besluit Haven Amsterdam

Jaar 2012
Afdeling 3B
Nummer 102
Publicatiedatum 25 juli 2012
Gemeente Amsterdam
Haven Amsterdam
Gemeenteblad
besluit Haven Amsterdam
Haven
Onderwerp
Vaststellen uitvoeringsbesluiten Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied
2012 en Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012
De havenmeester van Amsterdam
Brengt ter algemene kennis dat zij op 23 juli 2012 de volgende besluiten heeft
genomen in het kader van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied
2012 en het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012:
1. Besluit tot het aanwijzen van oliehavengebieden, zoals aangeven op de
gewaarmerkte plattegrond opgenomen in de bijlage van het besluit (besluit
nummer 074/RHN/2012).
2. Besluit tot aanwijzen van ligplaatsen, waar tankschepen geladen met of leeg van
vloeibare, onverpakte, gevaarlijke of schadelijke stoffen ligplaats mogen nemen
om rechtstreeks lading over te slaan (boord-boord overslag). Dit besluit is niet van
toepassing voor het innemen van deze ligplaatsen ten behoeve van andere
activiteiten, zoals repareren en schoonmaken (besluitnummer 076/RHN/2012).
3. Besluit tot aanwijzen van openbare ligplaatsen, waar tankschepen geladen met of
leeg van vloeibare, onverpakte, gevaarlijke of schadelijke stoffen ligplaats mogen
nemen om te wachten. Dit besluit is niet van toepassing voor het innemen van
deze ligplaatsen ten behoeve van het rechtstreeks overslaan van lading (boordboord
overslag) (besluitnummer 077/RHN/2012).
4. Besluit tot aanwijzen van havenbekkens waarvoor het verbod geldt tot invaren of
zich te bevinden (besluitnummer 78/RHN/2012):
o Mercuriushaven;
o Coenhaven;
o Petroleumhaven;
o Jan van Riebeeckhaven;
o Westhaven;
o Amerikahaven;
o Afrikahaven.
5. Besluit tot aanwijzen van kwetsbare objecten, waarbij als kwetsbaar zijn
aangemerkt voor de afstandsbepaling tot de verscheidene ligplaatsen de op de
kaart als kantoren, horeca en gevangenis aangegeven objecten (besluitnummer
079/RHN/2012).
6. Erkenning bootliedenorganisatie Boot- en stuurliedencoöperatief “de Koperen
Ploeg” W.A. (besluitnummer 080/RHN/2012).
7. Erkenning bootliedenorganisatie Coöperatieve vereniging van Vletterlieden W.A.
(besluitnummer 081/RHN/2012).
1

Jaar 2012
Afdeling 3B
Nummer 102
Datum 25 juli 2012
Gemeente Amsterdam
Gemeenteblad
besluit Haven Amsterdam
Haven
8. Besluit tot het aanwijzen van operationele ruimte en de daarvoor geldende
voorschriften en beperkingen voor de ligplaatsen van de volgende locatie:
Afrikahaven Palen, AK P2W, AK P4W en AK P2B, AK P4B (besluitnummer
082/RHN/2012).
De havenmeester voornoemd,
A.M.C. van Oosten
2

Besluit nr. 074 / RHN / 2012
Aanwijzingsbesluit oliehavengebied
De Havenmeester van Amsterdam
Gelet op:
� Artikel 3.11 van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012;
� Het besluit van 26 juni 2012 (Gemeenteblad Afd. 3B, nr. 91, 18 juli 2012), waarbij de
havenmeester namens Burgemeester en Wethouders is gemandateerd voor het nemen
van besluiten op grond van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012
en het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012.
Overwegende dat:
� Het college, en in mandaat de havenmeester, bevoegd is oliehavengebieden aan te
wijzen;
� In deze gebieden oliebedrijven zijn gevestigd, waaronder opslagbedrijven;
� De havenmeester deze gebieden aanwijst, omdat binnen die gebieden vanuit het oogpunt
van milieu en veiligheid extra regels gelden voor het scheepvaartverkeer;
� Bijvoorbeeld niet alle schepen in het gebied zijn toegelaten, dan wel schepen aan
bepaalde uitrustingsvereisten moeten voldoen;
� De havenmeester besloten heeft om de hiervoor genoemde redenen de hierna vermelde
gebieden als oliehavengebied aan te wijzen,
Besluit:
I.
De volgende oliehavengebieden aan te wijzen, zoals aangeven op de gewaarmerkte
plattegrond opgenomen in de bijlage van dit besluit:
a. In de Afrikahaven, inclusief een deel van de Mauritiushaven, het water dat grenst aan de
Zuidwestelijke en Zuidelijke oever en dat omsloten wordt door de contour van
denkbeeldige lijnen getrokken tussen de posities:
I. 52⁰24’56” Noorderbreedte en 004⁰44’29” Oosterlengte;
II. 52⁰24’58” Noorderbreedte en 004⁰44’45” Oosterlengte;
III. 52⁰24’57” Noorderbreedte en 004⁰45’03” Oosterlengte;
IV. 52⁰24’46” Noorderbreedte en 004⁰45’07” Oosterlengte, en;
V. 52⁰24’45” Noorderbreedte en 004⁰45’06” Oosterlengte.
b. In de Amerikahaven, inclusief de Texashaven, het water dat grenst aan de Zuidwestelijke
en Zuidelijke oever en dat omsloten wordt door de contour van denkbeeldige lijnen
getrokken tussen de posities:
I. 52⁰24’31” Noorderbreedte en 004⁰46’20” Oosterlengte;
II. 52⁰24’24” Noorderbreedte en 004⁰46’34” Oosterlengte;
III. 52⁰24’13” Noorderbreedte en 004⁰46’29” Oosterlengte;
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam

Pagina 4 van 52 Haven Amsterdam
IV. 52⁰24’09” Noorderbreedte en 004⁰46’36” Oosterlengte;
V. 52⁰24’09” Noorderbreedte en 004⁰46’40” Oosterlengte, en;
VI. 52⁰24’01” Noorderbreedte en 004⁰46’42” Oosterlengte.
c. In de Amerikahaven het water dat grenst aan de Noordoostelijke oever en in de
Australiëhaven het water dat grenst aan de Noordelijke oever en dat omsloten wordt door
de contour van denkbeeldige lijnen getrokken tussen de posities:
I. 52⁰25’17” Noorderbreedte en 004⁰46’26” Oosterlengte;
II. 52⁰25’16” Noorderbreedte en 004⁰46’18” Oosterlengte;
III. 52⁰24’38” Noorderbreedte en 004⁰46’38” Oosterlengte, en;
IV. 52⁰24’38” Noorderbreedte en 004⁰47’37” Oosterlengte.
d. In de Sonthaven het water dat grenst aan de Zuidelijke oever en in de Westhaven het
water dat grenst aan de Westelijke oever en in de Bosporushaven het water dat grenst
aan de Noordelijke oever en dat omsloten wordt door de contour van denkbeeldige lijnen
getrokken tussen de posities:
I. 52⁰24’18” Noorderbreedte en 004⁰49’49” Oosterlengte;
II. 52⁰24’22” Noorderbreedte en 004⁰49’49” Oosterlengte;
III. 52⁰24’22” Noorderbreedte en 004⁰49’12” Oosterlengte;
IV. 52⁰24’09” Noorderbreedte en 004⁰49’18” Oosterlengte;
V. 52⁰24’09” Noorderbreedte en 004⁰49’48” Oosterlengte, en;
VI. 52⁰24’10” Noorderbreedte en 004⁰49’48” Oosterlengte.
e. In de Hornhaven het water dat grenst aan de Noordwestelijke oever en dat omsloten wordt
door de contour van denkbeeldige lijnen getrokken tussen de posities:
I. 52⁰23’49” Noorderbreedte en 004⁰48’40” Oosterlengte;
II. 52⁰23’48” Noorderbreedte en 004⁰48’40” Oosterlengte, en;
III. 52⁰23’49” Noorderbreedte en 004⁰48’30” Oosterlengte.
f. In de Westhaven het water dat grenst aan de Zuidelijke oever en in de Mainhaven het
water dat grenst aan de Westelijke oever en dat omsloten wordt door de contour van
denkbeeldige lijnen getrokken tussen de posities:
I. 52⁰23’41” Noorderbreedte en 004⁰49’13” Oosterlengte;
II. 52⁰23’44” Noorderbreedte en 004⁰49’13” Oosterlengte;
III. 52⁰23’44” Noorderbreedte en 004⁰49’24” Oosterlengte;
IV. 52⁰23’36” Noorderbreedte en 004⁰49’24” Oosterlengte, en;
V. 52⁰23’36” Noorderbreedte en 004⁰49’22” Oosterlengte.
g. In de Beringhaven het water dat grenst aan de Zuidoostelijke oever en dat omsloten wordt
door de contour van denkbeeldige lijnen getrokken tussen de posities:
I. 52⁰23’41” Noorderbreedte en 004⁰49’32” Oosterlengte;
II. 52⁰23’43” Noorderbreedte en 004⁰49’32” Oosterlengte, en;
III. 52⁰23’43” Noorderbreedte en 004⁰49’45” Oosterlengte.
h. In de Jan van Riebeeckhaven, inclusief de Adenhaven, het water dat omsloten wordt door
een denkbeeldige lijn getrokken tussen de posities:
I. 52⁰24’58” Noorderbreedte en 004⁰50’39” Oosterlengte;
II. 52⁰24’58” Noorderbreedte en 004⁰50’26” Oosterlengte, en;
III. 52⁰24’50” Noorderbreedte en 004⁰50’30” Oosterlengte.
met uitzondering van het water dat omsloten wordt door een contour van denkbeeldige
lijnen getrokken tussen de posities:
I. 52⁰24’36” Noorderbreedte en 004⁰50’37” Oosterlengte;
II. 52⁰24’37” Noorderbreedte en 004⁰50’39” Oosterlengte;
III. 52⁰24’30” Noorderbreedte en 004⁰50’42” Oosterlengte;

Pagina 5 van 52 Haven Amsterdam
IV. 52⁰24’23” Noorderbreedte en 004⁰50’58” Oosterlengte, en;
V. 52⁰24’21” Noorderbreedte en 004⁰50’01” Oosterlengte.
i. In de Usselincxhaven het water ten zuiden van een denkbeeldige lijn getrokken tussen de
posities:
I. 52⁰24’58” Noorderbreedte en 004⁰50’26” Oosterlengte, en;
II. 52⁰24’50” Noorderbreedte en 004⁰50’30” Oosterlengte.
j. In de Carel Reynierszhaven het water dat ten Oosten ligt van een denkbeeldige lijn
getrokken de posities:
I. 52⁰24’51” Noorderbreedte en 004⁰49’51” Oosterlengte;
II. 52⁰24’53” Noorderbreedte en 004⁰49’59” Oosterlengte;
III. 52⁰24’52” Noorderbreedte en 004⁰50’03” Oosterlengte, en;
IV. 52⁰24’53” Noorderbreedte en 004⁰50’04” Oosterlengte.
k. In de Petroleumhaven het water ten zuiden van een denkbeeldige lijn getrokken tussen de
posities:
a. 52⁰24’54” Noorderbreedte en 004⁰51’19” Oosterlengte, en;
b. 52⁰24’53” Noorderbreedte en 004⁰51’26” Oosterlengte.
l. In de Coenhaven, het gebied bestaande uit een strook water van 25 meter rondom een
aan de zuurlosplaats afgemeerd tankschip dat een gevaarlijke stof, met uitzondering van
een brandbare vloeistof met een vlampunt van 55 graden Celsius of hoger,
kaliumhydroxide, natriumhydroxide, zwavelzuur of fosforzuur als lading of ladingresidu aan
boord heeft.
II.
In te trekken het besluit van het college van de gemeente Amsterdam, gepubliceerd in het
Gemeenteblad d.d. 16 september 2011 (afdeling 3B, nummer 95).
III.
Het besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad, afdeling 3B en treedt in werking op de
dag na publicatie.
Bijlage: plattegrond oliehavengebied bij besluitnummer 074/RHN/2012
Datum: 23 juli 2012
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
De havenmeester
A.M.C. van Oosten
Toelichting
Het oliehavengebied zoals dat is vastgesteld bij het besluit van de havenmeester van
Amsterdam per 1 oktober 2011 nr. 128/RHV/2011, dient vanwege recente ontwikkelingen te
worden gewijzigd. Dit besluit is gepubliceerd in het Gemeenteblad d.d. 16 september 2011
(afdeling 3B, nummer 95). Genoemde ontwikkelingen betreffen het van kracht worden van de
Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 (RHN 2012). In artikel 3.11 van de
RHN 2012 staat dat het college oliehavengebieden kan aanwijzen. In artikel 3.1 lid 1 van de
RHN 2012 is opgenomen dat in het belang van de ordening verkeerstekens kunnen worden
geplaatst die zijn vermeld in het Binnenvaartpolitiereglement. Door dit artikel is het niet meer

Pagina 6 van 52 Haven Amsterdam
nodig om ligplaatsen welke uitsluitend bestemd zijn voor binnenvaarttankschepen op te nemen
in het oliehavengebied. Immers vanwege deze borden mogen alleen maar tankschepen
afmeren die als seinvoering één blauwe kegel of één blauw licht tonen. Deze ligplaatsen
komen dan ook te vervallen als oliehavengebied. Een andere wijziging is dat de
oliehavengebieden thans aangegeven worden in coördinaten (noorderbreedte en
oosterlengte). Hierdoor wordt duidelijk waar precies de grenzen van het oliehavengebied
lopen. Toezicht en/of handhaving of een schip zich al dan niet in het oliehavengebied bevindt
wordt hierdoor vereenvoudigd en dus het toezicht en de handhaving op de toepasselijke regels
in het oliehavengebied. Door deze ontwikkelingen is aanpassing per genoemde datum van het
vastgestelde oliehavengebied noodzakelijk.
Ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht kan een belanghebbende binnen zes weken na bekendmaking
bezwaar maken tegen dit besluit door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden
gericht aan Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, Postbus 202, 1011 PN Amsterdam.
Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de
dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het
bezwaar. Indien u er voor kiest om u te laten vertegenwoordigen, verzoeken wij u om een machtiging te (laten)
overleggen.
Het indienen van een bezwaar heeft geen schorsende werking. Indien onverwijlde spoed dit vereist kan,
hangende de bezwaarschriftenprocedure, een schorsing of voorlopige voorziening worden gevraagd van de
Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam, Sector Bestuursrecht Algemeen, Parnassusweg 226,
Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Hieraan zijn griffiekosten verbonden
.

Bijlage plattegrond oliehavengebied
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam

van 52 Haven Amsterdam
Besluit nr. 076 / RHN / 2012
Aanwijzing ligplaatsen tankschepen overslag
De Havenmeester van Amsterdam
Gelet op:
� Artikel 3.10 van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012;
� Het besluit van 26 juni 2012 (Gemeenteblad Afd. 3B, nr. 91, 18 juli 2012), waarbij de
havenmeester namens Burgemeester en Wethouders is gemandateerd voor het nemen van
besluiten op grond van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 en het
Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012, waaronder het besluit als bedoeld in artikel 3.10
van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012.
Overwegende dat:
� Het college, en in mandaat de havenmeester, op grond van de Regionale Havenverordening
Noordzeekanaalgebied 2012 de bevoegdheid heeft om openbare ligplaatsen voor tankschepen
aan te wijzen; daaronder begrepen is de bevoegdheid om openbare ligplaatsen aan te wijzen ten
behoeve van het rechtstreeks overslaan tussen tankschepen van lading (boord-boord overslag);
� De bevoegdheid de mogelijkheid biedt openbare ligplaatsen aan te wijzen, waar deze schepen
veilig en verantwoord ligplaats kunnen nemen;
� De achterliggende gedachte van deze bevoegdheid het milieu en de veiligheid in de haven is;
� Er een noodzaak is tot het vast stellen van ligplaatsenbeleid voor tankschepen geladen met of
leeg van onverpakte vloeibare gevaarlijke en schadelijke stoffen op openbare ligplaatsen;
� Er bij de onderhavige aanwijzing rekening is gehouden met de aspecten externe veiligheid en
milieubelasting in relatie tot de aard en hoeveelheden van de gevaarlijke en schadelijke stoffen en
de door de schepen uitgevoerde activiteit boord-boord overslag;
� Er bij de onderhavige aanwijzing aangesloten wordt bij de zonering, zoals genoemd in de
Gebiedsvisie Externe Veiligheid Westpoort.
Besluit:
I.

van 52 Haven Amsterdam
De volgende ligplaatsen aan te wijzen, waar tankschepen geladen met of leeg van vloeibare,
onverpakte, gevaarlijke of schadelijke stoffen ligplaats mogen nemen om rechtstreeks lading over te
slaan (boord-boord overslag), zoals aangeven op de gewaarmerkte plattegrond opgenomen in de
bijlage van dit besluit. Dit besluit is niet van toepassing voor het innemen van deze ligplaatsen ten
behoeve van andere activiteiten, zoals repareren en schoonmaken.
a. Afrikahaven, afmeerpalen
b. Amerikahaven, boei 2
c. Amerikahaven, boei 6
d. Hornhaven, boei 2
II.
Aan de aanwijzing zijn de volgende algemene voorschriften verbonden:
a. De kapitein of schipper van het tankschip dient zich bij het nemen van ligplaats te houden aan de
aanwijzingen van de havenmeester;
b. De kapitein of schipper van het tankschip is gehouden bij het nemen van ligplaats andere
wettelijke regelingen in acht te nemen.
III.
Aan de aanwijzing zijn ingevolge artikel 3.10, tweede lid, van de Regionale Havenverordening
Noordzeekanaalgebied 2012, per ligplaats de volgende specifieke voorschriften en beperkingen
verbonden:
a. Afrikahaven, afmeerpalen
i. Vanuit het oogpunt milieubelasting met het oogmerk van geluidsreductie bedraagt het
totaal aantal boord-boordoverslagen per jaar niet meer dan 209 tussen zeeschepen
onderling en 417 tussen een zeeschip en een binnenschip of een binnenschip en een
binnenschip.
ii. Vanuit het oogpunt milieubelasting met het oogmerk van externe veiligheid gelden de
volgende voorschriften en beperkingen:
1. De overslag van gas, met ontheffing, vallend onder de werking van de IGCcode
1 of het ADN 2 wordt beperkt tot de categorie GF3 3 met een maximum van
16 per jaar en een totale hoeveelheid van 16.000 ton;
2. De overslag van brandbare vloeistoffen, al dan niet met ontheffing, vallende
onder de categorie LF2 4 , wordt per jaar beperkt tot een maximum van 192
tussen zeeschepen onderling en 398 tussen een zeeschip en een
binnenschip of een binnenschip en een binnenschip, met een maximale totale
hoeveelheid van 3.000.000 ton;
3. De overslag van toxische vloeistoffen, al dan niet met ontheffing, vallende
onder de categorie LT1 5 , wordt per jaar beperkt tot een maximum van 12
overslagen, met een maximale totale hoeveelheid van 34.000 ton;
1 IGC Code: International Code for the Construction and Equipment of Ships Carrying Liquefied Gases in Bulk van IMO of Code
for the Construction and Equipment of Ships Carrying Liquefied Gases in Bulk van IMO;
2 ADN: Europees Verdrag inzake het internationaal vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren.
3 GF 3: Gas flammable 3. Als voorbeeldgas wordt propaan gebruikt.
4 LF2: Liquid flammable 2. Als voorbeeldvloeistof wordt hiervoor benzine gebruikt.
5 LT 1: Liquid toxic 1. Als voorbeeldvloeistof wordt hiervoor acrylnitril gebruikt.

0 van 52 Haven Amsterdam
4. De overslag van toxische vloeistoffen, al dan niet met ontheffing, vallende
onder de categorie LT2 6 , wordt per jaar beperkt tot een maximum van 8
overslagen, met een maximale totale hoeveelheid van 16.000 ton;
5. De overslag van elke andere gevaarlijke of schadelijke vloeistof kent géén
beperkingen vanuit externe veiligheid, maar telt per jaar mee aan de totale
overslagen als genoemd onder a., sub i.
b. Amerikahaven, boei 2
i. Vanuit het oogpunt milieubelasting met het oogmerk van geluidsreductie bedraagt het
totaal aantal boord-boordoverslagen per jaar niet meer dan 100 tussen een zeeschip
en een binnenschip of een binnenschip en een binnenschip.
ii. Vanuit het oogpunt milieubelasting met het oogmerk van externe veiligheid gelden de
volgende voorschriften en beperkingen:
1. De overslag van gas, vallend onder de werking van de IGC-code of het ADN
is verboden;
2. De overslag van brandbare vloeistoffen, vallende onder de categorie LF2, is
verboden;
3. De overslag van toxische vloeistoffen, vallende onder de categorie LT1, is
verboden;
4. De overslag van toxische vloeistoffen, vallende onder de categorie LT2, is
verboden.
5. De overslag van elke andere gevaarlijke of schadelijke vloeistof kent géén
beperkingen vanuit externe veiligheid, maar telt per jaar mee aan de totale
overslagen als genoemd onder b., sub i.
c. Amerikahaven, boei 6
i. Vanuit het oogpunt milieubelasting met het oogmerk van geluidsreductie bedraagt het
totaal aantal boord-boordoverslagen per jaar niet meer dan 42 tussen een zeeschip
en een binnenschip of een binnenschip en een binnenschip.
ii. Vanuit het oogpunt milieubelasting met het oogmerk van externe veiligheid gelden de
volgende voorschriften en beperkingen:
1. De overslag van gas, vallend onder de werking van de IGC-code of het ADN
is verboden 7 ;
2. De overslag van brandbare vloeistoffen, al dan niet met ontheffing, vallende
onder de categorie LF2, wordt per jaar beperkt tot een maximum van 18, met
een maximale totale hoeveelheid van 27.000.ton;
3. De overslag van toxische vloeistoffen, al dan niet met ontheffing, vallende
onder de categorie LT1, wordt per jaar beperkt tot een maximum van 6 , met
een maximale totale hoeveelheid van 17.000 ton;
4. De overslag van toxische vloeistoffen, al dan niet met ontheffing, vallende
onder de categorie LT2, wordt per jaar beperkt tot een maximum van 6 , met
een maximale totale hoeveelheid van 6.000 ton;
6 LT 2: Liquid toxic 2. Als voorbeeldvloeistof wordt hiervoor propylamine gebruikt.
7 Conform de externe veiligheidsrapportage van Royal Haskoning is overslag van gas in de categorie van GF3 in principe wel
mogelijk in beperkte mate. In uitzonderlijke gevallen is ontheffing dan ook mogelijk.

1 van 52 Haven Amsterdam
5. De overslag van elke andere gevaarlijke of schadelijke vloeistof kent géén
beperkingen vanuit externe veiligheid, maar telt per jaar mee aan de totale als
genoemd onder c., sub i.
d. Hornhaven, boei 2
i. Vanuit het oogpunt milieubelasting met het oogmerk van geluidsreductie bedraagt het
totaal aantal boord-boordoverslagen per jaar niet meer dan 12 tussen zeeschepen
onderling en 30 tussen een zeeschip en een binnenschip of een binnenschip en een
binnenschip.
ii. Vanuit het oogpunt milieubelasting met het oogmerk van externe veiligheid gelden de
volgende voorschriften en beperkingen:
1. De overslag van gas, vallend onder de werking van de IGC-code of het ADN
is verboden;
2. De overslag van brandbare vloeistoffen, vallende onder de categorie LF2, is
verboden;
3. De overslag van toxische vloeistoffen, vallende onder de categorie LT1, is
verboden;
4. De overslag van toxische vloeistoffen, vallende onder de categorie LT2, is
verboden.
5. De overslag van elke andere gevaarlijke of schadelijke vloeistof kent géén
beperkingen vanuit externe veiligheid, maar telt per jaar mee aan de totale
overslagen als genoemd onder d., sub i.
IV.
Het besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad, afdeling 3B en treedt in werking op de dag na
publicatie.
Bijlage: plattegrond openbare ligplaatsen ex artikel 3.10 behorende bij besluit 076/RHN/2012
Datum: 23 juli 2012
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
De Havenmeester,
A.M.C. van Oosten
Ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht kan een belanghebbende binnen zes weken na bekendmaking bezwaar maken
tegen dit besluit door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan Burgemeester en
Wethouders van Amsterdam, Postbus 202, 1011 PN Amsterdam.
Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening,
een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het bezwaar. Indien u er voor kiest
om u te laten vertegenwoordigen, verzoeken wij u om een machtiging te (laten) overleggen.
Het indienen van een bezwaar heeft geen schorsende werking. Indien onverwijlde spoed dit vereist kan, hangende de
bezwaarschriftenprocedure, een schorsing of voorlopige voorziening worden gevraagd van de Voorzieningenrechter van de
Rechtbank Amsterdam, Sector Bestuursrecht Algemeen, Parnassusweg 226, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Hieraan
zijn griffiekosten verbonden.

2 van 52 Haven Amsterdam
Bijlage: plattegrond openbare ligplaatsen ex artikel 3.10 behorende bij besluit 076/RHN/2012

Toelichting op het besluit
Inleiding
In dit besluit worden de openbare ligplaatsen aangewezen waar tankschepen geladen
met of leeg van onverpakte vloeibare gevaarlijke en schadelijke stoffen ligplaats mogen
nemen om lading over te slaan. Uit het oogpunt van veiligheid, milieu en een efficiënte
ordening in de haven is het noodzakelijk om vergelijkbaar met milieu- en veiligheidsregels
voor reguliere inrichtingen via gelijkwaardige beoordelingscriteria de openbare ligplaatsen
aan te wijzen waar deze tankschepen mogen afmeren om deze activiteit veilig en
milieuverantwoord te kunnen uitvoeren. Bij het aanwijzen van de bedoelde openbare
ligplaatsen is rekening gehouden met aspecten als externe veiligheid en milieubelasting in
relatie tot de aard en hoeveelheden van de gevaarlijke en schadelijke stoffen en de door
de schepen uitgevoerde overslaghandeling. Het besluit geeft de kaders aan, waar deze
activiteiten plaats zouden kunnen vinden, waarbij vanuit de criteria geluid en externe
veiligheid limieten zijn gesteld aan het aantal overslagen en de totale hoeveelheid lading,
die overgeslagen wordt. Daarnaast wordt aangesloten bij de zonering van de gebiedsvisie
externe veiligheid Westpoort, waarbij in zone I de meest risicovolle activiteiten
plaatsvinden.
De operationele milieu- en veiligheidsvoorwaarden die vervolgens aan deze activiteit
boord-boordoverslag worden gesteld zijn bij of krachtens de Regionale Havenverordening
Noordzeekanaalgebied 2012 als apart artikel opgenomen (Artikel 4.1 van het
Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012).
De operationele nautische beperkingen per ligplaats qua ruimtebeslag worden separaat
gesteld bij of krachtens de Regionale Havenverordening 2012 (via artikel 3.3 van de
Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012).
In artikel 3.1, eerste lid, onder f van het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012
wordt specifiek een uitzondering gemaakt voor het ligplaats nemen van tankschepen met
gevaarlijke stoffen buiten het oliehavengebied, indien dit schip valt onder de bepalingen
van dit besluit. Op deze wijze kunnen deze tankschepen op de aangewezen openbare
ligplaatsen afmeren, ondanks het feit dat deze ligplaatsen buiten het oliehavengebied
liggen.
Achtergrond
In de aanbevelingen van de International Maritime Organisation (IMO), the safe handling
of dangerous cargoes in port areas, is de volgende tekst opgenomen:
“The Port Authority should be empowered to:
Direct when and where a ship, having any dangerous cargoes should anchor, moor, berth
or remain within the port area, taking into consideration relevant matters such as the
quantity and nature of the dangerous cargoes involved, the environment, the population,
the weather conditions“;
Instrument havenverordening
De havenmeester heeft voor de uitvoering van dit toelatingsbeleid van schepen met
gevaarlijke en schadelijke stoffen een toetsingskader nodig waarin de criteria voor
toelating bepaald zijn. Met andere woorden, welke activiteiten mogen onder welke
voorwaarden op welke ligplaats worden uitgevoerd. De uitwerking hiervan is geregeld via
plaatselijke regelgeving, de Regionale Havenverordening. Specifiek te noemen zijn de
artikelen die gaan over ordening en de operationele voorschriften, die voorwaarden
stellen aan activiteiten die door of op het schip worden uitgevoerd.
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam

Pagina 14 van 52 Haven Amsterdam
Ordening
In de havenverordening is onder andere een gebiedszonering opgenomen van
oliehavengebieden en niet-oliehavengebieden, een ligplaatszonering voor schepen met
verpakte gevaarlijke stoffen en een invaarverbod voor niet-beroepsvaart in bepaalde
havenbekkens. Deze genoemde ordeningsartikelen sluiten aan op andere wetgeving,
waaronder het Binnenvaartpolitiereglement en het ADN 8. In deze regelingen worden de
ligplaatsen geregeld waar binnenvaartschepen met gevaarlijke stoffen ligplaats mogen
nemen. Daarnaast sluiten deze ordeningsbepalingen aan op de milieuvergunningen van
de stuwadoorsbedrijven, die bepaalde type schepen ontvangen. Zo zijn de
oliehavengebieden gesitueerd bij de olieterminals die tankschepen ontvangen. Op deze
wijze wordt geregeld welke schepen op welke ligplaatsen mogen afmeren om een goede
veiligheidsstructuur op het water in de haven te kunnen waarborgen.
Operationele voorschriften: voorwaarden aan activiteiten
In de havenverordening zijn operationele voorschriften opgenomen ter voorkoming van
gevaar, schade of hinder door activiteiten die aan of door (zee)schepen kunnen worden
uitgevoerd. opleveren. Deze activiteiten zijn onder andere rechtstreekse ladingoverslag
tussen schepen.
Strekking van dit besluit
Dit besluit regelt specifiek de leemte in het ligplaatsenbeleid voor tankschepen met
onverpakte vloeibare gevaarlijke en schadelijke stoffen op openbare ligplaatsen, gelegen
buiten de oliehavengebieden. Om een goede afweging te kunnen maken, welke boordboordoverslag
onder welke beperkingen op welke openbare ligplaatsen verantwoord
plaats kan vinden, wordt per openbare ligplaats een onderbouwing gegeven. Deze
onderbouwing bevat een inschatting van de milieugevolgen (lucht, geluid en veiligheid) op
de betreffende ligplaats. Op deze wijze wordt voor deze openbare locaties een
gelijkwaardig beschermingskarakter als een omgevingsvergunning voor een vaste
inrichting geboden. In overleg met de milieu-instanties is gezamenlijk voor deze oplossing
gekozen vanwege het openbare karakter van de locaties en het wisselend gebruik door
diverse partijen.
Er zal een jaarlijkse monitor plaatsvinden en de veranderingen in de omgeving
(aansluiting op bestemmingsplan aan land) zullen permanent worden beschouwd, zodat
wanneer noodzakelijk tijdig aanpassingen aan de toegestane overslagactiviteiten op de
locatie kunnen worden doorgevoerd via een herzien besluit.
Motivatie per ligplaats
Gelet op de resultaten en conclusies van het onderzoek “Externe veiligheidsrisico’s van
activiteiten met onverpakte vloeibare gevaarlijke stoffen in de haven van Amsterdam”,
uitgevoerd door Royal Haskoning in 2009 en 2011, en een geluidsonderzoek door het
bureau dGmR, zijn per openbare ligplaats de (niet) toegestane boord-boordactiviteiten en
de bijbehorende voorschriften en beperkingen per openbare ligplaats beschreven, als
integraal onderdeel van het besluit. Daarnaast is bij de aanwijzing tevens rekening
gehouden met de gebiedsvisie externe veiligheid Westpoort, zodat de toegestane
activiteiten passen binnen het karakter van het gebied.
8 ADN: Europees Verdrag inzake het internationaal vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren.

Pagina 15 van 52 Haven Amsterdam
De operationele voorwaarden waaronder de toegestane boord-boordoverslagen moeten
plaatsvinden om emissie en overlast te voorkomen, vallen onder de operationele
werkingssfeer van de betreffende artikelen bij of krachtens de Regionale
Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012. Naast deze milieu- en
veiligheidsbepalingen zijn er op de betreffende ligplaats soms nog nautische beperkingen
die verband houden met de afmetingen (lengte, breedte, diepgang) van de schepen in
relatie tot de beschikbare ruimte ter plaatse. Deze beperkingen zijn per ligplaats
opgenomen via een apart besluit op basis van artikel 3.3 van de Regionale
Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012. Voor de duidelijkheid wordt gesteld, dat
dit besluit aangeeft wat er in principe mogelijk is aan overslag op de aangewezen
ligplaats. De overslag van gas is op de palen Afrikahaven bijvoorbeeld mogelijk, maar dat
neemt niet weg dat vanuit operationeel oogpunt hier nog wel een ontheffing voor nodig is.
Concreet betekent dit voor de palen Afrikahaven dat er per jaar maximaal 16 maal een
ontheffing mag word afgegeven voor dit type overslag.
Voor de overslag van andere ladingen kan het vanuit operationeel oogpunt noodzakelijk
zijn, dat er een ontheffing nodig is, indien het schip wil afwijken van de operationele regels
zoals gesteld in artikel 4.1 van het Havenreglement Noordzeekanaalgebied.
Afrikahaven, afmeerpalen
Deze locatie is vanwege de ligging in een havenbekken beschut, waardoor de kans op
aanvaring zeer gering is. Tevens is deze locatie niet vrij toegankelijk en zijn er in de
nabijheid van deze locatie géén kwetsbare objecten. Het is derhalve vanuit de ordening
en externe veiligheid acceptabel om alle soorten ladingoverslag plaats te laten vinden op
deze locatie. Er zijn gelet op de aspecten geluid en externe veiligheid wel restricties
gesteld aan het totale aantal overslagen en de maximum hoeveelheden per type overslag
op jaarbasis, zodat deze activiteiten passen binnen de door de havenmeester
gehanteerde normen. Deze normen zijn vergelijkbaar aan de normen die gesteld worden
aan reguliere inrichtingen conform de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Amerikahaven, boei 2
Amerikahaven, boei 2 ligt op een voor aanvaring meer risicovolle locatie, namelijk nabij de
monding van de Amerikahaven. Hierdoor zijn de risico’s van het vrijkomen van lading bij
een aanvaring aanzienlijk. Bovendien is de boei gesitueerd in de nabijheid van een
kantoor, waar veel mensen werken. Vanwege al deze beperkingen kunnen slechts
overslagen plaatsvinden van ladingen, die weinig gevaar met zich meebrengen. Er zijn
gelet op het aspect geluid restricties gesteld aan het totale aantal overslagen, zodat deze
activiteiten passen binnen de door de havenmeester gehanteerde normen.
Amerikahaven, boei 6
Deze locatie is vanwege de ligging in een havenbekken beschut, waardoor de kans op
aanvaring zeer gering is. Het is derhalve vanuit de ordening en externe veiligheid
acceptabel om praktisch alle soorten ladingoverslag plaats te laten vinden op deze
locatie. Er zijn gelet op de aspect geluid en externe veiligheid wel restricties gesteld aan
het totale aantal overslagen en de maximum hoeveelheden per type overslag op
jaarbasis, zodat deze activiteiten passen binnen de door de havenmeester gehanteerde

Pagina 16 van 52 Haven Amsterdam
normen. Deze normen zijn vergelijkbaar aan de normen die gesteld worden aan reguliere
inrichtingen conform de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Hornhaven, boei 2
Deze locatie is vanwege de ligging in een havenbekken beschut, waardoor de kans op
aanvaring zeer gering is. De toegestane boord-boordactiviteiten zijn wel beperkt, gelet op
het karakter van de omgeving. Om de risico’s en overlast te beperken, is slechts overslag
van minder gevaarlijke en schadelijke stoffen toegestaan. Er zijn gelet op het aspect
geluid restricties gesteld aan het totale aantal overslagen, zodat deze activiteiten passen
binnen de door de havenmeester gehanteerde normen.

7 van 52 Haven Amsterdam
Besluit nr. 077 / RHN / 2012
Aanwijzing ligplaatsen tankschepen om te wachten
De Havenmeester van Amsterdam
Gelet op:
� Artikel 3.10 van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012;
� Het besluit van 26 juni 2012 (Gemeenteblad Afd. 3B, nr. 91, 18 juli 2012), waarbij de
havenmeester namens Burgemeester en Wethouders is gemandateerd voor het nemen van
besluiten op grond van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 en het
Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012,waaronder het besluit als bedoeld in artikel 3.10
van de Regionale Havenverordening 2012.
Overwegende dat:
� Het college, en in mandaat de havenmeester, op grond van de Regionale Havenverordening 2012
de bevoegdheid heeft om openbare ligplaatsen voor tankschepen aan te wijzen; daaronder
begrepen is de bevoegdheid om openbare ligplaatsen aan te wijzen ten behoeve van de uit te
voeren activiteiten op die ligplaats;
� De bevoegdheid de mogelijkheid biedt openbare ligplaatsen aan te wijzen, waar deze schepen
veilig en verantwoord ligplaats kunnen nemen;
� De achterliggende gedachte van deze bevoegdheid het milieu en de veiligheid in de haven is;
� Er een noodzaak is tot het vast stellen van ligplaatsenbeleid voor tankschepen geladen met of
leeg van onverpakte vloeibare gevaarlijke en schadelijke stoffen op openbare ligplaatsen;
� Er bij de onderhavige aanwijzing rekening is gehouden met de aspecten externe veiligheid en
milieubelasting in relatie tot de aard en hoeveelheden van de gevaarlijke en schadelijke stoffen en
de door de schepen uitgevoerde activiteiten tijdens het wachten, zoals schoonmaken en
repareren.
� Er bij de onderhavige aanwijzing aangesloten wordt bij de zonering, zoals genoemd in de
Gebiedsvisie Externe Veiligheid Westpoort.

8 van 52 Haven Amsterdam
Besluit:
I.
De volgende openbare ligplaatsen aan te wijzen, waar tankschepen geladen met of leeg van
vloeibare, onverpakte, gevaarlijke of schadelijke stoffen ligplaats mogen nemen om te wachten, zoals
aangeven op de gewaarmerkte plattegrond opgenomen in de bijlage van dit besluit. Dit besluit is niet
van toepassing voor het innemen van deze ligplaatsen ten behoeve van het rechtstreeks overslaan
van lading (boord-boord overslag).
a. Afrikahaven, afmeerpalen
b. Amerikahaven, boei 2
c. Amerikahaven, boei 6
d. Hornhaven, boei 2
e. Mercuriushaven, boei 1 en 5
f. Vlothaven, boei 6
II.
Aan de aanwijzing zijn de volgende algemene voorschriften verbonden:
a. De kapitein of schipper van het tankschip dient zich bij het nemen van ligplaats te houden aan de
aanwijzingen van de havenmeester;
b. De kapitein of schipper van het tankschip is gehouden bij het nemen van ligplaats andere
wettelijke regelingen in acht te nemen.
III.
Aan de aanwijzing zijn per ligplaats de volgende specifieke voorschriften en beperkingen verbonden:
a. Afrikahaven, afmeerpalen
i. Ligplaats nemen (wachten)
1. Er gelden géén beperkingen ten aanzien van het type tankschepen en het
type lading.
ii. Schoonmaken en afgifte van slops
1. Schoonmaken geschiedt conform artikel 5.1 van het Havenreglement
Noordzeekanaalgebied 2012, met de beperking dat droogmaken als bedoeld
in artikel 5.1, eerste lid, onder a, alléén is toegestaan voor tankschepen die
moeten herladen in Amsterdam.
2. De afgifte van residuen afkomstig van ladingen, die ingevolge het
Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 vallen onder de opsomming
van artikel 4.1, vijfde lid, mag slechts plaatsvinden met gebruik van een
dampretouraansluiting.
3. Deze locatie wordt aangewezen als ligplaats, die door de havenmeester als
bevoegde autoriteit voor het ADN 9 kan worden toegewezen voor het
ontgassen van binnenvaarttankers. De aanvraag geschiedt per VHF kanaal
14 en aan de toewijzing kunnen nadere voorwaarden worden gesteld.
iii. Repareren
9 ADN: Europees Verdrag inzake het internationaal vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren.

9 van 52 Haven Amsterdam
1. Repareren geschiedt conform artikel 4.14 van de Regionale
Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012.
b. Amerikahaven, boei 2
i. Ligplaats nemen (wachten)
1. Er mogen geen gastankers ligplaats nemen.
2. Er mogen géén tankschepen, geladen met stoffen die ingevolge het
Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 vallen onder de opsomming
van artikel 4.1, vijfde lid, ligplaats nemen.
3. Er mogen géén tankschepen, leeg van brandbare vloeistoffen met een
vlampunt lager dan 55 graden Celsius, ligplaats nemen, tenzij de atmosfeer in
deze tanks ten hoogste 8% zuurstof- of maximaal 20% van de laagste
explosiegrens brandbare gassen bevat en waarvan de tanks gesloten zijn.
ii. Schoonmaken en afgifte van slops
1. Er mogen géén tanks, leeg van gevaarlijke stoffen, worden schoongemaakt.
2. Er mag géén afgifte plaats vinden van residuen afkomstig van ladingen, die
ingevolge het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 vallen onder de
opsomming van artikel 4.1, vijfde lid.
iii. Repareren
1. Repareren geschiedt conform artikel 4.14 van de Regionale
Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012.
c. Amerikahaven, boei 6
i. Ligplaats nemen (wachten)
1. Er gelden géén beperkingen ten aanzien van het type tankschepen en het
type lading.
ii. Schoonmaken en afgifte van slops
1. Schoonmaken geschiedt conform artikel 5.1 van het Havenreglement
Noordzeekanaalgebied 2012, met de beperking dat droogmaken als bedoeld
in artikel 5.1, eerste lid, onder a, alléén is toegestaan voor tankschepen die
moeten herladen in Amsterdam.
2. De afgifte van residuen afkomstig van ladingen, die ingevolge het
Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 vallen onder de opsomming
van artikel 4.1, vijfde lid, mag slechts plaatsvinden met gebruik van een
dampretouraansluiting.
iii. Repareren
1. Repareren geschiedt conform artikel 4.14 van de Regionale
Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012.
d. Hornhaven, boei 2
i. Ligplaats nemen (wachten)
1. Er gelden géén beperkingen ten aanzien van het type tankschepen en het
type lading.
ii. Schoonmaken en afgifte van slops
1. Schoonmaken geschiedt conform artikel 5.1 van het Havenreglement
Noordzeekanaalgebied 2012, met de beperking dat droogmaken als bedoeld

0 van 52 Haven Amsterdam
in artikel 5.1, eerste lid, onder a, alléén is toegestaan voor tankschepen die
moeten herladen in Amsterdam.
2. De afgifte van residuen afkomstig van ladingen, die ingevolge het
Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 vallen onder de opsomming
van artikel 4.1, vijfde lid, mag slechts plaatsvinden met gebruik van een
dampretouraansluiting.
iii. Repareren
1. Repareren geschiedt conform artikel 4.14 van de Regionale
Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012.
e. Mercuriushaven, boei 1 en 5
i. Ligplaats nemen (wachten)
1. Er mogen geen gastankers ligplaats nemen.
2. Er mogen géén tankschepen, geladen met of leeg van brandbare vloeistoffen
met een vlampunt lager dan 55 graden Celsius, ligplaats nemen, tenzij de
atmosfeer in deze tanks ten hoogste 8% zuurstof- of maximaal 20% van de
laagste explosiegrens brandbare gassen bevat en waarvan de tanks gesloten
zijn.
ii. Schoonmaken en afgifte van slops
1. Er mogen géén tanks, leeg van gevaarlijke of schadelijke stoffen, worden
schoongemaakt.
2. Er mag géén afgifte plaats vinden van residuen afkomstig van ladingen, die
ingevolge het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 vallen onder de
opsomming van artikel 4.1, vijfde lid.
iii. Repareren
1. Repareren geschiedt conform artikel 4.14 van de Regionale
Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012.
f. Vlothaven, boei 6
i. Ligplaats nemen (wachten)
1. Er mogen geen gastankers ligplaats nemen.
2. Er mogen géén tankschepen, geladen met of leeg van brandbare vloeistoffen
met een vlampunt lager dan 55 graden Celsius, ligplaats nemen, tenzij de
atmosfeer in deze tanks ten hoogste 8% zuurstof- of maximaal 20% van de
laagste explosiegrens brandbare gassen bevat en waarvan de tanks gesloten
zijn.
ii. Schoonmaken en afgifte van slops
1. Er mogen géén tanks, leeg van gevaarlijke of schadelijke stoffen, worden
schoongemaakt.
2. Er mag géén afgifte plaats vinden van residuen afkomstig van ladingen, die
ingevolge het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 vallen onder de
opsomming van artikel 4.1, vijfde lid.
iii. Repareren
1. Repareren geschiedt conform artikel 4.14 van de Regionale
Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012.

1 van 52 Haven Amsterdam
IV.
Het besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad, afdeling 3B en treedt in werking op de dag na
publicatie. (anders bij andere gemeenten)
Bijlage: plattegrond openbare ligplaatsen ex artikel 3.10 behorende bij besluit 077/RHN/2012
Datum: 23 juli 2012
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
De Havenmeester
A.M.C. van Oosten
Ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht kan een belanghebbende binnen zes weken na bekendmaking bezwaar maken
tegen dit besluit door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan Burgemeester en
Wethouders van Amsterdam, Postbus 202, 1011 PN Amsterdam.
Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening,
een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het bezwaar. Indien u er voor kiest
om u te laten vertegenwoordigen, verzoeken wij u om een machtiging te (laten) overleggen.
Het indienen van een bezwaar heeft geen schorsende werking. Indien onverwijlde spoed dit vereist kan, hangende de
bezwaarschriftenprocedure, een schorsing of voorlopige voorziening worden gevraagd van de Voorzieningenrechter van de
Rechtbank Amsterdam, Sector Bestuursrecht Algemeen, Parnassusweg 226, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Hieraan
zijn griffiekosten verbonden.

2 van 52 Haven Amsterdam
Bijlage: plattegrond openbare ligplaatsen ex artikel 3.10 behorende bij besluit 077/RHN/2012

3 van 52 Haven Amsterdam
Toelichting op het besluit
Inleiding
In dit besluit worden de openbare ligplaatsen aangewezen waar tankschepen geladen met of leeg van
onverpakte vloeibare gevaarlijke en schadelijke stoffen ligplaats mogen nemen om te wachten. Uit het
oogpunt van veiligheid, milieu en een efficiënte ordening in de haven was het noodzakelijk om de
openbare ligplaatsen aan te wijzen waar deze tankschepen mogen afmeren en de toegestane
activiteiten tijdens het wachten per ligplaats te omschrijven. Bij het aanwijzen van de bedoelde
openbare ligplaatsen is rekening gehouden met de aspecten externe veiligheid en milieubelasting in
relatie tot de aard en hoeveelheden van de gevaarlijke en schadelijke stoffen en de door de schepen
eventueel uitgevoerde activiteiten schoonmaken en repareren tijdens het wachten. Daarnaast wordt
aangesloten bij de zonering van de gebiedsvisie externe veiligheid Westpoort, waarbij in zone I de
meest risicovolle activiteiten plaatsvinden.
De operationele milieu- en veiligheidsvoorwaarden die vervolgens aan deze activiteiten worden
gesteld zijn bij of krachtens de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 als apart
artikel opgenomen. (Artikel 4.14 Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 (reparatie)
en artikel 5.1 van het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 (schoonmaken)). Deze artikelen
en eventuele aanvullingen of afwijkingen worden in dit besluit bij de specifieke voorwaarden van de
activiteiten per ligplaats vermeld.
De activiteit boord-boord overslag van vloeibare lading op openbare ligplaatsen is uitgezonderd; aan
te wijzen openbare ligplaatsen waar deze activiteit plaats mag vinden en de voorschriften en
beperkingen worden voor deze activiteit in een separaat besluit vastgesteld.
De operationele nautische beperkingen per ligplaats qua ruimtebeslag worden separaat gesteld bij of
krachtens de Regionale Havenverordening 2012 (via artikel 3.3 van de Regionale Havenverordening
Noordzeekanaalgebied 2012).
In artikel 3.1, eerste lid, onder f van het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 wordt specifiek
een uitzondering gemaakt voor het ligplaats nemen van tankschepen met gevaarlijke stoffen buiten
het oliehavengebied, indien dit schip valt onder de bepalingen van dit besluit. Op deze wijze kunnen
deze tankschepen op de aangewezen openbare ligplaatsen afmeren, ondanks het feit dat deze
ligplaatsen buiten het oliehavengebied liggen.
Achtergrond
In de aanbevelingen van de International Maritime Organisation (IMO), the safe handling of dangerous
cargoes in port areas, is de volgende tekst opgenomen:
“The Port Authority should be empowered to:
Direct when and where a ship, having any dangerous cargoes should anchor, moor, berth or remain
within the port area, taking into consideration relevant matters such as the quantity and nature of the
dangerous cargoes involved, the environment, the population, the weather conditions; “

4 van 52 Haven Amsterdam
Instrument havenverordening
De havenmeester heeft voor de uitvoering van dit toelatingsbeleid van schepen met gevaarlijke en
schadelijke stoffen een toetsingskader nodig waarin de criteria voor toelating bepaald zijn. Met andere
woorden, welke activiteiten mogen onder welke voorwaarden op welke ligplaats worden uitgevoerd.
De uitwerking hiervan is geregeld via plaatselijke regelgeving, de Regionale Havenverordening.
Specifiek te noemen zijn de artikelen die gaan over ordening en de operationele voorschriften, die
voorwaarden stellen aan activiteiten die door of op het schip worden uitgevoerd.
Ordening
In de havenverordening is onder andere een gebiedszonering opgenomen van oliehavengebieden en
niet-oliehavengebieden, een ligplaatszonering voor schepen met verpakte gevaarlijke stoffen en een
invaarverbod voor niet-beroepsvaart in bepaalde havenbekkens. Deze genoemde ordeningsartikelen
sluiten aan op andere wetgeving, waaronder het Binnenvaartpolitiereglement en het ADN 10. In deze
regelingen worden de ligplaatsen geregeld waar binnenvaartschepen met gevaarlijke stoffen ligplaats
mogen nemen. Daarnaast sluiten deze ordeningsbepalingen aan op de milieuvergunningen van de
stuwadoorsbedrijven, die bepaalde type schepen ontvangen. Zo zijn de oliehavengebieden
gesitueerd bij de olieterminals die tankschepen ontvangen. Op deze wijze wordt geregeld welke
schepen op welke ligplaatsen mogen afmeren om een goede veiligheidsstructuur op het water in de
haven te kunnen waarborgen.
Operationele voorschriften: voorwaarden aan activiteiten
In de havenverordening zijn operationele voorschriften opgenomen ter voorkoming van gevaar,
schade of hinder door activiteiten die aan of door (zee)schepen kunnen worden uitgevoerd. Deze
activiteiten zijn onder andere afgifte van slops, repareren en schoonmaken.
Strekking van dit besluit
Dit besluit regelt specifiek de leemte in het ligplaatsenbeleid voor tankschepen met onverpakte
vloeibare gevaarlijke en schadelijke stoffen op openbare ligplaatsen, gelegen buiten de
oliehavengebieden. Uit het oogpunt van veiligheid, milieu en een efficiënte ordening in de haven was
het noodzakelijk om de openbare ligplaatsen aan te wijzen waar deze tankschepen mogen afmeren
om te wachten en om per ligplaats de toegestane activiteiten te omschrijven.
Om een goede afweging te kunnen maken, welke activiteiten onder welke beperkingen op welke
openbare ligplaatsen verantwoord plaats kunnen vinden, wordt per openbare ligplaats een
onderbouwing gegeven. Deze onderbouwing bevat een inschatting van de milieugevolgen (lucht en
veiligheid) op de betreffende ligplaats.
Daarnaast zal een jaarlijkse monitor plaatsvinden en zullen de veranderingen in de omgeving
(aansluiting op bestemmingsplan aan land) permanent worden beschouwd, zodat wanneer
noodzakelijk tijdig aanpassingen aan de toegestane activiteiten op de locatie kunnen worden
doorgevoerd via een herzien besluit.
Motivatie per ligplaats
Gelet op de resultaten en conclusies van het onderzoek “Externe veiligheidsrisico’s van activiteiten
met onverpakte vloeibare gevaarlijke stoffen in de haven van Amsterdam”, uitgevoerd door Royal
Haskoning in 2009 en 2011, zijn per openbare ligplaats de (niet) toegestane activiteiten en de
10 ADN: Europees Verdrag inzake het internationaal vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren.

5 van 52 Haven Amsterdam
bijbehorende voorschriften en beperkingen per openbare ligplaats beschreven, als integraal onderdeel
van het besluit. Daarnaast is bij de aanwijzing tevens rekening gehouden met de gebiedsvisie externe
veiligheid westpoort, zodat de toegestane activiteiten passen binnen het karakter van het gebied.
De uitvoering van de toegestane activiteiten zoals onder andere repareren, schoonmaken en
bunkeren valt onder de operationele werkingssfeer van de betreffende artikelen bij of krachtens de
Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012. Naast deze milieu- en
veiligheidsbepalingen zijn er op de betreffende ligplaats soms nog nautische beperkingen die verband
houden met de afmetingen (lengte, breedte, diepgang) van de schepen in relatie tot de beschikbare
ruimte ter plaatse, Deze beperkingen zijn per ligplaats opgenomen via een apart besluit op basis van
artikel 3.3 van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012.
Afrikahaven, afmeerpalen
Deze locatie is vanwege de ligging in een havenbekken beschut, waardoor de kans op aanvaring zeer
gering is. Tevens is deze locatie niet vrij toegankelijk en zijn er in de nabijheid van deze locatie géén
kwetsbare objecten. Het is derhalve vanuit de ordening en externe veiligheid acceptabel om
tankschepen met alle soorten ladingen toe te laten op deze locatie. Ook alle operationele activiteiten
die samenhangen met wachten zoals schoonmaken, repareren, bunkeren en slops afgeven kunnen
gelet op de omgeving zonder problemen plaatsvinden onder de operationele voorwaarden, die bij of
krachtens de Regionale Havenverordening Noordzee-kanaalgebied 2012 gesteld worden. Voor het
droogmaken na het wassen van de tanks met vloeibare gevaarlijke stoffen geldt de beperking, dat dit
alléén is toegestaan indien herladen wordt in Amsterdam om emissies in de haven te minimaliseren.
Om de risico’s en overlast te beperken, zijn operaties met betrekking tot de afgifte van vloeibare
gevaarlijke stoffen alleen dan toegestaan, wanneer bewerkstelligd kan worden dat er géén emissies
plaatsvinden van gevaarlijke stoffen (dampretourverplichting).
Deze locatie is hiernaast aangewezen als locatie voor binnenvaarttankers om te ontgassen. De
specifieke toestemming voor deze activiteit is niet geregeld bij of krachtens de Regionale
Havenverordening 2012, maar is vastgelegd in het ADN. Door of namens de Havenmeester, als
bevoegde autoriteit voor het ADN, kan de ligplaats worden toegewezen aan de binnentankvaart,
waarbij op basis van het ADN nadere voorwaarden kunnen worden gesteld. Hierbij wordt dezelfde lijn
gehanteerd als voor de zeetankvaart; de mogelijkheid tot toestemming is alleen aanwezig, als er
herladen wordt in Amsterdam. Aanvragen van deze toestemming op basis van het ADN kan door de
binnentankvaart geschieden op VHF kanaal 14.
Amerikahaven, boei 2
Amerikahaven, boei 2 ligt op een voor aanvaring meer risicovolle locatie, namelijk nabij de monding
van de Amerikahaven. Hierdoor zijn de risico’s van het vrijkomen van lading bij een aanvaring
aanzienlijk. Bovendien is de boei gesitueerd in de nabijheid van een kantoor, waar veel mensen
werken. Vanwege al deze beperkingen kunnen slechts tankschepen op deze boei afmeren, die qua
ladingeigenschappen weinig gevaar met zich meebrengen. Ook de toegestane activiteiten zijn beperkt
om de risico’s te verkleinen.
Amerikahaven, boei 6

6 van 52 Haven Amsterdam
Deze locatie is vanwege de ligging in een havenbekken beschut, waardoor de kans op aanvaring zeer
gering is. Tevens is deze locatie niet vrij toegankelijk. Het is derhalve vanuit de ordening en externe
veiligheid acceptabel om tankschepen met alle soorten lading toe te laten op deze locatie. Ook alle
operationele activiteiten die samenhangen met wachten zoals schoonmaken, repareren, bunkeren en
slops afgeven kunnen gelet op de omgeving zonder problemen plaatsvinden onder de operationele
voorwaarden, die bij of krachtens de Regionale Havenverordening Noordzee-kanaalgebied 2012
gesteld worden. Voor het droogmaken na het wassen van de tanks met vloeibare gevaarlijke stoffen
geldt de beperking, dat dit alléén is toegestaan indien herladen wordt in Amsterdam om emissies in de
haven te minimaliseren. Om de risico’s en overlast te beperken, zijn operaties met betrekking tot de
afgifte van vloeibare gevaarlijke stoffen alleen dan toegestaan, wanneer bewerkstelligd kan worden
dat er géén emissies plaatsvinden van gevaarlijke stoffen (dampretourverplichting).
Hornhaven, boei 2
Deze locatie is vanwege de ligging in een havenbekken beschut, waardoor de kans op aanvaring zeer
gering is. Tevens is deze locatie niet vrij toegankelijk. Het is derhalve vanuit de ordening en externe
veiligheid acceptabel om tankschepen met alle soorten lading toe te laten op deze locatie. Ook alle
operationele activiteiten die samenhangen met wachten zoals schoonmaken, repareren, bunkeren en
slops afgeven kunnen gelet op de omgeving zonder problemen plaatsvinden onder de operationele
voorwaarden, die bij of krachtens de Regionale Havenverordening Noordzee-kanaalgebied 2012
gesteld worden. Voor het droogmaken na het wassen van de tanks met vloeibare gevaarlijke stoffen
geldt de beperking, dat dit alléén is toegestaan indien herladen wordt in Amsterdam om emissies in de
haven te minimaliseren. Om de risico’s en overlast te beperken, zijn operaties met betrekking tot de
afgifte van vloeibare gevaarlijke stoffen alleen dan toegestaan, wanneer bewerkstelligd kan worden
dat er géén emissies plaatsvinden van gevaarlijke stoffen (dampretourverplichting).
Mercuriushaven, boei 1 & 5
De boeien in de Mercuriushaven liggen op voor aanvaring meer risicovolle locaties. Boei 1 ligt nabij de
monding van de Mercuriushaven en boei 5 ligt aan de drukke vaarweg in de Mercuriushaven. Hierdoor
zijn de risico’s van het vrijkomen van lading bij een aanvaring aanzienlijk. De toegestane activiteiten
zijn, gelet op het karakter van de omgeving, beperkt. Om de risico’s en overlast te beperken, zijn
operaties met betrekking tot schoonmaken en afgifte van vloeibare gevaarlijke stoffen niet toegestaan,
omdat dit bij het vrijkomen van deze stoffen risico’s met zich mee kan brengen.
Vlothaven, boei 6 & 8
Deze locatie is, vanwege de ligging in een havenbekken, weliswaar beschut, maar er is veel
bestemmingsverkeer voor de bedrijven in dit havenbekken. De toegestane activiteiten zijn beperkt,
gelet op het karakter van de omgeving. Om de risico’s en overlast te beperken, zijn operaties met
betrekking tot schoonmaken en afgifte van vloeibare gevaarlijke stoffen niet toegestaan, omdat dit bij
het vrijkomen van deze stoffen risico’s met zich mee kan brengen.

Besluit nr. 078 /RHN /2012
Aanwijzing havenbekkens met een invaarverbod op grond van de Regionale
Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 en het Havenreglement
Noordzeekanaalgebied 2012
De Havenmeester van Amsterdam
Gelet op:
� Artikel 3.8 van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012;
� Artikel 1.1 onder q van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012;
� Artikel 3.1 van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012;
� Bijlage 2, behorende bij artikel 1.1, onderdelen p en q van de Regionale
Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012;
� Het besluit van 26 juni 2012 (Gemeenteblad Afd. 3B, nr. 91, 18 juli 2012), waarbij de
havenmeester namens Burgemeester en Wethouders is gemandateerd voor het nemen
van besluiten op grond van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012
en het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012;
� Bijlage 7, onder A 1 Verbodstekens van het Binnenvaartpolitiereglement.
Overwegende dat:
� Het college, en in mandaat de havenmeester, bevoegd is havenbekkens aan te wijzen
waar een verbod geldt voor een schip om die havenbekkens in te varen of zich te
bevinden in die havenbekkens;
� De havenmeester deze havenbekkens aanwijst, omdat binnen die gebieden vanuit het
oogpunt van ordening en veiligheid het ongewenst is alle scheepvaartverkeer toe te laten;
� Om die reden het is verboden voor bepaalde schepen deze havenbekkens in te varen of
zich te bevinden in die havenbekkens;
� Deze aanwijzing aan weerszijden in de mondingen van de havenbekkens is waar te
nemen door middel plaatsing van het verkeersteken, zijnde het verbodsbord A1, invaren
verboden met onderbord zoals voorgeschreven in het Binnenvaartpolitiereglement.
Besluit:
I. De volgende havenbekkens aan te wijzen, zoals aangeven in Bijlage 2 behorende
bij artikel 1.1,onderdelen p en q van de Regionale Havenverordening
Noordzeekanaalgebied 2012:
1. Mercuriushaven
2. Coenhaven
3. Petroleumhaven
4. Jan van Riebeeckhaven
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam

Pagina 28 van 52 Haven Amsterdam
5. Westhaven
6. Amerikahaven
7. Afrikahaven
II. Aan weerszijden van de havenbekkens, genoemd onder I, verkeerstekens zijnde
verkeersborden, zoals omschreven in Bijlage 7 onder A1 van het
Binnenvaartpolitiereglement, te plaatsen, inhoudende het verbod om de haven in
te varen.
III. Onder deze borden nadere aanduidingen zijn aangebracht met de tekst:
‘m.u.v. bestemmingsverkeer (art. 3.8 Regionale Havenverordening
Noordzeekanaalgebied 2012)’.
IV. Het besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad, afdeling 3B en treedt in
werking op de dag na publicatie.
Datum: 23 juli 2012
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
De havenmeester,
A.M.C. van Oosten
Ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht kan een belanghebbende binnen zes weken na bekendmaking
bezwaar maken tegen dit besluit door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden
gericht aan Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, Postbus 202, 1011 PN Amsterdam.
Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de
dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het
bezwaar. Indien u er voor kiest om u te laten vertegenwoordigen, verzoeken wij u om een machtiging te (laten)
overleggen.
Het indienen van een bezwaar heeft geen schorsende werking. Indien onverwijlde spoed dit vereist kan,
hangende de bezwaarschriftenprocedure, een schorsing of voorlopige voorziening worden gevraagd van de
Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam, Sector Bestuursrecht Algemeen, Parnassusweg 226,
Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Hieraan zijn griffiekosten verbonden.
Toelichting
In verband met de ordening en veiligheid van de Amsterdamse haven is het ongewenst dat al
het scheepvaartverkeer de havens in kan varen of zich daar te bevinden. In artikel 3.8 van de
Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 (RHN 2012) is om die reden een
bepaling opgenomen dat het college havenbekkens kan aanwijzen waar een verbod geldt voor

Pagina 29 van 52 Haven Amsterdam
een schip om die havenbekkens in te varen of zich te bevinden in die havenbekkens. In artikel
1.1 onder q RHN 2012 wordt onder een havenbekken verstaan een aan de doorgaande
vaarweg kunstmatig gegraven bassin, zoals aangegeven op de kaart in bijlage 2 bij deze
verordening, dat toegankelijk is voor de beroepsscheepvaart.
In dit besluit wordt verwezen naar Bijlage 2, behorende bij artikel 1.1. onderdelen p en q van
de RHN 2012. Het gaat hier om zeven genoemde havenbekkens. De Oude Houthaven, IJ-
haven en de havenbekkens in stadsdeel Noord zijn hiervan uitgezonderd. Dit heeft te maken
met het feit dat deze havenbekkens bestemd en gebruikt worden voor de doorgaande
scheepvaart.
In artikel 3.8 lid 2 RHN 2012 zijn bepaalde categorieën van schepen aangewezen welke
uitsluitend de bedoelde havenbekkens in mogen varen of zich daarin te bevinden. Deze
categorieën zijn:
a. een schip dat moet laden, lossen of wachten op een ligplaats als bedoeld in artikel
3.2, eerste lid;
b. een zeegaand passagiersschip of een riviercruiseschip dat zich rechtstreeks en
zonder onderbreking naar een hiertoe bestemde ligplaats begeeft;
c. een pleziervaartuig of zeilschip dat zich rechtstreeks en zonder onderbreking begeeft
naar een in het havenbekken gelegen jachthaven, scheepswerf of een op het
havenbekken aansluitende vaarweg die voor die vaartuigen openstaat dan wel een
voor deze vaartuigen bestemde ligplaats;
d. een dienstverlenend schip;
e. een bunkerschip;
f. een schip dat in dienst is van een publiekrechtelijk lichaam dan wel werkzaamheden
verricht in opdracht van een publiekrechtelijk lichaam;
g. een schip waarvan de aanwezigheid in de haven in verband met de aankomst, het
verblijf of het vertrek van een schip als bedoeld in onderdeel a of b, uit een oogpunt
van de uitoefening van het scheepvaartbedrijf noodzakelijk is;
h. een werkschip waarvan de aanwezigheid in de haven noodzakelijk is in verband met
nieuwbouw - of onderhoudswerkzaamheden aan de haveninfrastructuur; of
i. een schip dat baggerwerkzaamheden uitvoert.
Deze categorieën schepen zijn te beschouwen als bestemmingsverkeer waarbij gedacht moet
worden aan schepen die dienen te laden, lossen of wachten in een havenbekken. Verder gaat
het om schepen welke noodzakelijk zijn voor de scheepvaart, zoals bunkerschepen en
dienstverlenende schepen. Ook schepen van toezichthouders en schepen die werkzaamheden
aan de havenstructuur uitvoeren, vallen onder de uitzonderingen, zoals omschreven in artikel
3.8 lid 2 RHN 2012.
Omwille van de duidelijkheid voor de verkeersdeelnemers zullen aan weerzijden van de
genoemde havens verkeerstekens (in dit geval verkeersborden) worden geplaatst die zijn
voorzien van nadere aanduidingen. Deze verkeerstekens zijn vermeld in het Binnenvaartpolitiereglement.
In artikel 3.1 lid 1 RHN 2010 is bepaald dat het college in het belang van de
ordening verkeerstekens kunnen plaatsen. Ingevolge artikel 3.1 lid 2 is het verboden te
handelen met het verkeersteken of de daarbij behorende nadere aanduidingen.

Besluit nr. 079 / RHN / 2012
Aanwijzingsbesluit ligplaatszonering
De Havenmeester van Amsterdam
Gelet op:
� Artikel 12.1 van het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 jo. bijlage 3 van het
Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012.
� Het besluit van 26 juni 2012 (Gemeenteblad Afd. 3B, nr. 91, 18 juli 2012), waarbij de
havenmeester namens Burgemeester en Wethouders onder meer is gemandateerd voor
het nemen van besluiten op grond van artikel 12.1 van het Havenreglement
Noordzeekanaalgebied 2012.
Overwegende dat:
� Artikel 12.1 van het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 voor schepen, geladen
met bepaalde verpakte gevaarlijke stoffen als genoemd in bijlage 3 van het
Havenreglement Noordzeekanaalgebied, voor het ligplaats nemen in acht te nemen
afstanden ten opzichte van kwetsbare objecten voorschrijft;
� De achterliggende gedachte van deze regeling uit artikel 12.1 van het Havenreglement
Noordzeekanaalgebied 2012 de veiligheid is voor de omgeving ten aanzien van de
afgemeerde scheepvaart met verpakte gevaarlijke stoffen in de haven;
� Deze regeling de leemte invult met betrekking tot het ligplaatsenbeleid voor schepen
geladen met verpakte gevaarlijke stoffen;
� Schepen met verpakte gevaarlijke stoffen bij het ligplaats nemen derhalve een afstand aan
dienen te houden tot kwetsbare objecten conform de afstandstabel uit bijlage 3 van het
Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012;
� De afstandstabel uit deze bijlage 3 een onderscheid kent in:
o Zone A, 0-100 meter tot kwetsbare objecten
o Zone B, 100-300 meter tot kwetsbare objecten
o Zone C, 300-500 meter tot kwetsbare objecten
o Zone D, 500-800 meter tot kwetsbare objecten
o Zone E, ≥ 800 meter tot kwetsbare objecten;
� De locaties van de kwetsbare objecten in de haven, zoals gedefinieerd in het Besluit
externe veiligheid inrichtingen, bepalend zijn voor de indeling van een ligplaats in zone A,
B, C, D of E.
Besluit:
I. Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 12.1 van het Havenreglement
Noordzeekanaalgebied 2012, aan te wijzen als kwetsbare objecten de objecten
als vermeld op de in bijlage 1 bij dit besluit opgenomen en gewaarmerkte
plattegrond met kwetsbare objecten in en grenzend aan het havengebied, waarbij
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam

Pagina 31 van 52 Haven Amsterdam
als kwetsbaar zijn aangemerkt voor de afstandsbepaling tot de verscheidene
ligplaatsen de op de kaart als kantoren, horeca en gevangenis aangegeven
objecten.
II. Vast te stellen ter uitvoering de in bijlage 2 bij dit besluit opgenomen tabel met de
indeling van de ligplaatsen in zone A, B,C,D of E en de in bijlage 3 en 4 bij dit
besluit opgenomen gewaarmerkte plattegronden met de indeling van de
ligplaatsen in zone A, B,C,D of E.
III. De onder I. en II. genoemde plattegronden en tabellen aan te passen indien er
wijzigingen in de bebouwing in en grenzend aan het havengebied plaatsvinden,
die van rechtstreekse invloed zijn op de zone-indeling van de ligplaatsen.
IV. Dit besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad, afdeling 3B en treedt in
werking op de dag na publicatie.
Bijlagen:
� Bijlage 1, plattegrond met kwetsbare objecten (kantoor, horeca, gevangenis)
� Bijlage 2, tabel met zone-indeling ligplaatsen
� Bijlage 3, plattegrond met ligplaatsen, westelijk deel van de haven
� Bijlage 4, plattegrond met ligplaatsen, oostelijk deel van de haven
Datum: 23 juli 2012
Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam
De Havenmeester
A.M.C. van Oosten
Ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht kan een belanghebbende binnen zes weken na bekendmaking
bezwaar maken tegen dit besluit door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden
gericht aan Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, Postbus 202, 1011 PN Amsterdam.
Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de
dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het
bezwaar. Indien u er voor kiest om u te laten vertegenwoordigen, verzoeken wij u om een machtiging te (laten)
overleggen.
Het indienen van een bezwaar heeft geen schorsende werking. Indien onverwijlde spoed dit vereist kan,
hangende de bezwaarschriftenprocedure, een schorsing of voorlopige voorziening worden gevraagd van de
Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam, Sector Bestuursrecht Algemeen, Parnassusweg 226,
Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Hieraan zijn griffiekosten verbonden.

Bijlage 1 plattegrond met kwetsbare objecten

Bijlage 2 Tabel ligplaatsen zone-indeling
Deze bijlage geeft een overzicht van de ligplaatsen die binnen een bepaalde afstand tot kwetsbare
objecten liggen.
Groep A: Ligplaatsen binnen 100 m van kwetsbaar object
Nummer Naam ligplaats
44 Suezhaven Ferry 3
86 Minervahaven Wachtsteiger
Groep B: Ligplaatsen tussen 100 m en 300 m van kwetsbaar object
Nummer Naam ligplaats
24 Australiehaven Paes Kade
28 Aziehaven Hanson Agregates Zeesteiger
45 Suezhaven Markus
58 Carel Reynierszhaven Heymanskade
59 Carel Reynierszhaven Egmond Kade
60 Carel Reynierszhaven Mondo Kade
62 Coenhaven Eggerding Westerhoofd
63 Coenhaven Pier Amerika
64 Coenhaven Pier Afrika
65 Coenhaven Pier Azie
72 Mercuriushaven Cargill Olieverlading
73 Mercuriushaven Cargill Meelverlading
76 Vlothaven Igma Ligplaats 1
77 Vlothaven Igma Ligplaats 4
78 Vlothaven Pakhoed Kade
79 Vlothaven Dwarswal
85 Mercuriushaven Houtveem Kade
88 Shipdock Ligplaats 2
89 Shipdock Ligplaats 3
95 Grasweg Norwegian Talk
96 Shipdock Ligplaats 5
97 Shipdock Ligplaats 6
98 Shipdock Ligplaats 4
Groep C: Ligplaatsen tussen 300 m en 500 m van kwetsbaar object
Nummer Naam ligplaats
8 Afrikahaven Citos
18 Amerikahaven Boei 2
19 Amerikahaven Voorbij Beton
20 Amerikahaven Boei 6
21 Amerikahaven Rietlanden Palen

22 Australiëhaven Graniet Import Palen
23 Australiëhaven AGM Bouwgrondstoffen Kade
25 Aziëhaven Rietlanden Kade
26 Aziëhaven Rietlanden Palen A-B-C
27 Aziëhaven Rietlanden Palen D-E-F
29 Westhaven Cargill
30 Westhaven Beemsterboer Kade
31 Westhaven Waterland Terminal 1
32 Westhaven Waterland Terminal 2
33 Westhaven Waterland Terminal 3
36 Westhaven Containerkade
37 Westhaven Steinweg Handelsveem
38 Westhaven Stukgoedkade
39 Hornhaven Ceres
40 Hornhaven Vollers Steinweg
41 Hornhaven Boei 2
42 Beringhaven VCK Ferry 1
43 Beringhaven VCK Ferry 2
46 Suezhaven Kade Noordzijde (USA)
48 Bosporushaven HKS Kade
49 Bosporushaven Heijmans
50 Sonthaven Welter Kade
52 Sonthaven OBA Toren 2
56 Westhaven Nieuwe OBA Kade
57 Westhaven ACP Palen
66 Coenhaven Amfert Kade
70 Mercuriushaven Boei 1
71 Mercuriushaven Boei 5
74 Vlothaven Igma Ligplaats 10
75 Vlothaven Igma Ligplaats 11
80 Vlothaven Boei 6
81 Vlothaven USA
82 Vlothaven IGMA
83 Mercuriushaven Loods 13 A
84 Neptunushaven Kade
87 Shipdock Ligplaats 1
94 van Vliet (Toetsenbordweg)
99 Madagascar Haven
103 Palen Handelsveem

Groep D: Ligplaatsen tussen 500 m en 800 m van kwetsbaar object
Nummer Naam ligplaats
7 Afrikahaven Palen Zuid
9 Alaskahaven Noordzijde
10 Alaskahaven Zuidzijde
11 Amerikahaven Paragon Kade
12 Amerikahaven USA
13 Cacaohaven USA
14 Amerikahaven Cargill Pneumaat
15 Amerikahaven Cargill Olieverlading
16 Amerikahaven Cargill Meelverlading
34 Westhaven Waterland Kade
35 Westhaven Kade Koopman
47 Bosporushaven HKS Palen
51 Sonthaven OBA Toren 1
53 Sonthaven OBA Meelverlading
54 Westhaven OBA Meelverlading
55 Westhaven OBA
61 Jan van Riebeeckhaven NUON Kade
67 Coenhaven Amfert Zuurlosplaats
68 Coenhaven Amfert Noorderhoofd
69 Amfert Noordzeekanaalzijde Palen A-F
101 KWS-palen
102 Oost Coentunnel kade Amsterdam Noord
Groep E: Ligplaatsen op meer dan 800 m van een kwetsbaar object
Nummer Naam ligplaats
1 Afrikahaven Rietlanden ACT
2 Zanzibarhaven Noord
3 Zanzibarhaven Zuid
4 Afrikahaven West
100 Afrikahaven Palen Noord

Bijlage 3 plattegrond met ligplaatsen westelijk deel van de haven

Bijlage 4 plattegrond met ligplaatsen oostelijk deel van de haven

Toelichting op het besluit
In dit besluit worden de in de haven aanwezige ligplaatsen, waar schepen met verpakte gevaarlijke stoffen
mogelijk ligplaats kunnen nemen, ingedeeld in een groep volgens de afstandstabel ligplaatszonering uit bijlage 3
van het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012.
De havenmeester maakt op grond van dit besluit derhalve een praktische vertaling van artikel 12.1. Hierbij is
gebruik gemaakt van de referentiepunten “kwetsbare objecten”, zoals aangegeven op de plattegrond in bijlage 1
van dit besluit. Deze plattegrond bevat de relevante objecten in de buurt van de ligplaatsen; als bronbestand
voor deze plattegrond is gebruik gemaakt van de kaart van de dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente
Amsterdam, getiteld “kwetsbare functies in Westpoort”.
De voor artikel 12.1 relevante kwetsbare functies, zijnde kwetsbare objecten in de zin van het Besluit externe
veiligheid inrichtingen (BEVI), zijn op deze plattegrond aangegeven als kantoor, horeca of gevangenis. Bij de
indeling van de ligplaatsen in afstandscategorieën (A,B,C,D of E) zijn deze objecten gebruikt als referentiepunt.
Ingevolge artikel 12.1, tweede lid van het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012, is in individuele
gevallen ontheffing mogelijk voor een schip met verpakte gevaarlijke stoffen om toch ligplaats te kunnen nemen
op een ligplaats in afwijking van de regels zoals gesteld op basis van artikel 12.1, eerste lid. Dit kan indien
passende maatregelen voor een gelijk beschermingsniveau zorg dragen. Ook het type kwetsbare objecten in de
nabijheid van de ligplaats wordt bij de ontheffingsaanvraag in ogenschouw genomen; kantoren met een
havenfunctie, zijnde kantoren die een directe binding hebben met een havenfaciliteit of met de afgemeerde
scheepvaart, zijn op de plattegrond aangegeven als haven-gebonden kantoren. In veel gevallen is het daar
werkende personeel door de genoemde binding op de hoogte van en geïnstrueerd over de handelswijze bij
mogelijke incidenten met deze schepen.
De ruimtelijke ordening, zowel van de haven als van het havengebied, is onderhevig aan constante verandering.
Dit betekent dan ook dat de consequenties van deze plannen afgezet zullen worden tegen deze
ligplaatszonering; en bij gerealiseerde veranderingen in bebouwing, die van invloed zijn op de ligplaatszonering,
dit besluit zal worden aangepast. Samengevat betekent dit een monitorende rol van de havenmeester om tijdig
in te kunnen spelen op deze veranderingen.

Besluit nr. 080 / RHN / 2012
Erkenning bootliedenorganisatie Boot- en stuurliedencoöperatief “de Koperen Ploeg” W.A. in
het kader van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 en het
Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012.
De Havenmeester van Amsterdam
Gelet op:
� De aanvraag van de heren M.J. Schotte en J.G. H. Götz van der Vet namens Boot- en
stuurliedencoöperatief “de Koperen Ploeg” W.A. d.d. 21 juni 2012 voor een erkenning als
bootliedenorganisatie voor onbepaalde tijd voor het hele Noordzeekanaalgebied zijnde de
gemeenten Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad.
� Artikel 3.12 van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012.
� Het besluit van 26 juni 2012 (Gemeenteblad Afd. 3B, nr. 91, 18 juli 2012), waarbij de
havenmeester door het college van burgemeester en wethouders is gemandateerd voor het
nemen van besluiten op grond van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied
2012 en het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012.
Overwegende dat:
� Het college, en in mandaat de havenmeester, bevoegd is bootliedenorganisaties te erkennen.
� Bootliedenorganisaties van belang zijn om zorg te dragen voor gekwalificeerde bootlieden.
� Nieuwe regelgeving omtrent erkenning van bootlieden in werking is getreden waardoor de
noodzaak is ontstaan de huidige erkenningen in te trekken en nieuwe te verlenen (op aanvraag)
conform de nieuwe regelgeving.
� Boot- en stuurliedencoöperatief “de Koperen Ploeg” W.A. al lange tijd actief is in het
Noordzeekanaalgebied waarbij de ervaringen positief zijn.
Besluit:
I. Boot- en stuurliedencoöperatief “de Koperen Ploeg” W.A., gevestigd te Amsterdam,
ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel onder nummer 33026038,
met ingang van 1 juli 2012 te erkennen als bootliedenorganisatie in de zin van artikel
3.12 Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 en artikel 8.1
Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012.

II. Als voorschrift voor de erkenning de verplichting te stellen te voldoen aan het gestelde
in artikel 9.1 Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 (beroep en verplichtingen
bootman).
III. In aanvulling op het genoemde onder II aan deze erkenning het volgende voorschrift te
verbinden:
Bootlieden- en schepenbestand.
Jaarlijks in de maand januari, verstrekt de organisatie aan de Havenmeester Amsterdam
een overzicht van haar bootliedenbestand, onder vermelding van de gegevens zoals
genoemd in artikel 8.1. lid e van het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012, alsmede
een overzicht van het schepenbestand met vermelding van het nummer van het certificaat
van onderzoek, dan wel het bewijs van deugdelijkheid.
IV. Dat de aanvraag d.d. 21 juni 2012 in zijn geheel onderdeel uit maakt van de erkenning.
V. In te trekken het besluit van de havenmeester Amsterdam, gepubliceerd in het
Gemeenteblad d.d. 23 mei 1997 (afdeling 3, nummer 19).
VI. Het besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad, afdeling 3B en treedt in werking op
de dag na publicatie.
Datum: 23 juli 2012
Namens het college van burgemeester en wethouders Amsterdam,
De havenmeester
A.M.C. van Oosten
Ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht kan een belanghebbende binnen zes weken na bekendmaking bezwaar
maken tegen dit besluit door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan
Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, Postbus 202, 1011 PN Amsterdam.
Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de
dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het bezwaar.
Indien u er voor kiest om u te laten vertegenwoordigen, verzoeken wij u om een machtiging te (laten) overleggen.
Het indienen van een bezwaar heeft geen schorsende werking. Indien onverwijlde spoed dit vereist kan, hangende de
bezwaarschriftenprocedure, een schorsing of voorlopige voorziening worden gevraagd van de Voorzieningenrechter
van de Rechtbank Amsterdam, Sector Bestuursrecht Algemeen, Parnassusweg 226, Postbus 75850, 1070 AW
Amsterdam. Hieraan zijn griffiekosten verbonden.

Besluit nr. 081 / RHN / 2012
Erkenning bootliedenorganisatie Coöperatieve vereniging van Vletterlieden W.A. in het
kader van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 en het
Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012.
De Havenmeester van Amsterdam
Gelet op:
� De aanvraag van de heren P.J. Cheret en M. Verduijn namens Coöperatieve
vereniging van Vletterlieden W.A. d.d. 10 juli 2012 voor een erkenning als
bootliedenorganisatie voor onbepaalde tijd voor het hele Noordzeekanaalgebied
zijnde de gemeenten Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad.
� Artikel 3.12 van de Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012.
� Het besluit van 26 juni 2012 (Gemeenteblad Afd. 3B, nr. 91, 18 juli 2012), waarbij de
havenmeester door het college van burgemeester en wethouders is gemandateerd voor
het nemen van besluiten op grond van de Regionale Havenverordening
Noordzeekanaalgebied 2012 en het Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012.
Overwegende dat:
� Het college, en in mandaat de havenmeester, bevoegd is bootliedenorganisaties te
erkennen.
� Bootliedenorganisaties van belang zijn om zorg te dragen voor gekwalificeerde bootlieden.
� Nieuwe regelgeving omtrent erkenning van bootlieden in werking is getreden waardoor de
noodzaak is ontstaan de huidige erkenningen in te trekken en nieuwe te verlenen (op
aanvraag) conform de nieuwe regelgeving.
� Coöperatieve vereniging van Vletterlieden W.A. al lange tijd actief is in het
Noordzeekanaalgebied waarbij de ervaringen positief zijn.
Besluit:
I. Coöperatieve vereniging van Vletterlieden W.A., gevestigd te IJmuiden,
ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel onder nummer
34017745, met ingang van 1 juli 2012 te erkennen als bootliedenorganisatie in de
zin van artikel 3.12 Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied 2012 en
artikel 8.1 Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012.
II. Als voorschrift voor de erkenning de verplichting te stellen te voldoen aan het
gestelde in artikel 9.1 Havenreglement Noordzeekanaalgebied 2012 (beroep en
verplichtingen bootman).
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam

Pagina 42 van 52 Haven Amsterdam
III. In aanvulling op het genoemde onder II aan deze erkenning het volgende
voorschrift te verbinden:
Bootlieden- en schepenbestand.
Jaarlijks in de maand januari, verstrekt de organisatie aan de Havenmeester
Amsterdam een overzicht van haar bootliedenbestand, onder vermelding van de
gegevens zoals genoemd in artikel 8.1. lid e van het Havenreglement
Noordzeekanaalgebied 2012, alsmede een overzicht van het schepenbestand met
vermelding van het nummer van het certificaat van onderzoek, dan wel het bewijs van
deugdelijkheid.
IV. Dat de aanvraag d.d. 10 juli 2012 in zijn geheel onderdeel uit maakt van de
erkenning.
V. Het besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad, afdeling 3B en treedt in
werking op de dag na publicatie.
Datum: 23 juli 2012
Namens het college van burgemeester en wethouders Amsterdam,
De havenmeester
A.M.C. van Oosten
Ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht kan een belanghebbende binnen zes weken na bekendmaking
bezwaar maken tegen dit besluit door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden
gericht aan Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, Postbus 202, 1011 PN Amsterdam.
Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de
dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het
bezwaar. Indien u er voor kiest om u te laten vertegenwoordigen, verzoeken wij u om een machtiging te (laten)
overleggen.
Het indienen van een bezwaar heeft geen schorsende werking. Indien onverwijlde spoed dit vereist kan,
hangende de bezwaarschriftenprocedure, een schorsing of voorlopige voorziening worden gevraagd van de
Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam, Sector Bestuursrecht Algemeen, Parnassusweg 226,
Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Hieraan zijn griffiekosten verbonden.

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte
Besluitnummer B&W 2012-082
Amsterdam, 18 juli 2012
Besluit tot het aanwijzen van operationele ruimte en de daar voor geldende voorschriften en beperkingen
voor de ligplaatsen van de volgende locatie:
Afrikahaven Palen, AK P2W, AK P4W en AK P2B, AK P4B
Twee sets van 4 afmeerpalen (zodanig geconstrueerd dat zowel aan de buiten als aan de binnenzijde
kan worden afgemeerd) gesitueerd aan de oostoever en 400 meter binnen de monding van de
Afrikahaven te Amsterdam.
De havenmeester van Amsterdam,
overwegende dat:
� ingevolge artikel 3.3, lid 1, het college ten aanzien van een ligplaats operationele ruimte kan
aanwijzen;
� ingevolge artikel 3.3, lid 2, het college aan genoemde aanwijzing voorschriften en beperkingen
kan stellen;
� het college de bevoegdheid via het besluit van 26 juni 2012 (Gemeenteblad Afd. 3B, nr. 91,
van 18 juli 2012) heeft gemandateerd aan de havenmeester van Amsterdam,
besluit het volgende:
voor de volgende ligplaatsen wordt operationele ruimte aangewezen en worden voorschriften en
beperkingen gesteld als beschreven in het voor elk van deze ligplaatsen benoemde hoofdstuk van dit
besluit:
Ligplaats en mapping code Hoofdstuk Pagina nummer
Afrikahaven – Palen, AK P2W, AK P4W I 2 - 3
Afrikahaven – Palen, AK P2B, AK P4B II 4 – 5
Haven Amsterdam – Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte
Document CSNS0001 – 3/4 Formatversie: 2.0
Pagina 43 van 52

§ 1. Ligplaats en operationele ruimte
Haven Amsterdam – Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte
Document CSNS0001 – 3/4 Formatversie: 2.0
Hoofdstuk I
De operationele ruimte als beschreven in paragraaf 1.2 van dit hoofdstuk is van toepassing op de ligplaats
als beschreven in paragraaf 1.1 van dit hoofdstuk.
1.1 Ligplaats
1.1.1 Ligplaats naam: Afrikahaven - Palen
1.1.2 Ligplaats mapping code: AK P2W en AK P4W
1.1.3 Ligplaats waterdiepte: NAP - 15.50 meters
1.1.4 Ligplaats omschrijving: Openbare ligplaats voor zee-, en binnenschepen,
t.b.v. droge en natte overslag, bunkeren, wachten,
tankwassen en ventileren.
1.2 Dimensionering operationele ruimte
1.2.1 Coördinaten van de operationele ruimte
volgens NRD:
1.2.2 Minimale kielspeling: 0,5 meter
1.2.3 Maximale kruiphoogte: Onbeperkt
1.2.4 Tekening:
Opsomming van de coördinaten (in x en y) die de
uiterste grenzen van de operationele ruimte
aangeven:
1 x = 111512.10 y = 493314.50
2 x = 111577.12 y = 493325.84
3 x = 111695.75 y = 492646.12
4 x = 111630.73 y = 492634.77
N0066_v01
als per bijlage 2
Pagina 44 van 52

§ 2. Beperkingen en voorschriften
De voorschriften en beperkingen als genoemd in paragraaf 2.1 en paragraaf 2.2 van dit hoofdstuk zijn van
toepassing op de operationele ruimte als beschreven in paragraaf 1.2 van dit hoofdstuk. Deze voorschriften
laten de van toepassing zijnde wet- en regelgeving onverlet.
2.1 Beperkingen
2.1.1 Ligplaatsnemen voor zeeschepen is: Toegestaan
2.1.2 Ligplaatsnemen voor binnenvaartschepen
is:
2.1.3 De maximale lengte over alles van het af te
meren schip of de langszij van elkaar af te
meren schepen, niet zijnde
dienstverlenende schepen, is:
2.1.4 De maximale breedte over alles van het af
te meren schip of de langszij van elkaar af
te meren schepen niet zijnde
dienstverlenende schepen, is:
Haven Amsterdam – Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte
Document CSNS0001 – 3/4 Formatversie: 2.0
Toegestaan
300 meter
66 meter
2.1.5 Constructie(s) boven de ligplaats zijn: Niet Toegestaan
2.2 Voorschriften
2.2.1 Aanvullende voorschriften ten aanzien van
borden en verlichting:
2.2.2 Aanvullende voorschriften ten aanzien van
het afmeren:
2.2.3 Aanvullende voorschriften ten aanzien van
de veiligheid:
2.2.4 Aanvullende voorschriften ten aanzien van
bijzonderheden:
Geen
Geen
Geen
Geen
Pagina 45 van 52

§ 1. Ligplaats en operationele ruimte
Haven Amsterdam – Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte
Document CSNS0001 – 3/4 Formatversie: 2.0
Hoofdstuk II
De operationele ruimte als beschreven in paragraaf 1.2 van dit hoofdstuk is van toepassing op de ligplaats
als beschreven in paragraaf 1.1 van dit hoofdstuk.
1.1 Ligplaats
1.1.1 Ligplaats naam: Afrikahaven - Palen
1.1.2 Ligplaats mapping code: AK P2B en AK P4B
1.1.3 Ligplaats waterdiepte: NAP – 5.50 meters
1.1.4 Ligplaats omschrijving: Openbare ligplaats voor binnenschepen, t.b.v.
droge en natte overslag, bunkeren, wachten,
tankwassen en ventileren.
1.2 Dimensionering operationele ruimte
1.2.1 Coördinaten van de operationele ruimte
volgens NRD:
1.2.2 Minimale kielspeling: 0,5 meter
1.2.3 Maximale kruiphoogte: Onbeperkt
1.2.4 Tekening:
Opsomming van de coördinaten (in x en y) die de
uiterste grenzen van de operationele ruimte
aangeven.
1 x = 111577.12 y = 493325.84
2 x = 111610.61 y = 493331.69
3 x = 111729.24 y = 492651.96
4 x = 111695.75 y = 492646.12
N0066_v01
als per bijlage 2
Pagina 46 van 52

§ 2. Beperkingen en voorschriften
De voorschriften en beperkingen als genoemd in paragraaf 2.1 en paragraaf 2.2 van dit hoofdstuk zijn van
toepassing op de operationele ruimte als beschreven in paragraaf 1.2 van dit hoofdstuk. Deze voorschriften
laten de van toepassing zijnde wet- en regelgeving onverlet.
2.1 Beperkingen
2.1.1 Ligplaatsnemen voor zeeschepen is: Niet Toegestaan
2.1.2 Ligplaatsnemen voor binnenvaartschepen
is:
2.1.3 De maximale lengte over alles van het af te
meren schip of de langszij van elkaar af te
meren schepen, niet zijnde
dienstverlenende schepen, is:
2.1.4 De maximale breedte over alles van het af
te meren schip of de langszij van elkaar af
te meren schepen niet zijnde
dienstverlenende schepen, is:
Haven Amsterdam – Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte
Document CSNS0001 – 3/4 Formatversie: 2.0
Toegestaan
110 meter
12 meter
2.1.5 Constructie(s) boven de ligplaats zijn: Niet Toegestaan
2.2 Voorschriften
2.2.1 Aanvullende voorschriften ten aanzien van
borden en verlichting:
2.2.2 Aanvullende voorschriften ten aanzien van
het afmeren:
2.2.3 Aanvullende voorschriften ten aanzien van
de veiligheid:
2.2.4 Aanvullende voorschriften ten aanzien van
bijzonderheden:
Geen
Geen
Geen
Geen
Pagina 47 van 52

Datum: 18 juli 2012
Het College van Burgemeester en Wethouders,
namens deze,
de havenmeester van Amsterdam,
A.M.C. van Oosten
Bezwaarclausule
Mededelingen
Ingevolge de Algemene Wet Bestuursrecht kan een belanghebbende binnen zes weken bezwaar tegen het besluit maken door
het indienen van een bezwaarschrift bij de Burgemeester, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam.
Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en bevat tenminste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening,
een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht alsmede de gronden van bezwaar.
Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Indien onverwijlde spoed dit vereist kan, hangende de
bezwaarschriftenprocedure, een voorlopige voorziening worden gevraagd aan de voorzieningenrechter van de
Arrondissementsrechtbank te Amsterdam, Parnassusweg 226, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Hieraan zijn griffierechten
verbonden.
Haven Amsterdam – Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte
Document CSNS0001 – 3/4 Formatversie: 2.0
Pagina 48 van 52

Algemene begripsomschrijvingen
Binnenvaartschip
Haven Amsterdam – Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte
Document CSNS0001 – 3/4 Formatversie: 2.0
Bijlage 1
Een vaartuig dat is bestemd voor de vaart op de
binnenwateren of op dienovereenkomstige
buitenlandse wateren.
Boord / Boord overslag Het rechtsreeks overslaan van lading van een
schip naar een ander schip zonder tussenkomst
van een walinstallatie.
Bulkcarrier / Bulkschip En zeeschip, gebruikt en bestemd voor het vervoer
van droge los gestorte lading.
Bunkeren De overslag overslag van brandstofolie of
smeerolie van een dienstverlenend bunkerschip
naar een ander schip.
Bunkerschip
Dienstverlenend schip
Een dienstverlenend tankschip gebruikt voor het
bevoorraden van schepen met brandstofolie of
smeerolie.
Elk schip betrokken bij diensten aan een ander
schip betreffende het repareren, schoonmaken,
brengen of halen van voorraden of
scheepsonderdelen of ophalen van afvalstoffen.
Double banking Het naast elkaar afmeren van schepen, niet zijnde
faciliterende schepen.
Gevaarlijke stoffen
Stoffen, die als gevaarlijk zijn geclassificeerd,
benoemd in de International Maritime Dangerous
Goods Code, de (International) Code for the
Construction and Equipment of Ships Carrying
Dangerous Chemicals in Bulk, de (International)
Code for the Construction and Equipment of
ships carrying Liquefied Gasses in Bulk van de
Internationale Maritieme Organisatie of het
Europees Verdrag inzake het internationaal
vervoer van gevaarlijke stoffen over de
binnenwateren (Adn) vanwege het gevaar voor
explosie, brand, corrosie, vergiftiging,
bedwelming of straling en die afhankelijk van de
vervoersmodaliteit verpakt, als losgestorte droge
bulk of vloeibare bulk vervoerd worden.
Havenmeester van Amsterdam Degene die door het College bij besluit als zodanig
is aangewezen.
ISPS International Ship and Port Facility Security Code
Pagina 49 van 52

Kielspeling / Under Keel Clearance (UKC)
Kruiphoogte / Air Draft
Haven Amsterdam – Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte
Document CSNS0001 – 3/4 Formatversie: 2.0
De minimumruimte tussen het diepste punt van
een schip en de bodem.
De afstand van het wateroppervlakte (de
waterlijn) tot het hoogste punt van het schip.
NAP Normaal Amsterdams Peil
NRD Het coördinatenstelsel ‘Nieuwe
Rijksdriehoekmeting’
RHN De Regionale Havenverordening Noordzeekanaalgebied.
Openbaar water Alle wateren die al of niet met enige beperking voor
het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk
zijn.
Operationele ruimte
Schip
Tanker / Tankschip
Waterdiepte
Zeeschip
In lengte, breedte, diepte en hoogte begrensd
gebied, waarbinnen schepen ligplaats kunnen
nemen om hun activiteiten uit te oefenen *1) .
Elk vaartuig met inbegrip van een watervliegtuig,
een draagvleugelboot, een luchtkussenvoertuig,
een boorinstallatie, een werkeiland of soortgelijk
object, een baggermolen, een drijvende kraan,
een elevator, een ponton, een drijvend werktuig,
een drijvend voorwerp of een drijvende
inrichting.
Een zee- of binnenschip, gebouwd voor of
aangepast aan het vervoer van onverpakte
vloeibare lading in zijn laadruimten.
De afstand tussen de waterspiegel en bodem
van het oppervlaktewater. Het betreft de hoogte
van de waterkolom. Een slib- of sapropeliumlaag
wordt niet meegerekend.
Een schip dat wordt gebruikt voor de vaart ter
zee of dat blijkens zijn constructie voor de vaart
ter zee is bestemd en elk schip dat is voorzien
van een document - afgegeven door het
bevoegde gezag van het land waar het schip is
ingeschreven - waaruit blijkt dat het geschikt is
voor de vaart ter zee.
Pagina 50 van 52

*1) Toelichting operationele ruimte
De operationele ruimte is het gebied waarin het bedrijf en de afgemeerde schepen feitelijk
operationeel zijn en waarbuiten zonder ontheffing geen operaties kunnen plaats vinden. Het gebied
wordt door middel van NRD coördinaten, een maximale diepgang (o.b.v. minimale kielspeling) en
een maximale kruiphoogte vastgesteld.
Binnen de operationele ruimte zijn het bedrijf en de schepen dus vrij om activiteiten, als overslag,
boord/boord, drijvende kraan, bunkeren etc. uit te voeren volgens de geldende wet- en regelgeving
en de specifieke nautische- en de veiligheidsvoorschriften en beperkingen zoals gesteld in dit
besluit.
Voor operaties die buiten dit gebied plaats zullen vinden, exclusief operaties met dienstverlenende
schepen (zoals bunkerschepen), dient ontheffing te worden gevraagd.
Dienstverlenende schepen welke geheel of gedeeltelijk buiten deze ruimte ligplaats nemen, dienen
volgens de RHN hiervoor door middel van een operationele melding toestemming te verkrijgen.
Haven Amsterdam – Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte
Document CSNS0001 – 3/4 Formatversie: 2.0
Pagina 51 van 52

Haven Amsterdam – Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte
Document CSNS0001 – 3/4 Formatversie: 2.0
Bijlage 2
Pagina 52 van 52