Download Dagboek - De negentiende eeuw
Download Dagboek - De negentiende eeuw
Download Dagboek - De negentiende eeuw
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
gedachtenis van dit voorval; in dezelve prijkt de naam van Van Tets van Goudriaen niet onaartig<br />
bij die der Vorsten. <strong>De</strong> hut bezichtigd hebbende, begaven wij ons naar de zoogenaamde<br />
BulleKerk, welke ons wegens hare net- en fraaiheid zeer beviel, en waar wij de bekende<br />
Schilderij welke haar naam aan de kerk geeft, beschouwden: de meid van den Koster nam voor<br />
haar geene fooi, doch bedankte ons voor de armen. In het uitgaan der kerk zagen wij een<br />
honderdvijftigtal kinderen zich uit de school huiswaarts begeven. - In de herberg gekeerd,<br />
maakten wij een praatje met den ouden knecht die ons veel belangrijks nopens het dorp, thands<br />
de stad Saerdam verhaalde. - Indien ik deed als de reiziger welke al de vrouwen van Bourges<br />
korselig en roodharig noemde, omdat zijne hospita die beide begaafdheden vereende, zoude ik<br />
niet aarselen te beweeren dat al de Saerdamsche vrouwen aan den drank verslaafd zijn, naardien<br />
ik de kasteleines jenever met suiker zag drinken; doch ik laat dergelijke gevolgtrekkingen aan<br />
anderen. - Te een ure verlieten wij de herberg nadat wij een boterham met vleesch genuttigd<br />
hadden, en zetteden onzen tocht over de Koog en Wormerveer voort, omdat wij gehoord hadden<br />
dat de weg over 't zoogenaamd Kalfje minder aangenaam was.<br />
Wij vonden Saerdam in de laatste jaren weinig of niet achteruit gegaan. Zij heeft wel door<br />
de tiërceering veel geleden; maar, dewijl de takken van koophandel en nijverheid aldaar<br />
beoefend, van een aanhoudend en algemeen belang zijn, en steeds met denzelfden iever<br />
doorgezet, is zij onder de weinige steden geweest welke zich zoo hebben kunnen staande<br />
houden, dat zij nu nog den naam van bloeiende verdienen. Ontzettend is het getal der aanwezige<br />
olie-, houtzaag- en papiermolens, zoo op deze plaats als op het aanlendend Zaandijk, te<br />
Westzaan, te Wormerveer en aan de Koog. Men verhaalde ons dat kortelings een papierfabrikant<br />
aan de Zaan eene commissie naar Braziliën verzonden heeft van voor f 80000 aan kaarteblad. <strong>De</strong><br />
meeste fabrikanten verdeelen als zij op jaren komen hun fabrieken of molens tusschen hunne<br />
kinderen: ook leven er schatrijke renteniers. <strong>De</strong> oude Noordhollandsche netheid is veel minder<br />
dan zij plach: toch wordt deze plaats nog dagelijks door ontelbare vreemdelingen, zoo uit<br />
nieuwsgierigheid als ook om koopmanszaken derwaart gevoerd, bezocht. -<br />
Nadat wij een uur over straatsteentjens langs een smalle gracht waren voortgewandeld, en<br />
de klinkers mijne voeten, die ik tot mijn ongeluk in nieuwe schoenen gestoken had, zeer<br />
begonnen te kwellen, verwonderde het ons nog geen end aan Saerdam te zien. Dies vroegen wij<br />
waar Wormerveer lag; het antwoord was dat wij drie stappen voortgaande, er zijn zouden. Al de<br />
bovengenoemde plaatsen liggen zonder grensscheiding aan elkander. Te Wormerveer staken wij<br />
de Zaan in een schuitje over en liepen vervolgens langs een Dijkje van ¾ uurs gaans tot een<br />
watermolen, waar wij wederom overvoeren en op een grooten zeer harden kleiweg kwamen. Nu<br />
begon ik zware pijn aan de voeten te gevoelen en het loopen werd mij moeilijk. <strong>De</strong>wijl er<br />
nergens een herberg of kroeg onderweg te zien was, liepen wij een boerenwerf op, verzochten en<br />
verkregen verlof een ogenblik in 't gras uitterusten. Daar hij geen' melk bij de hand had gaf hij<br />
ons, uit een' pot, water te drinken, dat mij zeer verkwikte. Lustig staken wij de pijpen op,<br />
praatteden met den boer more solito over Huiskes en vorderden weegs. Hoe verder wij kwamen<br />
hoe meer ik leed, schoon de weg anders wel belommerd, met fraaie boerenplaatsen, nette<br />
bloemperken en vette landerijen bezet en dus zeer aangenaam was. Te vijf ure eindelijk kwamen<br />
wij aan 't kanaal en traden over den heerlijken nieuwen brug de stad Purmerend binnen, waar wij<br />
in de herberg de Roskam onzen intrek namen. Uit de boven-voorkamer hadden wij een<br />
vermakelijk gezicht over de vaart en weg naar Hoorn, en op de bijgelegen poort. Nu plaatste ik<br />
mij in eene stoel en geraakte aan 't sluimeren, waarop het volgende geval mij gebeurde.<br />
'k Zat sluimrend bij de tafel neer