13.05.2013 Views

Download Dagboek - De negentiende eeuw

Download Dagboek - De negentiende eeuw

Download Dagboek - De negentiende eeuw

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

een gedeelte der gracht ten volle bedorven en de stad tot een' onregelmatigen veelhoek gemaakt.<br />

In eene sociteit buiten de stad dronken wij thee, wandelden eenige fraaie lanen om, en voorts<br />

eene bekoorlijke landstreek door korenvelden en weilanden aangenaam afgewisseld. <strong>De</strong><br />

bouwlanden om de stad, hier bij mudde gezaai gerekend, zijn veel geld waard. Na onze<br />

wandeling schreven wij brieven en gingen tegen half twaalf bedwaarts.<br />

Zondag 13 july<br />

Te half tien begaven wij ons naar de groote kerk die welgebouwd is en een fraai orgel heeft. Na<br />

lang naar plaatsen omgezien te hebben, gingen wij eindelijk zeer deftig in de regeeringsbank<br />

zitten, die zeer ruim en groot is. <strong>De</strong> predikant D s Smit, een oud, stijf man, predikte zeer stichtelijk<br />

over Ps CXIX vs. 92. In het ruim plaatste zich eene schoone, fraai uitgedoschte vrouw, die mij<br />

met aandacht beschouwde en gedurig hare oogen op mij vestigde: uit hare kleeding begreep ik<br />

dat zij niet uit Zwol zijn konde, doch ik kon mij hare gelaatstrekken niet te binnen brengen. Uit<br />

de kerk kwam ons de Heer Tobias afhalen en wandelde met ons met ons [sic katernovergang, in<br />

beide versies hetzelfde] naar de markt. Hier luisterde eene aangename reeks van schoonheden<br />

naar het veldmuzyk der dragonders die er in garnizoen leggen. Van daar begaven wij ons naar de<br />

stadssocieteit die groot en ruim is en dronken er koffy. Te twee ure aten wij en volgden wederom<br />

onzen vriendelijken geleider die ons eene niet minder schoone wandeling dan den vorigen dag<br />

doen liet. Het Zwarte Water in zonderheid levert bekoorlijke gezichten op door de fraaie plaatsen<br />

aan deszelfs oever.<br />

<strong>De</strong> kleur dier rivier is zwart doch het water in een glas wit en helder. Voor onze herberg gekeerd,<br />

vonden wij het buitenplein op nieuw vervuld met toehoorders die het treffelijk muzyk van het<br />

garnizoen aandachtig toeluisterden. Kort daarop verscheen mevr. Tobias. Twee zoons van den<br />

<strong>De</strong>lftschen predikant Metelerkamp, studenten te Utrecht en hun zusters verzelden haar. Doch<br />

men verbeelde zich mijne verwondering toen ik bij hen de schoone die mij 's morgens in de kerk<br />

had aangestaard, hervond, en de heer Tobias mij in 't oor fluisterde dat die dame mij zeer goed<br />

kende. Zonder mij te bedenken sprak ik haar aan en zeide dat ik haar in de kerk had opgemerkt.<br />

Dadelijk antwoordde zij dat zij mij aldaar ziende en herkennende om Amsterdam gedacht, en<br />

door zoete herinneringen veel van de preek verloren had. - Nog kende ik haar niet. Na de muzyk<br />

bood Van Hogendorp zijn' arm Mevrouw Tobias aan, en ik aan mijne schoone onbekende. Nu<br />

bemerkte ik uit hare gesprekken dat zij Gouvernante van de jonge juffrouw Metelerkamp was en<br />

te voren dien post bij Mevr. Hogguer Mijnssen bekleed had: zij wist vrij wat meer van mij dan ik<br />

van haar; want Gouvernantes zijn menschen die alles hooren en zien, terwijl zij zelve<br />

onopgemerkt blijven... indien zij niet bij uitstek fraai zijn, als deze. Na eene aangename<br />

wandeling kwamen wij bij den heer Tobias. <strong>De</strong> Heer D s Metelerkamp, zekere lange student Van<br />

der Wiek en twee jonge nichtjens vermeerderden het gezelschap. Ik werd aan het avondeten<br />

tusschen den Predikant en die Mejuffrouw Walker, de schoone Française geplaatst. Dus had ik<br />

rondom een genoeglijk gesprek: met den dominé, een fraai, aangenaam en uitmuntend gezind<br />

man sprak ik over orthodoxie en met de bevallige buurvrouw over... hetgeen men aan fraaie<br />

vrouwen vertelt. Van Hogendorp zat tusschen de nichtjens. <strong>De</strong> ééne, zijnde eene Zwolsche<br />

juffrouw Metelerkamp was spraakzaam en lief: zij verrukte mijn' koelen reisgenoot: hij sprak<br />

met haar, en den volgenden dag van haar, dat veel zegt. Te half een kwamen wij te huis, hadden<br />

ons heerlijk vermaakt, lekker gegeten, uitmuntenden wijn gedronken en de (slechte) eerste haring<br />

geproefd.<br />

Maandag 14 july

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!