Aantekeningen van Arnoldus Buchelius over zijn ... - gahetNA
Aantekeningen van Arnoldus Buchelius over zijn ... - gahetNA Aantekeningen van Arnoldus Buchelius over zijn ... - gahetNA
gongen ende clederen weder. Haer vrinden lochenen dan dickwils sooveel, als hij seyt ontgangen te hebben. Hieruuyt ontstaet de meeste onrust onder haer, want sij dit sonder scrift ofte getuygen doen. Om hetwelcke voor te comen, hebben van de governeur 135 Uuyt West-Indiën [00-8-1637] In augusto 1637. Gescreven uuyt Brasiliën. Beesten waren daer genoch, ontbrack potspijs. Gedestineert eenige schepen, om den viant aen te tasten. Waren 1.200 mannen sterck, soo te sche p als te lande. De compaigniën voetvolck gedresseert, alsoeck de politie ende justitie in den lande. De inwoonders submitteren hun geerne onder onse wetten. Sullen d’ordonnantiën ende placaten in hunne spraecke translateren. Politycque raetscollegie swack door vacante plaetsen van overledene ende gelicentieerde. Sereskercken vertreckt, heeft een misslach ontrent sijn soons huwelick begaen. De heer Jan Robertsz overleden, den 12. augusti. Wyntgens versoeckt vrij man te mogen werden. Ontbieden seven politycque raden. Culture van landen seer bevordert door het vercopen van de ingenios. Negri van Guinea vercocht 178 à 25 realen, 176 à 22 realen, 346 uuyt een prinse 32 realen. Te betalen 7 januarii toecomende. Op’t Recif de gronden begonnen te registreren. 136 Dat in Olinda-de-stadt noch prematuer is, doch ’t sluyten van de negotiën sal achterhouden. [00-0-1638] Het jaer 1638. Een schip, comende uuyt West-Indiën, ende door tempeest na Irlant gelopen, is daer vergaen. Het volck meest verdroncken, alleen weinige metten boot gebercht. Hadden meer als 400 kisten suycker in. Gisels vercregen. 137 Dat se haer belooften mosten doen, in presentie voor de oversten haers dorps ende den schoolmeesters. Ende dat hetgeen sij beloofden, opgeteeckent most worden, ofte dat men anders geen recht daerover soude doen. Daer sijn boeten gestelt voor dengeenen die in onecht sitten, tensij dat se trouwen ofte scheiden. Oeck voor die in overspel leven, ofte eenige offervalleyen hebben in hare boschen. Ofte een ander voor swangi, dat is tovenaer, schelt, soe dit daer een scandelicke calumnie is. De boeten vervallen aen de oracayens, kerckscholen ofte bode. Domini Vertrechtius ende Marinus Gideons, kerckendienaers. Hetselve dat in de visitatie van Amboina gedaen wert, ’tselve geschiet mede in de eylanden Oma, Eleasser ende Nussilan. Oma wert oeck Boangh Besse genaempt, heeft Negrien, Oma, Roca, Samet, Abore, Carieu. Dese sijn wat grover van verstant, overmits minder conversatie mitte Portugesen ende Nederlanders gehadt. Op Vliasser sijn 8 dorpen aen de sijde van Bahy, daer de redout tot Hariomar is, alwaer een opperhooft, Nuyts genaempt, is. De Negriten sijn Ocilat, Sorisory, Tonaha, Oeuwo (Ooulbo?). 135 Zie verder fol. 122r. 136 Doorgehaald: vercopen. 137 Sluit aan fol. 121v. 158
Op Sorysory sijn de helft vanouts mahometisten, ende hebben een moorse priester ende tempel, doch leven vresamelic met de christenen. Maer doen groot afbreuc door de licentie in’t stuck van’t huwelick, waertoe die Vliasserse ende omgelegen seer geneicht sijn. A n de oversijde van de Bahy leggen Negrien, Papero, Boy, Haria, Tiou, Porto. Ende op’t eylant Nussilan sijn Titonay, Amet, Abobo, Nalahia. Die van Amet sijn meest mahometist. Op’t grote eylant Seran sijn se oeck meest mahometist, doch sommige hangen de Nederlanders aen. Te weeten die van Sessolou ende Saillau, die de Tarnatanen ende mahometisten haten ende vervolgen, met alle de Olilimas, ende sijn Olivifa. Sij sijn seer barbarische luden, gaen so man als vrou naect, sijn menscheneeters, ende oeck slangen ende andere ongedierten. Doen gestadich tochten op hare vianden. Onder haer mach een man maer een vrou hebben, ende overspel wert metterdoot gestraft. Hetwelck een grote verbintenisse tusschen hare ende onse natie maect. In Banda sijn 2 kerckendienaren, Jacobus Vertrechtius op Nera, ende Jacob Pontcass op Puloway. Op Lontour Jan Block, sieckentrooster. Onder Nera, waer Salama ende Ourien sijn, 31 lithmaten. Op Lontour 27, op Puloway 46. Daer is governeur Acolay, die daer goede ordre hout, daer sijn op yder eylant een schole, etc. West-Indië [30-6-1638] Den 30. junii 1638. Uuyt den naeme van de bewinthebberen der West-Indische Compaignie, ter Camere van Zeelant, is affgevraecht de volgende personen, ende bij haer verclaert, de waerheit te sijn. In presentie der heeren Boudewijn Melisz Schot, Jasper de Maecht, Davit Cadts ende Davit Vrijt, bewinthebberen. Vooreerst is gecompareert Manuel Peres Alleman, out sijnde 30 jaeren, schipper van den schepe genaempt - , comende van de Baya de Todos los Sanctos, op een sonnendach, wesende den 18. april, in den avont tusschen 9 ende 10 uren, alleen, sonder kennisse van den governeur. Dan wel dat hem aengeseyt wiert, midtsgaders aen andere schepen (alsoe sij subitelicken de vlote van sijn excellentie sagen comen, sonder geadverteert te sijn) dat alle die gereet waren, mochten datelicken vertrecken, om tijdinge in Portugal te brengen van’tgeene sij hadden gesien. Segt, dat d’armade van zijn excellentie voor de Bahya quam ende anckerde op donderdach, wesende den 15. april naermiddach tusschen 3 ende 4 uren, met seer bequaem ende goet weder, voor een eylandeken, genaempt Capagipo, gelegen een halver mijle van de Bahya. Alwaer datelicken quantité van volck wiert aen lant geset, wel een halve mijl van het fort, daerop gelegen. ’t Welck beset was met 10 of 12 mannen ende 5 ofte 6 stucken geschut, niet wetende ofte hetselve fort verovert was ofte niet. Dat men met Capogipe de Bahya seer can benouwen, als wesende de plaetse naest de Bahya gelegen, om ’tselve te doen, ende dat zijn excellentie can alle de omleggende eylandekens vermeesteren, soo wanneer het hem gelieft. Taparico is oeck daerbij gelegen, dan wel een mijle van der stadt. ’t En hadde oeck geen defentie van consideratie. Zijne excellentie lecht met de armade geheel voor de Bahya, ontrent een half 159
- Page 107 and 108: sulcx onbillick te wesen. D’wijle
- Page 109 and 110: Den commys Gisels proponeerden twee
- Page 111 and 112: Peter van de Werve, een soon van de
- Page 113 and 114: Ende hebbe alsoo successorem gecreg
- Page 115 and 116: Den admirael Verhagen leyde het ver
- Page 117 and 118: opgerechte ooren te rijsen om te ve
- Page 119 and 120: 5. Presenteren hiervan naerder bewi
- Page 121 and 122: In fine octobris 1622 fui Amsteroda
- Page 123 and 124: libellum, postquam frustra iustitia
- Page 125 and 126: 11. Een bewinthebber die, in’t ov
- Page 127 and 128: 3 lb. bezar steenen, alias 3 stucks
- Page 129 and 130: Anno Christiano MDC XXI [00-00-1621
- Page 131 and 132: Ende alhoewel de hooch mog. heeren
- Page 133 and 134: nedersetten. ’t Welck niet met mi
- Page 135 and 136: Alsofte men de quaetdoenders niet e
- Page 137 and 138: De wint is tot noch contrarie, sulc
- Page 139 and 140: achtergebleven ende ontlopen. Dat o
- Page 141 and 142: In octobri. Eenige prisen becomen,
- Page 143 and 144: In’t beginsel van februario is to
- Page 145 and 146: espringende, also het te water impr
- Page 147 and 148: huyshouden. Ende sal andere ordre w
- Page 149 and 150: d’onderhoudinge van’t eerste oc
- Page 151 and 152: Ende weynich voorwart aen de noorts
- Page 153 and 154: Den XI. junii 1631. Gecomen in de g
- Page 155 and 156: een kiste sijde 24 ijsere stucken 4
- Page 157: De ordre is als voor, ende sijn ont
- Page 161 and 162: Seyt noch, dat aldaer onder het vol
- Page 163 and 164: Namentlick, dat se haerselven ende
- Page 165 and 166: Alsoe de Ambonese kinderen tot Amer
- Page 167 and 168: Van den 15. novembris totten 15. ap
- Page 169 and 170: Het silver, verwacht uuyt Japan te
- Page 171 and 172: Dese mohumetanen in de benedenlande
- Page 173 and 174: So mijn God de Heere spaert met ges
- Page 175 and 176: Gescreven uuyt Goa, in’t jaer ons
- Page 177 and 178: Eodem tendebat Wassenburgii filius,
- Page 179 and 180: leert hadden, in Engelant, Vrancrij
- Page 181 and 182: 3.000 lb. indigo s. Gille 8.464 lb.
- Page 183 and 184: 431 sockels foli 235 picol Japons c
- Page 185 and 186: In novembri 1625. III schepen gelop
- Page 187 and 188: [01-1-1633] In’t begin van 1633.
- Page 189: Oost-Indiën is van ouden tijden de
gongen ende clederen weder. Haer vrinden lochenen dan dickwils sooveel, als hij seyt<br />
ontgangen te hebben. Hieruuyt ontstaet de meeste onrust onder haer, want sij dit sonder scrift<br />
ofte getuygen doen. Om hetwelcke voor te comen, hebben <strong>van</strong> de g<strong>over</strong>neur 135<br />
<br />
<br />
Uuyt West-Indiën<br />
[00-8-1637]<br />
In augusto 1637. Gescreven uuyt Brasiliën.<br />
Beesten waren daer genoch, ontbrack potspijs.<br />
Gedestineert eenige schepen, om den viant aen te tasten. Waren 1.200 mannen sterck, soo te<br />
sche p als te lande.<br />
De compaigniën voetvolck gedresseert, alsoeck de politie ende justitie in den lande.<br />
De inwoonders submitteren hun geerne onder onse wetten. Sullen d’ordonnantiën ende<br />
placaten in hunne spraecke translateren.<br />
Politycque raetscollegie swack door vacante plaetsen <strong>van</strong> <strong>over</strong>ledene ende gelicentieerde.<br />
Sereskercken vertreckt, heeft een misslach ontrent sijn soons huwelick begaen.<br />
De heer Jan Robertsz <strong>over</strong>leden, den 12. augusti.<br />
Wyntgens versoeckt vrij man te mogen werden.<br />
Ontbieden seven politycque raden.<br />
Culture <strong>van</strong> landen seer bevordert door het vercopen <strong>van</strong> de ingenios.<br />
Negri <strong>van</strong> Guinea vercocht 178 à 25 realen, 176 à 22 realen, 346 uuyt een prinse 32 realen. Te<br />
betalen 7 januarii toecomende.<br />
Op’t Recif de gronden begonnen te registreren. 136 Dat in Olinda-de-stadt noch prematuer is,<br />
doch ’t sluyten <strong>van</strong> de negotiën sal achterhouden.<br />
[00-0-1638]<br />
Het jaer 1638. Een schip, comende uuyt West-Indiën, ende door tempeest na Irlant gelopen, is<br />
daer vergaen. Het volck meest verdroncken, alleen weinige metten boot gebercht. Hadden<br />
meer als 400 kisten suycker in.<br />
<br />
<br />
Gisels vercregen. 137 Dat se haer belooften mosten doen, in presentie voor de <strong>over</strong>sten haers<br />
dorps ende den schoolmeesters. Ende dat hetgeen sij beloofden, opgeteeckent most worden,<br />
ofte dat men anders geen recht daer<strong>over</strong> soude doen.<br />
Daer sijn boeten gestelt voor dengeenen die in onecht sitten, tensij dat se trouwen ofte<br />
scheiden. Oeck voor die in <strong>over</strong>spel leven, ofte eenige offervalleyen hebben in hare boschen.<br />
Ofte een ander voor swangi, dat is tovenaer, schelt, soe dit daer een scandelicke calumnie is.<br />
De boeten vervallen aen de oracayens, kerckscholen ofte bode.<br />
Domini Vertrechtius ende Marinus Gideons, kerckendienaers. Hetselve dat in de visitatie <strong>van</strong><br />
Amboina gedaen wert, ’tselve geschiet mede in de eylanden Oma, Eleasser ende Nussilan.<br />
Oma wert oeck Boangh Besse genaempt, heeft Negrien, Oma, Roca, Samet, Abore, Carieu.<br />
Dese sijn wat gr<strong>over</strong> <strong>van</strong> verstant, <strong>over</strong>mits minder conversatie mitte Portugesen ende<br />
Nederlanders gehadt.<br />
Op Vliasser sijn 8 dorpen aen de sijde <strong>van</strong> Bahy, daer de redout tot Hariomar is, alwaer een<br />
opperhooft, Nuyts genaempt, is. De Negriten sijn Ocilat, Sorisory, Tonaha, Oeuwo (Ooulbo?).<br />
135 Zie verder fol. 122r.<br />
136 Doorgehaald: vercopen.<br />
137 Sluit aan fol. 121v.<br />
158