01.06.2013 Views

tvn 192 : ve nti lat ie van woningen : deel 1 algemene principes

tvn 192 : ve nti lat ie van woningen : deel 1 algemene principes

tvn 192 : ve nti lat ie van woningen : deel 1 algemene principes

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DRIEMAANDELIJKSE PUBLIKATIE – 3 de TRIMESTER 1994 – AFGIFTE : BRUSSEL X – ISSN 0577-2028 – PRIJSKLASSE : A10<br />

WTCB<br />

EEN UITGAVE VAN HET WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH CENTRUM VOOR HET BOUWBEDRIJF<br />

TECHNISCHE<br />

VOORLICHTING <strong>192</strong><br />

V ENTILATIE<br />

VAN WONINGEN<br />

DEEL 1 ALGEMENE PRINCIPES<br />

Juni 1994


TECHNISCHE<br />

TECHNISCHE<br />

VOORLICHTING<br />

VOORLICHTING V ENTILATIE<br />

VAN WONINGEN<br />

DEEL 1 ALGEMENE PRINCIPES<br />

Deze Technische Voorlichting kwam tot stand in het raam <strong>van</strong> het onderzoeksprojekt<br />

‘Uitwerken <strong>van</strong> een strateg<strong>ie</strong> voor gekontroleerde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in <strong>woningen</strong>, scholen, kantoren<br />

en horecabedrij<strong>ve</strong>n’, gesubsid<strong>ie</strong>erd door het IWONL (Instituut tot aanmoediging <strong>van</strong><br />

het wetenschappelijk onderzoek in nij<strong>ve</strong>rheid en landbouw). Het dokument werd voorbereid<br />

door de werkgroep Woning<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>, in opdracht <strong>van</strong> het Technisch Komitee<br />

Hygroterm<strong>ie</strong>, en in samenspraak met de Technische Komitees Verwarming & Klimaatregeling,<br />

Sanitaire en industriële loodg<strong>ie</strong>terij, gasinstal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>s, metalen dakbedekkingen, Akoest<strong>ie</strong>k<br />

en Schrijnwerk.<br />

Samenstelling <strong>van</strong> de werkgroep Woning<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

Coördinator P. Wouters (WTCB)<br />

Leden J.P. Berlaimont (TK Hygroterm<strong>ie</strong> en Akoest<strong>ie</strong>k), A. Crémer (KVBG),<br />

R. Demets (SOBINCO), M. De Ne<strong>ve</strong> (Bemal), P. Devisscher (WTCB),<br />

L. D<strong>ie</strong>rickx (Stork), B. Geerinckx (WTCB), D. Gobert (DEC), R. Jadoul<br />

(ABB Fläkt), M. Merckx (Lameco), G. Mich<strong>ie</strong>lsen (Aldes), F. Monsaert<br />

(FAT/Ventomatic), E. Mortelmans (Aëremo), A. Og<strong>ie</strong>rs (Codumé), M. Raes<br />

(NVBB), L. Renson (Duco), P. Renson (Renson), J. Sch<strong>ie</strong>tecat (WTCB),<br />

P. Van Hooyweghen (Aralco), T. Verhaegen (Ubbink), B. Wallyn (Vlaamse<br />

Huis<strong>ve</strong>stingsmaatschappij)<br />

Redakt<strong>ie</strong> en technische begeleiding : L. Vandaele (WTCB), B. Vandermarcke (Hoger<br />

Architectuurinstituut St.-Lucas, Gent-Brussel), B. Ingelaere (WTCB), J. Uyttenbroeck (WTCB)<br />

WETENSCHAPPELIJK EN TECHNISCH CENTRUM VOOR HET BOUWBEDRIJF<br />

WTCB, inrichting erkend bij toepassing <strong>van</strong> de besluitwet <strong>van</strong> 30 januari 1947<br />

Maatschappelijke zetel : Violetstraat 21-23 te 1000 Brussel<br />

Dit is een publikat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> technische aard. De bedoeling er<strong>van</strong> is de resultaten <strong>van</strong> praktijkonderzoek voor<br />

de bouwsektor te <strong>ve</strong>rspreiden.<br />

Het, zelfs ge<strong>deel</strong>telijk, o<strong>ve</strong>rnemen of <strong>ve</strong>rtalen <strong>van</strong> de tekst <strong>van</strong> deze Technische Voorlichting is slechts<br />

toege<strong>lat</strong>en na schriftelijk akkoord <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rantwoordelijke uitge<strong>ve</strong>r.<br />

Verantwoordelijke uitge<strong>ve</strong>r : Carlo De Pauw<br />

Drukkerij : Puvrez NV<br />

Lay out : Meersman I.D.<br />

◆ TV <strong>192</strong> – juni 1994


2 BEGRIPPEN<br />

INHOUD 1 WAAROM VENTILEREN ?<br />

1.1 Inleiding ................................................................................... 4<br />

1.2 Kondensat<strong>ie</strong> en schimmelvorming .......................................... 4<br />

1.3 Luchtkwaliteit .......................................................................... 6<br />

1.4 Ve<strong>nti</strong>leren zoals vroeger ? ....................................................... 7<br />

1.5 Elementen voor een goede <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>strateg<strong>ie</strong> ......................... 7<br />

1.6 Struktuur <strong>van</strong> deze Technische Voorlichting .......................... 8<br />

2.1 Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> .................................................................................. 10<br />

2.2 Natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> ............................................................... 10<br />

2.3 Mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>............................................................. 10<br />

2.4 Toevoer- en afvoeropeningen .................................................. 10<br />

2.5 Okkasioneel werkend, intens<strong>ie</strong>f <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem .................. 12<br />

2.6 Vloeroppervlakte <strong>van</strong> een kamer ............................................. 12<br />

2.7 Luchtvolume <strong>van</strong> een kamer ................................................... 12<br />

2.8 Terugstroming en statische afzuiger ........................................ 12<br />

2.9 Verbrandingstoestellen............................................................. 13<br />

2.10 Valwindafleider - trekonderbreker .......................................... 13<br />

2.11 Bijkomende CEN-definit<strong>ie</strong>s ..................................................... 13<br />

2.12 Andere definit<strong>ie</strong>s ...................................................................... 13<br />

3 DE NORM NBN D 50-001 : UITGANGSPUNTEN EN EISEN<br />

4 EISEN VAN DE GEBRUIKER<br />

3.1 De draagwijdte <strong>van</strong> normen..................................................... 14<br />

3.2 Doel <strong>van</strong> de norm NBN D 50-001 .......................................... 14<br />

3.3 Toepassingsgeb<strong>ie</strong>d <strong>van</strong> de norm .............................................. 15<br />

3.4 Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen in gewone kamers en<br />

ruimten <strong>van</strong> woongebouwen .................................................... 15<br />

3.5 Voorz<strong>ie</strong>ningen voor <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in speciale ruimten ................. 20<br />

4.1 Hoofdeis : goede luchtkwaliteit ............................................... 25<br />

4.2 Spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> ........................................................................... 26<br />

4.3 Termisch komfort en tocht ...................................................... 26<br />

4.4 Akoestische prestat<strong>ie</strong>s .............................................................. 27<br />

4.5 Energetische prestat<strong>ie</strong>s ............................................................. 28<br />

4.6 Brand<strong>ve</strong>iligheid ........................................................................ 29<br />

4.7 Kondensat<strong>ie</strong>problemen............................................................. 30<br />

4.8 Goede werking <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen............................. 32<br />

4.9 Beperken <strong>van</strong> de lucht<strong>ve</strong>rvuiling ............................................. 35<br />

4.10 Luchtdichtheid <strong>van</strong> het gebouw............................................... 35<br />

4.11 Onderhoud <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen .................................. 35<br />

4.12 Gebruiksvr<strong>ie</strong>ndelijkheid ........................................................... 36<br />

4.13 Mogelijkheden en beperkingen bij het installeren .................. 36<br />

4.14 Estet<strong>ie</strong>k ..................................................................................... 36<br />

4.15 Besluit ...................................................................................... 36<br />

5 LUCHTDICHTHEID VAN HET GEBOUW<br />

5.1 Richtlijnen <strong>van</strong> de norm NBN D 50-001 ................................ 37<br />

5.2 Luchtdichtheid <strong>van</strong> ramen ....................................................... 37<br />

2 TV <strong>192</strong> – juni 1994


INHOUD<br />

6 VENTILATIE EN GELUIDHINDER<br />

7 DIMENSIONERING EN BEREKENING<br />

8 ONDERHOUD EN REGELING<br />

9 VOORBEELDEN<br />

BIJLAGEN<br />

5.3 Luchtdichtheid <strong>van</strong> het hele gebouw ....................................... 39<br />

5.4 O<strong>ve</strong>rzicht <strong>van</strong> mogelijke luchtlekken ...................................... 40<br />

5.5 Re<strong>lat</strong><strong>ie</strong> tussen de luchtdichtheid <strong>van</strong> het gebouw en<br />

het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem ................................................................ 41<br />

6.1 Akoestische problemen <strong>ve</strong>roorzaakt door <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen 42<br />

6.2 Eisen volgens de Belgische norm............................................ 44<br />

6.3 Benaderende bepaling <strong>van</strong> de gewijzigde luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

<strong>van</strong> een wand waarin een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster of een opening<br />

aangebracht wordt .................................................................... 47<br />

7.1 Natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen................................................. 52<br />

7.2 Mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen .............................................. 52<br />

8.1 Onderhoud ................................................................................ 54<br />

8.2 Regeling ................................................................................... 57<br />

9.1 Sociale woning, halfopen bebouwing...................................... 59<br />

9.2 Appartementsgebouw ............................................................... 72<br />

1 Kontrolelijst voor de toepassing <strong>van</strong> de norm NBN D 50-001 ..... 88<br />

2 Korrekte interpretat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de eisen in de Belgische normen<br />

NBN D 50-001 en B 62-003 .......................................................... 95<br />

LITERATUURLIJST .................................................................................................. 97<br />

3 TV <strong>192</strong> – juni 1994


1 WAAROM VENTILEREN ?<br />

1.1 INLEIDING De problemat<strong>ie</strong>k <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en luchtdichtheid <strong>van</strong> woongebouwen<br />

is in de Belgische bouwwereld pas de laatste<br />

jaren in de belangstelling gekomen. Ve<strong>nti</strong>leren <strong>van</strong> de woongebouwen blijkt nochtans<br />

noodzakelijk. Volgende vragen komen wellicht spontaan aan bod :<br />

◆ <strong>van</strong>waar de noodzaak om te <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren ?<br />

◆ waarom vraagt men nu plots meer aandacht voor <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en werd er vroeger quasi<br />

geen belang aan gehecht ?<br />

Samengevat blijken volgende aspekten daarvoor de grondslag te vormen. Ve<strong>nti</strong>leren is<br />

noodzakelijk voor de afvoer <strong>van</strong> polluenten en damp, het resulteert in :<br />

◆ een kleinere kans op kondensat<strong>ie</strong> en schimmelvorming : deze komen steeds meer voor,<br />

ze vormen n<strong>ie</strong>t alleen estetische problemen en tasten de gezondheid <strong>van</strong> het gebouw<br />

aan, maar ze kunnen ook aanleiding ge<strong>ve</strong>n tot allergische reakt<strong>ie</strong>s bij de mens<br />

◆ een betere luchtkwaliteit in de gebouwen : terecht is in de loop der jongste jaren een<br />

groe<strong>ie</strong>nde bezorgdheid ontstaan voor de vrijwaring <strong>van</strong> het mil<strong>ie</strong>u in het algemeen.<br />

Een <strong>van</strong> de aspekten daarbij is de aandacht voor de kwaliteit <strong>van</strong> de binnenomgeving<br />

in onze gebouwen. De zorg voor een degelijke binnenluchtkwaliteit loopt duidelijk<br />

parallel met een efficiënte <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de gebouwen. De <strong>ve</strong>rbetering <strong>van</strong> de binnenluchtkwaliteit<br />

moet echter <strong>ve</strong>rzoend worden met een redelijk energ<strong>ie</strong>gebruik<br />

◆ een voldoende luchttoevoer voor de bewoners en de <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen.<br />

1.2 KONDENSATIE EN<br />

SCHIMMELVORMING<br />

Kondensat<strong>ie</strong> en schimmel zijn er altijd geweest.<br />

Tijdens de jongste twee decennia echter (d.i.<br />

sedert ca. 1975) kenden deze problemen een<br />

zeer duidelijke toename. De belangrijkste redenen daarvoor zijn :<br />

◆ het bouwfysisch n<strong>ie</strong>t korrekt isoleren <strong>van</strong> de gebouwen (vooral koudebruggen ge<strong>ve</strong>n<br />

aanleiding tot kondensat<strong>ie</strong> en schimmelvorming)<br />

◆ de betere luchtdichtheid <strong>van</strong> gebouwen, zonder aanvullende <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>; dit heeft geleid<br />

tot vochtigere lucht binnen de gebouwen, met als gevolg een grotere kans op kondensat<strong>ie</strong>-<br />

en schimmelproblemen. D<strong>ie</strong> betere luchtdichtheid kan struktureel worden <strong>ve</strong>rklaard,<br />

o.a. door het gebruik <strong>van</strong> beter sluitend schrijnwerk. Een andere <strong>ve</strong>rklaring is<br />

dat de bewoners zelf meer aandacht schenken aan de luchtdichtheid (en dat meestal om<br />

energetische redenen)<br />

◆ het algemeen gebruik <strong>van</strong> centrale <strong>ve</strong>rwarming in plaats <strong>van</strong> kachels e.d., uit komforto<strong>ve</strong>rwegingen.<br />

De vroegere klass<strong>ie</strong>ke kachel stond in de woonruimte zelf en <strong>ve</strong>rhoogde<br />

er automatisch de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> : <strong>ve</strong>rse lucht werd aangezogen voor de <strong>ve</strong>rbranding<br />

en <strong>ve</strong>rvuilde lucht werd samen met de rookgassen afgevoerd. De centrale-<strong>ve</strong>r-<br />

4 TV <strong>192</strong> – juni 1994


warmingsketel daarentegen wordt nu logisch geplaatst buiten de woonruimten : in een<br />

aparte stookplaats, garage, kelder of zolder, en zorgt daar voor een bijkomende <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>,<br />

in plaats <strong>van</strong> in de woonruimten. Ook maakt men steeds meer gebruik <strong>van</strong><br />

gesloten toestellen d<strong>ie</strong> de lucht rechtstreeks <strong>van</strong> buiten aanzuigen. Een gunstige evolut<strong>ie</strong><br />

o<strong>ve</strong>rigens, d<strong>ie</strong> de <strong>ve</strong>iligheid <strong>ve</strong>rhoogt<br />

◆ het stijgend gebruik <strong>van</strong> dubbel glas uit energ<strong>ie</strong>- en komforto<strong>ve</strong>rwegingen. Kondensat<strong>ie</strong><br />

op enkel glas had vroeger een alarmfunkt<strong>ie</strong> (aanduiding <strong>van</strong> te hoge luchtvochtigheid)<br />

en was het sein om wat extra te luchten. Dubbele beglazing is meestal n<strong>ie</strong>t meer<br />

het koudste oppervlak : kondensat<strong>ie</strong> en schimmelvorming ontstaan dan ook meestal<br />

ongemerkt op andere koudere plaatsen.<br />

De om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> d<strong>ie</strong> kondensat<strong>ie</strong>- en schimmelproblemen blijkt duidelijk uit de resultaten<br />

<strong>van</strong> een enquête d<strong>ie</strong> tussen 1985 en 1986 in 2.334 <strong>woningen</strong> <strong>van</strong> de toenmalige Nationale<br />

Maatschappij voor de Huis<strong>ve</strong>sting werd uitgevoerd [42]. In totaal werden 100 wijken<br />

bestudeerd, statistisch representat<strong>ie</strong>f gekozen o<strong>ve</strong>r heel België. Afbeelding 1 toont het<br />

gemiddeld aantal kamers per bezochte woning met ser<strong>ie</strong>uze kondensat<strong>ie</strong>- en/of schimmelproblemen.<br />

2,5<br />

2<br />

1,5<br />

1<br />

0,5<br />

0<br />

20 30 40 50 60 70 80 90<br />

Afb. 1 Gemiddeld aantal kamers per<br />

woning met ernstige kondensat<strong>ie</strong>- of<br />

schimmelproblemen in sociale woonwijken,<br />

afhankelijk <strong>van</strong> het bouwjaar [42].<br />

Op de abscis, het bouwjaar<br />

Op de ordinaat, vochtproblemen (aantal<br />

kamers/woning)<br />

Volgende vaststellingen zijn belangrijk :<br />

◆ <strong>van</strong> de 100 woonwijken zijn er weinig zonder problemen<br />

◆ de 12 wijken met de meeste problemen zijn alle gebouwd na 1970<br />

◆ in totaal blijkt onge<strong>ve</strong>er 20 % <strong>van</strong> alle onderzochte sociale <strong>woningen</strong> ernstige kondensat<strong>ie</strong>-<br />

en schimmelproblemen te <strong>ve</strong>rtonen.<br />

Schimmelgroei op koudebruggen, achter kasten, ... is meestal een estetisch probleem en<br />

kan bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n ook aanleiding ge<strong>ve</strong>n tot allergische reakt<strong>ie</strong>s. Statistisch blijkt dat na twee<br />

jaar <strong>ve</strong>rblijf in een woning met ernstige schimmelproblemen tot 20 % <strong>van</strong> de mensen<br />

allergische reakt<strong>ie</strong>s ontwikkelt. Schimmels vormen dus een gezondheidsprobleem.<br />

Om zowel energ<strong>ie</strong>bewust als zonder kondensat<strong>ie</strong>- en schimmel<strong>ve</strong>rschijnselen (en dus ook<br />

zonder gezondheidsproblemen) te bouwen, geldt :<br />

◆ enerzijds dat bouwfysische aspekten beter in acht d<strong>ie</strong>nen te worden genomen (degelijke<br />

iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> zonder koudebruggen)<br />

◆ en anderzijds dat de luchtvochtigheid op een redelijk peil moet worden gehouden via<br />

een behoorlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />

5 TV <strong>192</strong> – juni 1994


Bij bestaande gebouwen is de iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> dikwijls onvoldoende. Met een behoorlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

kunnen ook in deze gevallen kondensat<strong>ie</strong>- en schimmelproblemen meestal worden<br />

<strong>ve</strong>rmeden.<br />

1.3 LUCHTKWALITEIT De moderne westerse mens geeft de jongste jaren<br />

terecht een groe<strong>ie</strong>nde bezorgdheid te kennen voor<br />

de vrijwaring <strong>van</strong> het mil<strong>ie</strong>u. Zo worden hogere eisen gesteld, n<strong>ie</strong>t alleen op het vlak <strong>van</strong><br />

het mil<strong>ie</strong>u in het algemeen of <strong>van</strong> de hygiënische kwaliteit <strong>van</strong> de voeding, het drinkwater,<br />

... maar ook op het vlak <strong>van</strong> de kwaliteit <strong>van</strong> de binnenomgeving (termisch komfort,<br />

akoestisch komfort, <strong>ve</strong>rlichtingsni<strong>ve</strong>au, ...).<br />

In dat opzicht zijn de kwaliteitseisen, gesteld aan de lucht d<strong>ie</strong> men inademt, minstens<br />

e<strong>ve</strong>n belangrijk. Per individu kan een drank<strong>ve</strong>rbruik vooropgesteld worden <strong>van</strong> 1,5 liter<br />

water per dag en een hoe<strong>ve</strong>elheid ingeademde lucht <strong>van</strong> 480 liter per uur.<br />

In de praktijk blijkt echter dat het met de luchtkwaliteit n<strong>ie</strong>t altijd schitterend is gesteld :<br />

◆ de kwaliteit <strong>van</strong> de buitenlucht is soms op het randje <strong>van</strong> het aanvaardbare, zeker in<br />

bepaalde stadsdelen en in industriële geb<strong>ie</strong>den. Daar<strong>van</strong> is men zich de jongste jaren<br />

duidelijk bewust geworden<br />

◆ de kwaliteit <strong>van</strong> de binnenlucht is in tal <strong>van</strong> gevallen gewoon slecht. Dat geldt zeker<br />

in <strong>ve</strong>el ruimten waar wordt gerookt zoals bij voorbeeld in <strong>ve</strong>rgaderzalen, maar ook in<br />

klaslokalen, in slaapkamers, ... Meer recent is ook het bewustzijn gegroeid <strong>van</strong> het<br />

gevaar <strong>van</strong> radon, asbest en formaldehyde.<br />

De problemen d<strong>ie</strong> door deze <strong>ve</strong>rvuilende stoffen worden <strong>ve</strong>roorzaakt, variëren <strong>van</strong> komfortklachten<br />

(bij voorbeeld geuren) tot hinder (oogirritat<strong>ie</strong>, ...) en zelfs tot ernstige gezondheidsrisico’s<br />

(bij voorbeeld bij roken, ook pass<strong>ie</strong>f roken).<br />

Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> is altijd de meest evidente stap tot het bekomen <strong>van</strong> een goede luchtkwaliteit<br />

in gebouwen. Maar e<strong>ve</strong>n belangrijk als een degelijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> is het wegnemen of<br />

beperken <strong>van</strong> de oorzaken <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rvuiling. Enkele typische voorbeelden zijn :<br />

◆ het roken <strong>ve</strong>rb<strong>ie</strong>den<br />

◆ materialen gebruiken d<strong>ie</strong> geen schadelijke en/of hinderlijke <strong>deel</strong>tjes vrijge<strong>ve</strong>n (b.v.<br />

asbestvrije of formaldehydevrije produkten, tapijten en wandbekledingen met minder<br />

hinderlijke geurstoffen, ...) en d<strong>ie</strong> beter kunnen worden onderhouden<br />

◆ het degelijk afschermen <strong>van</strong> materialen d<strong>ie</strong> gevaarlijk kunnen zijn.<br />

Een behoorlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> is noodzakelijk om de voor de bewoners nodige <strong>ve</strong>rse lucht aan<br />

te voeren en om de vrijgekomen schadelijke of hinderlijke bestanddelen af te voeren. Om<br />

<strong>ie</strong>ts te doen aan de luchtkwaliteit binnen de gebouwen en de gebruiker toch de gelegenheid<br />

te b<strong>ie</strong>den de komfortkondit<strong>ie</strong>s aan te passen aan zijn persoonlijke behoeften, zijn een<br />

aantal richtlijnen nuttig.<br />

In België zijn de volgende voorschriften <strong>van</strong> kracht :<br />

◆ de Belgische norm NBN D 50-001 ‘Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen in woongebouwen’ (gepubliceerd<br />

in oktober 1991) [5]<br />

6 TV <strong>192</strong> – juni 1994


◆ het Minister<strong>ie</strong>el Besluit met betrekking tot <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen in horeca<strong>ve</strong>stigingen<br />

(<strong>van</strong> kracht sedert mei 1991) [33].<br />

1.4 VENTILEREN<br />

ZOALS VROEGER ?<br />

Vroeger gebeurde <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren door de aanwezigheid<br />

<strong>van</strong> talrijke spleten, k<strong>ie</strong>ren of<br />

open voegen in en rond het schrijnwerk en<br />

in het gebouwomhulsel, maar ook door het openen <strong>van</strong> ramen en deuren.<br />

Echter is de kwaliteit in <strong>ve</strong>rband met de dichtheid <strong>van</strong> ramen en deuren sterk <strong>ve</strong>rbeterd<br />

o<strong>ve</strong>r de laatste twi<strong>nti</strong>g jaar, terwijl de energ<strong>ie</strong>zuinigheid gezorgd heeft voor de afdichting<br />

<strong>van</strong> een groot aantal k<strong>ie</strong>ren.<br />

Het openen <strong>van</strong> ramen is ook geen goede oplossing want :<br />

◆ open ramen b<strong>ie</strong>den geen enkele bescherming tegen regen, inbraak, ...<br />

◆ tochtproblemen zijn on<strong>ve</strong>rmijdelijk<br />

◆ de kamer zal zeer sterk afkoelen<br />

◆ de energ<strong>ie</strong>kost <strong>van</strong> een dergelijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>wijze kan vrij hoog zijn<br />

◆ lawaaihinder is in ons dicht bevolkt land dikwijls on<strong>ve</strong>rmijdelijk.<br />

Om d<strong>ie</strong> redenen b<strong>ie</strong>dt het openen <strong>van</strong> ramen en deuren voor de doorsneebewoner geen<br />

echt goede mogelijkheid tot <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>. In de praktijk worden <strong>ve</strong>el <strong>woningen</strong> maar zeer<br />

beperkt ge<strong>ve</strong><strong>nti</strong>leerd, terwijl andere te <strong>ve</strong>el ge<strong>ve</strong><strong>nti</strong>leerd worden. Om korrekt te kunnen<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren, zijn kontroleerbare voorz<strong>ie</strong>ningen voor toevoer en afvoer <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht<br />

nodig.<br />

Tot nog toe beschikt het o<strong>ve</strong>rgrote ge<strong>deel</strong>te <strong>van</strong> de <strong>woningen</strong> in België n<strong>ie</strong>t o<strong>ve</strong>r dergelijke<br />

voorz<strong>ie</strong>ningen. De enige uitzondering h<strong>ie</strong>rop is de dampkap in de keuken. D<strong>ie</strong><br />

dampkap wordt echter slechts sporadisch gebruikt (tijdens het koken) en heeft meestal<br />

enkel een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-effekt in de keuken zelf. Het is dan ook n<strong>ie</strong>t <strong>ve</strong>rwonderlijk dat<br />

kondensat<strong>ie</strong>- en schimmelproblemen <strong>ve</strong>elvuldig voorkomen in tal <strong>van</strong> <strong>woningen</strong>, ook in<br />

de n<strong>ie</strong>uwbouw.<br />

De Belgische norm NBN D 50-001 tracht h<strong>ie</strong>rin <strong>ve</strong>randering te brengen. De norm <strong>ve</strong>rstrekt<br />

richtlijnen om problemen te voorkomen, d<strong>ie</strong> het gevolg zijn <strong>van</strong> dat gebrekkig<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren, door de nodige <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>mogelijkheden te voorz<strong>ie</strong>n in woongebouwen. Deze<br />

norm wordt in hoofdstuk 3 gedetailleerd uitgelegd.<br />

1.5 ELEMENTEN VOOR EEN<br />

GOEDE VENTILATIE-<br />

STRATEGIE<br />

Bekijkt men de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> ook uit het oogpunt<br />

<strong>van</strong> de energ<strong>ie</strong>, dan hoeft het geen betoog<br />

dat – aangez<strong>ie</strong>n <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren noodzakelijk<br />

is – enkel ‘gekontroleerd’ <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren het<br />

energ<strong>ie</strong>gebruik en de energ<strong>ie</strong>kost kan beperken. Ook om tocht<strong>ve</strong>rschijnselen te beperken,<br />

wordt het aan<strong>deel</strong> <strong>van</strong> de ongekontroleerde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> door reten, k<strong>ie</strong>ren, spleten, ... best<br />

beperkt. Ongekontroleerde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> beperken, betekent dat het gebouw voldoende luchtdicht<br />

moet zijn. Goede luchtdichtheid resulteert bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n in een betere woonkwaliteit :<br />

7 TV <strong>192</strong> – juni 1994


tocht wordt beperkt, e<strong>ve</strong>ntueel <strong>ve</strong>rvuilde buitenlucht kan moeilijker in de woning infiltreren,<br />

...<br />

In een goed uitgebouwde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>strateg<strong>ie</strong> moet men bijgevolg steeds twee aandachtspunten<br />

terugvinden :<br />

◆ enerzijds moet ervoor gezorgd worden dat in de gebouwen een aantal technische<br />

voorz<strong>ie</strong>ningen aanwezig zijn, d<strong>ie</strong> het de bewoner mogelijk maken om de komfortkondit<strong>ie</strong>s<br />

<strong>van</strong>uit het oogpunt <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> aan te passen aan zijn persoonlijke behoeften,<br />

en dit zonder bo<strong>ve</strong>n<strong>ve</strong>rmelde nadelen. Dit eerste element <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>strateg<strong>ie</strong> kan<br />

men omschrij<strong>ve</strong>n als kontroleerbare <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen. Dit omvat de mogelijkheid<br />

om zowel een basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> tot stand te brengen als een intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> of<br />

p<strong>ie</strong>k<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in speciale omstandigheden<br />

◆ anderzijds is een behoorlijke luchtdichtheid <strong>van</strong> het gebouw belangrijk om het energ<strong>ie</strong>gebruik<br />

redelijk te beperken en om de kans op tochtproblemen minimaal te houden.<br />

Het tweede element <strong>van</strong> een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>strateg<strong>ie</strong> is bijgevolg goed luchtdicht bouwen.<br />

Beide esse<strong>nti</strong>ële elementen zijn in afbeelding 2 geïllustreerd.<br />

VOLDOENDE LUCHTDICHT<br />

BOUWEN<br />

ESSENTIËLE ELEMENTEN VAN<br />

EEN VENTILATIESTRATEGIE<br />

Afb. 2 Elementen voor een e<strong>ve</strong>nwichtige <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>strateg<strong>ie</strong>.<br />

BASISVENTILATIE INTENSIEVE VENTILATIE<br />

LUCHTTOEVOER DOORSTROMING LUCHTAFVOER<br />

De Belgische norm NBN D 50-001 richt zich voornamelijk op het eerste aspekt, namelijk<br />

het realiseren <strong>van</strong> geschikte <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen. Het aspekt luchtdichtheid <strong>van</strong> het<br />

gebouw komt nagenoeg n<strong>ie</strong>t aan bod. In hoofdstuk 5 <strong>van</strong> deze Technische Voorlichting<br />

wordt speciale aandacht geschonken aan dit laatste aspekt.<br />

1.6 STRUKTUUR VAN DEZE<br />

TECHNISCHE VOORLICHTING<br />

De voornaamste doelstelling <strong>van</strong> deze<br />

Technische Voorlichting bestaat<br />

in het ge<strong>ve</strong>n <strong>van</strong> een o<strong>ve</strong>rzicht <strong>van</strong><br />

de filosof<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de norm NBN D 50-001 (hoofdstuk 3) en de praktische toepassing er<strong>van</strong><br />

(hoofdstuk 4). Enkele <strong>van</strong> de randvoorwaarden d<strong>ie</strong> in hoofdstuk 4 reeds aangege<strong>ve</strong>n<br />

worden, komen meer uitgebreid aan bod in hoofdstuk 5 ‘Luchtdichtheid <strong>van</strong> gebouwen’<br />

en hoofdstuk 6 ‘Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en geluidhinder’. O<strong>ve</strong>r het ontwerpen <strong>van</strong> mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen<br />

wordt in beperkte mate ingegaan in hoofdstuk 7, terwijl aspekten als<br />

ople<strong>ve</strong>ring en onderhoud aan bod komen in hoofdstuk 8.<br />

Enkele praktische voorbeelden <strong>ve</strong>rtellen dikwijls meer dan <strong>ve</strong>el teoretische beschrijvingen.<br />

Daarom wordt in hoofdstuk 9 een o<strong>ve</strong>rzicht gege<strong>ve</strong>n <strong>van</strong> een aantal varianten d<strong>ie</strong><br />

kunnen toegepast worden in een individuele woning en een appartementsgebouw.<br />

8 TV <strong>192</strong> – juni 1994


In bijlage 1 wordt een kontrolelijst <strong>van</strong> de aandachtspunten gege<strong>ve</strong>n d<strong>ie</strong> nuttig zijn bij het<br />

ontwerp <strong>van</strong> een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Aangez<strong>ie</strong>n er in de praktijk een aantal mis<strong>ve</strong>rstanden<br />

bestaan o<strong>ve</strong>r de interpretat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten in de normen NBN D 50-001<br />

en B 62-003 [4] wordt in bijlage 2 h<strong>ie</strong>ro<strong>ve</strong>r enige <strong>ve</strong>rduidelijking <strong>ve</strong>rstrekt.<br />

In een aparte Technische Voorlichting zal gehandeld worden o<strong>ve</strong>r de <strong>ve</strong>rschillende in de<br />

handel voorkomende komponenten en systemen, waarmee de uitrusting voor de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>woningen</strong> kan uitgevoerd worden, namelijk :<br />

◆ luchttoevoervoorz<strong>ie</strong>ningen<br />

◆ doorstroomopeningen<br />

◆ afvoermonden<br />

◆ <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>kanalen<br />

◆ dakuitmondingen<br />

◆ dampkappen<br />

◆ <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren<br />

◆ warmterekuperat<strong>ie</strong>systemen<br />

◆ regelsystemen.<br />

9 TV <strong>192</strong> – juni 1994


2 BEGRIPPEN<br />

In de norm NBN D 50-001 [5] wordt een aantal begrippen gehanteerd, d<strong>ie</strong> h<strong>ie</strong>r kort<br />

omschre<strong>ve</strong>n worden. Het Europese Comité voor Normalisat<strong>ie</strong> (CEN) heeft een lijst met<br />

symbolen, eenheden en terminolog<strong>ie</strong> opgesteld in het kader <strong>van</strong> Technical Committee 156<br />

“Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ion for Buildings” [17]. Waar nodig wordt de CEN-terminolog<strong>ie</strong> aangege<strong>ve</strong>n na<br />

deze <strong>van</strong> het Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong>.<br />

2.1 VENTILATIE Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> is de lucht<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rsing in <strong>ve</strong>rtrekken<br />

of ruimten waarin mensen <strong>ve</strong>rblij<strong>ve</strong>n, d<strong>ie</strong> tot<br />

stand komt door lucht aan te voeren uit de buitenomgeving.<br />

2.2 NATUURLIJKE<br />

VENTILATIE<br />

De natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> is de lucht<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rsing<br />

d<strong>ie</strong> tot stand komt als gevolg <strong>van</strong> de werking<br />

<strong>van</strong> de wind op het gebouw of als gevolg <strong>van</strong><br />

temperatuur<strong>ve</strong>rschillen tussen de binnenlucht en de buitenlucht, dus zonder gebruik te<br />

maken <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren.<br />

Volgens CEN komt de natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> tot stand als gevolg <strong>van</strong> druk<strong>ve</strong>rschillen<br />

zonder de hulp <strong>van</strong> mechanisch aangedre<strong>ve</strong>n komponenten om de lucht te <strong>ve</strong>rplaatsen.<br />

2.3 MECHANISCHE<br />

VENTILATIE<br />

De mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> is de lucht<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rsing<br />

d<strong>ie</strong> tot stand komt door een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or met<br />

motor. Een mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> kan door<br />

een centrale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or of door <strong>ve</strong>rschillende afzonderlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren gerealiseerd worden.<br />

2.4 TOEVOER- EN<br />

AFVOEROPENINGEN<br />

<strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rontreinigde lucht uit een ruimte is de afvoeropening.<br />

De opening bestemd voor de toevoer <strong>van</strong> de<br />

lucht in een kamer of ruimte is de toevoeropening.<br />

De opening bestemd voor de afvoer<br />

De toevoer- en afvoeropeningen hebben steeds een vrij kleine doorsnede en zijn derwijze<br />

ontworpen dat ze – zelfs in geopende stand – het risico op inbraak n<strong>ie</strong>t <strong>ve</strong>rhogen. De<br />

<strong>ve</strong>rschillende soorten toevoer- en afvoeropeningen worden h<strong>ie</strong>rna toegelicht.<br />

2.4.1 DOORSTROOMOPENINGEN (DO)<br />

Een doorstroomopening is een n<strong>ie</strong>t-afsluitbare, permanente opening of spleet waardoor<br />

10 TV <strong>192</strong> – juni 1994


de lucht vrij <strong>van</strong> de ene naar de andere binnenruimte kan stromen. Doorstroomopeningen<br />

kunnen alleen voorkomen in binnenwanden of in en rond binnendeuren. Een doorstroomopening<br />

fungeert dus tegelijk als afvoeropening <strong>van</strong> een kamer of ruimte en als toevoeropening<br />

<strong>van</strong> de naburige kamer of ruimte.<br />

2.4.2 OPENINGEN VOOR MECHANISCHE TOEVOER EN AFVOER<br />

Deze toevoer- en afvoeropeningen zijn via kanalen <strong>ve</strong>rbonden met de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or of<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>orgroepen. Door hun opvatting en uitvoering kunnen ze door bevoegd personeel<br />

vooraf ingesteld worden om het gewenste toevoer- of afzuigdeb<strong>ie</strong>t te bekomen.<br />

2.4.3 REGELBARE OPENING VOOR NATUURLIJKE OF VRIJE TOEVOER (RTO)<br />

Een regelbare opening voor natuurlijke of vrije toevoer is een toevoeropening in een<br />

buitenwand, in of rond een <strong>ve</strong>nster of buitendeur. De vrije doorsnede <strong>van</strong> d<strong>ie</strong> opening kan<br />

manueel of automatisch geregeld worden in een voldoend aantal standen tussen “gesloten”<br />

en “volledig open”.<br />

Deze regeling kan ko<strong>nti</strong>nu <strong>ve</strong>rlopen of via minstens 3 standen tussen “gesloten” en<br />

“volledig open” (d.i. dus minstens 5 standen). In gesloten stand wordt, bij een druk<strong>ve</strong>rschil<br />

∆P <strong>van</strong> 50 Pa, nog een lekdeb<strong>ie</strong>t toege<strong>lat</strong>en dat n<strong>ie</strong>t groter is dan 15 % <strong>van</strong> het<br />

deb<strong>ie</strong>t dat <strong>ve</strong>reist wordt voor de kamer of ruimte. Dit lekdeb<strong>ie</strong>t wordt aanbevolen om een<br />

zwakke lucht<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rsing in stand te houden, zelfs wanneer alle toevoeropeningen normaal<br />

gesloten zijn (b.v. bij langdurige afwezigheid <strong>van</strong> de bewoners).<br />

OPMERKINGEN<br />

Ind<strong>ie</strong>n een kamer meer dan één regelbare toevoeropening (RTO) heeft, mag het lekdeb<strong>ie</strong>t<br />

<strong>van</strong> alle toevoeropeningen, in gesloten stand, n<strong>ie</strong>t groter zijn dan 15 % <strong>van</strong> het deb<strong>ie</strong>t dat<br />

<strong>ve</strong>reist wordt voor deze kamer.<br />

Men spreekt <strong>van</strong> natuurlijke toevoer ind<strong>ie</strong>n de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> tot stand komt zonder de tussenkomst<br />

<strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren. Wanneer alleen mechanisch wordt afgezogen, spreekt men <strong>van</strong><br />

vrije toevoer doorheen de toevoeropeningen.<br />

2.4.4 REGELBARE OPENING VOOR NATUURLIJKE OF VRIJE AFVOER (RAO)<br />

Een regelbare opening voor natuurlijke of vrije afvoer is <strong>ve</strong>rbonden met hoofdzakelijk<br />

<strong>ve</strong>rtikale kanalen d<strong>ie</strong> bo<strong>ve</strong>n het dak uitmonden. De vrije doorsnede <strong>van</strong> een regelbare<br />

opening voor natuurlijke of vrije afvoer moet manueel of automatisch kunnen geregeld<br />

worden in een voldoend aantal standen tussen :<br />

◆ de minimumopening, waarbij het afvoerdeb<strong>ie</strong>t voor een druk<strong>ve</strong>rschil (∆P) o<strong>ve</strong>r het<br />

rooster <strong>van</strong> 50 Pa onge<strong>ve</strong>er <strong>van</strong> de grootte-orde is <strong>van</strong> 15 à 25 % <strong>van</strong> het afvoerdeb<strong>ie</strong>t<br />

dat <strong>ve</strong>reist wordt voor de betrokken kamer<br />

◆ en de maximumopening.<br />

11 TV <strong>192</strong> – juni 1994


Deze regeling kan ko<strong>nti</strong>nu <strong>ve</strong>rlopen of via minstens 3 standen tussen de minimum- en de<br />

maximumopening (dus minstens 5 standen).<br />

OPMERKINGEN<br />

Ind<strong>ie</strong>n een kamer meer dan één regelbare afvoeropening (RAO) heeft, moet het totale<br />

afvoerdeb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> alle afvoeropeningen, in hun minimumstand en voor een ∆P = 50 Pa,<br />

begrepen zijn tussen 15 en 25 % <strong>van</strong> het afvoerdeb<strong>ie</strong>t dat <strong>ve</strong>reist wordt voor deze kamer.<br />

Men spreekt <strong>van</strong> natuurlijke afvoer ind<strong>ie</strong>n de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> tot stand komt zonder de tussenkomst<br />

<strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren. Wanneer alleen mechanisch wordt toegevoerd, spreekt men <strong>van</strong><br />

vrije afvoer doorheen de afvoeropeningen.<br />

2.5 OKKASIONEEL<br />

WERKEND, INTENSIEF<br />

VENTILATIESYSTEEM<br />

In bepaalde gevallen en voor bepaalde ruimten<br />

is het noodzakelijk om, buiten de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen<br />

d<strong>ie</strong> nodig zijn voor een<br />

normale bewoning, de mogelijkheid te voor-<br />

z<strong>ie</strong>n om tijdelijk een aanvullend en intens<strong>ie</strong>f lucht<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rsingssysteem in te schakelen (bij<br />

voorbeeld bij o<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rwarming door de zon of bij een drukke bezetting <strong>van</strong> bepaalde<br />

kamers). In open stand moet dit systeem n<strong>ie</strong>t voldoen aan enig a<strong>nti</strong>-inbraakcriterium.<br />

2.6 VLOEROPPERVLAKTE<br />

VAN EEN KAMER<br />

De vloeroppervlakte <strong>van</strong> een kamer of een<br />

ruimte wordt bekomen door de lengte (m)<br />

<strong>van</strong> de kamer of ruimte te <strong>ve</strong>rmenigvuldigen<br />

met haar breedte (m) op het ni<strong>ve</strong>au <strong>van</strong> de vloer <strong>van</strong> deze kamer of ruimte.<br />

2.7 LUCHTVOLUME<br />

VAN EEN KAMER<br />

Het luchtvolume <strong>van</strong> een kamer of een ruimte<br />

wordt bekomen door de vloeroppervlakte te<br />

<strong>ve</strong>rmenigvuldigen met de hoogte <strong>van</strong> de ka-<br />

mer of ruimte (tussen de afgewerkte ni<strong>ve</strong>aus <strong>van</strong> de vloer en het plafond).<br />

Ind<strong>ie</strong>n de hoogte <strong>van</strong> de kamer n<strong>ie</strong>t o<strong>ve</strong>ral dezelfde is, moet het luchtvolume <strong>van</strong> de<br />

kamer of de ruimte gelijk zijn aan het produkt <strong>van</strong> de vloeroppervlakte en de gemiddelde<br />

hoogte <strong>van</strong> de kamer of ruimte. Bij de berekening <strong>van</strong> het kamervolume houdt men geen<br />

rekening met de aanwezigheid <strong>van</strong> e<strong>ve</strong>ntuele meubelen.<br />

2.8 TERUGSTROMING EN<br />

STATISCHE AFZUIGER<br />

Terugstroming gesch<strong>ie</strong>dt wanneer lucht zich<br />

doorheen een afvoeropening <strong>ve</strong>rplaatst in de<br />

tegengestelde richting dan wat voorz<strong>ie</strong>n is.<br />

Een statische afzuiger is een vaste of beweegbare voorz<strong>ie</strong>ning bo<strong>ve</strong>n op een natuurlijk<br />

12 TV <strong>192</strong> – juni 1994


afvoerkanaal. Deze voorz<strong>ie</strong>ning is bestemd om de trek te <strong>ve</strong>rbeteren en om terugstroming<br />

in het kanaal onder invloed <strong>van</strong> de wind te voorkomen.<br />

2.9 VERBRANDINGS-<br />

TOESTELLEN<br />

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen<br />

dichte en n<strong>ie</strong>t-dichte <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen.<br />

Een n<strong>ie</strong>t-dicht <strong>ve</strong>rbrandingstoestel<br />

ont<strong>van</strong>gt zijn <strong>ve</strong>rbrandingslucht direkt uit de kamer waarin het opgesteld is, en voert de<br />

<strong>ve</strong>rbrandingsprodukten ofwel naar buiten via een afvoerkanaal ofwel in de kamer af.<br />

Een dicht <strong>ve</strong>rbrandingstoestel is een toestel waar<strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rbrandingsomloop (toevoer<br />

<strong>van</strong> <strong>ve</strong>rbrandingslucht, <strong>ve</strong>rbranding zelf en afvoer <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten) volledig<br />

afgesloten is ten opzichte <strong>van</strong> de kamer waarin het zich bevindt.<br />

2.10 VALWINDAFLEIDER -<br />

TREKONDERBREKER<br />

Een “valwindafleider - trekonderbreker”<br />

wordt geplaatst in het afvoerkanaal <strong>van</strong><br />

de <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten <strong>van</strong> een <strong>ve</strong>r-<br />

brandingstoestel met gas, uitgerust met een atmosferische brander, met de bedoeling de<br />

invloed <strong>van</strong> de trek en terugstroming op de werking <strong>van</strong> de brander te <strong>ve</strong>rminderen.<br />

2.11 BIJKOMENDE CEN-<br />

DEFINITIES<br />

CEN hanteert onder andere volgende bijkomende<br />

begrippen, d<strong>ie</strong> n<strong>ie</strong>t in de norm<br />

NBN D 50-001 gedefin<strong>ie</strong>erd zijn :<br />

◆ <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> : het geheel <strong>van</strong> komponenten nodig om <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> te bekomen<br />

◆ <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem : de kombinat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> en het gebouw zelf<br />

◆ tocht : ongewilde plaatselijke afkoeling <strong>van</strong> het lichaam ten gevolge <strong>van</strong> de temperatuur<br />

en de beweging <strong>van</strong> de lucht.<br />

2.12 ANDERE DEFINITIES Voor het goede begrip <strong>van</strong> dit dokument<br />

zijn ook de volgende definit<strong>ie</strong>s nuttig :<br />

◆ centrale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> : <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> waarbij de luchtafvoer of de toevoer gebeurt door een<br />

centrale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or of waarbij tegelijk de luchttoevoer en -afvoer gebeuren door twee<br />

centrale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren<br />

◆ gedecentraliseerde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> : <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> waarbij de afvoer en/of toevoer <strong>ve</strong>rzekerd<br />

wordt door <strong>ve</strong>rschillende plaatselijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren of kanalen ingericht in elke ruimte<br />

waaruit de lucht moet worden afgevoerd.<br />

De <strong>ve</strong>rschillende types <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren, roosters, kanalen en andere <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen<br />

en komponenten zullen in een volgende Nota toegelicht worden.<br />

13 TV <strong>192</strong> – juni 1994


3 DE NORM NBN D 50-001 :<br />

UITGANGSPUNTEN<br />

EN EISEN<br />

3.1 DE DRAAGWIJDTE<br />

VAN NORMEN<br />

<strong>van</strong> een Belgische norm te situeren.<br />

Alvorens d<strong>ie</strong>per in te gaan op de voornaamste<br />

karakterist<strong>ie</strong>ken <strong>van</strong> de Belgische norm NBN D<br />

50-001 [5] is het belangrijk de juiste draagwijdte<br />

Het Koninklijk Besluit <strong>van</strong> 30.07.76, gewijzigd bij Koninklijk Besluit dd. 23.10.86,<br />

<strong>ve</strong>rmeldt in dit <strong>ve</strong>rband :<br />

artikel 5 :<br />

De Staat en alle publ<strong>ie</strong>krechtelijke personen kunnen de naleving <strong>van</strong> de door de<br />

Koning bekrachtigde normen <strong>ve</strong>rplicht stellen in de besluiten, bestuursakten en<br />

bestekken bij eenvoudige <strong>ve</strong>rwijzing naar de aanwijzer dezer normen.<br />

artikel 7 :<br />

De Staat en andere publ<strong>ie</strong>krechtelijke personen, de privaatrechtelijke personen en<br />

de andere belanghebbenden beschouwen zowel de door de Koning bekrachtigde<br />

normen als de door het Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong> (B.I.N.) geregistreerde<br />

normen als regels <strong>van</strong> het goede vakmanschap; [...].<br />

H<strong>ie</strong>ruit kan men het volgende afleiden :<br />

◆ de toepassing <strong>van</strong> de normen is n<strong>ie</strong>t <strong>ve</strong>rplicht zolang het n<strong>ie</strong>t door een wet, een<br />

kontraktuele bepaling (b.v. een bestek), ... <strong>ve</strong>rplicht is gemaakt<br />

◆ <strong>ve</strong>rwijzingen naar ‘het goede vakmanschap’ betekenen dat minstens moet voldaan<br />

worden aan de eisen gesteld door een norm. Nochtans zijn er ook andere mogelijkheden<br />

voorhanden om de regels <strong>van</strong> goed vakmanschap na te le<strong>ve</strong>n.<br />

In de praktijk betekent het dat een ontwerper of een uitvoerder een ernstig risico loopt<br />

ind<strong>ie</strong>n hij na het <strong>ve</strong>rschijnen <strong>van</strong> een Belgische norm, waarin eisen <strong>ve</strong>rmeld zijn, ontwerpen<br />

maakt of uitvoert d<strong>ie</strong> o<strong>ve</strong>reenkomen met minder omvattende of minder gepaste eisen.<br />

3.2 DOEL VAN DE NORM<br />

NBN D 50-001<br />

De Belgische norm NBN D 50-001<br />

geeft richtlijnen om te komen tot wo-<br />

ningen d<strong>ie</strong> op een degelijke man<strong>ie</strong>r kun-<br />

nen ge<strong>ve</strong><strong>nti</strong>leerd worden. Ze stelt daartoe enkel dat in de gebouwen of ge<strong>deel</strong>ten <strong>van</strong><br />

gebouwen d<strong>ie</strong> een woon- of <strong>ve</strong>rblijffunkt<strong>ie</strong> hebben, alle voorz<strong>ie</strong>ningen aanwezig moeten<br />

zijn voor een goede <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> het gebouw. Voor d<strong>ie</strong> nodige voorz<strong>ie</strong>ningen legt de<br />

norm eisen vast.<br />

14 TV <strong>192</strong> – juni 1994


Konkreet betekent dit dat :<br />

◆ het de opdracht <strong>van</strong> de ontwerper en/of de uitvoerder is om <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen,<br />

zoals geëist door de norm, in d<strong>ie</strong> gebouwen aan te brengen<br />

◆ het de bewoners vrij staat d<strong>ie</strong> voorz<strong>ie</strong>ningen al dan n<strong>ie</strong>t te gebruiken.<br />

Deze aanpak waarborgt dus geenszins een permanente en voldoende <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> het<br />

gebouw. De bewoner behoudt immers de vrijheid om naar eigen goeddunken gebruik te<br />

maken <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen. De norm eist alleen dat al deze voorz<strong>ie</strong>ningen<br />

aanwezig zijn.<br />

3.3 TOEPASSINGSGEBIED<br />

VAN DE NORM<br />

De eisen en aanbe<strong>ve</strong>lingen <strong>ve</strong>rvat<br />

in de norm NBN D 50-001 zijn <strong>van</strong><br />

toepassing op :<br />

◆ n<strong>ie</strong>uwe <strong>woningen</strong> of n<strong>ie</strong>uwe woongebouwen, villa's, appartementen, ...<br />

◆ delen <strong>van</strong> n<strong>ie</strong>uwe gebouwen, d<strong>ie</strong> een woonfunkt<strong>ie</strong> hebben<br />

◆ ge<strong>deel</strong>ten <strong>van</strong> gebouwen d<strong>ie</strong> een woon- of <strong>ve</strong>rblijffunkt<strong>ie</strong> hebben (z<strong>ie</strong>kenhuizen, bejaardentehuizen,<br />

hotels, ge<strong>van</strong>genissen enz.)<br />

◆ bestaande gebouwen d<strong>ie</strong> geen woongebouwen zijn, maar d<strong>ie</strong> omgevormd worden tot<br />

woongebouwen.<br />

3.4 VENTILATIEVOORZIENINGEN<br />

IN GEWONE KAMERS<br />

EN RUIMTEN VAN<br />

WOONGEBOUWEN<br />

Voor een volledige beschrijving <strong>van</strong><br />

de eisen <strong>ve</strong>rvat in de norm NBN D<br />

50-001 wordt naar de norm zelf <strong>ve</strong>rwezen,<br />

alsook naar een artikel dat<br />

door het WTCB o<strong>ve</strong>r deze norm<br />

werd gepubliceerd [36]. De norm maakt een onderscheid tussen voorz<strong>ie</strong>ningen voor de<br />

basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en voorz<strong>ie</strong>ningen voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />

3.4.1 VOORZIENINGEN VOOR DE BASISVENTILATIE<br />

Deze voorz<strong>ie</strong>ningen moeten het de bewoners mogelijk maken om, ind<strong>ie</strong>n gewenst, een<br />

permanente <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> tot stand te brengen, d<strong>ie</strong> voldoende is om de luchtkwaliteit onder<br />

normale gebruiksomstandigheden <strong>van</strong> de woning aanvaardbaar te houden.<br />

Volgens de norm kan d<strong>ie</strong> aanvaardbare luchtkwaliteit slechts <strong>ve</strong>rzekerd worden wanneer<br />

in <strong>ie</strong>dere ruimte <strong>van</strong> een woongebouw lucht<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rsing gebeurt. H<strong>ie</strong>rtoe moet elke ruimte<br />

doorstroomd worden met een bepaalde hoe<strong>ve</strong>elheid lucht, d<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de oppervlakte <strong>van</strong> d<strong>ie</strong><br />

ruimte en <strong>van</strong> de aktiviteit in d<strong>ie</strong> ruimte afhangt. Dit luchtdeb<strong>ie</strong>t wordt nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t<br />

genoemd.<br />

Tabel 1 geeft een <strong>ve</strong>reenvoudigd o<strong>ve</strong>rzicht weer <strong>van</strong> de nominale deb<strong>ie</strong>ten in de onderscheiden<br />

ruimten <strong>van</strong> een gebouw.<br />

15 TV <strong>192</strong> – juni 1994


Tabel 1<br />

Nominale<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten.<br />

RUIMTE<br />

Gewone kamers en ruimten (living, slaap-, speel- en<br />

studeerkamers, keuken, badkamer, wasplaats,<br />

droogplaats, WC, gangen, trapzalen, nacht- en<br />

daghal en analoge doorgangsruimten)<br />

NOMINAAL VENTILATIEDEBIET<br />

1 dm 3 /s en per m 2 vloeroppervlakte (3,6 m 3 /h.m 2 )<br />

Bijkomende voorwaarden :<br />

– voor woonkamers minimum 21 dm 3 /s (75 m 3 /h)<br />

mag beperkt worden tot 42 dm 3 /s (150 m 3 /h)<br />

– voor gesloten keukens, badkamers, wasplaatsen, minimum 14 dm 3 /s (50 m 3 /h)<br />

droogplaatsen en analoge ruimten mag beperkt worden tot 21 dm 3 /s (75 m 3 /h)<br />

– voor open keukens (met open doorgang minimum 21 dm 3 /s (75 m 3 /h)<br />

naar andere kamers)<br />

– voor slaap-, studeer- en speelkamers minimum 7 dm 3 /s (25 m 3 /h)<br />

mag beperkt worden tot 10 dm 3 /s en per persoon<br />

(36 m 3 /h.pers.)<br />

WC 7 dm 3 /s (25 m 3 /h)<br />

De vooropgestelde nominale deb<strong>ie</strong>ten kunnen slechts worden <strong>ve</strong>rzekerd ind<strong>ie</strong>n in elke<br />

ruimte het <strong>ve</strong>reiste nominale deb<strong>ie</strong>t mechanisch wordt toegevoerd en er ook mechanisch<br />

wordt afgezogen.<br />

Om het echter n<strong>ie</strong>t nodeloos ingewikkeld en kostbaar te maken, stelt de norm <strong>ve</strong>reenvoudigde<br />

metodes voor basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> voor, d<strong>ie</strong> in normale omstandigheden <strong>van</strong> klimaat en<br />

bezetting nog een voldoende <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> waarborgen.<br />

Om deze <strong>ve</strong>reenvoudigde basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> tot stand te brengen, moeten volgens de norm<br />

volgende voorz<strong>ie</strong>ningen in een gebouw aangebracht worden :<br />

◆ een luchttoevoer ten minste in de zogenaamde ‘droge ruimten’ :<br />

– woonkamer<br />

– slaapkamers<br />

– studeer- en speelkamers<br />

◆ doorvoeropeningen ter plaatse <strong>van</strong> binnendeuren en/of binnenmuren tussen de ‘droge’<br />

en de ‘natte’ ruimten, ofwel rechtstreeks, ofwel via gangen, trapzalen, halls, ...<br />

◆ een luchtafvoer ten minste in de zogenaamde ‘natte ruimten’ :<br />

– keuken<br />

– badkamer<br />

– WC<br />

– wasruimte.<br />

Volgens de norm kunnen de luchttoevoer en de luchtafvoer gebeuren zowel door middel<br />

<strong>van</strong> natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> als door middel <strong>van</strong> een mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> of een kombinat<strong>ie</strong><br />

<strong>van</strong> beide. Daarom heeft de norm v<strong>ie</strong>r systemen bepaald (z<strong>ie</strong> tabel 2).<br />

AFVOER<br />

TOEVOER<br />

NATUURLIJK MECHANISCH<br />

Natuurlijk systeem A systeem B<br />

Mechanisch systeem C systeem D<br />

Tabel 2 Vereenvoudigde systemen voor<br />

basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens NBN D 50-001.<br />

16 TV <strong>192</strong> – juni 1994


Via deze v<strong>ie</strong>r systemen poogt men een quasi permanente luchtstroom tot stand te brengen<br />

of mogelijk te maken :<br />

◆ waarbij de <strong>ve</strong>rse lucht binnenkomt (of ingeblazen wordt) in droge (bewoonde) ruimten<br />

zoals woonkamers, slaapkamers, studeerkamers, ...<br />

◆ waarbij de lucht <strong>van</strong> deze kamers via doorstroomopeningen terecht komt in droge<br />

(n<strong>ie</strong>t-bewoonde) ruimten zoals gangen, trapzalen, halls, ...<br />

◆ waarbij de lucht uit deze gangen, trapzalen, halls enz. via doorstroomopeningen terecht<br />

komt in de natte ruimten zoals keuken, badkamer, WC, ...<br />

◆ waarna de bedor<strong>ve</strong>n (vochtige) lucht uit deze natte ruimten kan ontsnappen (of afgezogen<br />

worden) om uit te monden in de buitenomgeving.<br />

VOORZIENINGEN VOOR MECHANISCHE TOEVOER EN AFVOER<br />

Bij mechanische toevoer of mechanische afvoer stellen het realiseren <strong>van</strong> deze deb<strong>ie</strong>ten<br />

via toevoer- en afvoeropeningen en het kontroleren of de deb<strong>ie</strong>ten effekt<strong>ie</strong>f gele<strong>ve</strong>rd<br />

worden, weinig problemen (ten minste ind<strong>ie</strong>n bij systeem B de vrije afvoeropeningen en<br />

bij systeem C de vrije toevoeropeningen volledig openstaan).<br />

In principe worden de toevoer- en afvoermonden voor mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> eens en<br />

voor goed geregeld door de instal<strong>lat</strong>eur en kunnen ze achteraf n<strong>ie</strong>t meer bed<strong>ie</strong>nd worden<br />

door de bewoners, dit alles om ontregeling <strong>van</strong> het systeem te voorkomen. Onder andere<br />

omwille <strong>van</strong> energ<strong>ie</strong>besparingsmogelijkheden is een regelbaarheid <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten<br />

echter toege<strong>lat</strong>en : de enige impakt d<strong>ie</strong> een bewoner mag hebben op het systeem<br />

bestaat h<strong>ie</strong>rin dat hij de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren in <strong>ve</strong>rschillende standen kan <strong>lat</strong>en werken en dat hij<br />

op de voorz<strong>ie</strong>ningen voor vrije toevoer of afvoer kan ingrijpen (respekt<strong>ie</strong><strong>ve</strong>lijk voor<br />

systeem C en B).<br />

OPENINGEN VOOR NATUURLIJKE OF VRIJE TOEVOER EN AFVOER<br />

De natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> ontstaat ten gevolge <strong>van</strong> temperatuur<strong>ve</strong>rschillen en ten gevolge<br />

<strong>van</strong> de wind. Aangez<strong>ie</strong>n deze voortdurend variëren, is er h<strong>ie</strong>r helemaal geen sprake <strong>van</strong><br />

een konstant deb<strong>ie</strong>t. Het is daarom noodzakelijk te definiëren wat men onder nominaal<br />

deb<strong>ie</strong>t <strong>ve</strong>rstaat bij natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>. De winddrukken en het temperatuur<strong>ve</strong>rschil<br />

<strong>ve</strong>roorzaken een druk<strong>ve</strong>rschil o<strong>ve</strong>r de openingen voor natuurlijke of vrije toevoer en<br />

afvoer. Het werkelijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t doorheen deze voorz<strong>ie</strong>ningen hangt <strong>van</strong> dit druk<strong>ve</strong>rschil<br />

af. De eisen kunnen dus gesteld worden afhankelijk <strong>van</strong> de druk<strong>ve</strong>rschillen.<br />

Volgens de Belgische norm NBN D 50-001 d<strong>ie</strong>nen voorz<strong>ie</strong>ningen voor natuurlijke of<br />

vrije toevoer en afvoer zo gekozen te worden dat deze bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa o<strong>ve</strong>r<br />

de opening, het gewenste nominale deb<strong>ie</strong>t le<strong>ve</strong>ren.<br />

Wat betekent deze eis in de praktijk ? De volgende simpele vuistregel maakt het mogelijk<br />

een schatting te maken :<br />

per dm 3 /s (of 3,6 m 3 /h) luchtdeb<strong>ie</strong>t en voor een ∆P<br />

<strong>van</strong> 2 Pa,is een opening <strong>van</strong> onge<strong>ve</strong>er 10 cm 2 nodig.<br />

17 TV <strong>192</strong> – juni 1994


Anders uitgedrukt betekent het dat de netto opening voor natuurlijke of vrije toevoer<br />

onge<strong>ve</strong>er 1/1000 (0,1 %) <strong>van</strong> de vloeroppervlakte moet bedragen. Dit le<strong>ve</strong>rt bij een<br />

druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa onge<strong>ve</strong>er 3,6 m 3 /h.m 2 .<br />

Voor een slaapkamer <strong>van</strong> 12 m 2 bij voorbeeld heeft men een luchtdeb<strong>ie</strong>t nodig <strong>van</strong> 12 x<br />

1 dm 3 /s = 12 dm 3 /s (of 12 x 3,6 m 3 /h = 43,2 m 3 /h). Dit betekent dat men een toevoeropening<br />

met een nuttige sekt<strong>ie</strong> <strong>van</strong> ca. 120 cm 2 moet voorz<strong>ie</strong>n om deze 12 dm 3 /s (of<br />

43,2 m 3 /h) te bekomen.<br />

De norm <strong>ve</strong>rmeldt bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n dat de natuurlijke of vrije toevoeropeningen :<br />

◆ afsluitbaar en regelbaar moeten zijn<br />

◆ n<strong>ie</strong>t meer dan tweemaal groter mogen zijn dan de <strong>ve</strong>reiste sekt<strong>ie</strong><br />

◆ geen tochthinder mogen <strong>ve</strong>roorzaken<br />

◆ bij voorkeur op een hoogte <strong>van</strong> minstens 1,80 m worden geplaatst<br />

◆ het risico op inbraak n<strong>ie</strong>t mogen <strong>ve</strong>rhogen.<br />

Belangrijk h<strong>ie</strong>rbij is dat de openingen voor natuurlijke of vrije toevoer en afvoer n<strong>ie</strong>t<br />

permanent moeten openstaan. De gebruiker moet de kans hebben deze openingen te<br />

openen en te sluiten. Het is derhal<strong>ve</strong> duidelijk dat de gebruiker een esse<strong>nti</strong>ële rol speelt<br />

in de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>huishouding <strong>van</strong> zijn woning.<br />

De klass<strong>ie</strong>ke opengaande ramen komen dus absoluut n<strong>ie</strong>t in aanmerking voor de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

(open ramen zijn o.a. n<strong>ie</strong>t inbraak<strong>ve</strong>ilig). Draaikipramen zijn e<strong>ve</strong>nmin geschikt,<br />

aangez<strong>ie</strong>n ze in geopende stand meestal een <strong>ve</strong>el grotere opening hebben dan de gevraagde<br />

nuttige opening.<br />

Geschikte systemen voor natuurlijke of vrije toevoer zijn :<br />

◆ ofwel afsluitbare <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters (schuifrooster, tuimelrooster, ...), geplaatst in ramen<br />

of in de wand<br />

◆ ofwel klapramen, ind<strong>ie</strong>n ze voldoende standen (minstens dr<strong>ie</strong>) hebben tussen de volledig<br />

open en de volledig gesloten standen (dit zal meer in detail behandeld worden in<br />

een <strong>lat</strong>er te publiceren Technische Voorlichting o<strong>ve</strong>r <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>).<br />

Voor natuurlijke of vrije luchtafvoer komen enkel <strong>ve</strong>rtikale afvoerkanalen in aanmerking.<br />

Deze d<strong>ie</strong>nen bij p<strong>lat</strong>te en licht hellende daken minstens 0,5 m bo<strong>ve</strong>n het dak uit te<br />

monden ; bij daken met een helling <strong>van</strong> meer dan 23° moet de uitmonding gebeuren in de<br />

nabijheid <strong>van</strong> de nok en ten minste een hal<strong>ve</strong> meter bo<strong>ve</strong>n de nok uitsteken (gedetailleerde<br />

informat<strong>ie</strong> vindt men in bijlage II <strong>van</strong> de norm NBN D 50-001).<br />

DOORSTROOMOPENINGEN<br />

Doorstroomopeningen d<strong>ie</strong> alleen in binnenwanden en in of rond binnendeuren voorkomen,<br />

moeten steeds open blij<strong>ve</strong>n. Ze mogen bijgevolg n<strong>ie</strong>t regelbaar zijn. Deze doorstroomopeningen<br />

moeten aan de eisen <strong>van</strong> tabel 3 (p. 19) voldoen.<br />

De deb<strong>ie</strong>ten weergege<strong>ve</strong>n in kolom 2 hebben betrekking op fabr<strong>ie</strong>ksmatig <strong>ve</strong>rvaardigde<br />

doorstroomopeningen (bij voorbeeld roosters). De vrije sekt<strong>ie</strong>s, zoals weergege<strong>ve</strong>n in<br />

18 TV <strong>192</strong> – juni 1994


Tabel 3 Eisen voor doorstroomopeningen volgens de norm NBN D 50-001.<br />

RUIMTE OPGELEGD DEBIET MINIMUM VRIJE SEKTIE VAN DE DOORSTROOMbij<br />

∆P = 2 Pa OPENINGEN (spleet onder of rondom de deur)<br />

Woonkamer 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) minstens 70 cm 2 tussen woonkamer en gang en/of<br />

hall en/of trapzaal en/of keuken (een grotere sekt<strong>ie</strong><br />

wordt aanbevolen ind<strong>ie</strong>n mogelijk)<br />

Slaapkamer, studeerkamer<br />

en speelkamer 7 dm 3 /s (25 m 3 /h)<br />

Badkamer, wasplaats en<br />

droogplaats 7 dm 3 /s (25 m 3 /h)<br />

minstens 70 cm 2 tussen deze kamers en gang en/of<br />

hall en/of trapzaal en/of badkamer<br />

minstens 70 cm 2 tussen deze kamers en gang en/of<br />

hall en/of trapzaal en/of slaapkamer<br />

Keuken 14 dm 3 /s (50 m 3 /h) som <strong>van</strong> de openingen minstens gelijk aan 140 cm 2<br />

tussen keuken en gang en/of hall en/of trapzaal<br />

en/of woonkamer<br />

WC 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) minstens 70 cm 2 tussen WC en gang en/of hall<br />

kolom 3, zijn te gebruiken wanneer de doorstroomopening gevormd wordt door een open<br />

spleet onder of rond de binnendeur.<br />

In het geval <strong>van</strong> krachtige dampkappen in de keuken moet de nodige lucht aangevoerd<br />

worden naar de keuken om er te grote onderdrukken te <strong>ve</strong>rmijden. Daartoe is een grotere<br />

toevoeropening wenselijk in of rond de keukendeuren. Voor meer informat<strong>ie</strong> wordt <strong>ve</strong>rwezen<br />

naar de Technische Voorlichting 187 ‘Dampkappen en keuken<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>’ [37].<br />

3.4.2 VOORZIENINGEN VOOR INTENSIEVE VENTILATIE<br />

De voorz<strong>ie</strong>ningen voor de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> moeten in principe garanderen dat bij een<br />

normaal gebruik <strong>van</strong> de woning de luchtkwaliteit in de woning aanvaardbaar is.<br />

Bij zeer warm weer, sterke bezonning of sterk <strong>ve</strong>rontreinigende aktiviteiten zoals schilderen,<br />

tijdelijk hoge produkt<strong>ie</strong> <strong>van</strong> geuren of dampen, ..., is het duidelijk dat de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>,<br />

d<strong>ie</strong> tot stand kan komen via de basisvoorz<strong>ie</strong>ning, totaal onvoldoende is om het binnenklimaat<br />

binnen redelijke grenzen te houden.<br />

Dit kan duidelijk worden geïllustreerd in het geval <strong>van</strong> o<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rhitting. Een slaapkamer<br />

met een oppervlakte <strong>van</strong> 12 m 2 moet een nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> 12 dm 3 /s of<br />

43 m 3 /h hebben (ind<strong>ie</strong>n de ruimte gebruikt wordt door een persoon, kan dit deb<strong>ie</strong>t zelfs tot<br />

10 dm 3 /s of 36 m 3 /h beperkt worden). Ind<strong>ie</strong>n er tijdens de zomer 500 W/m 2 zonnewarmte<br />

in d<strong>ie</strong> kamer binnenkomt doorheen een glasoppervlakte <strong>van</strong> 1,5 m 2 , zou dit in stationair<br />

regime in 750 W zonnewinsten resulteren. Deze warmtewinst zou door middel <strong>van</strong> basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

onvoldoende kunnen worden afgevoerd en aanleiding ge<strong>ve</strong>n tot een temperatuurstijging<br />

<strong>van</strong> l<strong>ie</strong>fst 50 °C.<br />

Voor dergelijke gevallen <strong>ve</strong>reist de Belgische norm NBN D 50-001 dat er ook voorz<strong>ie</strong>ningen<br />

zijn voor zogenaamde intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> of spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> : in de praktijk gaat<br />

het om opengaande delen <strong>van</strong> ramen en deuren.<br />

19 TV <strong>192</strong> – juni 1994


De nuttige opening <strong>van</strong> deze ramen en deuren moet :<br />

◆ in kamers d<strong>ie</strong> slechts in één ge<strong>ve</strong>l openingen hebben (eenzijdige <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>), ten minste<br />

6,4 % <strong>van</strong> de vloeroppervlakte bedragen<br />

◆ in kamers met opengaande ramen of deuren in meerdere ge<strong>ve</strong>ls (dwars<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>), ten<br />

minste 3,2 % bedragen ; deze openingen moeten gelijkmatig <strong>ve</strong>r<strong>deel</strong>d zijn o<strong>ve</strong>r beide<br />

ge<strong>ve</strong>ls (minstens 40 % in elke ge<strong>ve</strong>l).<br />

De norm stelt voor d<strong>ie</strong> voorz<strong>ie</strong>ningen geen a<strong>nti</strong>-inbraakeisen.<br />

Voorbeelden :<br />

◆ in een slaapkamer <strong>van</strong> 12 m 2 met een raam in één ge<strong>ve</strong>l moet de nuttige opening <strong>van</strong><br />

het raam gelijk zijn aan 0,064 x 12 = 0,77 m 2<br />

◆ in een woonkamer <strong>van</strong> 32 m 2 met ramen en deuren in twee ge<strong>ve</strong>ls moeten de openingen<br />

gelijk zijn aan 0,032 x 32 = 1,05 m 2 , <strong>ve</strong>r<strong>deel</strong>d o<strong>ve</strong>r beide ge<strong>ve</strong>ls, met minstens<br />

40 % (= 0,42 m 2 ) <strong>van</strong> de vrije oppervlakte in <strong>ie</strong>dere ge<strong>ve</strong>l.<br />

Afbeelding 3 vat de situat<strong>ie</strong> samen.<br />

0,42 ... 0,63 m 2<br />

woonkamer<br />

32 m 2 x 3,2 %<br />

0,63 ... 0,42 m 2<br />

0,77 m 2<br />

slaapkamer<br />

12 m 2 x 6,4 %<br />

Afb. 3 Voorbeeld <strong>van</strong> de nodige openingen<br />

voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />

In <strong>ve</strong>rband met intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> behandelt de norm ook de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> binnenkeukens<br />

: voor keukens zonder buiten<strong>ve</strong>nsters of buitendeuren wordt een deb<strong>ie</strong>t voor<br />

intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> minstens 200 m 3 /h <strong>ve</strong>reist.<br />

In de norm wordt <strong>ve</strong>rder weinig aandacht besteed aan p<strong>ie</strong>k<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Deze is nodig om de<br />

lucht<strong>ve</strong>rontreiniging bij het koken op een efficiënte man<strong>ie</strong>r te bestrijden of <strong>ve</strong>rmijden. In<br />

de Technische Voorlichting 187 ‘Dampkappen en keuken<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>’ [37] wordt bijzondere<br />

aandacht besteed aan deze vorm <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />

3.5<br />

VOORZIENINGEN<br />

VOOR VENTILATIE<br />

IN SPECIALE RUIMTEN<br />

Speciale ruimten maken geen <strong>deel</strong> uit <strong>van</strong><br />

de eigenlijke woonruimten, zoals gemeenschappelijke<br />

gangen, trapzalen, liftkokers,<br />

stookplaatsen, garages, kelders, zolders enz.<br />

H<strong>ie</strong>ronder worden de door de norm NBN D 50-001 gestelde eisen o<strong>ve</strong>rgenomen voor de<br />

<strong>ve</strong>rschillende typen ruimten.<br />

20 TV <strong>192</strong> – juni 1994


3.5.1 GEMEENSCHAPPELIJKE GANGEN OF TRAPPENHUIZEN<br />

Zoals aangege<strong>ve</strong>n in tabel 1 (p. 16) is het basisdeb<strong>ie</strong>t voor gangen, trapzalen, halls en<br />

gelijksoortige doorgangsruimten 1 dm 3 /s en per m 2 vloeroppervlakte (3,6 m 3 /h.m 2 ). Wanneer<br />

deze ruimten gemeenschappelijk zijn voor <strong>ve</strong>rschillende wooneenheden, gelden<br />

bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n volgende eisen :<br />

◆ wanneer meerdere <strong>woningen</strong> toegankelijk zijn via een gemeenschappelijke gang of<br />

trappenhuis, moet er tussen deze gemeenschappelijke delen en <strong>ie</strong>dere woning afzonderlijk<br />

een voldoende luchtdichtheid bestaan. Het lekdeb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> de ingangsdeuren <strong>van</strong><br />

deze <strong>woningen</strong> moet kleiner zijn dan 14 dm 3 /s (50 m 3 /h) voor een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong><br />

50 Pa en dit in beide richtingen<br />

◆ de gemeenschappelijke gangen en trappenhuizen (en elk afsluitbaar <strong>deel</strong> er<strong>van</strong>) moeten<br />

ten minste een toevoeropening en een afvoeropening hebben, d<strong>ie</strong> zodanig gelegen<br />

zijn dat de volledige ruimte voldoende kan ge<strong>ve</strong><strong>nti</strong>leerd worden<br />

◆ gedurende het grootste ge<strong>deel</strong>te <strong>van</strong> het jaar moeten de gemeenschappelijke gangen en<br />

trappenhuizen in lichte o<strong>ve</strong>rdruk staan ten opzichte <strong>van</strong> de <strong>woningen</strong> d<strong>ie</strong> erop aansluiten.<br />

Om de gewenste o<strong>ve</strong>rdruk te bekomen, mogen ze dus n<strong>ie</strong>t uitgerust worden met<br />

een mechanisch afzuigsysteem<br />

◆ de <strong>ve</strong>rluchting <strong>van</strong> gemeenschappelijke gangen of trappenhuizen gebeurt :<br />

– volledig natuurlijk (Ag) of<br />

– met een mechanisch inblaassysteem (Bg) of<br />

– met een mechanisch inblaas- en afzuigsysteem (Dg),<br />

waarbij de hoofdletter het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem aanduidt (z<strong>ie</strong> tabel 2) en de letter ‘g’ naar<br />

gemeenschappelijke gangen <strong>ve</strong>rwijst<br />

◆ voor mechanische systemen (Bg en Dg) moet permanent een deb<strong>ie</strong>t buitenlucht toegevoerd<br />

worden dat minstens gelijk is aan 0,5 V / 3,6 (dm 3 /s) of 0,5 V (m 3 /h). H<strong>ie</strong>rbij<br />

is ‘V’ het luchtvolume (in m 3 ) <strong>van</strong> de ruimte<br />

◆ voor het natuurlijke systeem (Ag) :<br />

– moeten de toevoer- en afvoeropeningen regelbaar zijn. Bij volledig geopende stand<br />

<strong>van</strong> deze openingen moet er bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa o<strong>ve</strong>r deze openingen, een<br />

deb<strong>ie</strong>t stromen <strong>van</strong> minstens 0,5 V / 3,6 (dm 3 /s) of 0,5 V (m 3 /h), met ‘V’ het<br />

luchtvolume (in m 3 ) <strong>van</strong> de gang of het trappenhuis. In gesloten stand mogen deze<br />

openingen nog een maximaal lekdeb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> 0,5 V / 3,6 (dm 3 /s) of 0,5 V (m 3 /h)<br />

hebben bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa<br />

– moeten de toevoeropeningen zich in het onderste ge<strong>deel</strong>te <strong>van</strong> een buitenwand <strong>van</strong><br />

de te <strong>ve</strong>rluchten gang of het trappenhuis bevinden. Ze mogen e<strong>ve</strong>ntueel ook aangesloten<br />

worden op een horizontale luchtkoker d<strong>ie</strong> in een buitenwand uitmondt. De<br />

vrije doorsnede <strong>van</strong> dit kanaal e<strong>ve</strong>nals <strong>van</strong> alle <strong>ve</strong>rbindingsstukken tussen de buitenomgeving<br />

en de toevoeropening is minstens gelijk aan 0,5 V / 3600 (m 2 ), met ‘V’<br />

het luchtvolume (in m 3 ) <strong>van</strong> de te <strong>ve</strong>rluchten ruimte<br />

◆ de openingen voor vrije afvoer (systemen Ag en Bg) bevinden zich in een buitenwand<br />

en in het bo<strong>ve</strong>nste ge<strong>deel</strong>te <strong>van</strong> de te <strong>ve</strong>rluchten gangen of trappenhuizen. De vrije<br />

doorsnede <strong>van</strong> dit kanaal e<strong>ve</strong>nals <strong>van</strong> alle <strong>ve</strong>rbindingsstukken tussen de buitenomgeving<br />

en de toevoeropening is minstens gelijk aan 0,5 V / 3600 (m 2 ), met ‘V’ het luchtvolume<br />

(in m 3 ) <strong>van</strong> de te <strong>ve</strong>rluchten ruimte.<br />

21 TV <strong>192</strong> – juni 1994


3.5.2 HUISVUILKOKERS EN VERZAMELRUIMTEN VOOR HUISVUIL<br />

De <strong>ve</strong>rzamelruimte voor huisvuil moet normaal in onderdruk staan ten opzichte <strong>van</strong> de<br />

stortkokers voor het huisvuil en <strong>van</strong> alle andere aanpalende ruimten. Dit kan gebeuren<br />

door middel <strong>van</strong> een afzuig<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or. De <strong>ve</strong>rzamelruimten en de stortkokers voor het<br />

huisvuil, e<strong>ve</strong>nals het e<strong>ve</strong>ntueel afzuigsysteem, moeten op basis <strong>van</strong> een specif<strong>ie</strong>ke stud<strong>ie</strong><br />

ontworpen en uitgevoerd worden.<br />

Er mogen geen geuren ontstaan d<strong>ie</strong> voor de bewoners <strong>van</strong> het gebouw zelf of voor de<br />

bewoners <strong>van</strong> de naburige gebouwen hinderlijk kunnen zijn.<br />

3.5.3 LIFTKOKERS EN LIFTKOOIEN<br />

Er moet voldaan worden aan de eisen <strong>van</strong> de normen NBN E 52-014 [7] en E 52-018 [8].<br />

3.5.4 GARAGES<br />

◆ Garages moeten voorz<strong>ie</strong>n zijn <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rluchtingsmonden in kontakt met de buitenlucht<br />

en gelegen in de onderzijde <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rtikale wand(en). De bo<strong>ve</strong>nzijde <strong>van</strong> d<strong>ie</strong> openingen<br />

ligt maximum 40 cm bo<strong>ve</strong>n de garagevloer.<br />

◆ Bij garages met een oppervlakte kleiner dan of gelijk aan 40 m 2 , moet de totale vrije<br />

oppervlakte <strong>van</strong> d<strong>ie</strong> openingen minstens 0,2 % <strong>van</strong> de vloeroppervlakte bedragen.<br />

Wanneer de garage meer dan één <strong>ve</strong>rtikale wand in kontakt met de buitenlucht heeft,<br />

moeten de <strong>ve</strong>rluchtingsmonden <strong>ve</strong>r<strong>deel</strong>d worden o<strong>ve</strong>r de buitenwanden (bij voorkeur<br />

o<strong>ve</strong>r twee tegeno<strong>ve</strong>r elkaar gelegen wanden).<br />

N.B. : beide voorgaande bepalingen uit de norm gaan implic<strong>ie</strong>t uit <strong>van</strong> een natuurlijke<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> garages. Uiteraard komt ook een mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in aanmerking.<br />

◆ Bij garages met een oppervlakte groter dan 40 m 2 , is een permanente mechanische<br />

afzuiging <strong>ve</strong>reist. Ze moet ontworpen en uitgevoerd worden op basis <strong>van</strong> een afzonderlijke<br />

stud<strong>ie</strong>. Bij gebrek aan duidelijke Belgische richtlijnen moet naar buitenlandse<br />

dokumenten <strong>ve</strong>rwezen worden.<br />

◆ De binnendeuren tussen de garage en de hall, gangen of andere woonruimten moeten<br />

goed luchtdicht zijn. Bij gemeenschappelijke garages mag het lekdeb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> deze<br />

deuren n<strong>ie</strong>t groter zijn dan 14 dm 3 /s (50 m 3 /h) bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa.<br />

3.5.5 STOOKAFDELINGEN EN STOOKPLAATSEN<br />

Een n<strong>ie</strong>t-afsluitbare toevoer- en afvoeropening moet steeds voorz<strong>ie</strong>n worden. In ruimten<br />

waarin open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen staan, moeten de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en de minimale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>doorsneden<br />

beantwoorden :<br />

22 TV <strong>192</strong> – juni 1994


◆ ofwel aan de eisen <strong>van</strong> de normen NBN B 61-001 [3], D 51-003 [6] en S 21-207 [16]<br />

◆ ofwel, bij gebrek h<strong>ie</strong>raan, aan de waarden bekomen volgens een specif<strong>ie</strong>ke berekening.<br />

Wanneer een gasvormige brandstof zwaarder dan de lucht wordt gebruikt, moeten de<br />

eisen <strong>van</strong> de norm NBN B 61-001 (§ 7.5) [3] nageleefd worden.<br />

3.5.6 KELDERS EN ZOLDERS<br />

Kelders en zolders moeten <strong>ve</strong>rlucht worden, wat <strong>ve</strong>rzekerd kan worden door :<br />

◆ natuurlijke <strong>ve</strong>rluchting door middel <strong>van</strong> :<br />

– kleine ramen, waar<strong>van</strong> de vrije sekt<strong>ie</strong> in geopende stand minstens 0,014 m 2 (140 cm 2 )<br />

moet bedragen<br />

– <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters : de som <strong>van</strong> de deb<strong>ie</strong>ten doorheen alle roosters moet minstens<br />

50 m 3 /h bedragen bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa. Wanneer deze roosters met de<br />

buitenomgeving <strong>ve</strong>rbonden zijn via kanalen, moet de vrije sekt<strong>ie</strong> <strong>van</strong> deze kanalen<br />

minstens 0,014 m 2 (140 cm 2 ) bedragen<br />

◆ mechanische afzuiging : het afzuigdeb<strong>ie</strong>t moet minstens 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) bedragen.<br />

De lucht komt langs toevoeropeningen binnen, d<strong>ie</strong> rechtstreeks in de buitenwanden<br />

aangebracht worden of d<strong>ie</strong> via kanalen met de buitenomgeving <strong>ve</strong>rbonden worden.<br />

Deze voorz<strong>ie</strong>ningen voldoen aan volgende eisen :<br />

– roosters : deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa o<strong>ve</strong>r het rooster<br />

– kanaal : vrije doorsnede <strong>van</strong> minstens 0,007 m 2 (70 cm 2 )<br />

◆ mechanische toevoer en afvoer : zowel de mechanische afvoer als de mechanische<br />

toevoer hebben een minimumdeb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> 7 dm 3 /s (25 m 3 /h).<br />

BIJZONDERE GEVALLEN<br />

◆ Wanneer kelders en/of zolders zeer open zijn voor de buitenlucht, worden geen <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-eisen<br />

gesteld.<br />

◆ Wanneer bij kelders een risico op radon<strong>ve</strong>rspreiding bestaat, moet een speciale stud<strong>ie</strong><br />

uitgevoerd worden en kan e<strong>ve</strong>ntueel beroep gedaan worden op een mechanische toevoer<br />

<strong>van</strong> de lucht.<br />

3.5.7 GASMETERRUIMTE<br />

De gasmeterruimte moet <strong>ve</strong>rlucht worden volgens de in de norm NBN D 51-003 [6]<br />

gestelde eisen.<br />

3.5.8 BRANDSTOFOPSLAGPLAATSEN<br />

Brandstofopslagplaatsen moeten <strong>ve</strong>rlucht worden. De norm geeft echter geen bijzondere<br />

richtlijnen.<br />

23 TV <strong>192</strong> – juni 1994


3.5.9 BERGRUIMTEN<br />

Een bergruimte of een bergkast met een vloeroppervlakte <strong>van</strong> minstens 1,5 m 2 , een<br />

volume <strong>van</strong> minstens 3 m 3 , en d<strong>ie</strong> ten minste o<strong>ve</strong>r een ge<strong>deel</strong>te hoger is dan 2 m, moet met<br />

een ge<strong>ve</strong><strong>nti</strong>leerde kamer of gang <strong>ve</strong>rbonden worden. Dit gebeurt door middel <strong>van</strong> twee<br />

(n<strong>ie</strong>t-afsluitbare) doorstroomopeningen, een onderaan en een bo<strong>ve</strong>naan, elk met een vrije<br />

doorsnede <strong>van</strong> minstens 150 cm 2 . De onderste opening mag hoogstens 0,2 m bo<strong>ve</strong>n de<br />

vloer liggen, terwijl de bo<strong>ve</strong>nste minstens 1,8 m bo<strong>ve</strong>n de vloer moet liggen. Ind<strong>ie</strong>n de<br />

bergruimte met een afvoerkanaal naar buiten <strong>ve</strong>rbonden is, is de onderste opening voldoende.<br />

3.5.10 KAMERS OF RUIMTEN MET NIET-DICHTE<br />

VERBRANDINGSTOESTELLEN<br />

De norm stelt bijkomende eisen voor de ruimten waarin open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen<br />

opgesteld staan, d.w.z. een gas-, stookol<strong>ie</strong>-, hout- of kolenkachel, een gasgeiser, een open<br />

haard, een centrale-<strong>ve</strong>rwarmingsketel, e.d. Deze eisen worden uitgebreid behandeld in<br />

hoofdstuk 4.<br />

24 TV <strong>192</strong> – juni 1994


4 EISEN VAN DE GEBRUIKER<br />

In dit hoofdstuk worden de eisen beschre<strong>ve</strong>n, waaraan <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen moeten voldoen<br />

gez<strong>ie</strong>n <strong>van</strong>uit het standpunt <strong>van</strong> de gebruiker. Een aantal aspekten d<strong>ie</strong> een belangrijke<br />

invloed kunnen hebben op de goede werking <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> en de<br />

beoordeling door de gebruiker worden in volgende hoofdstukken in detail behandeld.<br />

4.1 HOOFDEIS : GOEDE<br />

LUCHTKWALITEIT<br />

Zoals reeds beschre<strong>ve</strong>n in hoofdstuk 1 zijn er<br />

di<strong>ve</strong>rse redenen om <strong>woningen</strong> te <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren :<br />

◆ toevoer <strong>van</strong> de nodige zuurstof voor de<br />

bewoners<br />

◆ luchttoevoer voor <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen<br />

◆ afvoer <strong>van</strong> damp, o.a. om kondensat<strong>ie</strong> en schimmel te <strong>ve</strong>rmijden<br />

◆ afvoer <strong>van</strong> geurstoffen<br />

◆ afvoer <strong>van</strong> schadelijke bestanddelen en stof<strong>deel</strong>tjes.<br />

Het meren<strong>deel</strong> <strong>van</strong> bo<strong>ve</strong>n<strong>ve</strong>rmelde redenen om te <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren, hebben een quasi permanent<br />

karakter. Daarnaast zijn er bepaalde, eerder uitzonderlijke toestanden d<strong>ie</strong> een meer intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong><br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>ve</strong>reisen : schilderwerken, o<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rhitting, abnormale geurhinder <strong>van</strong> tijdelijke<br />

aard, ...<br />

In de praktijk maakt men een onderscheid tussen <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen<br />

◆ voor gebruik in normale omstandigheden → basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

◆ voor specif<strong>ie</strong>ke, eerder uitzonderlijke omstandigheden → spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> of intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong><br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />

De basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> kan gebeuren zowel via de zogenaamde natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen<br />

als via mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen.<br />

In tal <strong>van</strong> normen en wetten wordt uitgegaan <strong>van</strong> de onderstelling dat de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

het mogelijk moet maken dat de luchtkwaliteit voldoende blijft bij normale huishoudelijke<br />

aktiviteiten.<br />

Zo werd ook de hoofdeis gesteld aan een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem : het waarborgen <strong>van</strong> een<br />

goede luchtkwaliteit in een gebouw. De in de norm NBN D 50-001 voorgeschre<strong>ve</strong>n<br />

voorz<strong>ie</strong>ningen (z<strong>ie</strong> hoofdstuk 3) volstaan in principe om aan deze hoofdeis te voldoen.<br />

Nochtans moet deze luchtkwaliteit gele<strong>ve</strong>rd worden zonder nadelige of hinderende ne<strong>ve</strong>n<strong>ve</strong>rschijnselen.<br />

Elk <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem moet bijgevolg aan een aantal bijkomende elementaire<br />

eisen voldoen, wil men komen tot een posit<strong>ie</strong><strong>ve</strong> appreciat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> door<br />

de gebruiker.<br />

Afbeelding 4 illustreert de eisen of beoordelingscriteria gesteld door de gebruiker aan<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen.<br />

25 TV <strong>192</strong> – juni 1994


ESTETIEK<br />

(§ 4.14)<br />

PLAATSGEBRUIK<br />

(§ 4.13)<br />

GEBRUIKSVRIENDE-<br />

LIJKHEID (§ 4.12)<br />

ONDERHOUD<br />

(§ 4.11)<br />

LUCHTDICHTHEID<br />

(§ 4.10)<br />

SPUIVENTILATIE<br />

(§ 4.2)<br />

HOOFDEIS :<br />

GOEDE LUCHTKWALITEIT<br />

(§ 4.1)<br />

LUCHTVERVUILING<br />

(§ 4.9)<br />

Afb. 4 Criteria <strong>van</strong> de gebruiker om een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem te beoordelen.<br />

26 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

TERMISCH KOMFORT<br />

(§ 4.3)<br />

GELUID<br />

(§ 4.4)<br />

ENERGIEGEBRUIK<br />

(§ 4.5)<br />

BRANDVEILIGHEID<br />

(§ 4.6)<br />

KONDENSATIE<br />

(§ 4.7)<br />

4.2 SPUIVENTILATIE In geval <strong>van</strong> extra warmteo<strong>ve</strong>rlast (b.v. o<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>rhitting<br />

door langdurige bezonning) of uitzonderlijke<br />

en tijdelijke geurhinder (bij voorbeeld bij schilderwerken) volstaat de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

n<strong>ie</strong>t om de luchtkwaliteit of de temperatuur op peil te houden. Dan moet een<br />

mogelijkheid voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> voorhanden zijn.<br />

Spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> is bedoeld om deze intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> tot stand te brengen in speciale<br />

omstandigheden. Dit gebeurt steeds via het openen <strong>van</strong> ramen en deuren. Mechanische<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> komt h<strong>ie</strong>rvoor zelden of nooit in aanmerking. De hoofdreden is dat de benodigde<br />

deb<strong>ie</strong>ten n<strong>ie</strong>t haalbaar zijn met een instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> een redelijke om<strong>van</strong>g.<br />

Uitzondering h<strong>ie</strong>rbij is wellicht de keukendampkap d<strong>ie</strong> kan beschouwd worden als een<br />

p<strong>ie</strong>k<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem om kookgeuren en kookdampen te <strong>ve</strong>rwijderen (z<strong>ie</strong> TV nr. 187<br />

[37]) en d<strong>ie</strong> <strong>ve</strong>reist is in het geval <strong>van</strong> keukens zonder buiten<strong>ve</strong>nsters of buitendeuren.<br />

De eisen voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> zijn in de norm NBN D 50-001 bepaald en in § 3.4.2<br />

(p. 19) <strong>van</strong> deze Nota beschre<strong>ve</strong>n.<br />

4.3 TERMISCH KOMFORT<br />

EN TOCHT<br />

TERUGSTROMING<br />

(§ 4.8)<br />

Om een goede luchtkwaliteit te waarborgen,<br />

wordt de <strong>ve</strong>rontreinigde lucht uit de woning<br />

afgevoerd en wordt <strong>ve</strong>rse buitenlucht naar bin-<br />

nen toegevoerd. Ind<strong>ie</strong>n deze luchttoevoer op een n<strong>ie</strong>t-oor<strong>deel</strong>kundige wijze gebeurt, kan<br />

dit tochtproblemen met zich meebrengen.<br />

Het tocht<strong>ve</strong>rschijnsel is afhankelijk <strong>van</strong> een aantal parameters :<br />

◆ de luchttemperatuur ‘θ a ’ [°C]<br />

◆ de gemiddelde luchtsnelheid ‘v’ [m/s]<br />

◆ de turbule<strong>nti</strong>e-intensiteit ‘Tu’ [%].


In het <strong>ve</strong>rleden is er heel wat onderzoek <strong>ve</strong>rricht op het vlak <strong>van</strong> de beoordeling <strong>van</strong> de<br />

tochtervaring. Fanger [18] stelt volgende formule voor om het termisch komfort te beoordelen<br />

:<br />

PPD = (34 - θ a ) . (v - 0,05) 0,62 . (0,37 . v . Tu . 3,14) [%] (1)<br />

De berekende PPD-waarde geeft het te <strong>ve</strong>rwachten percentage <strong>van</strong> ontevredenen aan.<br />

Ind<strong>ie</strong>n v < 0,05 m/s, dan wordt “v” in formule 1 gelijk genomen aan 0,05 m/s.<br />

De Tu-waarde duidt aan in welke mate de plaatselijke en ogenblikkelijke luchtsnelheid in<br />

een punt schommelt rond haar gemiddelde waarde. De turbule<strong>nti</strong>e-intensiteit ‘Tu’ is de<br />

<strong>ve</strong>rhouding tussen de standaardafwijking <strong>van</strong> de luchtsnelheid en de gemiddelde luchtsnelheid.<br />

Ze wordt procentueel uitgedrukt. Ze kan slechts met speciale luchtsnelheidsmeters<br />

worden bepaald.<br />

In de praktijk wordt meestal geen rekening gehouden met de turbule<strong>nti</strong>e-intensiteit. Om<br />

het <strong>ve</strong>rwachte percentage aan ontevredenen ‘PPD’ beneden 15 % te houden, blijkt uit<br />

pratijkwaarden dat bij gewone kamertemperaturen de gemiddelde luchtsnelheid ten hoogste<br />

0,15 m/s mag bedragen.<br />

De norm NBN D 50-001 eist dat de luchtsnelheden in de woonzone <strong>van</strong> elke kamer<br />

0,2 m/s n<strong>ie</strong>t o<strong>ve</strong>rschrijden. De woonzone is het luchtvolume tussen de vloer, een horizontaal<br />

vlak op 2 m bo<strong>ve</strong>n de vloer en oppervlakken e<strong>ve</strong>nwijdig met de <strong>ve</strong>rtikale of hellende<br />

wanden <strong>van</strong> de kamer, op 0,75 m <strong>van</strong> de buiten- en binnenwanden. Voor gedetaillerde<br />

informat<strong>ie</strong> o<strong>ve</strong>r toelaatbare luchtsnelheden wordt <strong>ve</strong>rwezen naar de norm ISO DIS<br />

9972 [26].<br />

Om tocht te voorkomen, is een goed doordachte plaatsing, vormgeving en dimensionering<br />

<strong>van</strong> de toevoeropeningen of -monden zeer belangrijk. De norm NBN D 50-001 raadt<br />

daarom aan de toevoeropeningen zo te plaatsen dat de <strong>ve</strong>rse toevoerlucht zo snel mogelijk<br />

met de warme lucht <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rwarmingslichamen gemengd wordt (plaatsing onder of<br />

achter radiatoren, ...) of op een hoogte <strong>van</strong> minstens 1,8 m bo<strong>ve</strong>n de vloer. Zelfregelende<br />

toevoeropeningen naargelang <strong>van</strong> het druk<strong>ve</strong>rschil worden aangeraden.<br />

Bij mechanische toevoer kan de voor<strong>ve</strong>rwarming <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht ook o<strong>ve</strong>rwogen<br />

worden.<br />

Meer details o<strong>ve</strong>r toevoervoorz<strong>ie</strong>ningen worden gege<strong>ve</strong>n in een <strong>lat</strong>er te publiceren Technische<br />

Voorlichting o<strong>ve</strong>r <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />

4.4 AKOESTISCHE<br />

PRESTATIES<br />

Het is belangrijk dat een aangepaste <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> tot stand<br />

komt zonder dat er akoestische problemen ontstaan.<br />

Deze akoestische problemen kunnen <strong>van</strong> di<strong>ve</strong>rse aard<br />

zijn. H<strong>ie</strong>rna worden enkele voorbeelden <strong>van</strong> geluidhinder gege<strong>ve</strong>n :<br />

◆ <strong>ve</strong>rminderde akoestische iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de ge<strong>ve</strong>ls met als gevolg meer hinder <strong>van</strong> het<br />

buitenlawaai (b.v. bij n<strong>ie</strong>t akoestisch dempende <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters in de ge<strong>ve</strong>l)<br />

◆ toevoer- en afvoerkanalen d<strong>ie</strong> voor lawaaihinder zorgen, o.a. omwille <strong>van</strong> de geluid-<br />

27 TV <strong>192</strong> – juni 1994


o<strong>ve</strong>rdracht <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren<br />

◆ <strong>ve</strong>rminderde akoestische iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> ter plaatse <strong>van</strong> binnenwanden en binnendeuren, bij<br />

voorbeeld <strong>ve</strong>roorzaakt door de doorstroomopeningen<br />

◆ lawaaihinder door bronnen d<strong>ie</strong> zich buiten de woning bevinden (b.v. dak<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren).<br />

Het is esse<strong>nti</strong>eel dat de akoestische problemen tot een minimum worden beperkt, zon<strong>ie</strong>t<br />

kan de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> zelf in vraag worden gesteld door de bewoners. Daar de evaluat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de<br />

akoestische prestat<strong>ie</strong>s <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen aparte techn<strong>ie</strong>ken <strong>ve</strong>reist, worden de aspekten<br />

<strong>van</strong> geluidhinder in hoofdstuk 6 uitgebreid behandeld.<br />

4.5 ENERGETISCHE<br />

PRESTATIES<br />

Het opwarmen <strong>van</strong> koude buitenlucht enerzijds en het<br />

transporteren <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht bij mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

anderzijds ge<strong>ve</strong>n aanleiding tot een extra ener-<br />

g<strong>ie</strong>gebruik. Daarbij d<strong>ie</strong>nt opgemerkt dat de elektrische energ<strong>ie</strong> nodig voor de aandrijving<br />

<strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren (bij mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>) slechts een frakt<strong>ie</strong> is <strong>van</strong> het energ<strong>ie</strong>gebruik<br />

nodig voor de <strong>ve</strong>rwarming <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht. Om ekonomische en ekologische<br />

redenen moet het <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren met een zo beperkt mogelijk energ<strong>ie</strong>gebruik plaatsvinden.<br />

Praktische aspekten h<strong>ie</strong>rbij zijn :<br />

◆ de keuze <strong>van</strong> de nominale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten : er is geen sprake <strong>van</strong> een optimale<br />

situat<strong>ie</strong> tussen energ<strong>ie</strong>gebruik en luchtkwaliteit. Zoals afbeelding 5 illustreert, wordt<br />

de luchtkwaliteit steeds beter naarmate de deb<strong>ie</strong>ten toenemen. Het energ<strong>ie</strong>gebruik<br />

neemt echter e<strong>ve</strong>nredig toe met de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten. Bij de keuze <strong>van</strong> de gewenste<br />

deb<strong>ie</strong>ten d<strong>ie</strong>nt derhal<strong>ve</strong> een (ten dele) subjekt<strong>ie</strong><strong>ve</strong> afweging te gebeuren <strong>van</strong> ekonomische<br />

aspekten en luchtkwaliteitsaspekten<br />

koncentrat<strong>ie</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>ve</strong>rvuilende stoffen<br />

energ<strong>ie</strong>gebruik<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t<br />

Afb. 5 Variat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de luchtkwaliteit en<br />

het energ<strong>ie</strong>gebruik naargelang <strong>van</strong> het<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t.<br />

◆ het aanpassen <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten aan de behoeften : in <strong>ve</strong>le gevallen is de<br />

bezetting <strong>van</strong> een woning n<strong>ie</strong>t konstant. Het is derhal<strong>ve</strong> n<strong>ie</strong>t <strong>ve</strong>rantwoord om ko<strong>nti</strong>nu<br />

een konstant deb<strong>ie</strong>t tot stand te brengen. Het is beter de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten aan de<br />

behoeften aan te passen. Momenteel bestaan er voor woningbouw nog re<strong>lat</strong><strong>ie</strong>f weinig<br />

systemen waarbij het deb<strong>ie</strong>t automatisch var<strong>ie</strong>ert naargelang <strong>van</strong> de luchtkwaliteit. Het<br />

meest voorkomende systeem is een <strong>ve</strong>randering <strong>van</strong> het luchtdeb<strong>ie</strong>t (bij mechanische<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>) of de vrije doorsnede <strong>van</strong> de voorz<strong>ie</strong>ningen voor natuurlijke of vrije toevoer<br />

of afvoer afhankelijk <strong>van</strong> de re<strong>lat</strong><strong>ie</strong><strong>ve</strong> vochtigheid in de woning. Andere mogelijkhe-<br />

28 TV <strong>192</strong> – juni 1994


den zijn sensoren d<strong>ie</strong> de aanwezigheid <strong>van</strong> personen (infrarooddetectoren) of de<br />

koncentrat<strong>ie</strong> aan CO 2 of CO (b.v. in garages) registreren, een tijdbed<strong>ie</strong>ning, zoals een<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or met nalooptijd, gekoppeld aan een lichtschakelaar, ... Voor meer informat<strong>ie</strong><br />

o<strong>ve</strong>r vraaggestuurde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> wordt <strong>ve</strong>rwezen naar de <strong>ve</strong>rslagen <strong>van</strong> het IEA (Internationaal<br />

Energ<strong>ie</strong>-Agentschap), Annex 18 [1, 29, 30, 34]<br />

◆ het doelmatig werken <strong>van</strong> de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> : bij mechanische en bij natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen<br />

is het belangrijk dat de optimale luchtdeb<strong>ie</strong>ten worden bereikt tegen de<br />

laagste energ<strong>ie</strong>kost. H<strong>ie</strong>rvoor moet o.a. een te<strong>ve</strong>el aan <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> worden <strong>ve</strong>rmeden<br />

(b.v. door het gebruik <strong>van</strong> zelfregelende <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters voor luchttoevoer) en de<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> zelf zo energ<strong>ie</strong>zuinig mogelijk worden ontworpen en uitgevoerd.<br />

Dit laatste kan <strong>ve</strong>rzekerd worden door het optimale ontwerp <strong>van</strong> kanalen (om druk<strong>ve</strong>rl<strong>ie</strong>zen<br />

te beperken), het gebruik <strong>van</strong> efficiënte <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren, <strong>van</strong> warmtewisselaars,<br />

tijdsturing, ...<br />

4.6 BRANDVEILIGHEID<br />

4.6.1 BRANDGEVAAR<br />

Brand kan in leidingen of kokers ontstaan, o.a. wanneer :<br />

◆ het stof n<strong>ie</strong>t voldoende weerhouden wordt in de filters<br />

◆ gebruik wordt gemaakt <strong>van</strong> brandbare leidingen<br />

◆ de in de leidingen geplaatste motoren ontvlammen.<br />

Als brand in een kamer ontstaat, kunnen rook en vlammen via de leidingen in het ganse<br />

gebouw worden rondgestuurd. Dit gevaar is zeker reëel in aanwezigheid <strong>van</strong> een systeem<br />

met luchtrecircu<strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />

4.6.2 BRANDVEILIGHEID<br />

Brand<strong>ve</strong>iligheid in gebouwen wordt door kompartimentering bekomen. Als grondbeginsel<br />

wordt gesteld dat <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en lucht<strong>ve</strong>rspreiding naar de <strong>ve</strong>rschillende ruimten door<br />

middel <strong>van</strong> kokers zodanig moet worden opgevat en uitgevoerd dat :<br />

◆ de <strong>ve</strong>rspreiding <strong>van</strong> rook en vlammen in het gebouw doorheen deze kokers wordt<br />

<strong>ve</strong>rhinderd<br />

◆ de brandweerstand <strong>van</strong> de bouwelementen waar deze kokers doorheen gaan, behouden<br />

blijft.<br />

Volgende eisen zijn <strong>van</strong> toepassing voor de brandbe<strong>ve</strong>iliging :<br />

◆ in gebouwen met meerdere <strong>woningen</strong> :<br />

– de lucht afgezogen uit ruimten met een bijzonder brandgevaar (opslagplaats voor<br />

ontvlambare produkten, stookplaats, keuken, garage, parking, transformatorruimte,<br />

opslagplaats voor vuilnis enz.) mag n<strong>ie</strong>t rondgestuurd worden, maar moet wel naar<br />

buiten afgevoerd worden<br />

– de voorschriften <strong>van</strong> de normen <strong>van</strong> de reeks NBN S 21 zijn <strong>van</strong> toepassing<br />

– voor gebouwen hoger dan 25 m geldt de norm NBN S 21-207 [16]. H<strong>ie</strong>rin worden<br />

29 TV <strong>192</strong> – juni 1994


eisen gesteld aan de brandwerendheid <strong>van</strong> de materialen <strong>van</strong> luchtleidingen, de<br />

brandweerstand <strong>van</strong> leidingen tussen <strong>ve</strong>rschillende kompartimenten en het gebruik<br />

<strong>van</strong> automatische brandkleppen<br />

– voor gebouwen <strong>van</strong> 10 tot 25 m hoogte voorz<strong>ie</strong>t een reglementontwerp <strong>van</strong> het<br />

Minister<strong>ie</strong> <strong>van</strong> Binnenlandse Zaken dat trappenhuizen n<strong>ie</strong>t mogen gebruikt worden<br />

voor de aanvoer of de afvoer <strong>van</strong> lucht uit andere ruimten. Er worden ook bijkomende<br />

eisen gesteld aan de brandweerstand <strong>van</strong> kanalen en toebehoren (moffen, brandkleppen,<br />

afzuigmonden, aanvoer- en uitlaatopeningen voor buitenlucht, luchtfilters<br />

en elektrische motoren)<br />

– voor gebouwen n<strong>ie</strong>t hoger dan 10 m worden geen bijkomende eisen gesteld<br />

◆ in eengezins<strong>woningen</strong> : een eengezinswoning wordt als een kompartiment beschouwd.<br />

Bij brand moeten de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren stopgezet worden. Volgens de norm NBN S 21-<br />

203 [15] moeten de kanalen <strong>ve</strong>rvaardigd zijn uit materialen <strong>van</strong> de klasse 1.<br />

De specif<strong>ie</strong>ke aspekten <strong>van</strong> de brand<strong>ve</strong>iligheid <strong>van</strong> kanalen en leidingen enerzijds en<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren anderzijds worden in een <strong>lat</strong>er te publiceren Technische Voorlichting o<strong>ve</strong>r<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> behandeld.<br />

4.7 KONDENSATIEPROBLEMEN Het <strong>ve</strong>rmijden <strong>van</strong> kondensat<strong>ie</strong> en<br />

schimmel is reeds aangehaald als één<br />

<strong>van</strong> de redenen om een degelijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> te voorz<strong>ie</strong>n. In dit geval denkt men vooral aan<br />

kondensat<strong>ie</strong> op koudebruggen, op enkel glas en e<strong>ve</strong>ntueel ook aan inwendige kondensat<strong>ie</strong>.<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

kondensat<strong>ie</strong><br />

In het geval <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen moet er ook<br />

voor gezorgd worden dat er geen problemen<br />

ontstaan door kondensat<strong>ie</strong> in of op de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>komponenten<br />

zelf. Enkele voorbeelden :<br />

◆ oppervlaktekondensat<strong>ie</strong> op <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters<br />

voor natuurlijke of vrije luchttoevoer d<strong>ie</strong> n<strong>ie</strong>t<br />

of onvoldoende termisch geïsoleerd zijn<br />

◆ kondensat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de lucht in kanalen d<strong>ie</strong> door<br />

n<strong>ie</strong>t-<strong>ve</strong>rwarmde ruimten lopen (bij voorbeeld<br />

zolders, kruipkelders, ...)<br />

◆ kondensat<strong>ie</strong> op koude luchttoevoerkanalen<br />

◆ kondensat<strong>ie</strong> in warmtewisselaars.<br />

De <strong>ve</strong>rschillende mogelijke problemen worden<br />

geïllustreerd in afbeeldingen 6 tot 9.<br />

Afb. 6 Kondensat<strong>ie</strong> op een rooster voor natuurlijke toevoer.<br />

30 TV <strong>192</strong> – juni 1994


Afb. 7 Kondensat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> het luchtvocht in een<br />

kanaal dat door een n<strong>ie</strong>t-<strong>ve</strong>rwarmde ruimte loopt.<br />

buitenlucht<br />

afvoer<br />

vocht uit de binnenlucht<br />

kan kondenseren<br />

of bevr<strong>ie</strong>zen<br />

Afb. 9 Kondensat<strong>ie</strong> in warmtewisselaars.<br />

Afb. 8 Kondensat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de lucht op koude kanalen<br />

voor mechanische luchttoevoer.<br />

binnenlucht<br />

(warm)<br />

toevoer<br />

31 TV <strong>192</strong> – juni 1994


Afb. 10<br />

Natuurlijke toevoer<br />

(systeem A) of vrije<br />

toevoer (systeem C)<br />

in aanwezigheid<br />

<strong>van</strong> een<br />

<strong>ve</strong>rbrandingstoestel.<br />

4.8 GOEDE WERKING VAN<br />

VERBRANDINGSTOESTELLEN<br />

Open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen (open<br />

haard, centrale-<strong>ve</strong>rwarmingsketel,<br />

gasgeiser, gasfornuis, kachel, ...) ha-<br />

len de nodige <strong>ve</strong>rbrandingslucht uit de ruimte waarin ze zijn opgesteld. Bijgevolg moet<br />

voldoende lucht toegevoerd worden om de <strong>ve</strong>rbranding op een <strong>ve</strong>ilige wijze en in optimale<br />

omstandigheden te <strong>lat</strong>en <strong>ve</strong>rlopen.<br />

Het gebruik <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>s in kombinat<strong>ie</strong> met open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen kan<br />

in bepaalde gevallen tot problemen leiden, zoals de terugstroming <strong>van</strong> rookgassen ten<br />

gevolge <strong>van</strong> een onderdruk <strong>ve</strong>roorzaakt door de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Dit kan le<strong>ve</strong>nsgevaarlijk zijn<br />

en daarom zijn een aantal voorzorgsmaatregelen belangrijk.<br />

Als algemeen principe stelt de norm NBN D 50-001 dat de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de ruimte met<br />

open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen in geen geval (en ongeacht de brandstof) de goede werking<br />

<strong>van</strong> d<strong>ie</strong> toestellen of de normale afvoer <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten mag storen.<br />

4.8.1 LUCHTTOEVOER NAAR RUIMTEN MET OPEN<br />

VERBRANDINGSTOESTELLEN<br />

De luchttoevoer naar dergelijke kamers kan zowel mechanisch als op natuurlijke wijze<br />

gebeuren. In beide gevallen moet het deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> de toevoerlucht groter zijn dan (of<br />

minstens gelijk zijn aan) het voor de <strong>ve</strong>rbranding nodige luchtdeb<strong>ie</strong>t.<br />

4.8.1.1 NATUURLIJKE (SYSTEEM A) OF VRIJE TOEVOER (SYSTEEM C)<br />

Tussen de buitenomgeving en de kamer moet een n<strong>ie</strong>t-afsluitbare en n<strong>ie</strong>t-regelbare toevoeropening<br />

voorz<strong>ie</strong>n worden (afbeelding 10). De vrije sekt<strong>ie</strong> er<strong>van</strong> wordt in normen opgege<strong>ve</strong>n<br />

(voor gas, in de NBN D 51-003 [6]) of volgt uit berekeningen (voor andere<br />

brandstoffen).<br />

4.8.1.2 MECHANISCHE TOEVOER (SYSTEMEN B EN D)<br />

Het toegevoerde luchtdeb<strong>ie</strong>t moet voldoende zijn om de voor het toestel nodige hoe<strong>ve</strong>elheid<br />

<strong>ve</strong>rbrandingslucht te <strong>ve</strong>rzekeren (afbeelding 11).<br />

32 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

Q<br />

Afb. 11 Mechanische<br />

toevoer (systemen B<br />

en D) bij open<br />

<strong>ve</strong>rbrandingstoestellen.


Het <strong>ve</strong>rbrandingstoestel moet automatisch stoppen wanneer (om welke reden ook) de<br />

mechanische toevoer gestopt of sterk <strong>ve</strong>rminderd wordt, tenzij er een voldoende natuurlijke<br />

luchttoevoer gegarandeerd wordt.<br />

4.8.2 LUCHTAFVOER UIT RUIMTEN MET OPEN<br />

VERBRANDINGSTOESTELLEN<br />

Een onderdruk in de kamer mag de afvoer<br />

<strong>van</strong> rookgassen en de werking <strong>van</strong><br />

het open <strong>ve</strong>rbrandingstoestel n<strong>ie</strong>t storen<br />

(zelfs n<strong>ie</strong>t tijdelijk).<br />

Een te grote onderdruk kan onder andere<br />

het gevolg zijn <strong>van</strong> :<br />

◆ de natuurlijke (systeem A) of vrije<br />

(systeem B) afvoer <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht<br />

◆ de mechanische afvoer <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht<br />

(systemen C en D)<br />

◆ de werking <strong>van</strong> andere toestellen (b.v.<br />

een dampkap) (afbeelding 12).<br />

Afb. 12 Terugstroming <strong>van</strong> rookgassen <strong>van</strong> een open<br />

<strong>ve</strong>rbrandingstoestel ten gevolge <strong>van</strong> een dampkap.<br />

In dergelijke gevallen moet het toevoerdeb<strong>ie</strong>t in de ruimte <strong>ve</strong>rgroot worden.<br />

Algemeen worden volgende regels nageleefd om te grote onderdrukken te <strong>ve</strong>rmijden :<br />

◆ ind<strong>ie</strong>n open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen in de kamer aanwezig<br />

zijn, mag de onderdruk in de kamer n<strong>ie</strong>t groter<br />

worden dan 5 Pa<br />

◆ ind<strong>ie</strong>n er geen open <strong>ve</strong>rbrandingstoestel voorz<strong>ie</strong>n<br />

is, mag de onderdruk in de kamer tot 10 Pa oplopen.<br />

OPMERKINGEN<br />

◆ Voor de berekening <strong>van</strong> onderdrukken <strong>ve</strong>roorzaakt<br />

door mechanische afzuiging, wordt <strong>ve</strong>rwezen naar<br />

de Technische Voorlichting nr. 187 [37].<br />

◆ Bij gastoestellen mag de afvoer <strong>van</strong> de rookgassen<br />

ook d<strong>ie</strong>nen als afvoer <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht mits<br />

een ‘valwindafleider-trekonderbreker’ op het gastoestel<br />

voorz<strong>ie</strong>n is (afbeelding 13).<br />

◆ Bij gastoestellen d<strong>ie</strong> n<strong>ie</strong>t op een schouw moeten<br />

aangesloten zijn, mag een n<strong>ie</strong>t-afsluitbare en n<strong>ie</strong>tregelbare<br />

afvoeropening <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>, <strong>ve</strong>rbonden<br />

met een afvoerkanaal, ook gebruikt worden om<br />

de <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten af te voeren. De afvoer-<br />

33 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

valwindafleidertrekonderbreker<br />

Afb. 13 Gemeenschappelijke afvoer<br />

<strong>van</strong> rookgassen en <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht via<br />

een gastoestel.<br />

Afb. 14 Gastoestel dat n<strong>ie</strong>t aan een<br />

schouw aangesloten is.


Afb. 15 Mechanische<br />

afvoer <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht<br />

en natuurlijke afvoer<br />

<strong>van</strong> rookgassen.<br />

opening moet dan hoger liggen dan de plaats waar de <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten worden<br />

afgege<strong>ve</strong>n (afbeelding 14, p. 33).<br />

◆ Als de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht mechanisch wordt afgevoerd terwijl de rookgassen <strong>van</strong> de open<br />

<strong>ve</strong>rbrandingstoestellen op een natuurlijke wijze afgevoerd worden, mag een onderdruk<br />

de werking <strong>van</strong> het open <strong>ve</strong>rbrandingstoestel nooit (zelfs n<strong>ie</strong>t tijdelijk) storen (afbeelding<br />

15). De storende onderdruk moet <strong>ve</strong>rmeden worden door de luchttoevoerdeb<strong>ie</strong>ten<br />

te <strong>ve</strong>rhogen.<br />

Ind<strong>ie</strong>n de mechanische afzuiging uitvalt, moet het open <strong>ve</strong>rbrandingstoestel normaal<br />

<strong>ve</strong>rder kunnen werken.<br />

34 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

Afb. 16 Mechanische<br />

afvoer <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht<br />

en rookgassen.<br />

◆ Als zowel de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht als de rookgassen <strong>van</strong> het open <strong>ve</strong>rbrandingstoestel mechanisch<br />

worden afgevoerd (afbeelding 16), mag er geen terugstroming optreden, zelfs<br />

n<strong>ie</strong>t bij het uitvallen <strong>van</strong> een <strong>van</strong> de afzuig<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren.<br />

Het open <strong>ve</strong>rbrandingstoestel moet automatisch stoppen ind<strong>ie</strong>n het nodige afzuigdeb<strong>ie</strong>t<br />

voor de rookgassen om een of andere reden n<strong>ie</strong>t zou gehaald worden.<br />

Ind<strong>ie</strong>n de rookgassen <strong>van</strong> het open <strong>ve</strong>rbrandingstoestel en de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht afgezogen<br />

worden door hetzelfde kanaal, moet dit voorz<strong>ie</strong>n zijn <strong>van</strong> een ‘valwindafleider-trekonderbreker’<br />

en moet de <strong>ve</strong>rbranding bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n automatisch onderbroken worden wanneer<br />

het afzuigsysteem n<strong>ie</strong>t werkt.<br />

◆ Het gebruik <strong>van</strong> toestellen met gesloten <strong>ve</strong>rbranding <strong>ve</strong>rd<strong>ie</strong>nt aanbe<strong>ve</strong>ling als een<br />

konflikt tussen <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en rookgasafvoer mogelijk is. Bij dit type toestel is de volledige<br />

luchtcyclus (luchttoevoer, <strong>ve</strong>rbranding, afvoer <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rbrandingsgassen) rechtstreeks<br />

aangesloten op de buitenomgeving en gescheiden <strong>van</strong> de ruimte waarin het<br />

toestel is opgesteld. Er is dus geen enkele wisselwerking tussen de binnenlucht en de<br />

<strong>ve</strong>rbrandingsprodukten. Deze oplossing geeft een permanente waarborg dat er geen<br />

rookgassen in de leefruimten zullen terugstromen.<br />

◆ De plaatsing <strong>van</strong> het gastoestel buiten de bewoningszone is een alternat<strong>ie</strong><strong>ve</strong> oplossing,<br />

b.v. in een afzonderlijke bergplaats met rechtstreekse <strong>ve</strong>rbinding naar buiten, in de<br />

garage, op een n<strong>ie</strong>t-bewoonde zolder, ... In al deze gevallen moeten de eisen voor<br />

voldoende luchttoevoer nageleefd worden.


4.9 BEPERKEN VAN DE<br />

LUCHTVERVUILING<br />

Lucht<strong>ve</strong>rvuiling moet <strong>van</strong>zelfsprekend beperkt<br />

worden. Dit kan <strong>ve</strong>rwezenlijkt worden<br />

door het beperken <strong>van</strong> de emiss<strong>ie</strong> <strong>van</strong><br />

schadelijke stoffen, zoals de <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten. Dit geldt ook voor de binnenlucht.<br />

Door <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren kan men in de meeste gevallen immers n<strong>ie</strong>ts anders doen dan de lucht<strong>ve</strong>rontreiniging<br />

te <strong>ve</strong>rdunnen. Ind<strong>ie</strong>n mogelijk d<strong>ie</strong>nt dus de emiss<strong>ie</strong> <strong>van</strong> lucht<strong>ve</strong>rvuilende<br />

bestanddelen binnenshuis zelf te worden aangepakt :<br />

◆ ind<strong>ie</strong>n de buitenlucht te sterk <strong>ve</strong>rontreinigd is, kan filtering <strong>van</strong> de toevoerlucht o<strong>ve</strong>rwogen<br />

worden<br />

◆ een belangrijke oorzaak <strong>van</strong> vooral geurhinder is de menselijke aanwezigheid zelf in<br />

kamers d<strong>ie</strong> onvoldoende ge<strong>ve</strong><strong>nti</strong>leerd zijn. Deze vorm <strong>van</strong> lucht<strong>ve</strong>rontreiniging kan<br />

natuurlijk moeilijk worden beperkt<br />

◆ tabaksrook is een frekwent voorkomende vorm <strong>van</strong> lucht<strong>ve</strong>rontreiniging. Di<strong>ve</strong>rse stud<strong>ie</strong>s<br />

hebben duidelijk aangetoond dat het onmogelijk is om met normale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten<br />

de koncentrat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> geur en stof<strong>deel</strong>tjes te <strong>ve</strong>rdunnen tot een aanvaardbaar<br />

ni<strong>ve</strong>au voor alle n<strong>ie</strong>t-rokers<br />

◆ uit onderzoek, vooral in kantoren, is gebleken dat een groot ge<strong>deel</strong>te <strong>van</strong> de luchtkwaliteitsproblemen<br />

te maken heeft met de gebruikte bouwmaterialen. In <strong>woningen</strong><br />

denkt men h<strong>ie</strong>rbij vooral aan geurhinder ten gevolge <strong>van</strong> tapijten, gordijnen, bepaalde<br />

<strong>ve</strong>r<strong>ve</strong>n en reinigingsmiddelen.<br />

4.10 LUCHTDICHTHEID<br />

VAN HET GEBOUW<br />

tige luchtinfiltrat<strong>ie</strong>s en de kans op tochtproblemen te beperken.<br />

De luchtdichtheid <strong>van</strong> het gebouw is een<br />

belangrijk element in een globale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>strateg<strong>ie</strong><br />

om energ<strong>ie</strong><strong>ve</strong>rl<strong>ie</strong>zen door o<strong>ve</strong>rma-<br />

De norm NBN D 50-001 stelt geen <strong>algemene</strong> eisen terzake, maar geeft wel aanbe<strong>ve</strong>lingen<br />

voor twee specif<strong>ie</strong>ke gevallen :<br />

◆ bij gebalanceerde mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (systeem D) is een dichtheid gewenst d<strong>ie</strong><br />

o<strong>ve</strong>reenkomt met een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud <strong>van</strong> 3 volumen per uur bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong><br />

50 Pa (gemeten via een pressurisat<strong>ie</strong>proef o<strong>ve</strong>reenkomstig de norm ISO DIS 9972 [26])<br />

◆ ind<strong>ie</strong>n bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n energ<strong>ie</strong>rekuperat<strong>ie</strong> op de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht wordt toegepast, wordt aangeraden,<br />

om energetische redenen, het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud tot 1 volume per uur te beperken<br />

bij 50 Pa.<br />

Deze problemat<strong>ie</strong>k wordt in hoofdstuk 5 <strong>ve</strong>rder uitged<strong>ie</strong>pt.<br />

4.11 ONDERHOUD<br />

VAN VENTILATIE-<br />

VOORZIENINGEN<br />

Het aspekt onderhoud <strong>ve</strong>rd<strong>ie</strong>nt aandacht<br />

<strong>van</strong>uit twee invalshoeken :<br />

◆ enerzijds is het te <strong>ve</strong>rk<strong>ie</strong>zen dat men <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen<br />

gebruikt d<strong>ie</strong> onderhouds-<br />

vrij zijn, zeker in de individuele woningbouw. De eenvoudige reden h<strong>ie</strong>rvoor is dat in<br />

de praktijk de meeste bewoners nooit aan het onderhoud <strong>van</strong> hun <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem<br />

denken. De enige uitzonderingen h<strong>ie</strong>rop vormen de dampkap in de keuken en de<br />

zichtbare ge<strong>deel</strong>ten <strong>van</strong> toevoer- en afvoermonden<br />

35 TV <strong>192</strong> – juni 1994


◆ anderzijds is het belangrijk dat de delen d<strong>ie</strong> e<strong>ve</strong>ntueel onderhoud <strong>ve</strong>reisen, gemakkelijk<br />

te onderhouden zijn. Dit geldt bij voorbeeld voor :<br />

– alle zichtbare ge<strong>deel</strong>ten <strong>van</strong> luchttoevoer- en afvoervoorz<strong>ie</strong>ningen<br />

– dampkappen<br />

– filters.<br />

4.12 GEBRUIKS-<br />

VRIENDELIJKHEID<br />

In de woningbouw is een eenvoudige,<br />

eenduidige en gemakkelijke bereikbaarheid<br />

<strong>van</strong> de regeling belangrijk en nood-<br />

zakelijk. Een goede handleiding en dokumentat<strong>ie</strong> zijn esse<strong>nti</strong>eel om de bewoners tot<br />

medewerking aan te zetten.<br />

4.13 MOGELIJKHEDEN EN<br />

BEPERKINGEN BIJ<br />

HET INSTALLEREN<br />

Sommige <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen nemen heel<br />

wat ruimte in (bij voorbeeld een warmterekuperat<strong>ie</strong>systeem)<br />

en/of hebben een<br />

grote impakt op de architekturale vrij-<br />

heid. Vooral in appartementen kan het ruimtegebruik problematisch zijn. Systemen d<strong>ie</strong><br />

men bij voorbeeld in een vals plafond kan inbouwen, b<strong>ie</strong>den in dergelijke gevallen<br />

bepaalde voordelen. Vooral bij renovat<strong>ie</strong>werken stelt men dikwijls problemen vast om de<br />

kanalen op een eenvoudige wijze in te bouwen. H<strong>ie</strong>rbij is gedecentraliseerde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

vaak aangewezen.<br />

4.14 ESTETIEK Het estetisch aspekt <strong>van</strong> een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

is n<strong>ie</strong>t te onderschatten. Vele<br />

ontwerpers en bewoners hechten een groot belang aan het estetisch aspekt <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters<br />

in het schrijnwerk, de dampkap, ...<br />

4.15 BESLUIT Het is duidelijk dat de hoofdfunkt<strong>ie</strong> <strong>van</strong><br />

een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> erin bestaat een<br />

goede luchtkwaliteit te realiseren. Het is echter e<strong>ve</strong>nzeer noodzakelijk dat aan een gans<br />

gamma <strong>van</strong> eisen voldaan wordt om te komen tot instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>s d<strong>ie</strong> deze luchtkwaliteit tot<br />

<strong>ie</strong>ders voldoening tot stand brengen. Dit vormt een belangrijke uitdaging voor de dagelijkse<br />

praktijk.<br />

36 TV <strong>192</strong> – juni 1994


5 LUCHTDICHTHEID<br />

VAN HET GEBOUW<br />

Een goede kontrole op de luchtdichtheid <strong>van</strong> een gebouw is esse<strong>nti</strong>eel voor een efficiënte<br />

en rationele <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>huishouding. Ongekontroleerde luchtlekken kunnen immers aanleiding<br />

ge<strong>ve</strong>n tot kortsluiting <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>stroming, <strong>ve</strong>rspreiding <strong>van</strong> geuren en <strong>ve</strong>rontreinigingen,<br />

o<strong>ve</strong>rdre<strong>ve</strong>n energ<strong>ie</strong>gebruik, tocht, ...<br />

In het raam <strong>van</strong> deze Technische Voorlichting is het n<strong>ie</strong>t de bedoeling de problemat<strong>ie</strong>k<br />

<strong>van</strong> de luchtdichtheid <strong>van</strong> gebouwen volledig en systematisch te beschrij<strong>ve</strong>n en te bespreken.<br />

Daarvoor wordt <strong>ve</strong>rwezen naar de literatuur en naar de databank <strong>van</strong> het Air Infiltration<br />

and Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ion Centre. Informat<strong>ie</strong> o<strong>ve</strong>r meettechn<strong>ie</strong>ken voor de bepaling <strong>van</strong> de luchtdichtheidskarakterist<strong>ie</strong>ken<br />

is beschikbaar in de AIVC Technical Note 34 [35].<br />

In dit hoofdstuk komen de voornaamste aspekten <strong>van</strong> de luchtdichtheid <strong>van</strong> gebouwen<br />

aan bod. Specif<strong>ie</strong>ke gege<strong>ve</strong>ns o<strong>ve</strong>r de luchtdichtheid <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>kanalen zullen in een<br />

<strong>lat</strong>ere Technische Voorlichting o<strong>ve</strong>r <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> behandeld worden.<br />

5.1 RICHTLIJNEN VAN DE<br />

NORM NBN D 50-001<br />

De Belgische norm NBN D 50-001 stelt<br />

geen eisen aan de luchtdichtheid <strong>van</strong> gebouwen,<br />

maar geeft wel richtlijnen ind<strong>ie</strong>n<br />

een gebalanceerde mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (systeem D) wordt geïnstalleerd :<br />

◆ bij systeem D is een maximaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud <strong>van</strong> 3 volumen per uur wenselijk voor<br />

een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa, wanneer alle toevoer- en afvoeropeningen <strong>van</strong> het<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem gesloten zijn (meting volgens de norm ISO DIS 9972 [26])<br />

◆ bij toepassing <strong>van</strong> een warmterekuperat<strong>ie</strong>systeem op de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>lucht is het <strong>van</strong>uit<br />

energetisch standpunt aangewezen het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud tot 1 volume per uur te beperken<br />

voor een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa.<br />

In afbeelding 17 (p. 38) worden de Belgische aanbe<strong>ve</strong>lingen <strong>ve</strong>rgeleken met de aanbe<strong>ve</strong>lingen<br />

of (meestal) eisen in enkele andere landen.<br />

5.2 LUCHTDICHTHEID<br />

VAN RAMEN<br />

Bij luchtdichtheid <strong>van</strong> gebouwen wordt tot<br />

nu toe meestal gedacht aan de luchtdichtheid<br />

<strong>van</strong> ramen en deuren. Op dit vlak bestaan er<br />

genormaliseerde testmetoden, e<strong>ve</strong>nals maximaal toelaatbare waarden voor het luchtdeb<strong>ie</strong>t<br />

per meter schrijnwerkvoeg. Deze eisen gelden voor openbare werken en voor de sociale<br />

woningbouw.<br />

37 TV <strong>192</strong> – juni 1994


gebalanceerd<br />

CANADA<br />

ZWEDEN<br />

R2000 homes<br />

gebalanceerd<br />

met<br />

warmterekuperat<strong>ie</strong><br />

al dan n<strong>ie</strong>t met<br />

mechanische afvoer<br />

NEDERLAND<br />

NOORWEGEN<br />

mechanische toevoer, natuurlijke toevoer,<br />

mechanische<br />

afvoer<br />

BELGIË<br />

gebalanceerd<br />

zonder<br />

warmterekuperat<strong>ie</strong><br />

al dan n<strong>ie</strong>t met<br />

mechanische afvoer<br />

ZWITSERLAND<br />

natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

0 1 2 3 4 5 6<br />

Luchtvolumen per uur bij 50 Pa<br />

De luchtdichtheid <strong>van</strong> ramen en deuren<br />

d<strong>ie</strong>nt volgens de Belgische norm NBN<br />

B 25-204 (dit is de Europese norm EN<br />

42 [2]) gemeten te worden. De eisen zijn<br />

in de STS 52 [32] vastgelegd en schommelen<br />

tussen 1,3 en 3,8 m 3 /h en per<br />

meter schrijnwerkvoeg voor een druk<strong>ve</strong>rschil<br />

<strong>van</strong> 50 Pa. Men onderscheidt er<br />

dr<strong>ie</strong> luchtdoor<strong>lat</strong>endheidsklassen PA2,<br />

PA2B en PA3, d<strong>ie</strong> een maximaal toelaatbaar<br />

luchtlekdeb<strong>ie</strong>t per meter schrijnwerkvoeg<br />

ge<strong>ve</strong>n naargelang <strong>van</strong> het<br />

druk<strong>ve</strong>rschil (z<strong>ie</strong> afbeelding 18).<br />

Bij het testen <strong>van</strong> ramen met ingebouwde<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters moeten deze<br />

laatste eerst luchtdicht gemaakt worden.<br />

De eisen worden uitgedrukt afhankelijk<br />

<strong>van</strong> de te <strong>ve</strong>rwachten windbelasting<br />

(hoogte <strong>van</strong> het gebouw) (z<strong>ie</strong> tabel 4).<br />

De klasse PA2 gold oorspronkelijk enkel<br />

voor lage gebouwen (< 10 m) met<br />

<strong>ve</strong>rminderde warmte- en akoestische<br />

Afb. 17 Aanbe<strong>ve</strong>lingen gege<strong>ve</strong>n in de Belgische norm<br />

NBN D 50-001 ten opzichte <strong>van</strong> de aanbe<strong>ve</strong>lingen of<br />

eisen in andere landen.<br />

Luchtdoorlaat (m 3 /h.m <strong>van</strong> de opengaande slagen)<br />

30<br />

20<br />

12,48<br />

10<br />

8,77<br />

6,60<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

0,5<br />

0,4<br />

0,3<br />

0,2<br />

0,1<br />

100 500 1000 Pascal<br />

Winddruk<br />

Afb. 18 Bepaling <strong>van</strong> de luchtdoor<strong>lat</strong>endheidsklasse<br />

<strong>van</strong> <strong>ve</strong>nsters.<br />

38 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

Tabel 4 Eisen gesteld aan de<br />

luchtdoor<strong>lat</strong>endheid <strong>van</strong> <strong>ve</strong>nsters<br />

volgens STS 52 [32].<br />

Hoogte bo<strong>ve</strong>n<br />

de grond<br />

0 tot 10 m<br />

10 tot 18 m<br />

>18 m<br />

Luchtdoor<strong>lat</strong>endheidsklasse<br />

PA2B (*)<br />

PA2B (*)<br />

PA3<br />

(*) Bij air-conditioning wordt<br />

steeds PA3 geëist.<br />

PA2<br />

PA2B<br />

PA3


iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>. De reglementering op warmte-iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> heeft deze kategor<strong>ie</strong> echter irrele<strong>van</strong>t<br />

gemaakt, tenzij voor garages e.d.<br />

De analyse <strong>van</strong> laboratoriummetingen uitgevoerd door het WTCB heeft aangetoond dat<br />

de meeste geteste ramen aan de strengste eis voldoen. In de praktijk blijkt dat de o<strong>ve</strong>rgrote<br />

meerderheid <strong>van</strong> n<strong>ie</strong>uwe ramen zeer luchtdicht zijn en dat hun aan<strong>deel</strong> in de natuurlijke<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> meestal eerder gering is : gemiddeld onge<strong>ve</strong>er 20 %.<br />

5.3 LUCHTDICHTHEID VAN<br />

HET HELE GEBOUW<br />

De zogenaamde pressurisat<strong>ie</strong>proef maakt<br />

het mogelijk een nauwkeurig idee te bekomen<br />

<strong>van</strong> de luchtdichtheid <strong>van</strong> gebouwen.<br />

Bij dit soort metingen plaatst men in een deur of <strong>ve</strong>nsteropening een of meerdere <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren,<br />

d<strong>ie</strong> de woning in onderdruk of in o<strong>ve</strong>rdruk brengen (afbeelding 19). Zo wordt de<br />

re<strong>lat</strong><strong>ie</strong> tussen het druk<strong>ve</strong>rschil o<strong>ve</strong>r de gebouwschil en het luchtdeb<strong>ie</strong>t bepaald. Door<br />

middel <strong>van</strong> een regress<strong>ie</strong>berekening wordt dan het luchtdeb<strong>ie</strong>t voor een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong><br />

50 Pa bepaald (q 50 ). De <strong>ve</strong>rhouding <strong>van</strong> het luchtdeb<strong>ie</strong>t tot het gebouwvolume geeft het<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud voor een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa : de n 50 -waarde.<br />

Op basis <strong>van</strong> de n 50 -waarde is het mogelijk het seizoengemiddelde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud ‘n sb ’ te<br />

schatten, d<strong>ie</strong> rekening houdt met de luchtinfiltrat<strong>ie</strong> door de lekken in de gebouwschil,<br />

maar n<strong>ie</strong>t beïnvloed wordt door de bewoners, en dit met de volgende formule :<br />

Afb. 19 Pressurisat<strong>ie</strong>proef voor de meting <strong>van</strong> de<br />

luchtdichtheid <strong>van</strong> gebouwen.<br />

n sb = n 50<br />

20<br />

39 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

(2)<br />

Het WTCB heeft tussen 1985 en 1993<br />

een groot aantal pressurisat<strong>ie</strong>metingen<br />

in <strong>woningen</strong>, scholen en kantoren uitgevoerd.<br />

Ze ge<strong>ve</strong>n een vrij goed inzicht in<br />

de luchtdichtheid <strong>van</strong> Belgische gebouwen.<br />

De voornaamste besluiten zijn de<br />

volgende :<br />

◆ de gemiddelde luchtdichtheid <strong>van</strong> het<br />

Belgische woningbestand bedraagt<br />

onge<strong>ve</strong>er n 50 = 10 h -1<br />

◆ de spreiding op deze gemiddelde<br />

waarde is zeer groot : bepaalde zeer<br />

luchtdichte appartementen hebben<br />

een n 50 -waarde <strong>van</strong> minder dan 1 h -1 ,<br />

terwijl andere <strong>woningen</strong> n 50 -waarden<br />

<strong>van</strong> 40 h -1 en meer hebben<br />

◆ het lekdeb<strong>ie</strong>t via ramen en deuren is<br />

meestal vrij klein, d.w.z. gemiddeld<br />

onge<strong>ve</strong>er 20 %, maar in sommige


<strong>woningen</strong> bedraagt het e<strong>ve</strong>nwel slechts enkele procenten<br />

◆ in tegenstelling met de resultaten bekomen op recent gebouwde <strong>woningen</strong> in Nederland<br />

en Frankrijk blijkt dat soortgelijke <strong>woningen</strong> in België meestal nog zeer luchtopen<br />

zijn (gemiddelde n 50 -waarde <strong>van</strong> de orde <strong>van</strong> grootheid <strong>van</strong> 10 h -1 of meer). De<br />

voornaamste oorzaak daar<strong>van</strong> heeft meestal te maken met de afwerking en de typische<br />

Belgische bouwwijze : meestal zoekt een individuele bouwheer een architekt en een<br />

aannemer d<strong>ie</strong> het grootste ge<strong>deel</strong>te <strong>van</strong> de bouw op zich nemen. Een al dan n<strong>ie</strong>t<br />

belangrijk ge<strong>deel</strong>te <strong>van</strong> de afwerking wordt ondersteld door de bouwheer zelf te gebeuren.<br />

In onze buurlanden daarentegen vindt men <strong>ve</strong>el meer projekten waarbij een groot<br />

aantal ide<strong>nti</strong>eke of gelijkaardige <strong>woningen</strong> door een enkele aannemer worden gebouwd<br />

en volledig afgewerkt<br />

◆ hoewel het meren<strong>deel</strong> <strong>van</strong> de Belgische woongelegenheden eerder luchtopen zijn,<br />

vindt men in de meeste <strong>woningen</strong> di<strong>ve</strong>rse ruimten d<strong>ie</strong> zeer luchtdicht zijn, vooral de<br />

slaapkamers maar ook de woonkamer. Daarom zijn bewust aangebrachte <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen<br />

noodzakelijk, ondanks het feit dat de globale luchtdichtheid <strong>van</strong> het gebouw<br />

dikwijls eerder slecht is.<br />

5.4 OVERZICHT<br />

VAN MOGELIJKE<br />

LUCHTLEKKEN<br />

In de vorige paragrafen is reeds gesteld dat ramen<br />

meestal slechts een beperkt aan<strong>deel</strong> in de globale<br />

luchtopenheid hebben. De <strong>ve</strong>rschillende typen lek-<br />

ken in een gebouw worden in de databank <strong>van</strong> de<br />

AIVC systematisch besproken. Afbeelding 20 (p. 41) illustreert de mogelijke luchtlekken<br />

in een woning.<br />

In het raam <strong>van</strong> dit dokument wordt de aandacht op volgende aspekten ge<strong>ve</strong>stigd :<br />

◆ degelijk bepleisterde muren en plafonds zonder voegen zijn in het algemeen goed<br />

luchtdicht (q 50 < 1 m 3 /h.m 2 ) ; n<strong>ie</strong>t-bepleisterde muren <strong>van</strong> zware betonblokken kunnen<br />

e<strong>ve</strong>nwel erg luchtopen zijn (q 50 = ± 10 m 3 /h.m 2 )<br />

◆ hellende daken met een binnenafwerking <strong>van</strong> schrootjes of lamellen en met open<br />

voegen zijn dikwijls weinig luchtdicht ; bij alle daken met een ko<strong>nti</strong>nu luchtscherm is<br />

de luchtdichtheid zeer goed<br />

◆ onder de belangrijke plaatselijke lekken vindt men br<strong>ie</strong><strong>ve</strong>nbusopeningen, garagedeuren,<br />

kelder en zolder, zolderluik, ...<br />

◆ nog n<strong>ie</strong>t volledig afgewerkte <strong>woningen</strong> <strong>ve</strong>rtonen dikwijls zeer belangrijke lekken. Het<br />

gaat bij voorbeeld om een bewoonde zolder waar<strong>van</strong> het dak nog n<strong>ie</strong>t afgewerkt is,<br />

<strong>ve</strong>nsters zonder omkasting, ...<br />

◆ rookkanalen <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen spelen een esse<strong>nti</strong>ële rol in de goede werking<br />

<strong>van</strong> deze toestellen. Ze moeten dus in alle omstandigheden openblij<strong>ve</strong>n. Bij open<br />

haarden daarentegen — d<strong>ie</strong> dikwijls slechts sporadisch gebruikt worden — is een goed<br />

afsluitende schouwklep bij n<strong>ie</strong>t-gebruik wel <strong>ve</strong>rantwoord.<br />

40 TV <strong>192</strong> – juni 1994


5.5 RELATIE TUSSEN DE LUCHT-<br />

DICHTHEID VAN HET GEBOUW<br />

EN HET VENTILATIESYSTEEM<br />

De goede luchtdichtheid <strong>van</strong> het<br />

gebouw is bij alle <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systemen<br />

belangrijk. Vooral bij gebalanceerde<br />

mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong>-<br />

<strong>lat</strong><strong>ie</strong> (mechanische toevoer en afvoer, systeem D) blijkt een goede kontrole op de luchtdichtheid<br />

<strong>van</strong> het gebouw esse<strong>nti</strong>eel, zeker wanneer een systeem <strong>van</strong> warmterekuperat<strong>ie</strong> wordt<br />

voorz<strong>ie</strong>n. De richtlijnen gege<strong>ve</strong>n in de norm NBN D 50-001 (z<strong>ie</strong> § 5.2, p. 37) kunnen als<br />

eisen worden gehanteerd.<br />

Afb. 20 Veel voorkomende luchtlekken.<br />

ontbreken <strong>van</strong> een<br />

luchtscherm bij een<br />

lamellenplafond<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de<br />

keuken en de badkamer<br />

penetrat<strong>ie</strong> <strong>van</strong><br />

leidingen<br />

voegen tussen<br />

de muur en<br />

het plafond<br />

voegen tussen<br />

de muur en<br />

de vloer<br />

lichtspotjes<br />

spleten<br />

rond<br />

de<br />

deur<br />

spleten rond<br />

het zolderluik<br />

voegen rond<br />

binnenmuren<br />

41 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

voegen rond<br />

het <strong>ve</strong>nster<br />

aansluiting<br />

muur/dak<br />

schouw<br />

voegen rond<br />

rolluikkasten<br />

aansluiting<br />

metselwerk/<br />

schrijnwerk<br />

stopkontakten


6 VENTILATIE EN<br />

GELUIDHINDER<br />

Door het <strong>ve</strong>rbeteren <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> een woning kunnen akoestische problemen<br />

optreden, zowel bij het mechanisch als bij het natuurlijk <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren. Wanneer de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

n<strong>ie</strong>t oor<strong>deel</strong>kundig ontworpen en uitgevoerd is, wordt n<strong>ie</strong>t alleen het woonkomfort<br />

aangetast, maar kan ook lawaai (bij grote instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>s) naar de omgeving o<strong>ve</strong>rgedragen<br />

worden.<br />

Het eerste <strong>deel</strong> <strong>van</strong> dit hoofdstuk vat de voornaamste moeilijkheden samen en stelt voor<br />

een aantal problemen eenvoudige oplossingen voor.<br />

Het akoestische komfort maakt het voorwerp uit <strong>van</strong> de norm NBN S 01-401 [14], d<strong>ie</strong>,<br />

samen met de norm NBN S 01-400 [13], eisen stelt in <strong>ve</strong>rband met de luchtgeluid- en<br />

kontaktgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Regionale (b.v. VLAREM II) en gemeentelijke reglementeringen<br />

omtrent omgevingslawaai en burenlawaai leggen beperkingen op aan de emiss<strong>ie</strong> <strong>van</strong><br />

geluid naar de omgeving. In § 6.2 (p. 44) worden de hoofdlijnen besproken <strong>van</strong> de in deze<br />

normen <strong>ve</strong>rvatte prestat<strong>ie</strong>-eisen geldig voor <strong>woningen</strong>.<br />

In § 6.3 (p. 47) wordt tenslotte een metode uitgewerkt d<strong>ie</strong> toelaat de impakt <strong>van</strong> de<br />

instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem op de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> te begroten.<br />

Dit hoofdstuk o<strong>ve</strong>r akoest<strong>ie</strong>k is noodzakelijkerwijze beperkt. Voor meer informat<strong>ie</strong> betreffende<br />

de gebruikte begrippen en metoden wordt <strong>ve</strong>rwezen naar andere publikat<strong>ie</strong>s o<strong>ve</strong>r<br />

akoest<strong>ie</strong>k.<br />

6.1 AKOESTISCHE PROBLEMEN<br />

VEROORZAAKT DOOR<br />

VENTILATIESYSTEMEN<br />

namelijk :<br />

De instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> voor (mechanische of<br />

natuurlijke) <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> kan problemen<br />

<strong>ve</strong>roorzaken ten aanz<strong>ie</strong>n <strong>van</strong> de in de<br />

normen bepaalde akoestische eisen,<br />

◆ <strong>ve</strong>rzwakking <strong>van</strong> de bestaande luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> binnen het gebouw ten aanz<strong>ie</strong>n <strong>van</strong><br />

binnenlawaai en <strong>van</strong> de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> daken en ge<strong>ve</strong>ls ten aanz<strong>ie</strong>n <strong>van</strong> buitenlawaai,<br />

te wijten aan :<br />

– doorboringen <strong>van</strong> wanden<br />

– de zwakke luchtdichtheid (bij voorbeeld ten gevolge <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters)<br />

– harde kontakten en doorboringen <strong>van</strong> “dubbele wanden”, d.w.z. wanden waarbij de<br />

luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> gebaseerd is op het massa-<strong>ve</strong>er-massa-principe<br />

– een <strong>ve</strong>rhoogde flankerende geluidtransmiss<strong>ie</strong> via de kanalen<br />

42 TV <strong>192</strong> – juni 1994


◆ o<strong>ve</strong>rdracht <strong>van</strong> buitenlawaai naar binnen via het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem<br />

◆ o<strong>ve</strong>rdracht <strong>van</strong> binnenlawaai (machinelawaai) naar de buitenomgeving<br />

◆ <strong>ve</strong>rzwakking <strong>van</strong> de bestaande kontaktgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> binnen het gebouw, door doorboringen<br />

<strong>van</strong> de zwe<strong>ve</strong>nde vloeren (= vloeropbouw gebaseerd op het trillingsdempende<br />

systeem <strong>van</strong> massa-<strong>ve</strong>er-massa-konstrukt<strong>ie</strong>s) zonder oor<strong>deel</strong>kundige voorzorgsmaatregelen<br />

◆ lawaaihinder door de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> zelf, en meer bepaald door :<br />

– turbule<strong>nti</strong>e in de leiding bij te hoge luchtsnelheden<br />

– trillingen <strong>van</strong> de leidingen <strong>ve</strong>roorzaakt door<br />

✲ de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or(en) zelf<br />

✲ kontakt met trillende voorwerpen buiten het eigenlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem (pompen,<br />

...)<br />

✲ resona<strong>nti</strong>es bij de minder stij<strong>ve</strong> rechthoekige sekt<strong>ie</strong>s<br />

✲ de o<strong>ve</strong>rdracht <strong>van</strong> deze trillingen op plaatmaterialen met grote stijfheid (bij<br />

voorbeeld gipskartonp<strong>lat</strong>en, d<strong>ie</strong> afstralers zijn) of aan de struktuur (cfr. de problemen<br />

met sanitaire instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>s)<br />

– het luchtgeluid <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or zelf<br />

– het luchtgeluid <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or, dat zich <strong>ve</strong>rspreidt via de leidingen, d<strong>ie</strong> op zich<br />

een zwakke iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> hebben<br />

– turbule<strong>nti</strong>es ter plaatse <strong>van</strong> kleppen (bij voorbeeld bij brandkleppen)<br />

– turbule<strong>nti</strong>es bij een e<strong>ve</strong>ntueel slecht gekozen geluiddemper<br />

– een te kleine doorvoersekt<strong>ie</strong> <strong>van</strong> de roosters en/of een te hoge luchtsnelheid door<br />

het rooster.<br />

Een aantal <strong>van</strong> deze problemen <strong>ve</strong>rgen wat meer uitleg en kunnen soms vrij eenvoudig<br />

opgelost worden :<br />

◆ de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de wanden <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>kanalen is vrij gering ; ze transporteren<br />

dus gemakkelijk lawaai <strong>van</strong> het ene <strong>ve</strong>rtrek naar het andere. Ind<strong>ie</strong>n mogelijk is<br />

het interessant de kanalen in gemetselde kokers onder te brengen<br />

◆ trillingen <strong>ve</strong>roorzaakt door de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or worden naar de omgeving o<strong>ve</strong>rgebracht. Ten<br />

einde dit te <strong>ve</strong>rmijden, d<strong>ie</strong>nt de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>orgroep op een trillingsdempend systeem geplaatst<br />

of opgehangen te worden. Daartoe d<strong>ie</strong>nt aan de le<strong>ve</strong>ranc<strong>ie</strong>r <strong>van</strong> het trillingsdempend<br />

systeem de <strong>ve</strong>rschillende werkingssnelheden (in het bijzonder de traagst draa<strong>ie</strong>nde)<br />

en het gewicht <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>orgroep (met inbegrip <strong>van</strong> een e<strong>ve</strong>ntuele omkasting<br />

enz.) te worden gege<strong>ve</strong>n. Er moet rekening gehouden worden met het feit dat een<br />

sokkel e<strong>ve</strong>ntueel noodzakelijk kan zijn<br />

◆ trillingen <strong>ve</strong>roorzaakt door de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or worden ook aan de kanalen doorgege<strong>ve</strong>n. De<br />

aansluiting tussen de groep en de stij<strong>ve</strong> kanalen d<strong>ie</strong>nt te gebeuren met een soepel en<br />

dus n<strong>ie</strong>t trillingsgeleidend tussenstuk. De volledige instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> vóór dit tussenstuk mag<br />

nergens hard kontakt hebben met het gebouw<br />

◆ ind<strong>ie</strong>n de kanalen aan trillingen onderhevig zijn, d<strong>ie</strong>nen ze zo<strong>ve</strong>el mogelijk met het<br />

gebouw <strong>ve</strong>rbonden te worden via trillingsdempende ophangingen of systemen<br />

43 TV <strong>192</strong> – juni 1994


◆ de aanvoer <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rse lucht uit de buitenomgeving geeft ook aanleiding tot lawaai in<br />

het gebouw. Afgez<strong>ie</strong>n <strong>van</strong> de gebrekkige ge<strong>ve</strong>liso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> (NBN S 01-400 [13], z<strong>ie</strong> § 6.2.1)<br />

zijn er ook moeilijkheden in een lawaa<strong>ie</strong>rige omgeving te <strong>ve</strong>rwachten met de in de<br />

norm NBN S 01-401 (z<strong>ie</strong> § 6.2.2) voorgeschre<strong>ve</strong>n maximaal toelaatbare geluidni<strong>ve</strong>aus<br />

in de di<strong>ve</strong>rse <strong>ve</strong>rtrekken. De aanzuiglucht d<strong>ie</strong>nt aan de stilste kant te worden aangevoerd<br />

ofwel d<strong>ie</strong>nt een geluiddemper te worden voorz<strong>ie</strong>n<br />

◆ bij kokers d<strong>ie</strong> muren of vloeren doorboren, is het aan te raden een aansluitende,<br />

elastische koker te gebruiken. Dit <strong>ve</strong>rbetert de luchtdichtheid en beperkt, bij voorbeeld<br />

bij vloerkonstrukt<strong>ie</strong>s, de harde kontakten tussen de dekvloer en de vloerplaat. De<br />

konstrukt<strong>ie</strong> blijft dus akoestisch “zwe<strong>ve</strong>n”, wat ten goede komt aan de kontaktgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

<strong>van</strong> het geheel. Het voorz<strong>ie</strong>n <strong>van</strong> gemetselde kokers voor de doorvoer <strong>van</strong><br />

kanalen vormt een nog betere oplossing<br />

◆ de toevoer- of afvoeropeningen in het dak, de ge<strong>ve</strong>l of muren <strong>van</strong> een gebouw moeten<br />

zodanig geplaatst worden dat ze geen ongunstig akoestisch effekt hebben op zwakkere<br />

delen (<strong>ve</strong>nsters, terrassen, andere toevoer- of afvoeropeningen, lichte dakkonstrukt<strong>ie</strong>s)<br />

<strong>van</strong> het gebouw zelf of <strong>van</strong> naburige gebouwen.<br />

6.2 EISEN VOLGENS DE<br />

BELGISCHE NORM<br />

De <strong>ve</strong>rhoging <strong>van</strong> het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t kan belangrijke<br />

gevolgen hebben voor de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

<strong>van</strong> binnenwanden en ge<strong>ve</strong>ls, wat in<br />

een beperkt akoestisch komfort binnen het gebouw kan resulteren. De problemat<strong>ie</strong>k <strong>van</strong><br />

de akoestische iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> en het akoestische komfort wordt in de normen NBN S 01-400 [13]<br />

en S 01-401 [14] behandeld. Voor de juiste draagwijdte <strong>van</strong> Belgische normen kan naar<br />

§ 3.1 (p. 14) <strong>van</strong> deze Technische Voorlichting <strong>ve</strong>rwezen worden. Van de h<strong>ie</strong>ronder<br />

aangehaalde normen worden h<strong>ie</strong>r enkel de hoofdtema’s geschetst. Bij belangrijke beslissingen<br />

of beoordelingen d<strong>ie</strong>nen de volledige teksten <strong>van</strong> de normen geraadpleegd te worden.<br />

6.2.1 NBN S 01-400 : KRITERIA VAN DE AKOESTISCHE ISOLATIE<br />

Deze norm behandelt zowel luchtgeluid- als kontaktgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>. In het raam <strong>van</strong> deze<br />

Technische Voorlichting zijn volgende aspekten esse<strong>nti</strong>eel :<br />

◆ meetmetode voor de geluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> : steunend op de normen NBN S 01-005 [9], S 01-<br />

006 [10], S 01-007 [11] en S 01-008 [12] worden meetmetoden beschre<strong>ve</strong>n om de<br />

luchtgeluid- en kontaktgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> bouwonderdelen te bepalen. Beide typen <strong>van</strong><br />

iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> worden dan spektraal weergege<strong>ve</strong>n volgens 1/3 oktaafbanden als uiteindelijk<br />

meetresultaat<br />

◆ eengetalswaarde voor de iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> : er wordt een metode gege<strong>ve</strong>n d<strong>ie</strong> het mogelijk<br />

maakt de geluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> (gekenmerkt door een geluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>spektrum) uit te drukken<br />

door een eengetalswaarde (d<strong>ie</strong> spektrale informat<strong>ie</strong> inhoudt) : de kategor<strong>ie</strong>. De kategor<strong>ie</strong><br />

duidt een iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>klasse aan en wordt voorgesteld door de Romeinse cijfers I, II, III en<br />

IV voor n<strong>ie</strong>t-ge<strong>ve</strong>lelementen. Het cijfer “I” stelt h<strong>ie</strong>rbij de beste klasse voor. Binnen<br />

44 TV <strong>192</strong> – juni 1994


de iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>klassen voor binnenwanden wordt een onder<strong>ve</strong>rdeling gemaakt tussen de<br />

<strong>deel</strong>klassen ‘a’ en ‘b’, waarbij ‘a’ de betere waarde weergeeft. Een luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

d<strong>ie</strong> slechts een ‘b’-katalogering behaalt, wordt door <strong>ve</strong>el personen als onvoldoende<br />

ervaren en geeft aanleiding tot klachten. Ze wordt meestal n<strong>ie</strong>t aanvaard bij luxegebouwen.<br />

Bij ge<strong>ve</strong>liso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> bestaat slechts één klasse, klasse ‘V’, d<strong>ie</strong> echter onder<strong>ve</strong>r<strong>deel</strong>d wordt<br />

in v<strong>ie</strong>r <strong>deel</strong>klassen, namelijk ‘a’, ‘b’, ‘c’ en ‘d’. H<strong>ie</strong>r stelt de <strong>deel</strong>klasse ‘a’ opn<strong>ie</strong>uw de<br />

beste waarde voor.<br />

Opmerking : in het buitenland bestaan andere systemen om de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> door<br />

een eengetalswaarde weer te ge<strong>ve</strong>n. Zo defin<strong>ie</strong>ert de internationale norm ISO 717 [27]<br />

een gewogen <strong>ve</strong>rzwakkingsindex (R w , in het laboratorium) en een genormaliseerde<br />

gewogen geluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> (D nw ) voor luchtgeluiden. In § 6.3.1.3 (p. 48) worden de ISOwaarden<br />

opgege<strong>ve</strong>n d<strong>ie</strong> bij benadering o<strong>ve</strong>reenstemmen met de kategor<strong>ie</strong>ën <strong>van</strong> luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

voor ge<strong>ve</strong>lelementen<br />

◆ prestat<strong>ie</strong>-eisen : omgekeerd worden met behulp <strong>van</strong> dit systeem eisen opgelegd aan<br />

zowel de kontaktgeluid- als aan de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> (z<strong>ie</strong> tabel 5) <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rschillende<br />

bouwonderdelen.<br />

De instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem kan de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> ge<strong>ve</strong>lelementen<br />

(b.v. door het aanbrengen <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters) of binnenwanden (b.v. via het leidingnet)<br />

<strong>ve</strong>rminderen, zodat n<strong>ie</strong>t meer voldaan wordt aan de eisen gesteld in deze norm. In<br />

§ 6.3 (p. 47) wordt een metode gege<strong>ve</strong>n d<strong>ie</strong> toelaat deze impakt op de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

bij benadering te begroten.<br />

Tabel 5 Akoestische prestat<strong>ie</strong>-eisen voor de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />

Scheidingsmuren<br />

Ge<strong>ve</strong>ls en<br />

puntge<strong>ve</strong>ls<br />

Binnenwanden<br />

<strong>van</strong> woning A<br />

WOONGEBOUW<br />

Vertrekken <strong>van</strong> woning B<br />

Trappenhuis, liftkoker<br />

Kategor<strong>ie</strong> 2<br />

55 dB(A) < L eq ≤ 65 dB(A)<br />

Kategor<strong>ie</strong> 3<br />

65 dB(A) < L eq ≤ 75 dB(A)<br />

Kategor<strong>ie</strong> 4<br />

L eq > 75 dB(A)<br />

Badkamer/WC<br />

Speelkamer<br />

Keuken<br />

Living, eetkamer<br />

Slaapkamer<br />

bo<strong>ve</strong>nste index : aanbevolen kategor<strong>ie</strong><br />

onderste index : minimale kategor<strong>ie</strong><br />

Slaapkamer<br />

a<br />

IIb a<br />

Ib b<br />

Vc a<br />

Vb a<br />

Va a<br />

IIIb a<br />

IIIb a<br />

IIb a<br />

IIb a<br />

IIIb VERTREKKEN VAN WONING A<br />

Living,<br />

eetkamer<br />

a<br />

IIb a<br />

IIb c<br />

Vd b<br />

Vc a<br />

Vb a<br />

IIb a<br />

IIIb a<br />

IIIb Keuken Speelkamer<br />

a<br />

IIb a<br />

IIIb d<br />

V- c<br />

Vd c<br />

Vd a<br />

IVb a<br />

IVb 45 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

a<br />

IIb a<br />

IIIb d<br />

V- c<br />

Vd c<br />

Vd a<br />

IVb Badkamer<br />

WC<br />

a<br />

IIb a<br />

IIIb d<br />

V- c<br />

Vd c<br />

Vd a<br />

IVb


6.2.2 NBN S 01-401 : GRENSWAARDEN VOOR DE GELUIDNIVEAUS OM<br />

HET GEBREK AAN KOMFORT IN GEBOUWEN TE VERMIJDEN [14]<br />

Terwijl de in de norm NBN S 01-400 <strong>ve</strong>rmelde eisen gericht zijn op de iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>prestat<strong>ie</strong>s<br />

<strong>van</strong> bouwdelen, worden in de norm NBN S 01-401 eisen gesteld aan het resulterende<br />

geluidkomfort in de ruimten. Daarbij worden de lawaaini<strong>ve</strong>aus binnen de <strong>ve</strong>rtrekken (met<br />

gesloten <strong>ve</strong>nsters) begrensd (z<strong>ie</strong> tabel 6) afhankelijk <strong>van</strong> het type <strong>ve</strong>rtrek (slaapkamer,<br />

woon<strong>ve</strong>rtrekken) en het type omgeving (bepaald door een meting) waarin het gebouw<br />

gelegen is.<br />

De begrenzing en de bepaling <strong>van</strong> het type omgeving gebeurt aan de hand <strong>van</strong> de parameter<br />

L Aeq,T . Deze kan o<strong>ve</strong>r een tijdsduur ‘T’ <strong>van</strong> de meting bepaald worden met behulp<br />

<strong>van</strong> de meeste n<strong>ie</strong>uwe sonometers.<br />

GEBIEDSTYPE<br />

1 (<strong>ve</strong>elal rustige landelijke omgeving)<br />

2 (<strong>ve</strong>elal stedelijke rustige reside<strong>nti</strong>ële wijken)<br />

3 (<strong>ve</strong>elal zones met lichte industr<strong>ie</strong>ën of<br />

wijken nabij drukke <strong>ve</strong>rkeerswegen)<br />

4 (<strong>ve</strong>elal stadscentra of zones met zware<br />

industr<strong>ie</strong>ën)<br />

MAXIMALE L AEQ -WAARDEN IN<br />

woon<strong>ve</strong>rtrekken slaapkamers<br />

Om aan de in tabel 6 gestelde komforteisen te voldoen, moeten volgende punten nageleefd<br />

worden :<br />

◆ alle scheidingswanden en ge<strong>ve</strong>ls moeten voldoen aan de eisen <strong>van</strong> de norm NBN S 01-<br />

400 (z<strong>ie</strong> tabel 5, p. 45). Er moeten extra beschermingsmaatregelen genomen worden<br />

in zeer lawaa<strong>ie</strong>rige omgevingen<br />

◆ de lawaaihinder in de kamer, <strong>ve</strong>roorzaakt door technische uitrustingen nabij deze<br />

kamer, moet zo<strong>ve</strong>el mogelijk beperkt worden. De norm NBN S 01-401 begrenst de<br />

o<strong>ve</strong>rschrijdingen, waar<strong>van</strong> ze een specif<strong>ie</strong>ke definit<strong>ie</strong> geeft. De o<strong>ve</strong>rschrijding <strong>van</strong> een<br />

bron wordt bepaald door het <strong>ve</strong>rschil tussen het maximale geluidni<strong>ve</strong>au binnen de<br />

kamer, voortgebracht door de werking <strong>van</strong> de bron, en het geluidni<strong>ve</strong>au binnen de<br />

kamer dat gedurende 90 % <strong>van</strong> de tijd n<strong>ie</strong>t o<strong>ve</strong>rschreden wordt wanneer de bron n<strong>ie</strong>t<br />

werkzaam is.<br />

30<br />

35<br />

40<br />

45<br />

De o<strong>ve</strong>rschrijdingen, d<strong>ie</strong> te wijten zijn aan geluidbronnen d<strong>ie</strong> zich binnen het gebouw<br />

maar buiten het te beschermen <strong>ve</strong>rtrek bevinden, worden als volgt beperkt :<br />

– woon<strong>ve</strong>rtrekken : 6 dB(A)<br />

– slaap<strong>ve</strong>rtrekken : 3 dB(A).<br />

Er wordt echter geen rekening gehouden met de o<strong>ve</strong>rschrijdingen d<strong>ie</strong> het globale<br />

ni<strong>ve</strong>au n<strong>ie</strong>t tot 30 dB(A) of hoger doen stijgen in de woon- en slaap<strong>ve</strong>rtrekken. Ind<strong>ie</strong>n<br />

de o<strong>ve</strong>rschrijding te wijten is aan het installeren <strong>van</strong> een n<strong>ie</strong>uwe geluidbron, moet er<br />

nochtans met deze o<strong>ve</strong>rschrijding rekening gehouden worden <strong>van</strong> zodra deze het<br />

globale ni<strong>ve</strong>au doet stijgen tot 27 dB(A) of meer.<br />

30<br />

30<br />

35<br />

40<br />

46 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

Tabel 6<br />

Maximale<br />

waarden<br />

voor de<br />

ekwivalente<br />

ni<strong>ve</strong>aus L Aeq .


De o<strong>ve</strong>rschrijdingen kunnen beperkt worden door bij voorbeeld een goede luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

te voorz<strong>ie</strong>n tussen de lawaaibron en de kamer zelf of door het geproduceerde<br />

geluidni<strong>ve</strong>au <strong>van</strong> de lawaaibron te beperken. Dit laatste vormt een aparte eis<br />

binnen de norm<br />

◆ het geproduceerde geluidni<strong>ve</strong>au d<strong>ie</strong>nt aan de bron te worden beperkt. Dit gebeurt door<br />

er een bo<strong>ve</strong>ngrens aan op te leggen binnen <strong>ve</strong>rtrekken waar technische lawaaibronnen<br />

opgesteld zijn (zoals luchtkonditioneringsgroepen en <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren).<br />

Deze beperkingen worden uitgedrukt in NR-eenheden, d<strong>ie</strong> net als de dB(A) toe<strong>lat</strong>en<br />

het geluid te schatten zoals het door het menselijk gehoor wordt ervaren. Tussen<br />

dB(A) en NR bestaat er geen eenduidige re<strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Ruwweg kan men stellen dat x NR<br />

onge<strong>ve</strong>er o<strong>ve</strong>reenkomt met x + 5 dB(A).<br />

Deze beperkingen zijn de volgende :<br />

– <strong>ve</strong>rtrekken voor de klimaatregeling met een deb<strong>ie</strong>t ≤ 100 000 m 3 /h : NR 70<br />

– WC : NR 65<br />

– badkamers : NR 35 (voor de luchtextrakt<strong>ie</strong>apparatuur)<br />

– keukens : NR 35 (voor de luchtextrakt<strong>ie</strong>apparatuur, behal<strong>ve</strong> dampkappen).<br />

Het toepassingsgeb<strong>ie</strong>d <strong>van</strong> de norm gaat <strong>ve</strong>rder dan alleen woongebouwen. Ook voor<br />

kantoren, scholen, z<strong>ie</strong>kenhuizen, hotels, rusthuizen, teaters, <strong>ve</strong>rgaderzalen, restaurants<br />

enz. worden eisen voorgeschre<strong>ve</strong>n.<br />

6.3 BENADERENDE BEPALING VAN DE GEWIJZIGDE<br />

LUCHTGELUIDISOLATIE VAN EEN WAND WAARIN<br />

EEN VENTILATIEROOSTER OF EEN OPENING<br />

AANGEBRACHT WORDT<br />

6.3.1 INLEIDING<br />

6.3.1.1 NATUURLIJKE VENTILATIE DOOR ROOSTERS IN DE GEVEL<br />

De natuurlijke-<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>openingen kunnen een belangrijke invloed hebben op het akoestische<br />

komfort in de woning en dus problemen ople<strong>ve</strong>ren in <strong>ve</strong>rband met de bo<strong>ve</strong>n<strong>ve</strong>rmelde<br />

normen. In dit hoofdstuk wordt een metode gege<strong>ve</strong>n om deze invloed te begroten,<br />

zodat e<strong>ve</strong>ntuele maatregelen getroffen kunnen worden.<br />

Om een idee te hebben <strong>van</strong> de impakt op de akoestische iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> wordt de volgende<br />

<strong>ve</strong>reenvoudiging doorgevoerd : als een opening moet voorz<strong>ie</strong>n worden in bij voorbeeld<br />

een ge<strong>ve</strong>lelement, wordt er een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster geplaatst ; ter <strong>ve</strong>reenvoudiging wordt de<br />

totale opening (of de totale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosteroppervlakte) beschouwd en n<strong>ie</strong>t de di<strong>ve</strong>rse<br />

spleetopeningen <strong>van</strong> de rooster zelf.<br />

47 TV <strong>192</strong> – juni 1994


6.3.1.2 DOORSTROOMOPENINGEN BINNEN HET GEBOUW<br />

Ook binnen de woning moeten doorstroomopeningen onder de vorm <strong>van</strong> spleten of<br />

roosters voorz<strong>ie</strong>n worden. Deze bedragen gewoonlijk 70 cm 2 , behal<strong>ve</strong> de spleten naar de<br />

keuken, d<strong>ie</strong> 140 cm 2 moeten bedragen (e<strong>ve</strong>ntueel 2 x 70 cm 2 ). Praktisch blijkt dat ze<br />

dikwijls uitgevoerd worden door de k<strong>ie</strong>ren onder of bo<strong>ve</strong>n deuren te <strong>ve</strong>rgroten. Dit kan<br />

ook konflikten met de norm NBN S 01-400 <strong>ve</strong>roorzaken, d<strong>ie</strong> immers e<strong>ve</strong>neens eisen stelt<br />

in <strong>ve</strong>rband met de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> tussen de di<strong>ve</strong>rse <strong>ve</strong>rtrekken <strong>van</strong> eenzelfde woning.<br />

De situat<strong>ie</strong> is echter minder gevaarlijk dan gevreesd kan worden : tussen de meeste<br />

<strong>ve</strong>rtrekken waarvoor de norm een strenge akoestische iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> eist, bestaat <strong>ve</strong>elal geen<br />

direkte <strong>ve</strong>rbinding via deuren enz. Het lijkt bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n weinig waarschijnlijk dat men<br />

doorstroomopeningen zal voorz<strong>ie</strong>n in wanden tussen twee ruimten zonder deur<strong>ve</strong>rbinding.<br />

De meeste doorstroomopeningen zijn spleetvormig. De <strong>ve</strong>rmindering <strong>van</strong> de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

door spleten heeft een specif<strong>ie</strong>k gedrag dat h<strong>ie</strong>rna begroot wordt.<br />

6.3.1.3 BENADERENDE OMVORMING VAN DE PRESTATIES VOLGENS DE NORM<br />

NBN S 01-400, NAAR PRESTATIES VOLGENS DE NORM ISO 717<br />

Zoals reeds <strong>ve</strong>rmeld, zijn de prestat<strong>ie</strong>-eisen volgens de Belgische norm spektrale eisen,<br />

d<strong>ie</strong> samengevat worden door een eengetalswaarde, de zogenaamde iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>kategor<strong>ie</strong>. De<br />

eis wordt dus n<strong>ie</strong>t gedefin<strong>ie</strong>erd door een globale iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>waarde uitgedrukt in decibel.<br />

De <strong>ve</strong>rmindering <strong>van</strong> de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> een wand door de inbouw <strong>van</strong> een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster<br />

zou dus met de metode <strong>van</strong> § 6.3.2 per 1/3 oktaafband moeten berekend<br />

worden. Daarna laat de evaluat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> het bekomen geluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>spektrum toe uit te<br />

maken of aan de volgens de norm NBN S 01-400 <strong>ve</strong>reiste kategor<strong>ie</strong> wordt voldaan. Dit<br />

wordt een omslachtige berekening, d<strong>ie</strong> echter met de computer op een eenvoudige wijze<br />

kan worden uitgevoerd.<br />

Om de inhoud en de impakt <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>norm duidelijk te houden, wordt h<strong>ie</strong>r omgekeerd<br />

te werk gegaan : <strong>van</strong> de refere<strong>nti</strong>etrapcur<strong>ve</strong>n d<strong>ie</strong> de kategor<strong>ie</strong>ën bepalen, worden de<br />

globale waarden in dB ISO berekend. Met een grensspektrum <strong>van</strong> luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

stemt dan een R w - of D nw -index in dB [27] o<strong>ve</strong>reen. De beoordeling volgens deze<br />

Tabel 7 Luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>kategor<strong>ie</strong>ën<br />

en hun o<strong>ve</strong>reenstemmende<br />

R w - of D nw -<br />

waarden.<br />

GRENS-<br />

SPEKTRUM<br />

5 a<br />

5 b<br />

5 c<br />

5 d<br />

R W - OF D NW -<br />

WAARDE<br />

41 dB<br />

36 dB<br />

31 dB<br />

26 dB<br />

grenswaarden gebeurt dan op een eenvoudige man<strong>ie</strong>r, d<strong>ie</strong><br />

echter n<strong>ie</strong>t voor 100 % waarborgt dat ind<strong>ie</strong>n de R w -waarde<br />

gehaald wordt, de Belgische o<strong>ve</strong>reenstemmende kategor<strong>ie</strong><br />

e<strong>ve</strong>neens gehaald wordt. De metode d<strong>ie</strong>nt eerder als een<br />

vuistformule gebruikt te worden en met de nodige voorzichtigheid<br />

te worden gehanteerd.<br />

De R w - of D nw -waarden d<strong>ie</strong> o<strong>ve</strong>reenstemmen met de v<strong>ie</strong>r<br />

luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>kategor<strong>ie</strong>ën voor ge<strong>ve</strong>ls zijn in tabel 7<br />

o<strong>ve</strong>rgenomen.<br />

48 TV <strong>192</strong> – juni 1994


6.3.2 VUISTFORMULE VOOR DE BEREKENING VAN DE VERMINDERING<br />

VAN DE LUCHTGELUIDISOLATIE BIJ HET INBRENGEN VAN NIET-<br />

SPLEETVORMIGE VENTILATIEROOSTERS IN EEN BOUWELEMENT<br />

VAN DE BUITENWAND<br />

6.3.2.1 BEPALING VAN DE RESULTERENDE LUCHTGELUIDISOLATIE VAN EEN WAND<br />

NADAT ER EEN VENTILATIEROOSTER MET GEKENDE LUCHTGELUIDISOLATIE<br />

WORDT AANGEBRACHT<br />

Beschouwen we een bestaand bouwelement (b.v. een ge<strong>ve</strong>l) waar<strong>van</strong> de luchtgeluid<strong>ve</strong>rzwakking<br />

R wel dB [27] bedraagt en dat een totale oppervlakte heeft <strong>van</strong> S tot m 2 . In deze<br />

ge<strong>ve</strong>l wordt een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster geplaatst waar<strong>van</strong> de luchtgeluid<strong>ve</strong>rzwakking (bepaald<br />

in het laboratorium) R wro dB bedraagt. Om dit <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster te kunnen plaatsen, d<strong>ie</strong>nt<br />

in de ge<strong>ve</strong>l een totale opening met een oppervlakte gelijk aan S ro m 2 te worden gemaakt.<br />

De resulterende luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de wand met een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster kan bepaald<br />

worden met behulp <strong>van</strong> formule 3 :<br />

Rwtot = − 10 log S ⎡ ro<br />

⎢<br />

⎣Stot<br />

− R wro<br />

10 . 10 + (Stot − Sro )<br />

Stot − R wel<br />

10 . 10<br />

49 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

⎤<br />

⎥ dB<br />

⎦<br />

(3)<br />

Deze formule kan op eenvoudige wijze uitgebreid worden tot de berekening <strong>van</strong> de<br />

<strong>ve</strong>rzwakking <strong>van</strong> de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> ten gevolge <strong>van</strong> de aanwezigheid <strong>van</strong> meerdere<br />

luchtroosters in een bouwelement. Algemeen kan men met de formule de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

berekenen <strong>van</strong> een uit meerdere elementen samengestelde wand ind<strong>ie</strong>n de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

<strong>van</strong> de aparte elementen gekend is.<br />

6.3.2.2 BEPALING VAN DE NOODZAKELIJKE LUCHTGELUIDISOLATIE VAN EEN VENTILATIE-<br />

ROOSTER DAT IN EEN BESTAAND BOUWELEMENT (B.V. EEN GEVELWAND)<br />

WORDT AANGEBRACHT, OPDAT DE RESULTERENDE LUCHTGELUIDISOLATIE VAN<br />

HET ELEMENT MET ROOSTER ZOU VOLDOEN AAN EEN AKOESTISCHE EIS<br />

(B.V. UIT DE NORM NBN S 01-400)<br />

De oplossing voor dit probleem kan teruggevonden worden uit de omvorming <strong>van</strong> formule<br />

3. Laten we dezelfde symbol<strong>ie</strong>k als in § 6.3.2.1 gebruiken en de gestelde akoestische<br />

eis voor het geheel <strong>van</strong> de wand met <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster voorstellen door R wtot = x dB<br />

(met x bekend), dan bekomt men :<br />

VOORBEELD<br />

R wro > − 10 log S tot<br />

S ro<br />

x<br />

⎡ − (S 10 tot − Sro )<br />

⎢10<br />

−<br />

⎣<br />

Stot . 10 − R wel<br />

10<br />

⎤<br />

⎥ dB<br />

⎦<br />

(4)<br />

We beschouwen een woonkamer met een vloeroppervlakte <strong>van</strong> 32 m 2 en een buitenge<strong>ve</strong>l<br />

aan de straatkant <strong>van</strong> 16 m 2 . De ge<strong>ve</strong>lopbouw heeft een luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> 43 dB,<br />

zonder <strong>ve</strong>rluchting. De ge<strong>ve</strong>l voldoet daarmee aan de eis opgelegd door de norm NBN S


01-400 voor dit type geb<strong>ie</strong>d, d.i. een iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>kategor<strong>ie</strong> gelijk aan V a . Dit stemt bij benadering<br />

o<strong>ve</strong>reen met een minimale luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> 41 dB (z<strong>ie</strong> tabel 7).<br />

Volgens de norm NBN D 50-001 o<strong>ve</strong>r <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> d<strong>ie</strong>nt in dit geval de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> minimaal<br />

115 m 3 /h te bedragen. Dit komt benaderend o<strong>ve</strong>reen met een klass<strong>ie</strong>ke roosteroppervlakte<br />

<strong>van</strong> 320 cm 2 bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa. Om het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster te plaatsen, d<strong>ie</strong>nt een<br />

opening <strong>van</strong> 1000 cm 2 in de wand gemaakt te worden.<br />

Opdat de resulterende luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de wand met een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster zou<br />

voldoen aan de eis V a (dus bij benadering 41 dB [27]), d<strong>ie</strong>nt het rooster apart een luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

te hebben d<strong>ie</strong> minimaal de volgende waarde moet bedragen :<br />

OPMERKING<br />

Rwro > − 10 log 16<br />

0,1 10<br />

⎡<br />

⎢<br />

⎣<br />

> 23,5 dB<br />

− 41<br />

10 ( 16 − 0,1)<br />

−<br />

16<br />

10<br />

50 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

− 43<br />

10<br />

⎤<br />

⎥<br />

⎦<br />

(5)<br />

Of een ge<strong>ve</strong>l met een luchtrooster wel of n<strong>ie</strong>t beantwoordt aan de in de norm NBN S 01-<br />

400 gestelde eisen hangt onder andere af <strong>van</strong> :<br />

◆ de roosteroppervlakte<br />

◆ de totale ge<strong>ve</strong>loppervlakte<br />

◆ de iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de ge<strong>ve</strong>lwand zonder <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster<br />

◆ de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> het rooster.<br />

Wanneer de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de bestaande wand n<strong>ie</strong>t te dicht bij de gestelde grens<br />

zit en de oppervlakte <strong>van</strong> deze wand groot is ten opzichte <strong>van</strong> de bruto roosteroppervlakte,<br />

zijn de <strong>ve</strong>reiste waarden realiseerbaar en zijn de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>norm en de akoestische normen<br />

n<strong>ie</strong>t in tegenspraak.<br />

6.3.3 VERMINDERING VAN DE LUCHTGELUIDISOLATIE BIJ DOORSTROOM-<br />

OPENINGEN IN EENZELFDE WONING OF APPARTEMENT<br />

6.3.3.1 NIET-SPLEETVORMIGE OPENINGEN<br />

Voor n<strong>ie</strong>t-spleetvormige openingen kan voor de berekening <strong>van</strong> de resulterende luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

gebruik gemaakt worden <strong>van</strong> formule 4. De iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>waarde <strong>van</strong> het open<br />

<strong>deel</strong> wordt eenvoudig aan nul gelijkgesteld (in deze formule voorgesteld door R wro ).<br />

Ind<strong>ie</strong>n het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>rooster toch een zekere luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> heeft of d<strong>ie</strong>nt te hebben,<br />

kan volledig <strong>ve</strong>rwezen worden naar § 6.3.2 (p. 49).<br />

6.3.3.2 SPLEETVORMIGE OPENINGEN<br />

De bemerkingen in § 6.3.3.1 blij<strong>ve</strong>n gelden. Men moet echter wel rekening houden met<br />

een aantal afwijkingen. In § 6.3.3.1 werd <strong>van</strong> de hypotese uitgegaan dat het open <strong>deel</strong><br />

(wanneer geen rooster met dempende eigenschappen gebruikt wordt) helemaal geen iso-


<strong>lat</strong><strong>ie</strong> heeft. In werkelijkheid is dit slechts een benadering. Naarmate de opening kleiner of<br />

smaller (“spleet- of k<strong>ie</strong>rvormig”) wordt, is de h<strong>ie</strong>rbo<strong>ve</strong>n gebruikte hypotese steeds minder<br />

korrekt.<br />

Uit de literatuur blijkt dat :<br />

◆ men bij lage frekwe<strong>nti</strong>es een n<strong>ie</strong>t-<strong>ve</strong>rwaarloosbare luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> heeft<br />

◆ naarmate de frekwe<strong>nti</strong>e stijgt, de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> snel daalt<br />

◆ bij bepaalde frekwe<strong>nti</strong>es de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> zelfs kleiner wordt dan wat teoretisch<br />

kan <strong>ve</strong>rwacht worden door de berekening te maken met de h<strong>ie</strong>rbo<strong>ve</strong>n <strong>ve</strong>rmelde formule<br />

(door de luchtgeluidiso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de opening gelijk aan nul te stellen). Deze<br />

plaatselijke sterke dalingen hebben te maken met resona<strong>nti</strong>es <strong>van</strong> de k<strong>ie</strong>rlucht in de<br />

d<strong>ie</strong>pterichting <strong>van</strong> de k<strong>ie</strong>r.<br />

51 TV <strong>192</strong> – juni 1994


7 DIMENSIONERING<br />

EN BEREKENING<br />

7.1 NATUURLIJKE<br />

VENTILATIESYSTEMEN<br />

Het dimensioneren <strong>van</strong> een natuurlijk <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem<br />

<strong>ve</strong>reist in principe ingewikkelde<br />

berekeningen en informat<strong>ie</strong> o<strong>ve</strong>r tal <strong>van</strong> rand-<br />

voorwaarden. Natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> treedt op als gevolg <strong>van</strong> druk<strong>ve</strong>rschillen o<strong>ve</strong>r openingen<br />

in de gebouwschil en tussen de kamers onderling, en o<strong>ve</strong>r kanalen. Deze druk<strong>ve</strong>rschillen<br />

worden <strong>ve</strong>roorzaakt door de werking <strong>van</strong> de wind en door temperatuur<strong>ve</strong>rschillen.<br />

Basisinformat<strong>ie</strong> voor het berekenen <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>ten d<strong>ie</strong> kunnen <strong>ve</strong>rwacht worden<br />

door de werking <strong>van</strong> deze <strong>ve</strong>rschijnselen, vindt men in de literatuurlijst [20, 21, 28].<br />

Bij gebruik <strong>van</strong> de Belgische norm NBN D 50-001 zijn dergelijke berekeningen n<strong>ie</strong>t<br />

nodig. Voor de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> zijn immers de druk<strong>ve</strong>rschillen voor het dimensioneren<br />

<strong>van</strong> de toevoer- en afvoervoorz<strong>ie</strong>ningen vastgesteld op 2 Pa. De gege<strong>ve</strong>ns o<strong>ve</strong>r de nominale<br />

deb<strong>ie</strong>ten door deze voorz<strong>ie</strong>ningen bij 2 Pa worden gewoonlijk door de fabrikant<br />

gele<strong>ve</strong>rd. Men gaat er<strong>van</strong> uit dat in normale weersomstandigheden de toevoer- en afvoervoorz<strong>ie</strong>ningen<br />

een voldoende <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>ve</strong>rzekeren ind<strong>ie</strong>n ze volgens de voorschriften<br />

<strong>van</strong> de norm (z<strong>ie</strong> tabel 1, p. 16) gedimensioneerd zijn.<br />

Voor de voorz<strong>ie</strong>ningen voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> zijn de berekeningen herleid tot het<br />

toepassen <strong>van</strong> een eenvoudige regel (z<strong>ie</strong> § 3.4.2, p. 19).<br />

Ook voor de doorstroomopeningen is er in de meeste gevallen geen moeilijkheid bij het<br />

dimensioneren. Bij alle systemen (A, B, C en D) d<strong>ie</strong>nen de <strong>ve</strong>reiste deb<strong>ie</strong>ten door de<br />

doorstroomopeningen bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa gele<strong>ve</strong>rd te worden of kan men de<br />

<strong>ve</strong>reenvoudigde vuistregel voor spleten onder of rond een deur toepassen (z<strong>ie</strong> tabel 3,<br />

p.19).<br />

Ind<strong>ie</strong>n een krachtige dampkap in de keuken aanwezig is, moet opgepast worden voor<br />

grote onderdrukken. In dat geval kan het noodzakelijk zijn grotere doorstroomopeningen<br />

te voorz<strong>ie</strong>n (behandeld in een <strong>lat</strong>er uit te ge<strong>ve</strong>n Nota).<br />

7.2 MECHANISCHE<br />

VENTILATIESYSTEMEN<br />

De berekening <strong>van</strong> mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen<br />

is duidelijk <strong>ve</strong>rschillend. De<br />

Belgische norm NBN D 50-001 <strong>ve</strong>rmeldt en-<br />

kel de deb<strong>ie</strong>ten d<strong>ie</strong> de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> moet kunnen le<strong>ve</strong>ren. De dimensionering <strong>van</strong> de kanalen,<br />

de keuze <strong>van</strong> de toevoer- en afvoervoorz<strong>ie</strong>ningen e<strong>ve</strong>nals <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or(en) vallen<br />

onder de bevoegdheid <strong>van</strong> de instal<strong>lat</strong>eur of de ontwerper.<br />

52 TV <strong>192</strong> – juni 1994


In deze Technische Voorlichting wordt geen specif<strong>ie</strong>ke informat<strong>ie</strong> gege<strong>ve</strong>n o<strong>ve</strong>r de te<br />

gebruiken dimensioneringsmetoden. Wel kan h<strong>ie</strong>r <strong>ve</strong>rwezen worden naar de Technische<br />

Voorlichtingen nr. 106 [38] en 119 [39], alsook naar de dokumenten <strong>van</strong> de toenmalige<br />

Reg<strong>ie</strong> der Gebouwen ‘Normalisat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> luchtkanalen’ [31]. In Deel II er<strong>van</strong> worden<br />

gedetailleerde metoden beschre<strong>ve</strong>n voor de berekening <strong>van</strong> druk<strong>ve</strong>rl<strong>ie</strong>zen en voor het<br />

ontwerp en de dimensionering <strong>van</strong> luchtkanalen.<br />

Toch is het nuttig de aandacht te trekken op de volgende punten :<br />

◆ de deb<strong>ie</strong>ten d<strong>ie</strong> mechanisch toegevoerd worden naar de bewoonde kamers (systemen<br />

B en D) en de deb<strong>ie</strong>ten d<strong>ie</strong> mechanisch afgevoerd worden uit de vochtige ruimten<br />

(systemen C en D) moeten ten minste gelijk zijn aan de nominale deb<strong>ie</strong>ten d<strong>ie</strong> gevraagd<br />

worden voor deze kamers. Toch moet er natuurlijk o<strong>ve</strong>r gewaakt worden dat de<br />

som <strong>van</strong> alle afgevoerde deb<strong>ie</strong>ten ten minste gelijk is aan de som <strong>van</strong> alle nominale<br />

deb<strong>ie</strong>ten <strong>van</strong> de bewoonde kamers<br />

◆ de mechanisch toegevoerde en afgevoerde deb<strong>ie</strong>ten moeten gerealiseerd worden met<br />

alle binnendeuren normaal dicht en met alle doorstroomopeningen normaal open (d.w.z.<br />

n<strong>ie</strong>t kunstmatig afgedicht)<br />

◆ bij systemen B en C moeten de geëiste toegevoerde (B) en afgevoerde (C) deb<strong>ie</strong>ten<br />

bekomen worden wanneer de natuurlijke afvoeropeningen (systeem B) en de natuurlijke<br />

toevoeropeningen (systeem C) zich in hun normale “open” stand bevinden<br />

◆ de h<strong>ie</strong>rvoor opgelegde deb<strong>ie</strong>tseisen voor de mechanische systemen B, C en D moeten<br />

kunnen bekomen worden ten minste voor windsnelheden <strong>van</strong> minder dan 4 m/s en<br />

voor temperatuur<strong>ve</strong>rschillen (binnen-buiten) kleiner dan 25 K.<br />

53 TV <strong>192</strong> – juni 1994


8 ONDERHOUD<br />

EN REGELING<br />

De appreciat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem door de bewoners hangt af <strong>van</strong> de goede werking<br />

<strong>van</strong> de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> en <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rschillende voorz<strong>ie</strong>ningen. De voorschriften <strong>van</strong> de norm<br />

NBN D 50-001 garanderen enkel de mogelijkheid om te <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren in normale omstandigheden.<br />

Het gebruik <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen valt onder de <strong>ve</strong>rantwoordelijkheid<br />

<strong>van</strong> de bewoner. Ofwel wordt de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> eens en voor goed geregeld door de<br />

instal<strong>lat</strong>eur (gebalanceerde mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>), ofwel moet de bewoner zelf de mogelijkheid<br />

hebben om de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> naar behoefte te regelen.<br />

Ind<strong>ie</strong>n de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen n<strong>ie</strong>t naar behoren onderhouden worden, zullen er klachten<br />

optreden bij de gebruikers en zal de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> zelf in vraag gesteld worden. Vervuiling,<br />

kondensat<strong>ie</strong>, lawaaihinder, te lage deb<strong>ie</strong>ten, tochtproblemen, ... kunnen te wijten zijn<br />

aan een slechte afstelling of aan een onvoldoende onderhoud.<br />

Een goede handleiding voor het gebruik en het onderhoud <strong>van</strong> het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem is<br />

e<strong>ve</strong>n belangrijk als voor andere huishoudtoestellen.<br />

8.1 ONDERHOUD Zowel voor individuele <strong>woningen</strong> als voor kollekt<strong>ie</strong><strong>ve</strong><br />

gebouwen is het <strong>van</strong> groot belang voldoende ruimte<br />

voor de plaatsing of de inbouw <strong>van</strong> de technische instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> en eenvoudige onderhoudsmogelijkheden<br />

te voorz<strong>ie</strong>n.<br />

H<strong>ie</strong>rna wordt een korte beschrijving gege<strong>ve</strong>n <strong>van</strong> de onderhoudsaspekten en wordt te<strong>ve</strong>ns<br />

nagegaan hoe het ontwerp <strong>van</strong> de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> het onderhoud kan <strong>ve</strong>rgemakkelijken.<br />

In principe komen volgende instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>onderdelen in aanmerking voor onderhoud :<br />

◆ de luchttoevoerelementen<br />

◆ de afzuigmonden<br />

◆ de wasemkap<br />

◆ de afzuig<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren of dak<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren<br />

◆ de luchtgroepen<br />

◆ de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> voor warmterekuperat<strong>ie</strong><br />

◆ de luchtkanalen.<br />

54 TV <strong>192</strong> – juni 1994


8.1.1 LUCHTTOEVOERELEMENTEN<br />

8.1.1.1 ROOSTERS VOOR NATUURLIJKE OF VRIJE TOEVOER<br />

In de meeste <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>roosters is een gaas aangebracht om insekten tegen te houden.<br />

Wanneer het gaas vuil wordt door stof en insekten, moet het gereinigd kunnen worden.<br />

Het wordt aangeraden roosters te gebruiken d<strong>ie</strong> een eenvoudige reiniging <strong>van</strong> het gaas<br />

mogelijk maken, zoals roosters met een afneembaar binnenge<strong>deel</strong>te.<br />

8.1.1.2 TOEVOERMONDEN VOOR MECHANISCHE VENTILATIE<br />

De materiaalkeuze en een goed ontwerp <strong>van</strong> de mond moeten een gemakkelijke reiniging<br />

mogelijk maken.<br />

8.1.2 AFZUIGMONDEN<br />

De eisen voor toevoeropeningen gelden ook voor afvoermonden. De noodzaak tot onderhoud<br />

is meestal <strong>ve</strong>el groter bij de laatste. Ind<strong>ie</strong>n de <strong>ve</strong>rvuiling te aanz<strong>ie</strong>nlijk wordt, moet<br />

een eenvoudig montagesysteem een snelle <strong>ve</strong>r<strong>van</strong>ging mogelijk maken.<br />

Een minstens jaarlijkse reiniging is aan te raden.<br />

8.1.3 WASEMKAP<br />

Om het <strong>ve</strong>tfilter gemakkelijk te kunnen reinigen, is het belangrijk dat het in metaal<br />

uitgevoerd wordt. Zijn afmetingen moeten het mogelijk maken dat het eenvoudig in een<br />

vaatwasmachine geplaatst kan worden (dit wordt nader behandeld in het <strong>lat</strong>er uitgege<strong>ve</strong>n<br />

tweede <strong>deel</strong> o<strong>ve</strong>r technolog<strong>ie</strong>, e<strong>ve</strong>nals in de Technische Voorlichting nr. 187 [37]).<br />

8.1.4 DAKVENTILATOREN<br />

Het onderhoud <strong>van</strong> dak<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren wordt best door vakmensen uitgevoerd en bestaat<br />

erin :<br />

◆ de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>orschoepen schoon te maken<br />

◆ ind<strong>ie</strong>n nodig de schoepen uit te balanceren<br />

◆ de lagers <strong>van</strong> de motoren te kontroleren en, ind<strong>ie</strong>n nodig, te <strong>ve</strong>rn<strong>ie</strong>uwen<br />

◆ de instelling en de goede werking <strong>van</strong> de motorbe<strong>ve</strong>iligingsschakelaars na te gaan<br />

◆ de elektrische aansluitingen en de kontakten te kontroleren<br />

◆ de motorsteunen, montagep<strong>lat</strong>en, kooikonstrukt<strong>ie</strong>s, ophangkonstrukt<strong>ie</strong>s, poten, bouten,<br />

moeren, afstandspennen, ... na te gaan<br />

◆ de polyesteronderdelen te kontroleren.<br />

Om het onderhoud mogelijk te maken, moeten de motor en de elektrische onderdelen<br />

gemakkelijk toegankelijk zijn via een wegneembare motorkap of toegangsluik. Het e<strong>ve</strong>ntueel<br />

<strong>ve</strong>r<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> de onderdelen moet op een eenvoudige man<strong>ie</strong>r kunnen gebeuren.<br />

55 TV <strong>192</strong> – juni 1994


Een werkschakelaar in de onmiddellijke omgeving <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or zorgt ervoor dat de<br />

<strong>ve</strong>iligheid <strong>van</strong> de onderhouds<strong>ve</strong>rantwoordelijken gewaarborgd is door een totale onderbreking<br />

<strong>van</strong> de voeding.<br />

8.1.5 LUCHTGROEPEN<br />

De bij dak<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren <strong>ve</strong>rmelde opmerkingen gelden in principe ook voor luchtgroepen.<br />

Nochtans, door de mogelijke aanwezigheid <strong>van</strong> meerdere luchtbehandelingskomponenten<br />

in de luchtgroep zijn de onderhoudswerkzaamheden <strong>ve</strong>el uitgebreider :<br />

◆ kontrole<br />

– <strong>van</strong> de technische kwaliteit <strong>van</strong> de elektrische onderdelen<br />

✲ motoren (i.v.m. stroomopname)<br />

✲ termische be<strong>ve</strong>iligingen (+ afstelling)<br />

✲ vorstbe<strong>ve</strong>iligingstermostaat (+ afstelling)<br />

✲ servomotoren (+ afstelling)<br />

– op de <strong>ve</strong>rvuiling en <strong>van</strong> de toestand <strong>van</strong> de mechanische onderdelen :<br />

✲ vuilafzetting op de eenheden<br />

✲ de batterijen en aansluitingen<br />

✲ de slijtage en de spanning <strong>van</strong> V-r<strong>ie</strong>men<br />

✲ de kleppen en de o<strong>ve</strong>rbrenging<br />

✲ de trillingsdempers<br />

✲ de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or- en motorlagers<br />

✲ de bevochtiger<br />

✲ de dichtingen <strong>van</strong> de inspekt<strong>ie</strong>luiken<br />

✲ de filterbe<strong>ve</strong>stiging<br />

✲ het warmterekuperat<strong>ie</strong>systeem<br />

◆ werkzaamheden<br />

– het <strong>ve</strong>r<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> de filters<br />

– het schoonmaken <strong>van</strong> de eenheden en de komponenten zoals batterijen, kleppen,<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or, luchtbevochtiger en warmterekuperat<strong>ie</strong>systeem<br />

– ind<strong>ie</strong>n nodig het herstellen <strong>van</strong> de kleppen<br />

– het naspannen <strong>van</strong> de V-r<strong>ie</strong>men.<br />

Een gedetailleerde bespreking <strong>van</strong> het onderhoud <strong>van</strong> alle mogelijke komponenten is in<br />

deze Technische Voorlichting o<strong>ve</strong>r <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in de woningbouw n<strong>ie</strong>t mogelijk en e<strong>ve</strong>nmin<br />

noodzakelijk. Toch d<strong>ie</strong>nt <strong>ve</strong>rmeld te worden dat de kontrole <strong>van</strong> de filters heel<br />

belangrijk is. Uit internationaal onderzoek [19, 41] is gebleken dat het n<strong>ie</strong>t-onderhouden<br />

<strong>van</strong> de luchtfilters een <strong>van</strong> de belangrijkste oorzaken is <strong>van</strong> het zogenaamde Sick Building<br />

Syndrome (SBS).<br />

Een nazicht, met e<strong>ve</strong>ntuele <strong>ve</strong>r<strong>van</strong>ging, wordt aangeraden minimaal om de twee maanden<br />

voor gro<strong>ve</strong> filters en tweemaal per jaar voor zakkenfilters met lange standtijd.<br />

Het is belangrijk dat de filters gemakkelijk toegankelijk zijn (via een inspekt<strong>ie</strong>deur of<br />

-paneel) en dat de graad <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rvuiling aangeduid wordt via een <strong>ve</strong>rklikkerlampje op het<br />

bed<strong>ie</strong>ningsbord.<br />

56 TV <strong>192</strong> – juni 1994


8.1.6 WARMTEREKUPERATIETOESTELLEN<br />

Het onderhoud d<strong>ie</strong>nt te gebeuren volgens de voorschriften <strong>van</strong> de fabrikant. Volgende<br />

richtlijnen kunnen nuttig zijn :<br />

◆ vlakfilters moeten om de zes maanden schoongemaakt of <strong>ve</strong>r<strong>van</strong>gen worden ; een<br />

gemakkelijke toegang tot de filters is een noodzaak<br />

◆ de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren moeten om de twee jaar schoongemaakt worden ; de reiniging is<br />

doeltreffender als de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>oren of de schoepen gemakkelijk demonteerbaar zijn<br />

◆ de p<strong>lat</strong>enwarmtewisselaar moet om de twee jaar nagez<strong>ie</strong>n en om de vijf jaar schoongemaakt<br />

worden. Het reinigen kan gebeuren terwijl de wisselaar nog in het toestel zit,<br />

maar een demonteerbare wisselaar is interessanter.<br />

8.1.7 LUCHTKANALEN<br />

Luchtkanalen kunnen aan <strong>ve</strong>rvuiling onderhevig zijn, afhankelijk <strong>van</strong> het leidingnetontwerp,<br />

de materiaalkeuze, de <strong>ve</strong>rbindingen, de staat <strong>van</strong> de e<strong>ve</strong>ntuele luchtfilters, de<br />

plaats in het leidingnet, ...<br />

Zo ge<strong>ve</strong>n bochten, <strong>ve</strong>rbindingen met inwendige plooiranden, geribbelde flexibele leidingen,<br />

... meer aanleiding tot stofophoping dan gladde rechte leidingen. Bij een goed doordacht<br />

ontwerp zullen de leidingen nauwelijks onderhoud nodig hebben.<br />

Ind<strong>ie</strong>n er kondensat<strong>ie</strong>gevaar bestaat (z<strong>ie</strong> § 4.7, p. 30), moeten de leidingen ook gekontroleerd<br />

worden op e<strong>ve</strong>ntuele korros<strong>ie</strong>.<br />

8.2 REGELING<br />

8.2.1 MECHANISCHE VENTILATIE<br />

Een instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> voor gebalanceerde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (systeem D, mechanische toevoer en afvoer)<br />

moet vóór de ingebruikstelling uitgebalanceerd worden. Belangrijk is ook dat de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

volledig gereinigd wordt en dat alle hindernissen, afval en bouwstof <strong>ve</strong>rwijderd<br />

worden.<br />

Er bestaan <strong>ve</strong>rschillende metoden om een mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> uit te balanceren,<br />

naargelang men al dan n<strong>ie</strong>t beschikt o<strong>ve</strong>r de berekende onderdrukken in de afzuigmonden.<br />

Ze zijn in de Technische Voorlichting nr. 106 beschre<strong>ve</strong>n [38].<br />

Eens de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> geregeld, heeft de gebruiker geen vat meer op haar werking, tenzij<br />

door het uitschakelen <strong>van</strong> de stroomvoorz<strong>ie</strong>ning of via een e<strong>ve</strong>ntuele dag-nacht-regeling.<br />

8.2.2 NATUURLIJKE VENTILATIE<br />

Bij natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> kan de gebruiker de voorz<strong>ie</strong>ningen voor natuurlijke of vrije<br />

toevoer en afvoer regelen : regelbare toevoerroosters, klapraampjes, afvoerroosters, ...<br />

57 TV <strong>192</strong> – juni 1994


kunnen op de gewenste stand gezet worden naargelang <strong>van</strong> de behoefte aan <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en<br />

de weersomstandigheden.<br />

Het gebruik <strong>van</strong> zelfregelende voorz<strong>ie</strong>ningen kan in <strong>ve</strong>le gevallen een interessante oplossing<br />

b<strong>ie</strong>den. Zo zijn er kleppen en roosters voorhanden d<strong>ie</strong> de doorstroomopening of het deb<strong>ie</strong>t<br />

aanpassen naargelang <strong>van</strong> de winddruk, de luchtvochtigheid, de temperatuur, de aanwezigheid<br />

<strong>van</strong> personen, de koncentrat<strong>ie</strong> aan CO 2 of andere gassen, het druk<strong>ve</strong>rschil o<strong>ve</strong>r de<br />

voorz<strong>ie</strong>ning, de tijd, ... Voor meer informat<strong>ie</strong> o<strong>ve</strong>r vraaggestuurde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> wordt <strong>ve</strong>rwezen<br />

naar de <strong>ve</strong>rslagen <strong>van</strong> Annex 18 <strong>van</strong> het Internationaal Energ<strong>ie</strong>-Agentschap [1, 29, 30, 34].<br />

58 TV <strong>192</strong> – juni 1994


9 VOORBEELDEN<br />

Bedoeling <strong>van</strong> dit hoofdstuk is de konkrete toepassing <strong>van</strong> de norm te illustreren aan de<br />

hand <strong>van</strong> twee voorbeelden :<br />

◆ een sociale woning in halfopen bebouwing<br />

◆ een typisch appartementsgebouw.<br />

In beide gevallen wordt de kontrolelijst <strong>van</strong> Bijlage 1 (p. 88) toegepast.<br />

9.1 SOCIALE WONING, HALFOPEN BEBOUWING<br />

9.1.1 DE WONING<br />

Afbeelding 21 (p. 60) toont de grondplannen <strong>van</strong> het gelijkvloers en de eerste <strong>ve</strong>rd<strong>ie</strong>ping,<br />

e<strong>ve</strong>nals een <strong>ve</strong>rtikale doorsnede <strong>van</strong> de woning. De speciale ruimten en kamers worden<br />

gekleurd weergege<strong>ve</strong>n. Er wordt aangenomen dat de zolder n<strong>ie</strong>t bewoond is en dat de<br />

<strong>ve</strong>rwarmingsketel zich op de zolder bevindt.<br />

Volgende ruimten worden als speciaal aanz<strong>ie</strong>n :<br />

◆ de garage (z<strong>ie</strong> § 3.5.4, p. 22)<br />

◆ de zolder (z<strong>ie</strong> § 3.5.6, p. 23), d<strong>ie</strong> ook d<strong>ie</strong>nst doet als stookruimte (z<strong>ie</strong> § 3.5.5, p. 22)<br />

◆ de bergruimte (z<strong>ie</strong> § 3.5.9, p. 24).<br />

De o<strong>ve</strong>rige ruimten moeten aan de voor gewone kamers en ruimten gestelde eisen voldoen,<br />

d.w.z. aan de voorz<strong>ie</strong>ningen voor basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en aanvullende intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

(spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>).<br />

9.1.2 VOORZIENINGEN IN GEWONE RUIMTEN<br />

9.1.2.1 BASISVENTILATIE<br />

O<strong>ve</strong>reenkomstig de eisen in de norm NBN D 50-001 d<strong>ie</strong>nen de deb<strong>ie</strong>ten <strong>van</strong> tabel 8<br />

(p. 61) te worden bekomen.<br />

59 TV <strong>192</strong> – juni 1994


2<br />

<br />

<br />

1<br />

3<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

4 5<br />

<br />

<br />

speciale ruimten<br />

gewone ruimten<br />

A<br />

B<br />

6<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

60 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

9<br />

7<br />

<br />

<br />

<br />

11 <br />

<br />

8<br />

10 <br />

<br />

A. PLAN VAN HET GELIJKVLOERS VAN DE SOCIALE WONING B. PLAN VAN DE EERSTE VERDIEPING VAN DE SOCIALE WONING<br />

Afb. 21 Voorstelling <strong>van</strong> de woning.<br />

1. Garage (2,70 m x 7,60 m)<br />

2. Keuken (2,90 m x 3,20 m)<br />

3. Berging (2,90 m x 0,90 m)<br />

4. WC (0,80 m x 1,50 m)<br />

5. Inkomhal (2,90 m x 3,30 m)<br />

6. Woonkamer (3,35 m x 7,60 m)<br />

7. Slaapkamer 1 (3,35 m x 4,20 m)<br />

8. Slaapkamer 2 (3,35 m x 3,30 m)<br />

9. Slaapkamer 3 (2,90 m x 3,20 m)<br />

10. Badkamer (2,90 m x 2,30 m)<br />

11. Nachthal (2,90 m x 1,90 m)<br />

12. P<strong>lat</strong> dak<br />

13. Zolder<br />

5<br />

13<br />

10 11 9<br />

3<br />

C. VERTIKALE DOORSNEDE (AB) VAN DE SOCIALE WONING<br />

Voor de v<strong>ie</strong>r <strong>ve</strong>reenvoudigde systemen, d<strong>ie</strong> volgens de norm in aanmerking komen voor<br />

de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (systemen A, B, C en D), is het noodzakelijk doorstroomopeningen te<br />

voorz<strong>ie</strong>n ter plaatse <strong>van</strong> binnendeuren of -muren. In ons voorbeeld moeten ze aan volgende<br />

eisen voldoen :<br />

◆ in de deur tussen de keuken en de woonkamer voorz<strong>ie</strong>t men :<br />

– ofwel een opening d<strong>ie</strong> een stroming <strong>van</strong> minstens 14 dm 3 /s (50 m 3 /h) mogelijk<br />

maakt bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa<br />

– ofwel een spleet onder de deur met een netto doorsnede <strong>van</strong> 140 cm 2<br />

◆ in de o<strong>ve</strong>rige binnendeuren voorz<strong>ie</strong>t men :<br />

– ofwel een opening d<strong>ie</strong> een stroming <strong>van</strong> minstens 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) mogelijk maakt<br />

bij 2 Pa<br />

– ofwel een spleet onder de deur met een netto doorsnede <strong>van</strong> 70 cm 2 .<br />

12<br />

A<br />

B<br />

2


Tabel 8 Deb<strong>ie</strong>ten volgens de norm NBN D 50-001.<br />

Woonkamer<br />

Slaapkamer 1<br />

Slaapkamer 2<br />

Slaapkamer 3<br />

Keuken<br />

WC<br />

RUIMTE<br />

Badkamer<br />

Inkomhal<br />

Nachthal<br />

VLOER-<br />

OPPER-<br />

VLAKTE<br />

(m 2 )<br />

25,5<br />

14,0<br />

11,1<br />

9,3<br />

9,3<br />

1,2<br />

6,7<br />

8,4<br />

5,5<br />

NOMINAAL<br />

VENTILATIEDEBIET<br />

(dm 3 /s) (m 3 /h)<br />

25,5<br />

14<br />

11,1<br />

9,3<br />

14<br />

7<br />

14<br />

8,4<br />

5,5<br />

92<br />

50<br />

40<br />

33<br />

50<br />

25<br />

50<br />

30<br />

20<br />

DEBIETEN OP BASIS VAN DE<br />

4 VEREENVOUDIGDE SYSTEMEN<br />

(dm 3 /s) (m 3 /h) (dm 3 /s) (m 3 /h)<br />

25,5<br />

14<br />

11,1<br />

9,3<br />

-<br />

-<br />

-<br />

TOEVOER AFVOER<br />

92<br />

50<br />

40<br />

33<br />

-<br />

-<br />

-<br />

61 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

14<br />

7<br />

14<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

50<br />

25<br />

50<br />

Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> via de doorstroomopeningen<br />

Afbeeldingen 22 tot 25 (p. 62-65) tonen een mogelijke oplossing voor de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

voor elk <strong>van</strong> de v<strong>ie</strong>r <strong>ve</strong>reenvoudigde systemen (A, B, C en D). Afbeelding 26 (p. 66) geeft<br />

een alternat<strong>ie</strong><strong>ve</strong> oplossing voor systeem D, met gebruik <strong>van</strong> een warmtewisselaar, en<br />

afbeelding 27 (p. 67) stelt een mogelijke oplossing in het geval <strong>van</strong> lucht<strong>ve</strong>rwarming voor.<br />

9.1.2.2 INTENSIEVE VENTILATIE<br />

Ongeacht het voor de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> gebruikte systeem, moeten voorz<strong>ie</strong>ningen voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong><br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> aangebracht worden in de woon<strong>ve</strong>rtrekken (woonkamer, slaapkamers<br />

en studeer- of hobbykamers) en de keuken. De eisen zijn in tabel 9 samengevat en in<br />

afbeelding 28 (p. 68) geïllustreerd.<br />

Tabel 9 Opengaande delen <strong>van</strong> ramen en deuren voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>, hun opening en vrije<br />

oppervlakte.<br />

RUIMTE VLOER-<br />

OPPER-<br />

VLAKTE<br />

(m 2 )<br />

Woonkamer<br />

Slaapkamer 1<br />

Slaapkamer 2<br />

Slaapkamer 3<br />

Keuken<br />

WC<br />

Badkamer<br />

Inkomhal<br />

Nachthal<br />

25,5<br />

14,0<br />

11,1<br />

9,3<br />

9,3<br />

AANTAL GEVELS<br />

MET OPEN-<br />

GAANDE DELEN<br />

1<br />

2<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

MINIMALE<br />

OPENING<br />

(% vloeroppervlakte)<br />

6,4<br />

3,2<br />

6,4<br />

6,4<br />

6,4<br />

6,4<br />

GEEN EISEN<br />

GEEN EISEN<br />

GEEN EISEN<br />

GEEN EISEN<br />

MINIMALE VRIJE<br />

OPPERVL. VAN DE<br />

OPENGAANDE<br />

DELEN (m 2 )<br />

1,63<br />

0,82 ( 1 )<br />

0,90<br />

0,72<br />

0,60<br />

0,60<br />

( 1 ) Minstens 40 % <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>reiste sekt<strong>ie</strong> in <strong>ie</strong>dere ge<strong>ve</strong>l, b.v. 0,33 m 2 in de ene ge<strong>ve</strong>l, 0,49 m 2<br />

in de andere ge<strong>ve</strong>l.


speciale ruimten<br />

gewone ruimten<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

2 <br />

RAO<br />

(50) <br />

<br />

1<br />

3 <br />

<br />

<br />

RAO <br />

<br />

(25) DO<br />

4 (79)<br />

<br />

5 <br />

<br />

A A<br />

RTO (x)<br />

RTO (33) RTO (50)<br />

DO<br />

(140)<br />

6<br />

DO (70)<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

12<br />

62 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

9 DO<br />

(70)<br />

7<br />

<br />

<br />

DO (70)<br />

11 <br />

DO DO (70)<br />

(70) <br />

RTO<br />

(50)<br />

8<br />

<br />

10<br />

<br />

RTO (40) <br />

RTO (92 - x)<br />

B B<br />

A. PLAN VAN HET GELIJKVLOERS VAN DE SOCIALE WONING B. PLAN VAN DE EERSTE VERDIEPING VAN DE SOCIALE WONING<br />

RTO (40)<br />

slaapkamer 2<br />

RTO (92 - x)<br />

woonkamer<br />

RAO (50)<br />

badkamer<br />

RAO<br />

(25) WC<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

C. VERTIKALE DOORSNEDE (AB) VAN DE SOCIALE WONING<br />

CV<br />

RTO (33)<br />

slaapkamer 3<br />

RTO (50)<br />

slaapkamer 1<br />

RTO (x)<br />

woonkamer<br />

SYMBOOL BETEKENIS<br />

DO<br />

(cm 2 )<br />

RTO<br />

(m3 /h)<br />

RAO<br />

(m3 /h)<br />

SYSTEEM A<br />

doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />

regelbare toevoeropening<br />

(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

regelbare afvoeropening (nominaal<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

Afb. 22 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem A.<br />

1. Garage<br />

2. Keuken<br />

3. Berging<br />

4. WC<br />

5. Inkomhal<br />

6. Woonkamer<br />

kanaal voor natuurlijke afvoer (plan)<br />

kanaal voor natuurlijke afvoer<br />

(doorsnede)<br />

7. Slaapkamer 1<br />

8. Slaapkamer 2<br />

9. Slaapkamer 3<br />

10. Badkamer<br />

11. Nachthal<br />

12. P<strong>lat</strong> dak


speciale ruimten<br />

gewone ruimten<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

1<br />

<br />

<br />

<br />

RAO <br />

<br />

(25) DO<br />

4 (70)<br />

<br />

5 <br />

<br />

DO<br />

2<br />

(140)<br />

RAO<br />

(50) <br />

3 6<br />

MTO<br />

(92)<br />

RAO (50)<br />

badkamer<br />

RAO<br />

(25)<br />

WC<br />

A<br />

CV<br />

MTO<br />

(40) MTO<br />

(50)<br />

slaapk. slaapk.<br />

2 1<br />

MTO<br />

(92)<br />

living<br />

DO (70)<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

12<br />

SYMBOOL BETEKENIS<br />

DO (cm 2 )<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

MTO (33)<br />

slaapk. 3<br />

C. VERTIKALE DOORSNEDE (AB) VAN DE SOCIALE WONING<br />

(m3 MTO mechanische toevoeropening<br />

/h) (nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

(m3 RAO<br />

/h)<br />

doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />

<br />

MTO <br />

(33) <br />

9 DO <br />

(70)<br />

7<br />

<br />

MTO<br />

(50)<br />

DO<br />

11<br />

(70) <br />

DO DO (70)<br />

<br />

(70) <br />

MTO<br />

RAO<br />

(40)<br />

<br />

(50) 8<br />

10<br />

<br />

<br />

B B<br />

A. PLAN VAN HET GELIJKVLOERS VAN DE SOCIALE WONING B. PLAN VAN DE EERSTE VERDIEPING VAN DE SOCIALE WONING<br />

V<br />

V<br />

SYSTEEM B<br />

aanvoer<br />

buitenlucht<br />

regelbare afvoeropening (nominaal<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

kanaal voor natuurlijke afvoer<br />

(doorsnede)<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or<br />

kanaal voor mechanische toevoer<br />

(doorsnede)<br />

63 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

A<br />

Afb. 23 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem B.<br />

1. Garage<br />

2. Keuken<br />

3. Berging<br />

4. WC<br />

5. Inkomhal<br />

6. Woonkamer<br />

7. Slaapkamer 1<br />

8. Slaapkamer 2<br />

9. Slaapkamer 3<br />

10. Badkamer<br />

11. Nachthal<br />

12. P<strong>lat</strong> dak


speciale ruimten<br />

gewone ruimten<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

1<br />

<br />

<br />

<br />

MAO <br />

<br />

(25) DO<br />

4 (70)<br />

<br />

5 <br />

<br />

DO<br />

2<br />

(140)<br />

MAO<br />

(50) <br />

3<br />

6<br />

RAO (50)<br />

badkamer<br />

MAO<br />

(25)<br />

WC<br />

A<br />

DO (70)<br />

B<br />

RTO (92 - x)<br />

B<br />

RTO (40)<br />

A. PLAN VAN HET GELIJKVLOERS VAN DE SOCIALE WONING B. PLAN VAN DE EERSTE VERDIEPING VAN DE SOCIALE WONING<br />

RTO (40)<br />

slaapkamer 2<br />

RTO (92 - x)<br />

woonkamer<br />

afvoer<br />

binnenlucht<br />

V<br />

CV<br />

RTO (x)<br />

MAO (50)<br />

keuken<br />

C. VERTIKALE DOORSNEDE (AB) VAN DE SOCIALE WONING<br />

12<br />

SYMBOOL BETEKENIS<br />

DO (cm 2 )<br />

RTO<br />

(m3 /h)<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

(m3 MAO<br />

/h)<br />

V<br />

SYSTEEM C<br />

RTO (33) slaapk. 3<br />

RTO (50) slaapk. 1<br />

RTO (x)<br />

woonkamer<br />

doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />

regelbare toevoeropening<br />

(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

mechanische afvoeropening (nominaal<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

kanaal voor mechanische afvoer<br />

(doorsnede)<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or<br />

64 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

A<br />

<br />

RTO (33) RTO<br />

<br />

(50)<br />

9 <br />

DO <br />

(70)<br />

7<br />

<br />

<br />

DO<br />

11 (70)<br />

DO<br />

DO <br />

(70) <br />

(70)<br />

<br />

MAO<br />

(50)<br />

8<br />

10<br />

<br />

Afb. 24 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem C.<br />

1. Garage<br />

2. Keuken<br />

3. Berging<br />

4. WC<br />

5. Inkomhal<br />

6. Woonkamer<br />

7. Slaapkamer 1<br />

8. Slaapkamer 2<br />

9. Slaapkamer 3<br />

10. Badkamer<br />

11. Nachthal<br />

12. P<strong>lat</strong> dak


speciale ruimten<br />

gewone ruimten<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

1<br />

<br />

<br />

<br />

MAO <br />

<br />

(25) DO<br />

4 (70)<br />

<br />

5 <br />

<br />

DO<br />

2<br />

(140)<br />

MAO<br />

<br />

(50)<br />

3<br />

6<br />

MTO<br />

(92)<br />

MAO<br />

(25)<br />

WC<br />

A<br />

DO (70)<br />

B<br />

A. PLAN VAN HET GELIJKVLOERS VAN DE SOCIALE WONING<br />

afvoer<br />

binnenlucht<br />

V<br />

MAO (50)<br />

badkamer<br />

CV<br />

MTO<br />

(40) MTO<br />

(50)<br />

slaapk. slaapk.<br />

2 1<br />

MTO<br />

(92)<br />

living<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

MTO (33)<br />

slaapk. 3<br />

MAO (50)<br />

keuken<br />

aanvoer<br />

buitenlucht<br />

C. VERTIKALE DOORSNEDE (AB) VAN DE SOCIALE WONING<br />

12<br />

SYMBOOL BETEKENIS<br />

DO (cm 2 ) doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />

(m3 MTO<br />

/h)<br />

SYSTEEM D<br />

65 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

A<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

MTO (33) <br />

9 DO<br />

(70) 7 <br />

MTO<br />

<br />

(50)<br />

DO<br />

11<br />

(70) <br />

DO DO MTO<br />

(70) (70) (40) <br />

MAO<br />

(50)<br />

8 <br />

10<br />

<br />

<br />

B<br />

B. PLAN VAN DE EERSTE VERDIEPING VAN DE SOCIALE WONING<br />

mechanische toevoeropening<br />

(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

(m3 MAO mechanische afvoeropening (nomi-<br />

/h) naal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

V<br />

V<br />

kanaal voor mechanische toevoer<br />

kanaal voor mechanische afvoer<br />

(doorsnede)<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or<br />

Afb. 25 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem D.<br />

1. Garage<br />

2. Keuken<br />

3. Berging<br />

4. WC<br />

5. Inkomhal<br />

6. Woonkamer<br />

7. Slaapkamer 1<br />

8. Slaapkamer 2<br />

9. Slaapkamer 3<br />

10. Badkamer<br />

11. Nachthal<br />

12. P<strong>lat</strong> dak


speciale ruimten<br />

gewone ruimten<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

2 <br />

MAO<br />

<br />

<br />

(50)<br />

1<br />

3<br />

<br />

<br />

MAO <br />

<br />

(25) DO<br />

4 (70)<br />

<br />

5 <br />

<br />

MAO<br />

(25)<br />

WC<br />

A<br />

DO<br />

(140)<br />

6<br />

DO (70)<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

(92) <br />

<br />

<br />

<br />

B<br />

A. PLAN VAN HET GELIJKVLOERS VAN DE SOCIALE WONING<br />

aanvoer<br />

buitenlucht<br />

afvoer<br />

binnenlucht<br />

W<br />

MAO (50)<br />

badkamer<br />

MTO<br />

(40)<br />

slaapk.<br />

2<br />

MTO<br />

(92)<br />

living<br />

CV<br />

MTO<br />

(50)<br />

slaapk.<br />

1<br />

MTO<br />

MTO (33)<br />

slaapk. 3<br />

MAO (50)<br />

keuken<br />

C. VERTIKALE DOORSNEDE (AB) VAN DE SOCIALE WONING<br />

12<br />

SYMBOOL BETEKENIS<br />

DO (cm 2 ) doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />

(m3 MTO<br />

/h)<br />

SYSTEEM D<br />

66 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

A<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

MTO (33) <br />

<br />

9 DO<br />

(70) <br />

7 <br />

MTO<br />

<br />

<br />

(50)<br />

DO<br />

11<br />

(70) <br />

DO DO MTO<br />

(70) (70) (40) <br />

MAO<br />

(50)<br />

8 <br />

10<br />

<br />

<br />

B<br />

B. PLAN VAN DE EERSTE VERDIEPING VAN DE SOCIALE WONING<br />

mechanische toevoeropening<br />

(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

(m3 MAO mechanische afvoeropening (nomi-<br />

/h) naal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

W<br />

kanaal voor mechanische toevoer<br />

kanaal voor mechanische afvoer<br />

warmtewisselaar<br />

Afb. 26 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem D,<br />

alternat<strong>ie</strong><strong>ve</strong> oplossing met warmtewisselaar.<br />

1. Garage 7. Slaapkamer 1<br />

2. Keuken 8. Slaapkamer 2<br />

3. Berging 9. Slaapkamer 3<br />

4. WC<br />

10. Badkamer<br />

5. Inkomhal 11. Nachthal<br />

6. Woonkamer 12. P<strong>lat</strong> dak


speciale ruimten<br />

gewone ruimten<br />

A<br />

<br />

MAO<br />

(50)<br />

<br />

DO<br />

2<br />

(70)<br />

<br />

<br />

LV<br />

LV +<br />

MTO REC. (92)<br />

<br />

<br />

<br />

1<br />

3<br />

<br />

<br />

MAO <br />

(REC)<br />

(93)<br />

MAO<br />

<br />

<br />

(25)<br />

DO<br />

DO<br />

(70)<br />

<br />

4 (70) <br />

5<br />

<br />

<br />

SYSTEEM D<br />

6 12 11<br />

67 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

A<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

MTO (50)<br />

9 DO<br />

+ LV<br />

(70)<br />

MTO <br />

(33) <br />

7<br />

+ LV<br />

<br />

DO<br />

(70)<br />

DO<br />

(70)<br />

MTO (40)<br />

<br />

10<br />

+ LV<br />

8<br />

MAO <br />

(50)<br />

<br />

<br />

B B<br />

A. PLAN VAN HET GELIJKVLOERS VAN DE SOCIALE WONING B. PLAN VAN DE EERSTE VERDIEPING VAN DE SOCIALE WONING<br />

toevoer<br />

<strong>ve</strong>rse lucht<br />

afvoer<br />

binnenlucht<br />

W<br />

CV<br />

<br />

MAO (40) MTO (50)<br />

(50)<br />

(33)<br />

<br />

+ LV<br />

<br />

(25) (92)<br />

<br />

MAO <br />

LV MAO<br />

(REC)<br />

(50)<br />

(92)<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

C. VERTIKALE DOORSNEDE (AB) VAN DE SOCIALE WONING<br />

SYMBOOL BETEKENIS<br />

DO (cm 2 ) doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />

DO<br />

(70)<br />

Afb. 27 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem D, met warmte-<br />

terugwinning en gekombineerd met lucht<strong>ve</strong>rwarming.<br />

1. Garage<br />

2. Keuken<br />

3. Berging<br />

4. WC<br />

5. Inkomhal<br />

(m3 MTO mechanische toevoeropening<br />

/h) (nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

6. Woonkamer<br />

(m3 MAO mechanische afvoeropening (nomi-<br />

/h) naal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

kanaal voor mechanische toevoer<br />

kanaal voor mechanische afvoer<br />

kanaal voor warme lucht<br />

W warmtewisselaar<br />

7. Slaapkamer 1<br />

8. Slaapkamer 2<br />

9. Slaapkamer 3<br />

10. Badkamer<br />

11. Nachthal<br />

12. P<strong>lat</strong> dak<br />

LV = lucht<strong>ve</strong>rwarming<br />

REC = recyclage (lucht d<strong>ie</strong> uit de inkomhal<br />

wordt teruggewonnen en naar de<br />

woonkamer (e<strong>ve</strong>ntueel na <strong>ve</strong>rwarming)<br />

wordt toegevoerd)


min. 0,60 m<br />

<br />

<br />

<br />

2<br />

<br />

<br />

3<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

4<br />

<br />

5 <br />

<br />

2<br />

1 6<br />

speciale ruimten<br />

gewone ruimten<br />

min. 1,63 m 2<br />

of min. 0,33<br />

tot 0,49 m2 min. 0,49 ..... 0,33 m 2<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

A. PLAN VAN HET GELIJKVLOERS VAN DE SOCIALE WONING<br />

12<br />

68 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

min. 0,90 m 2<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

9<br />

7<br />

<br />

<br />

<br />

11<br />

<br />

<br />

8<br />

10 <br />

<br />

min. 0,72 m 2<br />

B. PLAN VAN DE EERSTE VERDIEPING VAN DE SOCIALE WONING<br />

Afb. 28 Voorz<strong>ie</strong>ningen voor spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (minimale sekt<strong>ie</strong>s <strong>van</strong> opengaande delen <strong>van</strong> ramen).<br />

1. Garage<br />

2. Keuken<br />

3. Berging<br />

4. WC<br />

5. Inkomhal<br />

6. Woonkamer<br />

Met uitzondering <strong>van</strong> de woonkamer d<strong>ie</strong>nt de oppervlakte <strong>van</strong> de opengaande delen <strong>van</strong><br />

ramen en deuren gelijk te zijn aan 6,4 % <strong>van</strong> de vloeroppervlakte. Voor de woonkamer<br />

wordt dit 3,2 %, op voorwaarde dat er ten minste 40 % <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>openingen in een<br />

<strong>van</strong> beide ge<strong>ve</strong>ls voorkomt. Ind<strong>ie</strong>n h<strong>ie</strong>raan n<strong>ie</strong>t voldaan wordt (b.v. enkel opengaande<br />

ramen of deuren in de achterge<strong>ve</strong>l), is de benodigde sekt<strong>ie</strong> gelijk aan 6,4 %.<br />

Voor de badkamer, WC, inkomhal en nachthal eist de norm geen specif<strong>ie</strong>ke aanvullende<br />

voorz<strong>ie</strong>ningen voor spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>, wat n<strong>ie</strong>t wegneemt dat ook in deze ruimten opengaande<br />

ramen en deuren bijdragen tot het snel afvoeren <strong>van</strong> geuren of warmteo<strong>ve</strong>rlast.<br />

9.1.3 VOORZIENINGEN IN SPECIALE RUIMTEN<br />

9.1.3.1 DE BERGRUIMTE<br />

7. Slaapkamer 1<br />

8. Slaapkamer 2<br />

9. Slaapkamer 3<br />

min. 0,60 m 2<br />

10. Badkamer<br />

11. Nachthal<br />

12. P<strong>lat</strong> dak<br />

De norm geeft bijkomende eisen of richtlijnen voor de bergruimte (NBN D 50-001,<br />

§ 4.3.2.4). De vloeroppervlakte bedraagt meer dan 1,5 m 2 en het volume meer dan 3 m 3 .<br />

De norm be<strong>ve</strong>elt twee doorstroomopeningen aan, de ene op een maximale hoogte <strong>van</strong><br />

20 cm, en de andere n<strong>ie</strong>t lager dan 1,80 m. De minimale sekt<strong>ie</strong> <strong>van</strong> beide openingen<br />

bedraagt 0,015 m 2 (150 cm 2 ). Ind<strong>ie</strong>n de ruimte <strong>ve</strong>rbonden is met een afvoerkanaal naar<br />

buiten (natuurlijk of mechanisch), volstaat de onderste doorstroomopening.<br />

Afbeelding 29 (p. 69) geeft dr<strong>ie</strong> mogelijke oplossingen voor het <strong>ve</strong>rluchten <strong>van</strong> de bergruimte<br />

; bij de laatste wordt buitenlucht rechtstreeks toegevoerd in de bergruimte.


1 1<br />

2 3 4 2<br />

3 4<br />

DO<br />

AO<br />

(150)<br />

(150)<br />

5 6 5<br />

6<br />

DO<br />

(150) max.<br />

0,2 m<br />

min. 1,80 m<br />

A. OPLOSSING MET 2 DOORSTROOMOPENINGEN B. OPLOSSING MET AANSLUITING OP EEN LUCHTAFVOERKANAAL<br />

2 3 4<br />

1<br />

max.<br />

0,2 m<br />

min. 1,80 m<br />

5<br />

AO<br />

(150)<br />

6<br />

DO<br />

(150)<br />

C. ALTERNATIEVE OPLOSSING MET RECHTSTREEKSE AANVOER<br />

VAN BUITENLUCHT<br />

9.1.3.2 DE GARAGE<br />

aanvoer<br />

buitenlucht<br />

69 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

max.<br />

0,2 m<br />

min. 1,80 m<br />

SYMBOOL BETEKENIS<br />

DO<br />

(cm 2 )<br />

(cm2 AO<br />

)<br />

Afb. 29 Voorz<strong>ie</strong>ningen voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in<br />

de bergruimte.<br />

1. Zolder<br />

2. Badkamer<br />

3. Nachthal<br />

doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />

afvoeropening (sekt<strong>ie</strong>)<br />

luchtafvoerkanaal<br />

kanaal voor luchttoevoer<br />

4. Slaapkamer 3<br />

5. Inkomhal<br />

6. Keuken<br />

Volgens de norm NBN D 50-001 d<strong>ie</strong>nt er in de garage een natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ning<br />

te zijn. De bo<strong>ve</strong>nzijde <strong>van</strong> d<strong>ie</strong> opening moet zich op een maximale hoogte <strong>van</strong> 40 cm<br />

bevinden.<br />

De oppervlakte <strong>van</strong> de garage bedraagt 20,5 m 2 . Volgens de norm moet de totale sekt<strong>ie</strong><br />

<strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rluchtingsmonden in dit geval gelijk zijn aan 0,2 % <strong>van</strong> de vloeroppervlakte, dit<br />

is 410 cm 2 .<br />

Aangez<strong>ie</strong>n de garage meer dan één <strong>ve</strong>rtikale wand in kontakt met de buitenlucht heeft,<br />

moeten de <strong>ve</strong>rluchtingsopeningen o<strong>ve</strong>r de twee tegeno<strong>ve</strong>r elkaar gelegen wanden <strong>ve</strong>r


<strong>deel</strong>d worden. Toegepast wordt dit bij voorbeeld een opening <strong>van</strong> 200 cm 2 in de voorge<strong>ve</strong>l<br />

en een opening <strong>van</strong> 210 cm 2 in de achterge<strong>ve</strong>l.<br />

Daar het om een individuele woning gaat, wordt voor de binnendeur tussen de garage en<br />

de keuken enkel geëist dat deze voldoende luchtdicht is.<br />

Alhoewel de norm uitdrukkelijk spreekt <strong>van</strong> natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> voor de garage, is<br />

uiteraard ook een mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> toege<strong>lat</strong>en.<br />

9.1.3.3 DE ZOLDER<br />

De zolder kan zowel natuurlijk als mechanisch <strong>ve</strong>rlucht worden (NBN D 50-001, § 5.7).<br />

Natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> kan gebeuren via raampjes, roosters of kanalen :<br />

◆ zolderraampjes : in geopende stand moeten ze ten minste gelijk zijn aan 140 cm 2<br />

◆ roosters : de som <strong>van</strong> de deb<strong>ie</strong>ten doorheen alle roosters moet gelijk zijn aan 14 dm 3 /s<br />

(50 m 3 /h) bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa<br />

◆ kanalen : hun totale vrije sekt<strong>ie</strong> moet minstens gelijk zijn aan 0,014 m 2 (140 cm 2 ).<br />

Bij mechanische afzuiging :<br />

◆ d<strong>ie</strong>nen de toevoeropeningen in buitenwanden of deze d<strong>ie</strong> via kanalen met de buitenomgeving<br />

<strong>ve</strong>rbonden zijn, te beantwoorden aan volgende eisen :<br />

– roosters moeten een deb<strong>ie</strong>t hebben <strong>van</strong> 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong><br />

2 Pa o<strong>ve</strong>r het rooster<br />

– kanalen moeten een vrije doorsnede <strong>van</strong> ten minste 0,007 m 2 (70 cm 2 ) hebben<br />

◆ d<strong>ie</strong>nt het afzuigdeb<strong>ie</strong>t minstens 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) te bedragen.<br />

Bij mechanische toevoer en afvoer moet het deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> zowel de toevoer als de afvoer<br />

minimum 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) bedragen.<br />

OPMERKING<br />

Hoewel n<strong>ie</strong>t uitdrukkelijk <strong>ve</strong>rmeld in de norm, is het duidelijk dat specif<strong>ie</strong>ke toevoer- en<br />

afvoervoorz<strong>ie</strong>ningen n<strong>ie</strong>t nodig zijn ind<strong>ie</strong>n de dakstruktuur n<strong>ie</strong>t luchtdicht is afgewerkt<br />

(b.v. pannen d<strong>ie</strong> zichtbaar zijn <strong>van</strong>uit de zolderruimte, enkel <strong>ve</strong>zelcementp<strong>lat</strong>en als onderdak<br />

met open voegen tussen de p<strong>lat</strong>en).<br />

Aangez<strong>ie</strong>n de zolder h<strong>ie</strong>r ook d<strong>ie</strong>nst doet als stookplaats (b.v. brander op aardgas, type<br />

gesloten <strong>ve</strong>rbrandingstoestel), moet voor deze ruimte bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n voldaan worden aan de<br />

eisen <strong>van</strong> de norm NBN D 50-001, § 5.6 :<br />

◆ de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> en de minimale <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>doorsneden moeten aan de eisen <strong>van</strong> de norm<br />

NBN D 51-003 [6] voldoen<br />

◆ de toevoer- en afvoeropeningen mogen n<strong>ie</strong>t afsluitbaar zijn.<br />

70 TV <strong>192</strong> – juni 1994


9.1.4 VENTILATIE MET EEN DAMPKAP<br />

Het gebruik <strong>van</strong> een dampkap in de keuken is natuurlijk toege<strong>lat</strong>en. Ind<strong>ie</strong>n een dampkap<br />

met een zeer groot afvoerdeb<strong>ie</strong>t geïnstalleerd wordt, is het belangrijk de afmeting <strong>van</strong> de<br />

doorstroomopening(en) naar de keuken te <strong>ve</strong>rgroten. Meer uitleg o<strong>ve</strong>r de dimensionering<br />

<strong>van</strong> dampkapinstal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>s is terug te vinden in de Technische Voorlichting nr. 187 [37].<br />

9.1.5 LUCHTDICHTHEID VAN DE WONING<br />

Een goede luchtdichtheid <strong>van</strong> de woning is in het algemeen een pluspunt. In het geval <strong>van</strong><br />

systeem D mag het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud bij 50 Pa hoogstens 3 h -1 bedragen en bij toepassing<br />

<strong>van</strong> een statisch warmterekuperat<strong>ie</strong>systeem wordt een waarde <strong>van</strong> maximum 1 h -1 aanbevolen.<br />

Een kontrole <strong>van</strong> de luchtdichtheid door een pressurisat<strong>ie</strong>proef (met e<strong>ve</strong>ntuele<br />

<strong>ve</strong>rbetering) is aan te raden.<br />

9.1.6 OPEN VERBRANDINGSTOESTELLEN<br />

Ind<strong>ie</strong>n in de woning open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen voorkomen (bij voorbeeld centrale <strong>ve</strong>rwarming,<br />

gastoestel voor sanitair warm water, ...) moet specif<strong>ie</strong>ke aandacht geschonken<br />

worden aan de voorz<strong>ie</strong>ningen voor luchttoevoer.<br />

Bij gastoestellen komen de volgende mogelijkheden in aanmerking :<br />

◆ het gebruik <strong>van</strong> een toestel met gesloten <strong>ve</strong>rbranding : bij dit type toestellen is de ganse<br />

cyclus (luchttoevoer, de eigenlijke <strong>ve</strong>rbranding en de afvoer <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rbrandingsgassen)<br />

n<strong>ie</strong>t in kontakt met de kamer waarin het toestel zich bevindt. Er is dus n<strong>ie</strong>t de<br />

minste wisselwerking tussen de binnenlucht en de <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten. Deze metode<br />

waarborgt de afwezigheid <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten in de leefruimten<br />

◆ de plaatsing <strong>van</strong> het toestel buiten de bewoningszone, d.w.z. in de garage, op de n<strong>ie</strong>tbewoonde<br />

zolder, ... In al deze gevallen moeten de eisen betreffende de luchttoevoer<br />

nageleefd worden.<br />

In aanwezigheid <strong>van</strong> een mechanisch afzuigsysteem met een groot deb<strong>ie</strong>t (bij voorbeeld<br />

een dampkap) en <strong>van</strong> een open <strong>ve</strong>rbrandingstoestel kunnen volgende oplossingen o<strong>ve</strong>rwogen<br />

worden :<br />

◆ het installeren <strong>van</strong> een gastoestel uitgerust met een <strong>ve</strong>iligheidssysteem dat terugstroming<br />

<strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rbrandingsprodukten <strong>ve</strong>rhindert (deze toestellen worden gekenmerkt<br />

door de index “BS”, bij voorbeeld een toestel <strong>van</strong> het type B 11BS , volgens de<br />

norm NBN D 51-003 [6])<br />

◆ het installeren <strong>van</strong> een regelingssysteem dat de gelijktijdige werking <strong>van</strong> beide toestellen<br />

<strong>ve</strong>rhindert. Deze mogelijkheid is enkel toepasbaar bij toestellen d<strong>ie</strong> o<strong>ve</strong>r een elektrische<br />

kring beschikken voor de regeling <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rbranding (bij voorbeeld een<br />

termostaat). In de praktijk is het echter n<strong>ie</strong>t evident om de werking <strong>van</strong> een open<br />

<strong>ve</strong>rbrandingstoestel, bij voorbeeld in de badkamer, afhankelijk te maken <strong>van</strong> de werking<br />

<strong>van</strong> de dampkap in de keuken.<br />

71 TV <strong>192</strong> – juni 1994


9.1.7 AKOESTISCHE ASPEKTEN<br />

Bij toepassing <strong>van</strong> regelbare openingen voor natuurlijke of vrije toevoer en ind<strong>ie</strong>n de<br />

woning zich in een zone met <strong>ve</strong>el <strong>ve</strong>rkeerslawaai bevindt, kunnen akoestisch dempende<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen geplaatst worden. Het is echter te <strong>ve</strong>rk<strong>ie</strong>zen alle regelbare toevoeropeningen<br />

in de woonkamer in de achterge<strong>ve</strong>l aan te brengen.<br />

Bij mechanische luchtafvoer (systemen C en D) en zeker bij mechanische luchttoevoer<br />

(systemen B en D) is het belangrijk aandacht te schenken aan het ni<strong>ve</strong>au <strong>van</strong> het geluid<br />

afkomstig <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> zelf.<br />

9.2 APPARTEMENTSGEBOUW<br />

9.2.1 HET GEBOUW<br />

Het tweede voorbeeld is een appartementsgebouw met 4 bouwlagen. Het grondplan <strong>van</strong><br />

het appartement en twee <strong>ve</strong>rtikale doorsneden <strong>van</strong> het gebouw worden in afbeelding 30<br />

geïllustreerd. De speciale kamers en ruimten enerzijds <strong>van</strong> het appartement en anderzijds<br />

<strong>van</strong> het appartementsgebouw worden in het grijs weergege<strong>ve</strong>n.<br />

speciale ruimten<br />

gewone ruimten<br />

6<br />

7<br />

1 2 3<br />

8<br />

A<br />

B B<br />

∂<br />

A<br />

9<br />

A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />

Afb. 30 Voorstelling <strong>van</strong> het appartementsgebouw.<br />

1. Slaapkamer 2 (3,70 m x 2,80 m)<br />

7. Slaapkamer 1 (3,90 m x 2,80 m)<br />

2. Keuken (3,05 m x 2,80 m)<br />

8. Nachthal (1,10 m x 1,75 m)<br />

3. Berging (1,25 m x 2,80 m)<br />

9. Woonkamer (4,70 m x 6,50 m)<br />

4. WC (0,90 m x 1,65 m)<br />

10. Balkon<br />

5. Inkomhal (1,65 m x 1,80 m)<br />

11. Trapzaal en gemeenschappelijke inkomhal<br />

6. Badkamer (1,75 m x 2,15 m)<br />

5<br />

4<br />

10<br />

11<br />

72 TV <strong>192</strong> – juni 1994


7<br />

7<br />

7<br />

7<br />

2<br />

2<br />

2<br />

2<br />

6<br />

6<br />

6<br />

6<br />

9<br />

9<br />

9<br />

9<br />

B. LANGSDOORSNEDE (BB) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />

C. DWARSDOORSNEDE (AA) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />

73 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

7<br />

7<br />

7<br />

7<br />

11<br />

11<br />

11<br />

11


9.2.2 VOORZIENINGEN IN GEWONE RUIMTEN<br />

9.2.2.1 BASISVENTILATIE<br />

O<strong>ve</strong>reenkomstig de eisen in de norm NBN D 50-001 d<strong>ie</strong>nen de deb<strong>ie</strong>ten <strong>van</strong> tabel 10 te<br />

worden bekomen.<br />

Tabel 10 Deb<strong>ie</strong>ten in appartementen volgens de norm NBN D 50-001.<br />

Woonkamer<br />

Slaapkamer 1<br />

Slaapkamer 2<br />

Keuken<br />

WC<br />

RUIMTE<br />

Badkamer<br />

Inkomhal<br />

Nachthal<br />

VLOER-<br />

OPPER-<br />

VLAKTE<br />

(m 2 )<br />

30,6<br />

10,9<br />

10,4<br />

8,5<br />

1,5<br />

3,8<br />

3,0<br />

1,9<br />

NOMINAAL<br />

VENTILATIEDEBIET<br />

(dm 3 /s) (m 3 /h)<br />

30,6<br />

10,9<br />

10,4<br />

14<br />

7<br />

14<br />

3<br />

1,9<br />

110<br />

39<br />

38<br />

50<br />

25<br />

50<br />

11<br />

7<br />

DEBIETEN OP BASIS VAN DE<br />

4 VEREENVOUDIGDE SYSTEMEN<br />

(dm 3 /s) (m 3 /h) (dm 3 /s) (m 3 /h)<br />

30,6<br />

10,9<br />

10,4<br />

-<br />

-<br />

-<br />

TOEVOER AFVOER<br />

110<br />

39<br />

38<br />

-<br />

-<br />

-<br />

74 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

-<br />

-<br />

-<br />

14<br />

7<br />

14<br />

-<br />

-<br />

-<br />

50<br />

25<br />

50<br />

Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> via de doorstroomopeningen<br />

Voor de v<strong>ie</strong>r <strong>ve</strong>reenvoudigde systemen, d<strong>ie</strong> volgens de norm in aanmerking komen voor<br />

de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (systemen A, B, C en D), is het noodzakelijk doorstroomopeningen te<br />

voorz<strong>ie</strong>n ter plaatse <strong>van</strong> binnendeuren of -muren. Voor dit gebouw moeten ze aan volgende<br />

eisen voldoen :<br />

◆ in de deur tussen de keuken en de woonkamer voorz<strong>ie</strong>t men :<br />

– ofwel een opening d<strong>ie</strong> een stroming <strong>van</strong> minstens 14 dm 3 /s (50 m 3 /h) mogelijk<br />

maakt bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa<br />

– ofwel een spleet onder de deur met een netto doorsnede <strong>van</strong> 140 cm 2<br />

◆ in de o<strong>ve</strong>rige binnendeuren voorz<strong>ie</strong>t men :<br />

– ofwel een opening d<strong>ie</strong> een stroming <strong>van</strong> minstens 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) mogelijk maakt<br />

bij 2 Pa<br />

– ofwel een spleet onder de deur met een netto doorsnede <strong>van</strong> 70 cm 2 .<br />

Afbeeldingen 31 tot 34 ge<strong>ve</strong>n een mogelijke oplossing voor de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> voor elk<br />

<strong>van</strong> de v<strong>ie</strong>r <strong>ve</strong>reenvoudigde systemen A, B, C en D.<br />

Afbeelding 31 (p. 76 en 77) toont de oplossing voor systeem A (volledig natuurlijke<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>). Deze is nog mogelijk omdat de bo<strong>ve</strong>nste <strong>ve</strong>rd<strong>ie</strong>pingsvloer minder dan 13 m<br />

bo<strong>ve</strong>n het ni<strong>ve</strong>au <strong>van</strong> de hoofdingang ligt. De plaats <strong>van</strong> de toevoerroosters (RTO) in de<br />

<strong>ve</strong>nsters is op de afbeelding aangeduid, e<strong>ve</strong>nals de aansluiting <strong>van</strong> de regelbare afvoeropeningen<br />

(RAO) op de <strong>ve</strong>rtikale afvoerkanalen in respekt<strong>ie</strong><strong>ve</strong>lijk de keuken, de badkamer<br />

en de WC. Elk <strong>van</strong> deze afvoerkanalen kan ofwel gemeenschappelijk uitgevoerd<br />

worden volgens het ‘shunt’-systeem, ofwel individueel per appartement rechtstreeks bo<strong>ve</strong>n<br />

het dak uitmonden.


Voor systeem B (mechanische toevoer en vrije afvoer) worden twee varianten gege<strong>ve</strong>n :<br />

◆ decentrale toevoer, waarbij elk appartement zijn eigen toevoer<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or heeft (afbeelding<br />

32, p. 78)<br />

◆ centrale toevoer, waarbij een enkele <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or, d<strong>ie</strong> op het dak is opgesteld, <strong>ve</strong>rse<br />

toevoerlucht le<strong>ve</strong>rt in alle v<strong>ie</strong>r appartementen (afbeelding 33, p. 79).<br />

De afvoer gebeurt in beide gevallen zoals bij systeem A.<br />

Ook voor systeem C (vrije toevoer, zoals voor systeem A, en mechanische afvoer) worden<br />

twee varianten gege<strong>ve</strong>n : decentrale afvoer (afbeelding 34, p. 80) en centrale afvoer<br />

met een gemeenschappelijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or op het dak (afbeelding 35, p. 81).<br />

Voor systeem D wordt in afbeelding 36 (p. 82) de variante met warmtewisselaar voorgesteld.<br />

9.2.2.2 INTENSIEVE VENTILATIE<br />

Ongeacht het voor de basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> gebruikte systeem, moeten voorz<strong>ie</strong>ningen voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong><br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> aangebracht worden in de woon<strong>ve</strong>rtrekken (woonkamer, slaapkamers,<br />

en studeer- of hobbykamers) en de keukens. De eisen terzake zijn in tabel 11 samengevat<br />

en in afbeelding 37 (p. 83) geïllustreerd.<br />

Tabel 11 Opengaande delen <strong>van</strong> ramen en deuren voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />

RUIMTE VLOER-<br />

OPPER-<br />

VLAKTE<br />

(m 2 )<br />

Woonkamer<br />

Slaapkamer 1<br />

Slaapkamer 2<br />

Keuken<br />

WC<br />

Badkamer<br />

Inkomhal<br />

Nachthal<br />

30,6<br />

10,9<br />

10,4<br />

8,5<br />

AANTAL GEVELS<br />

MET OPEN-<br />

GAANDE DELEN<br />

1<br />

2<br />

1<br />

1<br />

1<br />

MINIMALE<br />

OPENING<br />

(% vloeroppervlakte)<br />

6,4<br />

3,2<br />

6,4<br />

6,4<br />

6,4<br />

GEEN EISEN<br />

GEEN EISEN<br />

GEEN EISEN<br />

GEEN EISEN<br />

MINIMALE VRIJE<br />

OPPERVL. VAN DE<br />

OPENGAANDE<br />

DELEN (m 2 )<br />

1,96<br />

0,98 ( 1 )<br />

0,70<br />

0,67<br />

0,54<br />

( 1 ) Minstens 40 % <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>reiste sekt<strong>ie</strong> in <strong>ie</strong>dere ge<strong>ve</strong>l, b.v. 0,39 m 2 in de voorge<strong>ve</strong>l en<br />

0,59 m 2 in de deur op het balkon.<br />

Met uitzondering <strong>van</strong> de woonkamer d<strong>ie</strong>nt de oppervlakte <strong>van</strong> de opengaande delen <strong>van</strong><br />

ramen en deuren gelijk te zijn aan 6,4 % <strong>van</strong> de vloeroppervlakte. Voor de woonkamer<br />

wordt dit 3,2 %, op voorwaarde dat er ten minste 40 % <strong>van</strong> de oppervlakte in een <strong>van</strong> de<br />

twee ge<strong>ve</strong>ls voorkomt. Ind<strong>ie</strong>n h<strong>ie</strong>raan n<strong>ie</strong>t voldaan wordt (b.v. geen opengaande raam in<br />

de voorge<strong>ve</strong>l), is de benodigde sekt<strong>ie</strong> gelijk aan 6,4 %, te realiseren via de balkondeur.<br />

Voor badkamer, WC, inkomhal en nachthal eist de norm geen specif<strong>ie</strong>ke aanvullende<br />

voorz<strong>ie</strong>ningen voor spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>, wat n<strong>ie</strong>t wegneemt dat ook in deze ruimten opengaande<br />

ramen en deuren bijdragen tot het snel afvoeren <strong>van</strong> geuren of warmteo<strong>ve</strong>rlast.<br />

75 TV <strong>192</strong> – juni 1994


B<br />

6<br />

RAO<br />

(50)<br />

7<br />

7<br />

7<br />

7<br />

RTO (38)<br />

A<br />

7<br />

RAO (50)<br />

badkamer<br />

RAO (50)<br />

badkamer<br />

RAO (50)<br />

badkamer<br />

RAO (50)<br />

badkamer<br />

1 2<br />

RAO<br />

(50)<br />

3<br />

DO<br />

(70)<br />

DO<br />

(70)<br />

8<br />

DO<br />

(70)<br />

SYSTEEM A<br />

A<br />

9<br />

RAO<br />

(25) 4<br />

DO<br />

(70)<br />

DO (140) DO<br />

DO (70)<br />

RTO (39) RTO (110)<br />

9<br />

9<br />

9<br />

9<br />

5<br />

(70)<br />

A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

RAO<br />

(25) WC<br />

RAO<br />

(25) WC<br />

RAO<br />

(25) WC<br />

RAO<br />

(25) WC<br />

B. LANGSDOORSNEDE (BB) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />

10<br />

76 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

11<br />

11<br />

11<br />

11<br />

11<br />

B


SYMBOOL<br />

DO<br />

(cm2 )<br />

RTO<br />

(m3 /h)<br />

2<br />

2<br />

2<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

2<br />

6 7<br />

6<br />

6<br />

6<br />

RTO (39)<br />

slaapk. 1<br />

RTO (39)<br />

slaapk. 1<br />

77 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

7<br />

RTO (39)<br />

slaapk. 1<br />

7<br />

RTO (39)<br />

slaapk. 1<br />

C. DWARSDOORSNEDE (AA) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />

<br />

∂<br />

RAO<br />

(m 3 /h)<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

7<br />

doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />

regelbare toevoeropening<br />

(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

regelbare afvoeropening<br />

(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

Afb. 31 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem A.<br />

1. Slaapkamer 2<br />

2. Keuken<br />

3. Berging<br />

4. WC<br />

5. Inkomhal<br />

6. Badkamer<br />

BETEKENIS<br />

kanaal voor natuurlijke afvoer<br />

7. Slaapkamer 1<br />

8. Nachthal<br />

9. Woonkamer<br />

10. Balkon<br />

11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />

inkomhal


B<br />

RAO<br />

(50)<br />

6<br />

7<br />

1<br />

DO<br />

(70)<br />

DO<br />

(70)<br />

DO (70)<br />

MTO<br />

(39)<br />

MTO<br />

(38)<br />

8<br />

DO<br />

(70)<br />

2<br />

DO (140)<br />

MTO<br />

(110)<br />

Afb. 32 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem B, decentrale<br />

toevoer.<br />

1. Slaapkamer 2<br />

2. Keuken<br />

3. Berging<br />

4. WC<br />

5. Inkomhal<br />

6. Badkamer<br />

RAO (50)<br />

badkamer<br />

7<br />

RAO (50)<br />

badkamer<br />

7<br />

RAO (50)<br />

badkamer<br />

7<br />

RAO (50)<br />

badkamer<br />

7<br />

MTO (39)<br />

slaapk. 1<br />

(38)<br />

slaapk. 2<br />

MTO (39)<br />

slaapk. 1<br />

(38)<br />

slaapk. 2<br />

MTO (39)<br />

slaapk. 1<br />

(38)<br />

slaapk. 2<br />

MTO (39)<br />

slaapk. 1<br />

(38)<br />

slaapk. 2<br />

9<br />

RAO<br />

(50)<br />

3<br />

aanvoer<br />

buitenlucht<br />

RAO<br />

(25) 4<br />

DO<br />

(70)<br />

5<br />

DO<br />

(70)<br />

A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />

MTO<br />

(110)<br />

woonkamer<br />

MTO<br />

(110)<br />

woonkamer<br />

MTO<br />

(110)<br />

woonkamer<br />

MTO<br />

(110)<br />

woonkamer<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

9<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

9<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

9<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

9<br />

RAO<br />

(25) WC<br />

RAO<br />

(25) WC<br />

RAO<br />

(25) WC<br />

RAO<br />

(25) WC<br />

B. LANGSDOORSNEDE (BB) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />

7. Slaapkamer 1<br />

8. Nachthal<br />

9. Woonkamer<br />

10. Balkon<br />

11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />

inkomhal<br />

SYSTEEM B<br />

V<br />

V<br />

V<br />

V<br />

10<br />

78 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

11<br />

11<br />

11<br />

11<br />

11<br />

SYMBOOL BETEKENIS<br />

DO<br />

(cm2 )<br />

MTO<br />

(m3 /h)<br />

(m3 RAO<br />

/h)<br />

doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />

mechanische toevoeropening<br />

(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

regelbare afvoeropening<br />

(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

∂<br />

B


B<br />

∂<br />

RAO<br />

(50)<br />

6<br />

SYMBOOL BETEKENIS<br />

7<br />

1<br />

DO<br />

(70)<br />

RAO (50)<br />

badkamer<br />

7<br />

RAO (50)<br />

badkamer<br />

7<br />

RAO (50)<br />

badkamer<br />

7<br />

RAO (50)<br />

badkamer<br />

7<br />

DO<br />

(70)<br />

DO (70)<br />

MTO<br />

(39)<br />

MTO<br />

(38)<br />

8<br />

MTO (39)<br />

slaapk. 1<br />

(38)<br />

slaapk. 2<br />

MTO (39)<br />

slaapk. 1<br />

(38)<br />

slaapk. 2<br />

MTO (39)<br />

slaapk. 1<br />

(38)<br />

slaapk. 2<br />

MTO (39)<br />

slaapk. 1<br />

(38)<br />

slaapk. 2<br />

DO<br />

(70)<br />

kanaal voor natuurlijke afvoer<br />

2<br />

DO (140)<br />

MTO<br />

(110)<br />

9<br />

RAO<br />

(50)<br />

3<br />

RAO<br />

(25)<br />

DO<br />

(70)<br />

5<br />

DO<br />

(70)<br />

A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />

MTO<br />

(110)<br />

woonkamer<br />

MTO<br />

(110)<br />

woonkamer<br />

MTO<br />

(110)<br />

woonkamer<br />

MTO<br />

(110)<br />

woonkamer<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

9<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

9<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

9<br />

RAO (50)<br />

keuken<br />

9<br />

Afb. 33 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem B, centrale<br />

toevoer.<br />

1. Slaapkamer 2<br />

2. Keuken<br />

3. Berging<br />

4. WC<br />

5. Inkomhal<br />

6. Badkamer<br />

10<br />

79 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

4<br />

RAO<br />

(25) WC<br />

RAO<br />

(25) WC<br />

RAO<br />

(25) WC<br />

RAO<br />

(25) WC<br />

11<br />

aanvoer buitenlucht<br />

B. LANGSDOORSNEDE (BB) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />

kanaal voor mechanische toevoer<br />

V <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or<br />

SYSTEEM B<br />

V<br />

11<br />

11<br />

11<br />

11<br />

7. Slaapkamer 1<br />

8. Nachthal<br />

9. Woonkamer<br />

10. Balkon<br />

11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />

inkomhal<br />

B


afvoer<br />

binnenlucht<br />

afvoer<br />

binnenlucht<br />

afvoer<br />

binnenlucht<br />

afvoer binnenlucht<br />

V<br />

MAO<br />

(50)<br />

6<br />

RTO (38)<br />

A<br />

7<br />

1<br />

DO<br />

(70)<br />

(70)<br />

DO<br />

DO (70)<br />

8<br />

DO<br />

(70)<br />

RTO (39) RTO (110)<br />

MAO<br />

(50)<br />

2<br />

DO (140)<br />

(25) WC<br />

2 6 7<br />

2<br />

2<br />

MAO<br />

(50)<br />

MAO<br />

(50)<br />

MAO<br />

(50)<br />

MAO<br />

(50)<br />

9<br />

afvoer<br />

binnenlucht<br />

MAO<br />

(25) 4<br />

DO<br />

(70)<br />

5<br />

DO<br />

(70)<br />

A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />

6 7<br />

6<br />

7<br />

2 6 7<br />

RTO<br />

(39)<br />

RTO<br />

(39)<br />

RTO<br />

(39)<br />

RTO<br />

(39)<br />

B. DWARSDOORSNEDE (AA) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />

Afb. 34 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem C, decentrale afvoer.<br />

1. Slaapkamer 2<br />

2. Keuken<br />

3. Berging<br />

4. WC<br />

MAO<br />

(50) keuken<br />

V<br />

MAO<br />

(50) keuken<br />

(25) WC<br />

V<br />

MAO<br />

(50) keuken<br />

(25) WC<br />

V<br />

MAO<br />

(50) keuken<br />

(25) WC<br />

5. Inkomhal<br />

6. Badkamer<br />

7. Slaapkamer 1<br />

8. Nachthal<br />

SYSTEEM C<br />

A<br />

9. Woonkamer<br />

10. Balkon<br />

11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />

inkomhal<br />

3<br />

SYMBOOL<br />

DO<br />

(cm 2 )<br />

RTO<br />

(m3 /h)<br />

10<br />

MAO<br />

(m 3 /h)<br />

80 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

V<br />

11<br />

doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />

regelbare toevoeropening<br />

(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

mechanische afvoeropening<br />

(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or<br />

BETEKENIS<br />

kanaal voor mechanische afvoer


MAO<br />

(25)<br />

WC<br />

MAO<br />

(25)<br />

WC<br />

MAO<br />

(25)<br />

WC<br />

(25)<br />

MAO<br />

WC<br />

MAO<br />

(50)<br />

6<br />

RTO (38)<br />

A<br />

7<br />

1<br />

DO<br />

(70)<br />

(70)<br />

DO<br />

DO (70)<br />

8<br />

DO<br />

(70)<br />

RTO (39) RTO (110)<br />

2 6 7<br />

2<br />

2<br />

V<br />

MAO<br />

(50)<br />

keuken<br />

MAO<br />

(50)<br />

keuken<br />

MAO<br />

(50)<br />

keuken<br />

MAO<br />

(50)<br />

keuken<br />

afvoer binnenlucht<br />

MAO (50)<br />

badk.<br />

MAO (50)<br />

badk.<br />

6 7<br />

MAO (50)<br />

badk.<br />

6<br />

2<br />

DO (140)<br />

MAO<br />

(50)<br />

9<br />

MAO<br />

(25) 4<br />

DO<br />

(70)<br />

5<br />

DO<br />

(70)<br />

A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />

7<br />

2 6 7<br />

RTO<br />

(39)<br />

RTO<br />

(39)<br />

RTO<br />

(39)<br />

RTO<br />

(39)<br />

B. DWARSDOORSNEDE (AA) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />

Afb. 35 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem C, centrale afvoer.<br />

1. Slaapkamer 2<br />

2. Keuken<br />

3. Berging<br />

4. WC<br />

MAO (50)<br />

badk.<br />

5. Inkomhal<br />

6. Badkamer<br />

7. Slaapkamer 1<br />

8. Nachthal<br />

SYSTEEM C<br />

A<br />

3<br />

10<br />

81 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

11<br />

SYMBOOL BETEKENIS<br />

DO<br />

(cm 2 )<br />

RTO<br />

(m3 /h)<br />

9. Woonkamer<br />

10. Balkon<br />

11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />

inkomhal<br />

MAO<br />

(m 3 /h)<br />

V<br />

doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />

regelbare toevoeropening<br />

(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

mechanische afvoeropening<br />

(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

kanaal voor mechanische afvoer<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or


B<br />

MAO<br />

(50)<br />

6<br />

7<br />

1<br />

DO<br />

(70)<br />

DO<br />

(70)<br />

DO (70)<br />

MTO<br />

(38)<br />

8<br />

DO<br />

(70)<br />

SYMBOOL BETEKENIS<br />

DO<br />

(cm 2 )<br />

MTO<br />

(m3 /h)<br />

MAO<br />

(m 3 /h)<br />

MTO<br />

(39)<br />

doorstroomopening (sekt<strong>ie</strong>)<br />

mechanische toevoeropening<br />

(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

mechanische afvoeropening<br />

(nominaal <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>deb<strong>ie</strong>t)<br />

2<br />

DO (140)<br />

MTO<br />

(110)<br />

kanaal voor mechanische toevoer<br />

kanaal voor mechanische afvoer<br />

SYSTEEM D<br />

MAO<br />

(50)<br />

warmtewisselaar<br />

9<br />

3<br />

toevoer<br />

buitenlucht<br />

afvoer<br />

binnenlucht<br />

MAO<br />

(25) 4<br />

DO<br />

(70)<br />

5<br />

(70)<br />

DO<br />

10<br />

82 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

11<br />

Afb. 36 Basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> volgens systeem D, variante<br />

met warmtewisselaar.<br />

1. Slaapkamer 2<br />

2. Keuken<br />

3. Berging<br />

4. WC<br />

5. Inkomhal<br />

6. Badkamer<br />

9.2.3 VOORZIENINGEN IN SPECIALE RUIMTEN<br />

9.2.3.1 DE BERGRUIMTE<br />

7. Slaapkamer 1<br />

8. Nachthal<br />

9. Woonkamer<br />

10. Balkon<br />

11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />

inkomhal<br />

Gelijkaardige oplossingen als in voorbeeld 1 (§ 9.1.3.1, p. 68) zijn h<strong>ie</strong>r mogelijk.<br />

9.2.3.2 DE GEMEENSCHAPPELIJKE TRAPZAAL<br />

De <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> het trappenhuis moet volledig onafhankelijk <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de<br />

individuele appartementen gebeuren. De norm eist dat de toegangsdeuren <strong>van</strong> de gemeenschappelijke<br />

trapzaal naar de appartementen goed luchtdicht zijn ; dit <strong>ve</strong>ronderstelt een<br />

lekdeb<strong>ie</strong>t kleiner dan 14 dm 3 /s (50 m 3 /h) bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa, en dit in beide<br />

richtingen.<br />

B


6<br />

min. 0,67 m 2<br />

7<br />

1<br />

min. 0,70 m 2<br />

8<br />

2<br />

9<br />

3<br />

min. 0,59 m 2 ... 0,39 m 2<br />

of min. 1,96 m 2<br />

5<br />

4<br />

min. 0,39 m 2 ... 0,59 m 2<br />

Afb. 37 Voorz<strong>ie</strong>ningen voor spui<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (minimale sekt<strong>ie</strong>s <strong>van</strong> opengaande delen <strong>van</strong> ramen).<br />

1. Slaapkamer 2<br />

2. Keuken<br />

3. Berging<br />

4. WC<br />

5. Inkomhal<br />

6. Badkamer<br />

min. 0,54 m 2<br />

7. Slaapkamer 1<br />

8. Nachthal<br />

9. Woonkamer<br />

Het deb<strong>ie</strong>t dat door de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> d<strong>ie</strong>nt gele<strong>ve</strong>rd te worden, bedraagt 0,5 V/3,6 =<br />

37 dm 3 /s of 133 m 3 /h. Het kan bekomen worden :<br />

◆ door een volledig natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (Ag) of<br />

◆ door middel <strong>van</strong> een mechanisch inblaassysteem (Bg) of<br />

◆ door middel <strong>van</strong> een mechanisch inblaas- en afzuigsysteem (Dg).<br />

Een mechanisch afzuigsysteem met vrije toevoer is n<strong>ie</strong>t toege<strong>lat</strong>en, omdat volgens de<br />

norm de trapzaal gedurende het grootste <strong>deel</strong> <strong>van</strong> het jaar in lichte o<strong>ve</strong>rdruk moet staan<br />

ten opzichte <strong>van</strong> de appartementen.<br />

In het geval <strong>van</strong> natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> (Ag) moeten de toevoer- en afvoeropeningen<br />

regelbaar zijn en moet het deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> 37 dm 3 /s of 133 m 3 /h door deze openingen in<br />

volledig geopende stand kunnen stromen bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa. In gesloten stand<br />

mogen deze openingen een maximaal lekdeb<strong>ie</strong>t hebben <strong>van</strong> 37 dm 3 /s of 133 m 3 /h bij een<br />

druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa.<br />

De toevoeropeningen moeten in een buitenwand <strong>van</strong> het gelijkvloersge<strong>deel</strong>te <strong>van</strong> het<br />

trappenhuis worden voorz<strong>ie</strong>n. De afvoeropeningen bevinden zich op het bo<strong>ve</strong>nste ni<strong>ve</strong>au<br />

<strong>van</strong> het trappenhuis in een buitenwand of bestaan uit een kanaal dat op het dak uitmondt.<br />

De vrije doorsnede <strong>van</strong> dit kanaal e<strong>ve</strong>nals <strong>van</strong> alle <strong>ve</strong>rbindingsstukken bedraagt ten<br />

minste 0,5 V/3600 = 0,0370 m 2 of 370 cm 2 .<br />

Ind<strong>ie</strong>n voor het mechanische inblaassysteem ‘Bg’ of het mechanische inblaas- en afzuigsysteem<br />

‘Dg’ geopteerd wordt, moet het deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> 37 dm 3 /s of 133 m 3 /h permanent<br />

kunnen gele<strong>ve</strong>rd worden.<br />

Afbeeldingen 38 tot 40 ge<strong>ve</strong>n de dr<strong>ie</strong> varianten voor de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de trapzaal.<br />

10<br />

83 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

11<br />

10. Balkon<br />

11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />

inkomhal


1. Slaapkamer 2<br />

2. Keuken<br />

3. Berging<br />

4. WC<br />

5. Inkomhal<br />

6. Badkamer<br />

A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />

Afb. 38 Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de gemeenschappelijke trapzaal. Systeem Ag : natuurlijke <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />

RTO = regelbare toevoeropening<br />

RAO = regelbare afvoeropening<br />

9<br />

9<br />

9<br />

9<br />

speciale ruimten<br />

gewone ruimten<br />

3<br />

9<br />

5<br />

4<br />

luchtdeb<strong>ie</strong>t < 50 m3 inkomdeur<br />

/h<br />

bij 50 Pa<br />

B. LANGSDOORSNEDE (BB) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />

10<br />

RTO<br />

RAO<br />

(133)<br />

11<br />

7. Slaapkamer 1<br />

8. Nachthal<br />

9. Woonkamer<br />

370 cm 2<br />

11<br />

11<br />

11<br />

RTO<br />

11<br />

RAO<br />

(133)<br />

84 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

10. Balkon<br />

11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />

inkomhal


1. Slaapkamer 2<br />

2. Keuken<br />

3. Berging<br />

4. WC<br />

5. Inkomhal<br />

6. Badkamer<br />

A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />

Afb. 39 Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de gemeenschappelijke trapzaal. Systeem Bg : mechanische toevoer en vrije afvoer.<br />

MTO = mechanische toevoeropening<br />

RAO = regelbare afvoeropening<br />

V = <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or<br />

speciale ruimten<br />

gewone ruimten<br />

9<br />

9<br />

9<br />

3<br />

9<br />

5<br />

4<br />

V<br />

9 V<br />

10<br />

MTO<br />

(133) RAO<br />

(133)<br />

luchtdeb<strong>ie</strong>t < 50 m3 inkomdeur<br />

/h<br />

bij 50 Pa<br />

11<br />

MTO<br />

(133)<br />

7. Slaapkamer 1<br />

8. Nachthal<br />

9. Woonkamer<br />

370 cm 2<br />

RAO<br />

(133)<br />

B. LANGSDOORSNEDE (BB) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />

11<br />

11<br />

11<br />

11<br />

85 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

10. Balkon<br />

11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />

inkomhal


afvoer.<br />

1. Slaapkamer 2<br />

2. Keuken<br />

3. Berging<br />

4. WC<br />

5. Inkomhal<br />

6. Badkamer<br />

MAO = mechanische afvoeropening<br />

MTO = mechanische toevoeropening<br />

V = <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or<br />

speciale ruimten<br />

gewone ruimten<br />

9<br />

9<br />

9<br />

9<br />

3<br />

9<br />

5<br />

4<br />

Afb. 40 Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> de gemeenschappelijke trapzaal. Systeem Dg : mechanische toevoer en mechanische<br />

V<br />

10<br />

MTO<br />

(133)<br />

MAO<br />

(133)<br />

11<br />

A. GRONDPLAN VAN HET APPARTEMENT<br />

V<br />

V<br />

MAO<br />

(133)<br />

MTO<br />

(133)<br />

B. LANGSDOORSNEDE (BB) VAN HET APPARTEMENTSGEBOUW<br />

7. Slaapkamer 1<br />

8. Nachthal<br />

9. Woonkamer<br />

11<br />

11<br />

11<br />

11<br />

86 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

10. Balkon<br />

11. Trapzaal en gemeenschappelijke<br />

inkomhal


9.2.4 VENTILATIE MET EEN DAMPKAP<br />

In het geval <strong>van</strong> appartementen bestaan er <strong>ve</strong>rschillende mogelijkheden voor het aansluiten<br />

<strong>van</strong> een keukendampkap :<br />

◆ op een centraal afvoerkanaal :<br />

– met een <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or in <strong>ie</strong>der appartement : het afvoerkanaal is in o<strong>ve</strong>rdruk ind<strong>ie</strong>n<br />

minstens een <strong>van</strong> de dampkappen werkt. Het is noodzakelijk om op <strong>ie</strong>der aftakkanaal<br />

een terugslagklep te plaatsen<br />

– met een centrale dak<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or en een motorloze dampkap : ind<strong>ie</strong>n de afzuig<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or<br />

permanent in werking is, is er geen gevaar voor terugstroming. De regeling <strong>van</strong> het<br />

afvoerdeb<strong>ie</strong>t d<strong>ie</strong>nt dan te gebeuren door het <strong>ve</strong>randeren <strong>van</strong> de posit<strong>ie</strong> <strong>van</strong> een<br />

interne regelklep. De minimale stand <strong>van</strong> de dampkap kan o<strong>ve</strong>reenkomen met<br />

50 m 3 /h, zodat tegelijkertijd aan het nominale deb<strong>ie</strong>t voor basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> kan voldaan<br />

worden<br />

◆ individuele aansluitingen rechtstreeks <strong>ve</strong>rbonden met de buitenomgeving.<br />

9.2.5 AKOESTISCHE ASPEKTEN<br />

Bij toepassing <strong>van</strong> regelbare openingen voor natuurlijke of vrije toevoer en ind<strong>ie</strong>n de<br />

woning zich in een zone met <strong>ve</strong>el <strong>ve</strong>rkeerslawaai bevindt, kunnen akoestisch dempende<br />

<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen geplaatst worden. Het is echter te <strong>ve</strong>rk<strong>ie</strong>zen (ind<strong>ie</strong>n mogelijk)<br />

alle regelbare toevoeropeningen in de achterge<strong>ve</strong>l aan te brengen.<br />

Bij mechanische luchtafvoer (systemen C en D) en zeker bij mechanische luchttoevoer<br />

(systemen B en D) is het belangrijk aandacht te schenken aan het ni<strong>ve</strong>au <strong>van</strong> het geluid<br />

afkomstig <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />

9.2.6 LUCHTDICHTHEID VAN HET GEBOUW<br />

Een goede luchtdichtheid <strong>van</strong> het gebouw is in het algemeen een pluspunt. In het geval<br />

<strong>van</strong> systeem D en bij toepassing <strong>van</strong> een statisch warmterekuperat<strong>ie</strong>systeem is een kontrole<br />

(met e<strong>ve</strong>ntuele <strong>ve</strong>rbetering) <strong>van</strong> de luchtdichtheid aan te be<strong>ve</strong>len.<br />

9.2.7 OPEN VERBRANDINGSTOESTELLEN<br />

De uitleg gege<strong>ve</strong>n in § 9.1.6 (p. 71) geldt ook voor appartementen. Enkele belangrijke<br />

<strong>ve</strong>rschillen d<strong>ie</strong>nen echter <strong>ve</strong>rmeld te worden :<br />

◆ appartementen zijn in <strong>ve</strong>le gevallen meer luchtdicht dan individuele <strong>woningen</strong> ; problemen<br />

<strong>van</strong> terugstroming <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rbrandingsgassen kunnen h<strong>ie</strong>r dan ook sneller optreden<br />

◆ naast de reeds <strong>ve</strong>rmelde toestellen met gesloten <strong>ve</strong>rbranding bestaat er bij appartementen<br />

ook de mogelijkheid om gebruik te maken <strong>van</strong> dergelijke toestellen in kombinat<strong>ie</strong><br />

met dubbele afvoerkanalen. Een belangrijke opmerking h<strong>ie</strong>rbij is dat het gastoestel en<br />

de schouwkanalen meestal <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rschillende fabrikanten komen ; men d<strong>ie</strong>nt dan ook<br />

na te gaan of een koppeling tussen het gastoestel en de schouw mogelijk is.<br />

87 TV <strong>192</strong> – juni 1994


BIJLAGE 1<br />

KONTROLELIJST VOOR DE<br />

TOEPASSING VAN DE NORM<br />

NBN D 50-001<br />

Een checklist kan een goed hulpmiddel zijn om na te gaan of een ontwerp voldoet aan de<br />

eisen <strong>van</strong> de norm NBN D 50-001.<br />

1. ESSENTIËLE ELEMENTEN<br />

Volgende elementen d<strong>ie</strong>nen gekontroleerd te worden :<br />

◆ de eisen gesteld aan de voorz<strong>ie</strong>ningen voor basis<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

◆ de eisen gesteld aan de voorz<strong>ie</strong>ningen voor intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong><br />

◆ de eisen gesteld aan de voorz<strong>ie</strong>ningen in speciale ruimten (garage, kelder, zolder,<br />

bergruimte, ...)<br />

◆ de eisen gesteld aan de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in gemeenschappelijke gangen of trappenhuizen<br />

◆ de goede werking <strong>van</strong> de open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen<br />

◆ de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> met een dampkap<br />

◆ akoestische aspekten<br />

◆ termische aspekten<br />

◆ luchtdichtheid <strong>van</strong> het gebouw (bij systeem D)<br />

◆ brand<strong>ve</strong>iligheid<br />

◆ onderhoud, instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>, gebruik en estet<strong>ie</strong>k.<br />

2. EISEN VOOR BASISVENTILATIE<br />

2.1 BEPALING VAN DE NOMINALE DEBIETEN<br />

De nominale deb<strong>ie</strong>ten kunnen met behulp <strong>van</strong> tabel 12 (p. 89) bepaald worden.<br />

Ind<strong>ie</strong>n systeem D wordt toegepast, d<strong>ie</strong>nt men na te gaan of er geen inname <strong>van</strong> afgevoerde<br />

lucht via de toevoerwegen kan gebeuren.<br />

88 TV <strong>192</strong> – juni 1994


Tabel 12 Bepaling <strong>van</strong> de nominale deb<strong>ie</strong>ten.<br />

LUCHTTOEVOER<br />

LUCHTAFVOER<br />

KAMER VLOER-<br />

OPPER-<br />

VLAKTE<br />

S (m 2 )<br />

Woonkamer<br />

Eetkamer<br />

Slaapkamer 1<br />

Slaapkamer 2<br />

Slaapkamer 3<br />

Studeerkamer<br />

Hobbyruimte<br />

Gesloten keuken<br />

Open keuken<br />

WC<br />

Badkamer 1<br />

Wasplaats<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

-<br />

VEREIST<br />

DEBIET Q<br />

(dm 3 /s.m 2 )<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

1<br />

VEREIST DEBIET<br />

S X Q VOOR DE<br />

BESCHOUWDE<br />

KAMER<br />

(dm 3 /s)<br />

21< ... < 42<br />

7 < ... < 10/pers.<br />

7 < ... < 10/pers.<br />

7 < ... < 10/pers.<br />

7 < ... < 10/pers.<br />

VEREIST<br />

DEBIET Q<br />

(m 3 /h.m 2 )<br />

3,6<br />

3,6<br />

3,6<br />

3,6<br />

3,6<br />

3,6<br />

3,6<br />

(dm 3 /s) (m 3 /h)<br />

14<br />

21<br />

7<br />

14<br />

14<br />

14 < ... < 21<br />

21<br />

7<br />

14 < ... < 21<br />

14 < ... < 21<br />

2.2 KONTROLE VAN DE REGELBARE TOEVOEROPENINGEN<br />

(VOOR SYSTEMEN A EN C)<br />

De netto doorvoeropening is gelijk aan<br />

de netto hoogte <strong>van</strong> de spleet, gemeten<br />

<strong>van</strong>af het definit<strong>ie</strong>f afgewerkte vloeroppervlak<br />

tot aan de onderzijde <strong>van</strong> de<br />

deur, <strong>ve</strong>rmenigvuldigd met de breedte<br />

<strong>van</strong> de deur.<br />

75<br />

25<br />

89 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

VEREIST DEBIET<br />

S X Q VOOR DE<br />

BESCHOUWDE<br />

KAMER<br />

(m 3 /h)<br />

75 < ... < 150<br />

25 < ... < 36/pers.<br />

25 < ... < 36/pers.<br />

25 < ... < 36/pers.<br />

25 < ... < 36/pers.<br />

50 < ... < 75<br />

75<br />

25<br />

50 < ... < 75<br />

50 < ... < 75<br />

Regelbare toevoeropeningen d<strong>ie</strong>nen aan volgende eisen te voldoen :<br />

◆ in de ‘volledig gesloten’ stand d<strong>ie</strong>nt het luchtdeb<strong>ie</strong>t bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa<br />

kleiner te zijn dan 15 % <strong>van</strong> het luchtdeb<strong>ie</strong>t bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa<br />

◆ ofwel is een ko<strong>nti</strong>nue regeling mogelijk, ofwel zijn er minstens 3 tussenstanden tussen<br />

de ‘volledig gesloten’ en de ‘volledig open’ standen<br />

◆ de som <strong>van</strong> de deb<strong>ie</strong>ten <strong>van</strong> alle in een kamer aanwezige RTO’s d<strong>ie</strong>nt bij volledig<br />

geopende stand ten minste gelijk te zijn aan het nominale deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> deze kamer,<br />

zonder nochtans het dubbele <strong>van</strong> het nominale deb<strong>ie</strong>t te o<strong>ve</strong>rschrijden<br />

◆ de toevoeropeningen hebben steeds een vrij kleine doorsnede en zijn zodanig ontworpen<br />

dat ze — zelfs in geopende stand — het risico op inbraak n<strong>ie</strong>t <strong>ve</strong>rhogen<br />

◆ de toevoeropeningen mogen het risico op oppervlaktekondensat<strong>ie</strong> n<strong>ie</strong>t <strong>ve</strong>rhogen.<br />

2.3 KONTROLE VAN DE DOORSTROOMOPENINGEN (VOOR ALLE<br />

SYSTEMEN)<br />

2.3.1 NIET-AFSLUITBARE SPLEET ONDER BINNENDEUREN<br />

KAMER BENODIGDE VRIJE DOORSNEDE<br />

VAN ALLE SPLETEN ONDER<br />

DE DEUREN TEZAMEN<br />

Keuken<br />

O<strong>ve</strong>rige kamers<br />

140 cm 2<br />

70 cm 2<br />

Tabel 13<br />

Vrije<br />

doorsnede<br />

<strong>van</strong> n<strong>ie</strong>tafsluitbare<br />

spleten.


Bij vloeren, d<strong>ie</strong> <strong>lat</strong>er met vast tapijt bekleed kunnen worden, zal voor de berekening <strong>van</strong><br />

de spleethoogte, de dikte <strong>van</strong> het tapijt ten minste gelijk genomen worden aan 10 mm.<br />

Opmerking : spleten rond binnendeuren zijn e<strong>ve</strong>neens toege<strong>lat</strong>en door de norm.<br />

2.3.2 ANDERE DOORSTROOMOPENINGEN (ROOSTERS, ...)<br />

Tabel 14 geeft de te realiseren deb<strong>ie</strong>ten <strong>van</strong> doorstroomopeningen d<strong>ie</strong> n<strong>ie</strong>t als een spleet<br />

onder of rond binnendeuren worden uitgevoerd (deur- of muurroosters).<br />

KAMER TE REALISEREN DEBIETEN<br />

VAN ALLE DOORSTROOM-<br />

OPENINGEN BIJ 2 PA<br />

Keuken<br />

O<strong>ve</strong>rige kamers<br />

14 dm3 /s (50 m3 /h)<br />

7 dm3 /s (25 m3 /h)<br />

Tabel 14 Vereist deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> doorstroomopeningen<br />

bij 2 Pa afhankelijk <strong>van</strong> de ruimte.<br />

2.4 KONTROLE VAN DE REGELBARE OPENINGEN VOOR NATUURLIJKE OF<br />

VRIJE AFVOER (VOOR SYSTEMEN A EN B)<br />

2.4.1 REGELBARE AFVOEROPENING<br />

◆ De vrije doorsnede <strong>van</strong> de regelbare afvoeropening moet manueel (minstens 3 standen<br />

tussen “volledig gesloten” en “volledig open”) of automatisch geregeld kunnen worden.<br />

◆ Het nominale deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> het rooster is het deb<strong>ie</strong>t doorheen het rooster in volledig<br />

geopende stand bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 2 Pa.<br />

◆ De minimumopening (d.w.z. in gesloten stand) moet, bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa,<br />

15 à 25 % <strong>van</strong> het nominale deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> het rooster door<strong>lat</strong>en.<br />

2.4.2 HET AFVOERKANAAL<br />

◆ De vrije doorsnede <strong>van</strong> de afvoerkanalen bedraagt minimaal 0,014 m 2 (140 cm 2 ) voor<br />

de keuken en de badkamer, en 0,007 m 2 (70 cm 2 ) voor de WC’s. Deze vrije doorsnede<br />

moet o<strong>ve</strong>ral nageleefd worden, ook ter plaatse <strong>van</strong> de aansluiting tussen de opening en<br />

het kanaal.<br />

◆ De kleinste afmeting <strong>van</strong> deze afvoerkanalen bedraagt ten minste 0,05 m (5 cm).<br />

Tabel 15 O<strong>ve</strong>rzicht <strong>van</strong> de eisen gesteld aan kanalen.<br />

Keuken<br />

Badkamer<br />

WC<br />

KAMER DOORSNEDE VAN<br />

HET KANAAL<br />

(cm 2 )<br />

140<br />

140<br />

70<br />

MINIMALE AFME-<br />

TING VAN HET<br />

KANAAL (cm)<br />

5<br />

5<br />

5<br />

90 TV <strong>192</strong> – juni 1994


2.4.3 DE UITMONDING<br />

Alle natuurlijke afvoerkanalen d<strong>ie</strong>nen op het dak uit te monden. Bijlage II <strong>van</strong> de norm<br />

NBN D 50-001 bepaalt de eisen gesteld aan de plaats <strong>van</strong> de uitmonding <strong>van</strong> kanalen voor<br />

natuurlijke of vrije afvoer enerzijds ten opzichte <strong>van</strong> gebouwen of hindernissen d<strong>ie</strong> de<br />

afvoer kunnen belemmeren, en anderzijds ten opzichte <strong>van</strong> het dak zelf. Dit zal meer<br />

gedetailleerd behandeld worden in een <strong>lat</strong>er uit te ge<strong>ve</strong>n Technische Voorlichting.<br />

3. EISEN VOOR INTENSIEVE VENTILATIE<br />

3.1 KAMERS<br />

Volgende kamers maken het voorwerp uit <strong>van</strong> eisen betreffende intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> : slaapkamers,<br />

woonkamer, studeerkamers, hobbykamers en keuken (ook zonder ramen).<br />

3.2 EISEN<br />

De opengaande delen <strong>van</strong> ramen en deuren in de buitenge<strong>ve</strong>ls <strong>van</strong> deze ruimten moeten<br />

volgende minimale vrije oppervlakte hebben :<br />

◆ bij eenzijdige <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> : 0,064 . A l (m 2 )<br />

◆ bij dwars<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> : 0,032 . A l (m 2 )<br />

◆ keuken zonder <strong>ve</strong>nster : 200 m 3 /h bij mechanische afzuiging,<br />

met A l = vloeroppervlakte <strong>van</strong> de beschouwde kamer (m 2 ).<br />

4. EISEN VOOR SPECIALE RUIMTEN<br />

4.1 GARAGES<br />

4.1.1 GARAGES MET EEN OPPERVLAKTE VAN MAXIMUM 40 M 2<br />

Verluchtingsmonden moeten onder in de <strong>ve</strong>rtikale buitenwand(en) voorz<strong>ie</strong>n worden, met<br />

hun bo<strong>ve</strong>nzijde maximum 40 cm bo<strong>ve</strong>n de garagevloer. Ind<strong>ie</strong>n er meer dan één <strong>ve</strong>rtikale<br />

wand in kontakt met de buitenlucht is, worden de <strong>ve</strong>rluchtingsmonden <strong>ve</strong>r<strong>deel</strong>d o<strong>ve</strong>r d<strong>ie</strong><br />

buitenwanden (bij voorkeur o<strong>ve</strong>r twee tegeno<strong>ve</strong>r elkaar gelegen wanden).<br />

De totale vrije oppervlakte <strong>van</strong> d<strong>ie</strong> openingen moet minstens gelijk zijn aan 0,2 % <strong>van</strong> de<br />

vloeroppervlakte.<br />

4.1.2 GARAGES MET EEN OPPERVLAKTE GROTER DAN 40 M 2<br />

Een permanente mechanische afzuiging is <strong>ve</strong>reist. Ze moet ontworpen en uitgevoerd<br />

worden uitgaande <strong>van</strong> een afzonderlijke stud<strong>ie</strong>.<br />

91 TV <strong>192</strong> – juni 1994


4.1.3 BINNENDEUREN<br />

De binnendeuren tussen de garage en de inkomhal, gangen of de andere woonruimten<br />

moeten goed luchtdicht zijn. Bij gemeenschappelijke garages mag het lekdeb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> deze<br />

deuren n<strong>ie</strong>t groter zijn dan 14 dm 3 /s (50 m 3 /h) bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa.<br />

4.2 KELDERS EN ZOLDERS<br />

Ind<strong>ie</strong>n de kelders en/of zolders zeer open zijn voor buitenlucht, worden geen <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>eisen<br />

gesteld.<br />

Wanneer bij kelders een risico op radon<strong>ve</strong>rspreiding bestaat, moet een speciale stud<strong>ie</strong><br />

gemaakt worden.<br />

Tabel 16 Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-eisen voor kelders en zolders.<br />

TYPE VENTILATIE<br />

Natuurlijke <strong>ve</strong>rluchting<br />

TOEVOERDEBIET<br />

raampjes : min. 140 cm2 roosters : min. 50 m3 /h bij 2 Pa<br />

Mechanische afzuiging roosters : min. 7 dm3 /s<br />

(25 m3 /h) bij 2 Pa<br />

kanaal : min. 70 cm2 Mechanische toevoer<br />

en afvoer<br />

4.3 BERGRUIMTEN<br />

AFVOERDEBIET<br />

raampjes : min. 140 cm2 roosters : min. 50 m3 /h bij 2 Pa<br />

kanaal : min. 140 cm2 minstens 7 dm 3 /s (25 m 3 /h)<br />

minstens 7 dm 3 /s (25 m 3 /h) minstens 7 dm 3 /s (25 m 3 /h)<br />

Bergruimten en bergkasten met een vloeroppervlakte groter dan 1,5 m 2 en een volume<br />

<strong>van</strong> meer dan 3 m 3 moeten voorz<strong>ie</strong>n worden <strong>van</strong> twee doorstroomopeningen, met een<br />

vrije doorsnede <strong>van</strong> minstens 150 cm 2 elk en gelegen op maximum 20 cm bo<strong>ve</strong>n de vloer<br />

voor de onderste opening en minimum 1,80 m bo<strong>ve</strong>n de vloer voor de bo<strong>ve</strong>nste.<br />

4.4 VENTILATIEVOORZIENINGEN IN GEMEENSCHAPPELIJKE GANGEN OF<br />

TRAPPENHUIZEN (z<strong>ie</strong> tabel 17, p. 93)<br />

Het lekdeb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> de ingangsdeuren <strong>van</strong> de <strong>woningen</strong> d<strong>ie</strong> aansluiten op gemeenschappelijke<br />

gangen of trapzalen, moet in beide richtingen kleiner zijn dan 14 dm 3 /s (50 m 3 /h) bij<br />

een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa.<br />

5. GOEDE WERKING VAN DE OPEN VERBRANDINGS-<br />

TOESTELLEN<br />

Ind<strong>ie</strong>n open <strong>ve</strong>rbrandingstoestellen aanwezig zijn, moet zorgvuldig nagegaan worden of<br />

de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> in geen enkel geval de afvoer <strong>van</strong> <strong>ve</strong>rbrandingsgassen kan belemmeren<br />

of nadelig beïnvloeden.<br />

92 TV <strong>192</strong> – juni 1994


Tabel 17 O<strong>ve</strong>rzicht <strong>van</strong> de eisen gesteld aan gemeenschappelijke gangen en trapzalen.<br />

TYPE VENTILATIE<br />

Natuurlijke <strong>ve</strong>rluchting<br />

horizontale<br />

luchtkoker<br />

TOEVOER (onderaan gelegen) AFVOER (bo<strong>ve</strong>naan gelegen)<br />

minimum 0,5 V/3600 (m 2 )<br />

Mechanische inblaas permanent deb<strong>ie</strong>t : 0,5 V/3,6 (dm 3 /s)<br />

of 0,5 V (m 3 /h)<br />

Mechanische inblaas<br />

en afzuiging<br />

V = luchtvolume in m 3<br />

roosters<br />

deb<strong>ie</strong>t bij 2 Pa : 0,5 V/3,6 (dm3 /s)<br />

of 0,5 V (m3 /h)<br />

maximaal lekdeb<strong>ie</strong>t bij 50 Pa :<br />

0,5 V/3,6 (dm3 /s) of 0,5 V (m3 /h)<br />

permanent deb<strong>ie</strong>t : 0,5 V / 3,6 (dm 3 /s)<br />

of 0,5 V (m 3 /h)<br />

6. VENTILATIE MET EEN DAMPKAP<br />

kanaal<br />

roosters<br />

kanaal<br />

93 TV <strong>192</strong> – juni 1994<br />

deb<strong>ie</strong>t bij 2 Pa : 0,5 V/3,6 (dm3 /s)<br />

of 0,5 V (m3 /h)<br />

maximaal lekdeb<strong>ie</strong>t bij 50 Pa :<br />

0,5 V/3,6 (dm3 /s) of 0,5 V (m3 /h)<br />

minimum 0,5 V/3600 (m 2 )<br />

deb<strong>ie</strong>t bij 2 Pa : 0,5 V/3,6 (dm3 /s)<br />

of 0,5 V (m3 /h)<br />

maximaal lekdeb<strong>ie</strong>t bij 50 Pa :<br />

0,5 V/3,6 (dm3 /s) of 0,5 V (m3 /h)<br />

minimum 0,5 V/3600 (m 2 )<br />

permanent deb<strong>ie</strong>t : 0,5 V/3,6 (dm 3 /s)<br />

of 0,5 V (m 3 /h)<br />

De norm stelt geen eisen aan de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> bij het koken. Dit punt is enkel in de kontrolelijst<br />

opgenomen om er de aandacht op te <strong>ve</strong>stigen dat de in de norm geëiste deb<strong>ie</strong>ten<br />

onvoldoende zijn om een goede luchtkwaliteit te waarborgen tijdens bepaalde aktiviteiten<br />

in de keuken (z<strong>ie</strong> ook de Technische Voorlichting nr. 187 [37]).<br />

7. GLOBALE KONTROLE VAN AKOESTISCHE ASPEKTEN<br />

De norm stelt geen enkele kwa<strong>nti</strong>tat<strong>ie</strong><strong>ve</strong> eis met betrekking tot akoestische aspekten. De<br />

ontwerper en de uitvoerder d<strong>ie</strong>nen zich e<strong>ve</strong>nwel de volgende vragen te stellen :<br />

◆ <strong>ve</strong>rhogen de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen n<strong>ie</strong>t de geluido<strong>ve</strong>rlast <strong>van</strong> buiten (bij voorbeeld<br />

als toevoerroosters geplaatst worden in een ge<strong>ve</strong>l langs een drukke <strong>ve</strong>rkeersweg)<br />

◆ <strong>ve</strong>roorzaken de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen zelf geen onaanvaardbare geluidhinder (vooral<br />

bij mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> d<strong>ie</strong>nt bijzondere aandacht geschonken te worden aan de<br />

luchttoevoer in slaapkamers en aan de afvoer via de dampkap)<br />

◆ bestaat er geen kans op lawaaihinder omwille <strong>van</strong> het buiten geïnstalleerde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>systeem<br />

(bij voorbeeld als de afvoer<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong>or geplaatst wordt op het p<strong>lat</strong>te dak naast<br />

een slaapkamer<strong>ve</strong>nster) ?<br />

8. GLOBALE KONTROLE VAN TERMISCHE ASPEKTEN<br />

Volgende aspekten d<strong>ie</strong>nen gekontroleerd te worden :<br />

◆ de termische iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> <strong>van</strong> toevoerroosters (k-waarde)<br />

roosters


◆ het risico op oppervlaktekondensat<strong>ie</strong> op toevoerroosters<br />

◆ de oppervlaktekondensat<strong>ie</strong> in leidingen in n<strong>ie</strong>t-<strong>ve</strong>rwarmde ruimten.<br />

9. LUCHTDICHTHEID VAN HET GEBOUW<br />

De luchtdichtheid <strong>van</strong> <strong>woningen</strong> in het algemeen maakt het voorwerp uit <strong>van</strong> hoofdstuk 5<br />

(p. 37). Ze kan bepaald worden door middel <strong>van</strong> een pressurisat<strong>ie</strong>meting.<br />

Ind<strong>ie</strong>n systeem D wordt toegepast, be<strong>ve</strong>elt de norm een luchtdichtheidsni<strong>ve</strong>au aan <strong>van</strong><br />

hoogstens 3 volumen per uur bij een druk<strong>ve</strong>rschil <strong>van</strong> 50 Pa. Bij gebruik <strong>van</strong> een statische<br />

warmterekuperator wordt het beperkt tot 1 volume per uur bij 50 Pa.<br />

10. BRANDVEILIGHEID<br />

Aandacht d<strong>ie</strong>nt geschonken te worden aan de keuze <strong>van</strong> het leidingmateriaal. Appartementen<br />

moeten gekompartimenteerd worden.<br />

11. ONDERHOUD, INSTALLATIE, GEBRUIK EN ESTETIEK<br />

De nodige aandacht moet besteed worden aan de mogelijkheden voor de instal<strong>lat</strong>eur om<br />

het gekozen systeem op een technisch en estetisch <strong>ve</strong>rantwoorde wijze te plaatsen. Ook<br />

de nodige voorz<strong>ie</strong>ningen voor de toegang en het onderhoud <strong>van</strong> de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> moeten<br />

aanwezig zijn.<br />

Tenslotte d<strong>ie</strong>nt ervoor gezorgd te worden dat de gebruiker de instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong> op een eenvoudige<br />

man<strong>ie</strong>r kan bed<strong>ie</strong>nen.<br />

94 TV <strong>192</strong> – juni 1994


BIJLAGE 2<br />

KORREKTE INTERPRETATIE VAN<br />

DE EISEN IN DE BELGISCHE<br />

NORMEN NBN D 50-001 EN<br />

NBN B 62-003<br />

1. DE NORM NBN D 50-001<br />

1.1 EISEN<br />

De Belgische norm NBN D 50-001 (hoofdstuk 4) bepaalt de eisen voor de te installeren<br />

deb<strong>ie</strong>ten voor <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in <strong>woningen</strong>. Ze worden ook beschre<strong>ve</strong>n in hoofdstuk 3 (p. 14)<br />

<strong>van</strong> deze Technische Voorlichting.<br />

1.2 INTERPRETATIE VAN DE EISEN<br />

Omtrent de deb<strong>ie</strong>ten en vooral de invloed op het energ<strong>ie</strong>gebruik bestaan er tal <strong>van</strong> mis<strong>ve</strong>rstanden.<br />

◆ De norm gaat voor de meeste kamers uit <strong>van</strong> een eis <strong>van</strong> 1 dm 3 /s per m 2 vloeroppervlakte<br />

(3,6 m 3 /h per m 2 vloeroppervlakte). Sommigen leiden h<strong>ie</strong>ruit af dat dit<br />

resulteert in een gemiddeld <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud in de woning <strong>van</strong> onge<strong>ve</strong>er 1,5 h -1 . Immers,<br />

voor een gemiddelde kamerhoogte <strong>van</strong> 2,4 m komt men tot een dergelijk <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud.<br />

Deze redenering is duidelijk fout<strong>ie</strong>f. De norm <strong>ve</strong>reist enkel luchttoevoer in de slaapkamers<br />

en in woonkamers (voor deze laatste e<strong>ve</strong>ntueel afkomstig uit de slaapkamers).<br />

In de meeste <strong>woningen</strong> nemen deze ruimten n<strong>ie</strong>t meer dan 50 % in <strong>van</strong> het bruto<br />

gebouwvolume. Het gemiddelde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud in een woning (berekend op het bruto<br />

gebouwvolume) wordt dan 0,75 h -1 . Deze waarde komt goed o<strong>ve</strong>reen met de gangbare<br />

richtwaarden.<br />

◆ Het is bo<strong>ve</strong>nd<strong>ie</strong>n fout te onderstellen dat het bo<strong>ve</strong>n<strong>ve</strong>rmelde <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud <strong>van</strong> 0,75 h -1<br />

steeds en o<strong>ve</strong>ral moet bekomen worden. Het gaat h<strong>ie</strong>r immers om deb<strong>ie</strong>ten d<strong>ie</strong> moeten<br />

kunnen gele<strong>ve</strong>rd worden. Voorz<strong>ie</strong>ningen zoals dag-nacht regelingen, hoog-laag regelingen,<br />

... zijn toelaatbaar en worden voor natuurlijke systemen zelfs geëist door de<br />

norm.<br />

95 TV <strong>192</strong> – juni 1994


◆ Dikwijls wordt beweerd dat het deb<strong>ie</strong>t <strong>van</strong> de mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> moet worden<br />

opgeteld bij de lekdeb<strong>ie</strong>ten door infiltrat<strong>ie</strong> en afvoer naar buiten. Dit is n<strong>ie</strong>t juist. Bij<br />

b.v. een mechanisch afzuigsysteem zal het resulterende <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud kleiner zijn dan<br />

de som <strong>van</strong> het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud door infiltrat<strong>ie</strong> en het <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voud door de mechanische<br />

afzuiging.<br />

2. DE NORM NBN B 62-003 [4]<br />

2.1 EISEN<br />

Aan de hand <strong>van</strong> deze norm kan het <strong>ve</strong>rmogen <strong>van</strong> de <strong>ve</strong>rwarmingselementen per kamer<br />

bepaald worden. Voor kamers met een te <strong>ve</strong>rwachten intens<strong>ie</strong><strong>ve</strong> bezetting kan het nodige<br />

<strong>ve</strong>rmogen voor de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> berekend worden afhankelijk <strong>van</strong> het aantal aanwezigen. De<br />

norm geeft de in de linkerkolom <strong>van</strong> tabel 18 <strong>ve</strong>rmelde waarden.<br />

Tabel 18 Rekenwaarden volgens de norm NBN B 62-003 voor het dimensioneren <strong>van</strong> het<br />

<strong>ve</strong>rmogen voor <strong>ve</strong>rwarming, <strong>ve</strong>rgeleken met de waarden voor het bepalen <strong>van</strong> de deb<strong>ie</strong>ten <strong>van</strong><br />

de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>.<br />

REKENWAARDEN VOOR HET<br />

DIMENSIONEREN VAN DE VERWARMING<br />

(NBN B 62-003)<br />

Kamers waar n<strong>ie</strong>t gerookt wordt : 10 m3 /h<br />

per persoon<br />

Kamers waar mag gerookt worden :<br />

20 m3 /h per persoon<br />

2.2 INTERPRETATIE VAN DE EISEN<br />

REKENWAARDEN VOOR HET<br />

DIMENSIONEREN VAN DE VENTILATIE-<br />

INSTALLATIE<br />

Woningen (NBN D 50-001) : 3,6 m3 /h per<br />

m2 oppervlak<br />

Horeca (MB 9.01.1991 [33]) : 15 m3 /h per<br />

m2 oppervlak<br />

Arbeidsplaatsen (ARAB) : 30 m3 /h per<br />

persoon<br />

De in de norm NBN B 62-003 opgege<strong>ve</strong>n deb<strong>ie</strong>twaarden <strong>van</strong> 10 en 20 m 3 /h per persoon<br />

worden in de praktijk regelmatig <strong>ve</strong>rkeerd geïnterpreteerd :<br />

◆ soms wordt <strong>ve</strong>rkeerd ondersteld dat deze waarden ook mogen gebruikt worden voor<br />

het dimensioneren <strong>van</strong> de <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>-instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>. De norm NBN B 62-003 gaat immers<br />

uit <strong>van</strong> een benodigde hoe<strong>ve</strong>elheid <strong>ve</strong>rse lucht gelijk aan 20 m 3 /h per persoon voor een<br />

kamer met n<strong>ie</strong>t-rokers, en aan 30 m 3 /h per persoon voor een kamer met rokers. Aangez<strong>ie</strong>n<br />

<strong>ie</strong>dere persoon onge<strong>ve</strong>er 100 W extra warmte<strong>ve</strong>rmogen le<strong>ve</strong>rt en dit o<strong>ve</strong>reenkomt<br />

met het nodige <strong>ve</strong>rmogen om 10 m 3 /h lucht op te warmen <strong>van</strong> - 10 °C tot 20 °C<br />

werd er 10 m 3 /h afgetrokken <strong>van</strong> hoger<strong>ve</strong>rmelde deb<strong>ie</strong>ten<br />

◆ het onderscheid rokers/n<strong>ie</strong>t-rokers geeft e<strong>ve</strong>neens aanleiding tot mis<strong>ve</strong>rstanden. Bo<strong>ve</strong>n<strong>ve</strong>rmelde<br />

waarden d<strong>ie</strong>nen te worden toegepast op ALLE gebruikers <strong>van</strong> de kamer.<br />

Men mag dus n<strong>ie</strong>t de 20 m 3 /h toepassen op de n<strong>ie</strong>t-rokers en de 30 m 3 /h op de rokers.<br />

Ind<strong>ie</strong>n mag gerookt worden, moet het aantal aanwezige personen <strong>ve</strong>rmenigvuldigd<br />

worden met 30 m 3 /h.<br />

96 TV <strong>192</strong> – juni 1994


1<br />

Andersson H., Fahlén P. en Ruud S.<br />

Demand Controlled Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ing Systems. Sensor Tests. Co<strong>ve</strong>ntry, International<br />

Energy Agency, Annex 18 - Swedish National Testing and Research Institute, 1992.<br />

2<br />

Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />

NBN B 25-204 (EN 42-1975) Beproevingsmetoden voor <strong>ve</strong>nsters. Luchtdoor<strong>lat</strong>endheid.<br />

Brussel, BIN, 1977.<br />

3<br />

4<br />

Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />

NBN B 61-001 Stookafdelingen en schoorstenen. Brussel, BIN, 1986.<br />

Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />

NBN B 62-003 Berekening <strong>van</strong> de warmte<strong>ve</strong>rl<strong>ie</strong>zen <strong>van</strong> gebouwen. Brussel, BIN,<br />

december 1986.<br />

5<br />

Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />

NBN D 50-001 Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>voorz<strong>ie</strong>ningen in woongebouwen. Brussel, BIN, oktober<br />

1991.<br />

6<br />

Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />

NBN D 51-003 Instal<strong>lat</strong><strong>ie</strong>s voor brandbaar gas lichter dan lucht, <strong>ve</strong>r<strong>deel</strong>d door<br />

leidingen. Brussel, BIN, 3de uitga<strong>ve</strong>, 1993.<br />

7<br />

Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />

NBN E 52-014 Veiligheidsvoorschriften voor het <strong>ve</strong>rvaardigen en het aanbrengen<br />

<strong>van</strong> personen- en kleingoederenliften. Deel 1 : Elektrische personenliften. Brussel, BIN,<br />

2de uitga<strong>ve</strong>, 1987.<br />

8<br />

Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />

NBN E 52-018 Veiligheidsvoorschriften voor het <strong>ve</strong>rvaardigen en het aanbrengen<br />

<strong>van</strong> personen- en kleingoederenliften. Deel 2 : Hydraulische personenliften. Brussel,<br />

BIN, 1989.<br />

9<br />

Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />

NBN S 01-005 Akoest<strong>ie</strong>k - Meten in het laboratorium <strong>van</strong> de geluids<strong>ve</strong>rzwakkingindex<br />

voor luchtgeluid. Brussel, BIN, 2de uitga<strong>ve</strong>, 1975.<br />

10<br />

LITERATUURLIJST<br />

Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />

NBN S 01-006 Akoest<strong>ie</strong>k - Meten “in situ” <strong>van</strong> de akoestische iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong> voor<br />

luchtgeluid. Brussel, BIN, 2de uitga<strong>ve</strong>, 1975.<br />

97 TV <strong>192</strong> – juni 1994


11<br />

Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />

NBN S 01-007 Akoest<strong>ie</strong>k - Meten in het laboratorium <strong>van</strong> de geluidstransmiss<strong>ie</strong><br />

<strong>van</strong> contactgeluid. Brussel, BIN, 2de uitga<strong>ve</strong>, 1975.<br />

12<br />

Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />

NBN S 01-008 Akoest<strong>ie</strong>k - Meten “in situ” <strong>van</strong> de geluidstransmiss<strong>ie</strong> <strong>van</strong><br />

contactgeluid. Brussel, BIN, 2de uitga<strong>ve</strong>, 1975.<br />

13<br />

14<br />

Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />

NBN S 01-400 Kriteria <strong>van</strong> de akoestische iso<strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Brussel, BIN, 2 de uitg., 1977.<br />

Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />

NBN S 01-401 Grenswaarden voor de geluidsni<strong>ve</strong>aus om het gebrek aan komfort<br />

in gebouwen te <strong>ve</strong>rmijden. Brussel, BIN, 2de uitga<strong>ve</strong>, no<strong>ve</strong>mber 1987.<br />

15<br />

Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />

NBN S 21-203 Brandbe<strong>ve</strong>iliging in de gebouwen. Reakt<strong>ie</strong> bij brand <strong>van</strong> de<br />

materialen. Hoge en middelhoge gebouwen. Brussel, BIN, 2de uitga<strong>ve</strong>, 1980.<br />

16<br />

Belgisch Instituut voor Normalisat<strong>ie</strong><br />

NBN S 21-207 Brandbe<strong>ve</strong>iliging in de gebouwen. Hoge gebouwen. Termische<br />

en aëraulische uitrustingen. Brussel, BIN, 1ste uitga<strong>ve</strong>, 1987.<br />

17<br />

European Committee for Standardization<br />

First Evolving Report on Symbols, Units and Terminology. Londen, CEN/TC<br />

156/WG1, oktober 1993.<br />

18<br />

Fanger P.O.<br />

Thermal Comfort Requirements. International Congress on Building Energy<br />

Management, IOWA, 1983.<br />

19<br />

Fanger P.O., Lauridsen J., Bluyssen P. en Clausen G.<br />

Air Pollution Sources in Offices and Assembly Halls, Qua<strong>nti</strong>f<strong>ie</strong>d by the olf<br />

Unit. Energy and Buildings, nr. 12, 1988.<br />

20<br />

Feustel H.E. en Raynor-Hoosen A.<br />

Technical Note AIVC 29. Fundamentals of the Multizone Air Flow Model -<br />

COMIS. Co<strong>ve</strong>ntry, Air Infiltration and Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ion Centre - Internationaal Energ<strong>ie</strong>-Agentschap,<br />

mei 1990.<br />

21<br />

Geerinckx B., Vandaele L. en Wouters P.<br />

Luchtstroming in gebouwen. Basisbegrippen voor het begrijpen <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>fenomenen<br />

in gebouwen. Intern dokument <strong>van</strong> het Wetenschappelijk en Technisch Centrum<br />

voor het Bouwbedrijf. Brussel, WTCB, maart 1993.<br />

22<br />

Internationaal Energ<strong>ie</strong>-Agentschap<br />

Volume 1 Sourcebook. Co<strong>ve</strong>ntry, IEA, Annex 14, Condensation and Energy,<br />

maart 1991.<br />

98 TV <strong>192</strong> – juni 1994


23<br />

Internationaal Energ<strong>ie</strong>-Agentschap<br />

Volume 2 Guidelines and Practice. Co<strong>ve</strong>ntry, IEA, Annex 14, Condensation<br />

and Energy, augustus 1990.<br />

24<br />

Internationaal Energ<strong>ie</strong>-Agentschap<br />

Volume 3 Catalogue of Material Propert<strong>ie</strong>s. Co<strong>ve</strong>ntry, IEA, Annex 14, Condensation<br />

and Energy, maart 1991.<br />

25<br />

Internationaal Energ<strong>ie</strong>-Agentschap<br />

Volume 4 Case Stud<strong>ie</strong>s. Co<strong>ve</strong>ntry, IEA, Annex 14, Condensation and Energy,<br />

maart 1991.<br />

26<br />

International Organization for Standardization<br />

DIS 9972 Thermal insu<strong>lat</strong>ion. Determination of Building Air Tightness from<br />

Pressurization Method. Genè<strong>ve</strong>, ISO, 1991.<br />

27<br />

International Organization for Standardization<br />

ISO 717 Acoustics. Rating of Sound Insu<strong>lat</strong>ion in Buildings and of Building<br />

Elements. Genè<strong>ve</strong>, ISO, 1982.<br />

28<br />

Liddament M.W.<br />

Air Infiltration Calcu<strong>lat</strong>ion Techniques. An Applications Guide. Bracknell,<br />

Internationaal Energ<strong>ie</strong>-Agentschap - Air Infiltration and Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ion Centre, juni 1986.<br />

29<br />

Mansson L.-G.<br />

Demand Controlled Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ing Systems. Case Stud<strong>ie</strong>s. Co<strong>ve</strong>ntry, Internationaal<br />

Energ<strong>ie</strong>-Agentschap, Annex 18, 1992.<br />

30<br />

Mansson L.-G.<br />

Demand Controlled Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ing Systems. Source Book. Co<strong>ve</strong>ntry, Internationaal<br />

Energ<strong>ie</strong>-Agentschap, Annex 18, 1992.<br />

31<br />

Minister<strong>ie</strong> <strong>van</strong> Verkeer en Infrastruktuur<br />

Normalisat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> luchtkanalen. Deel 2 Berekening <strong>van</strong> de netten. Hoofdstuk A -<br />

Dimensionering. Brussel, MVI, 1978.<br />

32<br />

Minister<strong>ie</strong> <strong>van</strong> Verkeer en Infrastruktuur<br />

STS 52 Buitenschrijnwerk. Brussel, Eengemaakte Technische Specifikat<strong>ie</strong>s,<br />

MVI, Direkt<strong>ie</strong> Goedkeuring en Voorschriften, 1985.<br />

33<br />

Minister<strong>ie</strong> <strong>van</strong> Sociale Zaken<br />

Minister<strong>ie</strong>el Besluit <strong>van</strong> 9 januari 1991 tot vaststelling <strong>van</strong> de voorwaarden<br />

waaraan gesloten plaatsen moeten voldoen, waar voedingsmiddelen en/of dranken ter<br />

consumpt<strong>ie</strong> worden aangeboden en waar mag gerookt worden. Brussel, Minister<strong>ie</strong> <strong>van</strong><br />

Sociale Zaken, Belgisch Staatsblad <strong>van</strong> 22.01.1991.<br />

34<br />

Raatschen W.<br />

Demand Controlled Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ing Systems. Sensor Market Sur<strong>ve</strong>y. Co<strong>ve</strong>ntry,<br />

Internationaal Energ<strong>ie</strong>-Agentschap, Annex 18, 1991.<br />

99 TV <strong>192</strong> – juni 1994


35<br />

Roulet Cl.-A. en Vandaele L.<br />

Technical Note AIVC 34 : Air Flow Patterns within Buildings. Measurement<br />

Techniques. Co<strong>ve</strong>ntry, Air Infiltration and Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong>ion Centre - Internationaal Energ<strong>ie</strong>-<br />

Agentschap, 1991.<br />

36<br />

Uyttenbroeck J. en Wouters P.<br />

Uitleg o<strong>ve</strong>r de norm NBN D 50-001. Brussel, WTCB-Tijdschrift, Van normen<br />

& reglementen, zomer 1992.<br />

37<br />

Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf<br />

Dampkappen en keuken<strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Brussel, WTCB, Technische Voorlichting,<br />

nr. 187, maart 1993.<br />

38<br />

Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf<br />

Gekontroleerde mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Leidraad voor de goede uitvoering.<br />

Deel 1 Luchtafzuiging in kollekt<strong>ie</strong><strong>ve</strong> woongebouwen. Brussel, WTCB, Technische Voorlichting,<br />

nr. 106, maart 1975.<br />

39<br />

Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf<br />

Gekontroleerde mechanische <strong>ve</strong><strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong>. Leidraad voor de goede uitvoering.<br />

Deel 2 Luchtafzuiging en -inblazing in kollekt<strong>ie</strong><strong>ve</strong> en individuele woongebouwen. Brussel,<br />

WTCB, Technische Voorlichting, nr. 119, juni 1978.<br />

40<br />

41<br />

Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf<br />

Ve<strong>nti</strong><strong>lat</strong><strong>ie</strong> in de Horecasektor. Horeca-Nota. Brussel, WTCB, 1992.<br />

Wouters P.<br />

De mogelijkheden en beperkingen <strong>van</strong> <strong>ve</strong><strong>nti</strong>leren met betrekking tot gezond<br />

wonen. Brussel, Tijdschrift der openbare werken <strong>van</strong> België, nr. 6, 1990.<br />

42<br />

Wouters R., L’Heureux P. en Voordecker P.<br />

Stud<strong>ie</strong> <strong>van</strong> het patrimonium <strong>van</strong> de Nationale Maatschappij voor de Huis<strong>ve</strong>sting.<br />

Brussel, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf, D<strong>ie</strong>nsten<br />

voor de programmat<strong>ie</strong> <strong>van</strong> het wetenschapsbeleid, Nationale Maatschappij voor de Huis<strong>ve</strong>sting,<br />

<strong>deel</strong>rapporten 1 tot 7, no<strong>ve</strong>mber 1987.<br />

100 TV <strong>192</strong> – juni 1994


B R U S S E L<br />

Maatschappelijke zetel<br />

Violetstraat 21 - 23<br />

B-1000 Brussel<br />

<strong>algemene</strong> direkt<strong>ie</strong><br />

☎<br />

02/502 66 90<br />

02/502 81 80<br />

publikat<strong>ie</strong>s<br />

☎ 02/511 33 14<br />

02/511 09 00<br />

Z A V E N T E M<br />

Kantoren<br />

Lozenberg I, 7<br />

B-1932 Sint-Ste<strong>ve</strong>ns-Woluwe<br />

(Za<strong>ve</strong>ntem)<br />

☎ 02/716 42 11<br />

02/725 32 12<br />

technisch adv<strong>ie</strong>s<br />

ontwikkeling & innovat<strong>ie</strong><br />

organisat<strong>ie</strong>techn<strong>ie</strong>ken<br />

gege<strong>ve</strong>nsbanken<br />

L I M E L E T T E<br />

Proefstation<br />

A<strong>ve</strong>nue P<strong>ie</strong>rre Holoffe 21<br />

B-1342 Limelette<br />

☎ 02/653 88 01<br />

02/653 07 29<br />

onderzoek<br />

laboratoria<br />

vorming<br />

dokumentat<strong>ie</strong><br />

biblioteek

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!