstaat zoekt.<br />
Iemand die zich moeiteloos begeeft op het spanningsvlak<br />
tussen opdrachtgever en opdrachtnemer en die de sector<br />
door en door kent.<br />
Meer invloed<br />
Brandsen is een opgewekte man, een makkelijke prater.<br />
Tijdens het gesprek verdwijnt de lach vrijwel niet van zijn<br />
gezicht. Hij heeft het naar zijn zin bij Rijkswaterstaat. “De<br />
scope verschilt niet zoveel van het werk dat ik hiervoor deed.<br />
Veel problemen die in het bedrijfsleven spelen, zie ik hier<br />
terug. Bij sommige cases waar ik bij Van Hattum - mijn vorige<br />
werkgever - mee bezig was, kan ik nu één op één de naam<br />
Rijkswaterstaat opschrijven. Er is een andere invulling, maar<br />
de aanpak is generiek”, legt Brandsen uit. Het belangrijkste<br />
argument voor zijn overstap naar Rijkswaterstaat was dat hij<br />
vanuit zijn nieuwe functie zijn invloed kan aanwenden om de<br />
samenwerking tussen partijen te verbeteren. “Die invloed,<br />
was voor mij de extra plus”, aldus de HID.<br />
Gesprek Spoedwet<br />
Brandsen is iemand die gelooft in de synergie van een goede<br />
samenwerking. Als er problemen zijn, roept hij de partijen bij<br />
elkaar. Hij zorgt ervoor dat er gepraat wordt. Bijvoorbeeld<br />
over de Spoedwet. “Toen minister Eurlings (Verkeer en<br />
Waterstaat, red.) met de Spoedwet naar de Tweede Kamer<br />
ging, wilde hij zeker weten dat de markt het aankon. Ik heb<br />
toen de voorzitters van de Raden van Bestuur van de grootste<br />
bouwers gebeld voor een oriënterend gesprek en binnen een<br />
week zaten we met zijn allen om de tafel”, vertelt Brandsen.<br />
Voor hem is zo’n actie het bewijs dat er veel kan in de bouw.<br />
“Er is ontzettend veel mogelijk. Veel meer dan de meeste<br />
mensen denken. Een goed voorbeeld vind ik de HSL-lijn. Dat<br />
vond iedereen een groot en moeilijk project. Zouden we dat<br />
wel kunnen? Maar de rails ligt er. Hij is gewoon gebouwd”,<br />
stelt de HID.<br />
Kredietcrisis<br />
Toch is het niet alleen optimisme wat de klok slaat. Als het<br />
gesprek op de kredietcrisis komt, beaamt Brandsen meteen<br />
dat hij grote zorgen heeft over de gevolgen ervan. Hij vertelt<br />
dat er veel overleg is, zowel binnen Rijkswaterstaat als met<br />
de marktpartijen, over de rol die Rijkswaterstaat kan en moet<br />
spelen.<br />
<strong>februari</strong> 2009<br />
5
Hij voelt zich verantwoordelijk en<br />
betrokken: “Wij, als Rijkswaterstaat,<br />
moeten ervoor zorgen dat de motor<br />
gaat lopen. Alleen al vanuit die optiek<br />
is het een zegen dat de Spoedwet is<br />
aangenomen, want de kans om de<br />
omzet van een groot aantal bedrijven<br />
te bestendigen is daarmee alleen maar<br />
toegenomen.” Hij noemt de situatie bij<br />
Heijmans ronduit bedreigend. “Het is<br />
erg dat een bedrijf dat mooi werk levert<br />
er nu slecht voorstaat. Ik vind dat erg.<br />
Wij hebben niets aan een markt waar<br />
maar drie of vier aannemers zitten.”<br />
Financiering<br />
Daarnaast worstelt zijn organisatie<br />
door de crisis met de DBFMcontracten<br />
(Design – Build – Finance<br />
– Maintenance). Nu financiering voor<br />
private partijen een heikel punt wordt,<br />
moet de overheid inspringen. Maar<br />
een sterkere rol binnen DBFM wil<br />
Brandsen zeker niet. “Daar moeten we<br />
vanaf blijven. De overheid moet zijn<br />
sterkte tonen door alternatieven aan<br />
te geven, maar wel zo dicht mogelijk<br />
bij de principes van de publiek-private<br />
samenwerking te blijven”, stelt hij.<br />
Hoe een en ander vorm krijgt, kan<br />
hij nog niet zeggen. “We kijken of we<br />
andere zekerheden kunnen bieden of<br />
dat wij zelf tijdelijk als garantiepartner<br />
op kunnen treden. We zijn er op dit<br />
moment hard mee bezig om hier<br />
oplossingen voor te bedenken.”<br />
Verkrampt<br />
De kredietcrisis is een extra<br />
complicerende factor bovenop het<br />
toch al moeizame proces van DBFM.<br />
Sinds Rijkswaterstaat vier jaar<br />
geleden begon met de werkwijze ‘de<br />
markt tenzij’, komt de publiek-private<br />
samenwerking maar mondjesmaat<br />
op gang. Brandsen wordt tijdens<br />
zijn gesprekken met de bouwers<br />
regelmatig geconfronteerd met de<br />
nodige onvrede. Bijvoorbeeld over<br />
het aanbestedingsproces. Brandsen:<br />
“Daar zijn wij te verkrampt in. Wij willen<br />
het liefst met zoveel mogelijk partijen<br />
doorgaan, maar voor opdrachtnemers<br />
is dat een te zware belasting.” Hij<br />
vindt dat zijn gesprekspartners hier<br />
een punt hebben. Ter illustratie<br />
noemt hij het aanbestedingsproces<br />
van de A73-tunnels, waar negen<br />
aannemerscombinaties aan mee<br />
deden. “Die werken hun plan allemaal<br />
uit, maar we gaan maar met een partij<br />
verder. De plannen die overblijven,<br />
gaan de prullenbak in. Een ongelofelijke<br />
vernietiging van kapitaal.”<br />
Betere voorbereiding?<br />
Een ander punt waar de markt<br />
over klaagt tegen Brandsen, is de<br />
voorbereiding door Rijkswaterstaat.<br />
“Wij zouden het proces beter<br />
voor moeten bereiden, zodat de<br />
marktpartijen het makkelijker uit<br />
kunnen voeren. Maar dat past juist niet<br />
in onze nieuwe manier van werken. Ik<br />
vind dat de aannemerscombinaties<br />
eerder moeten gaan nadenken en<br />
niet alleen moeten focussen op de<br />
uitvoering”, aldus de HID. Het is één<br />
van de redenen waarom de naam<br />
Bouwdienst met ingang van dit jaar is<br />
vervangen door Dienst Infrastructuur.<br />
Volgens Brandsen roept de term<br />
‘Bouwdienst’ teveel associaties op<br />
met ‘even iets uitrekenen’. “En dat<br />
doen we niet meer. Het hing te sterk<br />
samen met dingen die we in het<br />
verleden deden. We waren eraan<br />
toe te laten zien dat we ons hebben<br />
vernieuwd, dat er nieuw elan is, dus<br />
gaan we voor die nieuwe naam.”<br />
Meer innovatie<br />
De nieuwe naam betekent overigens<br />
niet dat er niets meer te vernieuwen<br />
valt. Juist op het gebied van innovatie<br />
vindt Brandsen dat er nog een strijd<br />
te winnen is. “Het is een van mijn<br />
belangrijkste doelen voor de komende<br />
jaren. Rijkswaterstaat is vaak nog<br />
te behoudend. Ik wil mijn mensen<br />
uitdagen meer lef te tonen en ik wil er<br />
bewust op sturen dat we meer pilots<br />
gaan doen. De GWW-sector is een<br />
stuk ingewikkelder geworden en daar<br />
moet je op inspelen. ”Het ingewikkelde<br />
schuilt volgens Brandsen vooral in de<br />
omgeving. Procedures zijn complexer<br />
geworden en de mensen mondiger.<br />
De HID uit zijn oprechte verbazing<br />
over de complexiteit rond de plannen<br />
voor de ondertunneling van de A2 in<br />
Maastricht, waar in een open proces<br />
is geprobeerd te komen tot de beste<br />
oplossing. “Je zou denken dat de<br />
omgeving blij is dat de weg onder<br />
de grond gaat. Niet dus! De mensen<br />
die langs die A2 wonen, zijn eens<br />
gaan rekenen en kwamen tot de<br />
slotsom dat zij bijna twintig jaar in<br />
een bouwput moeten leven. Wie wil<br />
dat? Slopen wilden ze ook niet. Echt<br />
heel lastig.” Een ander project waar<br />
hij zich zichtbaar druk over maakt is<br />
de A4 Leiden – Burgerveen. “Voor<br />
het aquaduct bij Leiderdorp was<br />
consensus met iedereen. De mensen<br />
die daar wonen, dachten ‘ze gaan<br />
beginnen en over drie jaar weet ik<br />
waar ik aan toe ben’. Die mensen<br />
zitten nu al twee jaar te wachten wat<br />
er gaat gebeuren. De hele omgeving<br />
wilde op het project aansluiten.<br />
Het dorpsgezicht zou helemaal<br />
veranderen. En nu ligt het stil. Als ze<br />
met ons praten, horen ze ‘wij kunnen<br />
niets veranderen, want we zitten met<br />
het tracébesluit’. Het moet allemaal<br />
blijven zoals het is.”<br />
De HID vraagt zich af of het nog wel<br />
zin heeft om in een vroeg stadium tot<br />
besluiten te komen. “Tegen de tijd<br />
dat er gebouwd mag worden, is er<br />
al een nieuwe wereld. Wanneer een<br />
tracébesluit staat, mag er niets meer<br />
veranderen, maar de omgeving is niet<br />
zo statisch. Die wil op een gegeven<br />
moment wat anders. Daar zouden we<br />
beter op in moeten kunnen spelen.”<br />
Regelgeving<br />
Zulke kwesties komen nog naast alle<br />
regelgeving waar Rijkswaterstaat mee<br />
te maken heeft. “Neem de gebieden<br />
die wij moeten bekijken voor de<br />
beïnvloeding van de luchtkwaliteit, dat<br />
is gigantisch.” Ter illustratie noemt hij<br />
het project Maasvlakte – Vaanplein,<br />
waar de A15 zal worden verbreed.<br />
Hiervoor moesten de gevolgen voor<br />
de luchtkwaliteit worden bekeken in<br />
heel Zuid-Holland en een groot deel<br />
van Noord-Brabant. “Er zijn toen<br />
15.000 bestanden met verschillende<br />
verkeersgegevens aangeleverd, die<br />
in een totaalmodel moesten worden<br />
verwerkt. Dat is niet te doen. Daar<br />
zijn we vastgelopen”, aldus Brandsen.<br />
Hij denkt even na en vervolgt:<br />
“Daarom is ook de vlucht naar de<br />
Spoedwet ontstaan. Het is en blijft<br />
een noodoplossing, maar voorlopig<br />
kunnen we verder.”<br />
Ondanks de spannende tijden, ziet<br />
Brandsen de toekomst met veel<br />
vertrouwen tegemoet. “We moeten<br />
nog veel doen om te voldoen aan ons<br />
nieuwe motto van toonaangevend<br />
opdrachtgever, maar we zijn zeker op<br />
de goede weg. En de markt? Uiteraard<br />
zal de kredietcrisis zijn weerslag<br />
hebben en er zal altijd een spanning<br />
blijven tussen proces en project, maar<br />
daar komen we wel uit. De markt heeft<br />
er best lol in.”<br />
CV<br />
1957 - Geboren op 5 juni 1957 te Harderwijk<br />
1976 - Studie Weg- en Waterbouwkunde HTS Utrecht<br />
1980 - Diverse functies Ingenieursbureau Bruyn,<br />
Molenaar, Te Riet en Partners<br />
1989 - Projectleider Witteveen+Bos, onder andere voor<br />
de Øresund Link Tunnel; Adviesbureau Noord-<br />
Zuidlijn in Amsterdam<br />
1999 - Alliantie Manager bij Waardse Alliantie namens<br />
ProRail bv<br />
2002 - Hoofd technisch commercieel bureau bij Van<br />
Hattum en Blankevoort.<br />
december 2006 - Directeur van de Directie Projecten bij<br />
Rijkswaterstaat.<br />
oktober 2008 - HID Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur<br />
Adv Pilz liggend:Adv Pilz liggend E 02-02-2009 08:21 Pagina 1<br />
Verantwoord beheer van<br />
bruggen en sluizen!<br />
Nu Gratis cursusdag<br />
Op locatie bij een risicoanalyse<br />
van uw kunstwerk!<br />
Veiligheid wordt steeds belangrijker, ook bij verkeer<br />
over water. Beweegbare bruggen en sluizen<br />
zijn installaties die vallen binnen het toepassingsgebied<br />
van de Arbowet en de Machinerichtlijn.<br />
Zij moeten voldoen aan de hieruit voortvloeiende<br />
eisen.<br />
Het is dan ook belangrijk voor beheerders van<br />
bruggen en sluizen om te weten welke gevaren zij<br />
tegen kunnen komen.<br />
Bestaande kunstwerken worden steeds vaker op<br />
afstand bediend. Bedieningscentrales nemen de<br />
taken van lokale posten over. Deze verandering<br />
stelt hogere eisen aan het bedienend personeel.<br />
Pilz Nederland - Vianen<br />
Tel. 0347 320477, Info@pilz.nl, www.pilz.nl<br />
Daarnaast wordt de infrastructuur steeds complexer,<br />
waardoor het risico op menselijke fouten<br />
toeneemt.<br />
Om de verantwoordelijkheid voor installaties te<br />
kunnen dragen en veiligheid te realiseren is specifieke<br />
kennis nodig. Beheerders zijn verplicht een<br />
gestructureerde beoordeling uit te voeren. Een<br />
deskundig uitgevoerde risicoanalyse is dan ook<br />
het beste uitgangspunt voor het definiëren van<br />
veiligheidsmaatregelen.<br />
Wij kunnen u helpen met het uitvoeren van risicoanalyses,<br />
veiligheidsconcepten, veiligheidsontwerpen<br />
en de volledige engineering voor u uitvoeren.<br />
Risicoanalyses<br />
Veiligheidsconcepten<br />
Veiligheidsontwerpen<br />
Systeeminplementatie<br />
Veiligheidscontroles<br />
6 <strong>februari</strong> 2009 7<br />
<strong>februari</strong> 2009
Maastricht<br />
gebruikt beeldbestek<br />
wegmarkeringen<br />
Voor het onderhoud van groen en asfalt zijn beeldbestekken al langer gebruikelijk. Voor wegmar-<br />
keringen worden ze echter nauwelijks gebruikt. Terwijl er toch veel voordelen zijn. De gemeente<br />
Maastricht heeft onlangs een contract voor het onderhoud van de markeringen op rotondes en<br />
kruispunten afgesloten op basis van een beeldbestek.<br />
Even het geheugen opfrissen….. Een beeldbestek is<br />
een bestek waarin het gewenste kwaliteitsniveau<br />
is vastgelegd met een omschrijving, foto’s en de<br />
vereiste meetmethodes. De aannemer moet gedurende de<br />
onderhoudsperiode dit niveau handhaven. Het belangrijkste<br />
verschil met een regulier bestek is dat niet de frequentie en<br />
de soort maatregel vast staan, maar het gewenste resultaat<br />
tijdens de looptijd van het contract. De aannemer bepaalt<br />
dus zelf hoe en wanneer hij het onderhoud doet, om het<br />
vastgelegde beeld te behouden.<br />
Drie niveaus<br />
Waar de gemeente Maastricht vroeger opdracht gaf om<br />
versleten en beschadigde markeringen ‘even op te frissen’,<br />
gebeurt dit de komende vier jaar planmatig door Vermeulen<br />
Markeringen. Het bedrijf houdt zelf de inspecties, inclusief<br />
metingen van reflectiewaardes, en zorgt ervoor dat de<br />
kwaliteit continu goed is. Frans Paardekooper, directeur<br />
van de Vermeulen Groep legt uit hoe het kwaliteitsniveau<br />
is vastgesteld.” Ingenieursbureau Oranjewoud heeft voor<br />
de gemeente alle rotondes en kruispunten ingedeeld op<br />
drie kwaliteitsniveaus, te weten hoog, matig en laag. Een<br />
hogere attentiewaarde betekent dat het punt aan een hoger<br />
kwaliteitsniveau moet voldoen, dan een minder centraal<br />
gelegen rotonde of kruispunt. Denk bijvoorbeeld aan een<br />
kruising die achter in een industriegebied ligt.”<br />
Voordelen<br />
Paardekooper ziet zowel voor de opdrachtgever, als voor<br />
de opdrachtnemer veel voordelen aan het beeldbestek. “Wij<br />
nemen de komende vier jaar de zorg voor de inspecties uit<br />
handen van de gemeente Maastricht. De medewerkers van<br />
de dienst Stadsbeheer kunnen zich dus met andere zaken<br />
bezig houden. Daarnaast is de gemeente, voor een van<br />
tevoren afgesproken prijs, gegarandeerd van een constant<br />
niveau van de markeringen en is ze meteen ingedekt<br />
voor wettelijke aansprakelijkheid bij verkeersongevallen.<br />
De markering is immers altijd in goede staat”, aldus<br />
Paardekooper.<br />
Hij denkt even na en vervolgt: “Voor ons is het prettig voor<br />
vier jaar een constante omzetfactor te hebben en ik vind de<br />
zelfstandigheid erg prettig. We kunnen zelf het onderhoud<br />
inplannen, er is minder communicatie nodig met de<br />
opdrachtgever en de administratie is eenvoudiger. Kortom,<br />
ik vind deze contractvorm zeer geschikt voor het onderhoud<br />
van wegmarkeringen. Ik kan me goed voorstellen dat meer<br />
gemeenten voortaan van beeldbestekken gebruik gaan<br />
maken.”<br />
Stad onder<br />
Amsterdam<br />
De financiële crisis heeft ook vat gekregen op de reële economie.<br />
En daarmee ook op de bouw- en infrasector. Hoewel<br />
onze leden in deze maanden nog redelijk in hun werk zitten,<br />
zien de vooruitzichten er verre van goed uit. Het Economisch<br />
Instituut voor de Bouwnijverheid sprak al eerder de verwachting<br />
uit dat er in 2009 en het jaar erop een cumulatieve productieteruggang<br />
van 10 procent zal zijn en er zo’n 25.000 banen verloren<br />
zullen gaan. De veronderstellingen waar deze verwachtingen op gebaseerd waren, zijn ondertussen al<br />
weer in negatieve zin bijgesteld, waardoor de toekomst er nog somberder uit is gaan zien.<br />
Het is wat ons betreft alle hens aan dek om de belangrijke motor, die de sector voor de economie is,<br />
op toeren te houden. Als belangenbehartiger van zo’n 4000 bouw- en infra-ondernemingen hebben wij<br />
het kabinet en de Tweede Kamerleden er wederom op gewezen dat een sector die zes procent van het<br />
bruto binnenlands product vertegenwoordigt, die 60 miljard omzet draait en die inclusief toeleverende<br />
sectoren negen procent van de werkgelegenheid in ons land voor zijn rekening neemt, extra aandacht<br />
en ondersteuning verdient.<br />
Daarnaast hebben wij een hele reeks van tijdelijke stimuleringsmaatregelen voorgesteld die onder meer<br />
tot doel hebben om het vertrouwen bij de consument te herstellen. Verder hebben wij veel energie<br />
gestoken in de ondersteuning van onze leden door het geven van voorlichting en de inrichting van een<br />
meldpunt crisisbestrijding. Wij hebben er voor gepleit en blijven er voor pleiten om projecten die toch<br />
al gepland staan naar voren te halen. Het betreft onder meer infrastructurele werken die al langer in de<br />
planning staan om door het rijk en de lagere overheden op de markt gebracht te worden. Werken die<br />
voor de economie en in sociale zin van groot belang zijn.<br />
In die zin zijn wij blij met het aannemen van de Spoedwet wegverbreding waardoor versneld dertig<br />
knelpunten in ons infrastructuurnetwerk kunnen worden aangepakt. Ik roep wel alle betrokkenen op om<br />
de handschoen ook op te pakken en invulling te geven aan de uitvoering van de wet. Het is in dat kader<br />
een goede zaak dat Rijkswaterstaat en marktpartijen reeds vorig jaar een open dialoog zijn gestart en de<br />
wil hebben uitgesproken om de projecten slimmer en sneller te realiseren. Ik ga er dus vanuit dat ook<br />
hier zal gelden ‘Waar een wil is, is een weg’.<br />
Elco Brinkman<br />
Voorzitter Bouwend Nederland<br />
Column<br />
Elco Brinkman<br />
Waar een wil is,<br />
is een weg<br />
8 <strong>februari</strong> 2009 February <strong>februari</strong> 2009<br />
9
Nadruk op innovatie en<br />
het vermijden van overlast<br />
Grootscheepse<br />
renovatie bruggen<br />
Tekst: Jan van den Berg<br />
Rijkswaterstaat moet de komende jaren het gros van de bruggen grondig renoveren. Vooral<br />
oudere bruggen blijken veel meer onderhoud nodig te hebben dan was gedacht. Er is nu dus<br />
een uitvoerig programma van reparatie en vervanging. Geprobeerd wordt om overlast tot een<br />
minimum te beperken.<br />
De bevolkingsdichtheid en bedrijvigheid van<br />
ons land zijn de afgelopen decennia flink<br />
gegroeid. De infrastructuur is niet in alle<br />
gevallen meegegroeid. Of beter gezegd: Bij het<br />
ontwerp van kunstwerken is niet altijd voorzien dat ze<br />
zo intensief gebruikt zouden worden als nu het geval<br />
is. Hierdoor treedt meer slijtage op dan aanvankelijk<br />
was gedacht. Rijkswaterstaat staat nu voor de taak<br />
de infrastructuur van het hoofdwegennet weer bij de<br />
tijd te krijgen.<br />
Omvang onduidelijk<br />
Dat is een forse opgave. Het hoofdwegennet kent<br />
ruim 3.700 kunstwerken. Afgezien van een<br />
dertigtal tunnels, aquaducten en<br />
wildpassages betreft<br />
het vaste en<br />
beweegbare bruggen, viaducten en onderdoorgangen.<br />
Na de constatering dat er veel extra<br />
onderhoud nodig zou zijn, is begonnen met een<br />
inventarisatie van alle betonnen kunstwerken van<br />
voor 1975. Dit zijn er 1.180, ofwel bijna eenderde<br />
van het totaal. Deze kunstwerken verdienen extra<br />
aandacht, omdat de eisen aan betonnen kunstwerken<br />
toen beduidend lager waren dan nu. Inmiddels zijn<br />
deze bruggen en viaducten geïnspecteerd en er is<br />
geen sprake van acuut gevaar. In bepaalde gevallen<br />
is nadere inspectie noodzakelijk, omdat verwacht<br />
wordt dat deze bruggen niet bestand zijn tegen<br />
het drukke verkeer van vandaag de dag of dat van<br />
de toekomst. Om dit probleem op te lossen, denkt<br />
Rijkswaterstaat aan het verbreden van bruggen of<br />
de aanleg van spitsstroken. Omdat nader onderzoek<br />
naar de bruggen nog loopt, is nog niet bekend<br />
welke omvang de renovatie van betonnen bruggen<br />
uiteindelijk zal hebben.<br />
bron: www.BeeldbankVenW.nl, Rijkswaterstaat/ Joop van Houdt
Bron: Witteveen+Bos<br />
1180 onderzoeken<br />
Rijkswaterstaat heeft een aantal<br />
ingenieursbureaus gevraagd de 1.180<br />
betonnen bruggen constructief te<br />
onderzoeken. Witteveen+Bos heeft<br />
een deel hiervan voor zijn rekening<br />
genomen. “In een vervolgfase<br />
iJkViAduCT<br />
heeft Witteveen+Bos opdracht<br />
gekregen voor de bepaling van de<br />
materiaaleigenschappen van 83<br />
kunstwerken”, vertelt projectleider<br />
Frank Linthorst van dit bureau. “Dit<br />
onderzoek zal in mei 2009 afgerond<br />
zijn. Met verkregen gegevens uit het<br />
Onderhoud en reparatie zouden erg gebaat zijn bij een permanente<br />
monitoring van de conditie van een brug. TNO Bouw en Ondergrond<br />
werkt aan een methode die dit mogelijk maakt bij betonnen bruggen.<br />
Deze staat bekend onder de term ‘IJkviaduct’. Het komt er op neer dat<br />
met sensoren bekeken wordt hoe sterk bijvoorbeeld het doorbuigen en<br />
rekken is en welke trillingen er optreden. Andere sensoren meten de<br />
elektrische potentialen, die veranderen onder invloed van bijvoorbeeld<br />
betonrot. Elektrische weerstand zegt iets over het vochtgehalte. Ook<br />
wordt het geluid gemeten dat de brug afgeeft.<br />
TNO maakt gebruik van bestaande sensoren en andere componenten.<br />
De innovatie zit in het gebruik hiervan om de conditie van bruggen te<br />
observeren. Momenteel ontwikkelt het instituut een model dat in de<br />
loop van dit jaar zal worden getest en gevalideerd. Dit gebeurt door een<br />
bestaande brug te voorzien van het ijkviaduct-systeem. Een verdere<br />
validatie van het systeem betreft de toepassing op vijftig andere bruggen.<br />
Hierbij moeten de ontwerpers letten op een goede spreiding van bruggen<br />
uit verschillende periodes en van verschillende aannemers. Er blijken<br />
namelijk verschillen te zijn in het beton dat is gebruikt.<br />
TNO is voornemens om het systeem eerst in Nederland toe te passen.<br />
Als het voldoet is het natuurlijk een interessant exportproduct. Er is<br />
belangstelling uit meerdere Europese landen. Helemaal nieuw is de<br />
toepassing van sensoren overigens niet. In de Westerscheldetunnel zijn<br />
al sensoren in het beton gegoten.<br />
Witteveen+Bos voert het onderzoek voor 83 kunstwerken uit.<br />
materiaalonderzoek, zal een verdere<br />
toetsing volgen van de constructies<br />
aan de hand van de Richtlijn<br />
Beoordeling Betonnen Kunstwerken<br />
van de Bouwdienst Rijkswaterstaat.”<br />
Een uitkomst kan zoals gezegd<br />
zijn dat er voor bepaalde bruggen<br />
beperkingen gaan gelden. Dan kan<br />
er bijvoorbeeld geen spitsstrook op<br />
worden aangelegd, of is verbreden<br />
niet mogelijk.<br />
Van staal naar<br />
hogesterktebeton<br />
Ook stalen bruggen zijn onder de<br />
loep genomen. Inspecties hebben<br />
uitgewezen dat 15 van de 274 vaste<br />
en beweegbare stalen bruggen lijden<br />
onder vermoeiingsverschijnselen.<br />
Bij de overige 259 stalen bruggen<br />
zijn geen problemen gevonden. De<br />
eerste stalen brug die is aangepakt,<br />
is de Moerdijkbrug. Hier is al in 2005<br />
en 2006 het stalen wegdek van de<br />
oostbaan vervangen door een wegdek<br />
van hogesterktebeton. Dit is effectief<br />
gebleken. Scheurvorming komt er,<br />
ondanks het drukke verkeer, niet meer<br />
voor. Bij de westbaan is de afgelopen<br />
twee jaar dezelfde aanpak gevolgd.<br />
De brug moet nu weer dertig jaar<br />
meekunnen.<br />
De Moerdijkbrug heeft veel nuttige<br />
informatie opgeleverd over de manier<br />
waarop andere stalen bruggen<br />
gerepareerd kunnen worden. Zo lijkt<br />
het aanbrengen van hogesterktebeton<br />
de aangewezen manier om stalen<br />
brugdekken te vervangen. Het<br />
voordeel van dit beton is het lage<br />
gewicht in verhouding tot de sterkte.<br />
Daardoor neemt het gewicht van de<br />
brugconstructie niet of nauwelijks toe,<br />
terwijl de weerstand tegen slijtage veel<br />
groter wordt.<br />
Binnen vijf jaar<br />
Van de overige 14 zorgenkinderen<br />
worden er negen binnen vijf jaar<br />
gerepareerd. Nog eens vijf andere zijn<br />
tussen 2013 en 2018 aan de beurt. Bij<br />
de overige bruggen kan langer gewacht<br />
worden met ingrijpend onderhoud. De<br />
kosten van versterking van deze stalen<br />
bruggen worden geschat op maximaal<br />
500 miljoen euro. Indien moet worden<br />
overgegaan tot vervanging van één of<br />
meer bruggen, dan vallen de kosten<br />
natuurlijk veel hoger uit.<br />
Sluizen en stuwen<br />
De inventarisatie van de conditie<br />
van kunstwerken heeft bij andere<br />
soorten kunstwerken, zoals tunnels,<br />
geen aanleiding gegeven om extra<br />
onderhoud te gaan uitvoeren. Verder<br />
is het op dit moment niet duidelijk<br />
of er vergelijkbare problemen zijn<br />
bij de sluizen en stuwen in het<br />
hoofdvaarwegennet. Om vast<br />
te stellen of dezelfde situatie<br />
zich bij de infrastructuur van het<br />
hoofdvaarwegennet voordoet, is<br />
Rijkswaterstaat gestart met een<br />
onderzoek naar de resterende<br />
levensduur van deze bouwwerken. Dit<br />
is een complex proces, dat de nodige<br />
tijd zal kosten.<br />
Vijf procent van<br />
de file-overlast<br />
Werken aan de weg leidt tot overlast<br />
voor verkeersdeelnemers. Het hier<br />
beschreven onderhoud aan de<br />
bruggen valt onder groot onderhoud.<br />
De Tweede Kamer heeft de minister<br />
van verkeer en waterstaat verzocht om<br />
het overlast hiervan te beperken tot vijf<br />
procent van de totale file-overlast. Het<br />
aandeel van alle wegwerkzaamheden<br />
in de file-overlast moet beperkt<br />
worden tot ten hoogste tien procent.<br />
Onderhoud aan bruggen zal leiden tot<br />
de nodige overlast. Als een brugdek<br />
vervangen wordt, zullen één of meer<br />
rijstroken afgesloten moeten worden.<br />
Alhoewel overlast niet te vermijden<br />
is, speelt het bedrijfsleven wel in op<br />
BRuG ondeR SpAnninG<br />
Rijkswaterstaat is natuurlijk niet de enige wegbeheerder met zorg voor<br />
het onderhoud van bruggen. Ook provincies en gemeenten hebben er<br />
mee te maken. Ook hier zijn soms interessante vernieuwingen. Zo past de<br />
gemeente Utrecht een nieuwe techniek toe om de De Muinck Keizerbrug<br />
over de Vecht voor de komende veertig jaar te wapenen tegen betonrot.<br />
De corrosie van het beton in de brug is veroorzaakt, doordat jarenlang<br />
strooizout en regenwater in het beton sijpelden. Daardoor brokkelde het<br />
af en kwam de bewapening bloot te liggen.<br />
De brug wordt nu permanent onder een lichte stroom van een paar milliampère<br />
gezet. Een computer houdt voortdurend de stroomsterkte onder<br />
controle. Deze stroom zorgt ervoor, dat het betonijzer niet meer wordt<br />
aangetast door de zouten in het pekel- en regenwater. Deze techniek van<br />
kathodische bescherming is niet nieuw, maar komt bij bruggen nog niet<br />
veel voor. De gemeente bespaart met deze methode 1,2 miljoen euro.<br />
Een nieuw brugdek zou twee miljoen hebben gekost. De kathodische<br />
bescherming kost acht ton.<br />
Kathodische bescherming wordt nog steeds verder ontwikkeld. Het<br />
gebruik van geleidende coatings is in opkomst. Een andere innovatie<br />
is de toepassing van koolstofvezels. Ook systemen met dataloggers en<br />
remote control nemen in aantal toe. De toepassing van zonnecellen als<br />
energiebron met een accu als buffer komt steeds meer naar voren. Bij<br />
afgelegen locaties kan dit aanzienlijke kosten besparen omdat er geen<br />
leidingen aangelegd hoeven te worden.<br />
dit probleem. Zo heeft BAM Betontechnieken<br />
een aantal technieken<br />
ontwikkeld om kunstwerken zo efficiënt<br />
mogelijk te repareren. Directeur<br />
Bart van der Woerd: “Voorkomen van<br />
overlast kan eigenlijk niet. Wel kan<br />
het tot een minimum worden beperkt.<br />
We hebben daarvoor een aantal herstel-<br />
en vervangmethodes ontwikkeld.<br />
Bijvoorbeeld prefab voegovergangen<br />
die eenvoudig en snel zijn te monteren.<br />
Mede door de lange levensduur,<br />
heeft de weggebruiker dus weinig last<br />
van oponthoud.” Van der Woerd legt<br />
uit dat BAM Betontechnieken steeds<br />
vaker gebruik maakt van snelhardende<br />
mortels. “Als lid van de VBR<br />
(vereniging van gecertificeerde betonreparatiebedrijven,<br />
red.) zoeken wij<br />
samen met onze opdrachtgevers altijd<br />
naar de beste mogelijkheid om renovaties<br />
snel en vakkundig uit te voeren.<br />
Dit vraagt om een zorgvuldige aanpak<br />
waarbij ook nog veilig gewerkt moet<br />
worden. Levensduurverlenging van<br />
een kunstwerk begint natuurlijk met<br />
regulier onderhoud. Als renovatiewerk<br />
een integrale kwaliteitsbenadering<br />
krijgt, zijn langdurige garanties af te<br />
geven en daar is iedereen blij mee.”<br />
Alternatief vervoer<br />
Naast het beperken van overlast door<br />
werken in de nacht en zomervakantie,<br />
zal ook het aanbieden van alternatieve<br />
manieren van vervoer belangrijk<br />
zijn. Ervaringen met het aanbieden<br />
van extra openbaar vervoer tegen<br />
gereduceerd tarief zijn positief. De<br />
weggebruiker kan met korting gebruik<br />
maken van trein, boot of bus. Met<br />
de vervoerders NS, RET, ARRIVA en<br />
Connexxion zijn afspraken gemaakt<br />
over de inzet van een zogenaamd<br />
van-A-naar-Beter-kaartje. Alhoewel<br />
de integrale evaluatie van de<br />
maatregelen, waaronder Filemijden,<br />
Bart van der Woerd van<br />
BAM Betontechnieken<br />
12 <strong>februari</strong> 2009 13<br />
<strong>februari</strong> 2009<br />
Bron: BAM Betontechnieken
nieT ziCHTBARe MAnkeMenTen in kAART<br />
BRenGen AFBeeldinG VolGT ViA WiM<br />
Irscat NL richt zich met nieuwe meetmethodes op inspectie en inventarisatie<br />
van betonconstructie om eventuele niet zichtbare mankementen in kaart<br />
te brengen. De innovatieve metingen zijn bijvoorbeeld verricht bij de brug<br />
bij Muiderberg en die bij het Gooimeer, in opdracht van Strukton Civiel.<br />
Hier zijn spankabels, ankerplaten, bewapening en holle ruimtes in beton<br />
gelokaliseerd.<br />
Door nauwkeurige metingen wordt bepaald hoe de conditie van beton<br />
en betonconstructies is. Tevens is te bepalen waar in het beton de<br />
bewapening, spankabels, ankerplaten en kabelgoten liggen. Deze<br />
metingen worden non-destructief verricht met behulp van moderne<br />
meetapparatuur. Hierbij wordt gewerkt met magnetische velden,<br />
infrarood, ultrasoon, radar, radiografische-, thermische en echografische<br />
systemen. Om de grootst mogelijke bedrijfszekerheid te waarborgen<br />
worden minimaal twee meetmethoden gebruikt. Zo is het ook mogelijk om<br />
een brug vaker te inspecteren. Schade wordt dan eerder geconstateerd<br />
en zal doorgaans minder groot zijn en dus goedkoper te repareren.<br />
Irscat NL is een samenwerking van de Van Ginkel Groep en de Zwitserse<br />
partner Irscat Ag.<br />
nog moet worden afgerond, is wel<br />
duidelijk dat de inzet van Filemijden<br />
bij de Moerdijkbrug in verkeerskundig<br />
opzicht geslaagd is geweest. Van<br />
de 2.700 aangemelde deelnemers<br />
hebben er vanaf eind april elke dag<br />
bijna 900 deelnemers niet gereden in<br />
de avondspits. De doorstroming in de<br />
avondspits was ruim 20 procent beter<br />
dan in de periode ervoor. Dit biedt hoop<br />
voor wanneer de andere bruggen een<br />
grote onderhoudsbeurt ondergaan.<br />
Gezien het aantal bruggen dat op de<br />
nominatie staat voor onderhoud, zal<br />
deze opgave de komende jaren een<br />
relatief groot deel uitmaken van de<br />
totale inspanningen en kosten van<br />
Rijkswaterstaat voor onderhoud aan<br />
het hoofdwegennet. Deze zijn echter<br />
onvermijdelijk om de infrastructuur op<br />
het gewenste niveau te houden.<br />
deformatiemetingen<br />
van kunstwerken<br />
In opdracht van overheden waaronder Rijkswaterstaat, provincies, waterschappen en gemeen-<br />
ten voert RPS BCC deformatiemetingen uit aan kunstwerken. Door middel van deze specia-<br />
listische landmeetkundige metingen wordt bekeken of het kunstwerk zich qua vervorming en<br />
verplaatsing stabiel gedraagt.<br />
De ontwerplevensduur van<br />
kunstwerken kan tegenwoordig<br />
oplopen tot wel 100 jaar.<br />
Tijdens het ontwerp wordt hiermee<br />
uiteraard al rekening gehouden,<br />
bijvoorbeeld in de keuze van materiaal<br />
en bouwmethode. Uit onderzoek is<br />
gebleken dat veel bruggen en viaducten<br />
uit de jaren zestig en zeventig,<br />
mede als gevolg van de toename van<br />
de verkeersintensiteit, aslasten van<br />
voornamelijk vrachtwagens en aangescherpte<br />
veiligheidsvoorschriften een<br />
kortere levensduur hebben dan aanvankelijk<br />
als uitgangspunt is genomen<br />
(zie ook het artikel op pagina 10).<br />
Tijdig signaleren<br />
Een inspectie- en onderhoudsprogramma<br />
waarborgt dat eventuele<br />
tekortkomingen tijdig worden gesignaleerd<br />
en dat noodzakelijk onderhoud<br />
wordt vastgesteld. Naast de visuele<br />
inspecties levert het regelmatig<br />
uitvoeren van deformatiemetingen op<br />
de kunstwerken een belangrijke input<br />
voor het vaststellen van de nodige<br />
onderhoudsactiviteiten. Aan de hand<br />
van de resultaten van deze metingen<br />
kan een beeld worden gevormd van<br />
de verplaatsingen van (delen van) het<br />
kunstwerk als gevolg van verticale<br />
of horizontale gronddeformaties. Op<br />
basis van de ontwikkeling van de<br />
meetresultaten kan de beheerder<br />
van het kunstwerk tijdig maatregelen<br />
nemen om gevaarlijke situaties en<br />
schade te voorkomen.<br />
Absoluut en relatief<br />
Een deformatiemeting wordt uitgevoerd<br />
ten opzichte van vaste<br />
punten. “De meting kunnen wij zowel<br />
absoluut als relatief uitvoeren”, aldus<br />
Arjan Holster, binnen RPS BCC<br />
verantwoordelijk voor de geodiensten<br />
voor gww-projecten. Bij een absolute<br />
meting wordt uitgegaan van stabiele<br />
vaste punten die zich buiten het deformatiegebied<br />
bevinden. Hierdoor kan<br />
er zowel een uitspraak worden gedaan<br />
over de verplaatsing van het kunstwerk<br />
ten opzichte van de omgeving als over<br />
de vervorming van het kunstwerk zelf.<br />
De meting kan zowel in een lokaal, als<br />
in een landelijk referentiestelsel (RD/<br />
NAP) worden uitgevoerd. Bij een relatieve<br />
meting komen er vaste punten<br />
op het kunstwerk, waardoor alleen<br />
een beeld van de vervorming van<br />
het kunstwerk wordt verkregen. Een<br />
relatieve meting wordt in een lokaal<br />
stelsel uitgevoerd. Voordeel van een<br />
relatieve meting is dat zij ongevoelig<br />
is voor wijzigingen in referentiestelsels.<br />
Wijzigingen in referentiestelsels<br />
bemoeilijken het juist interpreteren van<br />
de zettingsresultaten.<br />
Na de deformatiemeting kunnen in<br />
het vervolgtraject zettingen worden<br />
geregistreerd door periodiek vervolgmetingen<br />
uit te voeren.<br />
14 <strong>februari</strong> 2009 15<br />
<strong>februari</strong> 2009
Regeren is vooruitzien<br />
bij Knooppunt Medel<br />
Als Business Development Manager bij Ballast Nedam is Anne<br />
Ravenshorst nauw betrokken bij de plannen voor het knooppunt<br />
Medel. Een locatie waar verkeers-, water- en spoorwegen<br />
samenkomen en op termijn zo’n 7000 mensen zullen werken. Toekomstige<br />
mobiliteitsproblemen tekenen zich af. Zo wordt de snelweg A15 alleen<br />
maar drukker, zal de Betuwespoorlijn verdubbeld worden, en vinden we<br />
ter plaatse ook het Amsterdam-Rijnkanaal en de N323 naar Nijmegen.<br />
Met recht een knooppunt van belangrijke nationale en regionale<br />
verbindingen. “Een oplossing die alleen asfalt en beton behelst, is verre<br />
van voldoende”, zo stelt Ravenshorst. “Een integraal probleem vraagt om<br />
een integrale aanpak. De sleutel ligt in samenwerking, in de durf om eigen<br />
kennis en kunde te delen met andere partijen. Doel is complementair te<br />
zijn en samen een totaalaanpak te ontwikkelen. In dat licht hebben wij<br />
samenwerking gezocht met vervoersbedrijf Arriva en het industrieschap<br />
Medel. Samen kom je verder, dat blijkt wel.”<br />
Meerwaarde<br />
Al eerder verdiepten Ravenshorst en zijn collega’s zich in de<br />
mobiliteitsproblematiek van de regio Rivierenland, waarvan Medel<br />
deel uitmaakt. “De situatie bij Medel viel toen in negatieve zin op.<br />
Met de plannen voor uitbreiding in het achterhoofd lijken problemen<br />
onafwendbaar. Niet alleen wat bereikbaarheid betreft, maar ook waar<br />
het gaat om aantrekkingskracht op bedrijven van buitenaf.” Met een<br />
eigen initiatief anticiperen de partijen op de toekomst. “Onze focus ligt<br />
op een functioneel eindbeeld”, zo legt Ravenshorst uit. “Hoe ziet dat eruit<br />
Het provinciale loket Eigen Initiatief<br />
Mobiliteit van de provincie Gelderland was<br />
vorig jaar zomer nog maar net geopend<br />
of het eerste initiatief diende zich al aan.<br />
Bouwbedrijf Ballast Nedam, vervoers-<br />
onderneming Arriva Nederland BV en<br />
Industrieschap Medel leverden gezamenlijk<br />
een integrale aanpak af voor het knooppunt<br />
Medel nabij Tiel. Met uitbreidingsplannen<br />
en een stijgende mobiliteitsvraag lijkt het<br />
hier slechts een kwestie van tijd voordat<br />
problemen ontstaan. En omdat regeren<br />
nog steeds vooruitzien is, brengen partijen<br />
op verzoek van de provincie Gelderland nu<br />
de haalbaarheid van ontwerp, realisatie en<br />
exploitatie van hun plannen in beeld. Met<br />
een ‘harde’ prijs prestatie garantie.<br />
en hoe kunnen wij dat realiseren? Denk bijvoorbeeld aan het versterken<br />
van het openbaar vervoer en het bij elkaar brengen van uiteenlopende<br />
vormen van transport. Daarmee ontstaat vervolgens ruimte voor bepaalde<br />
voorzieningen.” De eerste planopzet is door de provincie Gelderland<br />
zodanig positief ontvangen, dat samenwerkende partijen het verzoek<br />
hebben gekregen om de business case verder uit te werken, inclusief een<br />
prijsopgave. “We werken het totaalplan uit en brengen de meerwaarde<br />
in beeld. De kracht ligt in de combinatie van verschillende onderdelen.<br />
Door ze als geheel uit te voeren, versterken ze elkaar. Zo ontstaat een<br />
gebied dat niet alleen uitstekend bereikbaar is, maar wat ook van andere<br />
belangrijke gemakken is voorzien. In alle opzichten een aantrekkelijk<br />
bedrijventerrein.”<br />
Prijsgarantie<br />
Uiteindelijk is het aan de overheid om een definitief oordeel over de<br />
plannen te vellen, en al of niet over te gaan tot de uitvoering. Dat de<br />
business case ook bestaat uit een uitgebreid financieel kader maakt deze<br />
afweging makkelijker, daarvan is Ravenshorst overtuigd. “Het feit dat<br />
vooraf financieel inzicht wordt gegeven, is bijzonder. Temeer omdat de<br />
tijd waarbinnen een en ander wordt uitgewerkt, relatief kort is. Tijd voor<br />
uitgebreide bestekken is er niet, maar het gaat wel om een trefzeker<br />
prestatiebeeld.<br />
Vraaggericht<br />
Een vergelijkbare situatie deed zich recent voor in het uiterste noorden van<br />
het land. Op basis van een ingediend eigen initiatief kwam in december<br />
vorig jaar van de provincie Groningen de opdracht, een business case uit<br />
te werken voor het spoortraject Veendam – Stadskanaal. Als gevolg van<br />
dit initiatief wordt nu een functioneel eindbeeld voor een lijninfrastructuur<br />
inclusief een vervoersconcessie vertaald naar een totaalplaatje voor<br />
ontwerp, aanleg en organisatie van het vervoer. Ballast Nedam trekt hierin<br />
samen op met Prorail en Arriva. Belangrijkste drijfveer voor deze werkwijze<br />
is volgens Ravenshorst een ‘sterke behoefte om buiten de deur te kijken’.<br />
“We richten ons op vragen vanuit de maatschappij, denken liever vanuit<br />
die vraag dan vanuit het aanbod. Om aan die vragen tegemoet te komen,<br />
zoeken we samenwerking met partners waarvan de kennis aanvullend is<br />
aan de onze. Uiteindelijk doel is een betere partner te zijn voor overheden,<br />
om ze beter van dienst te zijn. We vertalen een eindbeeld in concrete<br />
zaken en getallen. En daaraan verbinden we graag een harde prijsgarantie.<br />
Ongeacht een eventuele aanbesteding heeft men van onze kant de harde<br />
Eigen Initiatief ‘Knooppunt Medel’ in beeld tijdens CROW XL<br />
2009<br />
Op donderdag 26 maart 2009 vindt in Apeldoorn het CROW XL 2009<br />
Congres over Integrale bereikbaarheid plaats.<br />
Met CROW XL 2009 wordt ingezet op integrale bereikbaarheid: vormgeven<br />
aan integratie van mobiliteit en ruimtelijke ordening. Planning<br />
van Infra is geen kwestie van lijnen trekken, we moeten af van de eendimensionale,<br />
louter technische benadering. Infrastructuur als sleutel<br />
voor gebiedsontwikkeling.<br />
Gebiedsopgaven vragen om integrale belangenafweging, om een<br />
duurzame ruimtelijke strategie, om bundeling en afstemming. Hoe doe<br />
je dat? En met wie?<br />
CROW XL 2009 staat voor verbinding van werelden: de grond-, weg-<br />
en waterbouw, natuurorganisaties en milieubeweging, informatietechnologie,<br />
landschapsarchitecten, ontwerpers, ontwikkelaars, rijksoverheid,<br />
gemeenten en provincies. Bestuurders en professionals die op<br />
strategisch niveau werken aan de ruimtelijke inrichting, ontkomen<br />
immers niet aan ontmoeting: sectorale kokers houden geen stand meer<br />
nu ruimtelijke opgaven een integrale aanpak vergen.<br />
Onderdeel van het Keuzeprogramma is de module ‘Duurzame mobiliteit<br />
vereist integrale samenwerking’: Marktpartijen gezamenlijk als initiatiefnemer<br />
voor gebiedstransformatie knooppunt Medel: met integrale<br />
oplossing naar duurzame mobiliteit.<br />
CROW XL is de opvolger van het bekende Nederlands Wegencongres<br />
en wordt georganiseerd door CROW, kennisplatform voor infrastructuur,<br />
verkeer, vervoer en openbare ruimte. In 2008 vond de eerste<br />
editie van CROW XL plaats.<br />
toezegging dat het voor de genoemde prijs kan worden gerealiseerd”,<br />
zo stelt hij beslist. “Zo kan de klant een overwogen beslissing nemen en<br />
hebben wij samen met onze partners helder voor ogen wat ons te doen<br />
staat. Daar worden we allemaal beter van.”<br />
Kosten voor deelname bedragen e425,-. Voor leden van CROWwerkgroepen,<br />
gepensioneerden en studenten gelden aangepaste<br />
tarieven.<br />
Meer informatie op www.crow.nl/xl.<br />
Provinciaal Loket Eigen Initiatief Mobiliteit<br />
Op 25 juni van het vorig jaar opende Marijke van Haaren, Gedeputeerde<br />
Mobiliteit en Economie van de Provincie Gelderland, het Loket Eigen<br />
Initiatief Mobiliteit. Het loket is bedoeld om marktpartijen te prikkelen,<br />
hun creativiteit aan te spreken voor het oplossen van mobiliteitsproblemen.<br />
De inschrijver ontwikkelt zelf een plan en biedt dat aan de<br />
overheid aan, zonder een vooraf opgestelde specificatie en dus zonder<br />
belemmeringen. Deze benadering is meer gericht op de gebruiker en<br />
kan daarom voor zowel de overheid als de markt een meerwaarde betekenen.<br />
Het inrichten van dit loket past in het streven van de provincie<br />
om meer initiatieven aan de markt over te laten.<br />
Op de dag van de opening van het loket diende het samenwerkingsverband<br />
met Ballast Nedam, vervoersbedrijf Arriva en bedrijvenpark<br />
Medel hun initiatief in om gezamenlijk na te denken over het nieuwe<br />
mobiliteitsknooppunt Medel bij Tiel. Inmiddels heeft de provincie<br />
Gelderland partijen verzocht om de business case, inclusief prijzen,<br />
verder uit te werken.<br />
De provincie Gelderland is een van de eerste provincies in ons land met<br />
een loket Eigen Initiatief Mobiliteit.<br />
Meer over het Loket Eigen Initiatief Mobiliteit is te vinden op<br />
www.gelderland.nl.<br />
16 <strong>februari</strong> 2009 Advertorial 16<br />
Advertorial<br />
<strong>februari</strong> 2009<br />
17<br />
Foto: Joop Gijsbers<br />
Anne Ravenshorst
BAGGEREN ■ OPSPUITEN VAN TERREINEN ■ KUST- EN OEVERWERKEN ■ INFRASTRUCTUUR ■ AFGEZONKEN TUNNELS ■ (WATER)BODEMSANERING ■ SPECIEBEHANDELING<br />
Grondleggers<br />
van een land in beweging<br />
De specialisten van Boskalis hebben een wereldwijde reputatie. Met grote<br />
landaanwinningsprojecten en baanbrekende infrastructurele werken hebben we<br />
als 'Hollanders' naam gemaakt als de grondleggers van talloze belangrijke<br />
economische ontwikkelingen. Ook in eigen land maken onze mensen dat meer<br />
dan waar. Aardebanen voor wegen, spoorwegen en bouwlocaties, tunnels,<br />
grondverbetering en -sanering, landopspuiting. En natuurlijk de bagger-, kusten<br />
oeverwerken waar de hele wereld ons van kent. Grondleggers van een land in<br />
beweging... Daar mogen we toch best een beetje trots op zijn?<br />
graphic concrete TM<br />
creatief met prefab beton!<br />
economisch aantrekkelijk<br />
met grote vrijheid in ontwerp<br />
voor meer informatie: info@companero.nl / www.companero.nl<br />
companero<br />
specialist in loopvlakstructuur<br />
Boskalis Nederland<br />
Boskalis bv | Boskalis Dolman bv<br />
A.H. Breijs & Zonen bv | Aannemingsmij Markus bv<br />
J. van Vliet bv | Cofra bv<br />
's-Gravenweg 399-405, 3065 SB Rotterdam. Telefoon (010) 288 87 77. Fax (010) 288 87 66. E-mail: nederland@boskalis.nl www.boskalisnederland.nl<br />
G<br />
~<br />
Foto: Fabienne de Boer<br />
18<br />
Aanbestedingskalender.nl<br />
EMVI-methodiek<br />
Rijkswaterstaat vernieuwd<br />
Rijkswaterstaat heeft de EMVI-methodiek vernieuwd. EMVI staat voor Economisch Meest<br />
Voordelige Inschrijving. De vernieuwde methodiek gaat niet meer uit van het onderling vergelijken.<br />
EMVI is een gunningcriterium, dat tijdens het inkoopproces van Rijkswaterstaat wordt toegepast om inschrijvingen te beoordelen. De methodiek is voor alle<br />
contractsoorten en alle aanbestedingsprocedures toepasbaar. Daarbij geldt wel dat niet alleen de laagste prijs het gunningcriterium is, maar ook andere<br />
elementen. Met behulp van EMVI wordt een totale fictieve waarde bepaald van een inschrijving, waarbij de laagste fictieve inschrijving de winnende is.<br />
De gunning vindt vervolgens plaats op grond van de werkelijke inschrijving. De methodiek onderscheidt drie verschillende gunningcriteria, namelijk het<br />
prijscriterium, het prestatiecriterium en het kwaliteitscriterium.<br />
Niet vergelijken<br />
Bij de oorspronkelijke methodiek werden de gevalideerde inschrijvingen per subcriterium onderling vergeleken en werden aan de hand van die vergelijking<br />
punten toegekend. Hierbij bestaat het risico dat kwalitatief matige inschrijvingen toch goed kunnen scoren. De vernieuwde methodiek gaat niet meer uit van<br />
het onderling vergelijken. Voor het aanbestedingsproces wordt per (sub)criterium bepaald welke waarde in euro’s moet worden toegekend. Deze waarden<br />
vormen onderdeel van de aanbestedingsstukken, samen met een rekenmethodiek.<br />
Objectief beeld<br />
Bij de rekenmethodiek geldt een cijferreeks van 2 tot en met 10, waarbij 6 een neutrale score geeft. De cijfers 7 tot en met 10 bepalen de mogelijke<br />
meerwaarde, de cijfers 5 tot en met 2 bepalen de eventuele minderwaarde. De totale som van meer- en minderwaarde wordt afgetrokken van de echte<br />
inschrijvingsprijs waardoor een fictief inschrijvingsbedrag ontstaat. Op deze manier is het mogelijk de prijs-kwaliteitverhouding en eventuele andere criteria<br />
objectief in beeld te krijgen. Het toekennen van de scores gebeurt door een beoordelingsteam dat uit deskundigen bestaat.<br />
Bij de systematiek is het van belang dat de inschrijving uit twee delen bestaat, namelijk het kwalitatieve deel en de inschrijvingsprijs. Om te voorkomen dat<br />
er beïnvloeding door de prijs ontstaat, adviseert Rijkswaterstaat de twee delen gescheiden (in twee enveloppen) aan te bieden. Zo kan eerst de meerwaarde<br />
worden bepaald en vastgesteld en daarna de fictieve inschrijvingsprijs.<br />
Op de Aanbestedingskalender zijn door Rijkswaterstaat de volgende (voor)aankondigingen geplaatst<br />
die nog niet Europees zijn aanbesteed (peildatum <strong>februari</strong> 2009).<br />
Werken<br />
• Rijkswaterstaat Zuid-Holland: Marktconsultatie ten behoeve van het saneren en herinrichten van de zellingen langs de Hollandsche IJssel, het saneren<br />
van de vaarweg van de Hollandsche IJssel (geplande datum voor het begin van de gunningsprocedures: 1 april 2009).<br />
• Rijkswaterstaat Noord-Brabant: Omlegging Zuid-Willemsvaart Maas – Den Dungen (geplande datum voor het begin van de gunningsprocedures:<br />
6 april 2009).<br />
• Rijkswaterstaat Bouwdienst (= Dienst Infrastructuur): A74 Venlo (A73) – Duitse grens (BAB61) (geplande datum voor het begin van de gunningsprocedures:<br />
11 mei 2009).<br />
• Rijkswaterstaat Oost-Nederland: MIRT-project A50 Ewijk-Valburg, het realiseren van capaciteitsuitbreiding op de A50 tussen de knooppunten Ewijk en<br />
Valburg (geplande datum voor het begin van de gunningsprocedures: 16 november 2009).<br />
• Rijkswaterstaat Zeeland: Het moderniseren van de objectbediening van de grote sluizen en bruggen in Zeeland en het uitvoeren van hiermee verweven<br />
(uitvoerings)technische renovatie- en vervangingswerkzaamheden (geplande datum voor het begin van de gunningsprocedures: begin van de werken:<br />
4 januari 2010).<br />
Diensten<br />
• Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur: Marktoriëntatie Programmeringsinspecties 2009 (geplande datum voor het begin van de gunningsprocedures:<br />
1 september 2009).