Aantekeningen van Arnoldus Buchelius over zijn ... - gahetNA
Aantekeningen van Arnoldus Buchelius over zijn ... - gahetNA Aantekeningen van Arnoldus Buchelius over zijn ... - gahetNA
-, een jacht van Enchusen. Noch goet gevonden, ingevalle uuyt Indiën corts geen schepen over en comen, dat bij die van Amsterdam een nieu jacht van advys gebout sal werden. Scrijvens uuyt Engelant, alsdat het schip den Engelschen u w 63 was gearriveert in Pleymuyt, geladen met een goede quantité indigo, Persiaense sijde, doch weynich carpetten, catoen, wolle, garen, conserven, etc. Was wel onthaelt van onse 9 schepen, leggende aen de Capo, die het meende vianden te wesen, ende sijn uuyterste devoir dede om te ontvluchten. Maer met sloepen aen boort comende, ende vreede-vanen toonende, verstonden het accoort getroffen met groote blijschap, hun noch grotelicx bedanckende van het goet tractament. Hadden eenige brieven uuyt de Hollantsche schepen mede gebracht, doch en conden die doen niet oversenden. Dan souden deselve metten eersten volgen, waren in drie maenden van de Caep daer geseylt. Den brieff was van den 30. september, dat is van den 10. octobris niewen stijls. Worden versocht, soo van de coninck als cancelier van Denemercken, aen de Compaignie, eenige jonge eedeluyden uuyt hetselve rijck meede te nemen in Indiën. Maer werden affgeslagen, als wesende tegens de ordre van de Compaignie. [21-10-1620] Den 21. overgecomen eenige brieven, die aen de Capo den Engelschen waren in een houte doose meede gegeven, doch werden eenige gemist. Hielden in dat de 9 schepen in julio waren aen de Capo de Bonne Esperança geweest. Dat se daer tot ses Engelsche schepen hadden vernomen, sonder dewelcke, overmits sij gereet waren om te seylen, sij nae Bantham haren cours hadden gestelt. Ende tot eernstich versoeck het ander, dat naer Engelant ginck, met botter ende andere nootlickheyden hadden bijgestaen tot goede rekeninge. Daer waren oock bij advisen, hoe dienelicken het soude wesen, dat men op de eylanden van St. Antonio ende S. Vincent, gelegen bij Capo Verde conde verversingen becomen, gelijck alreede verscheyde van de onse daer wel waren onthaelt geweest, ende gereven met oraingen appelen, citroenen ende diergelijcke. Dat hetselve seer wel was te practiseren, alsoo de swarte heydenen, sijnde aldaer, noch meesters waren, ende de Portugesen haer sulcke handelingen metten onsen niet en conden verbieden ofte verhinderen, tenware sij deselve omcochten, ende tegens onse natie oprockenden. Daeromme met goede voorsichticheyt aldaer gehandelt moste werden. In de brieven worden oock verhaelt van de swackicheyt der touwen ende opstaende want, waerdoor het schip bijcans soude verongeluct hebben, oock de quade versieninge van vleesch, olye ende andere nootlickheden, dat de heeren daerdoor souden gewaerschout wesen, omme daer beeter op te letten, dat se van verscheyde leverers bedrogen worden. Worden meede gediscoureert, ofte niet en soude connen gewacht werden op eenige craecken die uuyt de Indiën naer Spaniën gaen, ende oft men niet een maent ofte 2 daerop soude mogen vertoeven, sonder groot verlet van de voorgenomen reyse. Ende meenden Brouwer, sulcx wel te connen geschieden, ende wel gewaecht behoorden te werden, aengesien het dubbelt proufijt ons daerover soude mogen comen, ende de groote scade, den erfviant daerdoor soude hebben te lijden. [22-10-1620] 22. De schepen aen de Capo, bij de onse 9, comende uuyt Engelant, , admirael, -, vice-admirael, ende -. gaende naer Engelant, wiens schipper 63 Hs.: good leuv. 64
was Jan Wedden, nam uuyt Hollandia over: 3 pipen malvesey, een ton botter van 300 lb., eenich stockvisch (ende eenige stucken canefas), 64 d’andere 2 Engelsche schepen die volchden, waren d’een van 900 ende d’ander van 400 vaten, latende noch 2 onderwegen. Alsoo de H.M. heeren Staten van meeninge waren, omme een treffelicke ambassade te senden in Vranckrijck, desgelijcs een andere in Groot-Brittanniën, screven deselve aen de Camere alhier, dat se eenige uuyt haer collegie souden committeren in Den Haghe, omme de gaende ambassadeuren te instrueren van haere saecken, soo in Vrancrijc als Engelant, tegens acht dagen. Daertoe genomineert werden, neffens den advocaet Boreels, den heer borgemeester Dirck Bas, ridder, ende Henrick Brouwer. Antonis Rijcxen werden oock secrete last gegeven om te vernemen aen Van Loon ofte andere, nae de participanten van de rheederen van St. Malo, die men meent, dat meest inwoonderen sijn van dese landen, doch haer niet en derven openbaren, oft men eenich accoort met deselve conde aengaen. Uuyt het schip - scrijft Marten Valck, commys, den 28. october 1619, hoe wel sij van een Portugees, Roderigues genaemt, neve van den governeur, waren onthaelt op’t eylant St. Antonio bij Capo Verde. Wesende versien met appelen van oraigniën, citroenen, limoenen, hoenderen, oeck eenige bocxkens, tegens eenige andere waren ende cleyne vereeringen. Dit eylant leyt in de caerte op 18 graden de linie, maer in de waerheyt moet gestelt werden op de 16 linie, 18 minuten. Willem Cornelisz Schouten op -.. Den commanduer scrijft meede van de ondercommysen, dat die waren murmurerende, waerom sij niet in den breeden raet werden vervordelt, dan werden licht gecontenteert. De admiralité van Rotterdam praetendeerden op de Compaignie 320.000 gld., waerentegens de Compaignie weder tot subsidie, haer belooft, inbrachten 599.000 gld. Doch door den urgenten noot versochten tenminsten bij leeninge 30.000 gld. ofte 40.000. Dat men soude besichtigen een bequaem schip om te gebruycken voor een jacht van advys, te voegen bij de 13, volgens de resolutie van de 17. Daerop sommige seyden, de saecke noch wel wat mochte uuytstaen, nadien men eenige schepen uuyt Indiën verwachten, daer nu ontrent de 70 in alles waren. Adviseerden op het versoeck van die van Middelborch, dat Ysaac Starck, die hem presenteerden voor commys, niet dienstich en soude wesen voor de Compagnie, ten aensien van verscheyde fouten bij hem gecommitteert, niettegenstaende hij anders cloeck genoch mochte sijn. Daeromme dat hij geculpeert worden: - van kennisse van quaede munte, - dat hij buyten het placaet van de heeren Staten boven de Capo gevaren was, - dat sijn broeder Abraham met een scheepgen gesonden om te negociëren, hetselve, met het gelt, hem meede gegeven, verteert hadde, ofte daermede door was gegaen, - ende dat den dienst die hij voorwenden, onse schepen aen de Capo gedaen te hebben, cleyn was, jae, dat hem veel grooter van deselve geschiet was, soo hij metten sijnen, sonder assistentie van proviande ende vivres uuyte schepen vercregen te hebben, soude hebben moeten vergaen. 64 In de marge. 65
- Page 13 and 14: subject maecken dienaengaende de ov
- Page 15 and 16: orgermeester, hadde ’tselve voorg
- Page 17 and 18: 6. Egbert Jansz During, wesende gec
- Page 19 and 20: verstaende, die bij corte wegen end
- Page 21 and 22: Sijn volck was ten deele seer moetw
- Page 23 and 24: Item, dat noch vijff schepen na de
- Page 25 and 26: achten, ende de andere op 10 gelijc
- Page 27 and 28: Een François presenteerden sijnen
- Page 29 and 30: De governeur Reael, sieck van het p
- Page 31 and 32: Ick vynde seecker accoord tusschen
- Page 33 and 34: Worden gecommitteert borgemeester W
- Page 35 and 36: Vlacq gecommitteert om met de instr
- Page 37 and 38: Op de verclaringe bij joffrou Anna
- Page 39 and 40: Werden goetgevonden, dat men het 47
- Page 41 and 42: Waertoe gebracht sijnde, is het see
- Page 43 and 44: Men soude oock connen versoecken, o
- Page 45 and 46: Toegeleyt voor de groote schepen, d
- Page 47 and 48: [juni 1620] In junio, den … is de
- Page 49 and 50: hondert dusent guldenstotte aequipa
- Page 51 and 52: ende - - verovert onder Sunda de
- Page 53 and 54: Hiervoor hebbe ic de situatie van h
- Page 55 and 56: ebus collocandis idoneum, vendidiss
- Page 57 and 58: goet gevonden werden. Dat het een l
- Page 59 and 60: goetgevonden, hiervan een poinct va
- Page 61 and 62: Voort voor sijnen getrouwen dienst,
- Page 63: Dat men diegeene die het fort Polew
- Page 67 and 68: handelinge, die mogelick waer te be
- Page 69 and 70: November [2-11-1620] 2. Is het volc
- Page 71 and 72: Catoenen lijwaet, meest gebleyckt,
- Page 73 and 74: opdat die op eene egale voet mochte
- Page 75 and 76: Compaignie grootelicx soude scaden,
- Page 77 and 78: oeder oock publycquelicken was gesc
- Page 79 and 80: hetselve schip in octobri daerna 16
- Page 81 and 82: hadden geleth, bevonden souden hebb
- Page 83 and 84: Den 8. Comende aen het Oost-Indisch
- Page 85 and 86: Wijders, als men haer hadde toegela
- Page 87 and 88: waren, de Fransche vercorten ende b
- Page 89 and 90: gehouden wert, de toelatinge op Moc
- Page 91 and 92: veranderen, dat die in de plaetse v
- Page 93 and 94: D’Engelse drijven seer aen, dat s
- Page 95 and 96: den soldaten als bootsgesellen toec
- Page 97 and 98: 1618 van ’tselve schip gegaen in
- Page 99 and 100: ordre soude geven, bij represaliën
- Page 101 and 102: schip was weleer door een paepsche
- Page 103 and 104: - Item hoe men sal handelen mette F
- Page 105 and 106: [12-8-1621] Den 12. augusti tot Ams
- Page 107 and 108: sulcx onbillick te wesen. D’wijle
- Page 109 and 110: Den commys Gisels proponeerden twee
- Page 111 and 112: Peter van de Werve, een soon van de
- Page 113 and 114: Ende hebbe alsoo successorem gecreg
-, een jacht <strong>van</strong> Enchusen.<br />
Noch goet gevonden, ingevalle uuyt Indiën corts geen schepen <strong>over</strong> en comen, dat bij die <strong>van</strong><br />
Amsterdam een nieu jacht <strong>van</strong> advys gebout sal werden.<br />
Scrijvens uuyt Engelant, alsdat het schip den Engelschen u w 63 was gearriveert in<br />
Pleymuyt, geladen met een goede quantité indigo, Persiaense sijde, doch weynich carpetten,<br />
catoen, wolle, garen, conserven, etc.<br />
Was wel onthaelt <strong>van</strong> onse 9 schepen, leggende aen de Capo, die het meende vianden te<br />
wesen, ende sijn uuyterste devoir dede om te ontvluchten. Maer met sloepen aen boort<br />
comende, ende vreede-<strong>van</strong>en toonende, verstonden het accoort getroffen met groote blijschap,<br />
hun noch grotelicx bedanckende <strong>van</strong> het goet tractament. Hadden eenige brieven uuyt de<br />
Hollantsche schepen mede gebracht, doch en conden die doen niet <strong>over</strong>senden. Dan souden<br />
deselve metten eersten volgen, waren in drie maenden <strong>van</strong> de Caep daer geseylt. Den brieff<br />
was <strong>van</strong> den 30. september, dat is <strong>van</strong> den 10. octobris niewen stijls.<br />
Worden versocht, soo <strong>van</strong> de coninck als cancelier <strong>van</strong> Denemercken, aen de Compaignie,<br />
eenige jonge eedeluyden uuyt hetselve rijck meede te nemen in Indiën. Maer werden<br />
affgeslagen, als wesende tegens de ordre <strong>van</strong> de Compaignie.<br />
[21-10-1620]<br />
Den 21. <strong>over</strong>gecomen eenige brieven, die aen de Capo den Engelschen waren in een<br />
houte doose meede gegeven, doch werden eenige gemist. Hielden in dat de 9 schepen in julio<br />
waren aen de Capo de Bonne Esperança geweest. Dat se daer tot ses Engelsche schepen<br />
hadden vernomen, sonder dewelcke, <strong>over</strong>mits sij gereet waren om te seylen, sij nae Bantham<br />
haren cours hadden gestelt. Ende tot eernstich versoeck het ander, dat naer Engelant ginck,<br />
met botter ende andere nootlickheyden hadden bijgestaen tot goede rekeninge.<br />
Daer waren oock bij advisen, hoe dienelicken het soude wesen, dat men op de eylanden <strong>van</strong><br />
St.<br />
<br />
Antonio ende S. Vincent, gelegen bij Capo Verde conde verversingen becomen, gelijck<br />
alreede verscheyde <strong>van</strong> de onse daer wel waren onthaelt geweest, ende gereven met oraingen<br />
appelen, citroenen ende diergelijcke. Dat hetselve seer wel was te practiseren, alsoo de swarte<br />
heydenen, sijnde aldaer, noch meesters waren, ende de Portugesen haer sulcke handelingen<br />
metten onsen niet en conden verbieden ofte verhinderen, tenware sij deselve omcochten, ende<br />
tegens onse natie oprockenden. Daeromme met goede voorsichticheyt aldaer gehandelt moste<br />
werden.<br />
In de brieven worden oock verhaelt <strong>van</strong> de swackicheyt der touwen ende opstaende want,<br />
waerdoor het schip bijcans soude verongeluct hebben, oock de quade versieninge <strong>van</strong><br />
vleesch, olye ende andere nootlickheden, dat de heeren daerdoor souden gewaerschout wesen,<br />
omme daer beeter op te letten, dat se <strong>van</strong> verscheyde leverers bedrogen worden.<br />
Worden meede gediscoureert, ofte niet en soude connen gewacht werden op eenige craecken<br />
die uuyt de Indiën naer Spaniën gaen, ende oft men niet een maent ofte 2 daerop soude mogen<br />
vertoeven, sonder groot verlet <strong>van</strong> de voorgenomen reyse. Ende meenden Brouwer, sulcx wel<br />
te connen geschieden, ende wel gewaecht behoorden te werden, aengesien het dubbelt proufijt<br />
ons daer<strong>over</strong> soude mogen comen, ende de groote scade, den erfviant daerdoor soude hebben<br />
te lijden.<br />
[22-10-1620]<br />
22. De schepen aen de Capo, bij de onse 9, comende uuyt Engelant, , admirael, <br />
-, vice-admirael, ende -. gaende naer Engelant, wiens schipper<br />
63 Hs.: good leuv.<br />
64