Aantekeningen van Arnoldus Buchelius over zijn ... - gahetNA
Aantekeningen van Arnoldus Buchelius over zijn ... - gahetNA Aantekeningen van Arnoldus Buchelius over zijn ... - gahetNA
Worden doen meede geresolveert, dat men ernstelicken alsnoch soude aenmaninge doen aen verscheyde debiteuren, die aen de Compaignie merckelicke penningen schuldich waren, om binnen acht dagen te betalen. Ofte dat men bij faute tegens haerluden soude procederen met rechte, soo men anders de penningen met scade van de Compaignie moste opnemen. Ende werden voor andere genomineert de wedue van Ranst ende C. Sprangers. Den borgemeester Bas soude tsanderen daechs gaen door commissie in Den Haghe. Een vrouwe presenteerden haere 2 dochteren, ontrent 16 ofte 17 jaeren out, die goet handtwerc van speldewercken ende nayen conden, met recommandatie, omme die met andere daertoe te destineren, naer Indiën te senden. [9-3-1621] 9. Also eenige polveren van specerijen vercocht waren bij de vercopers, worden voor den dach gebracht een gedruct placaet van de Staten-Generael, inhoudende dat sulcke pulveren niet en soude mogen in dese landen gevent, nemaer overboort geworpen mosten werden, op peyne van 100 goutguldens. Ditselve was anno 1617 ten versoecke van de Compaignie geïmpetreert, opdat die speceriën in beeter reputatie ende weerde souden werden gehouden. Daromme sij niet goet en vonden de leveringe te doen, maer sich naer ’tselve placaet te reguleren. De burgemeesteren deden weeten aen de presenten op den huyse, dat men voor dien dach de poorte soude toehouden, teneynde geen insolentie meer en geschiede, ende het volck vertrock, dat met forse wilde sustineren, dat men vrouwen ende meechden aennam om in Indiën te senden. In seeckeren brieff uuyt Jacatra met het schip - gesonden ende bij Carpentier gescreven, werden verhaelt de blijschap die de Engelsche metten eersten, als sij verstonden den pais, tusschen haer ende ons in Indiën gemaect. Toonden niettemin hoe insolentelicken si terstont haer in onse plaetse begonden te dragen, willende de helfte van de jurisdictie occuperen, onse inwoonderen, Chinesen ende andere verscheydentlicken injuriërende. Sulcx dat de onse de souverainiteit alleenlicken willende behouden voor de heeren Staten, daerinne gedrongen werden te versien sommige van die, die haer moetwillichlicken vergrepen, straffende. Waervan hij een exempel stelt van een Engelschen bottelier, die arrack van enen Chynees in Jacatra hadde gecocht, die hij seyde vervalscht ende niet oprecht te sijn. Denwelcken hij daerover seer qualicken met geeselen ende anders tracteerde, seggende daerbij ‘Gaet nu henen ende claecht over mij aen de Hollantschen magistraet.’ Die sulcx datelicken dede. Waerover den bottelgier ontboden werden, ende gevraecht, wat oorsaecke hij gehadt hadde, den Chynees alsoo te mishandelen, in een plaets daer justitie was. Seyde, dat hij van den Chynees bedrogen was, ende tot Bantam wel gewoon was, die alsoo ende arger te tracteren. Oock dat hij geen overicheit en kenden als sijne maiors. Waerover om te mainteneren de onse, nae verscheyde deliberatiën, geordonneert hebben ende gesententieert, dat den voorseyden Engelschen bottelier, tot exempel van anderen, soude in’t publyck aen een pael gebonden ende met … op sijn blooten rugge gestraft werden. Hetwelck gedaen sijnde, een vrese onder sijne natie gemaect heeft, soodat die nu haer modester waren dragende. Men hadde haer verscheyde plaetsen aengewesen, om haere woninge te stellen. Maer wisten altijt daerop te cavilleren, ende wilden alleen de plaetse hebben, daer sij tevoren bij des conincs tijt gehadt hadden, ende die nu anders gelegen was. 84
Wijders, als men haer hadde toegelaten voor haer defense, opdat se bij ontijden niet en souden overvallen worden, haer te versien, wilden een formeel fort daer bouwen, dat onse overicheyden niet en conden toelaten. Het fort ende nieuwe stadt Jacatra werden seer gevordert, ende om bequamelicker hetselve te mogen regieren, is daer een magistraet gestelt van bailliu ende vijff schepenen, twee uuyt het fort ende drie uuyt de stadt. Die alle voorvallende saecken ende geschillen onder de inwoonderen souden decideren, ende den generalen raet daervan ontledigen. Daer woonden alsnu over de 1000 Chinesen behalve Javanen ende vrijborgers. Bantam bleef noch beseth met ons volck, met eenige jachten ende cleyne scheepkens, die somtijts scade leden door haer eygen onachtsaemheit. Tien schepen van defence volgens ordre, te weeten vijff Engelsche, alse .- . , … ende vijf Hollantse, te weeten … - , waren na de custe van Japan. D’andere en conden niet geëxpedieert werden door faulte van de Engelsche, die de haere niet en conden affvaerdigen. Screef noch om over te senden volck ende capitalen totte negotiën, jonge meisken, notarisen, timmerluyden, metsers, ende materialen tot goede husen te bauwen, alle instrumenten daertoe dienende. Wijders cleermaeckers, schoenmakers, lonten, ABC-boecxkens, pennen. Wort in deselve brieven van Carpentier mentie gemaeckt van de grousame daet eenes commys, waeruuyt te verwondere staet, dat onse natie gecomen is tot het hoochste van alle schandelicke ende eertijts bij ons onbekende sonden ende grouwelen, die van d’een faulte in d’ander verdwalende, eerst ontrouwelicken handelende met der Compaignies penningen, vorder tot hoererie, ende daeruuyt tot de vervloecte sodomitische rasernie, sijn eygen jongen tot dese vuylicheyt misbruyckende, gecomen is. Denselven noch, opdat sulcx niet uuytcomen soude, ad cumulum iniquitatis vermoordende. Waerover hij gesuspecteert ende uuyt eenige vehemente inditiën geaccuseert ende tot bekentenisse gecomen is. Professus nempe omne masculae turpitudinis mysterium, iudices aliquandiu suspensos de rei exitu tenuit, ut eius nos certiores reddere nequirent. Haec eadem affirmat fisci advocatus Sonck in suis litteris, qui gratulatur adventum collegae (quem puto de Edel) cum fortuna male fortunata nave, in qua plures centum homines in itinere perierant, sibi misso, unde molestiarum aliquod levamen speraret. Nomen infelicis et miseri suprascripti rei est Martinus van Strenge. Plures quotidie deprehendantur adulterii immaturae Veneris, aliorumque non minorum scelerum, damnandi cum dolore rectorum, quod multis impensis eo deducti in spem sui et dominorum commodi, nil praeter paenitentiam, tot laborum sumptuum et itineris, reportent. In dit voorjaer en sullen niet meer als 4 schepen naer Indiën gesonden werden, te weeten , leggende in de Mase, -, ende - (met het jacht . ) 83 in Zeelant, mitsdaders , alhier binnen Amsterdam te equipperen. [11-3-1621] Den 11. Is in de vergaderinge gecomen Jan Simonsz, aengenomen voor bottelier ende in de leste vergaderinge sijnen dienst opgeseyt. Ende verthoonde bij attestatie van verscheyde geteyckent, hoe dat hij in sijne voorgaende reyse bij den schipper alleen, sonder eenige redenen ofte forme van sententie was gedeporteert, alleenlicken door wangunst ofte tegenherticheyt. Daer hij nochtans hem goede dienst gedaen hadde, als doen hij van de 83 In de marge. 85
- Page 33 and 34: Worden gecommitteert borgemeester W
- Page 35 and 36: Vlacq gecommitteert om met de instr
- Page 37 and 38: Op de verclaringe bij joffrou Anna
- Page 39 and 40: Werden goetgevonden, dat men het 47
- Page 41 and 42: Waertoe gebracht sijnde, is het see
- Page 43 and 44: Men soude oock connen versoecken, o
- Page 45 and 46: Toegeleyt voor de groote schepen, d
- Page 47 and 48: [juni 1620] In junio, den … is de
- Page 49 and 50: hondert dusent guldenstotte aequipa
- Page 51 and 52: ende - - verovert onder Sunda de
- Page 53 and 54: Hiervoor hebbe ic de situatie van h
- Page 55 and 56: ebus collocandis idoneum, vendidiss
- Page 57 and 58: goet gevonden werden. Dat het een l
- Page 59 and 60: goetgevonden, hiervan een poinct va
- Page 61 and 62: Voort voor sijnen getrouwen dienst,
- Page 63 and 64: Dat men diegeene die het fort Polew
- Page 65 and 66: was Jan Wedden, nam uuyt Hollandia
- Page 67 and 68: handelinge, die mogelick waer te be
- Page 69 and 70: November [2-11-1620] 2. Is het volc
- Page 71 and 72: Catoenen lijwaet, meest gebleyckt,
- Page 73 and 74: opdat die op eene egale voet mochte
- Page 75 and 76: Compaignie grootelicx soude scaden,
- Page 77 and 78: oeder oock publycquelicken was gesc
- Page 79 and 80: hetselve schip in octobri daerna 16
- Page 81 and 82: hadden geleth, bevonden souden hebb
- Page 83: Den 8. Comende aen het Oost-Indisch
- Page 87 and 88: waren, de Fransche vercorten ende b
- Page 89 and 90: gehouden wert, de toelatinge op Moc
- Page 91 and 92: veranderen, dat die in de plaetse v
- Page 93 and 94: D’Engelse drijven seer aen, dat s
- Page 95 and 96: den soldaten als bootsgesellen toec
- Page 97 and 98: 1618 van ’tselve schip gegaen in
- Page 99 and 100: ordre soude geven, bij represaliën
- Page 101 and 102: schip was weleer door een paepsche
- Page 103 and 104: - Item hoe men sal handelen mette F
- Page 105 and 106: [12-8-1621] Den 12. augusti tot Ams
- Page 107 and 108: sulcx onbillick te wesen. D’wijle
- Page 109 and 110: Den commys Gisels proponeerden twee
- Page 111 and 112: Peter van de Werve, een soon van de
- Page 113 and 114: Ende hebbe alsoo successorem gecreg
- Page 115 and 116: Den admirael Verhagen leyde het ver
- Page 117 and 118: opgerechte ooren te rijsen om te ve
- Page 119 and 120: 5. Presenteren hiervan naerder bewi
- Page 121 and 122: In fine octobris 1622 fui Amsteroda
- Page 123 and 124: libellum, postquam frustra iustitia
- Page 125 and 126: 11. Een bewinthebber die, in’t ov
- Page 127 and 128: 3 lb. bezar steenen, alias 3 stucks
- Page 129 and 130: Anno Christiano MDC XXI [00-00-1621
- Page 131 and 132: Ende alhoewel de hooch mog. heeren
- Page 133 and 134: nedersetten. ’t Welck niet met mi
Worden doen meede geresolveert, dat men ernstelicken alsnoch soude aenmaninge doen aen<br />
verscheyde debiteuren, die aen de Compaignie merckelicke penningen schuldich waren, om<br />
binnen acht dagen te betalen. Ofte dat men bij faute tegens haerluden soude procederen met<br />
rechte, soo men anders de penningen met scade <strong>van</strong> de Compaignie moste opnemen.<br />
Ende werden voor andere genomineert de wedue <strong>van</strong> Ranst ende C. Sprangers.<br />
Den borgemeester Bas soude tsanderen daechs gaen door commissie in Den Haghe.<br />
Een vrouwe presenteerden haere 2 dochteren, ontrent 16 ofte 17 jaeren out, die goet<br />
handtwerc <strong>van</strong> speldewercken ende nayen conden, met recommandatie, omme die met andere<br />
daertoe te destineren, naer Indiën te senden.<br />
<br />
[9-3-1621]<br />
9. Also eenige polveren <strong>van</strong> specerijen vercocht waren bij de vercopers, worden voor den<br />
dach gebracht een gedruct placaet <strong>van</strong> de Staten-Generael, inhoudende dat sulcke pulveren<br />
niet en soude mogen in dese landen gevent, nemaer <strong>over</strong>boort geworpen mosten werden, op<br />
peyne <strong>van</strong> 100 goutguldens. Ditselve was anno 1617 ten versoecke <strong>van</strong> de Compaignie<br />
geïmpetreert, opdat die speceriën in beeter reputatie ende weerde souden werden gehouden.<br />
Daromme sij niet goet en vonden de leveringe te doen, maer sich naer ’tselve placaet te<br />
reguleren.<br />
De burgemeesteren deden weeten aen de presenten op den huyse, dat men voor dien dach de<br />
poorte soude toehouden, teneynde geen insolentie meer en geschiede, ende het volck vertrock,<br />
dat met forse wilde sustineren, dat men vrouwen ende meechden aennam om in Indiën te<br />
senden.<br />
In seeckeren brieff uuyt Jacatra met het schip - gesonden ende bij Carpentier<br />
gescreven, werden verhaelt de blijschap die de Engelsche metten eersten, als sij verstonden<br />
den pais, tusschen haer ende ons in Indiën gemaect. Toonden niettemin hoe insolentelicken si<br />
terstont haer in onse plaetse begonden te dragen, willende de helfte <strong>van</strong> de jurisdictie<br />
occuperen, onse inwoonderen, Chinesen ende andere verscheydentlicken injuriërende. Sulcx<br />
dat de onse de souverainiteit alleenlicken willende behouden voor de heeren Staten, daerinne<br />
gedrongen werden te versien sommige <strong>van</strong> die, die haer moetwillichlicken vergrepen,<br />
straffende.<br />
Waer<strong>van</strong> hij een exempel stelt <strong>van</strong> een Engelschen bottelier, die arrack <strong>van</strong> enen Chynees in<br />
Jacatra hadde gecocht, die hij seyde vervalscht ende niet oprecht te sijn. Denwelcken hij<br />
daer<strong>over</strong> seer qualicken met geeselen ende anders tracteerde, seggende daerbij ‘Gaet nu henen<br />
ende claecht <strong>over</strong> mij aen de Hollantschen magistraet.’ Die sulcx datelicken dede. Waer<strong>over</strong><br />
den bottelgier ontboden werden, ende gevraecht, wat oorsaecke hij gehadt hadde, den<br />
Chynees alsoo te mishandelen, in een plaets daer justitie was. Seyde, dat hij <strong>van</strong> den Chynees<br />
bedrogen was, ende tot Bantam wel gewoon was, die alsoo ende arger te tracteren. Oock dat<br />
hij geen <strong>over</strong>icheit en kenden als sijne maiors. Waer<strong>over</strong> om te mainteneren<br />
<br />
de onse, nae verscheyde deliberatiën, geordonneert hebben ende gesententieert, dat den<br />
voorseyden Engelschen bottelier, tot exempel <strong>van</strong> anderen, soude in’t publyck aen een pael<br />
gebonden ende met … op sijn blooten rugge gestraft werden. Hetwelck gedaen sijnde, een<br />
vrese onder sijne natie gemaect heeft, soodat die nu haer modester waren dragende. Men<br />
hadde haer verscheyde plaetsen aengewesen, om haere woninge te stellen. Maer wisten altijt<br />
daerop te cavilleren, ende wilden alleen de plaetse hebben, daer sij tevoren bij des conincs tijt<br />
gehadt hadden, ende die nu anders gelegen was.<br />
84