Download Dagboek - De negentiende eeuw
Download Dagboek - De negentiende eeuw
Download Dagboek - De negentiende eeuw
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Terwijl 't gebogen hoofd in de open handpalm leunde<br />
En de aangeschoven stoel de voeten, broos en teer,<br />
Door 't wand'len opgescheurd, welwillend ondersteunde.<br />
Mijn geest herdacht den vroeger tijd,<br />
Wen zich Westfrieslands roem aan Hollands glorie paarde,<br />
Wen 's landmans nijvre zorg en 's handlaars noeste vlijt<br />
Aan 't bloeiend vaderland een oogst van schatten baarde;<br />
Toen, door een lieflijk maatgeluid,<br />
Dat, dicht aan ons vertrek zich op een stond liet hooren,<br />
Ik in mijn mijmring werd op 't onvoorzienst gestuit.<br />
En in 't verslagen hart den weedom voelde smooren.<br />
Zoo 't scheen, een fiks bedreven hand<br />
Bedwong op een klavier de welgestemde snaren,<br />
En speelde 't volksgezang voor vorst en vaderland,<br />
Dat sneller 't Hollandsch bloed deed bruisschen door mijne aêren.<br />
Reeds schilderde verbeelding mij<br />
Een' minnelijke maagd, vol zachte aanvalligheden,<br />
Die aan 't gewijd gevoel voor hemelmelodij<br />
<strong>De</strong> reinheid paarde van des landzaats oude zeden.<br />
'k Mocht langer niet den drang weerstaan,<br />
<strong>De</strong>r vlam die voor haar schoon mijn boezem aan kwam vuren.<br />
'k Rees op, vloog naar de deur...<br />
het droombeeld had gedaan...<br />
Het klokkespel hield op... de klok sloeg zeven uren.<br />
En dat vervloekte klokkespel herhaalde elk half uur zijn lied, hetgeen ons op 't laatst geducht<br />
verveelde. - <strong>De</strong> kamer, waarin wij zaten, was met groote houten tafels voorzien, niet ongelijk aan<br />
die welke Orlando bij Ariosto de roverbende naar 't hoofd smeet en waar twintig menschen<br />
aanzaten. - Een wit papieren knipsel onderschraagde de haard, 't geen ons wel een kwartier<br />
lachen deed. Nu kwam de meid dekken. Op onze vraag welke schuiten er voor de deur afvoeren,<br />
antwoordde zij ons zeer sneedig: Purmerendsche schuiten. Daar wij aan de grootste tafel<br />
begeerden te zitten en zij haar tafelkleed te klein vond, ging zij er een ander halen, waarop zij<br />
ons kalfskarbonaden, sla en aardappelen voorzette, en o schrik! onrijpe kruisbessenvlade,<br />
waaraan geen van ons beide de hand sloeg als te denken is, schoon wij naderhand de vernuftige<br />
aanmerking van haar kregen dat wij niet weten konden hoe de vlade smaakte daar wij ze niet<br />
geproefd hadden. Nu gingen wij de stad doorkruissen en vonden het stadhuis, waarvan ons het<br />
opschrift leerde dat het eerst op de groote markt gestaan had, maar om die te vergrooten door<br />
vijzelaarskunst over de Kerk gebracht was. Mij bij een' schoenmaker om hooge boerenschoenen<br />
vervoegende, wees hij mij een' tweeden en deze bracht mij bij een' derden, waar ik een paar vond<br />
en kocht, dat mij gemakkelijk zat. Hoe weinig ambachtslieden in Amsterdam of elders in<br />
grootere plaatsen zouden als deze brave lieden een' vreemdeling bij een' hunner konfraters<br />
zenden?<br />
<strong>De</strong> stad van binnen bezichtigd hebbende, gingen wij de wallen rond, zagen wij de<br />
ontzettend breede, en met esschen en iepen beplantte, heerlijke kleiwegen naar Hoorn en<br />
Alkmaar. Op de poort nabij de herberg vonden wij vier visschers in een schuitje geschilderd, het<br />
wapen van Purmerend [tekening van het wapen] in hun vlag voerend: men verhaalt dat deze