tvn 192 : ve nti lat ie van woningen : deel 1 algemene principes
tvn 192 : ve nti lat ie van woningen : deel 1 algemene principes
tvn 192 : ve nti lat ie van woningen : deel 1 algemene principes
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
DRIEMAANDELIJKSE PUBLIKATIE – 3 de TRIMESTER 1994 – AFGIFTE : BRUSSEL X – ISSN 0577-2028 – PRIJSKLASSE : A10<br />
WTCB<br />
EEN UITGAVE VAN HET WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH CENTRUM VOOR HET BOUWBEDRIJF<br />
TECHNISCHE<br />
VOORLICHTING <strong>192</strong><br />
V ENTILATIE<br />
VAN WONINGEN<br />
DEEL 1 ALGEMENE PRINCIPES<br />
Juni 1994
TECHNISCHE<br />
TECHNISCHE<br />
VOORLICHTING<br />
VOORLICHTING V ENTILATIE<br />
VAN WONINGEN<br />
DEEL 1 ALGEMENE PRINCIPES<br />
Deze Technische Voorlichting kwam tot stand in het raam <strong>van</strong> het onderzoeksprojekt<br />
‘Uitwerken <strong>van</strong> een strateg<strong>ie</strong> voor gekontroleerde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in <strong>woningen</strong>, scholen, kantoren<br />
en horecabedrij<strong>ve</strong>n’, gesubsid<strong>ie</strong>erd door het IWONL (Instituut tot aanmoediging <strong>van</strong><br />
het wetenschappelijk onderzoek in nij<strong>ve</strong>rheid en landbouw). Het dokument werd voorbereid<br />
door de werkgroep Woning<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>, in opdracht <strong>van</strong> het Technisch Komitee<br />
Hygroterm<strong>ie</strong>, en in samenspraak met de Technische Komitees Verwarming & Klimaatregeling,<br />
Sanitaire en industriële loodg<strong>ie</strong>terij, gasinstal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>s, metalen dakbedekkingen, Akoest<strong>ie</strong>k<br />
en Schrijnwerk.<br />
Samenstelling <strong>van</strong> de werkgroep Woning<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
Coördinator P. Wouters (WTCB)<br />
Leden J.P. Berlaimont (TK Hygroterm<strong>ie</strong> en Akoest<strong>ie</strong>k), A. Crémer (KVBG),<br />
R. Demets (SOBINCO), M. De Ne<strong>ve</strong> (Bemal), P. Devisscher (WTCB),<br />
L. D<strong>ie</strong>rickx (Stork), B. Geerinckx (WTCB), D. Gobert (DEC), R. Jadoul<br />
(ABB Fläkt), M. Merckx (Lameco), G. Mich<strong>ie</strong>lsen (Aldes), F. Monsaert<br />
(FAT/Ventomatic), E. Mortelmans (Aëremo), A. Og<strong>ie</strong>rs (Codumé), M. Raes<br />
(NVBB), L. Renson (Duco), P. Renson (Renson), J. Sch<strong>ie</strong>tecat (WTCB),<br />
P. Van Hooyweghen (Aralco), T. Verhaegen (Ubbink), B. Wallyn (Vlaamse<br />
Huis<strong>ve</strong>stingsmaatschappij)<br />
Redakt<strong>ie</strong> en technische begeleiding : L. Vandaele (WTCB), B. Vandermarcke (Hoger<br />
Architectuurinstituut St.-Lucas, Gent-Brussel), B. Ingelaere (WTCB), J. Uyttenbroeck (WTCB)<br />
WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH CENTRUM VOOR HET BOUWBEDRIJF<br />
WTCB, inrichting erkend bij toepassing <strong>van</strong> de besluitwet <strong>van</strong> 30 januari 1947<br />
Maatschappelijke zetel : Violetstraat 21-23 te 1000 Brussel<br />
Dit is een publikat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> technische aard. De bedoeling er<strong>van</strong> is de resultaten <strong>van</strong> praktijkonderzoek voor<br />
de bouwsektor te <strong>ve</strong>rspreiden.<br />
Het, zelfs ge<strong>deel</strong>telijk, o<strong>ve</strong>rnemen of <strong>ve</strong>rtalen <strong>van</strong> de tekst <strong>van</strong> deze Technische Voorlichting is slechts<br />
toege<strong>lat</strong>en na schriftelijk akkoord <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rantwoordelijke uitge<strong>ve</strong>r.<br />
Verantwoordelijke uitge<strong>ve</strong>r : Carlo De Pauw<br />
Drukkerij : Puvrez NV<br />
Lay out : Meersman I.D.<br />
◆ TV <strong>192</strong> – juni 1994
2 BEGRIPPEN<br />
INHOUD 1 WAAROM VENTILEREN ?<br />
1.1 Inleiding ................................................................................... 4<br />
1.2 Kondensat<strong>ie</strong> en schimmelvorming .......................................... 4<br />
1.3 Luchtkwaliteit .......................................................................... 6<br />
1.4 Ve<strong>nti</strong>leren zoals vroeger ? ....................................................... 7<br />
1.5 Elementen voor een goede <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>strateg<strong>ie</strong> ......................... 7<br />
1.6 Struktuur <strong>van</strong> deze Technische Voorlichting .......................... 8<br />
2.1 Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> .................................................................................. 10<br />
2.2 Natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> ............................................................... 10<br />
2.3 Mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>............................................................. 10<br />
2.4 Toevoer- en afvoeropeningen .................................................. 10<br />
2.5 Okkasioneel werkend, intens<strong>ie</strong>f <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem .................. 12<br />
2.6 Vloeroppervlakte <strong>van</strong> een kamer ............................................. 12<br />
2.7 Luchtvolume <strong>van</strong> een kamer ................................................... 12<br />
2.8 Terugstroming en statische afzuiger ........................................ 12<br />
2.9 Verbrandingstoestellen............................................................. 13<br />
2.10 Valwindafleider - trekonderbreker .......................................... 13<br />
2.11 Bijkomende CEN-definit<strong>ie</strong>s ..................................................... 13<br />
2.12 Andere definit<strong>ie</strong>s ...................................................................... 13<br />
3 DE NORM NBN D 50-001 : UITGANGSPUNTEN EN EISEN<br />
4 EISEN VAN DE GEBRUIKER<br />
3.1 De draagwijdte <strong>van</strong> normen..................................................... 14<br />
3.2 Doel <strong>van</strong> de norm NBN D 50-001 .......................................... 14<br />
3.3 Toepassingsgeb<strong>ie</strong>d <strong>van</strong> de norm .............................................. 15<br />
3.4 Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen in gewone kamers en<br />
ruimten <strong>van</strong> woongebouwen .................................................... 15<br />
3.5 Voorz<strong>ie</strong>ningen voor <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in speciale ruimten ................. 20<br />
4.1 Hoofdeis : goede luchtkwaliteit ............................................... 25<br />
4.2 Spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> ........................................................................... 26<br />
4.3 Termisch komfort en tocht ...................................................... 26<br />
4.4 Akoestische prestat<strong>ie</strong>s .............................................................. 27<br />
4.5 Energetische prestat<strong>ie</strong>s ............................................................. 28<br />
4.6 Brand<strong>ve</strong>iligheid ........................................................................ 29<br />
4.7 Kondensat<strong>ie</strong>problemen............................................................. 30<br />
4.8 Goede werking <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen............................. 32<br />
4.9 Beperken <strong>van</strong> de lucht<strong>ve</strong>rvuiling ............................................. 35<br />
4.10 Luchtdichtheid <strong>van</strong> het gebouw............................................... 35<br />
4.11 Onderhoud <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen .................................. 35<br />
4.12 Gebruiksvr<strong>ie</strong>ndelijkheid ........................................................... 36<br />
4.13 Mogelijkheden en beperkingen bij het installeren .................. 36<br />
4.14 Estet<strong>ie</strong>k ..................................................................................... 36<br />
4.15 Besluit ...................................................................................... 36<br />
5 LUCHTDICHTHEID VAN HET GEBOUW<br />
5.1 Richtlijnen <strong>van</strong> de norm NBN D 50-001 ................................ 37<br />
5.2 Luchtdichtheid <strong>van</strong> ramen ....................................................... 37<br />
2 TV <strong>192</strong> – juni 1994
INHOUD<br />
6 VENTILATIE EN GELUIDHINDER<br />
7 DIMENSIONERING EN BEREKENING<br />
8 ONDERHOUD EN REGELING<br />
9 VOORBEELDEN<br />
BIJLAGEN<br />
5.3 Luchtdichtheid <strong>van</strong> het hele gebouw ....................................... 39<br />
5.4 O<strong>ve</strong>rzicht <strong>van</strong> mogelijke luchtlekken ...................................... 40<br />
5.5 Re<strong>lat</strong><strong>ie</strong> tussen de luchtdichtheid <strong>van</strong> het gebouw en<br />
het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem ................................................................ 41<br />
6.1 Akoestische problemen <strong>ve</strong>roorzaakt door <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen 42<br />
6.2 Eisen volgens de Belgische norm............................................ 44<br />
6.3 Benaderende bepaling <strong>van</strong> de gewijzigde luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
<strong>van</strong> een wand waarin een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster of een opening<br />
aangebracht wordt .................................................................... 47<br />
7.1 Natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen................................................. 52<br />
7.2 Mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen .............................................. 52<br />
8.1 Onderhoud ................................................................................ 54<br />
8.2 Regeling ................................................................................... 57<br />
9.1 Sociale woning, halfopen bebouwing...................................... 59<br />
9.2 Appartementsgebouw ............................................................... 72<br />
1 Kontrolelijst voor de toepassing <strong>van</strong> de norm NBN D 50-001 ..... 88<br />
2 Korrekte interpretat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de eisen in de Belgische normen<br />
NBN D 50-001 en B 62-003 .......................................................... 95<br />
LITERATUURLIJST .................................................................................................. 97<br />
3 TV <strong>192</strong> – juni 1994
1 WAAROM VENTILEREN ?<br />
1.1 INLEIDING De problemat<strong>ie</strong>k <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en luchtdichtheid <strong>van</strong> woongebouwen<br />
is in de Belgische bouwwereld pas de laatste<br />
jaren in de belangstelling gekomen. Ve<strong>nti</strong>leren <strong>van</strong> de woongebouwen blijkt nochtans<br />
noodzakelijk. Volgende vragen komen wellicht spontaan aan bod :<br />
◆ <strong>van</strong>waar de noodzaak om te <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren ?<br />
◆ waarom vraagt men nu plots meer aandacht voor <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en werd er vroeger quasi<br />
geen belang aan gehecht ?<br />
Samengevat blijken volgende aspekten daarvoor de grondslag te vormen. Ve<strong>nti</strong>leren is<br />
noodzakelijk voor de afvoer <strong>van</strong> polluenten en damp, het resulteert in :<br />
◆ een kleinere kans op kondensat<strong>ie</strong> en schimmelvorming : deze komen steeds meer voor,<br />
ze vormen n<strong>ie</strong>t alleen estetische problemen en tasten de gezondheid <strong>van</strong> het gebouw<br />
aan, maar ze kunnen ook aanleiding ge<strong>ve</strong>n tot allergische reakt<strong>ie</strong>s bij de mens<br />
◆ een betere luchtkwaliteit in de gebouwen : terecht is in de loop der jongste jaren een<br />
groe<strong>ie</strong>nde bezorgdheid ontstaan voor de vrijwaring <strong>van</strong> het mil<strong>ie</strong>u in het algemeen.<br />
Een <strong>van</strong> de aspekten daarbij is de aandacht voor de kwaliteit <strong>van</strong> de binnenomgeving<br />
in onze gebouwen. De zorg voor een degelijke binnenluchtkwaliteit loopt duidelijk<br />
parallel met een efficiënte <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de gebouwen. De <strong>ve</strong>rbetering <strong>van</strong> de binnenluchtkwaliteit<br />
moet echter <strong>ve</strong>rzoend worden met een redelijk energ<strong>ie</strong>gebruik<br />
◆ een voldoende luchttoevoer voor de bewoners en de <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen.<br />
1.2 KONDENSATIE EN<br />
SCHIMMELVORMING<br />
Kondensat<strong>ie</strong> en schimmel zijn er altijd geweest.<br />
Tijdens de jongste twee decennia echter (d.i.<br />
sedert ca. 1975) kenden deze problemen een<br />
zeer duidelijke toename. De belangrijkste redenen daarvoor zijn :<br />
◆ het bouwfysisch n<strong>ie</strong>t korrekt isoleren <strong>van</strong> de gebouwen (vooral koudebruggen ge<strong>ve</strong>n<br />
aanleiding tot kondensat<strong>ie</strong> en schimmelvorming)<br />
◆ de betere luchtdichtheid <strong>van</strong> gebouwen, zonder aanvullende <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>; dit heeft geleid<br />
tot vochtigere lucht binnen de gebouwen, met als gevolg een grotere kans op kondensat<strong>ie</strong>-<br />
en schimmelproblemen. D<strong>ie</strong> betere luchtdichtheid kan struktureel worden <strong>ve</strong>rklaard,<br />
o.a. door het gebruik <strong>van</strong> beter sluitend schrijnwerk. Een andere <strong>ve</strong>rklaring is<br />
dat de bewoners zelf meer aandacht schenken aan de luchtdichtheid (en dat meestal om<br />
energetische redenen)<br />
◆ het algemeen gebruik <strong>van</strong> centrale <strong>ve</strong>rwarming in plaats <strong>van</strong> kachels e.d., uit komforto<strong>ve</strong>rwegingen.<br />
De vroegere klass<strong>ie</strong>ke kachel stond in de woonruimte zelf en <strong>ve</strong>rhoogde<br />
er automatisch de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> : <strong>ve</strong>rse lucht werd aangezogen voor de <strong>ve</strong>rbranding<br />
en <strong>ve</strong>rvuilde lucht werd samen met de rookgassen afgevoerd. De centrale-<strong>ve</strong>r-<br />
4 TV <strong>192</strong> – juni 1994
warmingsketel daarentegen wordt nu logisch geplaatst buiten de woonruimten : in een<br />
aparte stookplaats, garage, kelder of zolder, en zorgt daar voor een bijkomende <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>,<br />
in plaats <strong>van</strong> in de woonruimten. Ook maakt men steeds meer gebruik <strong>van</strong><br />
gesloten toestellen d<strong>ie</strong> de lucht rechtstreeks <strong>van</strong> buiten aanzuigen. Een gunstige evolut<strong>ie</strong><br />
o<strong>ve</strong>rigens, d<strong>ie</strong> de <strong>ve</strong>iligheid <strong>ve</strong>rhoogt<br />
◆ het stijgend gebruik <strong>van</strong> dubbel glas uit energ<strong>ie</strong>- en komforto<strong>ve</strong>rwegingen. Kondensat<strong>ie</strong><br />
op enkel glas had vroeger een alarmfunkt<strong>ie</strong> (aanduiding <strong>van</strong> te hoge luchtvochtigheid)<br />
en was het sein om wat extra te luchten. Dubbele beglazing is meestal n<strong>ie</strong>t meer<br />
het koudste oppervlak : kondensat<strong>ie</strong> en schimmelvorming ontstaan dan ook meestal<br />
ongemerkt op andere koudere plaatsen.<br />
De om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> d<strong>ie</strong> kondensat<strong>ie</strong>- en schimmelproblemen blijkt duidelijk uit de resultaten<br />
<strong>van</strong> een enquête d<strong>ie</strong> tussen 1985 en 1986 in 2.334 <strong>woningen</strong> <strong>van</strong> de toenmalige Nationale<br />
Maatschappij voor de Huis<strong>ve</strong>sting werd uitgevoerd [42]. In totaal werden 100 wijken<br />
bestudeerd, statistisch representat<strong>ie</strong>f gekozen o<strong>ve</strong>r heel België. Afbeelding 1 toont het<br />
gemiddeld aantal kamers per bezochte woning met ser<strong>ie</strong>uze kondensat<strong>ie</strong>- en/of schimmelproblemen.<br />
2,5<br />
2<br />
1,5<br />
1<br />
0,5<br />
0<br />
20 30 40 50 60 70 80 90<br />
Afb. 1 Gemiddeld aantal kamers per<br />
woning met ernstige kondensat<strong>ie</strong>- of<br />
schimmelproblemen in sociale woonwijken,<br />
afhankelijk <strong>van</strong> het bouwjaar [42].<br />
Op de abscis, het bouwjaar<br />
Op de ordinaat, vochtproblemen (aantal<br />
kamers/woning)<br />
Volgende vaststellingen zijn belangrijk :<br />
◆ <strong>van</strong> de 100 woonwijken zijn er weinig zonder problemen<br />
◆ de 12 wijken met de meeste problemen zijn alle gebouwd na 1970<br />
◆ in totaal blijkt onge<strong>ve</strong>er 20 % <strong>van</strong> alle onderzochte sociale <strong>woningen</strong> ernstige kondensat<strong>ie</strong>-<br />
en schimmelproblemen te <strong>ve</strong>rtonen.<br />
Schimmelgroei op koudebruggen, achter kasten, ... is meestal een estetisch probleem en<br />
kan bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n ook aanleiding ge<strong>ve</strong>n tot allergische reakt<strong>ie</strong>s. Statistisch blijkt dat na twee<br />
jaar <strong>ve</strong>rblijf in een woning met ernstige schimmelproblemen tot 20 % <strong>van</strong> de mensen<br />
allergische reakt<strong>ie</strong>s ontwikkelt. Schimmels vormen dus een gezondheidsprobleem.<br />
Om zowel energ<strong>ie</strong>bewust als zonder kondensat<strong>ie</strong>- en schimmel<strong>ve</strong>rschijnselen (en dus ook<br />
zonder gezondheidsproblemen) te bouwen, geldt :<br />
◆ enerzijds dat bouwfysische aspekten beter in acht d<strong>ie</strong>nen te worden genomen (degelijke<br />
iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> zonder koudebruggen)<br />
◆ en anderzijds dat de luchtvochtigheid op een redelijk peil moet worden gehouden via<br />
een behoorlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />
5 TV <strong>192</strong> – juni 1994
Bij bestaande gebouwen is de iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> dikwijls onvoldoende. Met een behoorlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
kunnen ook in deze gevallen kondensat<strong>ie</strong>- en schimmelproblemen meestal worden<br />
<strong>ve</strong>rmeden.<br />
1.3 LUCHTKWALITEIT De moderne westerse mens geeft de jongste jaren<br />
terecht een groe<strong>ie</strong>nde bezorgdheid te kennen voor<br />
de vrijwaring <strong>van</strong> het mil<strong>ie</strong>u. Zo worden hogere eisen gesteld, n<strong>ie</strong>t alleen op het vlak <strong>van</strong><br />
het mil<strong>ie</strong>u in het algemeen of <strong>van</strong> de hygiënische kwaliteit <strong>van</strong> de voeding, het drinkwater,<br />
... maar ook op het vlak <strong>van</strong> de kwaliteit <strong>van</strong> de binnenomgeving (termisch komfort,<br />
akoestisch komfort, <strong>ve</strong>rlichtingsni<strong>ve</strong>au, ...).<br />
In dat opzicht zijn de kwaliteitseisen, gesteld aan de lucht d<strong>ie</strong> men inademt, minstens<br />
e<strong>ve</strong>n belangrijk. Per individu kan een drank<strong>ve</strong>rbruik vooropgesteld worden <strong>van</strong> 1,5 liter<br />
water per dag en een hoe<strong>ve</strong>elheid ingeademde lucht <strong>van</strong> 480 liter per uur.<br />
In de praktijk blijkt echter dat het met de luchtkwaliteit n<strong>ie</strong>t altijd schitterend is gesteld :<br />
◆ de kwaliteit <strong>van</strong> de buitenlucht is soms op het randje <strong>van</strong> het aanvaardbare, zeker in<br />
bepaalde stadsdelen en in industriële geb<strong>ie</strong>den. Daar<strong>van</strong> is men zich de jongste jaren<br />
duidelijk bewust geworden<br />
◆ de kwaliteit <strong>van</strong> de binnenlucht is in tal <strong>van</strong> gevallen gewoon slecht. Dat geldt zeker<br />
in <strong>ve</strong>el ruimten waar wordt gerookt zoals bij voorbeeld in <strong>ve</strong>rgaderzalen, maar ook in<br />
klaslokalen, in slaapkamers, ... Meer recent is ook het bewustzijn gegroeid <strong>van</strong> het<br />
gevaar <strong>van</strong> radon, asbest en formaldehyde.<br />
De problemen d<strong>ie</strong> door deze <strong>ve</strong>rvuilende stoffen worden <strong>ve</strong>roorzaakt, variëren <strong>van</strong> komfortklachten<br />
(bij voorbeeld geuren) tot hinder (oogirritat<strong>ie</strong>, ...) en zelfs tot ernstige gezondheidsrisico’s<br />
(bij voorbeeld bij roken, ook pass<strong>ie</strong>f roken).<br />
Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> is altijd de meest evidente stap tot het bekomen <strong>van</strong> een goede luchtkwaliteit<br />
in gebouwen. Maar e<strong>ve</strong>n belangrijk als een degelijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> is het wegnemen of<br />
beperken <strong>van</strong> de oorzaken <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rvuiling. Enkele typische voorbeelden zijn :<br />
◆ het roken <strong>ve</strong>rb<strong>ie</strong>den<br />
◆ materialen gebruiken d<strong>ie</strong> geen schadelijke en/of hinderlijke <strong>deel</strong>tjes vrijge<strong>ve</strong>n (b.v.<br />
asbestvrije of formaldehydevrije produkten, tapijten en wandbekledingen met minder<br />
hinderlijke geurstoffen, ...) en d<strong>ie</strong> beter kunnen worden onderhouden<br />
◆ het degelijk afschermen <strong>van</strong> materialen d<strong>ie</strong> gevaarlijk kunnen zijn.<br />
Een behoorlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> is noodzakelijk om de voor de bewoners nodige <strong>ve</strong>rse lucht aan<br />
te voeren en om de vrijgekomen schadelijke of hinderlijke bestanddelen af te voeren. Om<br />
<strong>ie</strong>ts te doen aan de luchtkwaliteit binnen de gebouwen en de gebruiker toch de gelegenheid<br />
te b<strong>ie</strong>den de komfortkondit<strong>ie</strong>s aan te passen aan zijn persoonlijke behoeften, zijn een<br />
aantal richtlijnen nuttig.<br />
In België zijn de volgende voorschriften <strong>van</strong> kracht :<br />
◆ de Belgische norm NBN D 50-001 ‘Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen in woongebouwen’ (gepubliceerd<br />
in oktober 1991) [5]<br />
6 TV <strong>192</strong> – juni 1994
◆ het Minister<strong>ie</strong>el Besluit met betrekking tot <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen in horeca<strong>ve</strong>stigingen<br />
(<strong>van</strong> kracht sedert mei 1991) [33].<br />
1.4 VENTILEREN<br />
ZOALS VROEGER ?<br />
Vroeger gebeurde <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren door de aanwezigheid<br />
<strong>van</strong> talrijke spleten, k<strong>ie</strong>ren of<br />
open voegen in en rond het schrijnwerk en<br />
in het gebouwomhulsel, maar ook door het openen <strong>van</strong> ramen en deuren.<br />
Echter is de kwaliteit in <strong>ve</strong>rband met de dichtheid <strong>van</strong> ramen en deuren sterk <strong>ve</strong>rbeterd<br />
o<strong>ve</strong>r de laatste twi<strong>nti</strong>g jaar, terwijl de energ<strong>ie</strong>zuinigheid gezorgd heeft voor de afdichting<br />
<strong>van</strong> een groot aantal k<strong>ie</strong>ren.<br />
Het openen <strong>van</strong> ramen is ook geen goede oplossing want :<br />
◆ open ramen b<strong>ie</strong>den geen enkele bescherming tegen regen, inbraak, ...<br />
◆ tochtproblemen zijn on<strong>ve</strong>rmijdelijk<br />
◆ de kamer zal zeer sterk afkoelen<br />
◆ de energ<strong>ie</strong>kost <strong>van</strong> een dergelijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>wijze kan vrij hoog zijn<br />
◆ lawaaihinder is in ons dicht bevolkt land dikwijls on<strong>ve</strong>rmijdelijk.<br />
Om d<strong>ie</strong> redenen b<strong>ie</strong>dt het openen <strong>van</strong> ramen en deuren voor de doorsneebewoner geen<br />
echt goede mogelijkheid tot <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>. In de praktijk worden <strong>ve</strong>el <strong>woningen</strong> maar zeer<br />
beperkt ge<strong>ve</strong><strong>nti</strong>leerd, terwijl andere te <strong>ve</strong>el ge<strong>ve</strong><strong>nti</strong>leerd worden. Om korrekt te kunnen<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren, zijn kontroleerbare voorz<strong>ie</strong>ningen voor toevoer en afvoer <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht<br />
nodig.<br />
Tot nog toe beschikt het o<strong>ve</strong>rgrote ge<strong>deel</strong>te <strong>van</strong> de <strong>woningen</strong> in België n<strong>ie</strong>t o<strong>ve</strong>r dergelijke<br />
voorz<strong>ie</strong>ningen. De enige uitzondering h<strong>ie</strong>rop is de dampkap in de keuken. D<strong>ie</strong><br />
dampkap wordt echter slechts sporadisch gebruikt (tijdens het koken) en heeft meestal<br />
enkel een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-effekt in de keuken zelf. Het is dan ook n<strong>ie</strong>t <strong>ve</strong>rwonderlijk dat<br />
kondensat<strong>ie</strong>- en schimmelproblemen <strong>ve</strong>elvuldig voorkomen in tal <strong>van</strong> <strong>woningen</strong>, ook in<br />
de n<strong>ie</strong>uwbouw.<br />
De Belgische norm NBN D 50-001 tracht h<strong>ie</strong>rin <strong>ve</strong>randering te brengen. De norm <strong>ve</strong>rstrekt<br />
richtlijnen om problemen te voorkomen, d<strong>ie</strong> het gevolg zijn <strong>van</strong> dat gebrekkig<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren, door de nodige <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>mogelijkheden te voorz<strong>ie</strong>n in woongebouwen. Deze<br />
norm wordt in hoofdstuk 3 gedetailleerd uitgelegd.<br />
1.5 ELEMENTEN VOOR EEN<br />
GOEDE VENTILATIE-<br />
STRATEGIE<br />
Bekijkt men de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> ook uit het oogpunt<br />
<strong>van</strong> de energ<strong>ie</strong>, dan hoeft het geen betoog<br />
dat – aangez<strong>ie</strong>n <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren noodzakelijk<br />
is – enkel ‘gekontroleerd’ <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren het<br />
energ<strong>ie</strong>gebruik en de energ<strong>ie</strong>kost kan beperken. Ook om tocht<strong>ve</strong>rschijnselen te beperken,<br />
wordt het aan<strong>deel</strong> <strong>van</strong> de ongekontroleerde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> door reten, k<strong>ie</strong>ren, spleten, ... best<br />
beperkt. Ongekontroleerde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> beperken, betekent dat het gebouw voldoende luchtdicht<br />
moet zijn. Goede luchtdichtheid resulteert bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n in een betere woonkwaliteit :<br />
7 TV <strong>192</strong> – juni 1994
tocht wordt beperkt, e<strong>ve</strong>ntueel <strong>ve</strong>rvuilde buitenlucht kan moeilijker in de woning infiltreren,<br />
...<br />
In een goed uitgebouwde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>strateg<strong>ie</strong> moet men bijgevolg steeds twee aandachtspunten<br />
terugvinden :<br />
◆ enerzijds moet ervoor gezorgd worden dat in de gebouwen een aantal technische<br />
voorz<strong>ie</strong>ningen aanwezig zijn, d<strong>ie</strong> het de bewoner mogelijk maken om de komfortkondit<strong>ie</strong>s<br />
<strong>van</strong>uit het oogpunt <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> aan te passen aan zijn persoonlijke behoeften,<br />
en dit zonder bo<strong>ve</strong>n<strong>ve</strong>rmelde nadelen. Dit eerste element <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>strateg<strong>ie</strong> kan<br />
men omschrij<strong>ve</strong>n als kontroleerbare <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen. Dit omvat de mogelijkheid<br />
om zowel een basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> tot stand te brengen als een intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> of<br />
p<strong>ie</strong>k<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in speciale omstandigheden<br />
◆ anderzijds is een behoorlijke luchtdichtheid <strong>van</strong> het gebouw belangrijk om het energ<strong>ie</strong>gebruik<br />
redelijk te beperken en om de kans op tochtproblemen minimaal te houden.<br />
Het tweede element <strong>van</strong> een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>strateg<strong>ie</strong> is bijgevolg goed luchtdicht bouwen.<br />
Beide esse<strong>nti</strong>ële elementen zijn in afbeelding 2 geïllustreerd.<br />
VOLDOENDE LUCHTDICHT<br />
BOUWEN<br />
ESSENTIËLE ELEMENTEN VAN<br />
EEN VENTILATIESTRATEGIE<br />
Afb. 2 Elementen voor een e<strong>ve</strong>nwichtige <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>strateg<strong>ie</strong>.<br />
BASISVENTILATIE INTENSIEVE VENTILATIE<br />
LUCHTTOEVOER DOORSTROMING LUCHTAFVOER<br />
De Belgische norm NBN D 50-001 richt zich voornamelijk op het eerste aspekt, namelijk<br />
het realiseren <strong>van</strong> geschikte <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen. Het aspekt luchtdichtheid <strong>van</strong> het<br />
gebouw komt nagenoeg n<strong>ie</strong>t aan bod. In hoofdstuk 5 <strong>van</strong> deze Technische Voorlichting<br />
wordt speciale aandacht geschonken aan dit laatste aspekt.<br />
1.6 STRUKTUUR VAN DEZE<br />
TECHNISCHE VOORLICHTING<br />
De voornaamste doelstelling <strong>van</strong> deze<br />
Technische Voorlichting bestaat<br />
in het ge<strong>ve</strong>n <strong>van</strong> een o<strong>ve</strong>rzicht <strong>van</strong><br />
de filosof<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de norm NBN D 50-001 (hoofdstuk 3) en de praktische toepassing er<strong>van</strong><br />
(hoofdstuk 4). Enkele <strong>van</strong> de randvoorwaarden d<strong>ie</strong> in hoofdstuk 4 reeds aangege<strong>ve</strong>n<br />
worden, komen meer uitgebreid aan bod in hoofdstuk 5 ‘Luchtdichtheid <strong>van</strong> gebouwen’<br />
en hoofdstuk 6 ‘Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en geluidhinder’. O<strong>ve</strong>r het ontwerpen <strong>van</strong> mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen<br />
wordt in beperkte mate ingegaan in hoofdstuk 7, terwijl aspekten als<br />
ople<strong>ve</strong>ring en onderhoud aan bod komen in hoofdstuk 8.<br />
Enkele praktische voorbeelden <strong>ve</strong>rtellen dikwijls meer dan <strong>ve</strong>el teoretische beschrijvingen.<br />
Daarom wordt in hoofdstuk 9 een o<strong>ve</strong>rzicht gege<strong>ve</strong>n <strong>van</strong> een aantal varianten d<strong>ie</strong><br />
kunnen toegepast worden in een individuele woning en een appartementsgebouw.<br />
8 TV <strong>192</strong> – juni 1994
In bijlage 1 wordt een kontrolelijst <strong>van</strong> de aandachtspunten gege<strong>ve</strong>n d<strong>ie</strong> nuttig zijn bij het<br />
ontwerp <strong>van</strong> een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Aangez<strong>ie</strong>n er in de praktijk een aantal mis<strong>ve</strong>rstanden<br />
bestaan o<strong>ve</strong>r de interpretat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten in de normen NBN D 50-001<br />
en B 62-003 [4] wordt in bijlage 2 h<strong>ie</strong>ro<strong>ve</strong>r enige <strong>ve</strong>rduidelijking <strong>ve</strong>rstrekt.<br />
In een aparte Technische Voorlichting zal gehandeld worden o<strong>ve</strong>r de <strong>ve</strong>rschillende in de<br />
handel voorkomende komponenten en systemen, waarmee de uitrusting voor de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>woningen</strong> kan uitgevoerd worden, namelijk :<br />
◆ luchttoevoervoorz<strong>ie</strong>ningen<br />
◆ doorstroomopeningen<br />
◆ afvoermonden<br />
◆ <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>kanalen<br />
◆ dakuitmondingen<br />
◆ dampkappen<br />
◆ <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren<br />
◆ warmterekuperat<strong>ie</strong>systemen<br />
◆ regelsystemen.<br />
9 TV <strong>192</strong> – juni 1994
2 BEGRIPPEN<br />
In de norm NBN D 50-001 [5] wordt een aantal begrippen gehanteerd, d<strong>ie</strong> h<strong>ie</strong>r kort<br />
omschre<strong>ve</strong>n worden. Het Europese Comité voor Normalisat<strong>ie</strong> (CEN) heeft een lijst met<br />
symbolen, eenheden en terminolog<strong>ie</strong> opgesteld in het kader <strong>van</strong> Technical Committee 156<br />
“Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ion for Buildings” [17]. Waar nodig wordt de CEN-terminolog<strong>ie</strong> aangege<strong>ve</strong>n na<br />
deze <strong>van</strong> het Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong>.<br />
2.1 VENTILATIE Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> is de lucht<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rsing in <strong>ve</strong>rtrekken<br />
of ruimten waarin mensen <strong>ve</strong>rblij<strong>ve</strong>n, d<strong>ie</strong> tot<br />
stand komt door lucht aan te voeren uit de buitenomgeving.<br />
2.2 NATUURLIJKE<br />
VENTILATIE<br />
De natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> is de lucht<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rsing<br />
d<strong>ie</strong> tot stand komt als gevolg <strong>van</strong> de werking<br />
<strong>van</strong> de wind op het gebouw of als gevolg <strong>van</strong><br />
temperatuur<strong>ve</strong>rschillen tussen de binnenlucht en de buitenlucht, dus zonder gebruik te<br />
maken <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren.<br />
Volgens CEN komt de natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> tot stand als gevolg <strong>van</strong> druk<strong>ve</strong>rschillen<br />
zonder de hulp <strong>van</strong> mechanisch aangedre<strong>ve</strong>n komponenten om de lucht te <strong>ve</strong>rplaatsen.<br />
2.3 MECHANISCHE<br />
VENTILATIE<br />
De mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> is de lucht<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rsing<br />
d<strong>ie</strong> tot stand komt door een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or met<br />
motor. Een mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> kan door<br />
een centrale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or of door <strong>ve</strong>rschillende afzonderlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren gerealiseerd worden.<br />
2.4 TOEVOER- EN<br />
AFVOEROPENINGEN<br />
<strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rontreinigde lucht uit een ruimte is de afvoeropening.<br />
De opening bestemd voor de toevoer <strong>van</strong> de<br />
lucht in een kamer of ruimte is de toevoeropening.<br />
De opening bestemd voor de afvoer<br />
De toevoer- en afvoeropeningen hebben steeds een vrij kleine doorsnede en zijn derwijze<br />
ontworpen dat ze – zelfs in geopende stand – het risico op inbraak n<strong>ie</strong>t <strong>ve</strong>rhogen. De<br />
<strong>ve</strong>rschillende soorten toevoer- en afvoeropeningen worden h<strong>ie</strong>rna toegelicht.<br />
2.4.1 DOORSTROOMOPENINGEN (DO)<br />
Een doorstroomopening is een n<strong>ie</strong>t-afsluitbare, permanente opening of spleet waardoor<br />
10 TV <strong>192</strong> – juni 1994
de lucht vrij <strong>van</strong> de ene naar de andere binnenruimte kan stromen. Doorstroomopeningen<br />
kunnen alleen voorkomen in binnenwanden of in en rond binnendeuren. Een doorstroomopening<br />
fungeert dus tegelijk als afvoeropening <strong>van</strong> een kamer of ruimte en als toevoeropening<br />
<strong>van</strong> de naburige kamer of ruimte.<br />
2.4.2 OPENINGEN VOOR MECHANISCHE TOEVOER EN AFVOER<br />
Deze toevoer- en afvoeropeningen zijn via kanalen <strong>ve</strong>rbonden met de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or of<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>orgroepen. Door hun opvatting en uitvoering kunnen ze door bevoegd personeel<br />
vooraf ingesteld worden om het gewenste toevoer- of afzuigdeb<strong>ie</strong>t te bekomen.<br />
2.4.3 REGELBARE OPENING VOOR NATUURLIJKE OF VRIJE TOEVOER (RTO)<br />
Een regelbare opening voor natuurlijke of vrije toevoer is een toevoeropening in een<br />
buitenwand, in of rond een <strong>ve</strong>nster of buitendeur. De vrije doorsnede <strong>van</strong> d<strong>ie</strong> opening kan<br />
manueel of automatisch geregeld worden in een voldoend aantal standen tussen “gesloten”<br />
en “volledig open”.<br />
Deze regeling kan ko<strong>nti</strong>nu <strong>ve</strong>rlopen of via minstens 3 standen tussen “gesloten” en<br />
“volledig open” (d.i. dus minstens 5 standen). In gesloten stand wordt, bij een druk<strong>ve</strong>rschil<br />
∆P <strong>van</strong> 50 Pa, nog een lekdeb<strong>ie</strong>t toege<strong>lat</strong>en dat n<strong>ie</strong>t groter is dan 15 % <strong>van</strong> het<br />
deb<strong>ie</strong>t dat <strong>ve</strong>reist wordt voor de kamer of ruimte. Dit lekdeb<strong>ie</strong>t wordt aanbevolen om een<br />
zwakke lucht<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rsing in stand te houden, zelfs wanneer alle toevoeropeningen normaal<br />
gesloten zijn (b.v. bij langdurige afwezigheid <strong>van</strong> de bewoners).<br />
OPMERKINGEN<br />
Ind<strong>ie</strong>n een kamer meer dan één regelbare toevoeropening (RTO) heeft, mag het lekdeb<strong>ie</strong>t<br />
<strong>van</strong> alle toevoeropeningen, in gesloten stand, n<strong>ie</strong>t groter zijn dan 15 % <strong>van</strong> het deb<strong>ie</strong>t dat<br />
<strong>ve</strong>reist wordt voor deze kamer.<br />
Men spreekt <strong>van</strong> natuurlijke toevoer ind<strong>ie</strong>n de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> tot stand komt zonder de tussenkomst<br />
<strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren. Wanneer alleen mechanisch wordt afgezogen, spreekt men <strong>van</strong><br />
vrije toevoer doorheen de toevoeropeningen.<br />
2.4.4 REGELBARE OPENING VOOR NATUURLIJKE OF VRIJE AFVOER (RAO)<br />
Een regelbare opening voor natuurlijke of vrije afvoer is <strong>ve</strong>rbonden met hoofdzakelijk<br />
<strong>ve</strong>rtikale kanalen d<strong>ie</strong> bo<strong>ve</strong>n het dak uitmonden. De vrije doorsnede <strong>van</strong> een regelbare<br />
opening voor natuurlijke of vrije afvoer moet manueel of automatisch kunnen geregeld<br />
worden in een voldoend aantal standen tussen :<br />
◆ de minimumopening, waarbij het afvoerdeb<strong>ie</strong>t voor een druk<strong>ve</strong>rschil (∆P) o<strong>ve</strong>r het<br />
rooster <strong>van</strong> 50 Pa onge<strong>ve</strong>er <strong>van</strong> de grootte-orde is <strong>van</strong> 15 à 25 % <strong>van</strong> het afvoerdeb<strong>ie</strong>t<br />
dat <strong>ve</strong>reist wordt voor de betrokken kamer<br />
◆ en de maximumopening.<br />
11 TV <strong>192</strong> – juni 1994
Deze regeling kan ko<strong>nti</strong>nu <strong>ve</strong>rlopen of via minstens 3 standen tussen de minimum- en de<br />
maximumopening (dus minstens 5 standen).<br />
OPMERKINGEN<br />
Ind<strong>ie</strong>n een kamer meer dan één regelbare afvoeropening (RAO) heeft, moet het totale<br />
afvoerdeb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> alle afvoeropeningen, in hun minimumstand en voor een ∆P = 50 Pa,<br />
begrepen zijn tussen 15 en 25 % <strong>van</strong> het afvoerdeb<strong>ie</strong>t dat <strong>ve</strong>reist wordt voor deze kamer.<br />
Men spreekt <strong>van</strong> natuurlijke afvoer ind<strong>ie</strong>n de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> tot stand komt zonder de tussenkomst<br />
<strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren. Wanneer alleen mechanisch wordt toegevoerd, spreekt men <strong>van</strong><br />
vrije afvoer doorheen de afvoeropeningen.<br />
2.5 OKKASIONEEL<br />
WERKEND, INTENSIEF<br />
VENTILATIESYSTEEM<br />
In bepaalde gevallen en voor bepaalde ruimten<br />
is het noodzakelijk om, buiten de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen<br />
d<strong>ie</strong> nodig zijn voor een<br />
normale bewoning, de mogelijkheid te voor-<br />
z<strong>ie</strong>n om tijdelijk een aanvullend en intens<strong>ie</strong>f lucht<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rsingssysteem in te schakelen (bij<br />
voorbeeld bij o<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rwarming door de zon of bij een drukke bezetting <strong>van</strong> bepaalde<br />
kamers). In open stand moet dit systeem n<strong>ie</strong>t voldoen aan enig a<strong>nti</strong>-inbraakcriterium.<br />
2.6 VLOEROPPERVLAKTE<br />
VAN EEN KAMER<br />
De vloeroppervlakte <strong>van</strong> een kamer of een<br />
ruimte wordt bekomen door de lengte (m)<br />
<strong>van</strong> de kamer of ruimte te <strong>ve</strong>rmenigvuldigen<br />
met haar breedte (m) op het ni<strong>ve</strong>au <strong>van</strong> de vloer <strong>van</strong> deze kamer of ruimte.<br />
2.7 LUCHTVOLUME<br />
VAN EEN KAMER<br />
Het luchtvolume <strong>van</strong> een kamer of een ruimte<br />
wordt bekomen door de vloeroppervlakte te<br />
<strong>ve</strong>rmenigvuldigen met de hoogte <strong>van</strong> de ka-<br />
mer of ruimte (tussen de afgewerkte ni<strong>ve</strong>aus <strong>van</strong> de vloer en het plafond).<br />
Ind<strong>ie</strong>n de hoogte <strong>van</strong> de kamer n<strong>ie</strong>t o<strong>ve</strong>ral dezelfde is, moet het luchtvolume <strong>van</strong> de<br />
kamer of de ruimte gelijk zijn aan het produkt <strong>van</strong> de vloeroppervlakte en de gemiddelde<br />
hoogte <strong>van</strong> de kamer of ruimte. Bij de berekening <strong>van</strong> het kamervolume houdt men geen<br />
rekening met de aanwezigheid <strong>van</strong> e<strong>ve</strong>ntuele meubelen.<br />
2.8 TERUGSTROMING EN<br />
STATISCHE AFZUIGER<br />
Terugstroming gesch<strong>ie</strong>dt wanneer lucht zich<br />
doorheen een afvoeropening <strong>ve</strong>rplaatst in de<br />
tegengestelde richting dan wat voorz<strong>ie</strong>n is.<br />
Een statische afzuiger is een vaste of beweegbare voorz<strong>ie</strong>ning bo<strong>ve</strong>n op een natuurlijk<br />
12 TV <strong>192</strong> – juni 1994
afvoerkanaal. Deze voorz<strong>ie</strong>ning is bestemd om de trek te <strong>ve</strong>rbeteren en om terugstroming<br />
in het kanaal onder invloed <strong>van</strong> de wind te voorkomen.<br />
2.9 VERBRANDINGS-<br />
TOESTELLEN<br />
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen<br />
dichte en n<strong>ie</strong>t-dichte <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen.<br />
Een n<strong>ie</strong>t-dicht <strong>ve</strong>rbrandingstoestel<br />
ont<strong>van</strong>gt zijn <strong>ve</strong>rbrandingslucht direkt uit de kamer waarin het opgesteld is, en voert de<br />
<strong>ve</strong>rbrandingsprodukten ofwel naar buiten via een afvoerkanaal ofwel in de kamer af.<br />
Een dicht <strong>ve</strong>rbrandingstoestel is een toestel waar<strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rbrandingsomloop (toevoer<br />
<strong>van</strong> <strong>ve</strong>rbrandingslucht, <strong>ve</strong>rbranding zelf en afvoer <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten) volledig<br />
afgesloten is ten opzichte <strong>van</strong> de kamer waarin het zich bevindt.<br />
2.10 VALWINDAFLEIDER -<br />
TREKONDERBREKER<br />
Een “valwindafleider - trekonderbreker”<br />
wordt geplaatst in het afvoerkanaal <strong>van</strong><br />
de <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten <strong>van</strong> een <strong>ve</strong>r-<br />
brandingstoestel met gas, uitgerust met een atmosferische brander, met de bedoeling de<br />
invloed <strong>van</strong> de trek en terugstroming op de werking <strong>van</strong> de brander te <strong>ve</strong>rminderen.<br />
2.11 BIJKOMENDE CEN-<br />
DEFINITIES<br />
CEN hanteert onder andere volgende bijkomende<br />
begrippen, d<strong>ie</strong> n<strong>ie</strong>t in de norm<br />
NBN D 50-001 gedefin<strong>ie</strong>erd zijn :<br />
◆ <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> : het geheel <strong>van</strong> komponenten nodig om <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> te bekomen<br />
◆ <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem : de kombinat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> en het gebouw zelf<br />
◆ tocht : ongewilde plaatselijke afkoeling <strong>van</strong> het lichaam ten gevolge <strong>van</strong> de temperatuur<br />
en de beweging <strong>van</strong> de lucht.<br />
2.12 ANDERE DEFINITIES Voor het goede begrip <strong>van</strong> dit dokument<br />
zijn ook de volgende definit<strong>ie</strong>s nuttig :<br />
◆ centrale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> : <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> waarbij de luchtafvoer of de toevoer gebeurt door een<br />
centrale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or of waarbij tegelijk de luchttoevoer en -afvoer gebeuren door twee<br />
centrale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren<br />
◆ gedecentraliseerde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> : <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> waarbij de afvoer en/of toevoer <strong>ve</strong>rzekerd<br />
wordt door <strong>ve</strong>rschillende plaatselijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren of kanalen ingericht in elke ruimte<br />
waaruit de lucht moet worden afgevoerd.<br />
De <strong>ve</strong>rschillende types <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren, roosters, kanalen en andere <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen<br />
en komponenten zullen in een volgende Nota toegelicht worden.<br />
13 TV <strong>192</strong> – juni 1994
3 DE NORM NBN D 50-001 :<br />
UITGANGSPUNTEN<br />
EN EISEN<br />
3.1 DE DRAAGWIJDTE<br />
VAN NORMEN<br />
<strong>van</strong> een Belgische norm te situeren.<br />
Alvorens d<strong>ie</strong>per in te gaan op de voornaamste<br />
karakterist<strong>ie</strong>ken <strong>van</strong> de Belgische norm NBN D<br />
50-001 [5] is het belangrijk de juiste draagwijdte<br />
Het Koninklijk Besluit <strong>van</strong> 30.07.76, gewijzigd bij Koninklijk Besluit dd. 23.10.86,<br />
<strong>ve</strong>rmeldt in dit <strong>ve</strong>rband :<br />
artikel 5 :<br />
De Staat en alle publ<strong>ie</strong>krechtelijke personen kunnen de naleving <strong>van</strong> de door de<br />
Koning bekrachtigde normen <strong>ve</strong>rplicht stellen in de besluiten, bestuursakten en<br />
bestekken bij eenvoudige <strong>ve</strong>rwijzing naar de aanwijzer dezer normen.<br />
artikel 7 :<br />
De Staat en andere publ<strong>ie</strong>krechtelijke personen, de privaatrechtelijke personen en<br />
de andere belanghebbenden beschouwen zowel de door de Koning bekrachtigde<br />
normen als de door het Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong> (B.I.N.) geregistreerde<br />
normen als regels <strong>van</strong> het goede vakmanschap; [...].<br />
H<strong>ie</strong>ruit kan men het volgende afleiden :<br />
◆ de toepassing <strong>van</strong> de normen is n<strong>ie</strong>t <strong>ve</strong>rplicht zolang het n<strong>ie</strong>t door een wet, een<br />
kontraktuele bepaling (b.v. een bestek), ... <strong>ve</strong>rplicht is gemaakt<br />
◆ <strong>ve</strong>rwijzingen naar ‘het goede vakmanschap’ betekenen dat minstens moet voldaan<br />
worden aan de eisen gesteld door een norm. Nochtans zijn er ook andere mogelijkheden<br />
voorhanden om de regels <strong>van</strong> goed vakmanschap na te le<strong>ve</strong>n.<br />
In de praktijk betekent het dat een ontwerper of een uitvoerder een ernstig risico loopt<br />
ind<strong>ie</strong>n hij na het <strong>ve</strong>rschijnen <strong>van</strong> een Belgische norm, waarin eisen <strong>ve</strong>rmeld zijn, ontwerpen<br />
maakt of uitvoert d<strong>ie</strong> o<strong>ve</strong>reenkomen met minder omvattende of minder gepaste eisen.<br />
3.2 DOEL VAN DE NORM<br />
NBN D 50-001<br />
De Belgische norm NBN D 50-001<br />
geeft richtlijnen om te komen tot wo-<br />
ningen d<strong>ie</strong> op een degelijke man<strong>ie</strong>r kun-<br />
nen ge<strong>ve</strong><strong>nti</strong>leerd worden. Ze stelt daartoe enkel dat in de gebouwen of ge<strong>deel</strong>ten <strong>van</strong><br />
gebouwen d<strong>ie</strong> een woon- of <strong>ve</strong>rblijffunkt<strong>ie</strong> hebben, alle voorz<strong>ie</strong>ningen aanwezig moeten<br />
zijn voor een goede <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> het gebouw. Voor d<strong>ie</strong> nodige voorz<strong>ie</strong>ningen legt de<br />
norm eisen vast.<br />
14 TV <strong>192</strong> – juni 1994
Konkreet betekent dit dat :<br />
◆ het de opdracht <strong>van</strong> de ontwerper en/of de uitvoerder is om <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen,<br />
zoals geëist door de norm, in d<strong>ie</strong> gebouwen aan te brengen<br />
◆ het de bewoners vrij staat d<strong>ie</strong> voorz<strong>ie</strong>ningen al dan n<strong>ie</strong>t te gebruiken.<br />
Deze aanpak waarborgt dus geenszins een permanente en voldoende <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> het<br />
gebouw. De bewoner behoudt immers de vrijheid om naar eigen goeddunken gebruik te<br />
maken <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen. De norm eist alleen dat al deze voorz<strong>ie</strong>ningen<br />
aanwezig zijn.<br />
3.3 TOEPASSINGSGEBIED<br />
VAN DE NORM<br />
De eisen en aanbe<strong>ve</strong>lingen <strong>ve</strong>rvat<br />
in de norm NBN D 50-001 zijn <strong>van</strong><br />
toepassing op :<br />
◆ n<strong>ie</strong>uwe <strong>woningen</strong> of n<strong>ie</strong>uwe woongebouwen, villa's, appartementen, ...<br />
◆ delen <strong>van</strong> n<strong>ie</strong>uwe gebouwen, d<strong>ie</strong> een woonfunkt<strong>ie</strong> hebben<br />
◆ ge<strong>deel</strong>ten <strong>van</strong> gebouwen d<strong>ie</strong> een woon- of <strong>ve</strong>rblijffunkt<strong>ie</strong> hebben (z<strong>ie</strong>kenhuizen, bejaardentehuizen,<br />
hotels, ge<strong>van</strong>genissen enz.)<br />
◆ bestaande gebouwen d<strong>ie</strong> geen woongebouwen zijn, maar d<strong>ie</strong> omgevormd worden tot<br />
woongebouwen.<br />
3.4 VENTILATIEVOORZIENINGEN<br />
IN GEWONE KAMERS<br />
EN RUIMTEN VAN<br />
WOONGEBOUWEN<br />
Voor een volledige beschrijving <strong>van</strong><br />
de eisen <strong>ve</strong>rvat in de norm NBN D<br />
50-001 wordt naar de norm zelf <strong>ve</strong>rwezen,<br />
alsook naar een artikel dat<br />
door het WTCB o<strong>ve</strong>r deze norm<br />
werd gepubliceerd [36]. De norm maakt een onderscheid tussen voorz<strong>ie</strong>ningen voor de<br />
basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en voorz<strong>ie</strong>ningen voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />
3.4.1 VOORZIENINGEN VOOR DE BASISVENTILATIE<br />
Deze voorz<strong>ie</strong>ningen moeten het de bewoners mogelijk maken om, ind<strong>ie</strong>n gewenst, een<br />
permanente <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> tot stand te brengen, d<strong>ie</strong> voldoende is om de luchtkwaliteit onder<br />
normale gebruiksomstandigheden <strong>van</strong> de woning aanvaardbaar te houden.<br />
Volgens de norm kan d<strong>ie</strong> aanvaardbare luchtkwaliteit slechts <strong>ve</strong>rzekerd worden wanneer<br />
in <strong>ie</strong>dere ruimte <strong>van</strong> een woongebouw lucht<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rsing gebeurt. H<strong>ie</strong>rtoe moet elke ruimte<br />
doorstroomd worden met een bepaalde hoe<strong>ve</strong>elheid lucht, d<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de oppervlakte <strong>van</strong> d<strong>ie</strong><br />
ruimte en <strong>van</strong> de aktiviteit in d<strong>ie</strong> ruimte afhangt. Dit luchtdeb<strong>ie</strong>t wordt nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t<br />
genoemd.<br />
Tabel 1 geeft een <strong>ve</strong>reenvoudigd o<strong>ve</strong>rzicht weer <strong>van</strong> de nominale deb<strong>ie</strong>ten in de onderscheiden<br />
ruimten <strong>van</strong> een gebouw.<br />
15 TV <strong>192</strong> – juni 1994
Tabel 1<br />
Nominale<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten.<br />
RUIMTE<br />
Gewone kamers en ruimten (living, slaap-, speel- en<br />
studeerkamers, keuken, badkamer, wasplaats,<br />
droogplaats, WC, gangen, trapzalen, nacht- en<br />
daghal en analoge doorgangsruimten)<br />
NOMINAAL VENTILATIEDEBIET<br />
1 dm 3 /s en per m 2 vloeroppervlakte (3,6 m 3 /h.m 2 )<br />
Bijkomende voorwaarden :<br />
– voor woonkamers minimum 21 dm 3 /s (75 m 3 /h)<br />
mag beperkt worden tot 42 dm 3 /s (150 m 3 /h)<br />
– voor gesloten keukens, badkamers, wasplaatsen, minimum 14 dm 3 /s (50 m 3 /h)<br />
droogplaatsen en analoge ruimten mag beperkt worden tot 21 dm 3 /s (75 m 3 /h)<br />
– voor open keukens (met open doorgang minimum 21 dm 3 /s (75 m 3 /h)<br />
naar andere kamers)<br />
– voor slaap-, studeer- en speelkamers minimum 7 dm 3 /s (25 m 3 /h)<br />
mag beperkt worden tot 10 dm 3 /s en per persoon<br />
(36 m 3 /h.pers.)<br />
WC 7 dm 3 /s (25 m 3 /h)<br />
De vooropgestelde nominale deb<strong>ie</strong>ten kunnen slechts worden <strong>ve</strong>rzekerd ind<strong>ie</strong>n in elke<br />
ruimte het <strong>ve</strong>reiste nominale deb<strong>ie</strong>t mechanisch wordt toegevoerd en er ook mechanisch<br />
wordt afgezogen.<br />
Om het echter n<strong>ie</strong>t nodeloos ingewikkeld en kostbaar te maken, stelt de norm <strong>ve</strong>reenvoudigde<br />
metodes voor basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> voor, d<strong>ie</strong> in normale omstandigheden <strong>van</strong> klimaat en<br />
bezetting nog een voldoende <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> waarborgen.<br />
Om deze <strong>ve</strong>reenvoudigde basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> tot stand te brengen, moeten volgens de norm<br />
volgende voorz<strong>ie</strong>ningen in een gebouw aangebracht worden :<br />
◆ een luchttoevoer ten minste in de zogenaamde ‘droge ruimten’ :<br />
– woonkamer<br />
– slaapkamers<br />
– studeer- en speelkamers<br />
◆ doorvoeropeningen ter plaatse <strong>van</strong> binnendeuren en/of binnenmuren tussen de ‘droge’<br />
en de ‘natte’ ruimten, ofwel rechtstreeks, ofwel via gangen, trapzalen, halls, ...<br />
◆ een luchtafvoer ten minste in de zogenaamde ‘natte ruimten’ :<br />
– keuken<br />
– badkamer<br />
– WC<br />
– wasruimte.<br />
Volgens de norm kunnen de luchttoevoer en de luchtafvoer gebeuren zowel door middel<br />
<strong>van</strong> natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> als door middel <strong>van</strong> een mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> of een kombinat<strong>ie</strong><br />
<strong>van</strong> beide. Daarom heeft de norm v<strong>ie</strong>r systemen bepaald (z<strong>ie</strong> tabel 2).<br />
AFVOER<br />
TOEVOER<br />
NATUURLIJK MECHANISCH<br />
Natuurlijk systeem A systeem B<br />
Mechanisch systeem C systeem D<br />
Tabel 2 Vereenvoudigde systemen voor<br />
basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens NBN D 50-001.<br />
16 TV <strong>192</strong> – juni 1994
Via deze v<strong>ie</strong>r systemen poogt men een quasi permanente luchtstroom tot stand te brengen<br />
of mogelijk te maken :<br />
◆ waarbij de <strong>ve</strong>rse lucht binnenkomt (of ingeblazen wordt) in droge (bewoonde) ruimten<br />
zoals woonkamers, slaapkamers, studeerkamers, ...<br />
◆ waarbij de lucht <strong>van</strong> deze kamers via doorstroomopeningen terecht komt in droge<br />
(n<strong>ie</strong>t-bewoonde) ruimten zoals gangen, trapzalen, halls, ...<br />
◆ waarbij de lucht uit deze gangen, trapzalen, halls enz. via doorstroomopeningen terecht<br />
komt in de natte ruimten zoals keuken, badkamer, WC, ...<br />
◆ waarna de bedor<strong>ve</strong>n (vochtige) lucht uit deze natte ruimten kan ontsnappen (of afgezogen<br />
worden) om uit te monden in de buitenomgeving.<br />
VOORZIENINGEN VOOR MECHANISCHE TOEVOER EN AFVOER<br />
Bij mechanische toevoer of mechanische afvoer stellen het realiseren <strong>van</strong> deze deb<strong>ie</strong>ten<br />
via toevoer- en afvoeropeningen en het kontroleren of de deb<strong>ie</strong>ten effekt<strong>ie</strong>f gele<strong>ve</strong>rd<br />
worden, weinig problemen (ten minste ind<strong>ie</strong>n bij systeem B de vrije afvoeropeningen en<br />
bij systeem C de vrije toevoeropeningen volledig openstaan).<br />
In principe worden de toevoer- en afvoermonden voor mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> eens en<br />
voor goed geregeld door de instal<strong>lat</strong>eur en kunnen ze achteraf n<strong>ie</strong>t meer bed<strong>ie</strong>nd worden<br />
door de bewoners, dit alles om ontregeling <strong>van</strong> het systeem te voorkomen. Onder andere<br />
omwille <strong>van</strong> energ<strong>ie</strong>besparingsmogelijkheden is een regelbaarheid <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten<br />
echter toege<strong>lat</strong>en : de enige impakt d<strong>ie</strong> een bewoner mag hebben op het systeem<br />
bestaat h<strong>ie</strong>rin dat hij de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren in <strong>ve</strong>rschillende standen kan <strong>lat</strong>en werken en dat hij<br />
op de voorz<strong>ie</strong>ningen voor vrije toevoer of afvoer kan ingrijpen (respekt<strong>ie</strong><strong>ve</strong>lijk voor<br />
systeem C en B).<br />
OPENINGEN VOOR NATUURLIJKE OF VRIJE TOEVOER EN AFVOER<br />
De natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> ontstaat ten gevolge <strong>van</strong> temperatuur<strong>ve</strong>rschillen en ten gevolge<br />
<strong>van</strong> de wind. Aangez<strong>ie</strong>n deze voortdurend variëren, is er h<strong>ie</strong>r helemaal geen sprake <strong>van</strong><br />
een konstant deb<strong>ie</strong>t. Het is daarom noodzakelijk te definiëren wat men onder nominaal<br />
deb<strong>ie</strong>t <strong>ve</strong>rstaat bij natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>. De winddrukken en het temperatuur<strong>ve</strong>rschil<br />
<strong>ve</strong>roorzaken een druk<strong>ve</strong>rschil o<strong>ve</strong>r de openingen voor natuurlijke of vrije toevoer en<br />
afvoer. Het werkelijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t doorheen deze voorz<strong>ie</strong>ningen hangt <strong>van</strong> dit druk<strong>ve</strong>rschil<br />
af. De eisen kunnen dus gesteld worden afhankelijk <strong>van</strong> de druk<strong>ve</strong>rschillen.<br />
Volgens de Belgische norm NBN D 50-001 d<strong>ie</strong>nen voorz<strong>ie</strong>ningen voor natuurlijke of<br />
vrije toevoer en afvoer zo gekozen te worden dat deze bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa o<strong>ve</strong>r<br />
de opening, het gewenste nominale deb<strong>ie</strong>t le<strong>ve</strong>ren.<br />
Wat betekent deze eis in de praktijk ? De volgende simpele vuistregel maakt het mogelijk<br />
een schatting te maken :<br />
per dm 3 /s (of 3,6 m 3 /h) luchtdeb<strong>ie</strong>t en voor een ∆P<br />
<strong>van</strong> 2 Pa,is een opening <strong>van</strong> onge<strong>ve</strong>er 10 cm 2 nodig.<br />
17 TV <strong>192</strong> – juni 1994
Anders uitgedrukt betekent het dat de netto opening voor natuurlijke of vrije toevoer<br />
onge<strong>ve</strong>er 1/1000 (0,1 %) <strong>van</strong> de vloeroppervlakte moet bedragen. Dit le<strong>ve</strong>rt bij een<br />
druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa onge<strong>ve</strong>er 3,6 m 3 /h.m 2 .<br />
Voor een slaapkamer <strong>van</strong> 12 m 2 bij voorbeeld heeft men een luchtdeb<strong>ie</strong>t nodig <strong>van</strong> 12 x<br />
1 dm 3 /s = 12 dm 3 /s (of 12 x 3,6 m 3 /h = 43,2 m 3 /h). Dit betekent dat men een toevoeropening<br />
met een nuttige sekt<strong>ie</strong> <strong>van</strong> ca. 120 cm 2 moet voorz<strong>ie</strong>n om deze 12 dm 3 /s (of<br />
43,2 m 3 /h) te bekomen.<br />
De norm <strong>ve</strong>rmeldt bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n dat de natuurlijke of vrije toevoeropeningen :<br />
◆ afsluitbaar en regelbaar moeten zijn<br />
◆ n<strong>ie</strong>t meer dan tweemaal groter mogen zijn dan de <strong>ve</strong>reiste sekt<strong>ie</strong><br />
◆ geen tochthinder mogen <strong>ve</strong>roorzaken<br />
◆ bij voorkeur op een hoogte <strong>van</strong> minstens 1,80 m worden geplaatst<br />
◆ het risico op inbraak n<strong>ie</strong>t mogen <strong>ve</strong>rhogen.<br />
Belangrijk h<strong>ie</strong>rbij is dat de openingen voor natuurlijke of vrije toevoer en afvoer n<strong>ie</strong>t<br />
permanent moeten openstaan. De gebruiker moet de kans hebben deze openingen te<br />
openen en te sluiten. Het is derhal<strong>ve</strong> duidelijk dat de gebruiker een esse<strong>nti</strong>ële rol speelt<br />
in de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>huishouding <strong>van</strong> zijn woning.<br />
De klass<strong>ie</strong>ke opengaande ramen komen dus absoluut n<strong>ie</strong>t in aanmerking voor de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
(open ramen zijn o.a. n<strong>ie</strong>t inbraak<strong>ve</strong>ilig). Draaikipramen zijn e<strong>ve</strong>nmin geschikt,<br />
aangez<strong>ie</strong>n ze in geopende stand meestal een <strong>ve</strong>el grotere opening hebben dan de gevraagde<br />
nuttige opening.<br />
Geschikte systemen voor natuurlijke of vrije toevoer zijn :<br />
◆ ofwel afsluitbare <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters (schuifrooster, tuimelrooster, ...), geplaatst in ramen<br />
of in de wand<br />
◆ ofwel klapramen, ind<strong>ie</strong>n ze voldoende standen (minstens dr<strong>ie</strong>) hebben tussen de volledig<br />
open en de volledig gesloten standen (dit zal meer in detail behandeld worden in<br />
een <strong>lat</strong>er te publiceren Technische Voorlichting o<strong>ve</strong>r <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>).<br />
Voor natuurlijke of vrije luchtafvoer komen enkel <strong>ve</strong>rtikale afvoerkanalen in aanmerking.<br />
Deze d<strong>ie</strong>nen bij p<strong>lat</strong>te en licht hellende daken minstens 0,5 m bo<strong>ve</strong>n het dak uit te<br />
monden ; bij daken met een helling <strong>van</strong> meer dan 23° moet de uitmonding gebeuren in de<br />
nabijheid <strong>van</strong> de nok en ten minste een hal<strong>ve</strong> meter bo<strong>ve</strong>n de nok uitsteken (gedetailleerde<br />
informat<strong>ie</strong> vindt men in bijlage II <strong>van</strong> de norm NBN D 50-001).<br />
DOORSTROOMOPENINGEN<br />
Doorstroomopeningen d<strong>ie</strong> alleen in binnenwanden en in of rond binnendeuren voorkomen,<br />
moeten steeds open blij<strong>ve</strong>n. Ze mogen bijgevolg n<strong>ie</strong>t regelbaar zijn. Deze doorstroomopeningen<br />
moeten aan de eisen <strong>van</strong> tabel 3 (p. 19) voldoen.<br />
De deb<strong>ie</strong>ten weergege<strong>ve</strong>n in kolom 2 hebben betrekking op fabr<strong>ie</strong>ksmatig <strong>ve</strong>rvaardigde<br />
doorstroomopeningen (bij voorbeeld roosters). De vrije sekt<strong>ie</strong>s, zoals weergege<strong>ve</strong>n in<br />
18 TV <strong>192</strong> – juni 1994
Tabel 3 Eisen voor doorstroomopeningen volgens de norm NBN D 50-001.<br />
RUIMTE OPGELEGD DEBIET MINIMUM VRIJE SEKTIE VAN DE DOORSTROOMbij<br />
∆P = 2 Pa OPENINGEN (spleet onder of rondom de deur)<br />
Woonkamer 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) minstens 70 cm 2 tussen woonkamer en gang en/of<br />
hall en/of trapzaal en/of keuken (een grotere sekt<strong>ie</strong><br />
wordt aanbevolen ind<strong>ie</strong>n mogelijk)<br />
Slaapkamer, studeerkamer<br />
en speelkamer 7 dm 3 /s (25 m 3 /h)<br />
Badkamer, wasplaats en<br />
droogplaats 7 dm 3 /s (25 m 3 /h)<br />
minstens 70 cm 2 tussen deze kamers en gang en/of<br />
hall en/of trapzaal en/of badkamer<br />
minstens 70 cm 2 tussen deze kamers en gang en/of<br />
hall en/of trapzaal en/of slaapkamer<br />
Keuken 14 dm 3 /s (50 m 3 /h) som <strong>van</strong> de openingen minstens gelijk aan 140 cm 2<br />
tussen keuken en gang en/of hall en/of trapzaal<br />
en/of woonkamer<br />
WC 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) minstens 70 cm 2 tussen WC en gang en/of hall<br />
kolom 3, zijn te gebruiken wanneer de doorstroomopening gevormd wordt door een open<br />
spleet onder of rond de binnendeur.<br />
In het geval <strong>van</strong> krachtige dampkappen in de keuken moet de nodige lucht aangevoerd<br />
worden naar de keuken om er te grote onderdrukken te <strong>ve</strong>rmijden. Daartoe is een grotere<br />
toevoeropening wenselijk in of rond de keukendeuren. Voor meer informat<strong>ie</strong> wordt <strong>ve</strong>rwezen<br />
naar de Technische Voorlichting 187 ‘Dampkappen en keuken<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>’ [37].<br />
3.4.2 VOORZIENINGEN VOOR INTENSIEVE VENTILATIE<br />
De voorz<strong>ie</strong>ningen voor de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> moeten in principe garanderen dat bij een<br />
normaal gebruik <strong>van</strong> de woning de luchtkwaliteit in de woning aanvaardbaar is.<br />
Bij zeer warm weer, sterke bezonning of sterk <strong>ve</strong>rontreinigende aktiviteiten zoals schilderen,<br />
tijdelijk hoge produkt<strong>ie</strong> <strong>van</strong> geuren of dampen, ..., is het duidelijk dat de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>,<br />
d<strong>ie</strong> tot stand kan komen via de basisvoorz<strong>ie</strong>ning, totaal onvoldoende is om het binnenklimaat<br />
binnen redelijke grenzen te houden.<br />
Dit kan duidelijk worden geïllustreerd in het geval <strong>van</strong> o<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rhitting. Een slaapkamer<br />
met een oppervlakte <strong>van</strong> 12 m 2 moet een nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> 12 dm 3 /s of<br />
43 m 3 /h hebben (ind<strong>ie</strong>n de ruimte gebruikt wordt door een persoon, kan dit deb<strong>ie</strong>t zelfs tot<br />
10 dm 3 /s of 36 m 3 /h beperkt worden). Ind<strong>ie</strong>n er tijdens de zomer 500 W/m 2 zonnewarmte<br />
in d<strong>ie</strong> kamer binnenkomt doorheen een glasoppervlakte <strong>van</strong> 1,5 m 2 , zou dit in stationair<br />
regime in 750 W zonnewinsten resulteren. Deze warmtewinst zou door middel <strong>van</strong> basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
onvoldoende kunnen worden afgevoerd en aanleiding ge<strong>ve</strong>n tot een temperatuurstijging<br />
<strong>van</strong> l<strong>ie</strong>fst 50 °C.<br />
Voor dergelijke gevallen <strong>ve</strong>reist de Belgische norm NBN D 50-001 dat er ook voorz<strong>ie</strong>ningen<br />
zijn voor zogenaamde intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> of spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> : in de praktijk gaat<br />
het om opengaande delen <strong>van</strong> ramen en deuren.<br />
19 TV <strong>192</strong> – juni 1994
De nuttige opening <strong>van</strong> deze ramen en deuren moet :<br />
◆ in kamers d<strong>ie</strong> slechts in één ge<strong>ve</strong>l openingen hebben (eenzijdige <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>), ten minste<br />
6,4 % <strong>van</strong> de vloeroppervlakte bedragen<br />
◆ in kamers met opengaande ramen of deuren in meerdere ge<strong>ve</strong>ls (dwars<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>), ten<br />
minste 3,2 % bedragen ; deze openingen moeten gelijkmatig <strong>ve</strong>r<strong>deel</strong>d zijn o<strong>ve</strong>r beide<br />
ge<strong>ve</strong>ls (minstens 40 % in elke ge<strong>ve</strong>l).<br />
De norm stelt voor d<strong>ie</strong> voorz<strong>ie</strong>ningen geen a<strong>nti</strong>-inbraakeisen.<br />
Voorbeelden :<br />
◆ in een slaapkamer <strong>van</strong> 12 m 2 met een raam in één ge<strong>ve</strong>l moet de nuttige opening <strong>van</strong><br />
het raam gelijk zijn aan 0,064 x 12 = 0,77 m 2<br />
◆ in een woonkamer <strong>van</strong> 32 m 2 met ramen en deuren in twee ge<strong>ve</strong>ls moeten de openingen<br />
gelijk zijn aan 0,032 x 32 = 1,05 m 2 , <strong>ve</strong>r<strong>deel</strong>d o<strong>ve</strong>r beide ge<strong>ve</strong>ls, met minstens<br />
40 % (= 0,42 m 2 ) <strong>van</strong> de vrije oppervlakte in <strong>ie</strong>dere ge<strong>ve</strong>l.<br />
Afbeelding 3 vat de situat<strong>ie</strong> samen.<br />
0,42 ... 0,63 m 2<br />
woonkamer<br />
32 m 2 x 3,2 %<br />
0,63 ... 0,42 m 2<br />
0,77 m 2<br />
slaapkamer<br />
12 m 2 x 6,4 %<br />
Afb. 3 Voorbeeld <strong>van</strong> de nodige openingen<br />
voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />
In <strong>ve</strong>rband met intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> behandelt de norm ook de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> binnenkeukens<br />
: voor keukens zonder buiten<strong>ve</strong>nsters of buitendeuren wordt een deb<strong>ie</strong>t voor<br />
intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> minstens 200 m 3 /h <strong>ve</strong>reist.<br />
In de norm wordt <strong>ve</strong>rder weinig aandacht besteed aan p<strong>ie</strong>k<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Deze is nodig om de<br />
lucht<strong>ve</strong>rontreiniging bij het koken op een efficiënte man<strong>ie</strong>r te bestrijden of <strong>ve</strong>rmijden. In<br />
de Technische Voorlichting 187 ‘Dampkappen en keuken<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>’ [37] wordt bijzondere<br />
aandacht besteed aan deze vorm <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />
3.5<br />
VOORZIENINGEN<br />
VOOR VENTILATIE<br />
IN SPECIALE RUIMTEN<br />
Speciale ruimten maken geen <strong>deel</strong> uit <strong>van</strong><br />
de eigenlijke woonruimten, zoals gemeenschappelijke<br />
gangen, trapzalen, liftkokers,<br />
stookplaatsen, garages, kelders, zolders enz.<br />
H<strong>ie</strong>ronder worden de door de norm NBN D 50-001 gestelde eisen o<strong>ve</strong>rgenomen voor de<br />
<strong>ve</strong>rschillende typen ruimten.<br />
20 TV <strong>192</strong> – juni 1994
3.5.1 GEMEENSCHAPPELIJKE GANGEN OF TRAPPENHUIZEN<br />
Zoals aangege<strong>ve</strong>n in tabel 1 (p. 16) is het basisdeb<strong>ie</strong>t voor gangen, trapzalen, halls en<br />
gelijksoortige doorgangsruimten 1 dm 3 /s en per m 2 vloeroppervlakte (3,6 m 3 /h.m 2 ). Wanneer<br />
deze ruimten gemeenschappelijk zijn voor <strong>ve</strong>rschillende wooneenheden, gelden<br />
bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n volgende eisen :<br />
◆ wanneer meerdere <strong>woningen</strong> toegankelijk zijn via een gemeenschappelijke gang of<br />
trappenhuis, moet er tussen deze gemeenschappelijke delen en <strong>ie</strong>dere woning afzonderlijk<br />
een voldoende luchtdichtheid bestaan. Het lekdeb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> de ingangsdeuren <strong>van</strong><br />
deze <strong>woningen</strong> moet kleiner zijn dan 14 dm 3 /s (50 m 3 /h) voor een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong><br />
50 Pa en dit in beide richtingen<br />
◆ de gemeenschappelijke gangen en trappenhuizen (en elk afsluitbaar <strong>deel</strong> er<strong>van</strong>) moeten<br />
ten minste een toevoeropening en een afvoeropening hebben, d<strong>ie</strong> zodanig gelegen<br />
zijn dat de volledige ruimte voldoende kan ge<strong>ve</strong><strong>nti</strong>leerd worden<br />
◆ gedurende het grootste ge<strong>deel</strong>te <strong>van</strong> het jaar moeten de gemeenschappelijke gangen en<br />
trappenhuizen in lichte o<strong>ve</strong>rdruk staan ten opzichte <strong>van</strong> de <strong>woningen</strong> d<strong>ie</strong> erop aansluiten.<br />
Om de gewenste o<strong>ve</strong>rdruk te bekomen, mogen ze dus n<strong>ie</strong>t uitgerust worden met<br />
een mechanisch afzuigsysteem<br />
◆ de <strong>ve</strong>rluchting <strong>van</strong> gemeenschappelijke gangen of trappenhuizen gebeurt :<br />
– volledig natuurlijk (Ag) of<br />
– met een mechanisch inblaassysteem (Bg) of<br />
– met een mechanisch inblaas- en afzuigsysteem (Dg),<br />
waarbij de hoofdletter het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem aanduidt (z<strong>ie</strong> tabel 2) en de letter ‘g’ naar<br />
gemeenschappelijke gangen <strong>ve</strong>rwijst<br />
◆ voor mechanische systemen (Bg en Dg) moet permanent een deb<strong>ie</strong>t buitenlucht toegevoerd<br />
worden dat minstens gelijk is aan 0,5 V / 3,6 (dm 3 /s) of 0,5 V (m 3 /h). H<strong>ie</strong>rbij<br />
is ‘V’ het luchtvolume (in m 3 ) <strong>van</strong> de ruimte<br />
◆ voor het natuurlijke systeem (Ag) :<br />
– moeten de toevoer- en afvoeropeningen regelbaar zijn. Bij volledig geopende stand<br />
<strong>van</strong> deze openingen moet er bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa o<strong>ve</strong>r deze openingen, een<br />
deb<strong>ie</strong>t stromen <strong>van</strong> minstens 0,5 V / 3,6 (dm 3 /s) of 0,5 V (m 3 /h), met ‘V’ het<br />
luchtvolume (in m 3 ) <strong>van</strong> de gang of het trappenhuis. In gesloten stand mogen deze<br />
openingen nog een maximaal lekdeb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> 0,5 V / 3,6 (dm 3 /s) of 0,5 V (m 3 /h)<br />
hebben bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa<br />
– moeten de toevoeropeningen zich in het onderste ge<strong>deel</strong>te <strong>van</strong> een buitenwand <strong>van</strong><br />
de te <strong>ve</strong>rluchten gang of het trappenhuis bevinden. Ze mogen e<strong>ve</strong>ntueel ook aangesloten<br />
worden op een horizontale luchtkoker d<strong>ie</strong> in een buitenwand uitmondt. De<br />
vrije doorsnede <strong>van</strong> dit kanaal e<strong>ve</strong>nals <strong>van</strong> alle <strong>ve</strong>rbindingsstukken tussen de buitenomgeving<br />
en de toevoeropening is minstens gelijk aan 0,5 V / 3600 (m 2 ), met ‘V’<br />
het luchtvolume (in m 3 ) <strong>van</strong> de te <strong>ve</strong>rluchten ruimte<br />
◆ de openingen voor vrije afvoer (systemen Ag en Bg) bevinden zich in een buitenwand<br />
en in het bo<strong>ve</strong>nste ge<strong>deel</strong>te <strong>van</strong> de te <strong>ve</strong>rluchten gangen of trappenhuizen. De vrije<br />
doorsnede <strong>van</strong> dit kanaal e<strong>ve</strong>nals <strong>van</strong> alle <strong>ve</strong>rbindingsstukken tussen de buitenomgeving<br />
en de toevoeropening is minstens gelijk aan 0,5 V / 3600 (m 2 ), met ‘V’ het luchtvolume<br />
(in m 3 ) <strong>van</strong> de te <strong>ve</strong>rluchten ruimte.<br />
21 TV <strong>192</strong> – juni 1994
3.5.2 HUISVUILKOKERS EN VERZAMELRUIMTEN VOOR HUISVUIL<br />
De <strong>ve</strong>rzamelruimte voor huisvuil moet normaal in onderdruk staan ten opzichte <strong>van</strong> de<br />
stortkokers voor het huisvuil en <strong>van</strong> alle andere aanpalende ruimten. Dit kan gebeuren<br />
door middel <strong>van</strong> een afzuig<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or. De <strong>ve</strong>rzamelruimten en de stortkokers voor het<br />
huisvuil, e<strong>ve</strong>nals het e<strong>ve</strong>ntueel afzuigsysteem, moeten op basis <strong>van</strong> een specif<strong>ie</strong>ke stud<strong>ie</strong><br />
ontworpen en uitgevoerd worden.<br />
Er mogen geen geuren ontstaan d<strong>ie</strong> voor de bewoners <strong>van</strong> het gebouw zelf of voor de<br />
bewoners <strong>van</strong> de naburige gebouwen hinderlijk kunnen zijn.<br />
3.5.3 LIFTKOKERS EN LIFTKOOIEN<br />
Er moet voldaan worden aan de eisen <strong>van</strong> de normen NBN E 52-014 [7] en E 52-018 [8].<br />
3.5.4 GARAGES<br />
◆ Garages moeten voorz<strong>ie</strong>n zijn <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rluchtingsmonden in kontakt met de buitenlucht<br />
en gelegen in de onderzijde <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rtikale wand(en). De bo<strong>ve</strong>nzijde <strong>van</strong> d<strong>ie</strong> openingen<br />
ligt maximum 40 cm bo<strong>ve</strong>n de garagevloer.<br />
◆ Bij garages met een oppervlakte kleiner dan of gelijk aan 40 m 2 , moet de totale vrije<br />
oppervlakte <strong>van</strong> d<strong>ie</strong> openingen minstens 0,2 % <strong>van</strong> de vloeroppervlakte bedragen.<br />
Wanneer de garage meer dan één <strong>ve</strong>rtikale wand in kontakt met de buitenlucht heeft,<br />
moeten de <strong>ve</strong>rluchtingsmonden <strong>ve</strong>r<strong>deel</strong>d worden o<strong>ve</strong>r de buitenwanden (bij voorkeur<br />
o<strong>ve</strong>r twee tegeno<strong>ve</strong>r elkaar gelegen wanden).<br />
N.B. : beide voorgaande bepalingen uit de norm gaan implic<strong>ie</strong>t uit <strong>van</strong> een natuurlijke<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> garages. Uiteraard komt ook een mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in aanmerking.<br />
◆ Bij garages met een oppervlakte groter dan 40 m 2 , is een permanente mechanische<br />
afzuiging <strong>ve</strong>reist. Ze moet ontworpen en uitgevoerd worden op basis <strong>van</strong> een afzonderlijke<br />
stud<strong>ie</strong>. Bij gebrek aan duidelijke Belgische richtlijnen moet naar buitenlandse<br />
dokumenten <strong>ve</strong>rwezen worden.<br />
◆ De binnendeuren tussen de garage en de hall, gangen of andere woonruimten moeten<br />
goed luchtdicht zijn. Bij gemeenschappelijke garages mag het lekdeb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> deze<br />
deuren n<strong>ie</strong>t groter zijn dan 14 dm 3 /s (50 m 3 /h) bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa.<br />
3.5.5 STOOKAFDELINGEN EN STOOKPLAATSEN<br />
Een n<strong>ie</strong>t-afsluitbare toevoer- en afvoeropening moet steeds voorz<strong>ie</strong>n worden. In ruimten<br />
waarin open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen staan, moeten de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en de minimale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>doorsneden<br />
beantwoorden :<br />
22 TV <strong>192</strong> – juni 1994
◆ ofwel aan de eisen <strong>van</strong> de normen NBN B 61-001 [3], D 51-003 [6] en S 21-207 [16]<br />
◆ ofwel, bij gebrek h<strong>ie</strong>raan, aan de waarden bekomen volgens een specif<strong>ie</strong>ke berekening.<br />
Wanneer een gasvormige brandstof zwaarder dan de lucht wordt gebruikt, moeten de<br />
eisen <strong>van</strong> de norm NBN B 61-001 (§ 7.5) [3] nageleefd worden.<br />
3.5.6 KELDERS EN ZOLDERS<br />
Kelders en zolders moeten <strong>ve</strong>rlucht worden, wat <strong>ve</strong>rzekerd kan worden door :<br />
◆ natuurlijke <strong>ve</strong>rluchting door middel <strong>van</strong> :<br />
– kleine ramen, waar<strong>van</strong> de vrije sekt<strong>ie</strong> in geopende stand minstens 0,014 m 2 (140 cm 2 )<br />
moet bedragen<br />
– <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters : de som <strong>van</strong> de deb<strong>ie</strong>ten doorheen alle roosters moet minstens<br />
50 m 3 /h bedragen bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa. Wanneer deze roosters met de<br />
buitenomgeving <strong>ve</strong>rbonden zijn via kanalen, moet de vrije sekt<strong>ie</strong> <strong>van</strong> deze kanalen<br />
minstens 0,014 m 2 (140 cm 2 ) bedragen<br />
◆ mechanische afzuiging : het afzuigdeb<strong>ie</strong>t moet minstens 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) bedragen.<br />
De lucht komt langs toevoeropeningen binnen, d<strong>ie</strong> rechtstreeks in de buitenwanden<br />
aangebracht worden of d<strong>ie</strong> via kanalen met de buitenomgeving <strong>ve</strong>rbonden worden.<br />
Deze voorz<strong>ie</strong>ningen voldoen aan volgende eisen :<br />
– roosters : deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa o<strong>ve</strong>r het rooster<br />
– kanaal : vrije doorsnede <strong>van</strong> minstens 0,007 m 2 (70 cm 2 )<br />
◆ mechanische toevoer en afvoer : zowel de mechanische afvoer als de mechanische<br />
toevoer hebben een minimumdeb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> 7 dm 3 /s (25 m 3 /h).<br />
BIJZONDERE GEVALLEN<br />
◆ Wanneer kelders en/of zolders zeer open zijn voor de buitenlucht, worden geen <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-eisen<br />
gesteld.<br />
◆ Wanneer bij kelders een risico op radon<strong>ve</strong>rspreiding bestaat, moet een speciale stud<strong>ie</strong><br />
uitgevoerd worden en kan e<strong>ve</strong>ntueel beroep gedaan worden op een mechanische toevoer<br />
<strong>van</strong> de lucht.<br />
3.5.7 GASMETERRUIMTE<br />
De gasmeterruimte moet <strong>ve</strong>rlucht worden volgens de in de norm NBN D 51-003 [6]<br />
gestelde eisen.<br />
3.5.8 BRANDSTOFOPSLAGPLAATSEN<br />
Brandstofopslagplaatsen moeten <strong>ve</strong>rlucht worden. De norm geeft echter geen bijzondere<br />
richtlijnen.<br />
23 TV <strong>192</strong> – juni 1994
3.5.9 BERGRUIMTEN<br />
Een bergruimte of een bergkast met een vloeroppervlakte <strong>van</strong> minstens 1,5 m 2 , een<br />
volume <strong>van</strong> minstens 3 m 3 , en d<strong>ie</strong> ten minste o<strong>ve</strong>r een ge<strong>deel</strong>te hoger is dan 2 m, moet met<br />
een ge<strong>ve</strong><strong>nti</strong>leerde kamer of gang <strong>ve</strong>rbonden worden. Dit gebeurt door middel <strong>van</strong> twee<br />
(n<strong>ie</strong>t-afsluitbare) doorstroomopeningen, een onderaan en een bo<strong>ve</strong>naan, elk met een vrije<br />
doorsnede <strong>van</strong> minstens 150 cm 2 . De onderste opening mag hoogstens 0,2 m bo<strong>ve</strong>n de<br />
vloer liggen, terwijl de bo<strong>ve</strong>nste minstens 1,8 m bo<strong>ve</strong>n de vloer moet liggen. Ind<strong>ie</strong>n de<br />
bergruimte met een afvoerkanaal naar buiten <strong>ve</strong>rbonden is, is de onderste opening voldoende.<br />
3.5.10 KAMERS OF RUIMTEN MET NIET-DICHTE<br />
VERBRANDINGSTOESTELLEN<br />
De norm stelt bijkomende eisen voor de ruimten waarin open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen<br />
opgesteld staan, d.w.z. een gas-, stookol<strong>ie</strong>-, hout- of kolenkachel, een gasgeiser, een open<br />
haard, een centrale-<strong>ve</strong>rwarmingsketel, e.d. Deze eisen worden uitgebreid behandeld in<br />
hoofdstuk 4.<br />
24 TV <strong>192</strong> – juni 1994
4 EISEN VAN DE GEBRUIKER<br />
In dit hoofdstuk worden de eisen beschre<strong>ve</strong>n, waaraan <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen moeten voldoen<br />
gez<strong>ie</strong>n <strong>van</strong>uit het standpunt <strong>van</strong> de gebruiker. Een aantal aspekten d<strong>ie</strong> een belangrijke<br />
invloed kunnen hebben op de goede werking <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> en de<br />
beoordeling door de gebruiker worden in volgende hoofdstukken in detail behandeld.<br />
4.1 HOOFDEIS : GOEDE<br />
LUCHTKWALITEIT<br />
Zoals reeds beschre<strong>ve</strong>n in hoofdstuk 1 zijn er<br />
di<strong>ve</strong>rse redenen om <strong>woningen</strong> te <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren :<br />
◆ toevoer <strong>van</strong> de nodige zuurstof voor de<br />
bewoners<br />
◆ luchttoevoer voor <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen<br />
◆ afvoer <strong>van</strong> damp, o.a. om kondensat<strong>ie</strong> en schimmel te <strong>ve</strong>rmijden<br />
◆ afvoer <strong>van</strong> geurstoffen<br />
◆ afvoer <strong>van</strong> schadelijke bestanddelen en stof<strong>deel</strong>tjes.<br />
Het meren<strong>deel</strong> <strong>van</strong> bo<strong>ve</strong>n<strong>ve</strong>rmelde redenen om te <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren, hebben een quasi permanent<br />
karakter. Daarnaast zijn er bepaalde, eerder uitzonderlijke toestanden d<strong>ie</strong> een meer intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong><br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>ve</strong>reisen : schilderwerken, o<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rhitting, abnormale geurhinder <strong>van</strong> tijdelijke<br />
aard, ...<br />
In de praktijk maakt men een onderscheid tussen <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen<br />
◆ voor gebruik in normale omstandigheden → basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
◆ voor specif<strong>ie</strong>ke, eerder uitzonderlijke omstandigheden → spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> of intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong><br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />
De basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> kan gebeuren zowel via de zogenaamde natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen<br />
als via mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen.<br />
In tal <strong>van</strong> normen en wetten wordt uitgegaan <strong>van</strong> de onderstelling dat de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
het mogelijk moet maken dat de luchtkwaliteit voldoende blijft bij normale huishoudelijke<br />
aktiviteiten.<br />
Zo werd ook de hoofdeis gesteld aan een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem : het waarborgen <strong>van</strong> een<br />
goede luchtkwaliteit in een gebouw. De in de norm NBN D 50-001 voorgeschre<strong>ve</strong>n<br />
voorz<strong>ie</strong>ningen (z<strong>ie</strong> hoofdstuk 3) volstaan in principe om aan deze hoofdeis te voldoen.<br />
Nochtans moet deze luchtkwaliteit gele<strong>ve</strong>rd worden zonder nadelige of hinderende ne<strong>ve</strong>n<strong>ve</strong>rschijnselen.<br />
Elk <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem moet bijgevolg aan een aantal bijkomende elementaire<br />
eisen voldoen, wil men komen tot een posit<strong>ie</strong><strong>ve</strong> appreciat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> door<br />
de gebruiker.<br />
Afbeelding 4 illustreert de eisen of beoordelingscriteria gesteld door de gebruiker aan<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen.<br />
25 TV <strong>192</strong> – juni 1994
ESTETIEK<br />
(§ 4.14)<br />
PLAATSGEBRUIK<br />
(§ 4.13)<br />
GEBRUIKSVRIENDE-<br />
LIJKHEID (§ 4.12)<br />
ONDERHOUD<br />
(§ 4.11)<br />
LUCHTDICHTHEID<br />
(§ 4.10)<br />
SPUIVENTILATIE<br />
(§ 4.2)<br />
HOOFDEIS :<br />
GOEDE LUCHTKWALITEIT<br />
(§ 4.1)<br />
LUCHTVERVUILING<br />
(§ 4.9)<br />
Afb. 4 Criteria <strong>van</strong> de gebruiker om een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem te beoordelen.<br />
26 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
TERMISCH KOMFORT<br />
(§ 4.3)<br />
GELUID<br />
(§ 4.4)<br />
ENERGIEGEBRUIK<br />
(§ 4.5)<br />
BRANDVEILIGHEID<br />
(§ 4.6)<br />
KONDENSATIE<br />
(§ 4.7)<br />
4.2 SPUIVENTILATIE In geval <strong>van</strong> extra warmteo<strong>ve</strong>rlast (b.v. o<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rhitting<br />
door langdurige bezonning) of uitzonderlijke<br />
en tijdelijke geurhinder (bij voorbeeld bij schilderwerken) volstaat de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
n<strong>ie</strong>t om de luchtkwaliteit of de temperatuur op peil te houden. Dan moet een<br />
mogelijkheid voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> voorhanden zijn.<br />
Spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> is bedoeld om deze intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> tot stand te brengen in speciale<br />
omstandigheden. Dit gebeurt steeds via het openen <strong>van</strong> ramen en deuren. Mechanische<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> komt h<strong>ie</strong>rvoor zelden of nooit in aanmerking. De hoofdreden is dat de benodigde<br />
deb<strong>ie</strong>ten n<strong>ie</strong>t haalbaar zijn met een instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> een redelijke om<strong>van</strong>g.<br />
Uitzondering h<strong>ie</strong>rbij is wellicht de keukendampkap d<strong>ie</strong> kan beschouwd worden als een<br />
p<strong>ie</strong>k<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem om kookgeuren en kookdampen te <strong>ve</strong>rwijderen (z<strong>ie</strong> TV nr. 187<br />
[37]) en d<strong>ie</strong> <strong>ve</strong>reist is in het geval <strong>van</strong> keukens zonder buiten<strong>ve</strong>nsters of buitendeuren.<br />
De eisen voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> zijn in de norm NBN D 50-001 bepaald en in § 3.4.2<br />
(p. 19) <strong>van</strong> deze Nota beschre<strong>ve</strong>n.<br />
4.3 TERMISCH KOMFORT<br />
EN TOCHT<br />
TERUGSTROMING<br />
(§ 4.8)<br />
Om een goede luchtkwaliteit te waarborgen,<br />
wordt de <strong>ve</strong>rontreinigde lucht uit de woning<br />
afgevoerd en wordt <strong>ve</strong>rse buitenlucht naar bin-<br />
nen toegevoerd. Ind<strong>ie</strong>n deze luchttoevoer op een n<strong>ie</strong>t-oor<strong>deel</strong>kundige wijze gebeurt, kan<br />
dit tochtproblemen met zich meebrengen.<br />
Het tocht<strong>ve</strong>rschijnsel is afhankelijk <strong>van</strong> een aantal parameters :<br />
◆ de luchttemperatuur ‘θ a ’ [°C]<br />
◆ de gemiddelde luchtsnelheid ‘v’ [m/s]<br />
◆ de turbule<strong>nti</strong>e-intensiteit ‘Tu’ [%].
In het <strong>ve</strong>rleden is er heel wat onderzoek <strong>ve</strong>rricht op het vlak <strong>van</strong> de beoordeling <strong>van</strong> de<br />
tochtervaring. Fanger [18] stelt volgende formule voor om het termisch komfort te beoordelen<br />
:<br />
PPD = (34 - θ a ) . (v - 0,05) 0,62 . (0,37 . v . Tu . 3,14) [%] (1)<br />
De berekende PPD-waarde geeft het te <strong>ve</strong>rwachten percentage <strong>van</strong> ontevredenen aan.<br />
Ind<strong>ie</strong>n v < 0,05 m/s, dan wordt “v” in formule 1 gelijk genomen aan 0,05 m/s.<br />
De Tu-waarde duidt aan in welke mate de plaatselijke en ogenblikkelijke luchtsnelheid in<br />
een punt schommelt rond haar gemiddelde waarde. De turbule<strong>nti</strong>e-intensiteit ‘Tu’ is de<br />
<strong>ve</strong>rhouding tussen de standaardafwijking <strong>van</strong> de luchtsnelheid en de gemiddelde luchtsnelheid.<br />
Ze wordt procentueel uitgedrukt. Ze kan slechts met speciale luchtsnelheidsmeters<br />
worden bepaald.<br />
In de praktijk wordt meestal geen rekening gehouden met de turbule<strong>nti</strong>e-intensiteit. Om<br />
het <strong>ve</strong>rwachte percentage aan ontevredenen ‘PPD’ beneden 15 % te houden, blijkt uit<br />
pratijkwaarden dat bij gewone kamertemperaturen de gemiddelde luchtsnelheid ten hoogste<br />
0,15 m/s mag bedragen.<br />
De norm NBN D 50-001 eist dat de luchtsnelheden in de woonzone <strong>van</strong> elke kamer<br />
0,2 m/s n<strong>ie</strong>t o<strong>ve</strong>rschrijden. De woonzone is het luchtvolume tussen de vloer, een horizontaal<br />
vlak op 2 m bo<strong>ve</strong>n de vloer en oppervlakken e<strong>ve</strong>nwijdig met de <strong>ve</strong>rtikale of hellende<br />
wanden <strong>van</strong> de kamer, op 0,75 m <strong>van</strong> de buiten- en binnenwanden. Voor gedetaillerde<br />
informat<strong>ie</strong> o<strong>ve</strong>r toelaatbare luchtsnelheden wordt <strong>ve</strong>rwezen naar de norm ISO DIS<br />
9972 [26].<br />
Om tocht te voorkomen, is een goed doordachte plaatsing, vormgeving en dimensionering<br />
<strong>van</strong> de toevoeropeningen of -monden zeer belangrijk. De norm NBN D 50-001 raadt<br />
daarom aan de toevoeropeningen zo te plaatsen dat de <strong>ve</strong>rse toevoerlucht zo snel mogelijk<br />
met de warme lucht <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rwarmingslichamen gemengd wordt (plaatsing onder of<br />
achter radiatoren, ...) of op een hoogte <strong>van</strong> minstens 1,8 m bo<strong>ve</strong>n de vloer. Zelfregelende<br />
toevoeropeningen naargelang <strong>van</strong> het druk<strong>ve</strong>rschil worden aangeraden.<br />
Bij mechanische toevoer kan de voor<strong>ve</strong>rwarming <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht ook o<strong>ve</strong>rwogen<br />
worden.<br />
Meer details o<strong>ve</strong>r toevoervoorz<strong>ie</strong>ningen worden gege<strong>ve</strong>n in een <strong>lat</strong>er te publiceren Technische<br />
Voorlichting o<strong>ve</strong>r <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />
4.4 AKOESTISCHE<br />
PRESTATIES<br />
Het is belangrijk dat een aangepaste <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> tot stand<br />
komt zonder dat er akoestische problemen ontstaan.<br />
Deze akoestische problemen kunnen <strong>van</strong> di<strong>ve</strong>rse aard<br />
zijn. H<strong>ie</strong>rna worden enkele voorbeelden <strong>van</strong> geluidhinder gege<strong>ve</strong>n :<br />
◆ <strong>ve</strong>rminderde akoestische iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de ge<strong>ve</strong>ls met als gevolg meer hinder <strong>van</strong> het<br />
buitenlawaai (b.v. bij n<strong>ie</strong>t akoestisch dempende <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters in de ge<strong>ve</strong>l)<br />
◆ toevoer- en afvoerkanalen d<strong>ie</strong> voor lawaaihinder zorgen, o.a. omwille <strong>van</strong> de geluid-<br />
27 TV <strong>192</strong> – juni 1994
o<strong>ve</strong>rdracht <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren<br />
◆ <strong>ve</strong>rminderde akoestische iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> ter plaatse <strong>van</strong> binnenwanden en binnendeuren, bij<br />
voorbeeld <strong>ve</strong>roorzaakt door de doorstroomopeningen<br />
◆ lawaaihinder door bronnen d<strong>ie</strong> zich buiten de woning bevinden (b.v. dak<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren).<br />
Het is esse<strong>nti</strong>eel dat de akoestische problemen tot een minimum worden beperkt, zon<strong>ie</strong>t<br />
kan de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> zelf in vraag worden gesteld door de bewoners. Daar de evaluat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de<br />
akoestische prestat<strong>ie</strong>s <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen aparte techn<strong>ie</strong>ken <strong>ve</strong>reist, worden de aspekten<br />
<strong>van</strong> geluidhinder in hoofdstuk 6 uitgebreid behandeld.<br />
4.5 ENERGETISCHE<br />
PRESTATIES<br />
Het opwarmen <strong>van</strong> koude buitenlucht enerzijds en het<br />
transporteren <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht bij mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
anderzijds ge<strong>ve</strong>n aanleiding tot een extra ener-<br />
g<strong>ie</strong>gebruik. Daarbij d<strong>ie</strong>nt opgemerkt dat de elektrische energ<strong>ie</strong> nodig voor de aandrijving<br />
<strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren (bij mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>) slechts een frakt<strong>ie</strong> is <strong>van</strong> het energ<strong>ie</strong>gebruik<br />
nodig voor de <strong>ve</strong>rwarming <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht. Om ekonomische en ekologische<br />
redenen moet het <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren met een zo beperkt mogelijk energ<strong>ie</strong>gebruik plaatsvinden.<br />
Praktische aspekten h<strong>ie</strong>rbij zijn :<br />
◆ de keuze <strong>van</strong> de nominale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten : er is geen sprake <strong>van</strong> een optimale<br />
situat<strong>ie</strong> tussen energ<strong>ie</strong>gebruik en luchtkwaliteit. Zoals afbeelding 5 illustreert, wordt<br />
de luchtkwaliteit steeds beter naarmate de deb<strong>ie</strong>ten toenemen. Het energ<strong>ie</strong>gebruik<br />
neemt echter e<strong>ve</strong>nredig toe met de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten. Bij de keuze <strong>van</strong> de gewenste<br />
deb<strong>ie</strong>ten d<strong>ie</strong>nt derhal<strong>ve</strong> een (ten dele) subjekt<strong>ie</strong><strong>ve</strong> afweging te gebeuren <strong>van</strong> ekonomische<br />
aspekten en luchtkwaliteitsaspekten<br />
koncentrat<strong>ie</strong> <strong>van</strong><br />
<strong>ve</strong>rvuilende stoffen<br />
energ<strong>ie</strong>gebruik<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t<br />
Afb. 5 Variat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de luchtkwaliteit en<br />
het energ<strong>ie</strong>gebruik naargelang <strong>van</strong> het<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t.<br />
◆ het aanpassen <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten aan de behoeften : in <strong>ve</strong>le gevallen is de<br />
bezetting <strong>van</strong> een woning n<strong>ie</strong>t konstant. Het is derhal<strong>ve</strong> n<strong>ie</strong>t <strong>ve</strong>rantwoord om ko<strong>nti</strong>nu<br />
een konstant deb<strong>ie</strong>t tot stand te brengen. Het is beter de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten aan de<br />
behoeften aan te passen. Momenteel bestaan er voor woningbouw nog re<strong>lat</strong><strong>ie</strong>f weinig<br />
systemen waarbij het deb<strong>ie</strong>t automatisch var<strong>ie</strong>ert naargelang <strong>van</strong> de luchtkwaliteit. Het<br />
meest voorkomende systeem is een <strong>ve</strong>randering <strong>van</strong> het luchtdeb<strong>ie</strong>t (bij mechanische<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>) of de vrije doorsnede <strong>van</strong> de voorz<strong>ie</strong>ningen voor natuurlijke of vrije toevoer<br />
of afvoer afhankelijk <strong>van</strong> de re<strong>lat</strong><strong>ie</strong><strong>ve</strong> vochtigheid in de woning. Andere mogelijkhe-<br />
28 TV <strong>192</strong> – juni 1994
den zijn sensoren d<strong>ie</strong> de aanwezigheid <strong>van</strong> personen (infrarooddetectoren) of de<br />
koncentrat<strong>ie</strong> aan CO 2 of CO (b.v. in garages) registreren, een tijdbed<strong>ie</strong>ning, zoals een<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or met nalooptijd, gekoppeld aan een lichtschakelaar, ... Voor meer informat<strong>ie</strong><br />
o<strong>ve</strong>r vraaggestuurde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> wordt <strong>ve</strong>rwezen naar de <strong>ve</strong>rslagen <strong>van</strong> het IEA (Internationaal<br />
Energ<strong>ie</strong>-Agentschap), Annex 18 [1, 29, 30, 34]<br />
◆ het doelmatig werken <strong>van</strong> de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> : bij mechanische en bij natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen<br />
is het belangrijk dat de optimale luchtdeb<strong>ie</strong>ten worden bereikt tegen de<br />
laagste energ<strong>ie</strong>kost. H<strong>ie</strong>rvoor moet o.a. een te<strong>ve</strong>el aan <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> worden <strong>ve</strong>rmeden<br />
(b.v. door het gebruik <strong>van</strong> zelfregelende <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters voor luchttoevoer) en de<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> zelf zo energ<strong>ie</strong>zuinig mogelijk worden ontworpen en uitgevoerd.<br />
Dit laatste kan <strong>ve</strong>rzekerd worden door het optimale ontwerp <strong>van</strong> kanalen (om druk<strong>ve</strong>rl<strong>ie</strong>zen<br />
te beperken), het gebruik <strong>van</strong> efficiënte <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren, <strong>van</strong> warmtewisselaars,<br />
tijdsturing, ...<br />
4.6 BRANDVEILIGHEID<br />
4.6.1 BRANDGEVAAR<br />
Brand kan in leidingen of kokers ontstaan, o.a. wanneer :<br />
◆ het stof n<strong>ie</strong>t voldoende weerhouden wordt in de filters<br />
◆ gebruik wordt gemaakt <strong>van</strong> brandbare leidingen<br />
◆ de in de leidingen geplaatste motoren ontvlammen.<br />
Als brand in een kamer ontstaat, kunnen rook en vlammen via de leidingen in het ganse<br />
gebouw worden rondgestuurd. Dit gevaar is zeker reëel in aanwezigheid <strong>van</strong> een systeem<br />
met luchtrecircu<strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />
4.6.2 BRANDVEILIGHEID<br />
Brand<strong>ve</strong>iligheid in gebouwen wordt door kompartimentering bekomen. Als grondbeginsel<br />
wordt gesteld dat <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en lucht<strong>ve</strong>rspreiding naar de <strong>ve</strong>rschillende ruimten door<br />
middel <strong>van</strong> kokers zodanig moet worden opgevat en uitgevoerd dat :<br />
◆ de <strong>ve</strong>rspreiding <strong>van</strong> rook en vlammen in het gebouw doorheen deze kokers wordt<br />
<strong>ve</strong>rhinderd<br />
◆ de brandweerstand <strong>van</strong> de bouwelementen waar deze kokers doorheen gaan, behouden<br />
blijft.<br />
Volgende eisen zijn <strong>van</strong> toepassing voor de brandbe<strong>ve</strong>iliging :<br />
◆ in gebouwen met meerdere <strong>woningen</strong> :<br />
– de lucht afgezogen uit ruimten met een bijzonder brandgevaar (opslagplaats voor<br />
ontvlambare produkten, stookplaats, keuken, garage, parking, transformatorruimte,<br />
opslagplaats voor vuilnis enz.) mag n<strong>ie</strong>t rondgestuurd worden, maar moet wel naar<br />
buiten afgevoerd worden<br />
– de voorschriften <strong>van</strong> de normen <strong>van</strong> de reeks NBN S 21 zijn <strong>van</strong> toepassing<br />
– voor gebouwen hoger dan 25 m geldt de norm NBN S 21-207 [16]. H<strong>ie</strong>rin worden<br />
29 TV <strong>192</strong> – juni 1994
eisen gesteld aan de brandwerendheid <strong>van</strong> de materialen <strong>van</strong> luchtleidingen, de<br />
brandweerstand <strong>van</strong> leidingen tussen <strong>ve</strong>rschillende kompartimenten en het gebruik<br />
<strong>van</strong> automatische brandkleppen<br />
– voor gebouwen <strong>van</strong> 10 tot 25 m hoogte voorz<strong>ie</strong>t een reglementontwerp <strong>van</strong> het<br />
Minister<strong>ie</strong> <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken dat trappenhuizen n<strong>ie</strong>t mogen gebruikt worden<br />
voor de aanvoer of de afvoer <strong>van</strong> lucht uit andere ruimten. Er worden ook bijkomende<br />
eisen gesteld aan de brandweerstand <strong>van</strong> kanalen en toebehoren (moffen, brandkleppen,<br />
afzuigmonden, aanvoer- en uitlaatopeningen voor buitenlucht, luchtfilters<br />
en elektrische motoren)<br />
– voor gebouwen n<strong>ie</strong>t hoger dan 10 m worden geen bijkomende eisen gesteld<br />
◆ in eengezins<strong>woningen</strong> : een eengezinswoning wordt als een kompartiment beschouwd.<br />
Bij brand moeten de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren stopgezet worden. Volgens de norm NBN S 21-<br />
203 [15] moeten de kanalen <strong>ve</strong>rvaardigd zijn uit materialen <strong>van</strong> de klasse 1.<br />
De specif<strong>ie</strong>ke aspekten <strong>van</strong> de brand<strong>ve</strong>iligheid <strong>van</strong> kanalen en leidingen enerzijds en<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren anderzijds worden in een <strong>lat</strong>er te publiceren Technische Voorlichting o<strong>ve</strong>r<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> behandeld.<br />
4.7 KONDENSATIEPROBLEMEN Het <strong>ve</strong>rmijden <strong>van</strong> kondensat<strong>ie</strong> en<br />
schimmel is reeds aangehaald als één<br />
<strong>van</strong> de redenen om een degelijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> te voorz<strong>ie</strong>n. In dit geval denkt men vooral aan<br />
kondensat<strong>ie</strong> op koudebruggen, op enkel glas en e<strong>ve</strong>ntueel ook aan inwendige kondensat<strong>ie</strong>.<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
kondensat<strong>ie</strong><br />
In het geval <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen moet er ook<br />
voor gezorgd worden dat er geen problemen<br />
ontstaan door kondensat<strong>ie</strong> in of op de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>komponenten<br />
zelf. Enkele voorbeelden :<br />
◆ oppervlaktekondensat<strong>ie</strong> op <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters<br />
voor natuurlijke of vrije luchttoevoer d<strong>ie</strong> n<strong>ie</strong>t<br />
of onvoldoende termisch geïsoleerd zijn<br />
◆ kondensat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de lucht in kanalen d<strong>ie</strong> door<br />
n<strong>ie</strong>t-<strong>ve</strong>rwarmde ruimten lopen (bij voorbeeld<br />
zolders, kruipkelders, ...)<br />
◆ kondensat<strong>ie</strong> op koude luchttoevoerkanalen<br />
◆ kondensat<strong>ie</strong> in warmtewisselaars.<br />
De <strong>ve</strong>rschillende mogelijke problemen worden<br />
geïllustreerd in afbeeldingen 6 tot 9.<br />
Afb. 6 Kondensat<strong>ie</strong> op een rooster voor natuurlijke toevoer.<br />
30 TV <strong>192</strong> – juni 1994
Afb. 7 Kondensat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> het luchtvocht in een<br />
kanaal dat door een n<strong>ie</strong>t-<strong>ve</strong>rwarmde ruimte loopt.<br />
buitenlucht<br />
afvoer<br />
vocht uit de binnenlucht<br />
kan kondenseren<br />
of bevr<strong>ie</strong>zen<br />
Afb. 9 Kondensat<strong>ie</strong> in warmtewisselaars.<br />
Afb. 8 Kondensat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de lucht op koude kanalen<br />
voor mechanische luchttoevoer.<br />
binnenlucht<br />
(warm)<br />
toevoer<br />
31 TV <strong>192</strong> – juni 1994
Afb. 10<br />
Natuurlijke toevoer<br />
(systeem A) of vrije<br />
toevoer (systeem C)<br />
in aanwezigheid<br />
<strong>van</strong> een<br />
<strong>ve</strong>rbrandingstoestel.<br />
4.8 GOEDE WERKING VAN<br />
VERBRANDINGSTOESTELLEN<br />
Open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen (open<br />
haard, centrale-<strong>ve</strong>rwarmingsketel,<br />
gasgeiser, gasfornuis, kachel, ...) ha-<br />
len de nodige <strong>ve</strong>rbrandingslucht uit de ruimte waarin ze zijn opgesteld. Bijgevolg moet<br />
voldoende lucht toegevoerd worden om de <strong>ve</strong>rbranding op een <strong>ve</strong>ilige wijze en in optimale<br />
omstandigheden te <strong>lat</strong>en <strong>ve</strong>rlopen.<br />
Het gebruik <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>s in kombinat<strong>ie</strong> met open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen kan<br />
in bepaalde gevallen tot problemen leiden, zoals de terugstroming <strong>van</strong> rookgassen ten<br />
gevolge <strong>van</strong> een onderdruk <strong>ve</strong>roorzaakt door de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Dit kan le<strong>ve</strong>nsgevaarlijk zijn<br />
en daarom zijn een aantal voorzorgsmaatregelen belangrijk.<br />
Als algemeen principe stelt de norm NBN D 50-001 dat de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de ruimte met<br />
open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen in geen geval (en ongeacht de brandstof) de goede werking<br />
<strong>van</strong> d<strong>ie</strong> toestellen of de normale afvoer <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten mag storen.<br />
4.8.1 LUCHTTOEVOER NAAR RUIMTEN MET OPEN<br />
VERBRANDINGSTOESTELLEN<br />
De luchttoevoer naar dergelijke kamers kan zowel mechanisch als op natuurlijke wijze<br />
gebeuren. In beide gevallen moet het deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> de toevoerlucht groter zijn dan (of<br />
minstens gelijk zijn aan) het voor de <strong>ve</strong>rbranding nodige luchtdeb<strong>ie</strong>t.<br />
4.8.1.1 NATUURLIJKE (SYSTEEM A) OF VRIJE TOEVOER (SYSTEEM C)<br />
Tussen de buitenomgeving en de kamer moet een n<strong>ie</strong>t-afsluitbare en n<strong>ie</strong>t-regelbare toevoeropening<br />
voorz<strong>ie</strong>n worden (afbeelding 10). De vrije sekt<strong>ie</strong> er<strong>van</strong> wordt in normen opgege<strong>ve</strong>n<br />
(voor gas, in de NBN D 51-003 [6]) of volgt uit berekeningen (voor andere<br />
brandstoffen).<br />
4.8.1.2 MECHANISCHE TOEVOER (SYSTEMEN B EN D)<br />
Het toegevoerde luchtdeb<strong>ie</strong>t moet voldoende zijn om de voor het toestel nodige hoe<strong>ve</strong>elheid<br />
<strong>ve</strong>rbrandingslucht te <strong>ve</strong>rzekeren (afbeelding 11).<br />
32 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
Q<br />
Afb. 11 Mechanische<br />
toevoer (systemen B<br />
en D) bij open<br />
<strong>ve</strong>rbrandingstoestellen.
Het <strong>ve</strong>rbrandingstoestel moet automatisch stoppen wanneer (om welke reden ook) de<br />
mechanische toevoer gestopt of sterk <strong>ve</strong>rminderd wordt, tenzij er een voldoende natuurlijke<br />
luchttoevoer gegarandeerd wordt.<br />
4.8.2 LUCHTAFVOER UIT RUIMTEN MET OPEN<br />
VERBRANDINGSTOESTELLEN<br />
Een onderdruk in de kamer mag de afvoer<br />
<strong>van</strong> rookgassen en de werking <strong>van</strong><br />
het open <strong>ve</strong>rbrandingstoestel n<strong>ie</strong>t storen<br />
(zelfs n<strong>ie</strong>t tijdelijk).<br />
Een te grote onderdruk kan onder andere<br />
het gevolg zijn <strong>van</strong> :<br />
◆ de natuurlijke (systeem A) of vrije<br />
(systeem B) afvoer <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht<br />
◆ de mechanische afvoer <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht<br />
(systemen C en D)<br />
◆ de werking <strong>van</strong> andere toestellen (b.v.<br />
een dampkap) (afbeelding 12).<br />
Afb. 12 Terugstroming <strong>van</strong> rookgassen <strong>van</strong> een open<br />
<strong>ve</strong>rbrandingstoestel ten gevolge <strong>van</strong> een dampkap.<br />
In dergelijke gevallen moet het toevoerdeb<strong>ie</strong>t in de ruimte <strong>ve</strong>rgroot worden.<br />
Algemeen worden volgende regels nageleefd om te grote onderdrukken te <strong>ve</strong>rmijden :<br />
◆ ind<strong>ie</strong>n open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen in de kamer aanwezig<br />
zijn, mag de onderdruk in de kamer n<strong>ie</strong>t groter<br />
worden dan 5 Pa<br />
◆ ind<strong>ie</strong>n er geen open <strong>ve</strong>rbrandingstoestel voorz<strong>ie</strong>n<br />
is, mag de onderdruk in de kamer tot 10 Pa oplopen.<br />
OPMERKINGEN<br />
◆ Voor de berekening <strong>van</strong> onderdrukken <strong>ve</strong>roorzaakt<br />
door mechanische afzuiging, wordt <strong>ve</strong>rwezen naar<br />
de Technische Voorlichting nr. 187 [37].<br />
◆ Bij gastoestellen mag de afvoer <strong>van</strong> de rookgassen<br />
ook d<strong>ie</strong>nen als afvoer <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht mits<br />
een ‘valwindafleider-trekonderbreker’ op het gastoestel<br />
voorz<strong>ie</strong>n is (afbeelding 13).<br />
◆ Bij gastoestellen d<strong>ie</strong> n<strong>ie</strong>t op een schouw moeten<br />
aangesloten zijn, mag een n<strong>ie</strong>t-afsluitbare en n<strong>ie</strong>tregelbare<br />
afvoeropening <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>, <strong>ve</strong>rbonden<br />
met een afvoerkanaal, ook gebruikt worden om<br />
de <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten af te voeren. De afvoer-<br />
33 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
valwindafleidertrekonderbreker<br />
Afb. 13 Gemeenschappelijke afvoer<br />
<strong>van</strong> rookgassen en <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht via<br />
een gastoestel.<br />
Afb. 14 Gastoestel dat n<strong>ie</strong>t aan een<br />
schouw aangesloten is.
Afb. 15 Mechanische<br />
afvoer <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht<br />
en natuurlijke afvoer<br />
<strong>van</strong> rookgassen.<br />
opening moet dan hoger liggen dan de plaats waar de <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten worden<br />
afgege<strong>ve</strong>n (afbeelding 14, p. 33).<br />
◆ Als de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht mechanisch wordt afgevoerd terwijl de rookgassen <strong>van</strong> de open<br />
<strong>ve</strong>rbrandingstoestellen op een natuurlijke wijze afgevoerd worden, mag een onderdruk<br />
de werking <strong>van</strong> het open <strong>ve</strong>rbrandingstoestel nooit (zelfs n<strong>ie</strong>t tijdelijk) storen (afbeelding<br />
15). De storende onderdruk moet <strong>ve</strong>rmeden worden door de luchttoevoerdeb<strong>ie</strong>ten<br />
te <strong>ve</strong>rhogen.<br />
Ind<strong>ie</strong>n de mechanische afzuiging uitvalt, moet het open <strong>ve</strong>rbrandingstoestel normaal<br />
<strong>ve</strong>rder kunnen werken.<br />
34 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
Afb. 16 Mechanische<br />
afvoer <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht<br />
en rookgassen.<br />
◆ Als zowel de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht als de rookgassen <strong>van</strong> het open <strong>ve</strong>rbrandingstoestel mechanisch<br />
worden afgevoerd (afbeelding 16), mag er geen terugstroming optreden, zelfs<br />
n<strong>ie</strong>t bij het uitvallen <strong>van</strong> een <strong>van</strong> de afzuig<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren.<br />
Het open <strong>ve</strong>rbrandingstoestel moet automatisch stoppen ind<strong>ie</strong>n het nodige afzuigdeb<strong>ie</strong>t<br />
voor de rookgassen om een of andere reden n<strong>ie</strong>t zou gehaald worden.<br />
Ind<strong>ie</strong>n de rookgassen <strong>van</strong> het open <strong>ve</strong>rbrandingstoestel en de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht afgezogen<br />
worden door hetzelfde kanaal, moet dit voorz<strong>ie</strong>n zijn <strong>van</strong> een ‘valwindafleider-trekonderbreker’<br />
en moet de <strong>ve</strong>rbranding bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n automatisch onderbroken worden wanneer<br />
het afzuigsysteem n<strong>ie</strong>t werkt.<br />
◆ Het gebruik <strong>van</strong> toestellen met gesloten <strong>ve</strong>rbranding <strong>ve</strong>rd<strong>ie</strong>nt aanbe<strong>ve</strong>ling als een<br />
konflikt tussen <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en rookgasafvoer mogelijk is. Bij dit type toestel is de volledige<br />
luchtcyclus (luchttoevoer, <strong>ve</strong>rbranding, afvoer <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rbrandingsgassen) rechtstreeks<br />
aangesloten op de buitenomgeving en gescheiden <strong>van</strong> de ruimte waarin het<br />
toestel is opgesteld. Er is dus geen enkele wisselwerking tussen de binnenlucht en de<br />
<strong>ve</strong>rbrandingsprodukten. Deze oplossing geeft een permanente waarborg dat er geen<br />
rookgassen in de leefruimten zullen terugstromen.<br />
◆ De plaatsing <strong>van</strong> het gastoestel buiten de bewoningszone is een alternat<strong>ie</strong><strong>ve</strong> oplossing,<br />
b.v. in een afzonderlijke bergplaats met rechtstreekse <strong>ve</strong>rbinding naar buiten, in de<br />
garage, op een n<strong>ie</strong>t-bewoonde zolder, ... In al deze gevallen moeten de eisen voor<br />
voldoende luchttoevoer nageleefd worden.
4.9 BEPERKEN VAN DE<br />
LUCHTVERVUILING<br />
Lucht<strong>ve</strong>rvuiling moet <strong>van</strong>zelfsprekend beperkt<br />
worden. Dit kan <strong>ve</strong>rwezenlijkt worden<br />
door het beperken <strong>van</strong> de emiss<strong>ie</strong> <strong>van</strong><br />
schadelijke stoffen, zoals de <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten. Dit geldt ook voor de binnenlucht.<br />
Door <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren kan men in de meeste gevallen immers n<strong>ie</strong>ts anders doen dan de lucht<strong>ve</strong>rontreiniging<br />
te <strong>ve</strong>rdunnen. Ind<strong>ie</strong>n mogelijk d<strong>ie</strong>nt dus de emiss<strong>ie</strong> <strong>van</strong> lucht<strong>ve</strong>rvuilende<br />
bestanddelen binnenshuis zelf te worden aangepakt :<br />
◆ ind<strong>ie</strong>n de buitenlucht te sterk <strong>ve</strong>rontreinigd is, kan filtering <strong>van</strong> de toevoerlucht o<strong>ve</strong>rwogen<br />
worden<br />
◆ een belangrijke oorzaak <strong>van</strong> vooral geurhinder is de menselijke aanwezigheid zelf in<br />
kamers d<strong>ie</strong> onvoldoende ge<strong>ve</strong><strong>nti</strong>leerd zijn. Deze vorm <strong>van</strong> lucht<strong>ve</strong>rontreiniging kan<br />
natuurlijk moeilijk worden beperkt<br />
◆ tabaksrook is een frekwent voorkomende vorm <strong>van</strong> lucht<strong>ve</strong>rontreiniging. Di<strong>ve</strong>rse stud<strong>ie</strong>s<br />
hebben duidelijk aangetoond dat het onmogelijk is om met normale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten<br />
de koncentrat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> geur en stof<strong>deel</strong>tjes te <strong>ve</strong>rdunnen tot een aanvaardbaar<br />
ni<strong>ve</strong>au voor alle n<strong>ie</strong>t-rokers<br />
◆ uit onderzoek, vooral in kantoren, is gebleken dat een groot ge<strong>deel</strong>te <strong>van</strong> de luchtkwaliteitsproblemen<br />
te maken heeft met de gebruikte bouwmaterialen. In <strong>woningen</strong><br />
denkt men h<strong>ie</strong>rbij vooral aan geurhinder ten gevolge <strong>van</strong> tapijten, gordijnen, bepaalde<br />
<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>n en reinigingsmiddelen.<br />
4.10 LUCHTDICHTHEID<br />
VAN HET GEBOUW<br />
tige luchtinfiltrat<strong>ie</strong>s en de kans op tochtproblemen te beperken.<br />
De luchtdichtheid <strong>van</strong> het gebouw is een<br />
belangrijk element in een globale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>strateg<strong>ie</strong><br />
om energ<strong>ie</strong><strong>ve</strong>rl<strong>ie</strong>zen door o<strong>ve</strong>rma-<br />
De norm NBN D 50-001 stelt geen <strong>algemene</strong> eisen terzake, maar geeft wel aanbe<strong>ve</strong>lingen<br />
voor twee specif<strong>ie</strong>ke gevallen :<br />
◆ bij gebalanceerde mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (systeem D) is een dichtheid gewenst d<strong>ie</strong><br />
o<strong>ve</strong>reenkomt met een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud <strong>van</strong> 3 volumen per uur bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong><br />
50 Pa (gemeten via een pressurisat<strong>ie</strong>proef o<strong>ve</strong>reenkomstig de norm ISO DIS 9972 [26])<br />
◆ ind<strong>ie</strong>n bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n energ<strong>ie</strong>rekuperat<strong>ie</strong> op de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht wordt toegepast, wordt aangeraden,<br />
om energetische redenen, het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud tot 1 volume per uur te beperken<br />
bij 50 Pa.<br />
Deze problemat<strong>ie</strong>k wordt in hoofdstuk 5 <strong>ve</strong>rder uitged<strong>ie</strong>pt.<br />
4.11 ONDERHOUD<br />
VAN VENTILATIE-<br />
VOORZIENINGEN<br />
Het aspekt onderhoud <strong>ve</strong>rd<strong>ie</strong>nt aandacht<br />
<strong>van</strong>uit twee invalshoeken :<br />
◆ enerzijds is het te <strong>ve</strong>rk<strong>ie</strong>zen dat men <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen<br />
gebruikt d<strong>ie</strong> onderhouds-<br />
vrij zijn, zeker in de individuele woningbouw. De eenvoudige reden h<strong>ie</strong>rvoor is dat in<br />
de praktijk de meeste bewoners nooit aan het onderhoud <strong>van</strong> hun <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem<br />
denken. De enige uitzonderingen h<strong>ie</strong>rop vormen de dampkap in de keuken en de<br />
zichtbare ge<strong>deel</strong>ten <strong>van</strong> toevoer- en afvoermonden<br />
35 TV <strong>192</strong> – juni 1994
◆ anderzijds is het belangrijk dat de delen d<strong>ie</strong> e<strong>ve</strong>ntueel onderhoud <strong>ve</strong>reisen, gemakkelijk<br />
te onderhouden zijn. Dit geldt bij voorbeeld voor :<br />
– alle zichtbare ge<strong>deel</strong>ten <strong>van</strong> luchttoevoer- en afvoervoorz<strong>ie</strong>ningen<br />
– dampkappen<br />
– filters.<br />
4.12 GEBRUIKS-<br />
VRIENDELIJKHEID<br />
In de woningbouw is een eenvoudige,<br />
eenduidige en gemakkelijke bereikbaarheid<br />
<strong>van</strong> de regeling belangrijk en nood-<br />
zakelijk. Een goede handleiding en dokumentat<strong>ie</strong> zijn esse<strong>nti</strong>eel om de bewoners tot<br />
medewerking aan te zetten.<br />
4.13 MOGELIJKHEDEN EN<br />
BEPERKINGEN BIJ<br />
HET INSTALLEREN<br />
Sommige <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen nemen heel<br />
wat ruimte in (bij voorbeeld een warmterekuperat<strong>ie</strong>systeem)<br />
en/of hebben een<br />
grote impakt op de architekturale vrij-<br />
heid. Vooral in appartementen kan het ruimtegebruik problematisch zijn. Systemen d<strong>ie</strong><br />
men bij voorbeeld in een vals plafond kan inbouwen, b<strong>ie</strong>den in dergelijke gevallen<br />
bepaalde voordelen. Vooral bij renovat<strong>ie</strong>werken stelt men dikwijls problemen vast om de<br />
kanalen op een eenvoudige wijze in te bouwen. H<strong>ie</strong>rbij is gedecentraliseerde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
vaak aangewezen.<br />
4.14 ESTETIEK Het estetisch aspekt <strong>van</strong> een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
is n<strong>ie</strong>t te onderschatten. Vele<br />
ontwerpers en bewoners hechten een groot belang aan het estetisch aspekt <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters<br />
in het schrijnwerk, de dampkap, ...<br />
4.15 BESLUIT Het is duidelijk dat de hoofdfunkt<strong>ie</strong> <strong>van</strong><br />
een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> erin bestaat een<br />
goede luchtkwaliteit te realiseren. Het is echter e<strong>ve</strong>nzeer noodzakelijk dat aan een gans<br />
gamma <strong>van</strong> eisen voldaan wordt om te komen tot instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>s d<strong>ie</strong> deze luchtkwaliteit tot<br />
<strong>ie</strong>ders voldoening tot stand brengen. Dit vormt een belangrijke uitdaging voor de dagelijkse<br />
praktijk.<br />
36 TV <strong>192</strong> – juni 1994
5 LUCHTDICHTHEID<br />
VAN HET GEBOUW<br />
Een goede kontrole op de luchtdichtheid <strong>van</strong> een gebouw is esse<strong>nti</strong>eel voor een efficiënte<br />
en rationele <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>huishouding. Ongekontroleerde luchtlekken kunnen immers aanleiding<br />
ge<strong>ve</strong>n tot kortsluiting <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>stroming, <strong>ve</strong>rspreiding <strong>van</strong> geuren en <strong>ve</strong>rontreinigingen,<br />
o<strong>ve</strong>rdre<strong>ve</strong>n energ<strong>ie</strong>gebruik, tocht, ...<br />
In het raam <strong>van</strong> deze Technische Voorlichting is het n<strong>ie</strong>t de bedoeling de problemat<strong>ie</strong>k<br />
<strong>van</strong> de luchtdichtheid <strong>van</strong> gebouwen volledig en systematisch te beschrij<strong>ve</strong>n en te bespreken.<br />
Daarvoor wordt <strong>ve</strong>rwezen naar de literatuur en naar de databank <strong>van</strong> het Air Infiltration<br />
and Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ion Centre. Informat<strong>ie</strong> o<strong>ve</strong>r meettechn<strong>ie</strong>ken voor de bepaling <strong>van</strong> de luchtdichtheidskarakterist<strong>ie</strong>ken<br />
is beschikbaar in de AIVC Technical Note 34 [35].<br />
In dit hoofdstuk komen de voornaamste aspekten <strong>van</strong> de luchtdichtheid <strong>van</strong> gebouwen<br />
aan bod. Specif<strong>ie</strong>ke gege<strong>ve</strong>ns o<strong>ve</strong>r de luchtdichtheid <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>kanalen zullen in een<br />
<strong>lat</strong>ere Technische Voorlichting o<strong>ve</strong>r <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> behandeld worden.<br />
5.1 RICHTLIJNEN VAN DE<br />
NORM NBN D 50-001<br />
De Belgische norm NBN D 50-001 stelt<br />
geen eisen aan de luchtdichtheid <strong>van</strong> gebouwen,<br />
maar geeft wel richtlijnen ind<strong>ie</strong>n<br />
een gebalanceerde mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (systeem D) wordt geïnstalleerd :<br />
◆ bij systeem D is een maximaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud <strong>van</strong> 3 volumen per uur wenselijk voor<br />
een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa, wanneer alle toevoer- en afvoeropeningen <strong>van</strong> het<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem gesloten zijn (meting volgens de norm ISO DIS 9972 [26])<br />
◆ bij toepassing <strong>van</strong> een warmterekuperat<strong>ie</strong>systeem op de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht is het <strong>van</strong>uit<br />
energetisch standpunt aangewezen het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud tot 1 volume per uur te beperken<br />
voor een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa.<br />
In afbeelding 17 (p. 38) worden de Belgische aanbe<strong>ve</strong>lingen <strong>ve</strong>rgeleken met de aanbe<strong>ve</strong>lingen<br />
of (meestal) eisen in enkele andere landen.<br />
5.2 LUCHTDICHTHEID<br />
VAN RAMEN<br />
Bij luchtdichtheid <strong>van</strong> gebouwen wordt tot<br />
nu toe meestal gedacht aan de luchtdichtheid<br />
<strong>van</strong> ramen en deuren. Op dit vlak bestaan er<br />
genormaliseerde testmetoden, e<strong>ve</strong>nals maximaal toelaatbare waarden voor het luchtdeb<strong>ie</strong>t<br />
per meter schrijnwerkvoeg. Deze eisen gelden voor openbare werken en voor de sociale<br />
woningbouw.<br />
37 TV <strong>192</strong> – juni 1994
gebalanceerd<br />
CANADA<br />
ZWEDEN<br />
R2000 homes<br />
gebalanceerd<br />
met<br />
warmterekuperat<strong>ie</strong><br />
al dan n<strong>ie</strong>t met<br />
mechanische afvoer<br />
NEDERLAND<br />
NOORWEGEN<br />
mechanische toevoer, natuurlijke toevoer,<br />
mechanische<br />
afvoer<br />
BELGIË<br />
gebalanceerd<br />
zonder<br />
warmterekuperat<strong>ie</strong><br />
al dan n<strong>ie</strong>t met<br />
mechanische afvoer<br />
ZWITSERLAND<br />
natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
0 1 2 3 4 5 6<br />
Luchtvolumen per uur bij 50 Pa<br />
De luchtdichtheid <strong>van</strong> ramen en deuren<br />
d<strong>ie</strong>nt volgens de Belgische norm NBN<br />
B 25-204 (dit is de Europese norm EN<br />
42 [2]) gemeten te worden. De eisen zijn<br />
in de STS 52 [32] vastgelegd en schommelen<br />
tussen 1,3 en 3,8 m 3 /h en per<br />
meter schrijnwerkvoeg voor een druk<strong>ve</strong>rschil<br />
<strong>van</strong> 50 Pa. Men onderscheidt er<br />
dr<strong>ie</strong> luchtdoor<strong>lat</strong>endheidsklassen PA2,<br />
PA2B en PA3, d<strong>ie</strong> een maximaal toelaatbaar<br />
luchtlekdeb<strong>ie</strong>t per meter schrijnwerkvoeg<br />
ge<strong>ve</strong>n naargelang <strong>van</strong> het<br />
druk<strong>ve</strong>rschil (z<strong>ie</strong> afbeelding 18).<br />
Bij het testen <strong>van</strong> ramen met ingebouwde<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters moeten deze<br />
laatste eerst luchtdicht gemaakt worden.<br />
De eisen worden uitgedrukt afhankelijk<br />
<strong>van</strong> de te <strong>ve</strong>rwachten windbelasting<br />
(hoogte <strong>van</strong> het gebouw) (z<strong>ie</strong> tabel 4).<br />
De klasse PA2 gold oorspronkelijk enkel<br />
voor lage gebouwen (< 10 m) met<br />
<strong>ve</strong>rminderde warmte- en akoestische<br />
Afb. 17 Aanbe<strong>ve</strong>lingen gege<strong>ve</strong>n in de Belgische norm<br />
NBN D 50-001 ten opzichte <strong>van</strong> de aanbe<strong>ve</strong>lingen of<br />
eisen in andere landen.<br />
Luchtdoorlaat (m 3 /h.m <strong>van</strong> de opengaande slagen)<br />
30<br />
20<br />
12,48<br />
10<br />
8,77<br />
6,60<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
1<br />
0,5<br />
0,4<br />
0,3<br />
0,2<br />
0,1<br />
100 500 1000 Pascal<br />
Winddruk<br />
Afb. 18 Bepaling <strong>van</strong> de luchtdoor<strong>lat</strong>endheidsklasse<br />
<strong>van</strong> <strong>ve</strong>nsters.<br />
38 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
Tabel 4 Eisen gesteld aan de<br />
luchtdoor<strong>lat</strong>endheid <strong>van</strong> <strong>ve</strong>nsters<br />
volgens STS 52 [32].<br />
Hoogte bo<strong>ve</strong>n<br />
de grond<br />
0 tot 10 m<br />
10 tot 18 m<br />
>18 m<br />
Luchtdoor<strong>lat</strong>endheidsklasse<br />
PA2B (*)<br />
PA2B (*)<br />
PA3<br />
(*) Bij air-conditioning wordt<br />
steeds PA3 geëist.<br />
PA2<br />
PA2B<br />
PA3
iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>. De reglementering op warmte-iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> heeft deze kategor<strong>ie</strong> echter irrele<strong>van</strong>t<br />
gemaakt, tenzij voor garages e.d.<br />
De analyse <strong>van</strong> laboratoriummetingen uitgevoerd door het WTCB heeft aangetoond dat<br />
de meeste geteste ramen aan de strengste eis voldoen. In de praktijk blijkt dat de o<strong>ve</strong>rgrote<br />
meerderheid <strong>van</strong> n<strong>ie</strong>uwe ramen zeer luchtdicht zijn en dat hun aan<strong>deel</strong> in de natuurlijke<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> meestal eerder gering is : gemiddeld onge<strong>ve</strong>er 20 %.<br />
5.3 LUCHTDICHTHEID VAN<br />
HET HELE GEBOUW<br />
De zogenaamde pressurisat<strong>ie</strong>proef maakt<br />
het mogelijk een nauwkeurig idee te bekomen<br />
<strong>van</strong> de luchtdichtheid <strong>van</strong> gebouwen.<br />
Bij dit soort metingen plaatst men in een deur of <strong>ve</strong>nsteropening een of meerdere <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren,<br />
d<strong>ie</strong> de woning in onderdruk of in o<strong>ve</strong>rdruk brengen (afbeelding 19). Zo wordt de<br />
re<strong>lat</strong><strong>ie</strong> tussen het druk<strong>ve</strong>rschil o<strong>ve</strong>r de gebouwschil en het luchtdeb<strong>ie</strong>t bepaald. Door<br />
middel <strong>van</strong> een regress<strong>ie</strong>berekening wordt dan het luchtdeb<strong>ie</strong>t voor een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong><br />
50 Pa bepaald (q 50 ). De <strong>ve</strong>rhouding <strong>van</strong> het luchtdeb<strong>ie</strong>t tot het gebouwvolume geeft het<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud voor een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa : de n 50 -waarde.<br />
Op basis <strong>van</strong> de n 50 -waarde is het mogelijk het seizoengemiddelde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud ‘n sb ’ te<br />
schatten, d<strong>ie</strong> rekening houdt met de luchtinfiltrat<strong>ie</strong> door de lekken in de gebouwschil,<br />
maar n<strong>ie</strong>t beïnvloed wordt door de bewoners, en dit met de volgende formule :<br />
Afb. 19 Pressurisat<strong>ie</strong>proef voor de meting <strong>van</strong> de<br />
luchtdichtheid <strong>van</strong> gebouwen.<br />
n sb = n 50<br />
20<br />
39 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
(2)<br />
Het WTCB heeft tussen 1985 en 1993<br />
een groot aantal pressurisat<strong>ie</strong>metingen<br />
in <strong>woningen</strong>, scholen en kantoren uitgevoerd.<br />
Ze ge<strong>ve</strong>n een vrij goed inzicht in<br />
de luchtdichtheid <strong>van</strong> Belgische gebouwen.<br />
De voornaamste besluiten zijn de<br />
volgende :<br />
◆ de gemiddelde luchtdichtheid <strong>van</strong> het<br />
Belgische woningbestand bedraagt<br />
onge<strong>ve</strong>er n 50 = 10 h -1<br />
◆ de spreiding op deze gemiddelde<br />
waarde is zeer groot : bepaalde zeer<br />
luchtdichte appartementen hebben<br />
een n 50 -waarde <strong>van</strong> minder dan 1 h -1 ,<br />
terwijl andere <strong>woningen</strong> n 50 -waarden<br />
<strong>van</strong> 40 h -1 en meer hebben<br />
◆ het lekdeb<strong>ie</strong>t via ramen en deuren is<br />
meestal vrij klein, d.w.z. gemiddeld<br />
onge<strong>ve</strong>er 20 %, maar in sommige
<strong>woningen</strong> bedraagt het e<strong>ve</strong>nwel slechts enkele procenten<br />
◆ in tegenstelling met de resultaten bekomen op recent gebouwde <strong>woningen</strong> in Nederland<br />
en Frankrijk blijkt dat soortgelijke <strong>woningen</strong> in België meestal nog zeer luchtopen<br />
zijn (gemiddelde n 50 -waarde <strong>van</strong> de orde <strong>van</strong> grootheid <strong>van</strong> 10 h -1 of meer). De<br />
voornaamste oorzaak daar<strong>van</strong> heeft meestal te maken met de afwerking en de typische<br />
Belgische bouwwijze : meestal zoekt een individuele bouwheer een architekt en een<br />
aannemer d<strong>ie</strong> het grootste ge<strong>deel</strong>te <strong>van</strong> de bouw op zich nemen. Een al dan n<strong>ie</strong>t<br />
belangrijk ge<strong>deel</strong>te <strong>van</strong> de afwerking wordt ondersteld door de bouwheer zelf te gebeuren.<br />
In onze buurlanden daarentegen vindt men <strong>ve</strong>el meer projekten waarbij een groot<br />
aantal ide<strong>nti</strong>eke of gelijkaardige <strong>woningen</strong> door een enkele aannemer worden gebouwd<br />
en volledig afgewerkt<br />
◆ hoewel het meren<strong>deel</strong> <strong>van</strong> de Belgische woongelegenheden eerder luchtopen zijn,<br />
vindt men in de meeste <strong>woningen</strong> di<strong>ve</strong>rse ruimten d<strong>ie</strong> zeer luchtdicht zijn, vooral de<br />
slaapkamers maar ook de woonkamer. Daarom zijn bewust aangebrachte <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen<br />
noodzakelijk, ondanks het feit dat de globale luchtdichtheid <strong>van</strong> het gebouw<br />
dikwijls eerder slecht is.<br />
5.4 OVERZICHT<br />
VAN MOGELIJKE<br />
LUCHTLEKKEN<br />
In de vorige paragrafen is reeds gesteld dat ramen<br />
meestal slechts een beperkt aan<strong>deel</strong> in de globale<br />
luchtopenheid hebben. De <strong>ve</strong>rschillende typen lek-<br />
ken in een gebouw worden in de databank <strong>van</strong> de<br />
AIVC systematisch besproken. Afbeelding 20 (p. 41) illustreert de mogelijke luchtlekken<br />
in een woning.<br />
In het raam <strong>van</strong> dit dokument wordt de aandacht op volgende aspekten ge<strong>ve</strong>stigd :<br />
◆ degelijk bepleisterde muren en plafonds zonder voegen zijn in het algemeen goed<br />
luchtdicht (q 50 < 1 m 3 /h.m 2 ) ; n<strong>ie</strong>t-bepleisterde muren <strong>van</strong> zware betonblokken kunnen<br />
e<strong>ve</strong>nwel erg luchtopen zijn (q 50 = ± 10 m 3 /h.m 2 )<br />
◆ hellende daken met een binnenafwerking <strong>van</strong> schrootjes of lamellen en met open<br />
voegen zijn dikwijls weinig luchtdicht ; bij alle daken met een ko<strong>nti</strong>nu luchtscherm is<br />
de luchtdichtheid zeer goed<br />
◆ onder de belangrijke plaatselijke lekken vindt men br<strong>ie</strong><strong>ve</strong>nbusopeningen, garagedeuren,<br />
kelder en zolder, zolderluik, ...<br />
◆ nog n<strong>ie</strong>t volledig afgewerkte <strong>woningen</strong> <strong>ve</strong>rtonen dikwijls zeer belangrijke lekken. Het<br />
gaat bij voorbeeld om een bewoonde zolder waar<strong>van</strong> het dak nog n<strong>ie</strong>t afgewerkt is,<br />
<strong>ve</strong>nsters zonder omkasting, ...<br />
◆ rookkanalen <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen spelen een esse<strong>nti</strong>ële rol in de goede werking<br />
<strong>van</strong> deze toestellen. Ze moeten dus in alle omstandigheden openblij<strong>ve</strong>n. Bij open<br />
haarden daarentegen — d<strong>ie</strong> dikwijls slechts sporadisch gebruikt worden — is een goed<br />
afsluitende schouwklep bij n<strong>ie</strong>t-gebruik wel <strong>ve</strong>rantwoord.<br />
40 TV <strong>192</strong> – juni 1994
5.5 RELATIE TUSSEN DE LUCHT-<br />
DICHTHEID VAN HET GEBOUW<br />
EN HET VENTILATIESYSTEEM<br />
De goede luchtdichtheid <strong>van</strong> het<br />
gebouw is bij alle <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen<br />
belangrijk. Vooral bij gebalanceerde<br />
mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong>-<br />
<strong>lat</strong><strong>ie</strong> (mechanische toevoer en afvoer, systeem D) blijkt een goede kontrole op de luchtdichtheid<br />
<strong>van</strong> het gebouw esse<strong>nti</strong>eel, zeker wanneer een systeem <strong>van</strong> warmterekuperat<strong>ie</strong> wordt<br />
voorz<strong>ie</strong>n. De richtlijnen gege<strong>ve</strong>n in de norm NBN D 50-001 (z<strong>ie</strong> § 5.2, p. 37) kunnen als<br />
eisen worden gehanteerd.<br />
Afb. 20 Veel voorkomende luchtlekken.<br />
ontbreken <strong>van</strong> een<br />
luchtscherm bij een<br />
lamellenplafond<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de<br />
keuken en de badkamer<br />
penetrat<strong>ie</strong> <strong>van</strong><br />
leidingen<br />
voegen tussen<br />
de muur en<br />
het plafond<br />
voegen tussen<br />
de muur en<br />
de vloer<br />
lichtspotjes<br />
spleten<br />
rond<br />
de<br />
deur<br />
spleten rond<br />
het zolderluik<br />
voegen rond<br />
binnenmuren<br />
41 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
voegen rond<br />
het <strong>ve</strong>nster<br />
aansluiting<br />
muur/dak<br />
schouw<br />
voegen rond<br />
rolluikkasten<br />
aansluiting<br />
metselwerk/<br />
schrijnwerk<br />
stopkontakten
6 VENTILATIE EN<br />
GELUIDHINDER<br />
Door het <strong>ve</strong>rbeteren <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> een woning kunnen akoestische problemen<br />
optreden, zowel bij het mechanisch als bij het natuurlijk <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren. Wanneer de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
n<strong>ie</strong>t oor<strong>deel</strong>kundig ontworpen en uitgevoerd is, wordt n<strong>ie</strong>t alleen het woonkomfort<br />
aangetast, maar kan ook lawaai (bij grote instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>s) naar de omgeving o<strong>ve</strong>rgedragen<br />
worden.<br />
Het eerste <strong>deel</strong> <strong>van</strong> dit hoofdstuk vat de voornaamste moeilijkheden samen en stelt voor<br />
een aantal problemen eenvoudige oplossingen voor.<br />
Het akoestische komfort maakt het voorwerp uit <strong>van</strong> de norm NBN S 01-401 [14], d<strong>ie</strong>,<br />
samen met de norm NBN S 01-400 [13], eisen stelt in <strong>ve</strong>rband met de luchtgeluid- en<br />
kontaktgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Regionale (b.v. VLAREM II) en gemeentelijke reglementeringen<br />
omtrent omgevingslawaai en burenlawaai leggen beperkingen op aan de emiss<strong>ie</strong> <strong>van</strong><br />
geluid naar de omgeving. In § 6.2 (p. 44) worden de hoofdlijnen besproken <strong>van</strong> de in deze<br />
normen <strong>ve</strong>rvatte prestat<strong>ie</strong>-eisen geldig voor <strong>woningen</strong>.<br />
In § 6.3 (p. 47) wordt tenslotte een metode uitgewerkt d<strong>ie</strong> toelaat de impakt <strong>van</strong> de<br />
instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem op de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> te begroten.<br />
Dit hoofdstuk o<strong>ve</strong>r akoest<strong>ie</strong>k is noodzakelijkerwijze beperkt. Voor meer informat<strong>ie</strong> betreffende<br />
de gebruikte begrippen en metoden wordt <strong>ve</strong>rwezen naar andere publikat<strong>ie</strong>s o<strong>ve</strong>r<br />
akoest<strong>ie</strong>k.<br />
6.1 AKOESTISCHE PROBLEMEN<br />
VEROORZAAKT DOOR<br />
VENTILATIESYSTEMEN<br />
namelijk :<br />
De instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> voor (mechanische of<br />
natuurlijke) <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> kan problemen<br />
<strong>ve</strong>roorzaken ten aanz<strong>ie</strong>n <strong>van</strong> de in de<br />
normen bepaalde akoestische eisen,<br />
◆ <strong>ve</strong>rzwakking <strong>van</strong> de bestaande luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> binnen het gebouw ten aanz<strong>ie</strong>n <strong>van</strong><br />
binnenlawaai en <strong>van</strong> de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> daken en ge<strong>ve</strong>ls ten aanz<strong>ie</strong>n <strong>van</strong> buitenlawaai,<br />
te wijten aan :<br />
– doorboringen <strong>van</strong> wanden<br />
– de zwakke luchtdichtheid (bij voorbeeld ten gevolge <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters)<br />
– harde kontakten en doorboringen <strong>van</strong> “dubbele wanden”, d.w.z. wanden waarbij de<br />
luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> gebaseerd is op het massa-<strong>ve</strong>er-massa-principe<br />
– een <strong>ve</strong>rhoogde flankerende geluidtransmiss<strong>ie</strong> via de kanalen<br />
42 TV <strong>192</strong> – juni 1994
◆ o<strong>ve</strong>rdracht <strong>van</strong> buitenlawaai naar binnen via het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem<br />
◆ o<strong>ve</strong>rdracht <strong>van</strong> binnenlawaai (machinelawaai) naar de buitenomgeving<br />
◆ <strong>ve</strong>rzwakking <strong>van</strong> de bestaande kontaktgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> binnen het gebouw, door doorboringen<br />
<strong>van</strong> de zwe<strong>ve</strong>nde vloeren (= vloeropbouw gebaseerd op het trillingsdempende<br />
systeem <strong>van</strong> massa-<strong>ve</strong>er-massa-konstrukt<strong>ie</strong>s) zonder oor<strong>deel</strong>kundige voorzorgsmaatregelen<br />
◆ lawaaihinder door de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> zelf, en meer bepaald door :<br />
– turbule<strong>nti</strong>e in de leiding bij te hoge luchtsnelheden<br />
– trillingen <strong>van</strong> de leidingen <strong>ve</strong>roorzaakt door<br />
✲ de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or(en) zelf<br />
✲ kontakt met trillende voorwerpen buiten het eigenlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem (pompen,<br />
...)<br />
✲ resona<strong>nti</strong>es bij de minder stij<strong>ve</strong> rechthoekige sekt<strong>ie</strong>s<br />
✲ de o<strong>ve</strong>rdracht <strong>van</strong> deze trillingen op plaatmaterialen met grote stijfheid (bij<br />
voorbeeld gipskartonp<strong>lat</strong>en, d<strong>ie</strong> afstralers zijn) of aan de struktuur (cfr. de problemen<br />
met sanitaire instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>s)<br />
– het luchtgeluid <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or zelf<br />
– het luchtgeluid <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or, dat zich <strong>ve</strong>rspreidt via de leidingen, d<strong>ie</strong> op zich<br />
een zwakke iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> hebben<br />
– turbule<strong>nti</strong>es ter plaatse <strong>van</strong> kleppen (bij voorbeeld bij brandkleppen)<br />
– turbule<strong>nti</strong>es bij een e<strong>ve</strong>ntueel slecht gekozen geluiddemper<br />
– een te kleine doorvoersekt<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de roosters en/of een te hoge luchtsnelheid door<br />
het rooster.<br />
Een aantal <strong>van</strong> deze problemen <strong>ve</strong>rgen wat meer uitleg en kunnen soms vrij eenvoudig<br />
opgelost worden :<br />
◆ de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de wanden <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>kanalen is vrij gering ; ze transporteren<br />
dus gemakkelijk lawaai <strong>van</strong> het ene <strong>ve</strong>rtrek naar het andere. Ind<strong>ie</strong>n mogelijk is<br />
het interessant de kanalen in gemetselde kokers onder te brengen<br />
◆ trillingen <strong>ve</strong>roorzaakt door de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or worden naar de omgeving o<strong>ve</strong>rgebracht. Ten<br />
einde dit te <strong>ve</strong>rmijden, d<strong>ie</strong>nt de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>orgroep op een trillingsdempend systeem geplaatst<br />
of opgehangen te worden. Daartoe d<strong>ie</strong>nt aan de le<strong>ve</strong>ranc<strong>ie</strong>r <strong>van</strong> het trillingsdempend<br />
systeem de <strong>ve</strong>rschillende werkingssnelheden (in het bijzonder de traagst draa<strong>ie</strong>nde)<br />
en het gewicht <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>orgroep (met inbegrip <strong>van</strong> een e<strong>ve</strong>ntuele omkasting<br />
enz.) te worden gege<strong>ve</strong>n. Er moet rekening gehouden worden met het feit dat een<br />
sokkel e<strong>ve</strong>ntueel noodzakelijk kan zijn<br />
◆ trillingen <strong>ve</strong>roorzaakt door de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or worden ook aan de kanalen doorgege<strong>ve</strong>n. De<br />
aansluiting tussen de groep en de stij<strong>ve</strong> kanalen d<strong>ie</strong>nt te gebeuren met een soepel en<br />
dus n<strong>ie</strong>t trillingsgeleidend tussenstuk. De volledige instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> vóór dit tussenstuk mag<br />
nergens hard kontakt hebben met het gebouw<br />
◆ ind<strong>ie</strong>n de kanalen aan trillingen onderhevig zijn, d<strong>ie</strong>nen ze zo<strong>ve</strong>el mogelijk met het<br />
gebouw <strong>ve</strong>rbonden te worden via trillingsdempende ophangingen of systemen<br />
43 TV <strong>192</strong> – juni 1994
◆ de aanvoer <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rse lucht uit de buitenomgeving geeft ook aanleiding tot lawaai in<br />
het gebouw. Afgez<strong>ie</strong>n <strong>van</strong> de gebrekkige ge<strong>ve</strong>liso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> (NBN S 01-400 [13], z<strong>ie</strong> § 6.2.1)<br />
zijn er ook moeilijkheden in een lawaa<strong>ie</strong>rige omgeving te <strong>ve</strong>rwachten met de in de<br />
norm NBN S 01-401 (z<strong>ie</strong> § 6.2.2) voorgeschre<strong>ve</strong>n maximaal toelaatbare geluidni<strong>ve</strong>aus<br />
in de di<strong>ve</strong>rse <strong>ve</strong>rtrekken. De aanzuiglucht d<strong>ie</strong>nt aan de stilste kant te worden aangevoerd<br />
ofwel d<strong>ie</strong>nt een geluiddemper te worden voorz<strong>ie</strong>n<br />
◆ bij kokers d<strong>ie</strong> muren of vloeren doorboren, is het aan te raden een aansluitende,<br />
elastische koker te gebruiken. Dit <strong>ve</strong>rbetert de luchtdichtheid en beperkt, bij voorbeeld<br />
bij vloerkonstrukt<strong>ie</strong>s, de harde kontakten tussen de dekvloer en de vloerplaat. De<br />
konstrukt<strong>ie</strong> blijft dus akoestisch “zwe<strong>ve</strong>n”, wat ten goede komt aan de kontaktgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
<strong>van</strong> het geheel. Het voorz<strong>ie</strong>n <strong>van</strong> gemetselde kokers voor de doorvoer <strong>van</strong><br />
kanalen vormt een nog betere oplossing<br />
◆ de toevoer- of afvoeropeningen in het dak, de ge<strong>ve</strong>l of muren <strong>van</strong> een gebouw moeten<br />
zodanig geplaatst worden dat ze geen ongunstig akoestisch effekt hebben op zwakkere<br />
delen (<strong>ve</strong>nsters, terrassen, andere toevoer- of afvoeropeningen, lichte dakkonstrukt<strong>ie</strong>s)<br />
<strong>van</strong> het gebouw zelf of <strong>van</strong> naburige gebouwen.<br />
6.2 EISEN VOLGENS DE<br />
BELGISCHE NORM<br />
De <strong>ve</strong>rhoging <strong>van</strong> het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t kan belangrijke<br />
gevolgen hebben voor de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
<strong>van</strong> binnenwanden en ge<strong>ve</strong>ls, wat in<br />
een beperkt akoestisch komfort binnen het gebouw kan resulteren. De problemat<strong>ie</strong>k <strong>van</strong><br />
de akoestische iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> en het akoestische komfort wordt in de normen NBN S 01-400 [13]<br />
en S 01-401 [14] behandeld. Voor de juiste draagwijdte <strong>van</strong> Belgische normen kan naar<br />
§ 3.1 (p. 14) <strong>van</strong> deze Technische Voorlichting <strong>ve</strong>rwezen worden. Van de h<strong>ie</strong>ronder<br />
aangehaalde normen worden h<strong>ie</strong>r enkel de hoofdtema’s geschetst. Bij belangrijke beslissingen<br />
of beoordelingen d<strong>ie</strong>nen de volledige teksten <strong>van</strong> de normen geraadpleegd te worden.<br />
6.2.1 NBN S 01-400 : KRITERIA VAN DE AKOESTISCHE ISOLATIE<br />
Deze norm behandelt zowel luchtgeluid- als kontaktgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>. In het raam <strong>van</strong> deze<br />
Technische Voorlichting zijn volgende aspekten esse<strong>nti</strong>eel :<br />
◆ meetmetode voor de geluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> : steunend op de normen NBN S 01-005 [9], S 01-<br />
006 [10], S 01-007 [11] en S 01-008 [12] worden meetmetoden beschre<strong>ve</strong>n om de<br />
luchtgeluid- en kontaktgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> bouwonderdelen te bepalen. Beide typen <strong>van</strong><br />
iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> worden dan spektraal weergege<strong>ve</strong>n volgens 1/3 oktaafbanden als uiteindelijk<br />
meetresultaat<br />
◆ eengetalswaarde voor de iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> : er wordt een metode gege<strong>ve</strong>n d<strong>ie</strong> het mogelijk<br />
maakt de geluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> (gekenmerkt door een geluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>spektrum) uit te drukken<br />
door een eengetalswaarde (d<strong>ie</strong> spektrale informat<strong>ie</strong> inhoudt) : de kategor<strong>ie</strong>. De kategor<strong>ie</strong><br />
duidt een iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>klasse aan en wordt voorgesteld door de Romeinse cijfers I, II, III en<br />
IV voor n<strong>ie</strong>t-ge<strong>ve</strong>lelementen. Het cijfer “I” stelt h<strong>ie</strong>rbij de beste klasse voor. Binnen<br />
44 TV <strong>192</strong> – juni 1994
de iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>klassen voor binnenwanden wordt een onder<strong>ve</strong>rdeling gemaakt tussen de<br />
<strong>deel</strong>klassen ‘a’ en ‘b’, waarbij ‘a’ de betere waarde weergeeft. Een luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
d<strong>ie</strong> slechts een ‘b’-katalogering behaalt, wordt door <strong>ve</strong>el personen als onvoldoende<br />
ervaren en geeft aanleiding tot klachten. Ze wordt meestal n<strong>ie</strong>t aanvaard bij luxegebouwen.<br />
Bij ge<strong>ve</strong>liso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> bestaat slechts één klasse, klasse ‘V’, d<strong>ie</strong> echter onder<strong>ve</strong>r<strong>deel</strong>d wordt<br />
in v<strong>ie</strong>r <strong>deel</strong>klassen, namelijk ‘a’, ‘b’, ‘c’ en ‘d’. H<strong>ie</strong>r stelt de <strong>deel</strong>klasse ‘a’ opn<strong>ie</strong>uw de<br />
beste waarde voor.<br />
Opmerking : in het buitenland bestaan andere systemen om de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> door<br />
een eengetalswaarde weer te ge<strong>ve</strong>n. Zo defin<strong>ie</strong>ert de internationale norm ISO 717 [27]<br />
een gewogen <strong>ve</strong>rzwakkingsindex (R w , in het laboratorium) en een genormaliseerde<br />
gewogen geluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> (D nw ) voor luchtgeluiden. In § 6.3.1.3 (p. 48) worden de ISOwaarden<br />
opgege<strong>ve</strong>n d<strong>ie</strong> bij benadering o<strong>ve</strong>reenstemmen met de kategor<strong>ie</strong>ën <strong>van</strong> luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
voor ge<strong>ve</strong>lelementen<br />
◆ prestat<strong>ie</strong>-eisen : omgekeerd worden met behulp <strong>van</strong> dit systeem eisen opgelegd aan<br />
zowel de kontaktgeluid- als aan de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> (z<strong>ie</strong> tabel 5) <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rschillende<br />
bouwonderdelen.<br />
De instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem kan de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> ge<strong>ve</strong>lelementen<br />
(b.v. door het aanbrengen <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters) of binnenwanden (b.v. via het leidingnet)<br />
<strong>ve</strong>rminderen, zodat n<strong>ie</strong>t meer voldaan wordt aan de eisen gesteld in deze norm. In<br />
§ 6.3 (p. 47) wordt een metode gege<strong>ve</strong>n d<strong>ie</strong> toelaat deze impakt op de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
bij benadering te begroten.<br />
Tabel 5 Akoestische prestat<strong>ie</strong>-eisen voor de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />
Scheidingsmuren<br />
Ge<strong>ve</strong>ls en<br />
puntge<strong>ve</strong>ls<br />
Binnenwanden<br />
<strong>van</strong> woning A<br />
WOONGEBOUW<br />
Vertrekken <strong>van</strong> woning B<br />
Trappenhuis, liftkoker<br />
Kategor<strong>ie</strong> 2<br />
55 dB(A) < L eq ≤ 65 dB(A)<br />
Kategor<strong>ie</strong> 3<br />
65 dB(A) < L eq ≤ 75 dB(A)<br />
Kategor<strong>ie</strong> 4<br />
L eq > 75 dB(A)<br />
Badkamer/WC<br />
Speelkamer<br />
Keuken<br />
Living, eetkamer<br />
Slaapkamer<br />
bo<strong>ve</strong>nste index : aanbevolen kategor<strong>ie</strong><br />
onderste index : minimale kategor<strong>ie</strong><br />
Slaapkamer<br />
a<br />
IIb a<br />
Ib b<br />
Vc a<br />
Vb a<br />
Va a<br />
IIIb a<br />
IIIb a<br />
IIb a<br />
IIb a<br />
IIIb VERTREKKEN VAN WONING A<br />
Living,<br />
eetkamer<br />
a<br />
IIb a<br />
IIb c<br />
Vd b<br />
Vc a<br />
Vb a<br />
IIb a<br />
IIIb a<br />
IIIb Keuken Speelkamer<br />
a<br />
IIb a<br />
IIIb d<br />
V- c<br />
Vd c<br />
Vd a<br />
IVb a<br />
IVb 45 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
a<br />
IIb a<br />
IIIb d<br />
V- c<br />
Vd c<br />
Vd a<br />
IVb Badkamer<br />
WC<br />
a<br />
IIb a<br />
IIIb d<br />
V- c<br />
Vd c<br />
Vd a<br />
IVb
6.2.2 NBN S 01-401 : GRENSWAARDEN VOOR DE GELUIDNIVEAUS OM<br />
HET GEBREK AAN KOMFORT IN GEBOUWEN TE VERMIJDEN [14]<br />
Terwijl de in de norm NBN S 01-400 <strong>ve</strong>rmelde eisen gericht zijn op de iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>prestat<strong>ie</strong>s<br />
<strong>van</strong> bouwdelen, worden in de norm NBN S 01-401 eisen gesteld aan het resulterende<br />
geluidkomfort in de ruimten. Daarbij worden de lawaaini<strong>ve</strong>aus binnen de <strong>ve</strong>rtrekken (met<br />
gesloten <strong>ve</strong>nsters) begrensd (z<strong>ie</strong> tabel 6) afhankelijk <strong>van</strong> het type <strong>ve</strong>rtrek (slaapkamer,<br />
woon<strong>ve</strong>rtrekken) en het type omgeving (bepaald door een meting) waarin het gebouw<br />
gelegen is.<br />
De begrenzing en de bepaling <strong>van</strong> het type omgeving gebeurt aan de hand <strong>van</strong> de parameter<br />
L Aeq,T . Deze kan o<strong>ve</strong>r een tijdsduur ‘T’ <strong>van</strong> de meting bepaald worden met behulp<br />
<strong>van</strong> de meeste n<strong>ie</strong>uwe sonometers.<br />
GEBIEDSTYPE<br />
1 (<strong>ve</strong>elal rustige landelijke omgeving)<br />
2 (<strong>ve</strong>elal stedelijke rustige reside<strong>nti</strong>ële wijken)<br />
3 (<strong>ve</strong>elal zones met lichte industr<strong>ie</strong>ën of<br />
wijken nabij drukke <strong>ve</strong>rkeerswegen)<br />
4 (<strong>ve</strong>elal stadscentra of zones met zware<br />
industr<strong>ie</strong>ën)<br />
MAXIMALE L AEQ -WAARDEN IN<br />
woon<strong>ve</strong>rtrekken slaapkamers<br />
Om aan de in tabel 6 gestelde komforteisen te voldoen, moeten volgende punten nageleefd<br />
worden :<br />
◆ alle scheidingswanden en ge<strong>ve</strong>ls moeten voldoen aan de eisen <strong>van</strong> de norm NBN S 01-<br />
400 (z<strong>ie</strong> tabel 5, p. 45). Er moeten extra beschermingsmaatregelen genomen worden<br />
in zeer lawaa<strong>ie</strong>rige omgevingen<br />
◆ de lawaaihinder in de kamer, <strong>ve</strong>roorzaakt door technische uitrustingen nabij deze<br />
kamer, moet zo<strong>ve</strong>el mogelijk beperkt worden. De norm NBN S 01-401 begrenst de<br />
o<strong>ve</strong>rschrijdingen, waar<strong>van</strong> ze een specif<strong>ie</strong>ke definit<strong>ie</strong> geeft. De o<strong>ve</strong>rschrijding <strong>van</strong> een<br />
bron wordt bepaald door het <strong>ve</strong>rschil tussen het maximale geluidni<strong>ve</strong>au binnen de<br />
kamer, voortgebracht door de werking <strong>van</strong> de bron, en het geluidni<strong>ve</strong>au binnen de<br />
kamer dat gedurende 90 % <strong>van</strong> de tijd n<strong>ie</strong>t o<strong>ve</strong>rschreden wordt wanneer de bron n<strong>ie</strong>t<br />
werkzaam is.<br />
30<br />
35<br />
40<br />
45<br />
De o<strong>ve</strong>rschrijdingen, d<strong>ie</strong> te wijten zijn aan geluidbronnen d<strong>ie</strong> zich binnen het gebouw<br />
maar buiten het te beschermen <strong>ve</strong>rtrek bevinden, worden als volgt beperkt :<br />
– woon<strong>ve</strong>rtrekken : 6 dB(A)<br />
– slaap<strong>ve</strong>rtrekken : 3 dB(A).<br />
Er wordt echter geen rekening gehouden met de o<strong>ve</strong>rschrijdingen d<strong>ie</strong> het globale<br />
ni<strong>ve</strong>au n<strong>ie</strong>t tot 30 dB(A) of hoger doen stijgen in de woon- en slaap<strong>ve</strong>rtrekken. Ind<strong>ie</strong>n<br />
de o<strong>ve</strong>rschrijding te wijten is aan het installeren <strong>van</strong> een n<strong>ie</strong>uwe geluidbron, moet er<br />
nochtans met deze o<strong>ve</strong>rschrijding rekening gehouden worden <strong>van</strong> zodra deze het<br />
globale ni<strong>ve</strong>au doet stijgen tot 27 dB(A) of meer.<br />
30<br />
30<br />
35<br />
40<br />
46 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
Tabel 6<br />
Maximale<br />
waarden<br />
voor de<br />
ekwivalente<br />
ni<strong>ve</strong>aus L Aeq .
De o<strong>ve</strong>rschrijdingen kunnen beperkt worden door bij voorbeeld een goede luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
te voorz<strong>ie</strong>n tussen de lawaaibron en de kamer zelf of door het geproduceerde<br />
geluidni<strong>ve</strong>au <strong>van</strong> de lawaaibron te beperken. Dit laatste vormt een aparte eis<br />
binnen de norm<br />
◆ het geproduceerde geluidni<strong>ve</strong>au d<strong>ie</strong>nt aan de bron te worden beperkt. Dit gebeurt door<br />
er een bo<strong>ve</strong>ngrens aan op te leggen binnen <strong>ve</strong>rtrekken waar technische lawaaibronnen<br />
opgesteld zijn (zoals luchtkonditioneringsgroepen en <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren).<br />
Deze beperkingen worden uitgedrukt in NR-eenheden, d<strong>ie</strong> net als de dB(A) toe<strong>lat</strong>en<br />
het geluid te schatten zoals het door het menselijk gehoor wordt ervaren. Tussen<br />
dB(A) en NR bestaat er geen eenduidige re<strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Ruwweg kan men stellen dat x NR<br />
onge<strong>ve</strong>er o<strong>ve</strong>reenkomt met x + 5 dB(A).<br />
Deze beperkingen zijn de volgende :<br />
– <strong>ve</strong>rtrekken voor de klimaatregeling met een deb<strong>ie</strong>t ≤ 100 000 m 3 /h : NR 70<br />
– WC : NR 65<br />
– badkamers : NR 35 (voor de luchtextrakt<strong>ie</strong>apparatuur)<br />
– keukens : NR 35 (voor de luchtextrakt<strong>ie</strong>apparatuur, behal<strong>ve</strong> dampkappen).<br />
Het toepassingsgeb<strong>ie</strong>d <strong>van</strong> de norm gaat <strong>ve</strong>rder dan alleen woongebouwen. Ook voor<br />
kantoren, scholen, z<strong>ie</strong>kenhuizen, hotels, rusthuizen, teaters, <strong>ve</strong>rgaderzalen, restaurants<br />
enz. worden eisen voorgeschre<strong>ve</strong>n.<br />
6.3 BENADERENDE BEPALING VAN DE GEWIJZIGDE<br />
LUCHTGELUIDISOLATIE VAN EEN WAND WAARIN<br />
EEN VENTILATIEROOSTER OF EEN OPENING<br />
AANGEBRACHT WORDT<br />
6.3.1 INLEIDING<br />
6.3.1.1 NATUURLIJKE VENTILATIE DOOR ROOSTERS IN DE GEVEL<br />
De natuurlijke-<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>openingen kunnen een belangrijke invloed hebben op het akoestische<br />
komfort in de woning en dus problemen ople<strong>ve</strong>ren in <strong>ve</strong>rband met de bo<strong>ve</strong>n<strong>ve</strong>rmelde<br />
normen. In dit hoofdstuk wordt een metode gege<strong>ve</strong>n om deze invloed te begroten,<br />
zodat e<strong>ve</strong>ntuele maatregelen getroffen kunnen worden.<br />
Om een idee te hebben <strong>van</strong> de impakt op de akoestische iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> wordt de volgende<br />
<strong>ve</strong>reenvoudiging doorgevoerd : als een opening moet voorz<strong>ie</strong>n worden in bij voorbeeld<br />
een ge<strong>ve</strong>lelement, wordt er een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster geplaatst ; ter <strong>ve</strong>reenvoudiging wordt de<br />
totale opening (of de totale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosteroppervlakte) beschouwd en n<strong>ie</strong>t de di<strong>ve</strong>rse<br />
spleetopeningen <strong>van</strong> de rooster zelf.<br />
47 TV <strong>192</strong> – juni 1994
6.3.1.2 DOORSTROOMOPENINGEN BINNEN HET GEBOUW<br />
Ook binnen de woning moeten doorstroomopeningen onder de vorm <strong>van</strong> spleten of<br />
roosters voorz<strong>ie</strong>n worden. Deze bedragen gewoonlijk 70 cm 2 , behal<strong>ve</strong> de spleten naar de<br />
keuken, d<strong>ie</strong> 140 cm 2 moeten bedragen (e<strong>ve</strong>ntueel 2 x 70 cm 2 ). Praktisch blijkt dat ze<br />
dikwijls uitgevoerd worden door de k<strong>ie</strong>ren onder of bo<strong>ve</strong>n deuren te <strong>ve</strong>rgroten. Dit kan<br />
ook konflikten met de norm NBN S 01-400 <strong>ve</strong>roorzaken, d<strong>ie</strong> immers e<strong>ve</strong>neens eisen stelt<br />
in <strong>ve</strong>rband met de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> tussen de di<strong>ve</strong>rse <strong>ve</strong>rtrekken <strong>van</strong> eenzelfde woning.<br />
De situat<strong>ie</strong> is echter minder gevaarlijk dan gevreesd kan worden : tussen de meeste<br />
<strong>ve</strong>rtrekken waarvoor de norm een strenge akoestische iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> eist, bestaat <strong>ve</strong>elal geen<br />
direkte <strong>ve</strong>rbinding via deuren enz. Het lijkt bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n weinig waarschijnlijk dat men<br />
doorstroomopeningen zal voorz<strong>ie</strong>n in wanden tussen twee ruimten zonder deur<strong>ve</strong>rbinding.<br />
De meeste doorstroomopeningen zijn spleetvormig. De <strong>ve</strong>rmindering <strong>van</strong> de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
door spleten heeft een specif<strong>ie</strong>k gedrag dat h<strong>ie</strong>rna begroot wordt.<br />
6.3.1.3 BENADERENDE OMVORMING VAN DE PRESTATIES VOLGENS DE NORM<br />
NBN S 01-400, NAAR PRESTATIES VOLGENS DE NORM ISO 717<br />
Zoals reeds <strong>ve</strong>rmeld, zijn de prestat<strong>ie</strong>-eisen volgens de Belgische norm spektrale eisen,<br />
d<strong>ie</strong> samengevat worden door een eengetalswaarde, de zogenaamde iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>kategor<strong>ie</strong>. De<br />
eis wordt dus n<strong>ie</strong>t gedefin<strong>ie</strong>erd door een globale iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>waarde uitgedrukt in decibel.<br />
De <strong>ve</strong>rmindering <strong>van</strong> de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> een wand door de inbouw <strong>van</strong> een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster<br />
zou dus met de metode <strong>van</strong> § 6.3.2 per 1/3 oktaafband moeten berekend<br />
worden. Daarna laat de evaluat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> het bekomen geluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>spektrum toe uit te<br />
maken of aan de volgens de norm NBN S 01-400 <strong>ve</strong>reiste kategor<strong>ie</strong> wordt voldaan. Dit<br />
wordt een omslachtige berekening, d<strong>ie</strong> echter met de computer op een eenvoudige wijze<br />
kan worden uitgevoerd.<br />
Om de inhoud en de impakt <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>norm duidelijk te houden, wordt h<strong>ie</strong>r omgekeerd<br />
te werk gegaan : <strong>van</strong> de refere<strong>nti</strong>etrapcur<strong>ve</strong>n d<strong>ie</strong> de kategor<strong>ie</strong>ën bepalen, worden de<br />
globale waarden in dB ISO berekend. Met een grensspektrum <strong>van</strong> luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
stemt dan een R w - of D nw -index in dB [27] o<strong>ve</strong>reen. De beoordeling volgens deze<br />
Tabel 7 Luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>kategor<strong>ie</strong>ën<br />
en hun o<strong>ve</strong>reenstemmende<br />
R w - of D nw -<br />
waarden.<br />
GRENS-<br />
SPEKTRUM<br />
5 a<br />
5 b<br />
5 c<br />
5 d<br />
R W - OF D NW -<br />
WAARDE<br />
41 dB<br />
36 dB<br />
31 dB<br />
26 dB<br />
grenswaarden gebeurt dan op een eenvoudige man<strong>ie</strong>r, d<strong>ie</strong><br />
echter n<strong>ie</strong>t voor 100 % waarborgt dat ind<strong>ie</strong>n de R w -waarde<br />
gehaald wordt, de Belgische o<strong>ve</strong>reenstemmende kategor<strong>ie</strong><br />
e<strong>ve</strong>neens gehaald wordt. De metode d<strong>ie</strong>nt eerder als een<br />
vuistformule gebruikt te worden en met de nodige voorzichtigheid<br />
te worden gehanteerd.<br />
De R w - of D nw -waarden d<strong>ie</strong> o<strong>ve</strong>reenstemmen met de v<strong>ie</strong>r<br />
luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>kategor<strong>ie</strong>ën voor ge<strong>ve</strong>ls zijn in tabel 7<br />
o<strong>ve</strong>rgenomen.<br />
48 TV <strong>192</strong> – juni 1994
6.3.2 VUISTFORMULE VOOR DE BEREKENING VAN DE VERMINDERING<br />
VAN DE LUCHTGELUIDISOLATIE BIJ HET INBRENGEN VAN NIET-<br />
SPLEETVORMIGE VENTILATIEROOSTERS IN EEN BOUWELEMENT<br />
VAN DE BUITENWAND<br />
6.3.2.1 BEPALING VAN DE RESULTERENDE LUCHTGELUIDISOLATIE VAN EEN WAND<br />
NADAT ER EEN VENTILATIEROOSTER MET GEKENDE LUCHTGELUIDISOLATIE<br />
WORDT AANGEBRACHT<br />
Beschouwen we een bestaand bouwelement (b.v. een ge<strong>ve</strong>l) waar<strong>van</strong> de luchtgeluid<strong>ve</strong>rzwakking<br />
R wel dB [27] bedraagt en dat een totale oppervlakte heeft <strong>van</strong> S tot m 2 . In deze<br />
ge<strong>ve</strong>l wordt een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster geplaatst waar<strong>van</strong> de luchtgeluid<strong>ve</strong>rzwakking (bepaald<br />
in het laboratorium) R wro dB bedraagt. Om dit <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster te kunnen plaatsen, d<strong>ie</strong>nt<br />
in de ge<strong>ve</strong>l een totale opening met een oppervlakte gelijk aan S ro m 2 te worden gemaakt.<br />
De resulterende luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de wand met een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster kan bepaald<br />
worden met behulp <strong>van</strong> formule 3 :<br />
Rwtot = − 10 log S ⎡ ro<br />
⎢<br />
⎣Stot<br />
− R wro<br />
10 . 10 + (Stot − Sro )<br />
Stot − R wel<br />
10 . 10<br />
49 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
⎤<br />
⎥ dB<br />
⎦<br />
(3)<br />
Deze formule kan op eenvoudige wijze uitgebreid worden tot de berekening <strong>van</strong> de<br />
<strong>ve</strong>rzwakking <strong>van</strong> de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> ten gevolge <strong>van</strong> de aanwezigheid <strong>van</strong> meerdere<br />
luchtroosters in een bouwelement. Algemeen kan men met de formule de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
berekenen <strong>van</strong> een uit meerdere elementen samengestelde wand ind<strong>ie</strong>n de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
<strong>van</strong> de aparte elementen gekend is.<br />
6.3.2.2 BEPALING VAN DE NOODZAKELIJKE LUCHTGELUIDISOLATIE VAN EEN VENTILATIE-<br />
ROOSTER DAT IN EEN BESTAAND BOUWELEMENT (B.V. EEN GEVELWAND)<br />
WORDT AANGEBRACHT, OPDAT DE RESULTERENDE LUCHTGELUIDISOLATIE VAN<br />
HET ELEMENT MET ROOSTER ZOU VOLDOEN AAN EEN AKOESTISCHE EIS<br />
(B.V. UIT DE NORM NBN S 01-400)<br />
De oplossing voor dit probleem kan teruggevonden worden uit de omvorming <strong>van</strong> formule<br />
3. Laten we dezelfde symbol<strong>ie</strong>k als in § 6.3.2.1 gebruiken en de gestelde akoestische<br />
eis voor het geheel <strong>van</strong> de wand met <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster voorstellen door R wtot = x dB<br />
(met x bekend), dan bekomt men :<br />
VOORBEELD<br />
R wro > − 10 log S tot<br />
S ro<br />
x<br />
⎡ − (S 10 tot − Sro )<br />
⎢10<br />
−<br />
⎣<br />
Stot . 10 − R wel<br />
10<br />
⎤<br />
⎥ dB<br />
⎦<br />
(4)<br />
We beschouwen een woonkamer met een vloeroppervlakte <strong>van</strong> 32 m 2 en een buitenge<strong>ve</strong>l<br />
aan de straatkant <strong>van</strong> 16 m 2 . De ge<strong>ve</strong>lopbouw heeft een luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> 43 dB,<br />
zonder <strong>ve</strong>rluchting. De ge<strong>ve</strong>l voldoet daarmee aan de eis opgelegd door de norm NBN S
01-400 voor dit type geb<strong>ie</strong>d, d.i. een iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>kategor<strong>ie</strong> gelijk aan V a . Dit stemt bij benadering<br />
o<strong>ve</strong>reen met een minimale luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> 41 dB (z<strong>ie</strong> tabel 7).<br />
Volgens de norm NBN D 50-001 o<strong>ve</strong>r <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> d<strong>ie</strong>nt in dit geval de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> minimaal<br />
115 m 3 /h te bedragen. Dit komt benaderend o<strong>ve</strong>reen met een klass<strong>ie</strong>ke roosteroppervlakte<br />
<strong>van</strong> 320 cm 2 bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa. Om het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster te plaatsen, d<strong>ie</strong>nt een<br />
opening <strong>van</strong> 1000 cm 2 in de wand gemaakt te worden.<br />
Opdat de resulterende luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de wand met een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster zou<br />
voldoen aan de eis V a (dus bij benadering 41 dB [27]), d<strong>ie</strong>nt het rooster apart een luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
te hebben d<strong>ie</strong> minimaal de volgende waarde moet bedragen :<br />
OPMERKING<br />
Rwro > − 10 log 16<br />
0,1 10<br />
⎡<br />
⎢<br />
⎣<br />
> 23,5 dB<br />
− 41<br />
10 ( 16 − 0,1)<br />
−<br />
16<br />
10<br />
50 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
− 43<br />
10<br />
⎤<br />
⎥<br />
⎦<br />
(5)<br />
Of een ge<strong>ve</strong>l met een luchtrooster wel of n<strong>ie</strong>t beantwoordt aan de in de norm NBN S 01-<br />
400 gestelde eisen hangt onder andere af <strong>van</strong> :<br />
◆ de roosteroppervlakte<br />
◆ de totale ge<strong>ve</strong>loppervlakte<br />
◆ de iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de ge<strong>ve</strong>lwand zonder <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster<br />
◆ de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> het rooster.<br />
Wanneer de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de bestaande wand n<strong>ie</strong>t te dicht bij de gestelde grens<br />
zit en de oppervlakte <strong>van</strong> deze wand groot is ten opzichte <strong>van</strong> de bruto roosteroppervlakte,<br />
zijn de <strong>ve</strong>reiste waarden realiseerbaar en zijn de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>norm en de akoestische normen<br />
n<strong>ie</strong>t in tegenspraak.<br />
6.3.3 VERMINDERING VAN DE LUCHTGELUIDISOLATIE BIJ DOORSTROOM-<br />
OPENINGEN IN EENZELFDE WONING OF APPARTEMENT<br />
6.3.3.1 NIET-SPLEETVORMIGE OPENINGEN<br />
Voor n<strong>ie</strong>t-spleetvormige openingen kan voor de berekening <strong>van</strong> de resulterende luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
gebruik gemaakt worden <strong>van</strong> formule 4. De iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>waarde <strong>van</strong> het open<br />
<strong>deel</strong> wordt eenvoudig aan nul gelijkgesteld (in deze formule voorgesteld door R wro ).<br />
Ind<strong>ie</strong>n het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster toch een zekere luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> heeft of d<strong>ie</strong>nt te hebben,<br />
kan volledig <strong>ve</strong>rwezen worden naar § 6.3.2 (p. 49).<br />
6.3.3.2 SPLEETVORMIGE OPENINGEN<br />
De bemerkingen in § 6.3.3.1 blij<strong>ve</strong>n gelden. Men moet echter wel rekening houden met<br />
een aantal afwijkingen. In § 6.3.3.1 werd <strong>van</strong> de hypotese uitgegaan dat het open <strong>deel</strong><br />
(wanneer geen rooster met dempende eigenschappen gebruikt wordt) helemaal geen iso-
<strong>lat</strong><strong>ie</strong> heeft. In werkelijkheid is dit slechts een benadering. Naarmate de opening kleiner of<br />
smaller (“spleet- of k<strong>ie</strong>rvormig”) wordt, is de h<strong>ie</strong>rbo<strong>ve</strong>n gebruikte hypotese steeds minder<br />
korrekt.<br />
Uit de literatuur blijkt dat :<br />
◆ men bij lage frekwe<strong>nti</strong>es een n<strong>ie</strong>t-<strong>ve</strong>rwaarloosbare luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> heeft<br />
◆ naarmate de frekwe<strong>nti</strong>e stijgt, de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> snel daalt<br />
◆ bij bepaalde frekwe<strong>nti</strong>es de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> zelfs kleiner wordt dan wat teoretisch<br />
kan <strong>ve</strong>rwacht worden door de berekening te maken met de h<strong>ie</strong>rbo<strong>ve</strong>n <strong>ve</strong>rmelde formule<br />
(door de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de opening gelijk aan nul te stellen). Deze<br />
plaatselijke sterke dalingen hebben te maken met resona<strong>nti</strong>es <strong>van</strong> de k<strong>ie</strong>rlucht in de<br />
d<strong>ie</strong>pterichting <strong>van</strong> de k<strong>ie</strong>r.<br />
51 TV <strong>192</strong> – juni 1994
7 DIMENSIONERING<br />
EN BEREKENING<br />
7.1 NATUURLIJKE<br />
VENTILATIESYSTEMEN<br />
Het dimensioneren <strong>van</strong> een natuurlijk <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem<br />
<strong>ve</strong>reist in principe ingewikkelde<br />
berekeningen en informat<strong>ie</strong> o<strong>ve</strong>r tal <strong>van</strong> rand-<br />
voorwaarden. Natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> treedt op als gevolg <strong>van</strong> druk<strong>ve</strong>rschillen o<strong>ve</strong>r openingen<br />
in de gebouwschil en tussen de kamers onderling, en o<strong>ve</strong>r kanalen. Deze druk<strong>ve</strong>rschillen<br />
worden <strong>ve</strong>roorzaakt door de werking <strong>van</strong> de wind en door temperatuur<strong>ve</strong>rschillen.<br />
Basisinformat<strong>ie</strong> voor het berekenen <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten d<strong>ie</strong> kunnen <strong>ve</strong>rwacht worden<br />
door de werking <strong>van</strong> deze <strong>ve</strong>rschijnselen, vindt men in de literatuurlijst [20, 21, 28].<br />
Bij gebruik <strong>van</strong> de Belgische norm NBN D 50-001 zijn dergelijke berekeningen n<strong>ie</strong>t<br />
nodig. Voor de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> zijn immers de druk<strong>ve</strong>rschillen voor het dimensioneren<br />
<strong>van</strong> de toevoer- en afvoervoorz<strong>ie</strong>ningen vastgesteld op 2 Pa. De gege<strong>ve</strong>ns o<strong>ve</strong>r de nominale<br />
deb<strong>ie</strong>ten door deze voorz<strong>ie</strong>ningen bij 2 Pa worden gewoonlijk door de fabrikant<br />
gele<strong>ve</strong>rd. Men gaat er<strong>van</strong> uit dat in normale weersomstandigheden de toevoer- en afvoervoorz<strong>ie</strong>ningen<br />
een voldoende <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>ve</strong>rzekeren ind<strong>ie</strong>n ze volgens de voorschriften<br />
<strong>van</strong> de norm (z<strong>ie</strong> tabel 1, p. 16) gedimensioneerd zijn.<br />
Voor de voorz<strong>ie</strong>ningen voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> zijn de berekeningen herleid tot het<br />
toepassen <strong>van</strong> een eenvoudige regel (z<strong>ie</strong> § 3.4.2, p. 19).<br />
Ook voor de doorstroomopeningen is er in de meeste gevallen geen moeilijkheid bij het<br />
dimensioneren. Bij alle systemen (A, B, C en D) d<strong>ie</strong>nen de <strong>ve</strong>reiste deb<strong>ie</strong>ten door de<br />
doorstroomopeningen bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa gele<strong>ve</strong>rd te worden of kan men de<br />
<strong>ve</strong>reenvoudigde vuistregel voor spleten onder of rond een deur toepassen (z<strong>ie</strong> tabel 3,<br />
p.19).<br />
Ind<strong>ie</strong>n een krachtige dampkap in de keuken aanwezig is, moet opgepast worden voor<br />
grote onderdrukken. In dat geval kan het noodzakelijk zijn grotere doorstroomopeningen<br />
te voorz<strong>ie</strong>n (behandeld in een <strong>lat</strong>er uit te ge<strong>ve</strong>n Nota).<br />
7.2 MECHANISCHE<br />
VENTILATIESYSTEMEN<br />
De berekening <strong>van</strong> mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen<br />
is duidelijk <strong>ve</strong>rschillend. De<br />
Belgische norm NBN D 50-001 <strong>ve</strong>rmeldt en-<br />
kel de deb<strong>ie</strong>ten d<strong>ie</strong> de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> moet kunnen le<strong>ve</strong>ren. De dimensionering <strong>van</strong> de kanalen,<br />
de keuze <strong>van</strong> de toevoer- en afvoervoorz<strong>ie</strong>ningen e<strong>ve</strong>nals <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or(en) vallen<br />
onder de bevoegdheid <strong>van</strong> de instal<strong>lat</strong>eur of de ontwerper.<br />
52 TV <strong>192</strong> – juni 1994
In deze Technische Voorlichting wordt geen specif<strong>ie</strong>ke informat<strong>ie</strong> gege<strong>ve</strong>n o<strong>ve</strong>r de te<br />
gebruiken dimensioneringsmetoden. Wel kan h<strong>ie</strong>r <strong>ve</strong>rwezen worden naar de Technische<br />
Voorlichtingen nr. 106 [38] en 119 [39], alsook naar de dokumenten <strong>van</strong> de toenmalige<br />
Reg<strong>ie</strong> der Gebouwen ‘Normalisat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> luchtkanalen’ [31]. In Deel II er<strong>van</strong> worden<br />
gedetailleerde metoden beschre<strong>ve</strong>n voor de berekening <strong>van</strong> druk<strong>ve</strong>rl<strong>ie</strong>zen en voor het<br />
ontwerp en de dimensionering <strong>van</strong> luchtkanalen.<br />
Toch is het nuttig de aandacht te trekken op de volgende punten :<br />
◆ de deb<strong>ie</strong>ten d<strong>ie</strong> mechanisch toegevoerd worden naar de bewoonde kamers (systemen<br />
B en D) en de deb<strong>ie</strong>ten d<strong>ie</strong> mechanisch afgevoerd worden uit de vochtige ruimten<br />
(systemen C en D) moeten ten minste gelijk zijn aan de nominale deb<strong>ie</strong>ten d<strong>ie</strong> gevraagd<br />
worden voor deze kamers. Toch moet er natuurlijk o<strong>ve</strong>r gewaakt worden dat de<br />
som <strong>van</strong> alle afgevoerde deb<strong>ie</strong>ten ten minste gelijk is aan de som <strong>van</strong> alle nominale<br />
deb<strong>ie</strong>ten <strong>van</strong> de bewoonde kamers<br />
◆ de mechanisch toegevoerde en afgevoerde deb<strong>ie</strong>ten moeten gerealiseerd worden met<br />
alle binnendeuren normaal dicht en met alle doorstroomopeningen normaal open (d.w.z.<br />
n<strong>ie</strong>t kunstmatig afgedicht)<br />
◆ bij systemen B en C moeten de geëiste toegevoerde (B) en afgevoerde (C) deb<strong>ie</strong>ten<br />
bekomen worden wanneer de natuurlijke afvoeropeningen (systeem B) en de natuurlijke<br />
toevoeropeningen (systeem C) zich in hun normale “open” stand bevinden<br />
◆ de h<strong>ie</strong>rvoor opgelegde deb<strong>ie</strong>tseisen voor de mechanische systemen B, C en D moeten<br />
kunnen bekomen worden ten minste voor windsnelheden <strong>van</strong> minder dan 4 m/s en<br />
voor temperatuur<strong>ve</strong>rschillen (binnen-buiten) kleiner dan 25 K.<br />
53 TV <strong>192</strong> – juni 1994
8 ONDERHOUD<br />
EN REGELING<br />
De appreciat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem door de bewoners hangt af <strong>van</strong> de goede werking<br />
<strong>van</strong> de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> en <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rschillende voorz<strong>ie</strong>ningen. De voorschriften <strong>van</strong> de norm<br />
NBN D 50-001 garanderen enkel de mogelijkheid om te <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren in normale omstandigheden.<br />
Het gebruik <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen valt onder de <strong>ve</strong>rantwoordelijkheid<br />
<strong>van</strong> de bewoner. Ofwel wordt de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> eens en voor goed geregeld door de<br />
instal<strong>lat</strong>eur (gebalanceerde mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>), ofwel moet de bewoner zelf de mogelijkheid<br />
hebben om de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> naar behoefte te regelen.<br />
Ind<strong>ie</strong>n de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen n<strong>ie</strong>t naar behoren onderhouden worden, zullen er klachten<br />
optreden bij de gebruikers en zal de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> zelf in vraag gesteld worden. Vervuiling,<br />
kondensat<strong>ie</strong>, lawaaihinder, te lage deb<strong>ie</strong>ten, tochtproblemen, ... kunnen te wijten zijn<br />
aan een slechte afstelling of aan een onvoldoende onderhoud.<br />
Een goede handleiding voor het gebruik en het onderhoud <strong>van</strong> het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem is<br />
e<strong>ve</strong>n belangrijk als voor andere huishoudtoestellen.<br />
8.1 ONDERHOUD Zowel voor individuele <strong>woningen</strong> als voor kollekt<strong>ie</strong><strong>ve</strong><br />
gebouwen is het <strong>van</strong> groot belang voldoende ruimte<br />
voor de plaatsing of de inbouw <strong>van</strong> de technische instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> en eenvoudige onderhoudsmogelijkheden<br />
te voorz<strong>ie</strong>n.<br />
H<strong>ie</strong>rna wordt een korte beschrijving gege<strong>ve</strong>n <strong>van</strong> de onderhoudsaspekten en wordt te<strong>ve</strong>ns<br />
nagegaan hoe het ontwerp <strong>van</strong> de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> het onderhoud kan <strong>ve</strong>rgemakkelijken.<br />
In principe komen volgende instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>onderdelen in aanmerking voor onderhoud :<br />
◆ de luchttoevoerelementen<br />
◆ de afzuigmonden<br />
◆ de wasemkap<br />
◆ de afzuig<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren of dak<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren<br />
◆ de luchtgroepen<br />
◆ de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> voor warmterekuperat<strong>ie</strong><br />
◆ de luchtkanalen.<br />
54 TV <strong>192</strong> – juni 1994
8.1.1 LUCHTTOEVOERELEMENTEN<br />
8.1.1.1 ROOSTERS VOOR NATUURLIJKE OF VRIJE TOEVOER<br />
In de meeste <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters is een gaas aangebracht om insekten tegen te houden.<br />
Wanneer het gaas vuil wordt door stof en insekten, moet het gereinigd kunnen worden.<br />
Het wordt aangeraden roosters te gebruiken d<strong>ie</strong> een eenvoudige reiniging <strong>van</strong> het gaas<br />
mogelijk maken, zoals roosters met een afneembaar binnenge<strong>deel</strong>te.<br />
8.1.1.2 TOEVOERMONDEN VOOR MECHANISCHE VENTILATIE<br />
De materiaalkeuze en een goed ontwerp <strong>van</strong> de mond moeten een gemakkelijke reiniging<br />
mogelijk maken.<br />
8.1.2 AFZUIGMONDEN<br />
De eisen voor toevoeropeningen gelden ook voor afvoermonden. De noodzaak tot onderhoud<br />
is meestal <strong>ve</strong>el groter bij de laatste. Ind<strong>ie</strong>n de <strong>ve</strong>rvuiling te aanz<strong>ie</strong>nlijk wordt, moet<br />
een eenvoudig montagesysteem een snelle <strong>ve</strong>r<strong>van</strong>ging mogelijk maken.<br />
Een minstens jaarlijkse reiniging is aan te raden.<br />
8.1.3 WASEMKAP<br />
Om het <strong>ve</strong>tfilter gemakkelijk te kunnen reinigen, is het belangrijk dat het in metaal<br />
uitgevoerd wordt. Zijn afmetingen moeten het mogelijk maken dat het eenvoudig in een<br />
vaatwasmachine geplaatst kan worden (dit wordt nader behandeld in het <strong>lat</strong>er uitgege<strong>ve</strong>n<br />
tweede <strong>deel</strong> o<strong>ve</strong>r technolog<strong>ie</strong>, e<strong>ve</strong>nals in de Technische Voorlichting nr. 187 [37]).<br />
8.1.4 DAKVENTILATOREN<br />
Het onderhoud <strong>van</strong> dak<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren wordt best door vakmensen uitgevoerd en bestaat<br />
erin :<br />
◆ de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>orschoepen schoon te maken<br />
◆ ind<strong>ie</strong>n nodig de schoepen uit te balanceren<br />
◆ de lagers <strong>van</strong> de motoren te kontroleren en, ind<strong>ie</strong>n nodig, te <strong>ve</strong>rn<strong>ie</strong>uwen<br />
◆ de instelling en de goede werking <strong>van</strong> de motorbe<strong>ve</strong>iligingsschakelaars na te gaan<br />
◆ de elektrische aansluitingen en de kontakten te kontroleren<br />
◆ de motorsteunen, montagep<strong>lat</strong>en, kooikonstrukt<strong>ie</strong>s, ophangkonstrukt<strong>ie</strong>s, poten, bouten,<br />
moeren, afstandspennen, ... na te gaan<br />
◆ de polyesteronderdelen te kontroleren.<br />
Om het onderhoud mogelijk te maken, moeten de motor en de elektrische onderdelen<br />
gemakkelijk toegankelijk zijn via een wegneembare motorkap of toegangsluik. Het e<strong>ve</strong>ntueel<br />
<strong>ve</strong>r<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> de onderdelen moet op een eenvoudige man<strong>ie</strong>r kunnen gebeuren.<br />
55 TV <strong>192</strong> – juni 1994
Een werkschakelaar in de onmiddellijke omgeving <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or zorgt ervoor dat de<br />
<strong>ve</strong>iligheid <strong>van</strong> de onderhouds<strong>ve</strong>rantwoordelijken gewaarborgd is door een totale onderbreking<br />
<strong>van</strong> de voeding.<br />
8.1.5 LUCHTGROEPEN<br />
De bij dak<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren <strong>ve</strong>rmelde opmerkingen gelden in principe ook voor luchtgroepen.<br />
Nochtans, door de mogelijke aanwezigheid <strong>van</strong> meerdere luchtbehandelingskomponenten<br />
in de luchtgroep zijn de onderhoudswerkzaamheden <strong>ve</strong>el uitgebreider :<br />
◆ kontrole<br />
– <strong>van</strong> de technische kwaliteit <strong>van</strong> de elektrische onderdelen<br />
✲ motoren (i.v.m. stroomopname)<br />
✲ termische be<strong>ve</strong>iligingen (+ afstelling)<br />
✲ vorstbe<strong>ve</strong>iligingstermostaat (+ afstelling)<br />
✲ servomotoren (+ afstelling)<br />
– op de <strong>ve</strong>rvuiling en <strong>van</strong> de toestand <strong>van</strong> de mechanische onderdelen :<br />
✲ vuilafzetting op de eenheden<br />
✲ de batterijen en aansluitingen<br />
✲ de slijtage en de spanning <strong>van</strong> V-r<strong>ie</strong>men<br />
✲ de kleppen en de o<strong>ve</strong>rbrenging<br />
✲ de trillingsdempers<br />
✲ de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or- en motorlagers<br />
✲ de bevochtiger<br />
✲ de dichtingen <strong>van</strong> de inspekt<strong>ie</strong>luiken<br />
✲ de filterbe<strong>ve</strong>stiging<br />
✲ het warmterekuperat<strong>ie</strong>systeem<br />
◆ werkzaamheden<br />
– het <strong>ve</strong>r<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> de filters<br />
– het schoonmaken <strong>van</strong> de eenheden en de komponenten zoals batterijen, kleppen,<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or, luchtbevochtiger en warmterekuperat<strong>ie</strong>systeem<br />
– ind<strong>ie</strong>n nodig het herstellen <strong>van</strong> de kleppen<br />
– het naspannen <strong>van</strong> de V-r<strong>ie</strong>men.<br />
Een gedetailleerde bespreking <strong>van</strong> het onderhoud <strong>van</strong> alle mogelijke komponenten is in<br />
deze Technische Voorlichting o<strong>ve</strong>r <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in de woningbouw n<strong>ie</strong>t mogelijk en e<strong>ve</strong>nmin<br />
noodzakelijk. Toch d<strong>ie</strong>nt <strong>ve</strong>rmeld te worden dat de kontrole <strong>van</strong> de filters heel<br />
belangrijk is. Uit internationaal onderzoek [19, 41] is gebleken dat het n<strong>ie</strong>t-onderhouden<br />
<strong>van</strong> de luchtfilters een <strong>van</strong> de belangrijkste oorzaken is <strong>van</strong> het zogenaamde Sick Building<br />
Syndrome (SBS).<br />
Een nazicht, met e<strong>ve</strong>ntuele <strong>ve</strong>r<strong>van</strong>ging, wordt aangeraden minimaal om de twee maanden<br />
voor gro<strong>ve</strong> filters en tweemaal per jaar voor zakkenfilters met lange standtijd.<br />
Het is belangrijk dat de filters gemakkelijk toegankelijk zijn (via een inspekt<strong>ie</strong>deur of<br />
-paneel) en dat de graad <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rvuiling aangeduid wordt via een <strong>ve</strong>rklikkerlampje op het<br />
bed<strong>ie</strong>ningsbord.<br />
56 TV <strong>192</strong> – juni 1994
8.1.6 WARMTEREKUPERATIETOESTELLEN<br />
Het onderhoud d<strong>ie</strong>nt te gebeuren volgens de voorschriften <strong>van</strong> de fabrikant. Volgende<br />
richtlijnen kunnen nuttig zijn :<br />
◆ vlakfilters moeten om de zes maanden schoongemaakt of <strong>ve</strong>r<strong>van</strong>gen worden ; een<br />
gemakkelijke toegang tot de filters is een noodzaak<br />
◆ de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren moeten om de twee jaar schoongemaakt worden ; de reiniging is<br />
doeltreffender als de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren of de schoepen gemakkelijk demonteerbaar zijn<br />
◆ de p<strong>lat</strong>enwarmtewisselaar moet om de twee jaar nagez<strong>ie</strong>n en om de vijf jaar schoongemaakt<br />
worden. Het reinigen kan gebeuren terwijl de wisselaar nog in het toestel zit,<br />
maar een demonteerbare wisselaar is interessanter.<br />
8.1.7 LUCHTKANALEN<br />
Luchtkanalen kunnen aan <strong>ve</strong>rvuiling onderhevig zijn, afhankelijk <strong>van</strong> het leidingnetontwerp,<br />
de materiaalkeuze, de <strong>ve</strong>rbindingen, de staat <strong>van</strong> de e<strong>ve</strong>ntuele luchtfilters, de<br />
plaats in het leidingnet, ...<br />
Zo ge<strong>ve</strong>n bochten, <strong>ve</strong>rbindingen met inwendige plooiranden, geribbelde flexibele leidingen,<br />
... meer aanleiding tot stofophoping dan gladde rechte leidingen. Bij een goed doordacht<br />
ontwerp zullen de leidingen nauwelijks onderhoud nodig hebben.<br />
Ind<strong>ie</strong>n er kondensat<strong>ie</strong>gevaar bestaat (z<strong>ie</strong> § 4.7, p. 30), moeten de leidingen ook gekontroleerd<br />
worden op e<strong>ve</strong>ntuele korros<strong>ie</strong>.<br />
8.2 REGELING<br />
8.2.1 MECHANISCHE VENTILATIE<br />
Een instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> voor gebalanceerde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (systeem D, mechanische toevoer en afvoer)<br />
moet vóór de ingebruikstelling uitgebalanceerd worden. Belangrijk is ook dat de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
volledig gereinigd wordt en dat alle hindernissen, afval en bouwstof <strong>ve</strong>rwijderd<br />
worden.<br />
Er bestaan <strong>ve</strong>rschillende metoden om een mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> uit te balanceren,<br />
naargelang men al dan n<strong>ie</strong>t beschikt o<strong>ve</strong>r de berekende onderdrukken in de afzuigmonden.<br />
Ze zijn in de Technische Voorlichting nr. 106 beschre<strong>ve</strong>n [38].<br />
Eens de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> geregeld, heeft de gebruiker geen vat meer op haar werking, tenzij<br />
door het uitschakelen <strong>van</strong> de stroomvoorz<strong>ie</strong>ning of via een e<strong>ve</strong>ntuele dag-nacht-regeling.<br />
8.2.2 NATUURLIJKE VENTILATIE<br />
Bij natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> kan de gebruiker de voorz<strong>ie</strong>ningen voor natuurlijke of vrije<br />
toevoer en afvoer regelen : regelbare toevoerroosters, klapraampjes, afvoerroosters, ...<br />
57 TV <strong>192</strong> – juni 1994
kunnen op de gewenste stand gezet worden naargelang <strong>van</strong> de behoefte aan <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en<br />
de weersomstandigheden.<br />
Het gebruik <strong>van</strong> zelfregelende voorz<strong>ie</strong>ningen kan in <strong>ve</strong>le gevallen een interessante oplossing<br />
b<strong>ie</strong>den. Zo zijn er kleppen en roosters voorhanden d<strong>ie</strong> de doorstroomopening of het deb<strong>ie</strong>t<br />
aanpassen naargelang <strong>van</strong> de winddruk, de luchtvochtigheid, de temperatuur, de aanwezigheid<br />
<strong>van</strong> personen, de koncentrat<strong>ie</strong> aan CO 2 of andere gassen, het druk<strong>ve</strong>rschil o<strong>ve</strong>r de<br />
voorz<strong>ie</strong>ning, de tijd, ... Voor meer informat<strong>ie</strong> o<strong>ve</strong>r vraaggestuurde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> wordt <strong>ve</strong>rwezen<br />
naar de <strong>ve</strong>rslagen <strong>van</strong> Annex 18 <strong>van</strong> het Internationaal Energ<strong>ie</strong>-Agentschap [1, 29, 30, 34].<br />
58 TV <strong>192</strong> – juni 1994
9 VOORBEELDEN<br />
Bedoeling <strong>van</strong> dit hoofdstuk is de konkrete toepassing <strong>van</strong> de norm te illustreren aan de<br />
hand <strong>van</strong> twee voorbeelden :<br />
◆ een sociale woning in halfopen bebouwing<br />
◆ een typisch appartementsgebouw.<br />
In beide gevallen wordt de kontrolelijst <strong>van</strong> Bijlage 1 (p. 88) toegepast.<br />
9.1 SOCIALE WONING, HALFOPEN BEBOUWING<br />
9.1.1 DE WONING<br />
Afbeelding 21 (p. 60) toont de grondplannen <strong>van</strong> het gelijkvloers en de eerste <strong>ve</strong>rd<strong>ie</strong>ping,<br />
e<strong>ve</strong>nals een <strong>ve</strong>rtikale doorsnede <strong>van</strong> de woning. De speciale ruimten en kamers worden<br />
gekleurd weergege<strong>ve</strong>n. Er wordt aangenomen dat de zolder n<strong>ie</strong>t bewoond is en dat de<br />
<strong>ve</strong>rwarmingsketel zich op de zolder bevindt.<br />
Volgende ruimten worden als speciaal aanz<strong>ie</strong>n :<br />
◆ de garage (z<strong>ie</strong> § 3.5.4, p. 22)<br />
◆ de zolder (z<strong>ie</strong> § 3.5.6, p. 23), d<strong>ie</strong> ook d<strong>ie</strong>nst doet als stookruimte (z<strong>ie</strong> § 3.5.5, p. 22)<br />
◆ de bergruimte (z<strong>ie</strong> § 3.5.9, p. 24).<br />
De o<strong>ve</strong>rige ruimten moeten aan de voor gewone kamers en ruimten gestelde eisen voldoen,<br />
d.w.z. aan de voorz<strong>ie</strong>ningen voor basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en aanvullende intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
(spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>).<br />
9.1.2 VOORZIENINGEN IN GEWONE RUIMTEN<br />
9.1.2.1 BASISVENTILATIE<br />
O<strong>ve</strong>reenkomstig de eisen in de norm NBN D 50-001 d<strong>ie</strong>nen de deb<strong>ie</strong>ten <strong>van</strong> tabel 8<br />
(p. 61) te worden bekomen.<br />
59 TV <strong>192</strong> – juni 1994
2<br />
<br />
<br />
1<br />
3<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
4 5<br />
<br />
<br />
speciale ruimten<br />
gewone ruimten<br />
A<br />
B<br />
6<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
60 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
9<br />
7<br />
<br />
<br />
<br />
11 <br />
<br />
8<br />
10 <br />
<br />
A. PLAN VAN HET GELIJKVLOERS VAN DE SOCIALE WONING B. PLAN VAN DE EERSTE VERDIEPING VAN DE SOCIALE WONING<br />
Afb. 21 Voorstelling <strong>van</strong> de woning.<br />
1. Garage (2,70 m x 7,60 m)<br />
2. Keuken (2,90 m x 3,20 m)<br />
3. Berging (2,90 m x 0,90 m)<br />
4. WC (0,80 m x 1,50 m)<br />
5. Inkomhal (2,90 m x 3,30 m)<br />
6. Woonkamer (3,35 m x 7,60 m)<br />
7. Slaapkamer 1 (3,35 m x 4,20 m)<br />
8. Slaapkamer 2 (3,35 m x 3,30 m)<br />
9. Slaapkamer 3 (2,90 m x 3,20 m)<br />
10. Badkamer (2,90 m x 2,30 m)<br />
11. Nachthal (2,90 m x 1,90 m)<br />
12. P<strong>lat</strong> dak<br />
13. Zolder<br />
5<br />
13<br />
10 11 9<br />
3<br />
C. VERTIKALE DOORSNEDE (AB) VAN DE SOCIALE WONING<br />
Voor de v<strong>ie</strong>r <strong>ve</strong>reenvoudigde systemen, d<strong>ie</strong> volgens de norm in aanmerking komen voor<br />
de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (systemen A, B, C en D), is het noodzakelijk doorstroomopeningen te<br />
voorz<strong>ie</strong>n ter plaatse <strong>van</strong> binnendeuren of -muren. In ons voorbeeld moeten ze aan volgende<br />
eisen voldoen :<br />
◆ in de deur tussen de keuken en de woonkamer voorz<strong>ie</strong>t men :<br />
– ofwel een opening d<strong>ie</strong> een stroming <strong>van</strong> minstens 14 dm 3 /s (50 m 3 /h) mogelijk<br />
maakt bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa<br />
– ofwel een spleet onder de deur met een netto doorsnede <strong>van</strong> 140 cm 2<br />
◆ in de o<strong>ve</strong>rige binnendeuren voorz<strong>ie</strong>t men :<br />
– ofwel een opening d<strong>ie</strong> een stroming <strong>van</strong> minstens 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) mogelijk maakt<br />
bij 2 Pa<br />
– ofwel een spleet onder de deur met een netto doorsnede <strong>van</strong> 70 cm 2 .<br />
12<br />
A<br />
B<br />
2
Tabel 8 Deb<strong>ie</strong>ten volgens de norm NBN D 50-001.<br />
Woonkamer<br />
Slaapkamer 1<br />
Slaapkamer 2<br />
Slaapkamer 3<br />
Keuken<br />
WC<br />
RUIMTE<br />
Badkamer<br />
Inkomhal<br />
Nachthal<br />
VLOER-<br />
OPPER-<br />
VLAKTE<br />
(m 2 )<br />
25,5<br />
14,0<br />
11,1<br />
9,3<br />
9,3<br />
1,2<br />
6,7<br />
8,4<br />
5,5<br />
NOMINAAL<br />
VENTILATIEDEBIET<br />
(dm 3 /s) (m 3 /h)<br />
25,5<br />
14<br />
11,1<br />
9,3<br />
14<br />
7<br />
14<br />
8,4<br />
5,5<br />
92<br />
50<br />
40<br />
33<br />
50<br />
25<br />
50<br />
30<br />
20<br />
DEBIETEN OP BASIS VAN DE<br />
4 VEREENVOUDIGDE SYSTEMEN<br />
(dm 3 /s) (m 3 /h) (dm 3 /s) (m 3 /h)<br />
25,5<br />
14<br />
11,1<br />
9,3<br />
-<br />
-<br />
-<br />
TOEVOER AFVOER<br />
92<br />
50<br />
40<br />
33<br />
-<br />
-<br />
-<br />
61 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
14<br />
7<br />
14<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
50<br />
25<br />
50<br />
Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> via de doorstroomopeningen<br />
Afbeeldingen 22 tot 25 (p. 62-65) tonen een mogelijke oplossing voor de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
voor elk <strong>van</strong> de v<strong>ie</strong>r <strong>ve</strong>reenvoudigde systemen (A, B, C en D). Afbeelding 26 (p. 66) geeft<br />
een alternat<strong>ie</strong><strong>ve</strong> oplossing voor systeem D, met gebruik <strong>van</strong> een warmtewisselaar, en<br />
afbeelding 27 (p. 67) stelt een mogelijke oplossing in het geval <strong>van</strong> lucht<strong>ve</strong>rwarming voor.<br />
9.1.2.2 INTENSIEVE VENTILATIE<br />
Ongeacht het voor de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> gebruikte systeem, moeten voorz<strong>ie</strong>ningen voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong><br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> aangebracht worden in de woon<strong>ve</strong>rtrekken (woonkamer, slaapkamers<br />
en studeer- of hobbykamers) en de keuken. De eisen zijn in tabel 9 samengevat en in<br />
afbeelding 28 (p. 68) geïllustreerd.<br />
Tabel 9 Opengaande delen <strong>van</strong> ramen en deuren voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>, hun opening en vrije<br />
oppervlakte.<br />
RUIMTE VLOER-<br />
OPPER-<br />
VLAKTE<br />
(m 2 )<br />
Woonkamer<br />
Slaapkamer 1<br />
Slaapkamer 2<br />
Slaapkamer 3<br />
Keuken<br />
WC<br />
Badkamer<br />
Inkomhal<br />
Nachthal<br />
25,5<br />
14,0<br />
11,1<br />
9,3<br />
9,3<br />
AANTAL GEVELS<br />
MET OPEN-<br />
GAANDE DELEN<br />
1<br />
2<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
MINIMALE<br />
OPENING<br />
(% vloeroppervlakte)<br />
6,4<br />
3,2<br />
6,4<br />
6,4<br />
6,4<br />
6,4<br />
GEEN EISEN<br />
GEEN EISEN<br />
GEEN EISEN<br />
GEEN EISEN<br />
MINIMALE VRIJE<br />
OPPERVL. VAN DE<br />
OPENGAANDE<br />
DELEN (m 2 )<br />
1,63<br />
0,82 ( 1 )<br />
0,90<br />
0,72<br />
0,60<br />
0,60<br />
( 1 ) Minstens 40 % <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>reiste sekt<strong>ie</strong> in <strong>ie</strong>dere ge<strong>ve</strong>l, b.v. 0,33 m 2 in de ene ge<strong>ve</strong>l, 0,49 m 2<br />
in de andere ge<strong>ve</strong>l.
speciale ruimten<br />
gewone ruimten<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
2 <br />
RAO<br />
(50) <br />
<br />
1<br />
3 <br />
<br />
<br />
RAO <br />
<br />
(25) DO<br />
4 (79)<br />
<br />
5 <br />
<br />
A A<br />
RTO (x)<br />
RTO (33) RTO (50)<br />
DO<br />
(140)<br />
6<br />
DO (70)<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
12<br />
62 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
9 DO<br />
(70)<br />
7<br />
<br />
<br />
DO (70)<br />
11 <br />
DO DO (70)<br />
(70) <br />
RTO<br />
(50)<br />
8<br />
<br />
10<br />
<br />
RTO (40) <br />
RTO (92 - x)<br />
B B<br />
A. PLAN VAN HET GELIJKVLOERS VAN DE SOCIALE WONING B. PLAN VAN DE EERSTE VERDIEPING VAN DE SOCIALE WONING<br />
RTO (40)<br />
slaapkamer 2<br />
RTO (92 - x)<br />
woonkamer<br />
RAO (50)<br />
badkamer<br />
RAO<br />
(25) WC<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
C. VERTIKALE DOORSNEDE (AB) VAN DE SOCIALE WONING<br />
CV<br />
RTO (33)<br />
slaapkamer 3<br />
RTO (50)<br />
slaapkamer 1<br />
RTO (x)<br />
woonkamer<br />
SYMBOOL BETEKENIS<br />
DO<br />
(cm 2 )<br />
RTO<br />
(m3 /h)<br />
RAO<br />
(m3 /h)<br />
SYSTEEM A<br />
doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />
regelbare toevoeropening<br />
(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
regelbare afvoeropening (nominaal<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
Afb. 22 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem A.<br />
1. Garage<br />
2. Keuken<br />
3. Berging<br />
4. WC<br />
5. Inkomhal<br />
6. Woonkamer<br />
kanaal voor natuurlijke afvoer (plan)<br />
kanaal voor natuurlijke afvoer<br />
(doorsnede)<br />
7. Slaapkamer 1<br />
8. Slaapkamer 2<br />
9. Slaapkamer 3<br />
10. Badkamer<br />
11. Nachthal<br />
12. P<strong>lat</strong> dak
speciale ruimten<br />
gewone ruimten<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
1<br />
<br />
<br />
<br />
RAO <br />
<br />
(25) DO<br />
4 (70)<br />
<br />
5 <br />
<br />
DO<br />
2<br />
(140)<br />
RAO<br />
(50) <br />
3 6<br />
MTO<br />
(92)<br />
RAO (50)<br />
badkamer<br />
RAO<br />
(25)<br />
WC<br />
A<br />
CV<br />
MTO<br />
(40) MTO<br />
(50)<br />
slaapk. slaapk.<br />
2 1<br />
MTO<br />
(92)<br />
living<br />
DO (70)<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
12<br />
SYMBOOL BETEKENIS<br />
DO (cm 2 )<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
MTO (33)<br />
slaapk. 3<br />
C. VERTIKALE DOORSNEDE (AB) VAN DE SOCIALE WONING<br />
(m3 MTO mechanische toevoeropening<br />
/h) (nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
(m3 RAO<br />
/h)<br />
doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />
<br />
MTO <br />
(33) <br />
9 DO <br />
(70)<br />
7<br />
<br />
MTO<br />
(50)<br />
DO<br />
11<br />
(70) <br />
DO DO (70)<br />
<br />
(70) <br />
MTO<br />
RAO<br />
(40)<br />
<br />
(50) 8<br />
10<br />
<br />
<br />
B B<br />
A. PLAN VAN HET GELIJKVLOERS VAN DE SOCIALE WONING B. PLAN VAN DE EERSTE VERDIEPING VAN DE SOCIALE WONING<br />
V<br />
V<br />
SYSTEEM B<br />
aanvoer<br />
buitenlucht<br />
regelbare afvoeropening (nominaal<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
kanaal voor natuurlijke afvoer<br />
(doorsnede)<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or<br />
kanaal voor mechanische toevoer<br />
(doorsnede)<br />
63 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
A<br />
Afb. 23 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem B.<br />
1. Garage<br />
2. Keuken<br />
3. Berging<br />
4. WC<br />
5. Inkomhal<br />
6. Woonkamer<br />
7. Slaapkamer 1<br />
8. Slaapkamer 2<br />
9. Slaapkamer 3<br />
10. Badkamer<br />
11. Nachthal<br />
12. P<strong>lat</strong> dak
speciale ruimten<br />
gewone ruimten<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
1<br />
<br />
<br />
<br />
MAO <br />
<br />
(25) DO<br />
4 (70)<br />
<br />
5 <br />
<br />
DO<br />
2<br />
(140)<br />
MAO<br />
(50) <br />
3<br />
6<br />
RAO (50)<br />
badkamer<br />
MAO<br />
(25)<br />
WC<br />
A<br />
DO (70)<br />
B<br />
RTO (92 - x)<br />
B<br />
RTO (40)<br />
A. PLAN VAN HET GELIJKVLOERS VAN DE SOCIALE WONING B. PLAN VAN DE EERSTE VERDIEPING VAN DE SOCIALE WONING<br />
RTO (40)<br />
slaapkamer 2<br />
RTO (92 - x)<br />
woonkamer<br />
afvoer<br />
binnenlucht<br />
V<br />
CV<br />
RTO (x)<br />
MAO (50)<br />
keuken<br />
C. VERTIKALE DOORSNEDE (AB) VAN DE SOCIALE WONING<br />
12<br />
SYMBOOL BETEKENIS<br />
DO (cm 2 )<br />
RTO<br />
(m3 /h)<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
(m3 MAO<br />
/h)<br />
V<br />
SYSTEEM C<br />
RTO (33) slaapk. 3<br />
RTO (50) slaapk. 1<br />
RTO (x)<br />
woonkamer<br />
doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />
regelbare toevoeropening<br />
(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
mechanische afvoeropening (nominaal<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
kanaal voor mechanische afvoer<br />
(doorsnede)<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or<br />
64 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
A<br />
<br />
RTO (33) RTO<br />
<br />
(50)<br />
9 <br />
DO <br />
(70)<br />
7<br />
<br />
<br />
DO<br />
11 (70)<br />
DO<br />
DO <br />
(70) <br />
(70)<br />
<br />
MAO<br />
(50)<br />
8<br />
10<br />
<br />
Afb. 24 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem C.<br />
1. Garage<br />
2. Keuken<br />
3. Berging<br />
4. WC<br />
5. Inkomhal<br />
6. Woonkamer<br />
7. Slaapkamer 1<br />
8. Slaapkamer 2<br />
9. Slaapkamer 3<br />
10. Badkamer<br />
11. Nachthal<br />
12. P<strong>lat</strong> dak
speciale ruimten<br />
gewone ruimten<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
1<br />
<br />
<br />
<br />
MAO <br />
<br />
(25) DO<br />
4 (70)<br />
<br />
5 <br />
<br />
DO<br />
2<br />
(140)<br />
MAO<br />
<br />
(50)<br />
3<br />
6<br />
MTO<br />
(92)<br />
MAO<br />
(25)<br />
WC<br />
A<br />
DO (70)<br />
B<br />
A. PLAN VAN HET GELIJKVLOERS VAN DE SOCIALE WONING<br />
afvoer<br />
binnenlucht<br />
V<br />
MAO (50)<br />
badkamer<br />
CV<br />
MTO<br />
(40) MTO<br />
(50)<br />
slaapk. slaapk.<br />
2 1<br />
MTO<br />
(92)<br />
living<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
MTO (33)<br />
slaapk. 3<br />
MAO (50)<br />
keuken<br />
aanvoer<br />
buitenlucht<br />
C. VERTIKALE DOORSNEDE (AB) VAN DE SOCIALE WONING<br />
12<br />
SYMBOOL BETEKENIS<br />
DO (cm 2 ) doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />
(m3 MTO<br />
/h)<br />
SYSTEEM D<br />
65 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
A<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
MTO (33) <br />
9 DO<br />
(70) 7 <br />
MTO<br />
<br />
(50)<br />
DO<br />
11<br />
(70) <br />
DO DO MTO<br />
(70) (70) (40) <br />
MAO<br />
(50)<br />
8 <br />
10<br />
<br />
<br />
B<br />
B. PLAN VAN DE EERSTE VERDIEPING VAN DE SOCIALE WONING<br />
mechanische toevoeropening<br />
(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
(m3 MAO mechanische afvoeropening (nomi-<br />
/h) naal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
V<br />
V<br />
kanaal voor mechanische toevoer<br />
kanaal voor mechanische afvoer<br />
(doorsnede)<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or<br />
Afb. 25 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem D.<br />
1. Garage<br />
2. Keuken<br />
3. Berging<br />
4. WC<br />
5. Inkomhal<br />
6. Woonkamer<br />
7. Slaapkamer 1<br />
8. Slaapkamer 2<br />
9. Slaapkamer 3<br />
10. Badkamer<br />
11. Nachthal<br />
12. P<strong>lat</strong> dak
speciale ruimten<br />
gewone ruimten<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
2 <br />
MAO<br />
<br />
<br />
(50)<br />
1<br />
3<br />
<br />
<br />
MAO <br />
<br />
(25) DO<br />
4 (70)<br />
<br />
5 <br />
<br />
MAO<br />
(25)<br />
WC<br />
A<br />
DO<br />
(140)<br />
6<br />
DO (70)<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
(92) <br />
<br />
<br />
<br />
B<br />
A. PLAN VAN HET GELIJKVLOERS VAN DE SOCIALE WONING<br />
aanvoer<br />
buitenlucht<br />
afvoer<br />
binnenlucht<br />
W<br />
MAO (50)<br />
badkamer<br />
MTO<br />
(40)<br />
slaapk.<br />
2<br />
MTO<br />
(92)<br />
living<br />
CV<br />
MTO<br />
(50)<br />
slaapk.<br />
1<br />
MTO<br />
MTO (33)<br />
slaapk. 3<br />
MAO (50)<br />
keuken<br />
C. VERTIKALE DOORSNEDE (AB) VAN DE SOCIALE WONING<br />
12<br />
SYMBOOL BETEKENIS<br />
DO (cm 2 ) doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />
(m3 MTO<br />
/h)<br />
SYSTEEM D<br />
66 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
A<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
MTO (33) <br />
<br />
9 DO<br />
(70) <br />
7 <br />
MTO<br />
<br />
<br />
(50)<br />
DO<br />
11<br />
(70) <br />
DO DO MTO<br />
(70) (70) (40) <br />
MAO<br />
(50)<br />
8 <br />
10<br />
<br />
<br />
B<br />
B. PLAN VAN DE EERSTE VERDIEPING VAN DE SOCIALE WONING<br />
mechanische toevoeropening<br />
(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
(m3 MAO mechanische afvoeropening (nomi-<br />
/h) naal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
W<br />
kanaal voor mechanische toevoer<br />
kanaal voor mechanische afvoer<br />
warmtewisselaar<br />
Afb. 26 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem D,<br />
alternat<strong>ie</strong><strong>ve</strong> oplossing met warmtewisselaar.<br />
1. Garage 7. Slaapkamer 1<br />
2. Keuken 8. Slaapkamer 2<br />
3. Berging 9. Slaapkamer 3<br />
4. WC<br />
10. Badkamer<br />
5. Inkomhal 11. Nachthal<br />
6. Woonkamer 12. P<strong>lat</strong> dak
speciale ruimten<br />
gewone ruimten<br />
A<br />
<br />
MAO<br />
(50)<br />
<br />
DO<br />
2<br />
(70)<br />
<br />
<br />
LV<br />
LV +<br />
MTO REC. (92)<br />
<br />
<br />
<br />
1<br />
3<br />
<br />
<br />
MAO <br />
(REC)<br />
(93)<br />
MAO<br />
<br />
<br />
(25)<br />
DO<br />
DO<br />
(70)<br />
<br />
4 (70) <br />
5<br />
<br />
<br />
SYSTEEM D<br />
6 12 11<br />
67 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
A<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
MTO (50)<br />
9 DO<br />
+ LV<br />
(70)<br />
MTO <br />
(33) <br />
7<br />
+ LV<br />
<br />
DO<br />
(70)<br />
DO<br />
(70)<br />
MTO (40)<br />
<br />
10<br />
+ LV<br />
8<br />
MAO <br />
(50)<br />
<br />
<br />
B B<br />
A. PLAN VAN HET GELIJKVLOERS VAN DE SOCIALE WONING B. PLAN VAN DE EERSTE VERDIEPING VAN DE SOCIALE WONING<br />
toevoer<br />
<strong>ve</strong>rse lucht<br />
afvoer<br />
binnenlucht<br />
W<br />
CV<br />
<br />
MAO (40) MTO (50)<br />
(50)<br />
(33)<br />
<br />
+ LV<br />
<br />
(25) (92)<br />
<br />
MAO <br />
LV MAO<br />
(REC)<br />
(50)<br />
(92)<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
C. VERTIKALE DOORSNEDE (AB) VAN DE SOCIALE WONING<br />
SYMBOOL BETEKENIS<br />
DO (cm 2 ) doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />
DO<br />
(70)<br />
Afb. 27 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem D, met warmte-<br />
terugwinning en gekombineerd met lucht<strong>ve</strong>rwarming.<br />
1. Garage<br />
2. Keuken<br />
3. Berging<br />
4. WC<br />
5. Inkomhal<br />
(m3 MTO mechanische toevoeropening<br />
/h) (nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
6. Woonkamer<br />
(m3 MAO mechanische afvoeropening (nomi-<br />
/h) naal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
kanaal voor mechanische toevoer<br />
kanaal voor mechanische afvoer<br />
kanaal voor warme lucht<br />
W warmtewisselaar<br />
7. Slaapkamer 1<br />
8. Slaapkamer 2<br />
9. Slaapkamer 3<br />
10. Badkamer<br />
11. Nachthal<br />
12. P<strong>lat</strong> dak<br />
LV = lucht<strong>ve</strong>rwarming<br />
REC = recyclage (lucht d<strong>ie</strong> uit de inkomhal<br />
wordt teruggewonnen en naar de<br />
woonkamer (e<strong>ve</strong>ntueel na <strong>ve</strong>rwarming)<br />
wordt toegevoerd)
min. 0,60 m<br />
<br />
<br />
<br />
2<br />
<br />
<br />
3<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
4<br />
<br />
5 <br />
<br />
2<br />
1 6<br />
speciale ruimten<br />
gewone ruimten<br />
min. 1,63 m 2<br />
of min. 0,33<br />
tot 0,49 m2 min. 0,49 ..... 0,33 m 2<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
A. PLAN VAN HET GELIJKVLOERS VAN DE SOCIALE WONING<br />
12<br />
68 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
min. 0,90 m 2<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
9<br />
7<br />
<br />
<br />
<br />
11<br />
<br />
<br />
8<br />
10 <br />
<br />
min. 0,72 m 2<br />
B. PLAN VAN DE EERSTE VERDIEPING VAN DE SOCIALE WONING<br />
Afb. 28 Voorz<strong>ie</strong>ningen voor spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (minimale sekt<strong>ie</strong>s <strong>van</strong> opengaande delen <strong>van</strong> ramen).<br />
1. Garage<br />
2. Keuken<br />
3. Berging<br />
4. WC<br />
5. Inkomhal<br />
6. Woonkamer<br />
Met uitzondering <strong>van</strong> de woonkamer d<strong>ie</strong>nt de oppervlakte <strong>van</strong> de opengaande delen <strong>van</strong><br />
ramen en deuren gelijk te zijn aan 6,4 % <strong>van</strong> de vloeroppervlakte. Voor de woonkamer<br />
wordt dit 3,2 %, op voorwaarde dat er ten minste 40 % <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>openingen in een<br />
<strong>van</strong> beide ge<strong>ve</strong>ls voorkomt. Ind<strong>ie</strong>n h<strong>ie</strong>raan n<strong>ie</strong>t voldaan wordt (b.v. enkel opengaande<br />
ramen of deuren in de achterge<strong>ve</strong>l), is de benodigde sekt<strong>ie</strong> gelijk aan 6,4 %.<br />
Voor de badkamer, WC, inkomhal en nachthal eist de norm geen specif<strong>ie</strong>ke aanvullende<br />
voorz<strong>ie</strong>ningen voor spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>, wat n<strong>ie</strong>t wegneemt dat ook in deze ruimten opengaande<br />
ramen en deuren bijdragen tot het snel afvoeren <strong>van</strong> geuren of warmteo<strong>ve</strong>rlast.<br />
9.1.3 VOORZIENINGEN IN SPECIALE RUIMTEN<br />
9.1.3.1 DE BERGRUIMTE<br />
7. Slaapkamer 1<br />
8. Slaapkamer 2<br />
9. Slaapkamer 3<br />
min. 0,60 m 2<br />
10. Badkamer<br />
11. Nachthal<br />
12. P<strong>lat</strong> dak<br />
De norm geeft bijkomende eisen of richtlijnen voor de bergruimte (NBN D 50-001,<br />
§ 4.3.2.4). De vloeroppervlakte bedraagt meer dan 1,5 m 2 en het volume meer dan 3 m 3 .<br />
De norm be<strong>ve</strong>elt twee doorstroomopeningen aan, de ene op een maximale hoogte <strong>van</strong><br />
20 cm, en de andere n<strong>ie</strong>t lager dan 1,80 m. De minimale sekt<strong>ie</strong> <strong>van</strong> beide openingen<br />
bedraagt 0,015 m 2 (150 cm 2 ). Ind<strong>ie</strong>n de ruimte <strong>ve</strong>rbonden is met een afvoerkanaal naar<br />
buiten (natuurlijk of mechanisch), volstaat de onderste doorstroomopening.<br />
Afbeelding 29 (p. 69) geeft dr<strong>ie</strong> mogelijke oplossingen voor het <strong>ve</strong>rluchten <strong>van</strong> de bergruimte<br />
; bij de laatste wordt buitenlucht rechtstreeks toegevoerd in de bergruimte.
1 1<br />
2 3 4 2<br />
3 4<br />
DO<br />
AO<br />
(150)<br />
(150)<br />
5 6 5<br />
6<br />
DO<br />
(150) max.<br />
0,2 m<br />
min. 1,80 m<br />
A. OPLOSSING MET 2 DOORSTROOMOPENINGEN B. OPLOSSING MET AANSLUITING OP EEN LUCHTAFVOERKANAAL<br />
2 3 4<br />
1<br />
max.<br />
0,2 m<br />
min. 1,80 m<br />
5<br />
AO<br />
(150)<br />
6<br />
DO<br />
(150)<br />
C. ALTERNATIEVE OPLOSSING MET RECHTSTREEKSE AANVOER<br />
VAN BUITENLUCHT<br />
9.1.3.2 DE GARAGE<br />
aanvoer<br />
buitenlucht<br />
69 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
max.<br />
0,2 m<br />
min. 1,80 m<br />
SYMBOOL BETEKENIS<br />
DO<br />
(cm 2 )<br />
(cm2 AO<br />
)<br />
Afb. 29 Voorz<strong>ie</strong>ningen voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in<br />
de bergruimte.<br />
1. Zolder<br />
2. Badkamer<br />
3. Nachthal<br />
doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />
afvoeropening (sekt<strong>ie</strong>)<br />
luchtafvoerkanaal<br />
kanaal voor luchttoevoer<br />
4. Slaapkamer 3<br />
5. Inkomhal<br />
6. Keuken<br />
Volgens de norm NBN D 50-001 d<strong>ie</strong>nt er in de garage een natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ning<br />
te zijn. De bo<strong>ve</strong>nzijde <strong>van</strong> d<strong>ie</strong> opening moet zich op een maximale hoogte <strong>van</strong> 40 cm<br />
bevinden.<br />
De oppervlakte <strong>van</strong> de garage bedraagt 20,5 m 2 . Volgens de norm moet de totale sekt<strong>ie</strong><br />
<strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rluchtingsmonden in dit geval gelijk zijn aan 0,2 % <strong>van</strong> de vloeroppervlakte, dit<br />
is 410 cm 2 .<br />
Aangez<strong>ie</strong>n de garage meer dan één <strong>ve</strong>rtikale wand in kontakt met de buitenlucht heeft,<br />
moeten de <strong>ve</strong>rluchtingsopeningen o<strong>ve</strong>r de twee tegeno<strong>ve</strong>r elkaar gelegen wanden <strong>ve</strong>r
<strong>deel</strong>d worden. Toegepast wordt dit bij voorbeeld een opening <strong>van</strong> 200 cm 2 in de voorge<strong>ve</strong>l<br />
en een opening <strong>van</strong> 210 cm 2 in de achterge<strong>ve</strong>l.<br />
Daar het om een individuele woning gaat, wordt voor de binnendeur tussen de garage en<br />
de keuken enkel geëist dat deze voldoende luchtdicht is.<br />
Alhoewel de norm uitdrukkelijk spreekt <strong>van</strong> natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> voor de garage, is<br />
uiteraard ook een mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> toege<strong>lat</strong>en.<br />
9.1.3.3 DE ZOLDER<br />
De zolder kan zowel natuurlijk als mechanisch <strong>ve</strong>rlucht worden (NBN D 50-001, § 5.7).<br />
Natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> kan gebeuren via raampjes, roosters of kanalen :<br />
◆ zolderraampjes : in geopende stand moeten ze ten minste gelijk zijn aan 140 cm 2<br />
◆ roosters : de som <strong>van</strong> de deb<strong>ie</strong>ten doorheen alle roosters moet gelijk zijn aan 14 dm 3 /s<br />
(50 m 3 /h) bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa<br />
◆ kanalen : hun totale vrije sekt<strong>ie</strong> moet minstens gelijk zijn aan 0,014 m 2 (140 cm 2 ).<br />
Bij mechanische afzuiging :<br />
◆ d<strong>ie</strong>nen de toevoeropeningen in buitenwanden of deze d<strong>ie</strong> via kanalen met de buitenomgeving<br />
<strong>ve</strong>rbonden zijn, te beantwoorden aan volgende eisen :<br />
– roosters moeten een deb<strong>ie</strong>t hebben <strong>van</strong> 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong><br />
2 Pa o<strong>ve</strong>r het rooster<br />
– kanalen moeten een vrije doorsnede <strong>van</strong> ten minste 0,007 m 2 (70 cm 2 ) hebben<br />
◆ d<strong>ie</strong>nt het afzuigdeb<strong>ie</strong>t minstens 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) te bedragen.<br />
Bij mechanische toevoer en afvoer moet het deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> zowel de toevoer als de afvoer<br />
minimum 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) bedragen.<br />
OPMERKING<br />
Hoewel n<strong>ie</strong>t uitdrukkelijk <strong>ve</strong>rmeld in de norm, is het duidelijk dat specif<strong>ie</strong>ke toevoer- en<br />
afvoervoorz<strong>ie</strong>ningen n<strong>ie</strong>t nodig zijn ind<strong>ie</strong>n de dakstruktuur n<strong>ie</strong>t luchtdicht is afgewerkt<br />
(b.v. pannen d<strong>ie</strong> zichtbaar zijn <strong>van</strong>uit de zolderruimte, enkel <strong>ve</strong>zelcementp<strong>lat</strong>en als onderdak<br />
met open voegen tussen de p<strong>lat</strong>en).<br />
Aangez<strong>ie</strong>n de zolder h<strong>ie</strong>r ook d<strong>ie</strong>nst doet als stookplaats (b.v. brander op aardgas, type<br />
gesloten <strong>ve</strong>rbrandingstoestel), moet voor deze ruimte bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n voldaan worden aan de<br />
eisen <strong>van</strong> de norm NBN D 50-001, § 5.6 :<br />
◆ de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en de minimale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>doorsneden moeten aan de eisen <strong>van</strong> de norm<br />
NBN D 51-003 [6] voldoen<br />
◆ de toevoer- en afvoeropeningen mogen n<strong>ie</strong>t afsluitbaar zijn.<br />
70 TV <strong>192</strong> – juni 1994
9.1.4 VENTILATIE MET EEN DAMPKAP<br />
Het gebruik <strong>van</strong> een dampkap in de keuken is natuurlijk toege<strong>lat</strong>en. Ind<strong>ie</strong>n een dampkap<br />
met een zeer groot afvoerdeb<strong>ie</strong>t geïnstalleerd wordt, is het belangrijk de afmeting <strong>van</strong> de<br />
doorstroomopening(en) naar de keuken te <strong>ve</strong>rgroten. Meer uitleg o<strong>ve</strong>r de dimensionering<br />
<strong>van</strong> dampkapinstal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>s is terug te vinden in de Technische Voorlichting nr. 187 [37].<br />
9.1.5 LUCHTDICHTHEID VAN DE WONING<br />
Een goede luchtdichtheid <strong>van</strong> de woning is in het algemeen een pluspunt. In het geval <strong>van</strong><br />
systeem D mag het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud bij 50 Pa hoogstens 3 h -1 bedragen en bij toepassing<br />
<strong>van</strong> een statisch warmterekuperat<strong>ie</strong>systeem wordt een waarde <strong>van</strong> maximum 1 h -1 aanbevolen.<br />
Een kontrole <strong>van</strong> de luchtdichtheid door een pressurisat<strong>ie</strong>proef (met e<strong>ve</strong>ntuele<br />
<strong>ve</strong>rbetering) is aan te raden.<br />
9.1.6 OPEN VERBRANDINGSTOESTELLEN<br />
Ind<strong>ie</strong>n in de woning open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen voorkomen (bij voorbeeld centrale <strong>ve</strong>rwarming,<br />
gastoestel voor sanitair warm water, ...) moet specif<strong>ie</strong>ke aandacht geschonken<br />
worden aan de voorz<strong>ie</strong>ningen voor luchttoevoer.<br />
Bij gastoestellen komen de volgende mogelijkheden in aanmerking :<br />
◆ het gebruik <strong>van</strong> een toestel met gesloten <strong>ve</strong>rbranding : bij dit type toestellen is de ganse<br />
cyclus (luchttoevoer, de eigenlijke <strong>ve</strong>rbranding en de afvoer <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rbrandingsgassen)<br />
n<strong>ie</strong>t in kontakt met de kamer waarin het toestel zich bevindt. Er is dus n<strong>ie</strong>t de<br />
minste wisselwerking tussen de binnenlucht en de <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten. Deze metode<br />
waarborgt de afwezigheid <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten in de leefruimten<br />
◆ de plaatsing <strong>van</strong> het toestel buiten de bewoningszone, d.w.z. in de garage, op de n<strong>ie</strong>tbewoonde<br />
zolder, ... In al deze gevallen moeten de eisen betreffende de luchttoevoer<br />
nageleefd worden.<br />
In aanwezigheid <strong>van</strong> een mechanisch afzuigsysteem met een groot deb<strong>ie</strong>t (bij voorbeeld<br />
een dampkap) en <strong>van</strong> een open <strong>ve</strong>rbrandingstoestel kunnen volgende oplossingen o<strong>ve</strong>rwogen<br />
worden :<br />
◆ het installeren <strong>van</strong> een gastoestel uitgerust met een <strong>ve</strong>iligheidssysteem dat terugstroming<br />
<strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten <strong>ve</strong>rhindert (deze toestellen worden gekenmerkt<br />
door de index “BS”, bij voorbeeld een toestel <strong>van</strong> het type B 11BS , volgens de<br />
norm NBN D 51-003 [6])<br />
◆ het installeren <strong>van</strong> een regelingssysteem dat de gelijktijdige werking <strong>van</strong> beide toestellen<br />
<strong>ve</strong>rhindert. Deze mogelijkheid is enkel toepasbaar bij toestellen d<strong>ie</strong> o<strong>ve</strong>r een elektrische<br />
kring beschikken voor de regeling <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rbranding (bij voorbeeld een<br />
termostaat). In de praktijk is het echter n<strong>ie</strong>t evident om de werking <strong>van</strong> een open<br />
<strong>ve</strong>rbrandingstoestel, bij voorbeeld in de badkamer, afhankelijk te maken <strong>van</strong> de werking<br />
<strong>van</strong> de dampkap in de keuken.<br />
71 TV <strong>192</strong> – juni 1994
9.1.7 AKOESTISCHE ASPEKTEN<br />
Bij toepassing <strong>van</strong> regelbare openingen voor natuurlijke of vrije toevoer en ind<strong>ie</strong>n de<br />
woning zich in een zone met <strong>ve</strong>el <strong>ve</strong>rkeerslawaai bevindt, kunnen akoestisch dempende<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen geplaatst worden. Het is echter te <strong>ve</strong>rk<strong>ie</strong>zen alle regelbare toevoeropeningen<br />
in de woonkamer in de achterge<strong>ve</strong>l aan te brengen.<br />
Bij mechanische luchtafvoer (systemen C en D) en zeker bij mechanische luchttoevoer<br />
(systemen B en D) is het belangrijk aandacht te schenken aan het ni<strong>ve</strong>au <strong>van</strong> het geluid<br />
afkomstig <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> zelf.<br />
9.2 APPARTEMENTSGEBOUW<br />
9.2.1 HET GEBOUW<br />
Het tweede voorbeeld is een appartementsgebouw met 4 bouwlagen. Het grondplan <strong>van</strong><br />
het appartement en twee <strong>ve</strong>rtikale doorsneden <strong>van</strong> het gebouw worden in afbeelding 30<br />
geïllustreerd. De speciale kamers en ruimten enerzijds <strong>van</strong> het appartement en anderzijds<br />
<strong>van</strong> het appartementsgebouw worden in het grijs weergege<strong>ve</strong>n.<br />
speciale ruimten<br />
gewone ruimten<br />
6<br />
7<br />
1 2 3<br />
8<br />
A<br />
B B<br />
∂<br />
A<br />
9<br />
A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />
Afb. 30 Voorstelling <strong>van</strong> het appartementsgebouw.<br />
1. Slaapkamer 2 (3,70 m x 2,80 m)<br />
7. Slaapkamer 1 (3,90 m x 2,80 m)<br />
2. Keuken (3,05 m x 2,80 m)<br />
8. Nachthal (1,10 m x 1,75 m)<br />
3. Berging (1,25 m x 2,80 m)<br />
9. Woonkamer (4,70 m x 6,50 m)<br />
4. WC (0,90 m x 1,65 m)<br />
10. Balkon<br />
5. Inkomhal (1,65 m x 1,80 m)<br />
11. Trapzaal en gemeenschappelijke inkomhal<br />
6. Badkamer (1,75 m x 2,15 m)<br />
5<br />
4<br />
10<br />
11<br />
72 TV <strong>192</strong> – juni 1994
7<br />
7<br />
7<br />
7<br />
2<br />
2<br />
2<br />
2<br />
6<br />
6<br />
6<br />
6<br />
9<br />
9<br />
9<br />
9<br />
B. LANGSDOORSNEDE (BB) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />
C. DWARSDOORSNEDE (AA) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />
73 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
7<br />
7<br />
7<br />
7<br />
11<br />
11<br />
11<br />
11
9.2.2 VOORZIENINGEN IN GEWONE RUIMTEN<br />
9.2.2.1 BASISVENTILATIE<br />
O<strong>ve</strong>reenkomstig de eisen in de norm NBN D 50-001 d<strong>ie</strong>nen de deb<strong>ie</strong>ten <strong>van</strong> tabel 10 te<br />
worden bekomen.<br />
Tabel 10 Deb<strong>ie</strong>ten in appartementen volgens de norm NBN D 50-001.<br />
Woonkamer<br />
Slaapkamer 1<br />
Slaapkamer 2<br />
Keuken<br />
WC<br />
RUIMTE<br />
Badkamer<br />
Inkomhal<br />
Nachthal<br />
VLOER-<br />
OPPER-<br />
VLAKTE<br />
(m 2 )<br />
30,6<br />
10,9<br />
10,4<br />
8,5<br />
1,5<br />
3,8<br />
3,0<br />
1,9<br />
NOMINAAL<br />
VENTILATIEDEBIET<br />
(dm 3 /s) (m 3 /h)<br />
30,6<br />
10,9<br />
10,4<br />
14<br />
7<br />
14<br />
3<br />
1,9<br />
110<br />
39<br />
38<br />
50<br />
25<br />
50<br />
11<br />
7<br />
DEBIETEN OP BASIS VAN DE<br />
4 VEREENVOUDIGDE SYSTEMEN<br />
(dm 3 /s) (m 3 /h) (dm 3 /s) (m 3 /h)<br />
30,6<br />
10,9<br />
10,4<br />
-<br />
-<br />
-<br />
TOEVOER AFVOER<br />
110<br />
39<br />
38<br />
-<br />
-<br />
-<br />
74 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
-<br />
-<br />
-<br />
14<br />
7<br />
14<br />
-<br />
-<br />
-<br />
50<br />
25<br />
50<br />
Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> via de doorstroomopeningen<br />
Voor de v<strong>ie</strong>r <strong>ve</strong>reenvoudigde systemen, d<strong>ie</strong> volgens de norm in aanmerking komen voor<br />
de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (systemen A, B, C en D), is het noodzakelijk doorstroomopeningen te<br />
voorz<strong>ie</strong>n ter plaatse <strong>van</strong> binnendeuren of -muren. Voor dit gebouw moeten ze aan volgende<br />
eisen voldoen :<br />
◆ in de deur tussen de keuken en de woonkamer voorz<strong>ie</strong>t men :<br />
– ofwel een opening d<strong>ie</strong> een stroming <strong>van</strong> minstens 14 dm 3 /s (50 m 3 /h) mogelijk<br />
maakt bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa<br />
– ofwel een spleet onder de deur met een netto doorsnede <strong>van</strong> 140 cm 2<br />
◆ in de o<strong>ve</strong>rige binnendeuren voorz<strong>ie</strong>t men :<br />
– ofwel een opening d<strong>ie</strong> een stroming <strong>van</strong> minstens 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) mogelijk maakt<br />
bij 2 Pa<br />
– ofwel een spleet onder de deur met een netto doorsnede <strong>van</strong> 70 cm 2 .<br />
Afbeeldingen 31 tot 34 ge<strong>ve</strong>n een mogelijke oplossing voor de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> voor elk<br />
<strong>van</strong> de v<strong>ie</strong>r <strong>ve</strong>reenvoudigde systemen A, B, C en D.<br />
Afbeelding 31 (p. 76 en 77) toont de oplossing voor systeem A (volledig natuurlijke<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>). Deze is nog mogelijk omdat de bo<strong>ve</strong>nste <strong>ve</strong>rd<strong>ie</strong>pingsvloer minder dan 13 m<br />
bo<strong>ve</strong>n het ni<strong>ve</strong>au <strong>van</strong> de hoofdingang ligt. De plaats <strong>van</strong> de toevoerroosters (RTO) in de<br />
<strong>ve</strong>nsters is op de afbeelding aangeduid, e<strong>ve</strong>nals de aansluiting <strong>van</strong> de regelbare afvoeropeningen<br />
(RAO) op de <strong>ve</strong>rtikale afvoerkanalen in respekt<strong>ie</strong><strong>ve</strong>lijk de keuken, de badkamer<br />
en de WC. Elk <strong>van</strong> deze afvoerkanalen kan ofwel gemeenschappelijk uitgevoerd<br />
worden volgens het ‘shunt’-systeem, ofwel individueel per appartement rechtstreeks bo<strong>ve</strong>n<br />
het dak uitmonden.
Voor systeem B (mechanische toevoer en vrije afvoer) worden twee varianten gege<strong>ve</strong>n :<br />
◆ decentrale toevoer, waarbij elk appartement zijn eigen toevoer<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or heeft (afbeelding<br />
32, p. 78)<br />
◆ centrale toevoer, waarbij een enkele <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or, d<strong>ie</strong> op het dak is opgesteld, <strong>ve</strong>rse<br />
toevoerlucht le<strong>ve</strong>rt in alle v<strong>ie</strong>r appartementen (afbeelding 33, p. 79).<br />
De afvoer gebeurt in beide gevallen zoals bij systeem A.<br />
Ook voor systeem C (vrije toevoer, zoals voor systeem A, en mechanische afvoer) worden<br />
twee varianten gege<strong>ve</strong>n : decentrale afvoer (afbeelding 34, p. 80) en centrale afvoer<br />
met een gemeenschappelijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or op het dak (afbeelding 35, p. 81).<br />
Voor systeem D wordt in afbeelding 36 (p. 82) de variante met warmtewisselaar voorgesteld.<br />
9.2.2.2 INTENSIEVE VENTILATIE<br />
Ongeacht het voor de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> gebruikte systeem, moeten voorz<strong>ie</strong>ningen voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong><br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> aangebracht worden in de woon<strong>ve</strong>rtrekken (woonkamer, slaapkamers,<br />
en studeer- of hobbykamers) en de keukens. De eisen terzake zijn in tabel 11 samengevat<br />
en in afbeelding 37 (p. 83) geïllustreerd.<br />
Tabel 11 Opengaande delen <strong>van</strong> ramen en deuren voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />
RUIMTE VLOER-<br />
OPPER-<br />
VLAKTE<br />
(m 2 )<br />
Woonkamer<br />
Slaapkamer 1<br />
Slaapkamer 2<br />
Keuken<br />
WC<br />
Badkamer<br />
Inkomhal<br />
Nachthal<br />
30,6<br />
10,9<br />
10,4<br />
8,5<br />
AANTAL GEVELS<br />
MET OPEN-<br />
GAANDE DELEN<br />
1<br />
2<br />
1<br />
1<br />
1<br />
MINIMALE<br />
OPENING<br />
(% vloeroppervlakte)<br />
6,4<br />
3,2<br />
6,4<br />
6,4<br />
6,4<br />
GEEN EISEN<br />
GEEN EISEN<br />
GEEN EISEN<br />
GEEN EISEN<br />
MINIMALE VRIJE<br />
OPPERVL. VAN DE<br />
OPENGAANDE<br />
DELEN (m 2 )<br />
1,96<br />
0,98 ( 1 )<br />
0,70<br />
0,67<br />
0,54<br />
( 1 ) Minstens 40 % <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>reiste sekt<strong>ie</strong> in <strong>ie</strong>dere ge<strong>ve</strong>l, b.v. 0,39 m 2 in de voorge<strong>ve</strong>l en<br />
0,59 m 2 in de deur op het balkon.<br />
Met uitzondering <strong>van</strong> de woonkamer d<strong>ie</strong>nt de oppervlakte <strong>van</strong> de opengaande delen <strong>van</strong><br />
ramen en deuren gelijk te zijn aan 6,4 % <strong>van</strong> de vloeroppervlakte. Voor de woonkamer<br />
wordt dit 3,2 %, op voorwaarde dat er ten minste 40 % <strong>van</strong> de oppervlakte in een <strong>van</strong> de<br />
twee ge<strong>ve</strong>ls voorkomt. Ind<strong>ie</strong>n h<strong>ie</strong>raan n<strong>ie</strong>t voldaan wordt (b.v. geen opengaande raam in<br />
de voorge<strong>ve</strong>l), is de benodigde sekt<strong>ie</strong> gelijk aan 6,4 %, te realiseren via de balkondeur.<br />
Voor badkamer, WC, inkomhal en nachthal eist de norm geen specif<strong>ie</strong>ke aanvullende<br />
voorz<strong>ie</strong>ningen voor spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>, wat n<strong>ie</strong>t wegneemt dat ook in deze ruimten opengaande<br />
ramen en deuren bijdragen tot het snel afvoeren <strong>van</strong> geuren of warmteo<strong>ve</strong>rlast.<br />
75 TV <strong>192</strong> – juni 1994
B<br />
6<br />
RAO<br />
(50)<br />
7<br />
7<br />
7<br />
7<br />
RTO (38)<br />
A<br />
7<br />
RAO (50)<br />
badkamer<br />
RAO (50)<br />
badkamer<br />
RAO (50)<br />
badkamer<br />
RAO (50)<br />
badkamer<br />
1 2<br />
RAO<br />
(50)<br />
3<br />
DO<br />
(70)<br />
DO<br />
(70)<br />
8<br />
DO<br />
(70)<br />
SYSTEEM A<br />
A<br />
9<br />
RAO<br />
(25) 4<br />
DO<br />
(70)<br />
DO (140) DO<br />
DO (70)<br />
RTO (39) RTO (110)<br />
9<br />
9<br />
9<br />
9<br />
5<br />
(70)<br />
A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
RAO<br />
(25) WC<br />
RAO<br />
(25) WC<br />
RAO<br />
(25) WC<br />
RAO<br />
(25) WC<br />
B. LANGSDOORSNEDE (BB) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />
10<br />
76 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
11<br />
11<br />
11<br />
11<br />
11<br />
B
SYMBOOL<br />
DO<br />
(cm2 )<br />
RTO<br />
(m3 /h)<br />
2<br />
2<br />
2<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
2<br />
6 7<br />
6<br />
6<br />
6<br />
RTO (39)<br />
slaapk. 1<br />
RTO (39)<br />
slaapk. 1<br />
77 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
7<br />
RTO (39)<br />
slaapk. 1<br />
7<br />
RTO (39)<br />
slaapk. 1<br />
C. DWARSDOORSNEDE (AA) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />
<br />
∂<br />
RAO<br />
(m 3 /h)<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
7<br />
doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />
regelbare toevoeropening<br />
(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
regelbare afvoeropening<br />
(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
Afb. 31 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem A.<br />
1. Slaapkamer 2<br />
2. Keuken<br />
3. Berging<br />
4. WC<br />
5. Inkomhal<br />
6. Badkamer<br />
BETEKENIS<br />
kanaal voor natuurlijke afvoer<br />
7. Slaapkamer 1<br />
8. Nachthal<br />
9. Woonkamer<br />
10. Balkon<br />
11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />
inkomhal
B<br />
RAO<br />
(50)<br />
6<br />
7<br />
1<br />
DO<br />
(70)<br />
DO<br />
(70)<br />
DO (70)<br />
MTO<br />
(39)<br />
MTO<br />
(38)<br />
8<br />
DO<br />
(70)<br />
2<br />
DO (140)<br />
MTO<br />
(110)<br />
Afb. 32 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem B, decentrale<br />
toevoer.<br />
1. Slaapkamer 2<br />
2. Keuken<br />
3. Berging<br />
4. WC<br />
5. Inkomhal<br />
6. Badkamer<br />
RAO (50)<br />
badkamer<br />
7<br />
RAO (50)<br />
badkamer<br />
7<br />
RAO (50)<br />
badkamer<br />
7<br />
RAO (50)<br />
badkamer<br />
7<br />
MTO (39)<br />
slaapk. 1<br />
(38)<br />
slaapk. 2<br />
MTO (39)<br />
slaapk. 1<br />
(38)<br />
slaapk. 2<br />
MTO (39)<br />
slaapk. 1<br />
(38)<br />
slaapk. 2<br />
MTO (39)<br />
slaapk. 1<br />
(38)<br />
slaapk. 2<br />
9<br />
RAO<br />
(50)<br />
3<br />
aanvoer<br />
buitenlucht<br />
RAO<br />
(25) 4<br />
DO<br />
(70)<br />
5<br />
DO<br />
(70)<br />
A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />
MTO<br />
(110)<br />
woonkamer<br />
MTO<br />
(110)<br />
woonkamer<br />
MTO<br />
(110)<br />
woonkamer<br />
MTO<br />
(110)<br />
woonkamer<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
9<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
9<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
9<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
9<br />
RAO<br />
(25) WC<br />
RAO<br />
(25) WC<br />
RAO<br />
(25) WC<br />
RAO<br />
(25) WC<br />
B. LANGSDOORSNEDE (BB) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />
7. Slaapkamer 1<br />
8. Nachthal<br />
9. Woonkamer<br />
10. Balkon<br />
11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />
inkomhal<br />
SYSTEEM B<br />
V<br />
V<br />
V<br />
V<br />
10<br />
78 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
11<br />
11<br />
11<br />
11<br />
11<br />
SYMBOOL BETEKENIS<br />
DO<br />
(cm2 )<br />
MTO<br />
(m3 /h)<br />
(m3 RAO<br />
/h)<br />
doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />
mechanische toevoeropening<br />
(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
regelbare afvoeropening<br />
(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
∂<br />
B
B<br />
∂<br />
RAO<br />
(50)<br />
6<br />
SYMBOOL BETEKENIS<br />
7<br />
1<br />
DO<br />
(70)<br />
RAO (50)<br />
badkamer<br />
7<br />
RAO (50)<br />
badkamer<br />
7<br />
RAO (50)<br />
badkamer<br />
7<br />
RAO (50)<br />
badkamer<br />
7<br />
DO<br />
(70)<br />
DO (70)<br />
MTO<br />
(39)<br />
MTO<br />
(38)<br />
8<br />
MTO (39)<br />
slaapk. 1<br />
(38)<br />
slaapk. 2<br />
MTO (39)<br />
slaapk. 1<br />
(38)<br />
slaapk. 2<br />
MTO (39)<br />
slaapk. 1<br />
(38)<br />
slaapk. 2<br />
MTO (39)<br />
slaapk. 1<br />
(38)<br />
slaapk. 2<br />
DO<br />
(70)<br />
kanaal voor natuurlijke afvoer<br />
2<br />
DO (140)<br />
MTO<br />
(110)<br />
9<br />
RAO<br />
(50)<br />
3<br />
RAO<br />
(25)<br />
DO<br />
(70)<br />
5<br />
DO<br />
(70)<br />
A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />
MTO<br />
(110)<br />
woonkamer<br />
MTO<br />
(110)<br />
woonkamer<br />
MTO<br />
(110)<br />
woonkamer<br />
MTO<br />
(110)<br />
woonkamer<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
9<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
9<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
9<br />
RAO (50)<br />
keuken<br />
9<br />
Afb. 33 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem B, centrale<br />
toevoer.<br />
1. Slaapkamer 2<br />
2. Keuken<br />
3. Berging<br />
4. WC<br />
5. Inkomhal<br />
6. Badkamer<br />
10<br />
79 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
4<br />
RAO<br />
(25) WC<br />
RAO<br />
(25) WC<br />
RAO<br />
(25) WC<br />
RAO<br />
(25) WC<br />
11<br />
aanvoer buitenlucht<br />
B. LANGSDOORSNEDE (BB) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />
kanaal voor mechanische toevoer<br />
V <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or<br />
SYSTEEM B<br />
V<br />
11<br />
11<br />
11<br />
11<br />
7. Slaapkamer 1<br />
8. Nachthal<br />
9. Woonkamer<br />
10. Balkon<br />
11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />
inkomhal<br />
B
afvoer<br />
binnenlucht<br />
afvoer<br />
binnenlucht<br />
afvoer<br />
binnenlucht<br />
afvoer binnenlucht<br />
V<br />
MAO<br />
(50)<br />
6<br />
RTO (38)<br />
A<br />
7<br />
1<br />
DO<br />
(70)<br />
(70)<br />
DO<br />
DO (70)<br />
8<br />
DO<br />
(70)<br />
RTO (39) RTO (110)<br />
MAO<br />
(50)<br />
2<br />
DO (140)<br />
(25) WC<br />
2 6 7<br />
2<br />
2<br />
MAO<br />
(50)<br />
MAO<br />
(50)<br />
MAO<br />
(50)<br />
MAO<br />
(50)<br />
9<br />
afvoer<br />
binnenlucht<br />
MAO<br />
(25) 4<br />
DO<br />
(70)<br />
5<br />
DO<br />
(70)<br />
A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />
6 7<br />
6<br />
7<br />
2 6 7<br />
RTO<br />
(39)<br />
RTO<br />
(39)<br />
RTO<br />
(39)<br />
RTO<br />
(39)<br />
B. DWARSDOORSNEDE (AA) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />
Afb. 34 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem C, decentrale afvoer.<br />
1. Slaapkamer 2<br />
2. Keuken<br />
3. Berging<br />
4. WC<br />
MAO<br />
(50) keuken<br />
V<br />
MAO<br />
(50) keuken<br />
(25) WC<br />
V<br />
MAO<br />
(50) keuken<br />
(25) WC<br />
V<br />
MAO<br />
(50) keuken<br />
(25) WC<br />
5. Inkomhal<br />
6. Badkamer<br />
7. Slaapkamer 1<br />
8. Nachthal<br />
SYSTEEM C<br />
A<br />
9. Woonkamer<br />
10. Balkon<br />
11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />
inkomhal<br />
3<br />
SYMBOOL<br />
DO<br />
(cm 2 )<br />
RTO<br />
(m3 /h)<br />
10<br />
MAO<br />
(m 3 /h)<br />
80 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
V<br />
11<br />
doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />
regelbare toevoeropening<br />
(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
mechanische afvoeropening<br />
(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or<br />
BETEKENIS<br />
kanaal voor mechanische afvoer
MAO<br />
(25)<br />
WC<br />
MAO<br />
(25)<br />
WC<br />
MAO<br />
(25)<br />
WC<br />
(25)<br />
MAO<br />
WC<br />
MAO<br />
(50)<br />
6<br />
RTO (38)<br />
A<br />
7<br />
1<br />
DO<br />
(70)<br />
(70)<br />
DO<br />
DO (70)<br />
8<br />
DO<br />
(70)<br />
RTO (39) RTO (110)<br />
2 6 7<br />
2<br />
2<br />
V<br />
MAO<br />
(50)<br />
keuken<br />
MAO<br />
(50)<br />
keuken<br />
MAO<br />
(50)<br />
keuken<br />
MAO<br />
(50)<br />
keuken<br />
afvoer binnenlucht<br />
MAO (50)<br />
badk.<br />
MAO (50)<br />
badk.<br />
6 7<br />
MAO (50)<br />
badk.<br />
6<br />
2<br />
DO (140)<br />
MAO<br />
(50)<br />
9<br />
MAO<br />
(25) 4<br />
DO<br />
(70)<br />
5<br />
DO<br />
(70)<br />
A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />
7<br />
2 6 7<br />
RTO<br />
(39)<br />
RTO<br />
(39)<br />
RTO<br />
(39)<br />
RTO<br />
(39)<br />
B. DWARSDOORSNEDE (AA) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />
Afb. 35 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem C, centrale afvoer.<br />
1. Slaapkamer 2<br />
2. Keuken<br />
3. Berging<br />
4. WC<br />
MAO (50)<br />
badk.<br />
5. Inkomhal<br />
6. Badkamer<br />
7. Slaapkamer 1<br />
8. Nachthal<br />
SYSTEEM C<br />
A<br />
3<br />
10<br />
81 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
11<br />
SYMBOOL BETEKENIS<br />
DO<br />
(cm 2 )<br />
RTO<br />
(m3 /h)<br />
9. Woonkamer<br />
10. Balkon<br />
11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />
inkomhal<br />
MAO<br />
(m 3 /h)<br />
V<br />
doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />
regelbare toevoeropening<br />
(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
mechanische afvoeropening<br />
(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
kanaal voor mechanische afvoer<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or
B<br />
MAO<br />
(50)<br />
6<br />
7<br />
1<br />
DO<br />
(70)<br />
DO<br />
(70)<br />
DO (70)<br />
MTO<br />
(38)<br />
8<br />
DO<br />
(70)<br />
SYMBOOL BETEKENIS<br />
DO<br />
(cm 2 )<br />
MTO<br />
(m3 /h)<br />
MAO<br />
(m 3 /h)<br />
MTO<br />
(39)<br />
doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />
mechanische toevoeropening<br />
(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
mechanische afvoeropening<br />
(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />
2<br />
DO (140)<br />
MTO<br />
(110)<br />
kanaal voor mechanische toevoer<br />
kanaal voor mechanische afvoer<br />
SYSTEEM D<br />
MAO<br />
(50)<br />
warmtewisselaar<br />
9<br />
3<br />
toevoer<br />
buitenlucht<br />
afvoer<br />
binnenlucht<br />
MAO<br />
(25) 4<br />
DO<br />
(70)<br />
5<br />
(70)<br />
DO<br />
10<br />
82 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
11<br />
Afb. 36 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem D, variante<br />
met warmtewisselaar.<br />
1. Slaapkamer 2<br />
2. Keuken<br />
3. Berging<br />
4. WC<br />
5. Inkomhal<br />
6. Badkamer<br />
9.2.3 VOORZIENINGEN IN SPECIALE RUIMTEN<br />
9.2.3.1 DE BERGRUIMTE<br />
7. Slaapkamer 1<br />
8. Nachthal<br />
9. Woonkamer<br />
10. Balkon<br />
11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />
inkomhal<br />
Gelijkaardige oplossingen als in voorbeeld 1 (§ 9.1.3.1, p. 68) zijn h<strong>ie</strong>r mogelijk.<br />
9.2.3.2 DE GEMEENSCHAPPELIJKE TRAPZAAL<br />
De <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> het trappenhuis moet volledig onafhankelijk <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de<br />
individuele appartementen gebeuren. De norm eist dat de toegangsdeuren <strong>van</strong> de gemeenschappelijke<br />
trapzaal naar de appartementen goed luchtdicht zijn ; dit <strong>ve</strong>ronderstelt een<br />
lekdeb<strong>ie</strong>t kleiner dan 14 dm 3 /s (50 m 3 /h) bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa, en dit in beide<br />
richtingen.<br />
B
6<br />
min. 0,67 m 2<br />
7<br />
1<br />
min. 0,70 m 2<br />
8<br />
2<br />
9<br />
3<br />
min. 0,59 m 2 ... 0,39 m 2<br />
of min. 1,96 m 2<br />
5<br />
4<br />
min. 0,39 m 2 ... 0,59 m 2<br />
Afb. 37 Voorz<strong>ie</strong>ningen voor spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (minimale sekt<strong>ie</strong>s <strong>van</strong> opengaande delen <strong>van</strong> ramen).<br />
1. Slaapkamer 2<br />
2. Keuken<br />
3. Berging<br />
4. WC<br />
5. Inkomhal<br />
6. Badkamer<br />
min. 0,54 m 2<br />
7. Slaapkamer 1<br />
8. Nachthal<br />
9. Woonkamer<br />
Het deb<strong>ie</strong>t dat door de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> d<strong>ie</strong>nt gele<strong>ve</strong>rd te worden, bedraagt 0,5 V/3,6 =<br />
37 dm 3 /s of 133 m 3 /h. Het kan bekomen worden :<br />
◆ door een volledig natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (Ag) of<br />
◆ door middel <strong>van</strong> een mechanisch inblaassysteem (Bg) of<br />
◆ door middel <strong>van</strong> een mechanisch inblaas- en afzuigsysteem (Dg).<br />
Een mechanisch afzuigsysteem met vrije toevoer is n<strong>ie</strong>t toege<strong>lat</strong>en, omdat volgens de<br />
norm de trapzaal gedurende het grootste <strong>deel</strong> <strong>van</strong> het jaar in lichte o<strong>ve</strong>rdruk moet staan<br />
ten opzichte <strong>van</strong> de appartementen.<br />
In het geval <strong>van</strong> natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (Ag) moeten de toevoer- en afvoeropeningen<br />
regelbaar zijn en moet het deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> 37 dm 3 /s of 133 m 3 /h door deze openingen in<br />
volledig geopende stand kunnen stromen bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa. In gesloten stand<br />
mogen deze openingen een maximaal lekdeb<strong>ie</strong>t hebben <strong>van</strong> 37 dm 3 /s of 133 m 3 /h bij een<br />
druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa.<br />
De toevoeropeningen moeten in een buitenwand <strong>van</strong> het gelijkvloersge<strong>deel</strong>te <strong>van</strong> het<br />
trappenhuis worden voorz<strong>ie</strong>n. De afvoeropeningen bevinden zich op het bo<strong>ve</strong>nste ni<strong>ve</strong>au<br />
<strong>van</strong> het trappenhuis in een buitenwand of bestaan uit een kanaal dat op het dak uitmondt.<br />
De vrije doorsnede <strong>van</strong> dit kanaal e<strong>ve</strong>nals <strong>van</strong> alle <strong>ve</strong>rbindingsstukken bedraagt ten<br />
minste 0,5 V/3600 = 0,0370 m 2 of 370 cm 2 .<br />
Ind<strong>ie</strong>n voor het mechanische inblaassysteem ‘Bg’ of het mechanische inblaas- en afzuigsysteem<br />
‘Dg’ geopteerd wordt, moet het deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> 37 dm 3 /s of 133 m 3 /h permanent<br />
kunnen gele<strong>ve</strong>rd worden.<br />
Afbeeldingen 38 tot 40 ge<strong>ve</strong>n de dr<strong>ie</strong> varianten voor de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de trapzaal.<br />
10<br />
83 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
11<br />
10. Balkon<br />
11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />
inkomhal
1. Slaapkamer 2<br />
2. Keuken<br />
3. Berging<br />
4. WC<br />
5. Inkomhal<br />
6. Badkamer<br />
A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />
Afb. 38 Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de gemeenschappelijke trapzaal. Systeem Ag : natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />
RTO = regelbare toevoeropening<br />
RAO = regelbare afvoeropening<br />
9<br />
9<br />
9<br />
9<br />
speciale ruimten<br />
gewone ruimten<br />
3<br />
9<br />
5<br />
4<br />
luchtdeb<strong>ie</strong>t < 50 m3 inkomdeur<br />
/h<br />
bij 50 Pa<br />
B. LANGSDOORSNEDE (BB) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />
10<br />
RTO<br />
RAO<br />
(133)<br />
11<br />
7. Slaapkamer 1<br />
8. Nachthal<br />
9. Woonkamer<br />
370 cm 2<br />
11<br />
11<br />
11<br />
RTO<br />
11<br />
RAO<br />
(133)<br />
84 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
10. Balkon<br />
11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />
inkomhal
1. Slaapkamer 2<br />
2. Keuken<br />
3. Berging<br />
4. WC<br />
5. Inkomhal<br />
6. Badkamer<br />
A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />
Afb. 39 Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de gemeenschappelijke trapzaal. Systeem Bg : mechanische toevoer en vrije afvoer.<br />
MTO = mechanische toevoeropening<br />
RAO = regelbare afvoeropening<br />
V = <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or<br />
speciale ruimten<br />
gewone ruimten<br />
9<br />
9<br />
9<br />
3<br />
9<br />
5<br />
4<br />
V<br />
9 V<br />
10<br />
MTO<br />
(133) RAO<br />
(133)<br />
luchtdeb<strong>ie</strong>t < 50 m3 inkomdeur<br />
/h<br />
bij 50 Pa<br />
11<br />
MTO<br />
(133)<br />
7. Slaapkamer 1<br />
8. Nachthal<br />
9. Woonkamer<br />
370 cm 2<br />
RAO<br />
(133)<br />
B. LANGSDOORSNEDE (BB) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />
11<br />
11<br />
11<br />
11<br />
85 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
10. Balkon<br />
11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />
inkomhal
afvoer.<br />
1. Slaapkamer 2<br />
2. Keuken<br />
3. Berging<br />
4. WC<br />
5. Inkomhal<br />
6. Badkamer<br />
MAO = mechanische afvoeropening<br />
MTO = mechanische toevoeropening<br />
V = <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or<br />
speciale ruimten<br />
gewone ruimten<br />
9<br />
9<br />
9<br />
9<br />
3<br />
9<br />
5<br />
4<br />
Afb. 40 Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de gemeenschappelijke trapzaal. Systeem Dg : mechanische toevoer en mechanische<br />
V<br />
10<br />
MTO<br />
(133)<br />
MAO<br />
(133)<br />
11<br />
A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />
V<br />
V<br />
MAO<br />
(133)<br />
MTO<br />
(133)<br />
B. LANGSDOORSNEDE (BB) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />
7. Slaapkamer 1<br />
8. Nachthal<br />
9. Woonkamer<br />
11<br />
11<br />
11<br />
11<br />
86 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
10. Balkon<br />
11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />
inkomhal
9.2.4 VENTILATIE MET EEN DAMPKAP<br />
In het geval <strong>van</strong> appartementen bestaan er <strong>ve</strong>rschillende mogelijkheden voor het aansluiten<br />
<strong>van</strong> een keukendampkap :<br />
◆ op een centraal afvoerkanaal :<br />
– met een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or in <strong>ie</strong>der appartement : het afvoerkanaal is in o<strong>ve</strong>rdruk ind<strong>ie</strong>n<br />
minstens een <strong>van</strong> de dampkappen werkt. Het is noodzakelijk om op <strong>ie</strong>der aftakkanaal<br />
een terugslagklep te plaatsen<br />
– met een centrale dak<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or en een motorloze dampkap : ind<strong>ie</strong>n de afzuig<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or<br />
permanent in werking is, is er geen gevaar voor terugstroming. De regeling <strong>van</strong> het<br />
afvoerdeb<strong>ie</strong>t d<strong>ie</strong>nt dan te gebeuren door het <strong>ve</strong>randeren <strong>van</strong> de posit<strong>ie</strong> <strong>van</strong> een<br />
interne regelklep. De minimale stand <strong>van</strong> de dampkap kan o<strong>ve</strong>reenkomen met<br />
50 m 3 /h, zodat tegelijkertijd aan het nominale deb<strong>ie</strong>t voor basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> kan voldaan<br />
worden<br />
◆ individuele aansluitingen rechtstreeks <strong>ve</strong>rbonden met de buitenomgeving.<br />
9.2.5 AKOESTISCHE ASPEKTEN<br />
Bij toepassing <strong>van</strong> regelbare openingen voor natuurlijke of vrije toevoer en ind<strong>ie</strong>n de<br />
woning zich in een zone met <strong>ve</strong>el <strong>ve</strong>rkeerslawaai bevindt, kunnen akoestisch dempende<br />
<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen geplaatst worden. Het is echter te <strong>ve</strong>rk<strong>ie</strong>zen (ind<strong>ie</strong>n mogelijk)<br />
alle regelbare toevoeropeningen in de achterge<strong>ve</strong>l aan te brengen.<br />
Bij mechanische luchtafvoer (systemen C en D) en zeker bij mechanische luchttoevoer<br />
(systemen B en D) is het belangrijk aandacht te schenken aan het ni<strong>ve</strong>au <strong>van</strong> het geluid<br />
afkomstig <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />
9.2.6 LUCHTDICHTHEID VAN HET GEBOUW<br />
Een goede luchtdichtheid <strong>van</strong> het gebouw is in het algemeen een pluspunt. In het geval<br />
<strong>van</strong> systeem D en bij toepassing <strong>van</strong> een statisch warmterekuperat<strong>ie</strong>systeem is een kontrole<br />
(met e<strong>ve</strong>ntuele <strong>ve</strong>rbetering) <strong>van</strong> de luchtdichtheid aan te be<strong>ve</strong>len.<br />
9.2.7 OPEN VERBRANDINGSTOESTELLEN<br />
De uitleg gege<strong>ve</strong>n in § 9.1.6 (p. 71) geldt ook voor appartementen. Enkele belangrijke<br />
<strong>ve</strong>rschillen d<strong>ie</strong>nen echter <strong>ve</strong>rmeld te worden :<br />
◆ appartementen zijn in <strong>ve</strong>le gevallen meer luchtdicht dan individuele <strong>woningen</strong> ; problemen<br />
<strong>van</strong> terugstroming <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rbrandingsgassen kunnen h<strong>ie</strong>r dan ook sneller optreden<br />
◆ naast de reeds <strong>ve</strong>rmelde toestellen met gesloten <strong>ve</strong>rbranding bestaat er bij appartementen<br />
ook de mogelijkheid om gebruik te maken <strong>van</strong> dergelijke toestellen in kombinat<strong>ie</strong><br />
met dubbele afvoerkanalen. Een belangrijke opmerking h<strong>ie</strong>rbij is dat het gastoestel en<br />
de schouwkanalen meestal <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rschillende fabrikanten komen ; men d<strong>ie</strong>nt dan ook<br />
na te gaan of een koppeling tussen het gastoestel en de schouw mogelijk is.<br />
87 TV <strong>192</strong> – juni 1994
BIJLAGE 1<br />
KONTROLELIJST VOOR DE<br />
TOEPASSING VAN DE NORM<br />
NBN D 50-001<br />
Een checklist kan een goed hulpmiddel zijn om na te gaan of een ontwerp voldoet aan de<br />
eisen <strong>van</strong> de norm NBN D 50-001.<br />
1. ESSENTIËLE ELEMENTEN<br />
Volgende elementen d<strong>ie</strong>nen gekontroleerd te worden :<br />
◆ de eisen gesteld aan de voorz<strong>ie</strong>ningen voor basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
◆ de eisen gesteld aan de voorz<strong>ie</strong>ningen voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />
◆ de eisen gesteld aan de voorz<strong>ie</strong>ningen in speciale ruimten (garage, kelder, zolder,<br />
bergruimte, ...)<br />
◆ de eisen gesteld aan de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in gemeenschappelijke gangen of trappenhuizen<br />
◆ de goede werking <strong>van</strong> de open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen<br />
◆ de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> met een dampkap<br />
◆ akoestische aspekten<br />
◆ termische aspekten<br />
◆ luchtdichtheid <strong>van</strong> het gebouw (bij systeem D)<br />
◆ brand<strong>ve</strong>iligheid<br />
◆ onderhoud, instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>, gebruik en estet<strong>ie</strong>k.<br />
2. EISEN VOOR BASISVENTILATIE<br />
2.1 BEPALING VAN DE NOMINALE DEBIETEN<br />
De nominale deb<strong>ie</strong>ten kunnen met behulp <strong>van</strong> tabel 12 (p. 89) bepaald worden.<br />
Ind<strong>ie</strong>n systeem D wordt toegepast, d<strong>ie</strong>nt men na te gaan of er geen inname <strong>van</strong> afgevoerde<br />
lucht via de toevoerwegen kan gebeuren.<br />
88 TV <strong>192</strong> – juni 1994
Tabel 12 Bepaling <strong>van</strong> de nominale deb<strong>ie</strong>ten.<br />
LUCHTTOEVOER<br />
LUCHTAFVOER<br />
KAMER VLOER-<br />
OPPER-<br />
VLAKTE<br />
S (m 2 )<br />
Woonkamer<br />
Eetkamer<br />
Slaapkamer 1<br />
Slaapkamer 2<br />
Slaapkamer 3<br />
Studeerkamer<br />
Hobbyruimte<br />
Gesloten keuken<br />
Open keuken<br />
WC<br />
Badkamer 1<br />
Wasplaats<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
VEREIST<br />
DEBIET Q<br />
(dm 3 /s.m 2 )<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
VEREIST DEBIET<br />
S X Q VOOR DE<br />
BESCHOUWDE<br />
KAMER<br />
(dm 3 /s)<br />
21< ... < 42<br />
7 < ... < 10/pers.<br />
7 < ... < 10/pers.<br />
7 < ... < 10/pers.<br />
7 < ... < 10/pers.<br />
VEREIST<br />
DEBIET Q<br />
(m 3 /h.m 2 )<br />
3,6<br />
3,6<br />
3,6<br />
3,6<br />
3,6<br />
3,6<br />
3,6<br />
(dm 3 /s) (m 3 /h)<br />
14<br />
21<br />
7<br />
14<br />
14<br />
14 < ... < 21<br />
21<br />
7<br />
14 < ... < 21<br />
14 < ... < 21<br />
2.2 KONTROLE VAN DE REGELBARE TOEVOEROPENINGEN<br />
(VOOR SYSTEMEN A EN C)<br />
De netto doorvoeropening is gelijk aan<br />
de netto hoogte <strong>van</strong> de spleet, gemeten<br />
<strong>van</strong>af het definit<strong>ie</strong>f afgewerkte vloeroppervlak<br />
tot aan de onderzijde <strong>van</strong> de<br />
deur, <strong>ve</strong>rmenigvuldigd met de breedte<br />
<strong>van</strong> de deur.<br />
75<br />
25<br />
89 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
VEREIST DEBIET<br />
S X Q VOOR DE<br />
BESCHOUWDE<br />
KAMER<br />
(m 3 /h)<br />
75 < ... < 150<br />
25 < ... < 36/pers.<br />
25 < ... < 36/pers.<br />
25 < ... < 36/pers.<br />
25 < ... < 36/pers.<br />
50 < ... < 75<br />
75<br />
25<br />
50 < ... < 75<br />
50 < ... < 75<br />
Regelbare toevoeropeningen d<strong>ie</strong>nen aan volgende eisen te voldoen :<br />
◆ in de ‘volledig gesloten’ stand d<strong>ie</strong>nt het luchtdeb<strong>ie</strong>t bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa<br />
kleiner te zijn dan 15 % <strong>van</strong> het luchtdeb<strong>ie</strong>t bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa<br />
◆ ofwel is een ko<strong>nti</strong>nue regeling mogelijk, ofwel zijn er minstens 3 tussenstanden tussen<br />
de ‘volledig gesloten’ en de ‘volledig open’ standen<br />
◆ de som <strong>van</strong> de deb<strong>ie</strong>ten <strong>van</strong> alle in een kamer aanwezige RTO’s d<strong>ie</strong>nt bij volledig<br />
geopende stand ten minste gelijk te zijn aan het nominale deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> deze kamer,<br />
zonder nochtans het dubbele <strong>van</strong> het nominale deb<strong>ie</strong>t te o<strong>ve</strong>rschrijden<br />
◆ de toevoeropeningen hebben steeds een vrij kleine doorsnede en zijn zodanig ontworpen<br />
dat ze — zelfs in geopende stand — het risico op inbraak n<strong>ie</strong>t <strong>ve</strong>rhogen<br />
◆ de toevoeropeningen mogen het risico op oppervlaktekondensat<strong>ie</strong> n<strong>ie</strong>t <strong>ve</strong>rhogen.<br />
2.3 KONTROLE VAN DE DOORSTROOMOPENINGEN (VOOR ALLE<br />
SYSTEMEN)<br />
2.3.1 NIET-AFSLUITBARE SPLEET ONDER BINNENDEUREN<br />
KAMER BENODIGDE VRIJE DOORSNEDE<br />
VAN ALLE SPLETEN ONDER<br />
DE DEUREN TEZAMEN<br />
Keuken<br />
O<strong>ve</strong>rige kamers<br />
140 cm 2<br />
70 cm 2<br />
Tabel 13<br />
Vrije<br />
doorsnede<br />
<strong>van</strong> n<strong>ie</strong>tafsluitbare<br />
spleten.
Bij vloeren, d<strong>ie</strong> <strong>lat</strong>er met vast tapijt bekleed kunnen worden, zal voor de berekening <strong>van</strong><br />
de spleethoogte, de dikte <strong>van</strong> het tapijt ten minste gelijk genomen worden aan 10 mm.<br />
Opmerking : spleten rond binnendeuren zijn e<strong>ve</strong>neens toege<strong>lat</strong>en door de norm.<br />
2.3.2 ANDERE DOORSTROOMOPENINGEN (ROOSTERS, ...)<br />
Tabel 14 geeft de te realiseren deb<strong>ie</strong>ten <strong>van</strong> doorstroomopeningen d<strong>ie</strong> n<strong>ie</strong>t als een spleet<br />
onder of rond binnendeuren worden uitgevoerd (deur- of muurroosters).<br />
KAMER TE REALISEREN DEBIETEN<br />
VAN ALLE DOORSTROOM-<br />
OPENINGEN BIJ 2 PA<br />
Keuken<br />
O<strong>ve</strong>rige kamers<br />
14 dm3 /s (50 m3 /h)<br />
7 dm3 /s (25 m3 /h)<br />
Tabel 14 Vereist deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> doorstroomopeningen<br />
bij 2 Pa afhankelijk <strong>van</strong> de ruimte.<br />
2.4 KONTROLE VAN DE REGELBARE OPENINGEN VOOR NATUURLIJKE OF<br />
VRIJE AFVOER (VOOR SYSTEMEN A EN B)<br />
2.4.1 REGELBARE AFVOEROPENING<br />
◆ De vrije doorsnede <strong>van</strong> de regelbare afvoeropening moet manueel (minstens 3 standen<br />
tussen “volledig gesloten” en “volledig open”) of automatisch geregeld kunnen worden.<br />
◆ Het nominale deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> het rooster is het deb<strong>ie</strong>t doorheen het rooster in volledig<br />
geopende stand bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa.<br />
◆ De minimumopening (d.w.z. in gesloten stand) moet, bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa,<br />
15 à 25 % <strong>van</strong> het nominale deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> het rooster door<strong>lat</strong>en.<br />
2.4.2 HET AFVOERKANAAL<br />
◆ De vrije doorsnede <strong>van</strong> de afvoerkanalen bedraagt minimaal 0,014 m 2 (140 cm 2 ) voor<br />
de keuken en de badkamer, en 0,007 m 2 (70 cm 2 ) voor de WC’s. Deze vrije doorsnede<br />
moet o<strong>ve</strong>ral nageleefd worden, ook ter plaatse <strong>van</strong> de aansluiting tussen de opening en<br />
het kanaal.<br />
◆ De kleinste afmeting <strong>van</strong> deze afvoerkanalen bedraagt ten minste 0,05 m (5 cm).<br />
Tabel 15 O<strong>ve</strong>rzicht <strong>van</strong> de eisen gesteld aan kanalen.<br />
Keuken<br />
Badkamer<br />
WC<br />
KAMER DOORSNEDE VAN<br />
HET KANAAL<br />
(cm 2 )<br />
140<br />
140<br />
70<br />
MINIMALE AFME-<br />
TING VAN HET<br />
KANAAL (cm)<br />
5<br />
5<br />
5<br />
90 TV <strong>192</strong> – juni 1994
2.4.3 DE UITMONDING<br />
Alle natuurlijke afvoerkanalen d<strong>ie</strong>nen op het dak uit te monden. Bijlage II <strong>van</strong> de norm<br />
NBN D 50-001 bepaalt de eisen gesteld aan de plaats <strong>van</strong> de uitmonding <strong>van</strong> kanalen voor<br />
natuurlijke of vrije afvoer enerzijds ten opzichte <strong>van</strong> gebouwen of hindernissen d<strong>ie</strong> de<br />
afvoer kunnen belemmeren, en anderzijds ten opzichte <strong>van</strong> het dak zelf. Dit zal meer<br />
gedetailleerd behandeld worden in een <strong>lat</strong>er uit te ge<strong>ve</strong>n Technische Voorlichting.<br />
3. EISEN VOOR INTENSIEVE VENTILATIE<br />
3.1 KAMERS<br />
Volgende kamers maken het voorwerp uit <strong>van</strong> eisen betreffende intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> : slaapkamers,<br />
woonkamer, studeerkamers, hobbykamers en keuken (ook zonder ramen).<br />
3.2 EISEN<br />
De opengaande delen <strong>van</strong> ramen en deuren in de buitenge<strong>ve</strong>ls <strong>van</strong> deze ruimten moeten<br />
volgende minimale vrije oppervlakte hebben :<br />
◆ bij eenzijdige <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> : 0,064 . A l (m 2 )<br />
◆ bij dwars<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> : 0,032 . A l (m 2 )<br />
◆ keuken zonder <strong>ve</strong>nster : 200 m 3 /h bij mechanische afzuiging,<br />
met A l = vloeroppervlakte <strong>van</strong> de beschouwde kamer (m 2 ).<br />
4. EISEN VOOR SPECIALE RUIMTEN<br />
4.1 GARAGES<br />
4.1.1 GARAGES MET EEN OPPERVLAKTE VAN MAXIMUM 40 M 2<br />
Verluchtingsmonden moeten onder in de <strong>ve</strong>rtikale buitenwand(en) voorz<strong>ie</strong>n worden, met<br />
hun bo<strong>ve</strong>nzijde maximum 40 cm bo<strong>ve</strong>n de garagevloer. Ind<strong>ie</strong>n er meer dan één <strong>ve</strong>rtikale<br />
wand in kontakt met de buitenlucht is, worden de <strong>ve</strong>rluchtingsmonden <strong>ve</strong>r<strong>deel</strong>d o<strong>ve</strong>r d<strong>ie</strong><br />
buitenwanden (bij voorkeur o<strong>ve</strong>r twee tegeno<strong>ve</strong>r elkaar gelegen wanden).<br />
De totale vrije oppervlakte <strong>van</strong> d<strong>ie</strong> openingen moet minstens gelijk zijn aan 0,2 % <strong>van</strong> de<br />
vloeroppervlakte.<br />
4.1.2 GARAGES MET EEN OPPERVLAKTE GROTER DAN 40 M 2<br />
Een permanente mechanische afzuiging is <strong>ve</strong>reist. Ze moet ontworpen en uitgevoerd<br />
worden uitgaande <strong>van</strong> een afzonderlijke stud<strong>ie</strong>.<br />
91 TV <strong>192</strong> – juni 1994
4.1.3 BINNENDEUREN<br />
De binnendeuren tussen de garage en de inkomhal, gangen of de andere woonruimten<br />
moeten goed luchtdicht zijn. Bij gemeenschappelijke garages mag het lekdeb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> deze<br />
deuren n<strong>ie</strong>t groter zijn dan 14 dm 3 /s (50 m 3 /h) bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa.<br />
4.2 KELDERS EN ZOLDERS<br />
Ind<strong>ie</strong>n de kelders en/of zolders zeer open zijn voor buitenlucht, worden geen <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>eisen<br />
gesteld.<br />
Wanneer bij kelders een risico op radon<strong>ve</strong>rspreiding bestaat, moet een speciale stud<strong>ie</strong><br />
gemaakt worden.<br />
Tabel 16 Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-eisen voor kelders en zolders.<br />
TYPE VENTILATIE<br />
Natuurlijke <strong>ve</strong>rluchting<br />
TOEVOERDEBIET<br />
raampjes : min. 140 cm2 roosters : min. 50 m3 /h bij 2 Pa<br />
Mechanische afzuiging roosters : min. 7 dm3 /s<br />
(25 m3 /h) bij 2 Pa<br />
kanaal : min. 70 cm2 Mechanische toevoer<br />
en afvoer<br />
4.3 BERGRUIMTEN<br />
AFVOERDEBIET<br />
raampjes : min. 140 cm2 roosters : min. 50 m3 /h bij 2 Pa<br />
kanaal : min. 140 cm2 minstens 7 dm 3 /s (25 m 3 /h)<br />
minstens 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) minstens 7 dm 3 /s (25 m 3 /h)<br />
Bergruimten en bergkasten met een vloeroppervlakte groter dan 1,5 m 2 en een volume<br />
<strong>van</strong> meer dan 3 m 3 moeten voorz<strong>ie</strong>n worden <strong>van</strong> twee doorstroomopeningen, met een<br />
vrije doorsnede <strong>van</strong> minstens 150 cm 2 elk en gelegen op maximum 20 cm bo<strong>ve</strong>n de vloer<br />
voor de onderste opening en minimum 1,80 m bo<strong>ve</strong>n de vloer voor de bo<strong>ve</strong>nste.<br />
4.4 VENTILATIEVOORZIENINGEN IN GEMEENSCHAPPELIJKE GANGEN OF<br />
TRAPPENHUIZEN (z<strong>ie</strong> tabel 17, p. 93)<br />
Het lekdeb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> de ingangsdeuren <strong>van</strong> de <strong>woningen</strong> d<strong>ie</strong> aansluiten op gemeenschappelijke<br />
gangen of trapzalen, moet in beide richtingen kleiner zijn dan 14 dm 3 /s (50 m 3 /h) bij<br />
een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa.<br />
5. GOEDE WERKING VAN DE OPEN VERBRANDINGS-<br />
TOESTELLEN<br />
Ind<strong>ie</strong>n open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen aanwezig zijn, moet zorgvuldig nagegaan worden of<br />
de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> in geen enkel geval de afvoer <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rbrandingsgassen kan belemmeren<br />
of nadelig beïnvloeden.<br />
92 TV <strong>192</strong> – juni 1994
Tabel 17 O<strong>ve</strong>rzicht <strong>van</strong> de eisen gesteld aan gemeenschappelijke gangen en trapzalen.<br />
TYPE VENTILATIE<br />
Natuurlijke <strong>ve</strong>rluchting<br />
horizontale<br />
luchtkoker<br />
TOEVOER (onderaan gelegen) AFVOER (bo<strong>ve</strong>naan gelegen)<br />
minimum 0,5 V/3600 (m 2 )<br />
Mechanische inblaas permanent deb<strong>ie</strong>t : 0,5 V/3,6 (dm 3 /s)<br />
of 0,5 V (m 3 /h)<br />
Mechanische inblaas<br />
en afzuiging<br />
V = luchtvolume in m 3<br />
roosters<br />
deb<strong>ie</strong>t bij 2 Pa : 0,5 V/3,6 (dm3 /s)<br />
of 0,5 V (m3 /h)<br />
maximaal lekdeb<strong>ie</strong>t bij 50 Pa :<br />
0,5 V/3,6 (dm3 /s) of 0,5 V (m3 /h)<br />
permanent deb<strong>ie</strong>t : 0,5 V / 3,6 (dm 3 /s)<br />
of 0,5 V (m 3 /h)<br />
6. VENTILATIE MET EEN DAMPKAP<br />
kanaal<br />
roosters<br />
kanaal<br />
93 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />
deb<strong>ie</strong>t bij 2 Pa : 0,5 V/3,6 (dm3 /s)<br />
of 0,5 V (m3 /h)<br />
maximaal lekdeb<strong>ie</strong>t bij 50 Pa :<br />
0,5 V/3,6 (dm3 /s) of 0,5 V (m3 /h)<br />
minimum 0,5 V/3600 (m 2 )<br />
deb<strong>ie</strong>t bij 2 Pa : 0,5 V/3,6 (dm3 /s)<br />
of 0,5 V (m3 /h)<br />
maximaal lekdeb<strong>ie</strong>t bij 50 Pa :<br />
0,5 V/3,6 (dm3 /s) of 0,5 V (m3 /h)<br />
minimum 0,5 V/3600 (m 2 )<br />
permanent deb<strong>ie</strong>t : 0,5 V/3,6 (dm 3 /s)<br />
of 0,5 V (m 3 /h)<br />
De norm stelt geen eisen aan de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> bij het koken. Dit punt is enkel in de kontrolelijst<br />
opgenomen om er de aandacht op te <strong>ve</strong>stigen dat de in de norm geëiste deb<strong>ie</strong>ten<br />
onvoldoende zijn om een goede luchtkwaliteit te waarborgen tijdens bepaalde aktiviteiten<br />
in de keuken (z<strong>ie</strong> ook de Technische Voorlichting nr. 187 [37]).<br />
7. GLOBALE KONTROLE VAN AKOESTISCHE ASPEKTEN<br />
De norm stelt geen enkele kwa<strong>nti</strong>tat<strong>ie</strong><strong>ve</strong> eis met betrekking tot akoestische aspekten. De<br />
ontwerper en de uitvoerder d<strong>ie</strong>nen zich e<strong>ve</strong>nwel de volgende vragen te stellen :<br />
◆ <strong>ve</strong>rhogen de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen n<strong>ie</strong>t de geluido<strong>ve</strong>rlast <strong>van</strong> buiten (bij voorbeeld<br />
als toevoerroosters geplaatst worden in een ge<strong>ve</strong>l langs een drukke <strong>ve</strong>rkeersweg)<br />
◆ <strong>ve</strong>roorzaken de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen zelf geen onaanvaardbare geluidhinder (vooral<br />
bij mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> d<strong>ie</strong>nt bijzondere aandacht geschonken te worden aan de<br />
luchttoevoer in slaapkamers en aan de afvoer via de dampkap)<br />
◆ bestaat er geen kans op lawaaihinder omwille <strong>van</strong> het buiten geïnstalleerde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem<br />
(bij voorbeeld als de afvoer<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or geplaatst wordt op het p<strong>lat</strong>te dak naast<br />
een slaapkamer<strong>ve</strong>nster) ?<br />
8. GLOBALE KONTROLE VAN TERMISCHE ASPEKTEN<br />
Volgende aspekten d<strong>ie</strong>nen gekontroleerd te worden :<br />
◆ de termische iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> toevoerroosters (k-waarde)<br />
roosters
◆ het risico op oppervlaktekondensat<strong>ie</strong> op toevoerroosters<br />
◆ de oppervlaktekondensat<strong>ie</strong> in leidingen in n<strong>ie</strong>t-<strong>ve</strong>rwarmde ruimten.<br />
9. LUCHTDICHTHEID VAN HET GEBOUW<br />
De luchtdichtheid <strong>van</strong> <strong>woningen</strong> in het algemeen maakt het voorwerp uit <strong>van</strong> hoofdstuk 5<br />
(p. 37). Ze kan bepaald worden door middel <strong>van</strong> een pressurisat<strong>ie</strong>meting.<br />
Ind<strong>ie</strong>n systeem D wordt toegepast, be<strong>ve</strong>elt de norm een luchtdichtheidsni<strong>ve</strong>au aan <strong>van</strong><br />
hoogstens 3 volumen per uur bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa. Bij gebruik <strong>van</strong> een statische<br />
warmterekuperator wordt het beperkt tot 1 volume per uur bij 50 Pa.<br />
10. BRANDVEILIGHEID<br />
Aandacht d<strong>ie</strong>nt geschonken te worden aan de keuze <strong>van</strong> het leidingmateriaal. Appartementen<br />
moeten gekompartimenteerd worden.<br />
11. ONDERHOUD, INSTALLATIE, GEBRUIK EN ESTETIEK<br />
De nodige aandacht moet besteed worden aan de mogelijkheden voor de instal<strong>lat</strong>eur om<br />
het gekozen systeem op een technisch en estetisch <strong>ve</strong>rantwoorde wijze te plaatsen. Ook<br />
de nodige voorz<strong>ie</strong>ningen voor de toegang en het onderhoud <strong>van</strong> de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> moeten<br />
aanwezig zijn.<br />
Tenslotte d<strong>ie</strong>nt ervoor gezorgd te worden dat de gebruiker de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> op een eenvoudige<br />
man<strong>ie</strong>r kan bed<strong>ie</strong>nen.<br />
94 TV <strong>192</strong> – juni 1994
BIJLAGE 2<br />
KORREKTE INTERPRETATIE VAN<br />
DE EISEN IN DE BELGISCHE<br />
NORMEN NBN D 50-001 EN<br />
NBN B 62-003<br />
1. DE NORM NBN D 50-001<br />
1.1 EISEN<br />
De Belgische norm NBN D 50-001 (hoofdstuk 4) bepaalt de eisen voor de te installeren<br />
deb<strong>ie</strong>ten voor <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in <strong>woningen</strong>. Ze worden ook beschre<strong>ve</strong>n in hoofdstuk 3 (p. 14)<br />
<strong>van</strong> deze Technische Voorlichting.<br />
1.2 INTERPRETATIE VAN DE EISEN<br />
Omtrent de deb<strong>ie</strong>ten en vooral de invloed op het energ<strong>ie</strong>gebruik bestaan er tal <strong>van</strong> mis<strong>ve</strong>rstanden.<br />
◆ De norm gaat voor de meeste kamers uit <strong>van</strong> een eis <strong>van</strong> 1 dm 3 /s per m 2 vloeroppervlakte<br />
(3,6 m 3 /h per m 2 vloeroppervlakte). Sommigen leiden h<strong>ie</strong>ruit af dat dit<br />
resulteert in een gemiddeld <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud in de woning <strong>van</strong> onge<strong>ve</strong>er 1,5 h -1 . Immers,<br />
voor een gemiddelde kamerhoogte <strong>van</strong> 2,4 m komt men tot een dergelijk <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud.<br />
Deze redenering is duidelijk fout<strong>ie</strong>f. De norm <strong>ve</strong>reist enkel luchttoevoer in de slaapkamers<br />
en in woonkamers (voor deze laatste e<strong>ve</strong>ntueel afkomstig uit de slaapkamers).<br />
In de meeste <strong>woningen</strong> nemen deze ruimten n<strong>ie</strong>t meer dan 50 % in <strong>van</strong> het bruto<br />
gebouwvolume. Het gemiddelde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud in een woning (berekend op het bruto<br />
gebouwvolume) wordt dan 0,75 h -1 . Deze waarde komt goed o<strong>ve</strong>reen met de gangbare<br />
richtwaarden.<br />
◆ Het is bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n fout te onderstellen dat het bo<strong>ve</strong>n<strong>ve</strong>rmelde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud <strong>van</strong> 0,75 h -1<br />
steeds en o<strong>ve</strong>ral moet bekomen worden. Het gaat h<strong>ie</strong>r immers om deb<strong>ie</strong>ten d<strong>ie</strong> moeten<br />
kunnen gele<strong>ve</strong>rd worden. Voorz<strong>ie</strong>ningen zoals dag-nacht regelingen, hoog-laag regelingen,<br />
... zijn toelaatbaar en worden voor natuurlijke systemen zelfs geëist door de<br />
norm.<br />
95 TV <strong>192</strong> – juni 1994
◆ Dikwijls wordt beweerd dat het deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> de mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> moet worden<br />
opgeteld bij de lekdeb<strong>ie</strong>ten door infiltrat<strong>ie</strong> en afvoer naar buiten. Dit is n<strong>ie</strong>t juist. Bij<br />
b.v. een mechanisch afzuigsysteem zal het resulterende <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud kleiner zijn dan<br />
de som <strong>van</strong> het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud door infiltrat<strong>ie</strong> en het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud door de mechanische<br />
afzuiging.<br />
2. DE NORM NBN B 62-003 [4]<br />
2.1 EISEN<br />
Aan de hand <strong>van</strong> deze norm kan het <strong>ve</strong>rmogen <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rwarmingselementen per kamer<br />
bepaald worden. Voor kamers met een te <strong>ve</strong>rwachten intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> bezetting kan het nodige<br />
<strong>ve</strong>rmogen voor de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> berekend worden afhankelijk <strong>van</strong> het aantal aanwezigen. De<br />
norm geeft de in de linkerkolom <strong>van</strong> tabel 18 <strong>ve</strong>rmelde waarden.<br />
Tabel 18 Rekenwaarden volgens de norm NBN B 62-003 voor het dimensioneren <strong>van</strong> het<br />
<strong>ve</strong>rmogen voor <strong>ve</strong>rwarming, <strong>ve</strong>rgeleken met de waarden voor het bepalen <strong>van</strong> de deb<strong>ie</strong>ten <strong>van</strong><br />
de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />
REKENWAARDEN VOOR HET<br />
DIMENSIONEREN VAN DE VERWARMING<br />
(NBN B 62-003)<br />
Kamers waar n<strong>ie</strong>t gerookt wordt : 10 m3 /h<br />
per persoon<br />
Kamers waar mag gerookt worden :<br />
20 m3 /h per persoon<br />
2.2 INTERPRETATIE VAN DE EISEN<br />
REKENWAARDEN VOOR HET<br />
DIMENSIONEREN VAN DE VENTILATIE-<br />
INSTALLATIE<br />
Woningen (NBN D 50-001) : 3,6 m3 /h per<br />
m2 oppervlak<br />
Horeca (MB 9.01.1991 [33]) : 15 m3 /h per<br />
m2 oppervlak<br />
Arbeidsplaatsen (ARAB) : 30 m3 /h per<br />
persoon<br />
De in de norm NBN B 62-003 opgege<strong>ve</strong>n deb<strong>ie</strong>twaarden <strong>van</strong> 10 en 20 m 3 /h per persoon<br />
worden in de praktijk regelmatig <strong>ve</strong>rkeerd geïnterpreteerd :<br />
◆ soms wordt <strong>ve</strong>rkeerd ondersteld dat deze waarden ook mogen gebruikt worden voor<br />
het dimensioneren <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>. De norm NBN B 62-003 gaat immers<br />
uit <strong>van</strong> een benodigde hoe<strong>ve</strong>elheid <strong>ve</strong>rse lucht gelijk aan 20 m 3 /h per persoon voor een<br />
kamer met n<strong>ie</strong>t-rokers, en aan 30 m 3 /h per persoon voor een kamer met rokers. Aangez<strong>ie</strong>n<br />
<strong>ie</strong>dere persoon onge<strong>ve</strong>er 100 W extra warmte<strong>ve</strong>rmogen le<strong>ve</strong>rt en dit o<strong>ve</strong>reenkomt<br />
met het nodige <strong>ve</strong>rmogen om 10 m 3 /h lucht op te warmen <strong>van</strong> - 10 °C tot 20 °C<br />
werd er 10 m 3 /h afgetrokken <strong>van</strong> hoger<strong>ve</strong>rmelde deb<strong>ie</strong>ten<br />
◆ het onderscheid rokers/n<strong>ie</strong>t-rokers geeft e<strong>ve</strong>neens aanleiding tot mis<strong>ve</strong>rstanden. Bo<strong>ve</strong>n<strong>ve</strong>rmelde<br />
waarden d<strong>ie</strong>nen te worden toegepast op ALLE gebruikers <strong>van</strong> de kamer.<br />
Men mag dus n<strong>ie</strong>t de 20 m 3 /h toepassen op de n<strong>ie</strong>t-rokers en de 30 m 3 /h op de rokers.<br />
Ind<strong>ie</strong>n mag gerookt worden, moet het aantal aanwezige personen <strong>ve</strong>rmenigvuldigd<br />
worden met 30 m 3 /h.<br />
96 TV <strong>192</strong> – juni 1994
1<br />
Andersson H., Fahlén P. en Ruud S.<br />
Demand Controlled Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ing Systems. Sensor Tests. Co<strong>ve</strong>ntry, International<br />
Energy Agency, Annex 18 - Swedish National Testing and Research Institute, 1992.<br />
2<br />
Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />
NBN B 25-204 (EN 42-1975) Beproevingsmetoden voor <strong>ve</strong>nsters. Luchtdoor<strong>lat</strong>endheid.<br />
Brussel, BIN, 1977.<br />
3<br />
4<br />
Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />
NBN B 61-001 Stookafdelingen en schoorstenen. Brussel, BIN, 1986.<br />
Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />
NBN B 62-003 Berekening <strong>van</strong> de warmte<strong>ve</strong>rl<strong>ie</strong>zen <strong>van</strong> gebouwen. Brussel, BIN,<br />
december 1986.<br />
5<br />
Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />
NBN D 50-001 Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen in woongebouwen. Brussel, BIN, oktober<br />
1991.<br />
6<br />
Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />
NBN D 51-003 Instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>s voor brandbaar gas lichter dan lucht, <strong>ve</strong>r<strong>deel</strong>d door<br />
leidingen. Brussel, BIN, 3de uitga<strong>ve</strong>, 1993.<br />
7<br />
Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />
NBN E 52-014 Veiligheidsvoorschriften voor het <strong>ve</strong>rvaardigen en het aanbrengen<br />
<strong>van</strong> personen- en kleingoederenliften. Deel 1 : Elektrische personenliften. Brussel, BIN,<br />
2de uitga<strong>ve</strong>, 1987.<br />
8<br />
Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />
NBN E 52-018 Veiligheidsvoorschriften voor het <strong>ve</strong>rvaardigen en het aanbrengen<br />
<strong>van</strong> personen- en kleingoederenliften. Deel 2 : Hydraulische personenliften. Brussel,<br />
BIN, 1989.<br />
9<br />
Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />
NBN S 01-005 Akoest<strong>ie</strong>k - Meten in het laboratorium <strong>van</strong> de geluids<strong>ve</strong>rzwakkingindex<br />
voor luchtgeluid. Brussel, BIN, 2de uitga<strong>ve</strong>, 1975.<br />
10<br />
LITERATUURLIJST<br />
Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />
NBN S 01-006 Akoest<strong>ie</strong>k - Meten “in situ” <strong>van</strong> de akoestische iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> voor<br />
luchtgeluid. Brussel, BIN, 2de uitga<strong>ve</strong>, 1975.<br />
97 TV <strong>192</strong> – juni 1994
11<br />
Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />
NBN S 01-007 Akoest<strong>ie</strong>k - Meten in het laboratorium <strong>van</strong> de geluidstransmiss<strong>ie</strong><br />
<strong>van</strong> contactgeluid. Brussel, BIN, 2de uitga<strong>ve</strong>, 1975.<br />
12<br />
Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />
NBN S 01-008 Akoest<strong>ie</strong>k - Meten “in situ” <strong>van</strong> de geluidstransmiss<strong>ie</strong> <strong>van</strong><br />
contactgeluid. Brussel, BIN, 2de uitga<strong>ve</strong>, 1975.<br />
13<br />
14<br />
Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />
NBN S 01-400 Kriteria <strong>van</strong> de akoestische iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Brussel, BIN, 2 de uitg., 1977.<br />
Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />
NBN S 01-401 Grenswaarden voor de geluidsni<strong>ve</strong>aus om het gebrek aan komfort<br />
in gebouwen te <strong>ve</strong>rmijden. Brussel, BIN, 2de uitga<strong>ve</strong>, no<strong>ve</strong>mber 1987.<br />
15<br />
Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />
NBN S 21-203 Brandbe<strong>ve</strong>iliging in de gebouwen. Reakt<strong>ie</strong> bij brand <strong>van</strong> de<br />
materialen. Hoge en middelhoge gebouwen. Brussel, BIN, 2de uitga<strong>ve</strong>, 1980.<br />
16<br />
Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />
NBN S 21-207 Brandbe<strong>ve</strong>iliging in de gebouwen. Hoge gebouwen. Termische<br />
en aëraulische uitrustingen. Brussel, BIN, 1ste uitga<strong>ve</strong>, 1987.<br />
17<br />
European Committee for Standardization<br />
First Evolving Report on Symbols, Units and Terminology. Londen, CEN/TC<br />
156/WG1, oktober 1993.<br />
18<br />
Fanger P.O.<br />
Thermal Comfort Requirements. International Congress on Building Energy<br />
Management, IOWA, 1983.<br />
19<br />
Fanger P.O., Lauridsen J., Bluyssen P. en Clausen G.<br />
Air Pollution Sources in Offices and Assembly Halls, Qua<strong>nti</strong>f<strong>ie</strong>d by the olf<br />
Unit. Energy and Buildings, nr. 12, 1988.<br />
20<br />
Feustel H.E. en Raynor-Hoosen A.<br />
Technical Note AIVC 29. Fundamentals of the Multizone Air Flow Model -<br />
COMIS. Co<strong>ve</strong>ntry, Air Infiltration and Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ion Centre - Internationaal Energ<strong>ie</strong>-Agentschap,<br />
mei 1990.<br />
21<br />
Geerinckx B., Vandaele L. en Wouters P.<br />
Luchtstroming in gebouwen. Basisbegrippen voor het begrijpen <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>fenomenen<br />
in gebouwen. Intern dokument <strong>van</strong> het Wetenschappelijk en Technisch Centrum<br />
voor het Bouwbedrijf. Brussel, WTCB, maart 1993.<br />
22<br />
Internationaal Energ<strong>ie</strong>-Agentschap<br />
Volume 1 Sourcebook. Co<strong>ve</strong>ntry, IEA, Annex 14, Condensation and Energy,<br />
maart 1991.<br />
98 TV <strong>192</strong> – juni 1994
23<br />
Internationaal Energ<strong>ie</strong>-Agentschap<br />
Volume 2 Guidelines and Practice. Co<strong>ve</strong>ntry, IEA, Annex 14, Condensation<br />
and Energy, augustus 1990.<br />
24<br />
Internationaal Energ<strong>ie</strong>-Agentschap<br />
Volume 3 Catalogue of Material Propert<strong>ie</strong>s. Co<strong>ve</strong>ntry, IEA, Annex 14, Condensation<br />
and Energy, maart 1991.<br />
25<br />
Internationaal Energ<strong>ie</strong>-Agentschap<br />
Volume 4 Case Stud<strong>ie</strong>s. Co<strong>ve</strong>ntry, IEA, Annex 14, Condensation and Energy,<br />
maart 1991.<br />
26<br />
International Organization for Standardization<br />
DIS 9972 Thermal insu<strong>lat</strong>ion. Determination of Building Air Tightness from<br />
Pressurization Method. Genè<strong>ve</strong>, ISO, 1991.<br />
27<br />
International Organization for Standardization<br />
ISO 717 Acoustics. Rating of Sound Insu<strong>lat</strong>ion in Buildings and of Building<br />
Elements. Genè<strong>ve</strong>, ISO, 1982.<br />
28<br />
Liddament M.W.<br />
Air Infiltration Calcu<strong>lat</strong>ion Techniques. An Applications Guide. Bracknell,<br />
Internationaal Energ<strong>ie</strong>-Agentschap - Air Infiltration and Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ion Centre, juni 1986.<br />
29<br />
Mansson L.-G.<br />
Demand Controlled Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ing Systems. Case Stud<strong>ie</strong>s. Co<strong>ve</strong>ntry, Internationaal<br />
Energ<strong>ie</strong>-Agentschap, Annex 18, 1992.<br />
30<br />
Mansson L.-G.<br />
Demand Controlled Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ing Systems. Source Book. Co<strong>ve</strong>ntry, Internationaal<br />
Energ<strong>ie</strong>-Agentschap, Annex 18, 1992.<br />
31<br />
Minister<strong>ie</strong> <strong>van</strong> Verkeer en Infrastruktuur<br />
Normalisat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> luchtkanalen. Deel 2 Berekening <strong>van</strong> de netten. Hoofdstuk A -<br />
Dimensionering. Brussel, MVI, 1978.<br />
32<br />
Minister<strong>ie</strong> <strong>van</strong> Verkeer en Infrastruktuur<br />
STS 52 Buitenschrijnwerk. Brussel, Eengemaakte Technische Specifikat<strong>ie</strong>s,<br />
MVI, Direkt<strong>ie</strong> Goedkeuring en Voorschriften, 1985.<br />
33<br />
Minister<strong>ie</strong> <strong>van</strong> Sociale Zaken<br />
Minister<strong>ie</strong>el Besluit <strong>van</strong> 9 januari 1991 tot vaststelling <strong>van</strong> de voorwaarden<br />
waaraan gesloten plaatsen moeten voldoen, waar voedingsmiddelen en/of dranken ter<br />
consumpt<strong>ie</strong> worden aangeboden en waar mag gerookt worden. Brussel, Minister<strong>ie</strong> <strong>van</strong><br />
Sociale Zaken, Belgisch Staatsblad <strong>van</strong> 22.01.1991.<br />
34<br />
Raatschen W.<br />
Demand Controlled Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ing Systems. Sensor Market Sur<strong>ve</strong>y. Co<strong>ve</strong>ntry,<br />
Internationaal Energ<strong>ie</strong>-Agentschap, Annex 18, 1991.<br />
99 TV <strong>192</strong> – juni 1994
35<br />
Roulet Cl.-A. en Vandaele L.<br />
Technical Note AIVC 34 : Air Flow Patterns within Buildings. Measurement<br />
Techniques. Co<strong>ve</strong>ntry, Air Infiltration and Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ion Centre - Internationaal Energ<strong>ie</strong>-<br />
Agentschap, 1991.<br />
36<br />
Uyttenbroeck J. en Wouters P.<br />
Uitleg o<strong>ve</strong>r de norm NBN D 50-001. Brussel, WTCB-Tijdschrift, Van normen<br />
& reglementen, zomer 1992.<br />
37<br />
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf<br />
Dampkappen en keuken<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Brussel, WTCB, Technische Voorlichting,<br />
nr. 187, maart 1993.<br />
38<br />
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf<br />
Gekontroleerde mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Leidraad voor de goede uitvoering.<br />
Deel 1 Luchtafzuiging in kollekt<strong>ie</strong><strong>ve</strong> woongebouwen. Brussel, WTCB, Technische Voorlichting,<br />
nr. 106, maart 1975.<br />
39<br />
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf<br />
Gekontroleerde mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Leidraad voor de goede uitvoering.<br />
Deel 2 Luchtafzuiging en -inblazing in kollekt<strong>ie</strong><strong>ve</strong> en individuele woongebouwen. Brussel,<br />
WTCB, Technische Voorlichting, nr. 119, juni 1978.<br />
40<br />
41<br />
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf<br />
Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in de Horecasektor. Horeca-Nota. Brussel, WTCB, 1992.<br />
Wouters P.<br />
De mogelijkheden en beperkingen <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren met betrekking tot gezond<br />
wonen. Brussel, Tijdschrift der openbare werken <strong>van</strong> België, nr. 6, 1990.<br />
42<br />
Wouters R., L’Heureux P. en Voordecker P.<br />
Stud<strong>ie</strong> <strong>van</strong> het patrimonium <strong>van</strong> de Nationale Maatschappij voor de Huis<strong>ve</strong>sting.<br />
Brussel, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf, D<strong>ie</strong>nsten<br />
voor de programmat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> het wetenschapsbeleid, Nationale Maatschappij voor de Huis<strong>ve</strong>sting,<br />
<strong>deel</strong>rapporten 1 tot 7, no<strong>ve</strong>mber 1987.<br />
100 TV <strong>192</strong> – juni 1994
B R U S S E L<br />
Maatschappelijke zetel<br />
Violetstraat 21 - 23<br />
B-1000 Brussel<br />
<strong>algemene</strong> direkt<strong>ie</strong><br />
☎<br />
02/502 66 90<br />
02/502 81 80<br />
publikat<strong>ie</strong>s<br />
☎ 02/511 33 14<br />
02/511 09 00<br />
Z A V E N T E M<br />
Kantoren<br />
Lozenberg I, 7<br />
B-1932 Sint-Ste<strong>ve</strong>ns-Woluwe<br />
(Za<strong>ve</strong>ntem)<br />
☎ 02/716 42 11<br />
02/725 32 12<br />
technisch adv<strong>ie</strong>s<br />
ontwikkeling & innovat<strong>ie</strong><br />
organisat<strong>ie</strong>techn<strong>ie</strong>ken<br />
gege<strong>ve</strong>nsbanken<br />
L I M E L E T T E<br />
Proefstation<br />
A<strong>ve</strong>nue P<strong>ie</strong>rre Holoffe 21<br />
B-1342 Limelette<br />
☎ 02/653 88 01<br />
02/653 07 29<br />
onderzoek<br />
laboratoria<br />
vorming<br />
dokumentat<strong>ie</strong><br />
biblioteek