Aantekeningen van Arnoldus Buchelius over zijn ... - gahetNA
Aantekeningen van Arnoldus Buchelius over zijn ... - gahetNA Aantekeningen van Arnoldus Buchelius over zijn ... - gahetNA
t’onrecht met verraet beticht, daerover gevangen ende geëxecuteert sijn. Het is mede gebuert, dat daeromme eenige questie is gevallen, tusschen de Engelsche ende onse Compaignie, alsoo daerover de weduwen clachtich waren aen haren coninck. Ende is ten lesten belooft, contentement aen de voorseyde weduwen te sullen geschieden. Doch ’tselve met het overlijden van den ouden coninck achterwegen gebleven sijnde, is het onlancx gebuert, in’t leste van dese somer, dat drie schepen uuyt Oost-Indiën, in Engelant welgeladen gearriveert sijnde, daer gehouden werden, om de voorseyde querelen, tot groote scade van de gemeene participanten. Ende soo men seyt, is noch geen apparence van ontslaginge. Wert oeck gevreest voor de schepen die op wech sijn, dat d’selve mochten vervallen in de handen van de Duinkerckers, waerover wert versocht een goet convoy omme d’selve te geleyden. . .., een vilain libel bij de arminianen uuytgegeven, spreect overal seer lasterlick, soo van de Staten, den prince Mauritz, als de bewinthebberen van de Oost- Indische Compaignie. Onder andere woorden aldus: ‘De ongerechticheit, die wij in de Oost-Indiën getoont hebben, heeft den Heere vertoornt, als ons volck met schone woorden an alle kanten onder verscheyde coningen de Indianen bedrogen, ende hare goederen ontrooft hebben. Als de Chinesen, daer Frans Henrick Wittart, anno 1610, 100.000 patacons op handen hadde ontfangen, ende noch in assignatie op Banthem, ende daer meenden haer gelt t’ontfangen, met hen gespot hebben, oock hare scepen, in compaignie varende, berooft, gesoncken, ende overboort het volck geworpen. Van welcke roverie wij over de 100 milionen silvers genoten hebben, als’t claer blijcken can uuyt de boecken der majores van de Oost-Indische Compaignie, in dewelcke ghij vinden sult, dat in’t jaer 1617 ende 1618, als de majores gedwongen sijn, tot hare verseeckeringe veele forten op te richten ende die met garnisoenen te besetten, ende de speceriën in Indiën opgeslagen, ende hierdoor de menichte afgeslagen sijn, soodat de majores hare capiteyns in Indiën bevolen, alles te roven, dat sij vinden costen, soo van vrienden als vianden. Hetwelck nu tien jaeren geduert heeft. Ende sonder dese roverie, die Compaignie soude twintich mael hebben moeten failleren. Ende darom is’t oeck, dat sij geen rekeninghe en willen noch en connen doen. Ende desniettegenstaende so is het capitael verre versmolten, etc.’ Hier wert veel geseyt, maer als ick meene uuyt partischappe, die dat geselschap soo eygen is, dat se niet dan qualick spreecken ende calumniëren connen. Ende daer wat fauten sijn, die tienmael te vergrooten, dus sijn dese dingen met discretie te geloven. [15-6-1629] Ego, quod habebam in ea Societate, vendidi Johanni Kuysten, mercatori Amsterodamensi, origine Silvaeducensi, qui solvit septingentos viginti unum florenos, idque 15. junii anno millesimo sexcentesimo vigesimo nono. Sed sane in pecunia non optima satisfecit, secus quam fuerat pollicitus. Et transtuli Ludovico de Beecke, presente auctuario Steenhoudero, annotante. [00-10-1629] In octobri 1629. Hinc discessura classis Indiae Orientalis, in qua … Helmichius admissus et probatus sanctissimi verbis doctor et concionator, ex scriniario, cuius memoria et diligentia, cum Latinas literas nesciret, laudatur, unacum eo coniux integrae et faemina profectura. 176
Eodem tendebat Wassenburgii filius, cuius pater per octennium Amersfortii instruxerat quinque procerum Amboinensium filios. Eosque Latinae linguae et theologiae nostrae participes fecerat. Qui iam unico tantum ex morbo desiderato, cuius locum alius eiusdem loci et aetatis supplevit nomine Petrus. [00-3-1630] 1630. Cornelius Voerstius cum familia circa hoc tempus ex colonia Batavica, quae est in Virginia, a nostris hominibus condita, rediit Amsterodamum. Et circa martium is weder, aengenomen sijnde, tot een ander plaetse te bewonen, tanquam novus colonus, met wijf ende kinderen derwarts gevaren. [10-10-1630] Het bewinthebbersschap, tegens Victoris comende te vaceren, post triennium Deuverdii in gratiam Amersfordiensium admissi, sijn daerover drie princepale competiteurs geopenbaert, als mr. Jacob Petit, mr. … van Nievelt ende Harman van Vollenhoven. Hebbende yder sijn patronum, als den eersten den heer Van der Haer, den tweeden den heer van Geerenstein, den lesten de heer van Hardenbroeck, sed primus obtinuit. [00-06-1630] In junio. Sijn gearriveert uuyt Batavia Javana 7 schepen, te weeten: - - - - . - -. Het achste -- , was verongelct. 147 Worden geseyt, een capitael ruim mede te brengen, doch en sijn de actiën niet geresen, die nu boven de 180 weinich doen. Brengen mede, dat de generael Coene is overleden, boven enen dach niet sieck geweest hebbende, uuyt een stercke impressie, die hem overviel als hij van verre sach de ouders van seeckere jongeluyden, die met malcanderen geconverseert hebbende, gevangen, ende den jongman metten swaerde, de vrouwe met de roeden (waren), 148 buyten sententie van de raden ofte magistraten, oock tegens oppositie ende intercessie van de predicanten, gestraft waren, tot hem comen, voorseecker in sijn gemoet over sulcke harde ende tyrannische daet, veroordelt, d’wijle die beyde jongeluyden vrij ende willich waren, malcanderen tot echte te nemen. De huysfrou van den generael is weder gecomen ende met haer de dochter van Wauter van Beest, wiens man aldaer gestorven was. In de plaets van den overleden generael is gecoren enen … Specx. Daer was oeck een schip te scade geraect, het volck in desordre comende, door de quade begeerlickheit des schippers, die des predicants huisfrou sochte te onteeren. Waerdoor lelike moorden ende rebelliën gecomen sijn, ende meest alle het volck, soo tegens malcanderen vechtende, als bij justitie sijn omgecomen. Eenige extracten uuyt het 2. discours, ofte anderde apologie der dolerende participanten, tegens de bewinthebberen overgegeven, waervan hiervoor wert gementioneert foll. … Dus vooral ende doorgaens in’t geheele werck, willen wij den g.l. 149 gewaerschout hebben, dat wij in dit ende ’t voorgaende discours, noyt hebben gedocht in’t minste, te roeren de hoghe regieringe der landen. Gelijc men ter quader trouwen, met placaten ende sauegarden, 147 Hs. abus.: -lijct. 148 Overbodig, omdat verderop staat: gestraft waren. 149 Geïnformeerde leser(?). 177
- Page 125 and 126: 11. Een bewinthebber die, in’t ov
- Page 127 and 128: 3 lb. bezar steenen, alias 3 stucks
- Page 129 and 130: Anno Christiano MDC XXI [00-00-1621
- Page 131 and 132: Ende alhoewel de hooch mog. heeren
- Page 133 and 134: nedersetten. ’t Welck niet met mi
- Page 135 and 136: Alsofte men de quaetdoenders niet e
- Page 137 and 138: De wint is tot noch contrarie, sulc
- Page 139 and 140: achtergebleven ende ontlopen. Dat o
- Page 141 and 142: In octobri. Eenige prisen becomen,
- Page 143 and 144: In’t beginsel van februario is to
- Page 145 and 146: espringende, also het te water impr
- Page 147 and 148: huyshouden. Ende sal andere ordre w
- Page 149 and 150: d’onderhoudinge van’t eerste oc
- Page 151 and 152: Ende weynich voorwart aen de noorts
- Page 153 and 154: Den XI. junii 1631. Gecomen in de g
- Page 155 and 156: een kiste sijde 24 ijsere stucken 4
- Page 157 and 158: De ordre is als voor, ende sijn ont
- Page 159 and 160: Op Sorysory sijn de helft vanouts m
- Page 161 and 162: Seyt noch, dat aldaer onder het vol
- Page 163 and 164: Namentlick, dat se haerselven ende
- Page 165 and 166: Alsoe de Ambonese kinderen tot Amer
- Page 167 and 168: Van den 15. novembris totten 15. ap
- Page 169 and 170: Het silver, verwacht uuyt Japan te
- Page 171 and 172: Dese mohumetanen in de benedenlande
- Page 173 and 174: So mijn God de Heere spaert met ges
- Page 175: Gescreven uuyt Goa, in’t jaer ons
- Page 179 and 180: leert hadden, in Engelant, Vrancrij
- Page 181 and 182: 3.000 lb. indigo s. Gille 8.464 lb.
- Page 183 and 184: 431 sockels foli 235 picol Japons c
- Page 185 and 186: In novembri 1625. III schepen gelop
- Page 187 and 188: [01-1-1633] In’t begin van 1633.
- Page 189: Oost-Indiën is van ouden tijden de
Eodem tendebat Wassenburgii filius, cuius pater per octennium Amersfortii instruxerat<br />
quinque procerum Amboinensium filios. Eosque Latinae linguae et theologiae nostrae<br />
participes fecerat. Qui iam unico tantum ex morbo desiderato, cuius locum alius eiusdem loci<br />
et aetatis supplevit nomine Petrus.<br />
[00-3-1630]<br />
1630. Cornelius Voerstius cum familia circa hoc tempus ex colonia Batavica, quae est in<br />
Virginia, a nostris hominibus condita, rediit Amsterodamum. Et circa martium is weder,<br />
aengenomen sijnde, tot een ander plaetse te bewonen, tanquam novus colonus, met wijf ende<br />
kinderen derwarts gevaren.<br />
[10-10-1630]<br />
Het bewinthebbersschap, tegens Victoris comende te vaceren, post triennium Deuverdii in<br />
gratiam Amersfordiensium admissi, sijn daer<strong>over</strong> drie princepale competiteurs geopenbaert,<br />
als mr. Jacob Petit, mr. … <strong>van</strong> Nievelt ende Harman <strong>van</strong> Vollenhoven. Hebbende yder sijn<br />
patronum, als den eersten den heer Van der Haer, den tweeden den heer <strong>van</strong><br />
<br />
Geerenstein, den lesten de heer <strong>van</strong> Hardenbroeck, sed primus obtinuit.<br />
[00-06-1630]<br />
In junio. Sijn gearriveert uuyt Batavia Ja<strong>van</strong>a 7 schepen, te weeten: <br />
- - - - . - -. Het<br />
achste -- , was verongelct. 147 Worden geseyt, een capitael ruim mede<br />
te brengen, doch en sijn de actiën niet geresen, die nu boven de 180 weinich doen.<br />
Brengen mede, dat de generael Coene is <strong>over</strong>leden, boven enen dach niet sieck geweest<br />
hebbende, uuyt een stercke impressie, die hem <strong>over</strong>viel als hij <strong>van</strong> verre sach de ouders <strong>van</strong><br />
seeckere jongeluyden, die met malcanderen geconverseert hebbende, ge<strong>van</strong>gen, ende den<br />
jongman metten swaerde, de vrouwe met de roeden (waren), 148 buyten sententie <strong>van</strong> de raden<br />
ofte magistraten, oock tegens oppositie ende intercessie <strong>van</strong> de predicanten, gestraft waren, tot<br />
hem comen, voorseecker in sijn gemoet <strong>over</strong> sulcke harde ende tyrannische daet, veroordelt,<br />
d’wijle die beyde jongeluyden vrij ende willich waren, malcanderen tot echte te nemen.<br />
De huysfrou <strong>van</strong> den generael is weder gecomen ende met haer de dochter <strong>van</strong> Wauter <strong>van</strong><br />
Beest, wiens man aldaer gestorven was. In de plaets <strong>van</strong> den <strong>over</strong>leden generael is gecoren<br />
enen … Specx.<br />
Daer was oeck een schip te scade geraect, het volck in desordre comende, door de quade<br />
begeerlickheit des schippers, die des predicants huisfrou sochte te onteeren. Waerdoor lelike<br />
moorden ende rebelliën gecomen sijn, ende meest alle het volck, soo tegens malcanderen<br />
vechtende, als bij justitie sijn omgecomen.<br />
<br />
Eenige extracten uuyt het 2. discours, ofte anderde apologie der dolerende participanten,<br />
tegens de bewinthebberen <strong>over</strong>gegeven,<br />
waer<strong>van</strong> hiervoor wert gementioneert foll. …<br />
Dus vooral ende doorgaens in’t geheele werck, willen wij den g.l. 149 gewaerschout hebben,<br />
dat wij in dit ende ’t voorgaende discours, noyt hebben gedocht in’t minste, te roeren de<br />
hoghe regieringe der landen. Gelijc men ter quader trouwen, met placaten ende sauegarden,<br />
147 Hs. abus.: -lijct.<br />
148 Overbodig, omdat verderop staat: gestraft waren.<br />
149 Geïnformeerde leser(?).<br />
177