Download Dagboek - De negentiende eeuw
Download Dagboek - De negentiende eeuw
Download Dagboek - De negentiende eeuw
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
den oever van het Slotermeer gelegen, waarover het een uitgestrekt en bevallig uitzicht oplevert.<br />
Van Balk wandelden wij verder op langs heerlijke dennen en eikenbosschen over gul zand ('t<br />
geen mij na zoovele harde kleiwegen veel vermaak deed) tot Rijs, daar wij onder weg het<br />
zoogenaamde Wildermarktdal overgingen, waar bij Balker kermis eene menigte kooplieden<br />
hunne waren op zoodenterpen uitventen. Verruklijk is de aankomst te Rijs waar eene menigte<br />
lanen met hooge eiken beplant op elkander uitloopen. <strong>De</strong> plaats van Mev Rengers, welke zeer<br />
uitgestrekt is, doch slecht aangelegd, en nog slechter onderhouden, werd vervolgens door ons<br />
bezichtigd. Treffend is het, wanneer men uit het kreupelhout komt, de Zuiderzee aan zijne voeten<br />
te zien welke de korenvelden besproeien komt. Teruggekeerd aten wij pannekoeken in een klein<br />
herbergje bij de ingang der hofstede, wijl het intusschen buiten deur geweldig hagelde en de<br />
donder rommelde. Te half vijf traden wij buiten: de lucht was opgeklaard en verkoeld: de<br />
vogeltjens zongen lustig in 't gebladert en schuddeden den regendrop van hunne vederen af,<br />
terwijl wij door fraaie eikenlanen verder gingen, wier schors hier en vooral op de buitenplaats<br />
afgehaald wordt, en voor leerlooierijen verkocht.<br />
Roeme Arnhems lustwarande of liefelijke dreven,<br />
Roem Haarlems weeld'rig oord op duizendvoudig schoon;<br />
Geen minder eer zij U, o gaasterland, gegeven;<br />
Niet min bekoorlijkheên spreidt ge aan ons oog ten toon.<br />
Ja 't heuvelachtig dal, waar Flevoos groene stroomen,<br />
Door weeringen noch dijk beteugeld of weerstaan,<br />
Al kabblend aan den voet der Friesche zuiderzoomen,<br />
<strong>De</strong>n oever lekken, en te vreden rugwaart gaan,<br />
Daar rust, in koele schaauw van eik of elzenblaeren<br />
<strong>De</strong> moede reiziger na 't slooven van den dag;<br />
Daar blijft zijn oog verrukt, verbaasd in 't ronde staren,<br />
Terwijl hij koelte en kracht op nieuw herkrijgen mag.<br />
Hier kunnen, heinde en veer, zijne oogen zich vermeiden<br />
Op velden goudgeel graan als onafzienbre zeên:<br />
Ginds komt langs 't malsche groen der vette klaverweiden<br />
<strong>De</strong> melkster met haar vracht al zingend tot hem treên.<br />
Wat wijder lacht, omheind van olmen en abeelen<br />
Hem 't schittrend koolzaad of de bleeke boekwijt toe,<br />
Daar vink en nachtegaal hun orgeltoontjens kweelen<br />
In hage of meidoorn, den woudzang nimmer moe.<br />
Hun teder maatgeluid komt liefelijk zich paren<br />
Aan 't kabblend golfgeklater van 't breede Slootermeer,<br />
Waar 't vlugge speeljacht zeilt op nooit ontruste baren,<br />
Waar 's visschers boot een prooi komt zoeken, keer op keer.<br />
Dan, verder treedt men voort langs weelige landdouwen.<br />
Nu toont het nijvre Balk zijn weelde en rijkdom aan.<br />
In bosschen, rijk beplant, in treflijke gebouwen<br />
In boomen, vol van ooft, in schuren, zwaar belaan.<br />
Maar hemel! welk tooneel houdt ginds ons opgetogen?<br />
Langs 't zandig heuvelpad door 't dennenwoud getreên<br />
Wat schouwspel zoo vol pracht vertoont zich aan ons oogen?