Aantekeningen van Arnoldus Buchelius over zijn ... - gahetNA
Aantekeningen van Arnoldus Buchelius over zijn ... - gahetNA Aantekeningen van Arnoldus Buchelius over zijn ... - gahetNA
stond. Niet anders dan ofte hij de conqueste hadde gedaen, die hij nochtans voor sooveel hem aenginck, hadde tegengeweest, soo in absentie van de admirael, alle sijn volck gemutineert was, ende hij anders geen uuytcompste wiste te geven, dan dat men het volck in Hollant weder soude brengen, ende het casteel laten springen. Waerentegens Van der Hagen met groote moyten het volck heeft geappaiseert, de verjaechde inlanders weder in haere plaetsen gebracht, ende die met haere partie gereconsilieert heeft. Voor alle welcken dienst denselven Verhagen niet alleen gheene recompense, anders als sijne gewoonlicke dachgelden en heeft becomen, maer oeck in’tgeene hem competeerde, is vercort geworden, gelijck de stucken daervan sijnde in’t breet verhalen. Waerentegens de Compaignie den voornoemden Houtman als conservateur van deselve landen grootelicx onthaelt en beschoncken was, oock met een groote vergulde cop, daer het eylant Amboyne op gedreven stond, vereert, ende op sijne anderde reys de maentgelden tot 400 gld. hem toegeleyt waren. Waerop hij antwoorden, dat Verhagen de conqueste wel hadde gedaen, maer sonder eenige moyten, ende dat hij de papen ende paepsgesinde Portugesen daer hadde laten blijven, tot ondienst van ons lant. Dat oock eenen brief bij den vice-admirael Sebastiaensz was becomen in Ternati van de Portugesen, in Amboyna gebleven, ende aen haere lantsluden gesonden, inhoudende de clachte van dat sij haer hadden moeten overgeven, doch dat se geluckich waren in handen gevallen te wesen van soo een goedertieren oversten, die haere religie toegedaen was. Hinc omnis in illum odii et aversionis causa. Ego ante 8 annos apologiam ipsi ea de re feci, quam videre qui vult poterit. Est nempe pluries descripta. Jan Peter Coenen, generael, gescreven van sijn wedercomp.t. Doch verhopen de meeste van de Compaignie, dat hij hem sal laten geseggen, ende aldaer in Indiën continueren voor enen tijt sijnen dienst. Niettegenstaende sommige, als den admirael Verhagen etc., meenen d’selve ondienstich te wesen, overmits hij is in den haet, soo van de Engelsche als Javanen, mette welcke onder sijn governement weynich vrientschappe stont te verwachten. [12-4-1621] Den twaelfden, tegens den avont, is het schip buyten de paelen geraect. Het scrijvens van den generael voorgaende gedaen, was inhoudende dat het niet ongeraden en soude wesen, eenen bewynthebber, met authoriteyt ende van alles geïnstrueert, derwarts over te senden. Door het scrijven van denselven worden mette jegenwoirdige schepen meerder sommen van realen van achten, ende oock meerder coopmanschappen naer Indiën gesonden, alse 12 kisten matten ende 30.000 gld. aen coopmanschappen. Men verhoopt meede soo de retouren die men dese somer verwacht, door G.G. behouden overcomen, tegens het toecomende jaer deylinge te doen. Het voorseyde schip sal gemant worden met 175 menschen, alse 150 bootsgesellen, behalve commisen, assistenten ende jongers. Soo ick verstae, en heeft B. van Oosterzee, successeur van Vrieslant, van During, noyt tsedert sijn eerste comparitie van weynige dagen, weder in de vergaderinge verschenen. [15-4-1621] Den 15. Hebbe ick ten deele hooren lesen eenen brieff, uuyt Indiën gesonden, waerop men discoureerden, ofte de speceriën souden per Mare Arabicum sive Rubrum connen gebracht werden tot Mocha ende Suets, omme die alhier te houden in beetere reputatie. Daerover geseyt werden, dat den Turck niet en wilden toelaten imant die zee te bevaren, dan met expres consent. Brouwer seyde, dat se deselve zee voor heylich hielden, ende het voor profanatie rekenden, soo de heydenen die soude frequenteren. Dat het den onsen voor eene groote gratie 88
gehouden wert, de toelatinge op Mocha te handelen. Ende alhoewel, voordat de Portugesen de vaert op Indiën gevonden hadden, alle de speceriën door de Middelantsche Zee op Venetiën gebracht werden, soo was’t nochtans, dat d’selve tot veel hoger prijs doen mosten gevent worden, doordien men die een groot stuck weechs te lande op cameelen voerden. Ende dat daerom niet te vermoeden en stont, dat men nu die wegen soude gebruycken, daer men alhier de peper op drie ende vierendertich grooten coopt, die weleer 60 ofte 70 groten te gelden plach. Den lootsman, hebbende een schipken van Hoorn uuyt Tessel in Zeelant gebracht, ende daer opgehouden was tot 60 dagen, - herwarts te brengen, eyschten een halven reael van achten des daechs boven de cost. Men wilden hem drie schellingen daechs geven, ende presenteerden noch 60 gld. Doch bleef daerbij, seggende dat men gewoonlick was, de lootsluden sooveel te geven. Waerop de onse allegeerden, dat sulcx waer was, wanneer men die affhuerden, maer dat hij daer bijgeval dit schip - gevonden hadde, ende hem de custen van Zeelant onbekent waren, daer hij geen dienst en hadde connen doen, ende maer sooveel hem des daechs toequam, terwijlen men sijnen dienst van het lootsmansschap hadde gebruyct, ende niet van de dagen die hij ledich sonder dienst geweest hadde, daer men hem noch in de redelickheyt voor toeleyde. Doch hij bleef bij sijn voornemen, seggende dat hij ten tijde van sijn stillegen andere hadde connen dienen. D’onse claechden daer over de barbarische manieren van dat zeevolck, dat men haer nimmeer conde voldoen. Dat se die haer van doene hadden, transoneerden 86 na haer eygen wille, sonder op redenen ofte billickheyt te passen. Verstont van onsen confrater Van Ness, hoedat hij d’eerste was die het voorgegeven hadde, dat de provinciën eenen soude committeren in’t collegie van de Oost-Indische Compaignie. Dat hij oock met During ende Sipestein hadde voorgenomen te solliciteren aen de hoogmogende heeren Staten, om eenige meerdere gagie, alsoo de ordinaris bewinthebberen weynich minder als 3.000 gld. des jaers profyteerden, alse 1 van de hondert, soo uuytgaende als incomende, ende 2 van de prijsen (het leste buiten het octroy sijnde). Waervan sij de twee naeste jaeren 2.700 ende 3.200 gld. genoten hadden, behalven de profijten die sij in de coopmanschappen genoten. Een, uuyt Vranckrijck gevaren sijnde, buyten ofte tegens het placaet van de heeren Staten, voor timmerman op een Frans schip tot 48 gld. ter maent, ende daeraff gelicht was bij de oversten in Indiën, toegeleyt 32 gld. Dese niettegenstaende sijne faulten versocht noch vermeerderinge. Dan, hem worden voor antwoort gegeven, dat hij hem geluckich mochte achten, soo goede gagie te vercrijgen, die volgens het placaet lijff ende leven verbuert hadde. Ende dat hem daeromme beter geraden wert, te swijgen ende hem tevreden te houden, dan in handen van den officier te vallen. De wedue van Ranst, die noch over de 50.000 gld. schuldich, ende …, oock een merckelicke somme schuldich wesende, gemaent van Veld, dienaer, over de specerie opsicht hebbende, hebben eenige frivole excusen ende beloften sonder effect gegeven. Waromme men als drong totte voorgenomen ende hier geannoteerde resolutie. Hadden expresselicken interesse belooft. Meenden de onse dat sij daer oeck toe souden gehouden wesen, naer coopmans wijse, insonder d’wijle sij rebat genoten hadden. 86 Lees: rantsoneerden. 89
- Page 37 and 38: Op de verclaringe bij joffrou Anna
- Page 39 and 40: Werden goetgevonden, dat men het 47
- Page 41 and 42: Waertoe gebracht sijnde, is het see
- Page 43 and 44: Men soude oock connen versoecken, o
- Page 45 and 46: Toegeleyt voor de groote schepen, d
- Page 47 and 48: [juni 1620] In junio, den … is de
- Page 49 and 50: hondert dusent guldenstotte aequipa
- Page 51 and 52: ende - - verovert onder Sunda de
- Page 53 and 54: Hiervoor hebbe ic de situatie van h
- Page 55 and 56: ebus collocandis idoneum, vendidiss
- Page 57 and 58: goet gevonden werden. Dat het een l
- Page 59 and 60: goetgevonden, hiervan een poinct va
- Page 61 and 62: Voort voor sijnen getrouwen dienst,
- Page 63 and 64: Dat men diegeene die het fort Polew
- Page 65 and 66: was Jan Wedden, nam uuyt Hollandia
- Page 67 and 68: handelinge, die mogelick waer te be
- Page 69 and 70: November [2-11-1620] 2. Is het volc
- Page 71 and 72: Catoenen lijwaet, meest gebleyckt,
- Page 73 and 74: opdat die op eene egale voet mochte
- Page 75 and 76: Compaignie grootelicx soude scaden,
- Page 77 and 78: oeder oock publycquelicken was gesc
- Page 79 and 80: hetselve schip in octobri daerna 16
- Page 81 and 82: hadden geleth, bevonden souden hebb
- Page 83 and 84: Den 8. Comende aen het Oost-Indisch
- Page 85 and 86: Wijders, als men haer hadde toegela
- Page 87: waren, de Fransche vercorten ende b
- Page 91 and 92: veranderen, dat die in de plaetse v
- Page 93 and 94: D’Engelse drijven seer aen, dat s
- Page 95 and 96: den soldaten als bootsgesellen toec
- Page 97 and 98: 1618 van ’tselve schip gegaen in
- Page 99 and 100: ordre soude geven, bij represaliën
- Page 101 and 102: schip was weleer door een paepsche
- Page 103 and 104: - Item hoe men sal handelen mette F
- Page 105 and 106: [12-8-1621] Den 12. augusti tot Ams
- Page 107 and 108: sulcx onbillick te wesen. D’wijle
- Page 109 and 110: Den commys Gisels proponeerden twee
- Page 111 and 112: Peter van de Werve, een soon van de
- Page 113 and 114: Ende hebbe alsoo successorem gecreg
- Page 115 and 116: Den admirael Verhagen leyde het ver
- Page 117 and 118: opgerechte ooren te rijsen om te ve
- Page 119 and 120: 5. Presenteren hiervan naerder bewi
- Page 121 and 122: In fine octobris 1622 fui Amsteroda
- Page 123 and 124: libellum, postquam frustra iustitia
- Page 125 and 126: 11. Een bewinthebber die, in’t ov
- Page 127 and 128: 3 lb. bezar steenen, alias 3 stucks
- Page 129 and 130: Anno Christiano MDC XXI [00-00-1621
- Page 131 and 132: Ende alhoewel de hooch mog. heeren
- Page 133 and 134: nedersetten. ’t Welck niet met mi
- Page 135 and 136: Alsofte men de quaetdoenders niet e
- Page 137 and 138: De wint is tot noch contrarie, sulc
gehouden wert, de toelatinge op Mocha te handelen. Ende alhoewel, voordat de Portugesen de<br />
vaert op Indiën gevonden hadden, alle de speceriën door de Middelantsche Zee op Venetiën<br />
gebracht werden, soo was’t nochtans, dat d’selve tot veel hoger prijs doen mosten gevent<br />
worden, doordien men die een groot stuck weechs te lande op cameelen voerden. Ende dat<br />
daerom niet te vermoeden en stont, dat men nu die wegen soude gebruycken, daer men alhier<br />
de peper op drie ende vierendertich grooten coopt, die weleer 60 ofte 70 groten te gelden<br />
plach.<br />
Den lootsman, hebbende een schipken <strong>van</strong> Hoorn uuyt Tessel in Zeelant gebracht, ende daer<br />
opgehouden was tot 60 dagen, - herwarts te brengen, eyschten een<br />
<br />
halven reael <strong>van</strong> achten des daechs boven de cost. Men wilden hem drie schellingen daechs<br />
geven, ende presenteerden noch 60 gld. Doch bleef daerbij, seggende dat men gewoonlick<br />
was, de lootsluden sooveel te geven. Waerop de onse allegeerden, dat sulcx waer was,<br />
wanneer men die affhuerden, maer dat hij daer bijgeval dit schip - gevonden hadde,<br />
ende hem de custen <strong>van</strong> Zeelant onbekent waren, daer hij geen dienst en hadde connen doen,<br />
ende maer sooveel hem des daechs toequam, terwijlen men sijnen dienst <strong>van</strong> het<br />
lootsmansschap hadde gebruyct, ende niet <strong>van</strong> de dagen die hij ledich sonder dienst geweest<br />
hadde, daer men hem noch in de redelickheyt voor toeleyde.<br />
Doch hij bleef bij sijn voornemen, seggende dat hij ten tijde <strong>van</strong> sijn stillegen andere hadde<br />
connen dienen. D’onse claechden daer <strong>over</strong> de barbarische manieren <strong>van</strong> dat zeevolck, dat<br />
men haer nimmeer conde voldoen. Dat se die haer <strong>van</strong> doene hadden, transoneerden 86 na haer<br />
eygen wille, sonder op redenen ofte billickheyt te passen.<br />
Verstont <strong>van</strong> onsen confrater Van Ness, hoedat hij d’eerste was die het voorgegeven hadde,<br />
dat de provinciën eenen soude committeren in’t collegie <strong>van</strong> de Oost-Indische Compaignie.<br />
Dat hij oock met During ende Sipestein hadde voorgenomen te solliciteren aen de<br />
hoogmogende heeren Staten, om eenige meerdere gagie, alsoo de ordinaris bewinthebberen<br />
weynich minder als 3.000 gld. des jaers profyteerden, alse 1 <strong>van</strong> de hondert, soo uuytgaende<br />
als incomende, ende 2 <strong>van</strong> de prijsen (het leste buiten het octroy sijnde). Waer<strong>van</strong> sij de twee<br />
naeste jaeren 2.700 ende 3.200 gld. genoten hadden, behalven de profijten die sij in de<br />
coopmanschappen genoten.<br />
Een, uuyt Vranckrijck gevaren sijnde, buyten ofte tegens het placaet <strong>van</strong> de heeren Staten,<br />
voor timmerman op een Frans schip tot 48 gld. ter maent, ende daeraff gelicht was bij de<br />
<strong>over</strong>sten in Indiën, toegeleyt 32 gld. Dese niettegenstaende sijne faulten versocht noch<br />
vermeerderinge. Dan, hem worden voor antwoort gegeven, dat hij hem geluckich mochte<br />
achten, soo goede gagie te vercrijgen, die volgens het placaet lijff ende leven verbuert hadde.<br />
Ende dat hem daeromme beter geraden wert, te swijgen ende hem tevreden te houden, dan in<br />
handen <strong>van</strong> den officier te vallen.<br />
<br />
De wedue <strong>van</strong> Ranst, die noch <strong>over</strong> de 50.000 gld. schuldich, ende …, oock een merckelicke<br />
somme schuldich wesende, gemaent <strong>van</strong> Veld, dienaer, <strong>over</strong> de specerie opsicht hebbende,<br />
hebben eenige frivole excusen ende beloften sonder effect gegeven. Waromme men als drong<br />
totte voorgenomen ende hier geannoteerde resolutie. Hadden expresselicken interesse belooft.<br />
Meenden de onse dat sij daer oeck toe souden gehouden wesen, naer coopmans wijse,<br />
insonder d’wijle sij rebat genoten hadden.<br />
86 Lees: rantsoneerden.<br />
89