Maar het lage, 't onvolmaakte wordt vergood en hooggeroemd.
Zevende Hoofdstuk Steengroeven 113 - Enschede 114 - Hengelo 115- <strong>De</strong>lden Twickel 116 Almelo 119 <strong>De</strong>venter, stadhuis 121 Tapijtefabriek 122 IJzersmelterij 124 het Loo 124 Marktgoederen Zeden en Volkskarakters 128 Van Bentheim wandelden wij naar Gildenhauss terug en sloegen daar rechts af door 't koren: op eens bevonden wij ons aan den steilen kant der steengroeve die door de zwaarte en stoutheid der hangende rotsklompen een treffend schouwspel oplevert. <strong>De</strong> steen is van binnen zacht en brokkelig, doch wordt door de lucht spoedig verhard. Boven op een rots van ruim honderd voet hoogte staande, voelde ik den grond wijken, terwijl Van Hogendorp mij angstig toeriep en de werklieden schr<strong>eeuw</strong>den dat ik daar zeer gevaarlijk stond: dan ik was zoo wijs de klompen zand en steen alleen in den afgrond te laten tuimelen en zelve boven te blijven. Bij de hooge molens van Gildenhauss gekeerd, sloegen wij links af naar beneden en zagen ons ras in de heide. Echter viel ons de weg zeer toe, als zijnde dezelve met graan velden en boomen zeer aangenaam afgewisseld. Ook kwamen wij veele Hannoversche en Pruissische boerschappen door welke een slordig en morsig uitzien hadden. - Losser, het eerste Hollandsche dorp was, daarentegen zindelijk en fraai. Wij dronken er goede koffi en wandelden voort naar Enschedé, waar wij in de herberg de Klomp de gasten aan tafel vonden. <strong>De</strong>zelve bestonden uit drie menschen van een slecht en onaangenaam uitzien, waarschijnlijk kommiesen of smokkelaars, of misschien wel beide: ook voegde zich de jonge Baron Mulerd bij ons, heer van Hengelo en andere plaatsen, doch die onder curateelen staat wegens zijne prodigaliteit. Wij bezochten na den eten (ons middagmaal was zeer lekker en voor 't eerst vonden wij hier meikerssen) den Burgemeester Van Bleidestein die door zijne bombazijnenfabriek schatrijk is geworden, doch vonden alleen zijn zoon, een' man van bij de veertig jaren, die ons lekkeren Rhijnwijn schonk en het vlek rondbracht. Hetzelve is groot en heeft bij uitstek fraaie huizen. Overal heerscht bloei en welvaart. Jaarlijks worden er meer dan dertig huizen om Enschedé gebouwd, niet door aanzienelijke lieden, maar door arbeiders der fabriek, die voor tien jaren geen twee zesthalven bezaten. Doch zij waren werkzaam en eerlijk: God zegende hun arbeid. - Daarentegen zagen wij een prachtig huis, waarin de voormalige eigenares van de Pijl haar schandelijk gewonnen geld ging verteeren. Dan op haar negentigste jaar lapte zij alles er door en moest in de kost besteed worden. - In de groote Societeit zagen wij den Ouden Burgemeester van Bleidestein en zijn' broeder bij wien Van Hogendorp in 1819 gelogeerd had, en die ons beknorde dat wij niet bij hem waren gekomen. Tot half tien zaten wij met hen Rhijnwijn te drinken, trokken naar bed en sliepen zeer goed. N.B. Ik had eene wieg tot slaapplaats en verlang nooit beter. Dinsdag 22 july. 's Morgens regende het zoo geweldig, dat er om eene wandeling te voet niet te denken was. Wij namen dus een wagen en reden te negen ure langs heiden naar Hengelo, een groot en bloeiend dorp, waar wij eene damaste servettenfabriek van weinig beteekenis zagen. Nu werd de weg beter en liep tusschen graanvelden door, waarover zich van verre het sombere bosch van Twickel vertoonde. Te <strong>De</strong>lden, dat een lelijk doch groot vlek is, stapten wij af in het voortreffelijk logement de Kroon, bestelden ons middagmaal en wandelden het bosch in der rijke nicht van Van Hogendorp. Na eene lange laan van vier rijen eikeboomen doorgewandeld en het lustslot van buiten beschouwd te hebben, wandelden wij rechts af en kwamen door bekoorlijke slingerpaden aan een watermolen. Nu waagden wij het ook, het binnenbosch in te treden, waar
- Page 1 and 2:
DAGBOEK Van mijne reis; in 1823 doo
- Page 3 and 4:
Terwijl 't gebogen hoofd in de open
- Page 5 and 6:
gevraagd had, en zeilden met heerli
- Page 7 and 8:
En drukte in overmaat van smart Aan
- Page 9 and 10:
Daar 't heden strafloos mag geschie
- Page 11 and 12:
vallen is. Aan het tolhek naar Mede
- Page 13 and 14:
zoovele smaragden deed schitteren.
- Page 15 and 16:
plaatsten wij ons bij den S/s[?]chi
- Page 17 and 18:
Derde Hoofdstuk De Lemmer; groote h
- Page 19 and 20:
Wat zien we aan onzen voet en over
- Page 21 and 22:
annen. Na een zeer aangenaam en ver
- Page 23 and 24:
Na de wandeling plaatsten wij ons a
- Page 25 and 26:
en bracht, hoezeer elk om de koddig
- Page 27 and 28:
Vijfde Hoofdstuk Leeuwaarden 65 Pri
- Page 29 and 30:
'k Herken die blonde vlechten Die L
- Page 31 and 32:
Zondag 15 Juny. Daar Van Hogendorp
- Page 33 and 34:
Zesde Hoofdstuk Vaart naar Dokkum 7
- Page 35 and 36:
Zes duijzent roeden dijks bespaart,
- Page 37 and 38:
feest recht nationaal was afgeloope
- Page 39 and 40:
den hoogleeraar van Swinderen, dien
- Page 41 and 42:
Heer Hendriks ons af kwam halen en
- Page 43 and 44: 'Wien brengt gij dezen dronk, den V
- Page 45 and 46: En dat hij zweert voortaan een libe
- Page 47 and 48: van vruchtboomen beplant was, trade
- Page 49 and 50: Ras hieldt gij; Groningen, deez' ni
- Page 51 and 52: De meester beviel ons wel: een tach
- Page 53 and 54: gebouwd. Twee Hervormde, eene Rooms
- Page 55 and 56: DAGBOEK Van mijne reis; in 1823 doo
- Page 57 and 58: kwamen wij aan de Smilde, welke een
- Page 59 and 60: O! Schouwspel, vol bevalligheden! O
- Page 61 and 62: schaduw: spoedig echter joegen de m
- Page 63 and 64: Te vijf ure opgestaan zijnde ontbet
- Page 65 and 66: aten wij met den pastoor en onderdi
- Page 67 and 68: waarvan het een' moes- of bloementu
- Page 69 and 70: kunnen er tusschen zoodanigen en de
- Page 71 and 72: schouwburg in de open lucht waar de
- Page 73 and 74: Te elf ure wilden wij onzen tocht n
- Page 75 and 76: Vierde Hoofdstuk het Zwarte Water 5
- Page 77 and 78: een gedeelte der gracht ten volle b
- Page 79 and 80: Vijfde Hoofdstuk Kanaal van den hee
- Page 81 and 82: heeft, kan geen ander voedsel erlan
- Page 83 and 84: dienst was. 's Winters is er dus oo
- Page 85 and 86: Volbracht de stichting Uwer wallen
- Page 87 and 88: Sticht enkel ramp bij 't galmend sc
- Page 89 and 90: en aten er vrij slecht. Ik wandelde
- Page 91 and 92: ons wonder wat van den Fürst en zi
- Page 93: Ja wel! zeide hij, en klopte op zij
- Page 97 and 98: vijf ure naar het postkantoor. Men
- Page 99 and 100: middel van ruiling licht uit den we
- Page 101 and 102: dier arme kluizenaarsters eene groo
- Page 103 and 104: wij ons aan den weg naar Deventer m
- Page 105 and 106: Rappard ons afhalen om ons naar de
- Page 107 and 108: Bij het inkomen maakte Van Hogendor
- Page 109 and 110: dorp. Ras beschouwden wij het belac
- Page 111 and 112: of ik hare familie te Arnhem zoude
- Page 113 and 114: Woensdag 6 augustus Te vijf uren op
- Page 115 and 116: Vrijdag 8 Augustus. Te half vijf ve
- Page 117 and 118: Heeckeren en met Lightenveld bij de
- Page 119 and 120: 14 Aug. Te ½ 10 kwam ons de zoon v
- Page 121 and 122: uit den grond zou doen komen, en da
- Page 123 and 124: Kort na onze terugkomst in de herbe
- Page 125 and 126: wachteden dus op den postwagen die
- Page 127 and 128: van ramp liet de schipper het ranse
- Page 129 and 130: eenige wederzijdsche hooge woorden
- Page 131 and 132: 28 Augustus Des morgens te 10 ure b
- Page 133 and 134: 30 Aug. 's Morgens te 6 ure stonden