Download Dagboek - De negentiende eeuw
Download Dagboek - De negentiende eeuw
Download Dagboek - De negentiende eeuw
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
muts gedurig uit de diligence veinsde te smijten. Voorbij Reenen hield het rijtuig stil aan eene<br />
slechte kroeg, waar kort daarna ook de diligence van Utrecht aankwam: het goed werd<br />
overgepakt en de passagiers intusschen genoodzaakt anderhalf uur hier te vertoeven. Ik wandelde<br />
met de schoone vrouw en haar' dartelen Henri den weg op en neder, niet verkiezende in de<br />
smeerige kroeg te zitten. Onderwijl reed een rijtuig ons voorbij waarin ik mijne tante Sylvius van<br />
Lennep herkende, welke zich naar Nymwegen begaf. Na kortelings met haar gesproken te hebben<br />
zette ik daar alles gereed was mij weder in de diligence. Door tabaksvelden en koren heen reden<br />
wij verder en vonden ons te twaalf ure te Amerongen waar wij het gezelschap vaarwel zeiden. Te<br />
een ure kwam ons middagmaal, waar ik niet aan raakte, wegens het loodwit der bourgogne van<br />
Burgers. Mij ziek en slaperig vindende, begaf ik mij te half drie naar bed, en sliep tot acht ure,<br />
wanneer Van Hogendorp terugkwam van een bezoek dat hij bij den heer Bruinier, predikant te<br />
Eck en Wiel afgelegd had. In dezen gewezen' academiekennis had hij een' waarlijk rechtzinnig en<br />
vroomen godgeleerde gevonden en dus bij hem den tijd zeer aangenaam gesleten. - Thee op mijn<br />
bed gedronken hebbende zweette ik sterk en sliep tot vijf ure.<br />
Dingsdag 5 Augustus.<br />
Te half zes ure togen wij op weg naar Tiel. Het fraaie slot van Amerongen trok eerst met deszelfs<br />
breede wallen en hoog geboomte onzen aandacht. Vervolgens wandelden wij door landerijen,<br />
met wilgeboomen dicht beplant, en door appel en kerssenboomgaarden voort totdat wij te Eck de<br />
rivier overvoeren in een' gierbrug. Nu lieten wij links af het landgoed van den Heer Van Pallandt<br />
leggen en trokken door vruchtbare velden voort op een' zandigen nieuw aangelegden weg. Langs<br />
denzelven groeiden veele welriekende planten, inzonderheid kamille. Kersse/Kersen[?]- en<br />
appelboomgaarden vervongen beurtelings de weilanden. Twee uren gewandeld hebbende,<br />
ontbeten wij aan een tolhek en namen toen een aangenaam wel belommerd voetpad dat ons langs<br />
bevallige dreven in een half uur naar het lief gelegene Tiel bracht Aldaar stapten wij de herberg<br />
den Gouden L<strong>eeuw</strong> binnen. Ik herinnerde mij dat de Heer Dyckmeester aldaar een bijzonder<br />
vriend mijns vaders was geweest toen zij zamen aan Leydens Hoogeschool waren. Daar ik<br />
verder niets van hem wist bezochten wij eerst zijn' zoon student in de rechten te Leyden. <strong>De</strong>ze,<br />
hoewel weinig met ons bekend, ontfing ons bijzonder hartelijk, schonk ons koffij en verzocht ons<br />
bij zijne ouders ten eten. Vervolgens bracht hij ons langs heerlijke korenvelden naar Zoelen en<br />
liet ons daar in een aangenaam boschje wandelen. Te half drie kwamen wij terug bij den heer<br />
Dyckmeester den vader en ik groette hem van wegens mijn' vader. Hij was zeer gul en<br />
vriendelijk, sprak veel over de verlopene dagen en behandelde bijzonder mij met zeer veel<br />
hartelijkheid. Zijne vrouw, nog jong en bevallig en twee jonger zoonen maakten het gezelschap<br />
aan tafel uit. Wij aten goed en dronken moezelwijn en Rudesheimer, beide volgens getuigenis<br />
van Van Hogendorp, alleruitmuntendst. Ik had geen smaak noch trek in iets daar het vergif nog<br />
bij mij werkte. Na den eten reden de student Dyckmeester, zijn tweede broeder, Van Hogendorp<br />
en ik de omliggende landstreek rond. Wij zagen het fraai aangelegd buitengoed der Heeren Van<br />
Borssele, en bewonderden de uitgestrekte korenvelden waar de Linge doorheen kronkelde. Aan<br />
de Hamsterbrug dronken wij thee. 's Avonds na een' alleraangenaamsten rid bij den jongen<br />
Dyckmeester gekeerd, liet deze zekeren Doctor Best, een der koddigste snaken die ik ooit gezien<br />
heb en den Conrector Tydeman, beide academiekennissen van mijn' reisgenoot halen. Tot tien<br />
ure sleten wij den tijd met praten en gingen toe alle gezamenlijk bij den Heer en Mevrouw<br />
Dyckmeester soupeeren, waar wij ons buiten gemeen vermaakten. Het was reeds over<br />
middernacht toen wij ons logement weder zochten, dubbel over ons onthaal te vreden omdat het<br />
zoo alleronverwachtst was.